H e t Va k b l a d o v e r e n e r g i e - e f f i c i e n c y
juli 2009 / jaargang 2 / nummer 7/8
Hoe duurzaam ondernemen de crisis overleeft “Zeven stappen om geen kansen te missen”
Braziliaanse vuilnis wordt Europese carbon credit
Optische laag kan chip opwaarderen
ENERGIE
&ICT
Nieuw
Passieve vloerverwarming
Hot-spots op een houten begane grondvloer 2.
De hot-spots op nevenstaande infraroodfoto's zijn niet veroorzaakt door kunstmatig toegevoerde warmte in de vorm van bijvoorbeeld elektriciteit of warmwater. Deze plekken zijn altijd warmer dan de omgeving, ook als er niet gestookt wordt. Uit een enquête van een gemeentelijk woningbedrijf onder haar huurders blijkt dat meer dan 80% merkt dat de vloer inderdaad minder koud is en ook dat de woning 's ochtends warmer is nadat het systeem is aangebracht. De gemiddelde besparing bedraagt bij deze woningen meer dan 11% van het totale gasverbruik. Deze vorm van passieve vloerverwarming kost dus geen energie, maar spaart energie. Het systeem kan worden toegepast bij houten en betonnen begane grondvloeren, zonder hakken of breken. Het werkt bij elk type vloerbedekking, tapijt, parket, laminaat, plavuizen etc. Ecologisch zeer verantwoord. Per m² wordt slechts 60 gram materiaal gebruikt om dit fantastische effect te bereiken. De materiaalkosten zijn voor een doe-het-zelver al binnen 1½ winter terugverdiend. Laat men het aanbrengen dan duurt het circa 5 jaar. Het systeem kan ook worden toegepast bij vloeren met actieve vloerverwarming. Afhankelijk van de bestaande isolatiewaarde wordt soms zelfs meer dan 50% bespaard en is de terugverdientijd dus nog veel korter. Kijk op www.passievevloerverwarming.nl voor meer info over deze toepassing of ga naar www.tonzon.nl voor andere milieu-effectieve TONZON toepassingen of bel 053-4332391. Opnieuw een TONZON innovatie van wereldklasse. De energie nodig voor grondstof, productie, transport en applicatie is al binnen 2 winterweken terugverdiend.
2.
2. Afb.3
3.
gehele vloer is behandeld
1. Afb.1
Deel van de vloer is behandeld Zelfs onder de salontafel (op de foto onder 3.) is de vloer warmer geworden dan onder het niet behandelde deel, zij het iets minder warm dan de rest van de hot-spot (1.). Normaal is de vloer onder zware meubels, zoals een zitbank (2.) extra koud. Op de infrarood foto’s te zien aan de donker blauwe kleur.
2.
2.
3. 1.
Deel van de vloer is behandeld
Uiteraard wordt het systeem toegepast op de hele vloer en niet alleen op een gedeelte, zoals op bovenstaande foto's. Bovenstaande foto's zijn afkomstig van een proef om aan te tonen hoe fantastisch dit principe werkt. De hiernaast getoonde infraroodfoto is gemaakt, nadat de gehele vloer is voorzien. De vloer is nu egaal warm. De verwarming staat niet eens aan. De witte plek rechtsboven wordt veroorzaakt door zonnestraling. Het systeem maakt niet alleen houten vloeren passief warmer, ook beton en andere steenachtige vloeren worden aantoonbaar warmer, zie ook www.passievevloerverwarming.nl.
TONZON BV I P/b 1375 I 7500 BJ Enschede I KvK 06044102 I tel. 053-4332391 I www.tonzon.nl
W
WATT’S NEW?
energi e i n h et n i e uws
Foto: Ernst Bode
Vijftig jaar gas in Slochteren groots gevierd
Onder de naam G50 – 50 jaar Groningen-gasveld wordt tot en met 12 september een feestelijk programma gepresenteerd. De aftrap van G50 vond plaats op 20 juni in de gemeente Slochteren met het spektakeltheater Pêcheur de Lune van het Franse Plasticiens Volants en werd afgesloten met een vuurwerkshow van het eveneens Franse Ephémère. Meer informatie over het programma op www.groningengas50.nl (TZ)
Foto: PJ Hiddema
Vijftig jaar geleden werd in Slochteren de aardgasbel aangeboord die Nederland zo rijk maakte. Dat wordt deze zomer groots gevierd . Op 16 juni onthulde koningin Beatrix het Slochter Molecule, een kunstwerk van Marc Ruygrok. De vijf kunststof bollen verbeelden een immens vergroot methaanmolecuul. Het is geplaatst in de middenberm van de snelweg A7 bij het dorp Kolham, vlak bij de plaats van de aardgasvondst. Er wordt nog verlichting aangebracht in de bollen. Die hebben de kleuren, Honda-paars en Alfa Romeo-blauw en zijn door de kunstenaar gekozen om een verband te leggen met het voorbijrazende verkeer.
juli/ augustus 2009
3
Colofon juli 2009 Jaargang 2, nr. 7/8 www.energiegids.nl Hoofdredactie Harmen Weijer (
[email protected]) Tel.: 070-378 02 24
10
coverstory
Hoe d u u r zaa m on d e r ne m en d e c r i s i s ove r l ee f t
Redactie Tijdo van der Zee (
[email protected]) Lia de Jong (
[email protected]) Medewerkers Mark van Baal, Jan van den Berg, Heidy van Beurden, Norbert Cuiper, Mirjam Hulsebos, Rijkert Knoppers, Cees de Korte, Aad Offerman, Jacques Schmitz, Jan Paul van Soest, Tjitske Ypma Marktpanel Harm van Berkum, Jos Cozijnsen, Arie Kroon, Wilfred van der Plas, Klaas van der Sterren, Ewoud de Vries Redactieadviesraad Ir. E.P. Alofsen, ir. J. Aufderheijde, ir. G.H. ten Bolscher, ir. E.C.R.H. Eijkelberg, ir. E.W.L. van Engelen, mw. C.H. de Ferrante, mw. drs. A.C. van Huffelen, drs. M.P.E.V. Könings, drs. J.D. de Knecht, ir. A.A. Koedam, mw drs. T.E.M. van Leeuwen, mw. ir. A. van der Rest, Ing. M. Schaareman, ir. A.B. Stuij, drs. Ron Wit, ir. R. Ybema, dr. G.J. Zijlstra Uitgever Esther van Doesburg Marketing Mark Jongerius, Linda Tims Sdu Uitgevers BV Postbus 20025 2500 EA Den Haag Vormgeving Dupuis Communicatie Druk GiethoornTen Brink, Meppel Abonnementen Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag; tel. 070-3789880; fax 070-3789783; e-mail
[email protected] Losse nummers: ¤ 10,Abonnementen: normale prijs ¤ 110,- p.j. (excl. BTW) Verschijnt 12 maal per jaar. Een abonnement geldt steeds voor een jaar en kan op elk gewenst tijdstip ingaan. Het abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice. Advertentie-acquisitie: Libéma Johan Heystek, e-mail:
[email protected], tel.: 073-6293939 Rob Lindenbergh, tel.: 06-17133977 Media Order Services: Monique Tulen
[email protected] 070-3780459
Is duurzaam ondernemen de afgelopen jaren een hype gebleken en zakt het bij een economische crisis als nu weer ver weg? Of beklijft duurzaamheid wel degelijk in de bedrijfsvoering? Vooralsnog gaan de groene en maatschappelijke plannen niet massaal de prullenbak in. Maar duurzaamheid is ook geen ‘unique selling point’ meer. EnergieGids.nl duikt in de wereld van duurzaam ondernemen om te kijken hoe de ‘koplopers’ het ‘peloton’ op sleeptouw nemen.
14
praktijkcase xl
B R A Z ILI A A N S E V UIL N I S WO RDT E UR O P E S E C A R B O N CR E DI T
ISSN: 1876-1917 Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers BV en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice, postbus 20014, 2500 EA Den Haag. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden en producten kunt u terecht op www.sdu.nl. Abonnementen gelden voor minimaal 1 jaar. © Sdu Uitgevers 2009 Alle rechten voorbehouden. Aangeleverde artikelen kunnen worden hergebruikt voor elektronische doeleinden.
Ingenieursbureau Arcadis verdient in Brazilië CO2-emissierechten met het afvangen van methaangas op een vuilnisbelt in São Paulo.
&ICT ENERGIE
CO 2 - p r i j s
lunchinterview
“ Z E V E N STA P P E N OM GEEN KANSEN T E MI S S E N ”
Om de forse energiebesparing en de omslag naar een duurzame samenleving de komende decennia daadwerkelijk te realiseren is meer nodig dan het nemen van enkele maatregelen. Energiebesparing en duurzaamheid moeten g ntegreerd worden opgepakt. Dat betekent dat de vaak gehanteerde Trias Energetica uitgebreid moet worden met veel meer stappen dan de huidige drie. Dr. Hans van Weenen, lector Duurzaam Ondernemen aan de Hogeschool Windesheim en universitair hoofddocent milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam, introduceert dan ook de Zevensprong voor energie.
32
energieonderzoek
O P T I S CH E L A AG K A N CHI P O P WA A RD E R E N Het energiezuiniger maken van microprocessors is een van de prioriteiten van grote chipfabrikanten als Intel en IBM. Met een zuinige chip hoeft de laptop of mobiele telefoon namelijk minder vaak in het stopcontact. Voor desktops speelt dat probleem minder. Toch is energie-efficiency ook in deze apparaten van groot belang. Chips worden namelijk zo heet dat ze niet goed meer werken. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) denken de oplossing hierin te vinden: licht.
E n ve r d e r
3 Watt’s new 6 Screenshots 9 Column Jan Paul van Soest 12 Praktijkcase Mobiliteit: Aardgas goed bruikbaar als brandstof voor schepen 13 Praktijkcase Bouw: Duurzame verlichting in Deventer horeca en winkels 16 Energietechniek: Meer energie uit planten 19 Praktijkcase Energievoorziening: ‘Helft Duitse stroom groen, tenzij politiek verkleurt’ 22 Beurs trekt 60 procent meer bezoekers dan verwacht 24 Energie in beeld: Eerste drijvende windturbine bij Noorse kust 26 Xtra Praktijkcase XL: Datacenter levert warmte en deelt rekencapaciteit 28 Xtra Energiebeleid: “Smart energy grid motor economische groei” 30 Xtra Praktijkcase Bouw: Kleine computer als slimme meter
Co m m entaa r
20
Grote bedrijven en energieproducenten wachten in spanning af tot het nieuwe klimaatakkoord wordt afgesloten eind dit jaar in Kopenhagen. Want is het niet rechtsom dan krijgen ze wel linksom de CO2-rekening van hun productie gepresenteerd. Rechtsom, als door stevig, wereldwijd klimaatbeleid de CO2-prijs op de CO2-markt zal stijgen. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht (of beter gezegd: hoopt) dat die prijs explosief zal stijgen, hoewel onder analisten vrij breed de mening wordt gedeeld dat de prijsstijging nog beperkt zal blijven (zie pag. 42 in deze EnergieGids.nl). En daarmee zou een belangrijke ‘incentive’ voor energiebesparende en duurzame maatregelen in CO2-uitstotende bedrijven wegvallen. In dat geval gaat het linksom: normeringen of CO2-belastingen op producten kunnen dan in zwang raken. De nieuwe EU-voorzitter Zweden zinspeelde daar onlangs al op; premier Fredrik Reinfeldt stelde voor dat de lidstaten de introductie van een CO2-heffing zelf ter hand nemen, omdat de EU niet de bevoegdheid heeft accijnzen in te voeren. Het zou wel kunnen als niet-EU-landen niet meedoen aan een internationaal klimaatakkoord. Daarom stellen Frankrijk en Duitsland voor dit heffingsinstrument op te pakken, om de Europese industrie te beschermen indien de industrie in andere delen van de wereld geen inspanningen hoeft te doen voor CO2-reductie (zie de website van EnergieGids.nl). De recessie zal ons in elk geval helpen de CO2-doelen van 2012 te halen, zei al eerder minister Cramer. Immers, de vraag naar producten en daardoor de productie neemt sterk af. En daar zit nog een aardig appeltje voor de dorst voor deze regering. Want naar verluidt zal Nederland daardoor 1 miljard euro minder geld aan CO2-rechten hoeven uit te geven, geld dat al wel is gereserveerd. Mijn advies aan minister Cramer: alle hens aan dek en claimen dit budget, want voor je het weet heeft minister Donner dit geld al in een verlengde werktijdverkorting voor allerlei, veelal niet duurzame bedrijven gestopt. Harmen Weijer hoofdredacteur
31 Xtra Energietechniek: Horizontaal stapelen halveert energiekosten 34 Reportage: Zoektocht naar geld voor energiebesparing loont 38 Energietechniek: Kema pioniert in China met hoogspanningsleiding 39 Productnieuws 40 Marktpanel Energieconsulenten: Nulenergiewoning: opslag essentieel 41 Marktpanel Juridisch: Het nieuwe marktmodel – invoering van het leveranciersmodel 42 Marktpanel Emissiehandel: Analisten verwachten geen explosie CO2-prijs 43 Marktpanel Consultants: CO2-monitoringtool brengt effect van klimaatbeleid per gemeente in kaart 44 Marktpanel Overheid: Verbeterde bioplastics zorgen voor bredere toepasbaarheid 45 Marktpanel Juridisch: Bescherming van technologie als pijler voor alternatieve energie 46 Vooruitblik
screens h ots
Nieuws van EnerGiegids.nl diepen we in deze rubriek verder uit.
EPC blijft ook in nieuwe bouwnorm EPG
door R i c h a r d M o o i
De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) blijft de eenheid waarin de energiezuinigheid van een gebouw wordt uitgedrukt. Dat zegt Ron van der Aa van het NEN, dat onlangs de nieuwe Energieprestatienorm Gebouwen (EPG) presenteerde. Twee jaar geleden toen de EPG-commissie aan het werk ging, drong met name Bouwend Nederland aan op het vervangen van de EPC door een reëler getal. Met name uit de bouwwereld kwam steeds meer kritiek op het EPC-getal dat bij nog energiezuiniger bouwen steeds onnauwkeurig zou zijn. De EPC-index blijft overeind, weet Van der Aa. De com-
missie onderzoekt of het EPC-getal voor nieuwbouw en bestaande bouw (bij het energielabel) gelijk moet worden getrokken. “Zodat het in nieuwbouw, waar de eerste 10 jaar het label niet verplicht is, toch heel gemakkelijk gegenereerd zou kunnen worden, als men dat zou willen.” Ook loopt er nog een studie van SenterNovem naar het passiefhuis en in hoeverre de EPN/EPC-berekeningen bij dit woningtype werken. Wellicht dat de uitkomsten van het onderzoek nog in de definitieve EPG worden meegenomen, zegt Van der Aa.
Bundeling
De EPG bundelt nu nog vier verschillende documenten, de twee NEN-normen 5128
Facilitymanagers steunen Energie Award Facility Management Nederland heeft besloten om de Energie Award, die ook dit jaar op de vakbeurs Energie wordt uitgereikt, te adopteren. De prijs heet dit jaar dan ook de FMN Energie 2009 Award en wordt uitgereikt aan een energieverbruiker die op het gebied van zowel energiebesparing, energiebeheer als energieinkoop een optimale situatie heeft bereikt. De inzendingen worden door een zevenkoppige jury beoordeeld op originaliteit, innovatie en duurzaamheid. Het is de vijfde maal dat de prijs wordt uitgereikt. De in te zenden projecten mogen uit alle bedrijfssectoren van de maatschappij komen. Vorige jaren ging de Award achtereenvolgens naar het Sint Jansdal ziekenhuis
6
juli/augustus 2009
(voor woningen en woongebouwen en NEN-2916 (overige gebouwen) voor nieuwbouw en de twee ISSO-publicaties 82 (woningen) en 75 (utiliteitsgebouwen) voor de bestaande bouw. De groene versie van 320 pagina’s is voor iedereen beschikbaar voor kritiek. De nieuwe lijvige norm bevat nog wel een aantal ‘witte vlekken’, punten waarover nog geen consensus is of zaken die nog verder uitgezocht moeten worden. Deze witte vlekken staan in een afzonderlijk document dat kan worden gedownload voor wie de groene (papieren) versie heeft besteld. Van der Aa ontkent dat deze talrijke witte vlekken het gevolg zijn van onenigheid in de normcommissie. De kritiektermijn op de NEN-7120 loopt tot eind juli, daarna gaat de normcommissie alle inspraak bundelen en meenemen en afwegen. “Alles ligt op schema om ervoor te zorgen dat er eind 2009 een definitieve norm voor energieprestatie bij VROM is”, zegt Van der Aa. Als de definitieve EPG-norm-7120 bij VROM ligt, verwacht Van der Aa dat het nog minstens een jaar kost om de ambtelijke molens in Brussel te doorlopen, zodat op zijn vroegst 1 januari 2011 de EPG verplicht wordt. De nieuwe norm Energieprestatie Gebouwen (EPG) is onlangs verschenen.
in Harderwijk, het Gemeentelijk Sportcentrum Calluna in Ermelo, het project City Cargo Amsterdam en het bedrijfsgebouw van WTH vloerverwarming en koeling in Dordrecht. De genomineerden zijn een voorbeeld en inspiratiebron voor andere ondernemers. Energie 2009 vindt plaats van 6 t/m 8 oktober 2009 in de Brabanthallen ’s-Hertogenbosch en wordt georganiseerd door VNU Exhibitions Europe in samenwerking met Libéma. De FMN Energie 2009 Award is een handgemaakt design object, beschikbaar gesteld door het onafhankelijke energieadviesbureau Energy Circle uit Voorthuizen. Inzendingen voor 13 september naar:
[email protected].
screenshots ‘Slimme schakelaar’ en duurzame opties maken treinreis naar Den Haag CO2-neutraal Door de bovenleiding van een dubbel treinspoor parallel te schakelen halveert de elektrische weerstand als een trein passeert. Het energieverlies in de bovenleiding neemt hierdoor met 20 tot 40 procent af. Met dat relatief simpele idee mag KEMA van spoorwegeigenaar ProRail aan de slag, want het Arnhemse bedrijf heeft de ProRail prijsvraag 2009 gewonnen. Daar komt nog meer bij kijken dan alleen de slimme schakelaar. In de prijsvraag stond de vraag centraal: hoe is het traject Utrecht-Den Haag CO2neutraal te maken, vertelt Teun Ploeg van KEMA. Ploeg was indiener van het project en is binnen KEMA Market Issue Leader Rail. “In de 2e ronde van de prijsvraag werd ons gevraagd hoe dit traject CO2neutraal gemaakt kon worden. Daarvoor is de slimme schakelaar alleen niet voldoende, daarvoor moet veel meer uit de kast worden gehaald. Grofweg stellen wij voor dat 25 procent van het energieverbruik groen ingekocht moet worden. Meer is niet verantwoord omdat gezien het jaarlijkse stroomverbruik van de NS (bijna 1500 GWh, red.) er zoveel moet worden ingekocht dat dit een te grote impact heeft op de totale Nederlandse groene-stroominkoop. Dat werkt prijsopdrijvend.” Een tweede grote hap komt uit duurzame opties, zoals wind en zon-pv. Wat stellen jullie voor? “Wij stellen voor om zonnepanelen te plaatsen op daken van stations en andere spoorgebonden gebouwen, vanwege het feit dat voor zon-pv op daken subsidie is aan te vragen, in tegenstelling tot zonnepanelen langs het spoor of boven het spoor. Ook zijn er enkele plaatsen op het traject Utrecht-Den Haag die zeer geschikt zijn voor windturbines.” Hoe werkt de slimme schakelaar precies? “Op baanvakken met een dubbel spoor is de elektrische weerstand van de boven-
leiding te halveren door de bovenleiding parallel te schakelen. Momenteel is dat niet het geval. Je zou dat heel simpel kunnen doen door ze met een draadje te verbinden, maar een schakelaar is nodig om bij storingen weer op één leiding over te kunnen schakelen. Voor deze pilot stellen wij voor om twee schakelaars per voedingsdeel te plaatsen, omdat dit qua terugverdientijd het beste is. In totaal gaat het om tussen 20 en 30 schakelaars. Deze besparen jaarlijks 2,5 GWh, een kostenbesparing van 176.000 euro en CO2-reductie van 1,6 kiloton. Dat is in iets meer dan 5 jaar terugverdiend.”
Wanneer gaan jullie aan de slag? “Dat wordt zeer binnenkort met ProRail besproken. We kunnen tussen een halfjaar en een jaar de schakelaars geplaatst hebben. Dan gaan we een jaar monitoren hoe de schakelaars reageren door afwisselend voedingssecties al dan niet parallel te schakelen. Voor wat betreft het geheel CO2-neutraal maken, dus ook met het plaatsen van zonnepanelen en windturbines, zijn we nog afhankelijk van subsidies (zon-pv) en vergunningsprocedures (windturbines).” (HW)
juli/ augustus 2009
7
Waar haalt u uw energie vandaan? Nieuw: Subsidies! Benut de subsidiemogelijkheden in 3 stappen: 1. Zoek in alle energie- en milieusubsidieregelingen
Nieuwsbrief
2. Per regeling informatie en voorwaarden
Agenda
3. Direct de aanvraag regelen!
U hebt in één oogopslag alle evenementen op een rij.
Dagelijks het laatste nieuws
Vraag en Antwoord
automatisch gratis in uw inbox? Dat kan met de
Stel uw vragen aan de expert of
EnergieGids.nl nieuwsbrief.
doe uw voordeel met de
Leveranciersinformatie Bent u op zoek naar nieuwe
antwoorden van de expert op
Publicaties
de vragen van uw collega’s.
Een schat aan waardevolle
leveranciers? Deze vindt u hier.
vakinformatie voor iedere
U kunt zoeken in 50 categorieën!
energie-professional.
Zoek en vind!
Opinie
EnergieGids.nl heeft een
Kom in contact met uw
uitgebreide zoekfunctie. U vindt
collega’s en doe uw voordeel
wat u zoekt. U kunt de resultaten
met hun kennis. Start
sorteren en verder speciferen.
discussies en leer van de ervaring van uw collega’s.
Dossiers
Nieuws
Energy talk
Alle informatie is verdeeld over
Alle relevante artikelen op een
Interessante interviews en
dossiers. U vindt gemakkelijk en
presenteerblaadje. Dagelijks
reportages over actuele
snel wat u zoekt!
selecteert EnergieGids.nl het
onderwerpen. Bekijk
belangrijkste laatste energienieuws.
ze online!
www.EnergieGids.nl: bron van energie! Neem nu een gratis en vrijblijvend proefabonnement voor 2 maanden. Ga naar www.energiegids.nl. Binnen 5 minuten hebt u toegang tot EnergieGids.nl, de bron van energie. EnergieGids.nl is een uitgave van
Co lu m n Klimaatbeleid in een Power House Een jaar geleden bracht de minister van Economische Zaken het Energierapport uit. Drie mogelijke toekomstmodellen voor de elektriciteitsvoorziening werden erin beschreven: Flexwerker, Smart City en Power House. De laatste impliceerde dat in Nederland een grote hoeveelheid nieuw vermogen zou worden gebouwd, waardoor ons land in plaats van netto-importeur (afgelopen jaren) een netto-exporteur zou kunnen worden.
D oor Ja n Pau l va n S o e st
D
e toekomst is natuurlijk niet zeker, maar er tekent zich wel een trend af. De enorme hoeveelheden nieuw gepland grootschalig productievermogen wijzen erop dat het Power House-scenario momenteel werkelijkheid aan het worden is. Het Regieorgaan Energietransitie en de Algemene Energieraad duwen nog in de richting van Flexwerker (kolenvergassing en snel regelbaar gasvermogen, gasnet als bron van flexibiliteit) en de afgesplitste netwerken hebben een begerig oog laten vallen op Smart City met olijke slimme netwerken, maar toch: een Power House lijkt het hier wel te gaan worden. Zelfs als maar een derde van alle plannen voor nieuwe centrales doorgaat.
Hoog plafond
Het is van belang de gevolgen hiervan te doorgronden. Want er zijn consequenties voor het beleid op het gebied van klimaat en duurzame energie. De CO2-uitstoot ‘op Nederlands grondgebied’ stijgt om te beginnen aanzienlijk. Tegenargument: onder het plafond van het Europese handelssysteem voor CO2 is dat geen punt, dan moeten andere landen en centrales en industrietakken iets meer reduceren, werkelijk of via de emissiehandel. Tegen-tegenargument: dat is wel juist, maar door een weinig stringent plafond en door openhouden van het CO2-lek via het Clean Development Mechanism (CDM) blijven de CO2-prijzen tot zeg 2025 in elk geval te laag, en komt er in ons land dus meer
kolen- en ander basislastvermogen dan het geval zou zijn bij optimaal werkende markten.
Vleug Wilders
Daarbij: de politieke ‘afrekening’ gebeurt op grond van nationale doelstellingen. Dat is natuurlijk oliekoekedom, maar geheel in lijn met de tijdgeest, waarin Nederland zich gemiddeld steeds verder van Europa wenst af te keren. Het is echter met zo’n afrekencriterium niet mogelijk de nationale doelen te halen. Erg? In pure CO2-moleculen in Europees verband mogelijk niet, maar politiek in Nederland een lastige dobber. Een vervolgconsequentie kan dan ook nog zijn dat Nederland in volgende kabinetten, zeker als er een vleug Wilders in een regering gaat komen, ervoor gaat pleiten het EU-plafond niet teveel te verlagen. We hebben hier immers zoveel fijne centrales, die stroom voor de hele Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt leveren. Nog een gevolg: Nederland verandert van ‘duurte-eiland’ in de afgelopen 15 jaar in een ‘goedkoopte-eiland’, met lagere elektriciteitsprijzen dan het Europees gemiddelde. Zeker als de interconnectiecapaciteit maar beperkt groeit. Dat laatste is overigens verdedigbaar: waarom zouden de Nederlandse stroomgebruikers gezamenlijk in dure exportcapaciteit moeten investeren die maar een paar producenten ten goede komt? Maar dan wordt er dus meer stroom opgewekt dan kan worden afgevoerd, met lage of op tijden dat het hard waait (windenergie) zelfs negatieve elektriciteitsprijzen tot gevolg. Misschien
een alsnog nuttige toepassing voor de Betuwelijn? In plaats van kolen via de Betuwelijn naar Duitsland te brengen, kunnen we nu kolenstroom via de spoorrails naar Duitsland exporteren.
Extra opcenten
Duidelijk zal ook zijn dat het animo voor nieuwe plannen voor elektriciteitsopwekking, ook en misschien wel vooral duurzame elektriciteit, flink kan afnemen. Raak je de stroom wel kwijt? En tegen welke prijzen dan? Is er bij congestie voorrang voor duurzaam opgewekte stroom? Wat is zeker, welke risico’s zijn er? Dergelijke overwegingen bepalen of projectontwikkelaars nog brood zien in duurzamestroomplannen. Zoveel is in elk geval zeker: het hele stimuleringskader voor duurzame energie zal in het licht van het toekomstige Power House herontworpen moeten worden. We halen nu de doelen voor duurzame energie (twintig procent in 2020) al niet, laat staan als Power House doorzet. Een suggestie vast: als Nederland dan toch een goedkoopte-eiland wordt, kunnen er best nog wat opcenten via de groothandelsmarkt voor stroom worden g nd, waarmee duurzame energie- en besparingsinvesteringen letterlijk tegen de stroom in worden gefinancierd.
juli/ augustus 2009
9
CO V E R STO R Y
Hoe d u u r zaa m ond erne m en de c r is i s ove rl eeft Is duurzaam ondernemen de afgelopen jaren een hype gebleken en zakt het bij een economische crisis als nu weer ver weg? Of beklijft duurzaamheid wel degelijk in de bedrijfsvoering? Vooralsnog gaan de groene en maatschappelijke plannen niet massaal de prullenbak in. Maar duurzaamheid is ook geen ‘unique selling point’ meer. EnergieGids.nl duikt in de wereld van duurzaam ondernemen om te kijken hoe de ‘koplopers’ het ‘peloton’ op sleeptouw nemen.
Afvullijn bij Gulpener Brouwerij. De Limburgse brouwer staat bekend als koploper. Men maakt alleen gebruik
van groene elektriciteit (verkregen van Limburgse groene energiebronnen en eigen zonne-energie). Daarnaast heeft Gulpener eigen waterbronnen en een eigen waterzuiveringsinstallatie.
D oor T i j d o va n d e r Z e e
K
laas van den Berg, sustainability leader bij adviesbureau PricewaterhouseCoopers (PWC) merkt de gevolgen van de crisis. “Bedrijven proberen bij besparingen eerst het laaghangende fruit te plukken. Externe adviseurs kom dan snel in aanmerking. Tijdens de crisis moeten werknemers voor veel kleinere uitgaven goedkeuring krijgen van bovenaf. Dat weerhoudt ze er soms van om die 10
juli/augustus 2009
investering überhaupt nog te doen.” Als elk kwartaal publiceerde PWC ook in juni de Duurzaamheidbarometer. Deze keer stond die in het teken van de crisis. “Vooralsnog gaan de groene en maatschappelijke plannen niet massaal de prullenbak in,” liet Van den Berg toen weten. Dat klopt. Bijna driekwart van de onderzochte bedrijven geeft namelijk aan niet van plan te zijn plannen om lopende initiatieven en investeringen op het gebied van duurzaamheid te wijzigen door de huidige economische
crisis. Een vijfde geeft aan zich juist meer toe te leggen op duurzaam ondernemen. Slechts een kleine groep van 7 procent zegt te bezuinigen op duurzaamheid. Opvallend is echter wel dat van deze groep de sectoren industrie, bouw en nutsbedrijven tweeënhalf keer zo vaak bezuinigen op duurzaamheid als bijvoorbeeld de dienstverlenende bedrijven. Besparingen op duurzaamheid worden vooral gerealiseerd door het buiten de deur zetten van externe adviseurs en door het stoppen van sponsoren van duurzaamheidprojecten. Een ander recent verontrustend geluid komt van onderzoeks- en adviesbureau Berenschot. Je profileren als duurzaam bedrijf is veel minder sexy dan vorig jaar, was een van de opmerkelijke resultaten van het jaarlijkse marketingonderzoek. Daarin werd marketeers gevraagd naar belangrijke ‘selling points’ van het bedrijf of product. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid daalden in een jaar tijd van plek 6 naar een oneervolle plek 39. In 60 procent van de gevallen gaf de marketingmedewerker aan dat de door hem genoemde trend zelfs impact heeft op de strategische keuzes van de onderneming, hoewel die meestal, zo moet gezegd, de planfase nog niet ontstegen waren.
Sustainability index
Voor zover de negatieve berichtgeving. Er zijn namelijk nog genoeg bedrijven die, crisis of niet, duurzaam blijven ondernemen. Duurzaamheid is in veel van deze gevallen integraal onderdeel van de bedrijfsvoering, core business. En waar het precies aan ligt is niet duidelijk maar duurzaam opererende bedrijven presteren over het algemeen beter dan ondernemingen die dat niet doen. “De Dow Jones heeft een ‘Sustainabi-
CO V E R STO R Y
Tijdens het seminar ‘De kredietcrisis: een zegen of een ramp voor verantwoord ondernemen?’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam werden verschillende oplossingsrichtingen naar voren gebracht om duurzaam ondernemen te versnellen. Ten eerste is het van belang om de verschillende stakeholders –banken, aandeelhouders en consumenten– te overtuigen om meer in te zetten op duurzaam. Banken geven tegenwoordig, en met name na het debacle met Econcern, regelmatig nul op het rekest wanneer duurzame initiatieven om geld vragen, met als argument dat dit momenteel te risicovol is. Dit kan een negatieve spiraal veroorzaken, die snel een halt moet worden toegeroepen. Daarnaast moeten aandeelhouders veel meer aan de lange termijn gaan denken en niet snel willen innen. De resultaten van de in het artikel genoemde ‘sustainability index’ kunnen aandeelhouders motiveren. Een speciale taak is weggelegd voor de pensioenfondsen die vaak als grootaandeelhouder beleggen met geld van gewone burgers en hier dus erg zorgvuldig mee moeten omspringen. Een derde stakeholder waar bewustwording nog niet is uitgekristalliseerd is de consument. Deze kan onder meer voorgelicht worden door labeling van producten. Ten tweede zijn het de producenten zelf die zich meer met duurzaamheid moeten bezighouden. Dat kan door het stellen van regels, zoals de eerder genoemde Richtlijn 400. Ook de ‘interne spiritualiteit’ van de ondernemer zou moeten worden aangesproken. “Wat je predikt als burger moet je ook doen als ondernemer,” zo vatte MVO-directeur Lageweg dit punt samen. Ten slotte kan je denken aan een beloningssysteem voor managers die duurzaam hoog in het vaandel hebben staan, zoals TNT en Rabobank hebben.
lity Index’. Als je de top tien met de laagste tien in deze index vergelijkt, zie je dat de toppers structureel veel beter scoren op de beurs,” zegt Van den Berg van PWC. Een succesnummer is bijvoorbeeld Triodosbank, die in juni in Londen de prestigieuze FT Sustainable Banking Award ontving en in de strijd banken als Deutsche Bank en Grupo Santander achter zich liet. Duurzaam ondernemen legt de bank geen windeieren. De afgelopen jaren liet Triodos een continu stijgende lijn zien op de beurs, dit in tegenstelling tot de twee grootbanken ABN en ING.
Horeca
Voor de horecabranche was de crisis juíst aanleiding om extra in te zetten op duurzaam ondernemen. In het visiedocument ‘Continuïteit in nieuwe tijden’ uit maart van dit jaar is duurzaamheid een van de speerpunten. “Het is ons rode boekje,” zegt Anthony van der Klis, woordvoerder van de Koninklijke Horeca. “We zijn echt gebonden aan die speerpunten. Volgens ons maakt duurzaam ondernemen de branche bestendig voor moeilijke tijden als nu. Natuurlijk moeten op korte termijn kostenbesparende maatregelen genomen worden. Maar wij als branche hebben een belangrijke taak als het gaat om de lange termijn, en duurzaamheid kan een ‘unique selling point’ worden,” aldus Van der Klis. Volgens de woordvoerder is met name de hotelsector erg actief met energiebesparende maatregelen. “De hotelsector voert
alles door wat bijdraagt aan een betere energie- en milieuhuishouding. Dat loopt van verlichting tot watermanagement.”
Richtlijn 400
Binnenkort zal ook in de jaarverslaggeving van bedrijven meer aandacht besteed gaan worden aan duurzaamheid, al is het niet geheel duidelijk in hoeverre de crisis de ambities van deze nieuwe regelgeving heeft verwaterd. De Raad voor Jaarverslaggeving (RJ), waarin onder meer vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties zitting hebben, vergaderde op 24 juni over de Richtlijn 400. Deze richtlijn geeft grote en middelgrote ondernemingen aanbevelingen over de wijze waarop zij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in hun jaarverslag kunnen verwerken. De Sociaal Economische Raad had aan de RJ gevraagd de richtlijn vóór 1 juli 2009 aan te scherpen. “We zullen de Richtlijn 400 nog explicieter maken, met name op het gebied van internationaal ketenbeheer en ‘good practices’,” zegt Nancy Kamp-Roelands, docent Corporate Sustainable Responsibility aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, die aan de Richtlijn 400 meewerkt. Overigens is de Richtlijn een advies en niet wettelijk af te dwingen. “Dat betekent niet dat er geen ‘committment’ is. Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW heeft in december de MVO-verklaring ondertekend. Maar verslaggeving in de jaarrekening is geen doel op zich natuurlijk. Het is een instrument
om het doel, een duurzamere bedrijfsvoering, te bereiken.”
Koploperbedrijven
Sommige professionals hebben de indruk dat de zwaarste tijd voor duurzaam ondernemen alweer achter de rug ligt. Zo gaf Marjan Minnesma, directeur van stichting Urgenda, een actieorganisatie voor innovatie en duurzaamheid, onlangs aan dat ze signalen ontving dat de markt voor duurzaam ondernemen weer aantrekt. Zij moest echter toegeven dat dit met name het geval is voor de koploperbedrijven. Een breed gedragen opvatting is dan ook dat de focus op koplopers de grote groep ‘gewone’ bedrijven veronachtzaamt, waar duurzaamheid nog niet erg geworteld is. Zo stelt Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland: “Over die koplopers hoeven we ons geen zorgen over te maken, maar er is een grote groep mainstream bedrijven die veel meer gefaciliteerd moet worden. Daar is de bewustwording nog lang niet doorgedrongen en ik zie het ook als een verantwoordelijkheid van de overheid om daar iets aan te doen.” Een veel gebezigde slogan in deze tijden komt van de stafchef van Obama’s ambtenarenapparaat. “You never want a serious crisis to go to waste,” zei Rahm Emanuel. Maar dit is geen ‘self fulfilling prophecy’. Bart Jan Krouwel, adviseur voormalig directeur MVO Rabobank, is in ieder geval pessimistisch gestemd. “Ik hoop dat de crisis een zegen is voor de wereld en als dat niet zo is, dan is het geen goede crisis. Maar ik houd mijn hart vast. Eerlijk gezegd denk ik dat we op dezelfde voet verder zullen gaan.”
Highlights • Duurzame bedrijven scoren beter op de beurs • Meer aandacht duurzaamheid in jaarverslag • Mainstream niet vergeten
Weblinks • www.energiegids.nl • www.pwc.nl • www.esaa.nl/csr • www.mvonederland.nl • www.sustainability-index.com
juli/ augustus 2009
11
P R A K T I J K C A S E MO B ILITEIT
A ar d gas goed b rui kbaa r a ls br an d sto f voo r sch epen Verschillende reders van grote schepen hebben het relatief schone aardgas ontdekt als brandstof. Door milieueisen nemen zij de hogere kosten voor lief.
D oor Ja n va n d e n B e r g
A
ardgas is niet nieuw in de scheepvaart; het wordt al bijna dertig jaar gebruikt. Dit gebeurt vooralsnog op bescheiden schaal, omdat de opslag relatief duur is. Aardgas kan gasvormig worden opgeslagen onder een druk van 100 tot 200 bar. Het alternatief is opslag in vloeibare vorm. Maar dan moet het tot -163 ˚C worden gekoeld. Voor beide manieren zijn dure installaties nodig. Maar door milieueisen nemen reders de hogere kosten vaker voor lief.
Noorwegen
Vooral in Scandinavië is de druk op reders groot. Het is dan ook geen toeval dat sinds 2000 in Noorwegen vijf veerponten in gebruik zijn genomen die op aardgas varen. Ook de Noorse reder Sea Cargo zet de schone brandstof in. Het bedrijf heeft Rolls Royce ingeschakeld om twee zeeschepen – met een lengte van 133 meter en een laadvermogen van 5600 ton – uit te rusten met een aardgasvoortstuwing. De verbrandingsmotor kon met relatief kleine ingrepen aangepast worden. De opslagtanks, pompen, kleppen en leidingen moesten wel grondig herzien worden. Zo moet het LNG worden opgeslagen onder een druk van 5 bar. Dit gebeurt in twee cilindervormige tanks. Deze zijn relatief groot in vergelijking met tanks voor vloeibare brandstof. Per volume-eenheid bevat diesel immers 1,8 maal zoveel energie. Het feit dat de tanks onder druk staan, maakt het beslag op ruimte nog groter. Ze moeten niet alleen de inwendige druk kunnen weerstaan. Ze moeten ook bestand zijn tegen de gevolgen van aanvaringen en aan de grond lopen. De schepen zullen vanaf volgend jaar varen tussen Scandinavië, Nederland en Groot-Brittannië.
12
juli/augustus 2009
Boil off
Bij tankers voor het vervoer van LNG wordt LNG bijgestookt bij de normale brandstof, diesel of stookolie. Dit is afkomstig van de zogeheten ‘boil off’. Tijdens het transport van LNG verdampt iedere dag ongeveer 1 procent van de lading. Bij moderne LNG-tankers wordt deze afgevangen en verstookt. De Nederlandse rederij Anthony Veder heeft een stap verder gezet. Het bedrijf nam onlangs de Coral Methane in de vaart, een tanker voor het vervoer van gas in vloeibare vorm, zoals LNG, LPG of ethyleen. Het schip beschikt over vier verbrandingsmotoren. Twee verstoken stookolie. De andere zijn voor LNG. Het schip kan hier op varen wanneer het LNG aflevert in landen of gebieden waar de zorg voor het milieu zwaar weegt, bijvoorbeeld g soleerde dorpen langs de Noorse kust. Het uiteindelijke doel van alle techniek is om de uitstoot te beperken. In vergelijking met diesel- of gasolie produceert LNG bij verbranding ongeveer 20 procent minder CO2 en 90 procent minder stikstofoxiden, terwijl er vrijwel geen zwaveloxiden en fijnstof uit de schoorsteen komen.
Highlights • De aandacht voor uitstoot van schepen neemt sterk toe • Vloeibaar aardgas stoot 20 procent minder CO2 uit en 90 procent minder NOx • Techniek om uitsluitend aardgas te verstoken is beschikbaar
Weblinks • • • • •
www.energiegids.nl www.anthonyveder.com www.rolls-royce.com/marine www.sea-cargo.no www.dcmr.nl/nl/faq/LNGgas.html
P raktijkcase B o u w
duu r za m e verl ich ting in devente r horeca en winke ls Dertien winkeliers, horeca-ondernemers en een supermarkt in Deventer doen mee aan het project Duurzame verlichting. Spectrus Licht en Advies is momenteel druk bezig met het maken van verlichtingsplannen, waarbij besparing een belangrijke rol speelt. Het project wordt gefinancierd door de provincie en is bedacht door Young Sustainability Award-winnaar Carolien van Merksteijn. MKB Deventer heeft het vervolgens opgepakt en enkele leden enthousiast gemaakt.
D oor Tj i ts k e Y p m a
V
an Merksteijn´s aanvankelijke idee was om de verlichting in etalages ´s nachts uit te doen, maar gedurende het project werd duidelijk dat ín de panden ook allerlei besparingsmogelijkheden zijn. Dit kan door minder licht, ander licht of minder branduren. De nieuwe LED-techniek leek bijvoorbeeld interessant, en nieuwe manieren van gasontladingsarmaturen. Bij LED zijn inmiddels wat vraagtekens gerezen, maar met de nieuwe armaturen kunnen goede besparingsresultaten worden behaald. “Als ergens grondig verbouwd wordt, kan duurzame verlichting in twee tot drie jaar worden terugverdiend”, zegt Van Merksteijn, inmiddels als adviseur in dienst bij Partners for Innovation. Spectrus Licht en Advies durft nog niets te zeggen over daadwerkelijke besparingsresultaten, maar ziet allerlei mogelijkheden. “Naast de energiezuiniger gasontladingsarmaturen zijn er elektronische transformators waardoor de piekbelasting lager wordt, en er zijn bewegingssensoren en
tijdschakelaars,” aldus Sander de Vries. De tijdschakelaars moeten ervoor zorgen dat etalages ´s avonds verlicht worden, maar ´s nachts uitgaan. “Nu is het vaak nog kiezen tussen alleen overdag aan of 24 uur laten branden.” De bewegingssensoren kunnen in paskamers nuttig zijn, denkt hij. Af en toe leidt een nieuw verlichtingsplan tot een hogere energierekening. “We gaan uit van de wensen van de ondernemer. Als die meer licht wil, kan dat, maar we proberen dan wel de zuinigste mogelijkheden aan te dragen.”
sel heeft er 25.000 euro voor beschikbaar gesteld. Dat wordt gebruikt voor communicatie en voorlichting en voor de adviezen. Het advies wordt voor 60 procent vergoed. “Er is nu eenmaal een extra prikkel nodig, anders denken ondernemers niet snel na over hun verlichting. Ook al betaalt de uiteindelijke investering zichzelf dankzij de energie-investeringsaftrek wel terug,” aldus de adviseur. Ze ziet daarnaast mogelijkheden voor workshops voor installateurs. “Die groep is heel belangrijk en wordt vaak over het hoofd gezien. We hebben in Deventer een workshop gehad waar voornamelijk installateurs op af kwamen. Zij krijgen nieuwe technieken wel eens door via hun leveranciers, maar krijgen nooit een nieuw overzicht. Terwijl zij wel vaak degene zijn die een beslissende rol hebben.”
Nog niet goed genoeg
LED is voor hem wel een optie, maar alleen voor decoratie. In winkels niet onbelangrijk, maar voor functionele verlichting raadt hij het af. Het geeft te weinig licht en de lichtsterkte gaat bovendien snel achteruit. Ook de kleur is nog niet goed. “Het is wel iets voor voorlopers. Nuon is er volop mee bezig. Ik geloof dat het in de toekomst veel gebruikt gaat worden, maar daarvoor moet het eerst verder ontwikkeld worden.” Van Merksteijn is blij dat het project in Deventer is aangeslagen. In Eindhoven heeft ze het ook geprobeerd, maar daar is tot nu toe weinig van de grond gekomen. Ze wil nu andere gemeenten benaderen om het project aan zijn eigen ondernemers aan te bieden. Het kost wel geld: de provincie Overijs-
Highlights • MKB Deventer is druk bezig met duurzame verlichting • Tijdschakelaars, bewegingssensoren en gasontladingsarmaturen besparen op stroomverbruik • LED is nog niet geschikt als functionele verlichting
Weblinks • • • • •
www.energiegids.nl www.partnersforinnovation.com www.spectrus.nl www.mkbdeventer.nl www.senternovem.nl
juli/ augustus 2009
13
PRAKTIJKCASE xl
Brazi li aanse vuil nis wordt Eu r opese ca r bon credit Ingenieursbureau Arcadis verdient in Brazilië CO2-emissierechten met het afvangen van methaangas op een vuilnisbelt in São Paulo.
Manoel da Silva, directeur Arcadis Logos, voor de met gras begroeide vuilnisbelt.
D oor M a r k va n Ba a l
S
ão João, een met gras begroeide vuilnisbelt op de stadsgrens van São Paulo, is 150 meter hoog en ruim honderd voetbalvelden groot. De berg was ooit tweehonderd meter hoog, maar is al vijftig meter ingeklonken, vertelt Manoel da Silva, directeur van Arcadis Logos, de Braziliaanse dochter van het Nederlandse ingenieursbureau Arcadis. Het bedrijf noemt zichzelf vanwege zijn grootte (1740 miljoen omzet, 14.000medewerkers) liever ingenieursorganisatie. Overal over de vuilnisbelt liggen zwarte plastic slangen, in totaal veertig kilometer. 14
juli/augustus 2009
De slangen zijn aangesloten op verticale betonnen buizen die diep in de vuilnisberg steken. In de buizen in de berg zijn gaten aangebracht. Door die gaten kan gas van rottend afval ontsnappen. Via de betonnen pijpen in de berg stroomt het gas in de zwarte leidingen op de berg. Via het zwarte slangenlabyrint gaat het gas – de berg produceert drie kuub per seconde – naar een kleine elektriciteitscentrale. In de elektriciteitscentrale staan zestien gasmotoren met generatoren. De centrale produceert ongeveer 200 miljoen kWh per jaar. Hij zou alle woonhuizen van een stad als Den Bosch van elektriciteit kunnen voorzien. Het gas bestaat voor de helft uit methaan
(CH4, hetzelfde gas als aardgas). Methaan is zowel een uitstekende brandstof als een zeer sterk broeikasgas. Deze twee eigenschappen waren de basis voor de business case om een relatief dure elektriciteitscentrale te bouwen naast de vuilnisbelt. Ten eerste wordt het methaangas gebruikt voor het produceren van elektriciteit. Ten tweede wordt hiermee de uitstoot van methaangas voorkomen. Volgens het ‘Clean Development Mechanism’ (CDM) mag vermeden uitstoot worden verkocht als emissierecht. Iedere ton (duizend kilo) uitstoot die wordt voorkomen in Brazilië, wordt verkocht als een emissierecht in Europa. Europa probeert immers met een
PRAKTIJKCASE xl
‘cap and trade’-systeem de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Arcadis verkoopt zowel de elektriciteit als de emissierechten die de centrale oplevert. De investering van de centrale bedraagt 50 miljoen dollar (39 miljoen euro). Zonder de toekomstige inkomsten uit elektriciteit en ‘carbon credits’ was de investering niet rondgekomen, vertelt Eduardo Cardoso, verantwoordelijk voor de carbon credit projecten van Arcadis Logos. De rekensom is eenvoudig, vertelt Cardoso. “Iedere kuub gas weegt 700 gram,” dicteert hij. “De helft hiervan is methaan. De drie kubieke meter gas die de belt per seconde produceert, weegt ongeveer 2,4 kilo, waarvan 1,2 kilo methaan is.” De rekensom levert op jaarbasis 30.000 ton methaan op. Deze 30.000 ton was zonder de elektriciteitscentrale in de atmosfeer terecht gekomen. Het project is dus goed voor 30.000 ton vermeden methaanuitstoot.
Carbon credits
Het ‘Global Warming Potential’ (GWP) van methaan is 21 keer zo groot als het GWP van CO2. Met andere woorden het broeikaseffect van een molecuul methaan in de atmosfeer is 21 keer zo groot als het effect van een molecuul CO2. Iedere ton methaan, waarvan de uitstoot wordt voorkomen, telt voor 21 ton carbon credits, de emissierechten voor één ton CO2. De 30.000 ton vermeden methaan mag daarom met 21 worden vermenigvuldigd om tot het aantal carbon credits te komen. Onderaan de streep staat daarom 600.000 carbon credits per jaar, ongeveer net zo veel als een middelgrote elektriciteitscentrale op gas nodig heeft. De Nuon elektriciteitscentrale in Diemen van 250 MW stoot jaarlijks ongeveer 600.000 ton CO2 uit.
De schatting is gebaseerd op de hoeveelheid afval, het percentage organisch afval en het klimaat. In een ontwikkelingsland als Brazilië zit een hoger percentage organisch afval in de vuilnis dan in een ontwikkeld land als Nederland, waar veel verpakkingsmaterialen in het afval zitten. Het klimaat speelt ook een belangrijke rol: hoe meer regen en hoe warmer het is, hoe meer gas. ‘Bacteriën houden van warmte en vocht,’ zegt Cardoso. De geschatte waarden worden iedere drie maanden gecontroleerd en eventueel bijgesteld met meetgegevens van de elektriciteitsfabriek. In de controlekamer worden gasstroom en methaangehalte bijgehouden. “Morgen is er weer een controle,” vertelt Cardoso. Arcadis Logos sloot een contract af met de Duitse bank KfW, waardoor het zeker is van afname van de credits tot en met 2012. In dat jaar loopt het Kyoto protocol af, de internationale overeenkomst waarin de handel in CO2-emissierechten is geregeld. KfW verkoopt de emissierechten aan bedrijven in Europa. Iedere carbon credit levert volgens dit contract de marktprijs op met een minimum van 10 en maximaal van 20 euro. “Een uitstekend contract,” zegt Cardoso. “Aan het eind van vorig jaar bereikte de marktprijs een bodem van 7 euro per ton.”
Contracten
De biogascentrale levert dus 6 tot 12 miljoen euro per jaar aan emissierechten op. In ruil voor de concessie om de vuilnisbelt te gebruiken, krijgt de gemeente São Paulo de helft van de opbrengst van de credits, waarmee het sociale projecten financiert. Ook sloot Arcadis contracten af met elektriciteitsbedrijven en eindgebruikers zoals winkelcentra voor levering van de elektriciteit. Door deze twee gegarandeerde
inkomstenbronnen kwam de financiering rond. De verkoopprijs is omgerekend 4,5 eurocent per kWh voor elektriciteitsbedrijven en 7 cent per kWh aan eindverbruikers. Producenten van duurzame elektriciteit in kleine centrales mogen deze in Brazilië rechtstreeks aan eindverbruikers verkopen. Een kWh, grofweg het verbruik van een wasmachine per wasbeurt, kost een Nederlandse consument 22 eurocent. De opwekkingskosten van een kilowattuur in een kolencentrale zijn ongeveer zes cent per kWh. Met de genoemde 4,5 en 7 cent per kWh is de opbrengst aan elektriciteit circa 10 miljoen euro per jaar. “Internationale milieuorganisaties riepen altijd dat we methaan moesten afvangen,” zegt Cardoso, “maar Manoel da Silva, onze directeur, was degene die het financieel rond kreeg en de installaties daadwerkelijk liet bouwen.”
Highlights • Broeikaseffect van methaan is 21 keer zo sterk als dat van CO2 • Investering biogascentrale: 39 miljoen euro • Opbrengst aan carbon credits is 6 tot 12 miljoen euro per jaar
Weblinks • www.energiegids.nl • www.arcadis-global.com • www.arcadislogosenergia.com.br/ alen/en • www.co2prices.eu • www.emissieautoriteit.nl
juli/ augustus 2009
15
E N E R G I E TEC H NIE K
Mee r energ i e uit pl anten Verhoogde productieprocessen in de agrarische sector of zonnepanelen die geen elektriciteit leveren maar brandstof. Door een efficiëntere fotosynthese kunnen planten veel meer dan de normale 1 procent van het zonlicht dat ze ontvangen gebruiken, met interessante toepassingen in het vooruitzicht. Zes Nederlandse universiteiten werken samen met het bedrijfsleven aan ‘Towards Bio Solar Cells’. Een interview met Raoul Bino en Huub Löffler van de Plant Sciences Group van Wageningen UR.
D oor H e i dy va n B e u r d e n
E
r is veel aandacht voor biomassa en de mogelijke toepassingen. “Terecht”, vindt Huub Löffler van Wageningen UR, “Alleen verlies je al heel veel rendement in het eerste proces, dus vóór de productie van de biomassa.” Löffler is een van de coördinatoren van het programma Towards Bio Solar Cells, dat is opgericht om juist dat eerste proces verder te b nvloeden en zo meer energie uit planten te halen. Samen met vijf andere universiteiten en het bedrijfsleven (zowel gevestigde partijen als innovatieve start ups) maakt Wageningen hiermee de vertaalslag van onderzoeksveld naar maatschappij en economisch voordeel. Ze zijn in een vergevorderd stadium met het Fonds Economische Structuurversterking (FES) voor een miljoenensubsidie. Concrete participatie van het bedrijfsleven speelt een belangrijke rol in het programma. “Er is veel interesse”, zegt Raoul Bino, algemeen directeur van Plant Sciences Group. “Het is verrassend om te zien hoe bedrijven op deelgebieden enorm innovatief bezig zijn. Maar het is soms moeilijk om elkaar te vinden.” Dit initiatief moet het beste wat Nederland op het gebied van fotosynthese te bieden heeft bij elkaar brengen.
Snel genoeg begrijpen
Het programma bestaat uit verschillende deelgebieden, waaronder het benutten van fotosynthese op organismeniveau. “Dat slechts 1 procent van het licht wordt omgezet in biomassa, is voor de plant voldoende om zonder oxidatieve schade te groeien,” legt Löffler uit. “Een plant is niet geoptimaliseerd om zoveel mogelijk biomassa te produceren. Wij vragen nu iets anders van planten dan waarvoor ze evolutionair zijn ontwikkeld.” Biologen, fysici en natuurkun16
juli/augustus 2009
Proefopstelling fotosynthese. Beeld: Wageningen UR
E N E R G I E TEC H NIE K
The Biobased Economy Energie Vastlegging
Voedsel
Biomassa Productie
Energie
Biomassa Verwerking
Producten
CO2
Calvin
e-
e-
H2O
PS I 2H++ ½ O2
PS II
NADPH ATP
carbohydraten glucose
lipiden
Energie aftapping
Planten
Biobased economy. Beeld: Wageningen UR.
digen zijn langzamerhand in staat om het al miljoenen jaren oude proces te begrijpen en naar hun hand te zetten. Er is enigszins haast geboden. Bino noemt fotosynthese niet alleen het meest essentiële proces in de wereld, maar ook het enige dat van zonlicht direct brandstof kan maken. “Als we het hele proces na kunnen maken, zouden we op duurzame wijze het energieprobleem in de wereld opgelost hebben. Soms ben ik wel ongerust dat we niet in staat zijn om dit snel genoeg te begrijpen.”
Efficiënter productieproces
Een toepassing waaraan al volop wordt gewerkt, is het overzetten van de systemen van planten waarmee meer zonlicht wordt vastgelegd. Sommige planten kunnen namelijk wel 3 tot 4 procent van het licht vastleggen. Dat geldt bijvoorbeeld voor suikerriet in Brazilië. Dit zijn C4 planten, die over het algemeen beter groeien en een hogere opbrengst hebben. Door het C4systeem van suikerriet over te zetten naar dat van gangbare gewassen zoals rijst en aardappelen (C3 planten die 1 procent vastleggen), is het mogelijk om bijvoorbeeld de aardappelteelt aanzienlijk efficiënter in te richten en de productiviteit te verhogen. Löffler: “In principe maak je dan gebruik van alles wat er al in de natuur aanwezig is om de opbrengst te verhogen.” Wetenschappers voeren flinke discussies over de maximale hoeveelheid licht die planten vast kunnen leggen. Vermoedelijk is dat rond de 11 procent, maar wel met mitsen en maren. Een andere vergevorderde toepassing van
het optimaliseren van fotosynthese is de algenteelt. Dit draait om cellen die in staat zijn direct olie te maken en zonlicht in feite direct omzet in brandstof. Er lopen al verschillende pilots.
Tanken van zonnecel
Een ander traject van Towards Bio Solar is het ontwikkelen van zonnecollectoren die deels uit artificiële en deels uit organische onderdelen bestaan, met als doel zonnecollectoren te ontwikkelen die geen elektriciteit leveren maar brandstof. Organismen zetten daarbij via fotosynthese CO2 en water om in koolwaterstof. In principe kan hierbij ook alcohol geproduceerd worden, wat het droombeeld dichterbij brengt van zonnecollectoren op het dak waarmee je via een kraantje ’s avonds de auto vol tankt. Fotobiologische cellen zijn daarmee een aanvulling op fotovolt sche cellen in zonnepanelen. Het grote verschil met bestaande PV-systemen is dat die zich richten op elektriciteit, wat moeilijk is op te slaan. Bij het omzetten van elektriciteit naar brandstof gaat veel energie verloren. Het is dus beter om direct brandstof te maken.
Naast de aandacht voor energie uit biomassa, is er een toepassing van biomassa waar de chemische industrie al direct belang bij heeft: als grondstof voor plastics. Onderzoekers van Wageningen UR hebben planten ontwikkeld die als duurzame bron kunnen dienen voor de productie van grondstoffen waarvoor nu aardolie nog de basis is. Dankzij genetische modificatie zijn aardappelplanten in staat itaconzuur te produceren. Itaconzuur wordt gebruikt als grondstof voor kunststoffen, coatings, bouwmaterialen en oplosmiddelen. Löffler: “Planten zijn heel aantrekkelijk voor de productie van grondstoffen voor de chemie. Ze zijn in staat een heel scala aan stoffen te leveren als uitgangspunt. Je hebt daardoor veel meer mogelijkheden om precies die chemicaliën te maken die je wilt dan de petrochemie toelaat. Planten zijn ook geschikt voor de productie van grote hoeveelheden van één stof.” Hoe is dat direct te vertalen in energie- en kostenbesparingen voor het bedrijfsleven? Bino: “De chemicaliënindustrie hoeft hierdoor grondstoffen niet te importeren en het scheelt in de afvalverwerking. We gaan toe naar een industrie waar de vervuiler zal moeten betalen. Dat hoeft dan niet meer. Je maakt geen CO2, maar gebruikt het. In de huidige financiële crisis zijn we aan de grens gekomen van wat we kunnen produceren en ontwikkelen. Willen we de toekomst duurzaam inrichten, dan zijn dit de ideeën.” Zie ook: Marktpanel Overheid op pagina 44
Highlights • Dankzij efficiëntere fotosynthese kunnen planten minstens twee keer zoveel energie vastleggen • Fotobiologische cellen: brandstof leverende zonnecollectoren • Planten leveren grondstoffen voor het produceren van plastics.
Plastics uit planten
Dat lijkt voorlopig nog slechts toekomstmuziek? Löffler: “In Amerika zijn ze daarmee al heel ver. Het bedrijfsleven speelt daarbij een belangrijke rol. BP heeft bijvoorbeeld fors g nvesteerd in een groot onderzoeksprogramma om met fotosynthese energie te produceren. Ook Obama ondersteunt deze ontwikkelingen. De gedachte achter artificiële bladeren komt van een van zijn ministers, Steven Chu.”
Weblinks • www.energiegids.nl • www.pri.wu.nl • www.photosynthesisresearch.org • www.fora.tv/topic/green • www.leerwiki.nl/Obama_zijn_minister_van_Energie_Steven_Chu
juli/ augustus 2009
17
Q
Duurzame Energie
Ecolution
ventilatiewarmtepomp
®
Winst uit lucht met de nieuwe energiebesparende lucht / water warmtepomp
De nieuwe Ecolution® ventilatiewarmtepomp benut 365 dagen per jaar de warmte uit afgevoerde ventilatielucht uit de woning. Dus geen gebruik van bodemwarmte en dure grondboringen. De Ecolution® vervangt de mechanische ventilatiebox in huis en vervult naast het ventileren nog twee functies: het produceren van warmte voor het c.v. systeem en warmwater voor de tappunten in huis. De Ecolution® ventilatiewarmtepomp kan in zowel nieuwbouw als bestaande bouw geïnstalleerd worden. Bent u ook nieuwsgierig?
www.inventum.com
P raktijkcase E n e r g i e vo o r z i e n i n g
‘he l f t d u i tse st room g roen, tenz i j po l i t iek verkl eurt’ De helft van alle stroom in Duitsland is over tien jaar duurzaam. Dat is de optimistische prognose van de Duitse studie ‘Stromversorgung 2020’, die de komende tien jaar een verdrievoudiging van de groene energie voorspelt.
Foto’s: Agentur für Erneuerbare Energien
D oor Jacq u e s S c h m i t z
I
n de studie voorspellen de onderzoekers dat de traditionele energiecentrales in 2020 nog slechts een aanvullende functie hebben. Ook hoeven er geen nieuwe kolencentrales meer gebouwd te worden, de import van fossiele brandstoffen kan worden verlaagd en kernenergie speelt dan eigenlijk geen rol van betekenis meer. De studie komt – niet verwonderlijk – van de Duitse koepels van de groene energiesector, het Bundesverband Erneuerbare Energie (BEE) en de Agentur für Erneuerbare Energie. De bulk van de groene stroom komt in 2020 van windenergie, zo menen de onderzoekers. Windparken zullen een kwart van het Duitse stroomverbruik leveren. Dat is dan vooral te danken aan de opschaling van windturbines aan land, waardoor de capaciteit bijna verdubbeld wordt. Van 24 naar 45 GW, terwijl de nog te bouwen offshore installaties 10 GW bijdragen. Bio-energie wordt de tweede stevige poot onder de groene stroommix. Op de derde plek volgt stroom uit zonne-energie, die zich het komende decennium haast zal vertienvoudigen. De grootste groei verwachten de onderzoekers van geothermische stroom, ook al staat die nog in de kinderschoenen. In Duitsland worden nu tenslotte pas de eerste proefboringen gedaan.
Toekomstbeeld
De BEE-onderzoekers noemen hun eigen berekeningen behoudend. Immers, de huidige economische crisis kan negatief uitpakken voor delen van de groene energiesector. Duitse offshore projecten lopen nu al aanzienlijke vertraging op, om technische redenen en door het slechte weer op zee. De bouw van de windturbines op het proefveld ‘Alpha Ventus’ – 45 kilometer ten noorden van Borkum – had eigenlijk vorig jaar al moeten beginnen.
Het eerste offshore park wordt ook almaar duurder en gaat 250 miljoen euro kosten, in plaats van de begrootte 189 miljoen euro. BEE-woordvoerder Daniel Kluge: “Dit jaar en volgend jaar zullen er zich wel wat vertragingen voordoen, onder meer bij de offshore windparken. We verwachten echter niet al te grote terugslagen.” Kluge houdt ook de politiek goed in de gaten. In september zijn er parlementsverkiezingen die volgens de peilingen op een christenliberale coalitie kunnen uitlopen. “Dat kan relevant zijn voor onze verwachtingen,” zegt Daniel Kluge. “Het gevaar bestaat dat een zwartgele regering (CDU en FDP) de looptijden van de Duitse kerncentrales verlengt en meer nieuwe grote kolencentrales bouwt. Dan wordt het aanbod groter en moet groene stroom opboksen tegen zogenaamd goedkope atoomstroom. De duurzame energiesector zal dan niet zo snel groeien als in onze prognose.”
Highlights • Windenergie levert in 2020 de meeste groene stroom • Eerste offshore-windpark flink duurder door vertraging • Een nieuwe Duitse regering kan streep door optimistische studie halen
Weblinks • www.energiegids.nl • www.unendlich-viel-energie.de/de/ wirtschaft/stromversorgung-2020. html (De BEE-studie “Stromversorgung 2020”) • www.welt.de/hamburg/ article1660613/2020_drohen_im_Norden_die_Lichter_auszugehen.html (Sombere prognose van Noord-Duitse Kamers van Koophandel) • www.alpha-ventus.de/ (Het eerste Duitse offshore windpark)
juli/ augustus 2009
19
lunch i n t e rv i e w
“Zeven stappen om geen kansen Om de forse energiebesparing en de omslag naar een duurzame samenleving de komende decennia daadwerkelijk te realiseren is meer nodig dan het nemen van enkele maatregelen. Energiebesparing en duurzaamheid moeten g ntegreerd worden opgepakt. Dat betekent dat de vaak gehanteerde Trias Energetica uitgebreid moet worden met veel meer stappen dan de huidige drie. Dr. Hans van Weenen, lector Duurzaam Ondernemen aan de Hogeschool Windesheim en universitair hoofddocent milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam, introduceert dan ook de Zevensprong voor energie. “Deze zeven stappen zijn nodig om belangrijke kansen bij besparing en duurzaamheid niet te missen.”
het product Malderon, een stoel gemaakt van amandeldoppen en een natuurlijk bindmiddel. Dan is het toch zonde om dat simpel te verbranden.”
door H a r m e n W e i j e r
E
nergiebesparing en duurzame productontwikkeling beginnen bij het goed aanschouwen van de producten en processen die op de aarde onder invloed van het zonlicht zelf zijn gemaakt, vindt Hans van Weenen, die voorheen hoogleraar duurzame productontwikkeling was aan de UvA. “In Egypte is onderzoek gedaan door een collega hoogleraar naar het hergebruik van bladeren van de dadelpalm. Die palm komt daar veel voor, en hij heeft nauwkeurig gekeken naar de middennerf van het blad. Deze blijkt namelijk dezelfde sterkte te hebben als staal. Uit de middenrib maakte hij balkjes, en daarvan panelen, te gebruiken als bouwmateriaal. Dat vermindert in Egypte de import van rondhout, wat daar schaars is.”
20
juli/augustus 2009
Biomassa krijgt in Nederland ook veel aandacht, maar voornamelijk als energiebron. Zegt u nu dat dit niet goed is? “Het op die manier gebruiken van biomassa is veel te kort door de bocht. Dat is eenmalig gebruik maken van de energieinhoud van bomen, terwijl er nog veel meer mee gedaan kan worden voordat het eventueel verbrand kan worden. Neem de commercial van Essent, waarin men koffieboonschillen van een boer in Brazilië afneemt om in Nederland te verbranden in stroomcentrales als biomassa. Dat is mooi, maar kort daarna las ik dat studenten aan de TU Delft er in waren geslaagd van vergelijkbare schillen pallets te maken. Misschien is die boer in Brazilië wel beter af als van zijn schillen producten worden gemaakt. Een vergelijkbaar voorbeeld is
Wat zou er dan volgens u meer moeten gebeuren? “Ik pleit voor een meer systematische benadering. Een mooi voorbeeld is een kas in Bleiswijk waar ze het kweken van tomaten en tilapia, een vissoort, combineren. Dat is slim gedaan. Bassins met deze kweekvissen staan tussen de tomatenplanten en worden verwarmd door de warmte in de kas. De afvalstoffen van de vissen in de vorm van mineralen komen ten goede aan de planten. De koolzuur die de vissen uitademen is weer goed voor de groei van tomatenplanten. Je krijgt een veel efficiënter systeem met meerwaarde, want meer opbrengst voor de tuinder. Er zijn meer van dit soort voorbeelden; men moet beseffen dat er veel meer waarde in potentie aanwezig is dan alleen maar het kortstondig vernietigen van producten, zoals we nu veelal doen. Ik wijs daarbij ook op de kracht van natuurlijke producten en dat is de structuur. Neem een boom: je kunt die helemaal vermalen en er papier van maken, maar dan ben je de structuur ook kwijt. Door dichter bij de structuur te blijven en daar producten van te maken, is het geheel sterker. We zullen veel effectiever en efficiënter met energie en grondstoffen moeten omgaan.” U bedoelt zoals in de Trias Energetica: beperk de vraag, vul de vraag duurzaam in en de resterende vraag zo schoon mogelijk? “Daar wordt al ruim 10 jaar veel mee gewerkt als een soort vuistregel, maar dat geeft meteen aan hoe beperkt onze ontwikkeling op dit gebied is. De Trias
lunch i n t e rv i e w
te missen” Zevensprong voor energie 1. Vermijd gebruik van energie 2. Vermijd gebruik van fossiele energie 3. Kies duurzame energie 4. Gebruik energie effectief 5. Gebruik energie efficiënt 6. Win warmte terug 7. Compenseer CO2-uitstoot Energetica is zeker niet slecht, maar er zijn veel meer stappen die kansen bieden. Ik hanteer daarom de zogeheten Zevensprong voor energie. Is zeven stappen niet wat veel? “Het probleem is zo groot, dat we daarvoor veel geavanceerdere concepten moeten ontwikkelen, omdat we anders veel kansen missen. Het is niet genoeg om te zeggen: eerst besparen en dan duurzaam. Welke vorm van duurzame energie waarvoor? En hoe combineer je dat? Die Zevensprong is ook nog maar het begin. Maar een dergelijke volgorde is ook te hanteren voor materialen en de omgang met hulpbronnen in de toekomst.” Hoe bent u bij deze indeling gekomen? “Dat heb ik verwoord in een boek naar aanleiding van de nieuwbouw van de basisschool de Sokkerwei van mijn kinderen in mijn vorige woonplaats Castricum. Daar moest een nieuwe school komen, want de oude was te vochtig, niet goed ingedeeld en er mankeerde te veel aan om te renoveren. Bij deze nieuwbouw hebben we de Zevensprong als systeem toegepast: schoolfunctie, de vorm van het gebouw (rond om zo min mogelijk buitenoppervlak te krijgen), brede school (gecombineerd met naschoolse opvang), locatie (dichtbij loofbomen, die zomers zonlicht tegenhouden, en ’s winter laten), zonering (apparaten die energie afgeven, zoals kopieerapparaten, aan de noordkant), houtskeletbouw, duurzame energieopwekking door middel van zonnepanelen, voor het overige energieverbruik van 5000 m3 gas hebben we een HR-ketel geplaatst. En ten slotte de CO2 van dat verbruik gecompenseerd door aandelen te nemen in de windcoöperatie Kennemerland, zodat de
kinderen zelfs nog ‘hun eigen’ windmolen kunnen bezoeken.” Dat zouden meer scholen kunnen doen? “Ja, en de grootste slag is te slaan bij bestaande scholen. Het is bekend dat het binnenklimaat van 80 procent van de Nederlandse scholen slecht is. De norm in het bouwbesluit is 1200 ppm, maar vertegenwoordigers van de GGD zeggen dat 800 ppm het maximum is, dus daar gaat het eigenlijk al direct fout. De GGD zegt tevens dat er kinderen zijn die hierdoor blijvende gezondheidsschade oplopen. Dat moet natuurlijk worden aangepakt en dan sla je meerdere vliegen in één klap: gezondere leerlingen, betere prestaties van kinderen, minder ziekteverzuim van leerkrachten, energiebesparing, kostenbesparing en een goede duurzame leeromgeving.” Dat geldt ook voor de woningbouw in het algemeen? “Ja, renovatie is een factor 10 tot 15 beter voor het milieu dan nieuwbouw. Het kan echter niet altijd. Dan moet je nieuwbouw realiseren, maar laten we dat doen op wijkniveau en door middel van het starten van nieuwe allianties waarin architecten, installatiebedrijven, bouwbedrijven en gemeenten deelnemen. Het zou ook goed zijn dit eerst te beproeven in pilotwijken
en daarvan andere gemeenten op de hoogte te stellen, zodat iedereen er van leert. Een gemeente zou als kennismanager ook burgers warm moeten maken om te participeren in deze projecten, niet alleen als bewoner maar ook bij het meedenken hierover.”
Highlights • Trias Energetica is te beperkt, Zevensprong pakt meer kansen • Systematische samenwerking bij energieprojecten resulteert in meerwaarde • Gemeenten vervullen cruciale rol als kennismanager door burgerparticipatie na te streven
Weblinks • www.energiegids.nl • http://nl.wikipedia.org/wiki/Trias_ energetica • www.kennislink.nl/publicaties/eenmini-ecosysteem-in-de-kas • www.sokkerwei.nl/starnet/media/ Duurzaamheid/Duurzaamheid/ frameset/index.html
juli/ augustus 2009
21
T E R U G B L I K B EURS
B eur s t rekt 60 p r oc ent meer bezoekers dan verwac h t Op 27 en 28 mei werd in de TT Hall in Assen de beurs Energie in Bouw & Vastgoed 2009 gehouden. Met 3200 bezoekers zijn er 60 procent meer belangstellenden gekomen dan verwacht. De beurs was een primeur in Nederland, niet alleen vanwege haar ondersteuning door de overheid, maar het was ook de eerste vakbeurs met een volledige focus op energiebesparing in gebouwen. Ruim 160 exposanten lieten de 3200 bezoekers zien hoe dit met innovatieve en beschikbare middelen bereikt kan worden. De vakbeurs werd gehouden op initiatief van de drie noordelijke provincies en de stichting Energy Valley om een versnelling te geven aan het Noordelijk Energieakkoord dat met het rijk in 2007 is afgesloten.
Ecolution warmtepomp deze zomer in productie Tijdens de beurs is Inventum winnaar geworden van de Innovatieprijs. Inventum won deze prijs met de hybride ventilatiewarmtepomp Ecolution. Deze warmtepomp gebruikt als bron de ventilatielucht uit de woning en verwarmt hiermee samen met een HR combiketel de woning en levert warm water. De Ecolution komt in de plaats van de mechanische ventilatiebox en vervult naast de warmtepompfunctie het mechanisch afvoeren van ventilatielucht. De bediening blijft traditioneel geregeld met een driestandenschakelaar, meestal in de keuken gesitueerd.
De jury merkt hierover op dat de mogelijkheid om deze ventilatiewarmtepomp ook in de bestaande bouw toe te passen, grote potentie heeft. Wel kan de combinatie met een cv kritisch zijn. Maar het blijft een veelbelovende combinatie van ventileren en verwarmen zowel voor de bestaande bouw als voor de nieuwbouw. Vraag blijft of de beloften kunnen worden ingelost. Rob Verbrugge, productmanager van Inventum voor de Ecolution, geeft aan dat ze zich ervan bewust zijn dat de warmtepomp goed moet werken. “Daarom willen wij ook dit jaar nog bij de installatie van ieder warmtepompsysteem liefst betrokken zijn, maar in ieder geval de ervaringen van de gebruiker weten. Daar willen we lering uit trekken.”
Hoe zijn de overige reacties?
“Overweldigend, we krijgen veel aanvragen uit allerlei hoeken: van corporaties en projectontwikkelaars van nieuwbouwprojecten, maar ook van particulieren. We gaan binnen drie weken starten met de productie en in september gaan we de eerste warmtepompen leveren. Maar we willen het wel in balans houden, dus we mikken op maximaal 1500 warmtepompen dit jaar; volgend jaar zijn we tevreden als dat groeit naar tussen de 3000 en 5000 systemen.”
Nu zijn er genoeg warmtepompen op de markt, wat onderscheidt deze van de rest?
“Het combineert op een slimme wijze bestaande opties. Het is niet zo’n ingewikkeld apparaat, maar niettemin is ventileren niet een groot kennisgebied onder installateurs. We willen er bovenop zitten, want dit soort producten moet je goed introduceren. Verder is het ideaal in huizen die al niet veel energie verbruiken, om zo nog minder energie te verbruiken.”
22
juli/augustus 2009
T E R U G B L I K B EURS
Genomineerden Naast de winnaar Inventum zijn er nog eens vijf genomineerden. - De Stichting Passief Bouwen met de ontwikkeling van een normstelling voor deze vorm van bouwen en het daaraan gekoppelde keurmerk. Tijdens de beurs werd het eerste certificaat van het PassiefBouwen Keur uitgereikt aan Bouwbedrijf Ponjé uit Handel voor een villaproject in Gemert. Eveneens is het tweede certificaat woningen nieuwbouw (ontwerpfase) uitgereikt aan Faro Architecten uit Lisserbroek voor een woningproject in Amsterdam. - Grundfos met een zeer energiezuinige circulatiepomp, geschikt voor verwarmingssystemen, vloerverwarmingssystemen en tapwatersystemen.
Doordat het apparaat automatisch het meest optimale werkpunt selecteert en de werking van de pomp op de vraag van het systeem aanpast, worden grote besparingen bereikt (werkt op 5 W). De pomp draait nu niet meer op volle toeren wanneer dit niet nodig is. Het is een A-label pomp, die tot 80 procent energiezuiniger is in vergelijking met een D-label pomp. - Navos met de BioClina capillaire klimaatmatten. Deze lenen zich goed voor nieuwbouw en renovatie. Dit oppervlakte afgiftesysteem wordt, in tegenstelling tot traditionele slangensystemen, op de bestaande oppervlaktes gemonteerd en niet er in. Hierdoor is de afstand tussen de buisjes en de ruimte zeer gering (4 tot 6 mm) wat de overdracht en capaciteit ten goede komt. Bovendien richt dit geen schade
aan aan de originele bouwoppervlaktes wat bijvoorbeeld in geval van monumentale projecten uitkomst kan bieden. - Velux met een dakvenster met hoge isolatiewaarde en domotica eigenschappen. Het dakvenster heeft een drielaagse, 32,4 mm dikke beglazing. De hoge isolatiewaarde daarvan zorgt voor een zeer lage warmtedoorgangcoëfficiënt van het dakvenster en leidt tot 25 procent minder warmteverlies dan een standaard dakvenster. Op de bovenkap van het dakvenster bevinden zich zonnepanelen die het dakvenster van de benodigde energie voorzien. - Metsens met een slimme meterkast (zie pag. 30 in deze EnergieGids.nl).
“Groen gas is op termijn concurrerend” Op het congres Duurzaam Ondernemen op de beurs werden verschillende energiegerelateerde onderwerpen in deelsessies uitgediept. Namens energieleverancier Essent vertelde Xander van Mechelen, manager business development bij Essent B2B, over de ontwikkelingen op het gebied van groen gas. “Op den duur is het concurrerend, zonder subsidie.” Groen gas wordt verkregen door de vergassing van biomassa of door de vergisting van ‘natte biomassa’. In Nederland staat de vergistingmethode met pakweg honderd installaties nog in de kinderschoenen. Duitsland is met 3000 stuks beter op weg. “Dankzij de ruime feed-in tarieven,” stelt Van Mechelen. Met de huidige SDE-regeling kan er ongeveer 50 miljoen m3 groen gas met vergisting worden geproduceerd, in tien tot vijftien installaties. Deze subsidie was echter binnen enkele dagen overtekend. Van Mechelen meent dat groen gas op den duur 10 tot 15 procent van het gewone aardgas kan vervangen. En na koeling kan het in vloeibare vorm als bio-lng fossiele diesel vervangen. “Bio-lng heeft mogelijk concurrerende prijzen, zonder subsidie. Maar alleen als het op grote schaal kan worden ingezet. Daarvoor moeten we vraag en aanbod bij elkaar weten te brengen.”
Certif icaat
Essent wil voeden in het gewone gasnet, waarbij het groene gas vermengd wordt met het ‘grijze’ aardgas. Om toch duidelijk te maken dat een afnemer groen gas koopt ontwikkelde het bedrijf een certificaat. “Vanwege de rekensom: gaslevering plus certificaatlevering is groen gaslevering,” zegt Van Mechelen. Later werd deze
kennis gebruikt om ook het certificatensysteem van de Gasunie verder uit te ontwikkelen. “Nu probeert de Gasunie het systeem Europawijd te implementeren." Essent heeft de ambitie overal in Nederland biogastankstations te voorzien van groen gas en de steunt de realisatie van aardgasvulpunten. De markt ontwikkelt zich positief, er komen nog dit jaar 25 tankstations bij in Nederland en daarmee wordt het kip-ei probleem doorbroken en zal het gemakkelijker worden voor bedrijven en consumenten om over te stappen. Essent wil graag met bedrijven de mogelijkheden onderzoeken voor haalbaarheid van een vulpunt. Hoopgevend is dan ook de recente ontwikkeling bij TNT, waarbij 32 voertuigen uit het wagenpark gaan rijden op gas (TZ).
juli/ augustus 2009
23
energie in b e e l d
Eerste drijvende windturbine bij Noorse kust Twaalf kilometer uit de kust van het Noorse Karmøy is de eerste drijvende windturbine, de Hywind, geplaatst. De turbine wordt gekoppeld aan het lokale grid en gaat naar verwachting rond half juli stroom leveren. De windturbine, een Siemens model SWT-2.3-82, steekt 65 meter boven het water uit. Onder het water rust de turbine op een drijvend element van 100 meter lengte, dat aan de bodem op 220 meter diepte is verankerd met drie kabels. Dit onderwaterelement is gemaakt door StatoilHydro. De rotor heeft een diameter van 82 meter. De Hywind is ontwikkeld voor een zeediepte van 120 tot 700 meter. Conventionele winturbines staan op een sokkel op de bodem, maar deze techniek is vanaf een diepte van 30 meter erg duur. Volgens Henrik Stiesdal, CTO van Siemens Wind Power Businessn Unit, zijn er veel kansen voor de Hywind. “Want we hebben veel meer vrijheid in het plaatsen van deze turbines.” De komende twee jaar worden gebruikt voor uitgebreide testen en analyses. Foto: StatoilHydro Illustratie: Siemens
24
juli/augustus 2009
energie in b e e l d
juli/augustus 2009
25
practijkcase x l x t r a
Datacenter leve rt warm te en d ee lt r eken capacite it De behoefte aan rekenkracht groeit. Tegelijkertijd loopt de huidige generatie datacenters tegen zijn grenzen aan voor wat betreft het energiegebruik. De oplossing ligt in kleinere datacenters die hun restwarmte afgeven aan naastgelegen kantoren, zwembaden of woonwijken. Door ze bovendien in een grid aan elkaar te verbinden, hoeven ze niet langer te worden ingericht op een hoge piekbelasting, maar kunnen ze servercapaciteit delen.
ENERGIE
D oor M i r ja m H u ls e b o s
T
ot voor kort concurreerden datacenters met vloeroppervlak. Hoe meer racks, hoe efficiënter gebruik kon worden gemaakt van de centrale voorzieningen en hoe goedkoper de dienstverlening. Tegenwoordig is de concurrentiefactor stroomverbruik. Hoe efficiënter een datacenter omgaat met energie, hoe lager de kosten. Een lage PUE (Power Usage Effectiveness) is cruciaal. Vanuit die visie is het juist slimmer om kleinere datacenters te bouwen dicht bij locaties die de vrijkomende warmte kunnen benutten. Als je er bovendien voor zorgt dat binnen een straal van 50 kilometer een ander datacenter staat, dan kunnen ze zonder vertraging rekentaken van elkaar
26
juli/augustus 2009
overnemen. Je hoeft de capaciteit dan niet meer af te stemmen op piekbelastingen, want in geval van een piek schuif je de rekentaken gewoon door naar een ander datacenter. Dat scheelt een slok op een borrel qua energiegebruik. In een normaal datacenter draaien servers op slechts 10 tot 20 procent van hun capaciteit. Processoren die niets doen gebruiken echter wel 70 procent van hun vol vermogen en produceren ook navenant warmte. Een hogere belasting van de servers is de sleutel tot een lager energiegebruik. Dat kan door technologieën als virtualisatie, en ook door datacenters in een grid aan elkaar te koppelen. Servercapaciteit kan dan over en weer worden uitgewisseld. Op maandagavond twintig extra servers nodig omdat de payroll wordt gedraaid?
& ICT
Geen punt, die schakel je dan zo vanuit een ander datacenter bij. Dit is de visie van Robert Rosier, CEO van iTricity. Deze datacenterexploitant is gespecialiseerd in cloud computing, het afnemen van applicaties via internet. Software draait dan niet langer op een eigen server in het bedrijf, maar op een centrale server in een datacenter. Op zoek naar een partij die hem kon helpen deze ‘datacenters in een grid’ te bouwen, kwam Rosier uit bij BAM, een specialist in duurzaam bouwen, waarbij de energievoorziening vanaf het allereerste begin wordt meegenomen.
Kantoorparken
Robert Hazeleger van BAM Techniek: “Wij weten hoe je energie op een duurzame én goedkope manier kunt betrekken en hoe
practijkcase x l x t r a
je restwarmte op een zinvolle manier kunt hergebruiken.” Die kennis en integrale aanpak zijn interessant voor iTricity, die immers een grootverbruiker van energie is en een zo mogelijk nog grotere producent van warmte. Samen ontwikkelden ze het concept van de zogenaamde Park Centers: kantoorparken voorzien van een eigen datacenter, energiegebouw en alle faciliteiten die je maar kunt bedenken op het gebied van telecom en ICT, zoals bijvoorbeeld high end videoconferencingruimtes. De kantoren in de directe omgeving van het datacenter worden verwarmd met de laag calorische restwarmte uit het datacenter. Energie die nodig is om computers te laten draaien en lampen te laten branden wordt zoveel mogelijk zelf opgewekt door gebruik te maken van windturbines, geothermie of bio-warmtekrachtcentrale. De energie die het Park Center niet zelf kan opwekken, wordt als windenergie afgenomen via het TenneT-net. Frank Jansen van BAM Utiliteitsbouw: “Wij streven naar een duurzame balans tussen het energieverbruik in het Park Center enerzijds en het energiegebruik in de naaste omgeving anderzijds. We maken daarbij de cirkel rond: de restwarmte uit het datacenter gaat naar kantoren, sporthallen, kassen of woningen. Het water, waar de warmte in is opgeslagen, geeft die op de plek van bestemming af en komt koud – zo rond de 10 graden – terug om het datacenter mee te koelen.”
Zwembad
Zeven parken zitten momenteel concreet in de pijplijn. De verwachting is dat BAM de eerste ontwikkeling in het derde kwartaal start. Ondanks de economische ontwikkelingen, slaat het concept aan. Jansen: “Laten we eerlijk zijn, het is momenteel een uiterst complexe markt voor nieuwe kantoorpanden. Daarom kijken we ook
naar bestaande campussen waar we alleen een nieuw datacenter en energiegebouw neerzetten. Het hergebruik van restwarmte is dan wat lastiger te realiseren dan bij een volledig nieuwbouwproject, maar het is zeker niet onmogelijk. Zo zijn wij bijvoorbeeld in Leeuwarden in gesprek om een Park Center te realiseren gekoppeld aan een bestaand zwembad en een toekomstige sporthal. De terugverdientijd van de aan te passen installatie is zo’n zeven jaar.” In een ideale situatie komt heel Nederland vol te staan met Park Centers, die zich op een afstand van tussen de 35 en 50 kilometer van elkaar bevinden en aan elkaar gekoppeld zijn. Rosier: “Dat is een ideale afstand omdat je dan geen last hebt van latency als je elkaars rekencapaciteit gebruikt. Bovendien zit je doorgaans ook op een ander energiegrid, waardoor je bij stroomstoringen toch nog van elkaars energie gebruik kunt maken.”
Pure noodzaak
iTricity doet er alles aan om het energieverbruik van de datacenters tot een minimum te beperken. Daarom maken ze gebruik van de technologie van IBM. Rosier: “We hebben in het verleden met andere leveranciers gewerkt. Ongeveer een jaar geleden hebben we alle op de markt beschikbare technologieën weer eens tegen het licht gehouden en toen besloten om in het vervolg door te gaan met IBM. Hun visie sluit het best aan op die van ons.” Frank van der Wal, IT-architect bij IBM, bevestigt dat. “Veel bedrijven en zelfs ICTmanagers hebben geen idee hoeveel rekenkracht we in de nabije toekomst nodig gaan hebben. Vrijwel alle dingen worden voorzien van een chip en gaan onderling communiceren: je iPhone, GPS, RFID, noem maar op. Maar ook ontwikkelingen als het Elektronisch Patiënten Dossier, waarbij patiëntdata tussen artsen worden
uitgewisseld, vragen veel rekencapaciteit. We gaan met z’n allen zo verschrikkelijk veel data produceren dat het domweg niet meer haalbaar is als iedereen de rekenkracht voor zichzelf houdt. Piekbelasingen zijn dan niet meer op te vangen omdat je niet weet wanneer al die chips data beginnen te produceren. Er is maar één manier om hiermee om te gaan: samenwerken en servercapaciteit delen.” Dat is precies wat de Park Centers doen. BAM Utiliteitsbouw zet het gebouw neer, IBM levert de technologie, iTricity exploiteert het datacenter en BAM Techniek bouwt en exploiteert het energiehuis. De bedrijven die zich in het Park Center gaan huisvesten, nemen alle voorzieningen – energie en rekenkracht – als dienst af. Dat heeft verschillende voordelen, meent Hazeleger: “De exploitant van het gebouw hoeft niet zelf te investeren in een energiegebouw of datacenter, wat een gunstige impact heeft op zijn investeringen. Bovendien is het onderhoud en beheer nu in handen van een specialist. En voor het energiegebouw komt daar bij dat wij ervoor zorgen dat de warmte door andere afnemers in de buurt wordt hergebruikt. Dat heeft natuurlijk een gunstig effect op de prijs.” Het hele idee achter dit concept is dan ook dat het voor de klant niet duurder is, wel duurzamer.
Highlights • De huidige generatie datacenters lopen tegen hun grenzen aan voor wat betreft energiegebruik • Door datacenters in een grid te plaatsen, hoeven ze niet langer te worden ingericht om piekbelastingen op te vangen • De nieuwe generatie datacenters is kleiner en wordt dicht bij plekken gebouwd waar de restwarmte kan worden hergebruikt
Weblinks • www.energiegids.nl • www.thegreengrid.org/ • www.hostwise.nl/ • www.gbo.overheid.nl/fileadmin/GBO/ GBO.Overheid_Green_Me_Up_Scotty. pdf • www.itprofessional.be/opinion. cfm?id=101721
juli/ augustus 2009
27
practijkcase e n e r g i e b e l e i d
“Smart energy grid motor econo Het energienetwerk wordt de beperkende factor als markt en politiek niet snel de handen ineen slaan en het huidige netwerk transformeren naar een smart energy grid. “Het is namelijk niet goed te voorspellen waar en wanneer mensen straks hun elektrische auto willen opladen.”
Still uit een reclamecampagne voor smart grids van het Amerikaanse GE Energy. Beeld: GE Energy
D oor M i r ja m H u ls e b o s
H
et huidige elektriciteitsnetwerk is niet in staat toenemende fluctuaties in vraag en aanbod op te vangen. Met nieuwe bronnen als wind- en zonne-energie wordt het aanbod in hoge mate onvoorspelbaar. En ook de vraag gaat steeds heviger fluctueren. Dit zegt Guido Bartels, general manager Energy & Utility Industry bij IBM in Amerika en voorzitter van de GridWise Alliance, een lobbygroepering waarin nutsbedrijven, ICT en politiek samenwerken aan een plan om de nationale energievoorziening van Amerika te transformeren. Bartels vindt het een uitdaging in Amerika te mogen werken. “Europa heeft heel lang het leiderschap gehad als het gaat om
28
juli/augustus 2009
energievraagstukken. Maar met de nieuwe regering Obama is de VS die achterstand hard aan het inhalen. De politiek en de markt zien samen in dat we dit moment van teruglopende vraag moeten aangrijpen om de energievoorziening drastisch te transformeren. Niet alleen omdat dat nodig is om een duurzame toekomst te kunnen realiseren, ook omdat een smart energy grid een motor is van economische groei. Investeringen in een flexibel en adaptief energienetwerk zullen de impact van het internet op economische groei en op onze samenleving doen verbleken.”
Geïntegreerde aanpak
Nu sinds twee jaar wereldwijd meer dan de helft van alle mensen in steden woont en in 2050 bijna driekwart, ligt het antwoord
voor het ontwikkelen van een duurzame economie in de steden. “Vooral daar komen op geconcentreerde schaal zoveel zaken bij elkaar dat je een drastisch gemoderniseerd energy grid nodig hebt om dat te ondersteunen.” Met ‘zoveel zaken’ doelt Bartels onder meer op het feit dat vrijwel alle sectoren in hoog tempo transformeren naar drie i’s: instrumented, interconnected en intelligent. Steeds meer apparaten en alledaagse objecten zijn voorzien van sensoren, die allerhande gegevens verzamelen. Die gegevens worden via wijdverspreide communicatienetwerken bij elkaar gebracht en vervolgens geanalyseerd. Daarna zetten ze automatisch nieuwe processen in gang. Denk aan slimme energiemeters of sensoren in het elektriciteitsnetwerk die
practijkcase e n e r g i e b e l e i d
m i sc he g roei ”
ENERGIE
& ICT
Slimme meters van Liander, een gesprek met directeur Peter Molengraaf
In Amsterdam Geuzenveld plaatst netbeheerder Liander (voorheen Continuon) de komende tijd, onder voorbehoud, meer dan 700 slimme meters in bestaande woningen. Wat wil Liander hiermee bereiken? “Liander heeft inmiddels al meer dan 80.000 slimme meters g nstalleerd in verschillende pilotprojecten. Geuzenveld is bijzonder omdat de meters gekoppeld zijn aan displays, waarop het energieverbruik is af te lezen. Een jaar lang wordt aan de hand van dat display met bewoners samen gekeken naar besparingsmogelijkheden.” Wat is het voordeel van slimme meters? “Zowel de netbeheerder als de consument hebben dan inzicht in het energieverbruik. Er zijn enorm veel schommelingen in het energieverbruik, en vanwege de toename van decentraal opgewekte stroom ook in het aanbod. Er zijn dus ook veel pieken. Maar die pieken bepalen de capaciteit die we moeten leveren. Daarom is het van belang om consumenten bewust te maken van hun gebruik. Bovendien is het mogelijk om met behulp van uitgekiende dalurentarieven mensen te stimuleren minder stroom te gebruiken op piekmomenten. Dat is ook goed voor de portemonnee. ” De politiek lijkt niet erg gecharmeerd over één aspect van slimme meters: privacy. Continu inzicht in iemands gebruik zou de persoonlijke levenssfeer teveel schaden. Hoe staat Liander hier in? “Wij zijn bezig met een certificering van de hele keten. Dat stemmen we ook af met maatschappelijke organisaties als de Consumentenbond. Wat wij kunnen doen is alles zo transparant mogelijk aanpakken. Maar een oordeel vellen over de noodzaak van de invoering van slimme meters is niet aan ons. Dat is aan de minister en het parlement.” (TZ)
Steeds meer apparaten zijn voorzien van sensoren.
Highlights • Drie i’s: instrumented, interconnected en intelligent • Flexibel en adaptief energienetwerk nodig om duurzame energie én economische groei te stimuleren • Energiebedrijven kunnen deze transformatie niet alleen doorvoeren.
Weblinks • www.energiegids.nl • www.ibm.com/ibm/ideasfromibm/us/ smartplanet/topics/utilities/20081124/ index2.shtml • www.gridwise.org • www.essentelektrischrijden.nl/ • www-03.ibm.com/industries/utilities/ us/
juli/ augustus 2009
29
practijkcase b o u w
Kl e i ne com p u ter a ls sli m m e m ete r
& ICT ENERGIE
De slimme meter van meterbedrijf Metsens, de Data Home Unit, stuurt de verbruikgegevens alleen door naar de eigen computer van de verbruiker. Zo krijgt de verbruiker inzicht in het energieverbruik, zonder dat anderen kunnen meekijken. Niet alleen huishoudens maar ook het MKB en bouwpartijen zijn g nteresseerd.
gebruiken, conform de Nederlandse ‘smart meter requirements’. Deze data worden in onze DHU opgeslagen en draadloos of bedraad doorgegeven aan de thuis- of bedrijfscomputer. Daarop wordt een door ons ontwikkeld programma g nstalleerd, waarop men het verbruik ‘real time’ kan volgen. Belangrijk is dat wij niet alleen het aantal verbruikte kWh’s vermelden, maar ook hoeveel dit precies kost in euro’s. Ook kan de verbruiker vergelijken met eerdere perioden. Dat zet volgens ons pas echt aan tot besparing.”
Data binnenshuis
D oor H a r m e n W e i j e r
V
ooral energieleverancier Oxxio investeert fors in de slimme meter. De energieleverancier biedt de eigen slimme meter gratis aan voor klanten, maar lang niet iedereen wil dat hun gegevens over het water-, elektriciteits- en gasverbruik naar een extern bedrijf gaan. Consumentenorganisaties maakten zich tezamen met onder meer de SP succesvol hard voor dat de slimme meter niet verplicht wordt uitgerold. Men mag nu op vrijwillige basis besluiten om een dergelijke meter te laten plaatsen. Een interessant alternatief is de DHU van Metsens. “Het is niet meer dan een kleine computer die wij in de meterkast plaatsen,” vertelt directeur Wil van Paridon van Metsens. Hij is afkomstig uit de IT-industrie en heeft de software voor de computer samen met studenten van het Hanze Institute of Technology in Assen ontwikkeld. “De huidige energiemeter in de meterkast heeft standaard een poort (P1) over om deze gegevens intern te
30
juli/augustus 2009
Anders dan bij het model van het slim meten door de energiebedrijven blijven deze data in eerste instantie binnenshuis. “Levering van de data aan de netwerk- en productiebedrijven voor energie en water blijft natuurlijk altijd mogelijk maar in ieder geval worden de data middels onze software direct doorgegeven aan de verbruiker.” De unit is voorbereid voor het moment dat apparaten steeds ‘slimmer’ worden. Van Paridon: “Het is nu nog niet mogelijk, maar binnen vijf jaar hebben apparaten, zoals een wasmachine of een koffiezetapparaat, maar ook verlichting, een communicatiemodule in zich die het verbruik doorgeven.” Ook de unit zelf kan nog kleiner. “Het is een computer zonder draaiende delen, zoals een ventilator. In de verdere ontwikkeling moet hij veel kleiner kunnen worden, zoiets als een wat ruim uitgevallen USB-stick.” Metsens wil met het slimme-meterconcept vanwege het schaalvoordeel aansluiten bij het bouwproces van projectontwikkelaars, bouwbedrijven en woningbouwverenigingen. “Maar we worden ook door MKB-bedrijven benaderd. Zo zijn we druk bezig met drie pilots. Door Warenhuis Vanderveen in Assen zijn we benaderd, nadat zij stevige wateroverlast hadden gehad. Het bijvullen van een aquarium
was een hele nacht doorgegaan, maar daar kwam men, en de onderburen, pas de volgende dag achter. Met onze meter wordt bij overmatig verbruik een alarm per sms verstuurd. Dat had hen tienduizenden euro’s gescheeld.”
Camping
Een ander project is het meten van het waterverbruik op een camping. Een grote camping met veel vaste staanplaatsen en recreatiewoningen wil het verbruik van elektriciteit en water dagelijks op de bedrijfscomputer kunnen volgen. Dat is ook mogelijk.” Van Paridon wil de DHU introduceren in het bouwproces. Dat betekent dus dat hij aan tafel wil komen bij de grote bouwondernemingen, maar ook gemeenten die wijken willen ontwikkelen. “Een van Nederlands grootste bouwbedrijven heeft serieuze interesse getoond. En de gemeente Assen wil drieduizend woningen verduurzamen, onder meer in de wijk Kloosterveen. Daar kan de DHU bij helpen.”
Highlights • Slimme meter Metsens houdt data binnenshuis • Energieverbruiker ziet verbruik ‘real time’ op eigen computer • MKB, bouwondernemingen, gemeenten en woningcorporaties g nteresseerd
Weblinks • www.energiegids.nl • www.metsens.nl • www.hajerestaurants.com • www.kloosterveste.info
P R A K T I J K C A S E ENER G IEVOORZIENIN G
Hor i zontaa l stape l en h a lvee rt energ iekosten
ENERGIE
& ICT
Alle computersystemen bij elkaar verbruiken net zo veel energie als de luchtvaart. De helft daarvan komt voor rekening van de datacenters. Door over te stappen naar moderne serversystemen, kunnen tientallen procenten op energie worden bespaard. Bedrijven als PGGM en Robeco zijn al over.
(per vierkante meter) van alle, behalve de meest moderne, rekencentra tekort schiet, moeten vaak slots in de rekken worden opengelaten. Wat de blades desondanks toch interessant maakt, is dat ze in totaal aanzienlijk minder stroom (en dus koeling) nodig hebben. Waar elke autonome server zijn eigen voeding en ventilatiesysteem bevat, worden die door alle blades in hetzelfde chassis gedeeld. Omdat ze meervoudig zijn uitgevoerd, kunnen deze onderdelen bovendien dynamisch, al naar gelang de behoefte, worden bijgeschakeld. door A a d O f f e r m a n
W
ie nu zijn rekencentrum vernieuwt of uitbreidt, koopt waarschijnlijk geen losse serversystemen meer. In plaats van de bekende platte computerkasten die direct boven elkaar in een standaard 19"-rek worden geplaatst, wordt steeds vaker gekozen voor een zogenaamde ‘blade-infrastructuur’. Deze systemen danken hun naam aan de vorm van de hardware: servers bestaan uit losse borden waarvan er meer dan een dozijn tegelijk in een chassis kunnen worden ondergebracht. Dat chassis past op zijn beurt weer in een rek. Omdat de blades rechtop naast elkaar staan, is zo’n chassis aanzienlijk hoger dan een losse server. Van HP, de marktleider op dit gebied, passen er maximaal drie chassis in een rek. Maar alles bij elkaar kun je op deze manier in dezelfde ruimte toch flink wat meer servers kwijt. Vandaar dat men ook spreekt van ‘high density’ systemen.
Energiegebruik
Ruimtegebrek is echter zelden het eerste probleem van de beheerder van een datacenter. Stroomverbruik en koeling zijn meestal veel nijpender. Sterker nog: de blades verergeren deze problematiek op plaatselijk niveau. Omdat de koelcapaciteit
een bijproduct van een veel grotere besparing. Omdat niet alleen de voeding en koeling maar ook de dure netwerkaansluitingen door de blades worden gedeeld, kan flink op hardware worden bespaard. Migraties naar een blade-infrastructuur worden dan ook niet zelden ingezet vanwege besparingen op de hardware. Die gemiddelde bezettingsgraad van minder dan 15 procent is daarbij de belangrijkste aanjager. De energiebesparing die daarvan het gevolg is, is dan een leuke bijkomstigheid voor het duurzaamheidsonderdeel van het jaarverslag.
Virtualisatie
Daar komt nog eens bij dat deze bladecomputers meestal in combinatie met virtualisatie worden toegepast. Daarbij worden meerdere besturingssystemen (virtuele machines) tegelijkertijd op hetzelfde serversysteem gedraaid. Dat is van belang als je bedenkt dat servers meestentijds niets staan te doen. Ze worden gedimensioneerd op hun piekvermogen. Meestal komt hun gemiddelde belasting daardoor niet boven de 15 procent uit. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat de voeding zeer inefficiënt draait. Door meerdere virtuele machines op hetzelfde systeem te combineren, kan die belasting volgens Hans van den Broek, de CTO van HP Nederland, naar meer dan 50 procent omhoog worden gebracht. In combinatie met moderne koelconcepten kun je zo de energiekosten meer dan halveren. Houd je het bij de overstap naar blades en virtualisatie, dan kan er nog steeds een derde van af.
Besparingen
Om het belang van deze technologie aan te geven: de ICT-sector is verantwoordelijk voor 2 procent van alle energieverbruik. Dat is net zo veel als de hele luchtvaartindustrie. De helft daarvan komt voor rekening van de datacenters. Zoals wel vaker zijn ook in dit geval de milieuopbrengsten
Highlights • ICT-sector verantwoordelijk voor 2 procent van het energieverbruik • Meervoudige blades gebruiken aanzienlijk minder stroom • Energieverbruik rekencentrum kan worden gehalveerd
Weblinks • www.energiegids.nl • en.wikipedia.org/wiki/Blade_server • h71028.www7.hp.com/enterprise/ cache/80316-0-0-152-472.html • www.ibm.com/systems/bladecenter/ • ftp.compaq.com/pub/products/servers/blades/idc-tco-deployment.pdf
juli/ augustus 2009
31
energieonderzoek
Opt i s ch e l aag kan ch ip opwaa r d e ren Het energiezuiniger maken van microprocessors is een van de prioriteiten van grote chipfabrikanten als Intel en IBM. Met een zuinige chip hoeft de laptop of mobiele telefoon namelijk minder vaak in het stopcontact. Voor desktops speelt dat probleem minder. Toch is energie-efficiency ook in deze apparaten van groot belang. Chips worden namelijk zo heet dat ze niet goed meer werken. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) denken de oplossing hierin te vinden: licht. Een gesprek met professor Andrea Fiore en universitair hoofddocent Jos van der Tol. voorspelde dat het aantal componenten per chip iedere een tot twee jaar zou verdubbelen. En dat gebeurde ook, jarenlang. “Maar het werd een self fullfilling prophecy,” zegt Jos van der Tol van de faculteit Electrical Engineering, “en nu zien we toch een vervlakking van de curve optreden en dus heeft de chipindustrie een probleem.”
Meetopstelling om ultralage energie van optische transistors te meten. Foto’s: Christiaan Krop
D oor T i j d o va n d e r Z e e
D
uizenden kilometers glasvezelkabels op de bodem van oceanen verbinden de continenten. En gemeenten investeren miljoenen euro’s in ‘fiber to the home’ een aansluiting van elk huishouden op het glasvezelnetwerk. Waarom? Door die kabels stroomt licht, een medium waarmee supersnel en zonder warmteverlies grote hoeveelheden data kunnen worden getransporteerd. De voordelen van licht zijn evident. Maar in de wereld van de chip is het elektrische circuit heer en meester. Aan de TU/e proberen onderzoekers ook gebruik te maken van lichttransport, maar dan op millimeterschaal. Professor Andrea Fiore van de faculteit Applied Physics legt uit hoe dat vorm moet krijgen. “Boven op de normale chip plaatsen we een halve micrometer dikke laag indiumfosfide, een materiaal dat in staat is zowel licht te produceren, te 32
juli/augustus 2009
transporteren en ook weer te ontvangen. Zo ontstaat dus een extra optisch netwerk, dat dient als een soort upgrade van het normale elektrische circuit.”
Wet van Moore
Het aantal transistors op reguliere chips neemt enorm toe en dat geldt ook voor de hoeveelheid data die hiertussen getransporteerd worden. Enkele jaren geleden verving koper het veel minder goed geleidende aluminium in de bedradingen op de chips. Een innovatie. Toch loopt deze conventionele elektrische techniek tegen de grenzen aan. Chips worden te heet en kunnen nauwelijks nog gekoeld worden. Al bij een temperatuur van 100 0C verlopen processen op een chip minder goed. “In de zomer heeft mijn computer een hogere basistemperatuur en dan merk ik dat hij trager is,” zegt Fiore. Dit hitteprobleem ondermijnt de ‘Wet van Moore’. Gordon Moore werkte in de jaren ’60 bij Intel en hij
De oplossingsrichting van de Eindhovense onderzoekers is veelbelovend, zo oordeelden subsidieverstrekkers. In december kreeg de onderzoeksgroep, waarin ook deelnemen professoren Harm Dorren en Meint Smit van Electrical Engineering en dr. Richard Notzel van Applied Physics, een miljoen euro van de universiteit onder het High Potential Research Programme. Dat geld wordt voornamelijk aangewend om het aantal promotieplaatsen uit te breiden en die te vullen met de knapste koppen ter wereld. “We hebben net een Iraanse aangesteld. Je kunt begrijpen dat veel tijd gaat zitten in het regelen van visa en dergelijke. We moeten dat ervoor overhebben om de beste mensen te halen. Promovendi willen meestal naar Amerika. Het kost veel moeite om hen ervan te overtuigen dat we hier in Nederland baanbrekend werk verrichten.”
Obstakels
Extra intellect kan de onderzoeksgroep goed gebruiken. Er zijn namelijk veel obstakels te overwinnen. Zo moet er nog een oplossing worden gevonden om de laag indiumfosfide aan de siliconchip te bevestigen. “De laag moet er op ‘gelijmd’ worden. Er zijn elders in de wetenschap hoopvolle resultaten geboekt, maar wij hebben die nog niet concreet kunnen toepassen,” zegt Van der Tol. Daarnaast is het warmteprobleem nog niet opgelost. De geleiding van licht door vezels levert nagenoeg geen
energieonderzoek
ENERGIE
&ICT
Dat is veel goedkoper, makkelijker en je zit niet snel tegen de grens aan van het aantal lasers. Het is op industriële schaal te produceren.” Volgens Jos van der Tol sluit het onderzoek naar het optische circuit goed aan bij de markt. “Wij maken niet een geheel nieuwe, optische, chip. Met opzet proberen we alleen die extra laag te maken, die op de conventionele chip gelijmd kan worden. De chipindustrie is een miljardenbusiness. Die willen we natuurlijk niet tegen de haren instrijken.” Fiore voegt daar aan toe: “Nu krijgen we ons geld uit de wetenschappelijke hoek, maar we streven ook naar samenwerking met grote bedrijven als IBM of Intel.”
warmte op. De laser – het mechaniek dat licht produceert – doet dat wel, net als de lichtreceptor. “En die warmte kunnen we niet aan de laag er onder afgeven, want die is van zich zelf al heet genoeg,” zegt Van der Tol. Een derde obstakel heeft te maken met de schaal van het optische circuit. Wanneer de professoren spreken over lasers, bedoelen ze niet een machine die een vernietigende straal licht produceert. De lasers in het lab in Eindhoven zijn nanotechnologische mechaniekjes die slechts enkele duizenden fotonen uitstoten. De onderzoekers zijn er nog niet uit op welke manier ze deze lasers kunnen aanzetten, want een stroomstootje kan het minuscule apparaat al snel kapot maken. Ten slotte bieden ook de routers nog hoofdbrekens. Dat zijn punten waarop licht kan worden omgeleid, zodat meerdere routes mogelijk zijn op de laag indiumfosfide. Deze ontvangen het licht, gebruiken vervolgens een elektrisch signaal om dat in een andere richting weer naar buiten te sturen. “We moeten nog een manier zien te vinden waarop dit hele mechanisme in de routers
optisch wordt. We willen geen elektriciteit gebruiken.” Datacenters, zoals van KPN, worden ook erg heet en hebben voortdurend koeling nodig. Google kwam al met het idee om een datacenter in zee te bouwen. Fiore: ‘Dat is een heel andere schaal natuurlijk. Er zijn echter wel degelijk parallellen te trekken met de hitteproblematiek in een chip. Al die schakelaars produceren hitte, net als de conventionele schakelaars op een chip. Je moet een manier zien te vinden om die technologie energie-efficiënter te maken.’
Miljardenbusiness
De onderzoeksgroep komt talrijke hindernissen tegen. Toch denken de onderzoekers dat hun methode betere toekomstperspectieven biedt dan die van concurrerende onderzoeksgroepen. ‘Een andere methode is het plaatsen van losse lasers op de siliconlaag,’ zegt Fiore, maar deze moet je allemaal op de chip monteren. Dat is een hele dure oplossing en uiteindelijk zullen het altijd te weinig lasers blijken. In ons systeem zijn de lasers g ntegreerd.
De onderzoekers durven geen voorspelling te doen over het tijdstip waarop hun technologie zijn intrede kan doen in de markt. “Dat hangt natuurlijk ook van de markt af, en zoals gezegd, die begint de pijn te voelen van de beperkingen van de huidige technologie,” zegt Van der Tol. Overigens is het niet de gewone consumentendesktop waarin we de hybride elektrisch-optische chip het eerst kunnen verwachten. Volgens professor Fiore zullen het eerst de grote apparaten zijn die echte denkkracht nodig hebben. “Zo gaat dat altijd natuurlijk. Later zal de prijs dalen en de technologie ook beschikbaar komen op de ‘gewone’ markt.”
Highlights • Hitte staat chipontwikkeling in de weg • Glasvezels kunnen aluminiumbedrading ondersteunen • Extra laag indiumfosfide concurreert niet met conventionele techniek
Weblinks • www.energiegids.nl • www.tue.nl • www.intel.com/technology/mooreslaw/ • www.research.ibm.com/photonics/
juli/ augustus 2009
33
reportage
zoekto c ht naar g el d voo r ene r gi ebespa ring loont Ondanks de crisis maken bedrijven nog weinig gebruik van beschikbare financiële middelen voor energiebesparende maatregelen bij gebouwen. De overheid geeft subsidies en fiscale voordelen, maar ook banken en energiebedrijven bieden regelingen om energiebesparing financieel aantrekkelijker te maken.
Installatiebedrijf Wemmers uit Bleskensgraaf heeft op haar nieuwe pand een dak met zonnecellen aan laten leggen. Het bedrijf kreeg met de EIA een groot deel van de belasting terug (foto Wekadak Systemen).
D oor N o r b e rt C u i p e r
E
r bestaan al verschillende manieren om energiebesparende maatregelen te financieren, maar veel van de mogelijkheden blijven nog onbenut. Soms zijn subsidiepotjes direct leeg, andere potjes raken niet eens op. Daarnaast zijn ook fiscale maatregelen interessant voor het bedrijfsleven. Bestaande fiscale regelingen zijn de Milieu Investeringsaftrek (MIA), de Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen (Vamil) en de Energie Investerings34
juli/augustus 2009
aftrek (EIA). “Vooral de EIA is interessant doordat 14 procent van de investering is terug te verdienen,” zegt senior programma-adviseur Kees Jan Hoogelander van SenterNovem. Voor de EIA is een budget van 139 miljoen euro beschikbaar. Begin dit jaar is de EIA uitgebreid met een bonus voor verbetering van de energie-index met minimaal 0,30 en als het gebouw uitkomt op minimaal label B. Hoogelander verwacht hierdoor een toename in het gebruik van de EIA-regeling. Met de Groenregeling stimuleert de overheid zogeheten
Groenprojecten, projecten die een positief effect op het milieu hebben. Hoogelander: "Via een belastingvoordeel voor groene spaarders en beleggers kunnen banken een lening met een lager rentetarief verstrekken voor bijvoorbeeld een duurzaam gebouwde woning, een windpark of een biologisch landbouwbedrijf." Aantrekkelijk is dat de Groenregeling te combineren is met de SDE-regeling. Sinds 2008 is de regeling uitgebreid met bonussen van 50.000 en 100.000 euro voor verbetering tot label B en A. De bonus voor verbetering
reportage
Het Van der Valk hotel in Breukelen heeft met de EIA-regeling 13 procent bespaard op de aanschaf van HR++ ketels (foto H de Jong/Panoramio).
van het label met minimaal twee stappen vervalt. Reden is de aanpassing van de Groenregeling, waardoor het ministerie van Financiën moest schuiven met het budget. Dé subsidieregeling voor duurzame energie is de SDE, de Stimulering Duurzame Energieproductie. Vooral de subsidie voor zonnepanelen is erg in trek. De SDEregeling geeft maximaal 32,4 cent subsidie voor elke kWh die met de zonnepanelen is opgewekt. Hoogelander: "Het budget van 88 miljoen raakte snel op. Er ontstond een stormloop op de subsidie." Niet elke subsidie voor duurzame energie is zo gewild: de Stimuleringsregeling voor Duurzame Warmte heeft nog 15 miljoen euro over van het budget van 20 miljoen euro. Deze regeling is bedoeld als subsidie voor warmtepompen, micro-warmtekracht en zonneboilers. “Deze regeling loopt minder hard, maar dat komt ook doordat hij pas sinds eind 2008 is ingevoerd,” zegt Hoogelander.
Crisismaatregelen
Vanwege de economische crisis werkt de overheid aan nieuwe financiële en fiscale maatregelen, zo meldt Hoogelander. Om particulieren te stimuleren om te investeren in energiebesparende maatregelen komt er een energiebesparingkrediet. Het Rijk geeft hiervoor een garantie waardoor huiseigenaren een goedkope lening kunnen afsluiten voor investeringen in
hun huis, zoals zonnepanelen en warmtepompen, maar ook woningisolatie en zuinige cv-ketels. "Dit is vooral bedoeld voor bewoners met lage inkomens," zegt Hoogelander. Daarnaast start deze zomer een subsidieregeling waarmee huiseigenaren een vergoeding van ongeveer 200 euro krijgen voor het maatwerkadvies over de beste energiebesparingsmaatregelen voor hun huis. Hiervoor is 12 miljoen euro uitgetrokken voor 2009 en 2010. Derde crisismaatregel is de aanpassing en uitbreiding van de Groenregeling. Voor particulieren wordt de ondergrens voor zonnecellen, zonnecollectoren en warmtepompen verlaagd van 22.689 euro naar nul euro. Hiermee komt de regeling voor consumenten beschikbaar, zegt Hooge lander. Ook stijgt de leentermijn van 10 naar 15 jaar. De aanpassing sluit aan op de stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE). Verder wordt de EIA uitgebreid voor woningcorporaties. Hiervoor is zowel in 2009 als in 2010 160 miljoen euro per jaar beschikbaar. Voorwaarde is dat woningen minimaal label B krijgen of minimaal twee stappen in het label hoger komen.
BTW verlaging
Tot slot heeft staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager voorgesteld het BTW-tarief voor woningisolatie tijdelijk te verlagen van 19 procent naar 6 procent. Hiermee wordt het voor huiseigenaren
goedkoper om hun vloeren, muren en daken te isoleren. Ook kunnen ze subsidie krijgen op HR++ glas. Wie een woning heeft van vóór 1995 en HR++ glas laat aanbrengen, kan tot 20 procent van het investeringsbedrag terugkrijgen. De voorstellen zullen per 1 juli 2009 ingaan en gelden tot eind volgend jaar, als de Eerste Kamer net als de Tweede Kamer het wetsvoorstel goedkeurt. Naast de landelijke regelingen bestaan er ook provinciale regelingen om energiebesparing en duurzame energie te stimuleren. Die zijn behoorlijk populair. Zo was de Groningse subsidieregeling ondanks het forse budget van 500.000 euro binnen een dag na openstelling op 1 maart uitgeput. Ook gemeenten zoals Delft, Apeldoorn en Eindhoven hebben een regeling om energiebesparing te stimuleren. Op de Energiesubsidiewijzer op de site van Meer met Minder, het nationale energiebesparingprogramma voor de bestaande bouw, staat hierover meer.
Banken
Maar niet alleen overheden bieden regelingen aan om energiebesparende maatregelen bij woningen te financieren. Ook banken financieren –crisis of niet – dergelijke maatregelen steeds meer. Dat komt omdat energie een steeds groter aandeel heeft in de woonlasten, zegt Pieter Noorman, projectmanager Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van Rabobank Nederland. Hij verwacht dat de lage energieprijzen gaan stijgen, waardoor energiebesparing weer interessanter wordt. Ook zijn duurzame gebouwen behoorlijk in trek. Dit zorgt ervoor dat deze gebouwen een lager risicoprofiel opleveren voor financiering. Noorman voegt eraan toe dat duurzaamheid één van de kernwaarden is van de Rabobank. "Dat zien we graag bevestigd bij onze klanten." Eén van de regelingen van Rabobank is de klimaathypotheek voor woningen. Deze hypotheek biedt 1 procent rentekorting over maximaal een lening van 100.000 euro. Deze aanbieding verdwijnt mogelijk deze zomer, zegt Noorman. "Hiervoor moet een alternatief komen." Mogelijk alternatief is uitbreiding van de groenfinanciering. Hierbij worden fiscale voordelen vertaald naar voordelige leningen. Groenfinanciering wordt momenteel vooral gebruikt door de duurzame utiliteitsbouw, maar door de aangekondigde verlaging van de ondergrens kunnen consumenten juli/ augustus 2009
35
we gaan vooruit
Op weg naar duurzaam energieverbruik Overheden, bedrijven, woningcorporaties en andere grootverbruikers hebben de slimme meter van Eneco
Ook voor U dé partner om duurzame ambities waar te maken
ontdekt. Deze digitale energiemeter kan op afstand worden uitgelezen. Heeft uw organisatie meerdere energieaansluitingen? Dan gaat Eneco MDDS speciaal voor u nog een stap verder:
Duurzame energie-installaties liggen binnen handbereik. Snel, met beperkte risico’s en zoals ú het wenst.
met de e-DataPortal heeft u het werkelijke energieverbruik per energieaansluiting in één overzicht. Wilt u meer informatie? Neem direct contact op met Eneco MDDS via telefoonnummer +31 (0)88 895 2600 of kijk op www.eneco.nl/mdds.
Maak kennis met het rendement van ZON Energie Groep. NU
De belangrijkste wet- en regelgeving in één handzame pocket
Pocket Energierecht 2008/2009 In de nieuwe Pocket Energierecht is de belangrijkste en meeste recente wet- en regelgeving opgenomen: helder, overzichtelijk en actueel. • De pocket bevat de stand van zaken met betrekking tot de regulering van de gas- en elektriciteitsmarkt • In een aantal gevallen zijn voorgestelde of nog niet in werking getreden wijzigingen in de regelgeving alvast (in cursief) opgenomen • Bij de artikelen is bovendien gebruik gemaakt van handige trefwoorden in de marge. Met de Pocket Energierecht hebt u een gedetailleerd en compleet overzicht altijd bij de hand. Bestel het boek Energierecht 2008/2009 nu met 15% korting Wilt u automatisch de nieuwste editie met 15% korting ontvangen? Dat kan met een abonnement op de Pocketreeks Energierecht.
36
juli/augustus 2009
B t l d 9788 90 12 12406 Bestelcode: 65 Prijs: € 59.75
Bestel via
[email protected], 070-378 98 80 of www.sdu.nl/energie Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel
reportage
Het Heerlense appartementencomplex Vrieheide is g soleerd dankzij zachte leningen van Essent.
straks op eenvoudige wijze gebruik maken van deze regeling voor het realiseren van energiebesparing in hun woningen, zegt Noorman.
goed terug te verdienen. Wel is hierbij een inkomenstoets van toepassing, maar volgens Noorman is dat wettelijk verplicht.
Woonlasten
Ook energiebedrijven bieden financieringsconstructies aan voor energiebesparende maatregelen. Essent biedt het programma BespaarGarant, dat energiebesparing combineert met meer comfort en de bewoners direct lagere exploitatiekosten (energielasten) garandeert. Dat vertelt Ger Kempen, manager Productontwikkeling en Kenniscentrum van Essent Energiediensten. "We nemen advies, ontwerp, bouw en exploitatie van een energiebesparende maatregel zelf in de hand en meten de energiebesparing. Dit corrigeren we met het aantal graaddagen, een indicatie voor het energieverbruik. Als het warmer is valt het energieverbruik namelijk lager uit. Dit is van belang voor de bonusregeling, waarbij Essent en huiseigenaar elk 50 procent ontvangen van het extra kostenvoordeel als de besparing lager uitvalt dan de gegarandeerde energiebesparing.”
Volgens Noorman is voor de klant het meest gunstig een energiezuinige woning te hebben die door de duurdere installaties boven de gemiddelde marktprijs ligt, maar waarvan de totale woonlasten lager zijn door de lagere energiekosten. "De klant zou extra financiering moeten krijgen voor een energiezuinig huis. Huiseigenaren met lagere woonlasten kunnen immers meer geld lenen. Ze kunnen mogelijk ook gebruik maken van de garantieregeling van Meer met Minder die is geënt op de nationale doelstellingen voor energiebesparing in de bouw of de SVn duurzaamheidlening bij renovaties. Nederlandse banken en het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) hebben hiervoor het energiebesparingfonds opgericht, dat circa 600 miljoen euro voor 260 gemeenten bevat. Het 'leasen' van energiebesparende maatregelen is ook mogelijk. Rabobank-dochter De Lage Landen zorgt voor de financiering van bijvoorbeeld zonnepanelen, isolatie of een HR-ketel via energiebedrijf Nuon. Deze lening wordt over enkele jaren terugverdiend via de energiebesparing. Noorman: "De klant hoeft niet zelf te investeren, terwijl hij na circa zeven tot negen jaar eigenaar is van de zonnepanelen of een energiezuinig huis. In het algemeen zijn de energiebesparende maatregelen hierdoor
Energiebedrijven
delen zijn de hoge rente (10 procent) en de hoge maandlasten. Een derde constructie is mogelijk in samenwerking met de gemeente of de provincie die energiebesparing stimuleert. Deze vorm staat bekend als 'zachte lening', die wordt gefinancierd uit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Bewoners kunnen een lening krijgen tot 12.500 euro, die ze na tien jaar weer afbetalen. Ook kunnen ze een hoger bedrag lenen, dat ze na 15 jaar moeten afbetalen. Voordelen hiervan zijn de lage rente (2 procent) en de lage maandlasten. Kempen: "Als de maandlasten gelijk blijven of omlaag gaan krijgen bewoners vertrouwen in de financiering door Essent. Dat hebben we door Motivaction laten onderzoeken. Op basis hiervan hebben we het Bespaarplan Huis ontwikkeld, waarmee een huis met label D is op te waarderen tot label B. We stellen bijvoorbeeld voor om de cv-ketel te vervangen door een HR++ exemplaar en de spouwmuur te isoleren. Deze maatregelen leveren een aanzienlijke besparing op waarmee de investering binnen tien jaar is terug te verdienen." Kempen meldt dat Essent eerst in Limburg en Enschede het Bespaarplan Huis gaat uittesten alvorens het landelijk uit te rollen. Bewoners hoeven geen klant te zijn van Essent om voor financiering van energiebesparing in aanmerking te komen. "Er is geen sprake van koppelverkoop," aldus Kempen.
Highlights • Subsidies en fiscale regelingen maken energiebesparing in de bouw aantrekkelijker • Gangbare regelingen van de overheid zijn de EIA, de SDE en de Groenregeling • Ook banken en energiebedrijven bieden financieringsconstructies
Zachte lening
Voor de woningbouw biedt Essent diverse financieringsvormen aan. De eerste is een hypotheek met een lage rente van 6 procent, een lange looptijd en lage maandlasten. Hiervoor moeten bewoners een taxatierapport laten opstellen, maken ze notariskosten en moeten ze mogelijk een andere bank benaderen. Een tweede constructie is 'Financial Lease', een lening met een korte looptijd, waarvoor geen taxatie, notaris en inkomenstoets nodig zijn. Na-
Weblinks • www.energiegids.nl • www.energiebouwbeurs.nl • www.senternovem.nl/eia/praktijkvoorbeelden/index.asp • www.meermetminder.nl • www.rabobank.nl/particulieren/advies/wonen/duurzaam_wonen/
juli/ augustus 2009
37
E N E R G I E TEC H NIE K
kema p i oni e rt in ch ina m et hoogspann i ng sl eid ing Het Zweedse energiebedrijf ABB gaat ’s werelds langste hoogspanningsleiding aanleggen tussen de Xiangjiaba waterkrachtcentrale in West-China naar Sjanghai in het oosten. KEMA is ingeschakeld om het kwaliteitsprogramma met betrekking tot de sleutelapparatuur rond de lijn te verzorgen. De opgedane ervaring is mogelijk van nut voor de aanleg van de nog langere hoogspanningsleiding tussen Adrar in Algerije en het Duitse Aken.
Het nieuwe type transformator moet een belangrijke rol spelen in de aanleg van ’s werelds langste ultrahoogvolt sche hoogspanningsleiding in China. D oor R i jk e rt K n o pp e r s
“D
it is een grote uitdaging, omdat er nog nooit eerder in de wereld apparatuur voor zulke hoge spanningen met zo’n groot vermogen is gebouwd,” vertelt Thijs Aarten, lid raad van bestuur van KEMA en verantwoordelijk voor de activiteiten in onder meer China. “Er is geen voorbeeld om te volgen en de internationale standaarden en richtlijnen zijn nog niet toegepast voor dit spanningsniveau.” De hoogspanningsleiding, met een totale lengte van 2000 kilometer, krijgt een recordvermogen van 6400 MW en is in staat om 31 miljoen mensen van stroom te voorzien.
Transformator
Onlangs zijn met succes de eerste proefnemingen met een ultrahoogvolt sche gelijkstroomtransformator (ultra high voltage direct current: UHVDC) voor de hoogspanningsleiding afgerond. Er komen verschillende UHVDC transformatoren in 38
juli/augustus 2009
het netwerk, die de elektriciteit omzetten van wisselstroom naar gelijkstroom en andersom. Ook brengen de transformatoren voor het transport de elektrische spanning op een niveau van 800 kV. Dit is 33 procent hoger dan het voltage dat de 600 kV hoogspanningsleiding bij de Itaípu-dam in Brazilië gebruikt, de gelijkstroomleiding met tot nu toe het hoogste voltage ter wereld. Een dergelijke hoge spanning is belangrijk voor het efficiënt transporteren van elektriciteit. “Als de Itaípu-lijn in Brazilië met 800 kV in plaats van 600 kV zou werken, zou het verlies van de lijn maar 56 procent van het huidige verlies bedragen,” verduidelijkt Yanny Fu, projectmanager van KEMA. “Naast het verlies in de lijn zijn er nog verliezen in de converterstations aan de zendende en ontvangende kant van ongeveer 2 procent.”
Zonnecentrales
Hoewel KEMA er nog niet bij betrokken is, kunnen huidige ervaringen bij de aanleg van de Chinese UHVDC leiding van nut zijn bij de geplande 3000 kilometer lange
hoogspanningsleiding tussen Adrar in het zuiden van Algerije en Aken. New Energy Algeria gaat de lijn aanleggen om elektriciteit van zonnecentrales, waaronder de trogspiegelcentrale van 25 MW bij Hassi R’Mel die in aanbouw is, naar Europa te exporteren. “Er zijn geen technische grenzen aan de lengte van een hoogspanningsleiding. De economische haalbaarheid bepaalt de lengte. Voor een zeer groot vermogen en een zeer lange afstand zijn vrijwel altijd oplossingen te bedenken, bijvoorbeeld door een hogere bedrijfsspanning toe te passen of de aanleg van parallelverbindingen in geval van gelijkspanningslijnen en het in serie schakelen van blindvermogenscompensaties in het geval van wisselstroomlijnen,” aldus Aarten.
Highlights • De hoogspanningsleiding heeft een recordvermogen van 6400 MW • Ervaring belangrijk voor hoogspanningsleiding tussen Algerije en Duitsland • Spanning van 800 kV is belangrijk voor het efficiënt transporteren van elektriciteit
Weblinks • www.energiegids.nl • www.abb.com • www.kema.nl • http://en.wikipedia.org/wiki/ Hassi_R%27mel_integrated_solar_ combined_cycle_power_station • http://ieeexplore.ieee.org/xpls/abs_ all.jsp?tp=&arnumber=4517112&isnum ber=4517029
p
p r odu c tn i e u ws Blindvermogencompensatie voor windparken, elektriciteitsnetwerken en de industrie
Met het nieuwe blindvermogencompensatiesysteem SVC Plus (Static Var Compensator) breidt Siemens Energy haar productenspectrum van flexibele wisselstroomtransmissiesystemen (FACTS) uit. Het systeem is gebaseerd op de innovatieve VoltageSourced-Converter-techniek (VSC) en is traploos regelbaar door IGBT-transistoren. Het systeem verbetert de spanningskwaliteit en stabiliteit in het elektriciteitsnet en maakt de aansluiting van variabele energiebronnen op het net mogelijk, zoals offshorewindparken. Siemens levert het systeem in ruimtebesparende, gestandaardiseerde en modulaire eenheden. Het lijkt op een bouwpakket dat uit vooraf geteste eenheden van 25, 35 of 50 megavoltampère reactief (MVAr) bestaat, die afzonderlijk of ook parallel kunnen worden ingezet. De kern van SVC Plus, een wordt gevormd door de modulaire multilevel-vermogensomvormertechniek. In tegenstelling tot andere zelfstandige vermogensomvormer-topologieën is de spanningsvorm die door de SVC Plus wordt gegenereerd vanwege de multileveltechniek vrijwel sinusvormig. Hierdoor kunnen de laagfrequente harmonische filters die bij de huidige toepassingen noodzakelijk zijn, komen te vervallen, waardoor de benodigde ruimte voor het hele systeem aanzienlijk wordt verminderd. Meer info: www.siemens.nl
Forse energiebesparing rooftop dankzij ethalpie
Een forse energiebesparing door een nieuwe techniek waarbij met een roterend ethalpie-wiel warmte wordt teruggewonnen, kan met rooftopairco-units. Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden geven deze rendementsverbeteringen van 60 tot 90 procent. Daarnaast zorgen de thermodynamische warmteterugwinning en koudemiddel R410A voor hoge EER-waarden. Als de units in deellast opereren neemt de EER toe, wat nog meer energie bespaart. Deze nieuwe serie van IBK Compac, Whisper, bestaat uit vijf uitvoeringen in capaciteiten van 39 tot 216 kW. Er is een omkeerbare warmtepompuitvoering voor koelen of verwarmen, een uitvoering voor alleen koelen, een omkeerbare warmtepompuitvoering en een uitvoering voor koelen, beide met ethalpie warmteterugwinning, en een omkeerbare warmtepompuitvoering met ethalpie warmteterugwinning voor speciale applicaties. De verdeling en de luchtkwaliteit zijn bepalend voor het comfort. Hiervoor zorgen de high efficiency direct aangedreven ventilatoren. De elektronische regeling maakt handmatige instelling overbodig en zorgt voor een optimale aanpassing aan de luchtbehoefte. De keuze uit de vele mechanische of elektronische filters heeft als voordeel dat de units ingesteld kunnen worden op specifieke omstandigheden waar hoge eisen aan de luchtkwaliteit gesteld worden. Bovendien zorgen de elektronische filters voor een verlaging van de operationele kosten. Meer info: www.ibkcompac.nl
LED-armatuur voor accentverlichting
ABB heeft een nieuwe LED-armatuur g ntroduceerd, waarmee snel en eenvoudig accentverlichting kan worden aangebracht. De nieuwe LED armatuur kan in een inbouwdoos, een hollewanddoos of een centraaldoos worden geplaatst, waardoor binnenshuis accentverlichting in de meterkast, bij de trap of in het plafond in een handomdraai is gerealiseerd. Accentverlichting bevordert de veiligheid in huis, bijvoorbeeld bij traplopen. De treden zijn altijd zichtbaar. De LED armatuur is geschikt voor montage in een 50 mm diepe inbouw-, hollewand- of centraaldoos. Door de steekbare aansluiting op de GU10 lampfitting is de armatuur snel te monteren. De LED armatuur wordt geleverd in drie verschillende kleuren afdekkingen: ivoorwit, alpinwit en mat-chroom. Hierdoor laat de armatuur zich eenvoudig integreren in een groot aantal omgevingen. De armatuur wordt compleet geleverd met LED lampje met zeer laag energieverbruik (1W). Meer info: www.abbconnect.nl
juli/ augustus 2009
39
MARKTPANEL ENERGIECONSULENTEN Door Arie Kroon Arie Kroon is energieconsulent en lid van AEC, www.energienulhuis-kroon.nl
N u l ene rgiewoning: ops l ag essentiee l
Nulenergiewoningen zijn in de praktijk allang mogelijk. Kwestie van goed isoleren en energie opwekken met duurzame bronnen zoals de zon of warmte uit de bodem. Een goedwerkende opslag van energie is onontbeerlijk, zo blijkt uit een recente evaluatie van de eerste nulenergiewoning in Woubrugge door Ecofys en Energieadviesbureau Kroon. Aan de Vierambachtsweg in Woubrugge staat Nederlands eerste nulenergiewoning, een woning die net zoveel energie verbruikt als dat het opwekt. Al in 1991 is met de bouw begonnen en vanaf 1993 is het huis bewoond. In principe heeft het huis geen energie nodig van het net. Er is wel een normale elektriciteits- en gasaansluiting aangelegd om bij een tijdelijk energietekort terug te vallen op het net. Ook is het hierdoor mogelijk om een deel van de eigen stroom in te ruilen voor gas om CV en tapwater in de woning goed te verwarmen. Bij het ontwerp van de nulenergiewoning is de energievraag zoveel mogelijk beperkt. Dit is gebeurd door de warmteverliezen te minimaliseren door een compacte 40
juli/augustus 2009
bouw en optimale isolatie van het huis, een zeer goede kierdichting en toepassing van energiezuinige apparaten. Om zo optimaal mogelijk met de energie om te gaan zonder verlies van comfort zijn een gebalanceerde mechanische ventilatie met warmteterugwinning, een hoogrendementsketel voor lucht- en vloerverwarming en radiatoren en een tegelkachel voor houtstook aangebacht.
Zonnedak
De energieopwekking gebeurt voor het grootste deel met PV-modules (elektriciteit) en zonnecollectoren (warmte) op het dak, dat op het zuidwesten is gericht. Deze kunnen circa 3300 kWh aan energie leveren, terwijl de bewoners ongeveer 1500 kWh stroom en 600 m3 gas nodig hebben. De meeste energie wordt opgewekt in de zomer; het energieoverschot wordt in de winter benut. Dit is mogelijk dankzij opslag van zonnewarmte in een goed g soleerd vat van 1600 liter water. Naverwarming van tap-, spoel- en ruimteverwarmingscircuits gebeurt in een indirect gestookte boiler. Uit metingen door Ecofys blijkt dat de abso-
lute opbrengst van de zonnecollectoren gemiddeld vrij laag is (163 m3/jaar, in 1995 178 m3) door de lage warmtevraag (zowel warmtapwater als CV). Het warmwaterverbruik was gemiddeld 48 liter/dag van 60oC (warm tap- en warm spoelwater). Daarna is het gebruik nog verder gedaald tot gemiddeld 39 liter/dag (in 1995 42 l/dag). Relatief gezien is de zonbijdrage redelijk. De bijdrage in de warmwatervraag is over het jaar gemiddeld 62 procent. De zonbijdrage aan de totale warmtevraag is 24 procent. Ook het PV-systeem is doorgelicht. De oorspronkelijk verwachte opbrengst van ruim 3000 kWh is in eerste instantie niet gehaald. Wel hebben de veranderingen in het systeem tot verbeterde opbrengsten geleid. In 1993 leverde het systeem 2237 kWh en in 1994 2675 kWh. De opbrengstfactor was daarmee 0,69. Extra maatregelen hebben voor 1995 geresulteerd in een opbrengst van 2905 kWh. In 2000 zijn 8 m2 zonnecollectoren vervangen door PV-panelen. Deze aanpassing heeft tot een hogere energieopbrengst geleid.
Opslag
De opslag van zonnewarmte in de vorm van heet water valt tegen wegens warmteverlies, ondanks de goede isolatie van het vat. De opslag heeft hierdoor in de eerste jaren niet optimaal gefunctioneerd. Dit is opgelost met een warmtewisselaar die direct collectorwarmte van hoge temperatuur aan de naverwarmer (boiler) toevoert. Daarnaast worden de opslagwarmteverliezen van de zonneboiler via mechanische afzuiging met warmteterugwinning teruggewonnen en benut voor ruimteverwarming in het stookseizoen. Deze energiebesparingsmaatregelen hebben geleid tot een aanzienlijke vermindering van het energiegebruik. De energieproductie is minder dan verwacht, maar door besparingsmaatregelen is de nulenergiebalans toch gehaald zonder in te boeten op comfort.
MARKTPANEL juridisch Ewoud de Vries Mr. E.A. de Vries is advocaat bij Norton Rose LLP
Het nieuwe m arkt m o d e l – invoe r in g van het l everanciersm o d e l Vanwege de verantwoordelijkheid van de leverancier voor het factureringsproces en de vervaltermijn voor facturen van twee jaar, is het voor de leverancier zaak ruim voor de inwerkingtreding op 1 juli 2010 van de Wijziging van de Elektriciteits- en Gaswet1 zijn administratieve processen goed op orde te hebben. Op 3 juli 2008 is het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteits- en Gaswet ter verbetering van de elektriciteit- en gasmarkt (‘Wetsvoorstel’) aangenomen door de Tweede Kamer. Met het Wetsvoorstel wordt een nieuw marktmodel voor de kleinverbruikers van elektriciteit en gas g ntroduceerd. Het nieuwe marktmodel beoogt de administratieve processen van de levering van elektriciteit en gas te vereenvoudigen door i) de invoering van de slimme meter, ii) het verplichte leveranciersmodel en iii) de invoering van het capaciteitstarief. De verplichte invoering van het leveranciersmodel vormt de kern van het nieuwe marktmodel. De slimme meter kwam in deze context in het decembernummer al aan bod. Met de liberalisering van de energiemarkt voor kleinverbruikers in 2004 hebben kleinverbruikers de mogelijkheid gekregen zelf hun leverancier voor elektriciteit en gas te kiezen, maar een gebrekkige administratieve afstemming tussen de netbeheerders en de leveranciers belemmerde de consumenten in deze vrijheid. En door de introductie van verschillende contractmodellen konden de kleingebruikers niet onderscheiden waar de taken van de leverancier ophielden en die van de netbeheerder begonnen. Bijvoorbeeld: bij het netbeheerdersmodel krijgt de kleinverbruiker een leveringsnota van de leverancier en een transportnota van de netbeheerder en bij het leveranciersmodel krijgt de kleinverbruiker van zijn leverancier één nota voor
de kosten van levering en transport. De verschillende contractmodellen die door de verschillende leveranciers in een bepaald netwerkgebied gehanteerd worden, moeten allemaal door de desbetreffende netbeheerder in dat gebied beheerd worden, zodat er bij de netbeheerder verschillende administratieve systemen naast elkaar bestaan. Deze verschillende systemen zijn niet alleen (onnodig) kostbaar, ze kunnen ook gemakkelijk leiden tot administratieve fouten. Bovengenoemde mankementen worden verholpen met de invoering van een verplicht contractmodel. Het Wetsvoorstel voorziet er dan ook in dat kostenbesparingen van de netbeheerder direct leiden tot een verlaging van de transporttarieven. Nu de kleinverbruikers in de geliberaliseerde energiemarkt hun leverancier kunnen kiezen, is de keuze voor het leveranciersmodel logisch. In het nieuwe marktmodel is de leverancier verantwoordelijk voor de facturering, maar tegelijk ook het aanspreekpunt voor vragen en klachten.
Capaciteitstarief
Bij de facturering brengt de leverancier naast de eigen leveringskosten ook de periodieke netwerkkosten namens de netbeheerder op basis van het zogenaamde capaciteitstarief in rekening bij de kleinverbruiker. Het capaciteitstarief is een vast tarief dat wordt berekend voor het transport van gas en elektriciteit, afhankelijk van de capaciteit van de aansluiting. De invoering van het capaciteitstarief is een randvoorwaarde voor het leveranciersmodel. De netbeheerder en de leverancier wisselen door dit vaste bedrag minder gegevens uit, met als gevolg minder kans op fouten. Met de invoering van het capaciteitstarief is de leverancier verantwoordelijk voor een tijdige en juiste facturering van de kleinverbruikers; de netbeheerder heeft immers
geen verbruiksgegevens van de kleinverbruikers meer nodig. Het capaciteitstarief is reeds per 1 januari 2009 door middel van een Ministeriële Regeling landelijk ingevoerd. Voor de consument kan deze koppeling bevrijdend werken. Indien de leverancier bijvoorbeeld failliet gaat, heeft een kleinverbruiker de periodieke netwerkkosten al betaald aan zijn leverancier en hij hoeft deze kosten niet nogmaals aan de netbeheerder te betalen.
Vervaltermijn en verjaringstermijn
Op grond van het Wetsvoorstel geldt er een vervaltermijn van twee jaar waarbinnen de leverancier de verrichte dienst dient te factureren. Door het ongebruikt verstrijken van de vervaltermijn vervalt het recht om alsnog de kosten van een verrichte dienst te factureren. Als het bedrag binnen die twee jaar is gefactureerd, dan is het verjaringsregime van toepassing. Daarin moet binnen twee jaar worden betaald, tenzij de consument bijvoorbeeld in een schuldhulpverleningstraject terecht komt, in dat geval wordt er weer een nieuwe verjaringstermijn ingesteld. Uit kamerstukken bij het Wetsvoorstel volgt verder dat de leverancier – indien de kleinverbruiker ontkent een factuur te hebben ontvangen – moet aantonen dat de factuur in een gesystematiseerde stroom is aangemaakt en verzonden. Zoals boven reeds gesteld zijn de verantwoordelijkheid van de leverancier voor het factureringsproces en de vervaltermijn van twee jaar belangrijke redenen om ruim voor de inwerkingtreding van het leveranciersmodel de administratieve (incasso)processen en systemen op orde te hebben. (Endnotes) 1 Kamerstukken II 2007/08, 31 374
juli/ augustus 2009
41
MARKtPANEL EMISSIEHANDEL Door Jos Cozijnsen Jos Cozijnsen is consultant emissierechten, www.emissierechten.nl
Analisten verwachten geen explosie CO 2 -prijs Het Internationaal Energieagentschap (IEA) stelde op een conferentie in Kuala Lumpur dat de klimaatpolitiek van 40 procent reductie in 2020 en 80 procent in 2050 tot een explosie van de CO2-prijs leidt van 120 euro in 2030. De prijs is nu iets boven 13 euro per ton CO2. Maar analisten geven aan dat het zo’n vaart niet zal lopen. De IEA denkt dat de CO2-prijs flink stijgt als niet massaal wordt ingezet op nieuwe kerncentrales en windparken in met name China, India en Rusland. Deze prijsverwachting komt menigeen wat hoog voor. “De modellen voor de CO2prijs kloppen niet”, zegt Albert de Haan, voormalig directeur European Climate Exchange in het FD van 9 juni en “De IEA wil gewoon een signaal afgeven dat klimaatbeleid niet effectief is,” aldus Hans Grünfeld. Analistenburo Pointcarbon uit Oslo schatte in dat de CO2-prijs in 2016 hooguit op 65 euro komt en stelt dat er eerder kans is op een prijs van 30 euro als de Europese en Amerikaanse emissiehandelssystemen gekoppeld zijn. Het Amerikaanse Environmental Defense Fund kwam in mei 2008 hooguit op een prijs van 45 euro in 2030 als de OESO-landen samen een reductie van 80 procent nastreven in 2050. Bij de berekening van de effecten van de Waxman bill, het voorstel voor een Amerikaans emissiehandelssysteem, komt het Amerikaans Milieuagentschap (EPA) tot een CO2-prijs in 2020 van hoogstens 20 euro als 20 procent van de reducties uit het buitenland gehaald wordt. De door het IEA voorspelde prijsexplosie ligt niet erg voor de hand. Er is nog een groot potentieel aan goedkopere opties, zoals het McKinsey-plaatje laat zien.
42
juli/augustus 2009
De curve laat reductieopties zien van energiebesparing, waarmee men geld verdient tot 100 euro per ton (lin-
kerhelft van de curve) tot verbeteren van bestaande centrales, zonne-energie en CO2-opslag tot 60 euro per ton
(aan de rechterkant). Alle opties samen bereiken 38 Gton CO2. Dat is noodzakelijk volgens McKinsey om onder 2 °C
temperatuurstijging te blijven.
Mondiale kostencurve met beschikbare CO2-emissiereducties tot 2030, ontwikkeld door McKinsey en Partners.
Klein miljard
Milieuminister Jacqueline Cramer gaf in een notitie aan de Tweede Kamer aan dat volgens een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Nederland haar Kyoto-doelstelling makkelijk haalt en wellicht zonder CO2-credits in het buitenland te hoeven kopen. Door de huidige recessie neemt in meerdere sectoren de productiviteit af en dalen de CO2-emissies met 4 tot 5 procent. Met haar klimaatmaatregelen moet Nederland jaarlijks 20 miljoen ton in het binnenland besparen van 2008 tot 2012. Begroot was dat jaarlijks 20 miljoen ton moest worden bijgekocht of g nvesteerd in CO2-projecten in ontwikkelingslanden en Oost Europa. Minister Maria van der Hoeven tekende
begin dit jaar nog een contract met Letland voor een paar miljoen ton CO2-rechten. Maar door de recessie is dat wellicht niet nodig en houdt Nederland tot 2013 een kleine miljard euro – in de vorm van credits – over. Ook worden minder duurzame langetermijninvesteringen gedaan en reductiemaatregelen uitgesteld.
Stijgende prijs
Het aantal beschikbare CO2-rechten neemt voor bedrijven vanaf 2013 jaarlijks af met 1,74 procent. En omdat de energiesector 100 procent en de industrie een toenemend percentage van de emissierechten op de veiling moet kopen zal de CO2-prijs na 2012, snel stijgen.
MARTKPANEL CONSULTANTS Door Wilfred van der Plas ing. Wilfred van der Plas is regioconsulent en subsidieadviseur bij het CO2-servicepunt, www.CO2-servicepunt.nl
CO 2 -monitoringtool brengt effect van klimaatbeleid per gemeente in kaart Het CO2-Servicepunt heeft een webbased monitoringtool voor CO2-reductie voor gemeenten ontwikkeld. Het CO2-Servicepunt is het team van de provincie Noord-Holland dat de gemeenten van Noord-Holland begeleidt in de uitvoering van klimaatbeleid. De monitoringtool presenteert de resultaten van het Noord-Hollandse klimaatbeleid. Ook de drie noordelijke provincies (Friesland, Groningen en Drenthe) maken hiervan inmiddels gebruik. In samenwerking met de gemeenten van Noord-Holland en provincie zijn de gegevens in een database verzameld en gevisualiseerd op een kaart van de provincie. Enerzijds op basis van concreet uitgevoerde projecten en anderzijds door een indicatie van de activiteiten die een gemeente ontplooit. Daarbij is als insteek gekozen het model met de binnen de provincie beschikbare projectinformatie te vullen, vervolgens aan de gemeenten te presenteren en de gemeenten de mogelijkheid te bieden via een website aanvullingen te doen. De eerste twee stappen zijn bedoeld om de gemeenten te inspireren op elkaars inspanning en ook aan te zetten tot aanvulling van de database. Dit heeft gewerkt, aangezien de gemeenten vervolgens met monitoring aan de slag zijn gegaan. Bij het invoeren van inspanningen hoeft men alleen maar aan te klikken aan wat voor soort activiteiten gewerkt wordt. Dit worden automatisch voorgedefinieerde activiteiten. Het monitoringsysteem biedt de mogelijkheid actieplannen op gebied van klimaatbeleid van gemeenten en provincies te monitoren. Zo wordt met het systeem bijvoorbeeld het Energieakkoord van de vier noordelijke provincies gemonitord. De SLOK is integraal onderdeel van het systeem, wat de mogelijkheid biedt om ook
op die thema’s de inspanningen inzichtelijk te maken.
Projecten in beeld
Het systeem is geschikt voor het vastleggen van projecten en inspanningen. De inspanningen resulteren in projecten die door provincies en gemeenten of de markt worden gerealiseerd. Die projecten hebben een bepaalde CO2-besparing tot gevolg. Op basis daarvan is bijvoorbeeld inzicht te krijgen in de inspanningen per gemeente en de procentuele verdeling van energiebesparing en duurzame energie. Na het ingeven van deze informatie wordt de CO2-reductie van het project bepaald en het project toegevoegd aan de database. Het project is daarna ook nog te bewerken. Het toevoegen van een project is minutenwerk. Voorwaarde is wel dat projectgegevens beschikbaar zijn.
Onderling vergelijkbaar
Het systeem maakt gebruik van provinciaal en landelijk beschikbare data en is inmiddels bijvoorbeeld voorzien van alle windlocaties in Nederland. Daarnaast is een koppeling gemaakt met de labeldatabase van SenterNovem. Waar mogelijk wordt in de toekomst nog een koppeling gemaakt met andere systemen. De rekenkern (voorzien van tientallen
maatregelen) achter de presentatie van het resultaat op basis van een bepaalde invoer wordt objectief vastgesteld en is ontleend aan geaccepteerde (monitoringsprotocollen en publicaties van SenterNovem) en wetenschappelijke gefundeerde bronnen. Dit maakt de resultaten onderling vergelijkbaar en voorkomt discussie over het gepresenteerde resultaat. De rekenkern wordt ‘up to date’ gehouden. Het webbased systeem maakt voor presentatie onder meer gebruik van Google Maps. Daarin worden de resultaten per gemeente gepresenteerd. Het systeem is ontwikkeld met het oog op een objectieve en aantrekkelijke presentatie van resultaten. Die objectiviteit wordt bepaald door het vergelijkbaar inzichtelijk maken van inspanningen en resultaten. Dit monitoringssysteem kan flexibel inspelen op de vraag, waarna het verschillende visualisaties of rapporten genereert. Het ene moment is het voor een wethouder of gedeputeerde van belang de inspanning te laten zien, een ander moment speelt het aantal projecten in een bepaalde categorie een rol.
juli/ augustus 2009
43
MARKTPANEL overheid Door Klaas van der Sterren Klaas van der Sterren is programma-adviseur MJA bij SenterNovem (ketenefficiency).
V e r bete rde biop l ast ics zor gen voo r b red ere toepasbaa r h e id Bioplastics kunnen door diverse aanpassingen beter geschikt worden gemaakt voor verwerking op folieblaas- en filmgietmachines. Bovendien valt er onder meer door het toevoegen van masterbatches te spelen met de recepturen van de bioplastics, waardoor verschillende eindproducten ontstaan met verschillende eigenschappen in stijfheid, sterkte en transparantie. Dit blijkt uit een studie, uitgevoerd door SenterNovem en onderzoeksinstituut Wageningen Universiteit & Research Centrum – BioBased Products (WUR BBP), in samenwerking met zeven producenten van kunststof folies. Bioplastics – in het bijzonder polymelkzuur of PLA, met als oorspronkelijke grondstof zetmeel uit bijvoorbeeld m s – zijn op de conventionele machines voor de productie van kunststof folies niet goed te verwerken. WUR BBP inventariseerde additieven zoals weekmakers en scheur- en valsterkteverbeteraars die het basismateriaal PLA kunnen upgraden waardoor ze wél op de conventionele apparatuur kunnen worden verwerkt. Deze folies zijn met toevoeging nog steeds bio-based en biologisch afbreekbaar.
Verdere ontwikkeling
Op basis van deze nieuwe inzichten zijn proeven uitgevoerd bij Oerlemans Plastics en AEP Flexible packaging. De bedrijven zijn enthousiast over de resultaten en hebben inmiddels besloten verschillende kunststof folies verder te ontwikkelen. Patrick Verschaeren van Oerlemans Plastics: “De uitkomsten van de studie geven een impuls aan de verdere ontwikkeling van ons productenpakket én we spelen in op de trend van vervanging van ‘petroleum based’ verpakkingen. Dat sluit ook aan bij ons streven naar duurzame verpakkingen.” Eddy Hilbrink van AEP Flexible packaging 44
juli/augustus 2009
Folieblaasproces van PLA zonder additieven
Folieblaasproces van PLA met additieven (stabiel).
ziet ook mogelijkheden: “PLA gaf voorheen veel verwerkingsproblemen. Door toevoeging van additieven wordt het materiaal flexibeler en sterker. We gaan nu verder met doorontwikkeling van PLA en richten ons vooralsnog op de doorlaatbaarheid van waterdamp. Dat biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld producten te drogen in de verpakking.”
bespaard omdat voor diverse toepassingen dunnere folies kunnen worden gebruikt. Bioplastics zijn op dit moment nog duurder dan conventionele kunststoffen. De verpakking is echter slechts een relatief klein deel van de uiteindelijke productprijs. De 'winst' zit hem hierbij in de marketingmogelijkheden van het groene verpakkingsimago. De foliefabrikanten onderzoeken mogelijkheden om met dezelfde en nieuwe partners een vervolgstudie uit te voeren. Tevens liggen er plannen om vergelijkbare onderzoeken op te starten voor andere kunststof productgroepen, zoals thermovorm, spuitgiet, composieten en biobased polyolen voor PUR.
(instabiel).
Energiebesparing
In totaal namen zeven producenten van bioplastics deel aan de studie: Fardem Packaging, Krehalon Industrie, Velsen Flexoplast, Sylvaphane Plastics, Stempher, Oerlemans Plastics en AEP Flexible packaging. De bedrijven nemen deel aan de Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA) van SenterNovem. Dit programma faciliteert bedrijven bij het realiseren van energie-efficiencyverbetering. De inzet van bioplastics is vooral beter voor het klimaat omdat geen fossiele grondstoffen worden gebruikt. Bovendien wordt energie
Voor meer info: www.senternovem.nl/mja
MARKTPANEL juridisch Door Harm van Berkum Harm van Berkum (advocaat) is lid van de Energiegroep van Bird & Bird LLP
Bes ch erm ing van te c h no lo gie a ls p ij le r voo r alte rnatieve ener gie Niet alleen de ontwikkelaars van technologie maar ook geldverschaffers zoals venture capital spelers en de overheid onderkennen niet altijd het belang van IP in de sector van de duurzame energie. Deze partijen zouden voorafgaande aan hun investeringen en subsidieverstrekkingen meer onderzoek moeten verrichten. In juni 2008 schreef Sir Geoffrey Carr in de Economist “The next technology boom may well be based on alternative energy”. Hij doelde hiermee op de enorme toename van technologische ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie. Deze ontwikkelingen worden gedreven om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Enerzijds omdat op enig moment een einde zal komen aan de beschikbaarheid van die brandstoffen en anderzijds om de emissie van met name kooldioxide terug te brengen.
Kapitaal en olieprijs
De ontwikkeling van de beste nieuwe technologieën en het gebruik daarvan hangt sterk af van een aantal omstandigheden en uitdagingen. Allereerst is er een sterke afhankelijkheid van economische omstandigheden. Ik doel hier onder andere op de prijs van olie (en daaraan gekoppeld gas) en de beschikbaarheid van kapitaal. De prijs van olie is het afgelopen jaar dermate gezakt dat een groot aantal alternatieve technologieën momenteel niet economisch verantwoord is. De onzekerheid over hoe de prijs van olie zich zal ontwikkelen (zie een rapport hierover van McKinsey uit april 2009) in de komende jaren draagt daar nog eens aan bij. Als gevolg van de financiële crisis is voorts minder kapitaal beschikbaar en zijn de voorwaarden waaronder gelden beschikbaar worden gesteld behoorlijk aangescherpt. Econcern heeft dit aan den lijve ondervonden.
Voorts zal het politieke klimaat van enorme invloed zijn op technologische ontwikkelingen. De politiek bepaalt immers vooralsnog in grote mate hoeveel geld beschikbaar is voor subsidies en andere stimuleringsmaatregelen en voor welke technologieën. Dat politici zich daarbij sterk laten leiden door opportunistische en weinig realistische overwegingen moge wel blijken uit het recentelijk verschenen online boek Sustainable Energy - without the hot air (www.withouthotair.com). De politiek heeft ook een grote invloed op de infrastructuur die vereist is voor toename van alternatieve energie. Het elektriciteits- en gasnetwerk zal makkelijk en betaalbaar toegankelijk moeten worden gemaakt. Vragen als bijvoorbeeld wie voor aansluiting op het netwerk betaalt en welke eisen aan invoeding van groengas op het netwerk worden gesteld, zijn zeer actueel. Maar ook besluitvorming door centrale en lokale overheden ten aanzien van ruimtelijke ordening en milieu spelen een belangrijke rol.
Octrooien
Een andere belangrijke voorwaarde waar ik wat langer bij wil stilstaan is de bescherming van technologie. Technologie is van groot belang voor innovatie. Indien technologie niet wordt of kan worden beschermd bedreigt dit aanzienlijk de ontwikkeling van technologie en uiteindelijk de groei van ondernemingen en de economie. De belangrijkste vorm van bescherming van technologie is intellectuele eigendom (IP) en met name het octrooi. Op zich lijkt dit belang op basis van het aantal octrooiaanvragen door de sector te worden onderkend. Zo heeft bijvoorbeeld het aantal aanvragen gerelateerd aan windtechnologie een jaarlijkse toename van 31 procent gekend. Wat vanuit onze ervaring echter nog
onvoldoende doorgedrongen is tot deze relatief nieuwe sector is dat het niet alleen van belang is om eigen technologie met meer dan alleen octrooien te beschermen maar tevens om strategisch na te denken over IP. Voor wat betreft bescherming van eigen technologie zien we dat vooral bij start-ups gebrekkige bescherming van fysieke toegang tot werkomgevingen bestaat, arbeidsovereenkomsten met werknemers onvoldoende voorzien in bescherming van ontwikkelde knowhow en toegang tot IT-systemen van buitenaf en intern onvoldoende is beperkt. Voorts is het besef van het belang van opbouw van een strategische IP portefeuille onvoldoende aanwezig. Op zich is het hebben van een octrooi op een nieuwe technologie om energie op te wekken heel mooi. Maar als voor het bouwen van het product waarmee die energie moet worden opgewekt tevens gebruik moet worden gemaakt van technologie die in handen is van concurrerende derden dan kan het zo maar zijn dat het product nooit de markt haalt omdat de derde weigert een licentie te geven of daarvoor teveel vergoeding vraagt. Tevens zou actief kunnen worden gezocht naar IP die kan worden aangeschaft om het concurrenten moeilijker te maken om de markt te betreden. Indien onvoldoende middelen aanwezig zijn kan gedacht wordt aan het samen optrekken met andere ontwikkelaars en/of houders van IP rechten.
juli/ augustus 2009
45
Vooruitblik
nr 9
Nieuw: Jaaruitgave Inkoop van energie! Hoe houdt u greep op de kosten? De liberalisering van de energiemarkt heeft niet geresulteerd in lagere prijzen. Integendeel:
Stijgende belangstelling voor schilisolatie van gebouwen
Toeleveranciers van de bouwnijverheid zijn klaar voor verdere aanscherping van de EPN. Vloeren met hoge isolatiewaarde, thermisch onderbroken kozijnen en drielaags beglazing zijn al volop te koop. Trias Energetica zegeviert. “Gezond boerenverstand komt weer om de hoek kijken.”
afnemers zien zich geconfronteerd met sterk stijgende energienota’s. Van een inkoper wordt nu veel gevergd. Hoe houdt u greep op de kosten van energie?
Elektriciteit en gas: lastig om in te kopen! De toenemende belangen en complexiteit maken het voor elke afnemer van belang om inkoopexpertise op te bouwen. Dat kan met de Jaaruitgave Inkoop van energie. Kern van het boek is de vraag hoe energie voor een zo laag mogelijke prijs kan worden ingekocht vanuit een visie en zonder onverantwoorde risico’s.
En verder: Nieuwe kolencentrales in Groot-Brittannië alleen nog met CCS
Vergunningen voor nieuwe kolencentrales in Groot-Brittannië kunnen voortaan alleen worden verleend, als ze (achteraf) kunnen worden voorzien van een afvanginstallatie voor CO2. En binnen vijf jaar nadat de technologie zowel commercieel als technisch bewezen is verklaard, moet CO2-afvang volledig worden toegepast.
Nieuwe druk!
Bestelcode: 97 890 12 12886 5 Prijs: � 49.50
Feed-in SDE biedt nog onvoldoende zekerheid
De aangekondigde opslag op de elektriciteitsrekening voor de financiering van de Subsidieregeling Duurzame Energie valt in goede aarde bij zowel bedrijven die zich bezighouden met duurzame energie als bij het MKB. De industrie vindt het ook een goed idee, mits zij vrijgesteld blijft van een opslag. Het door Economische Zaken geplande behoud van een maximum aan de budgetten wordt minder gewaardeerd. EnergieGids.nl nummer 9 verschijnt op 4 september
46
juli/augustus 2009
Bestel via www.sdu.nl/energie Mail naar
[email protected] Of bel 070-378 98 80 Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel
Handvat voor verantwoord en strategisch inkopen van gas en energie.
e iti ed dan ten 5e er san e M xpo e 0 25
. r e ig in u z n a k t e H . r e ig Het moet zuin ! n e d e h jk li e g o m w Ontdek u
di t/m do 10.00 - 18.00 uur - meer info/toegang zie www.energievakbeurs.nl
Duurzame oplossingen op het dak / Witte daken Witte dakbedekking reflecteert zonlicht en kan de kosten voor koeling tot wel twintig procent reduceren. Dit is merkbaar in de energiekosten.
/ Groendaken Sedumdaken hebben een isolerende werking op warme dagen, beschermen de dakbedekking én vormen een buffer bij overtollig regenwater.
/ Warme daken Energie- en kostenbesparingen beginnen bij goede isolatie; niet alleen voor stoken in de winter, maar ook voor koelen in de zomer.
/ Energiedaken Stroom of warmte opwekken met zonnepanelen of zonnecollectoren. Consolidated brengt energiesystemen aan op daken.
www.consolidated.nl