NR. 1
2011
UTRECHT
Het ‘merk’ Utrecht (nog) beter
op de kaart zetten
Centrum voor Bedrijfsopvolging
Correct, vastbesloten en vasthoudend
••••••••••••••••
Duurzaam ondernemen is de som der totalen
Vrijwel geen loonstijging in 2011
WWW.ONDERNEMERSBELANG.NL het ONDERNEMERS BELANG
het
Inhoud
ONDERNEMERS B E L A N G
Het Ondernemersbelang van Utrecht verschijnt vijf keer per jaar.
CENTRUM VOOR BEDRIJFSOPVOLGING
Achtste jaargang, nummer 1, 2011 OPLAGE 4.000 exemplaren Coverfoto: Rob Eradus, voorzitter VNO-NCW Fotografie: Ruud Voest UITGEVER Jelte Hut Novema Uitgevers BV Postbus 30 9860 AA Grootegast Weegbree 1 9861 ES Grootegast T 0594 – 51 03 03 F 0594 – 61 18 63
[email protected]
06
HET ‘MERK’ UTRECHT (NOG) BETER OP DE KAART ZETTEN
WEBSITE www.ondernemersbelang.nl/utrecht EINDREDACTIE Myra taal&tekst T 0594 – 61 47 14 M 06 – 22 99 33 74
[email protected]
08
VORMGEVING & LAYOUT VDS Vormgeving, Drachten
10
FOTOGRAFIE Nico de Beer Martin Droog Marco Magielse Ruud Voest REDACTIE Myra Eeken-Hermans (eindredactie) Jerry Helmers (Crown Media) Jeroen Kuypers Jelmer van Nimwegen Astrid Potters – Maer TexxT Erik van Raalte (landelijk), Henk Roede (strip) André Vermeulen Pam van Vliet (columniste) ISSN:1873 - 7498 ADRESWIJZIGINGEN Adreswijzigingen, veranderingen van contactpersoon of afmeldingen kunt u per mail doorgeven aan Tiny Klunder,
[email protected]. Vermeldt svp ook de editie er bij, die vindt u bovenaan in het colofon. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van de advertenties.
02
het ONDERNEMERS BELANG
Het Utrechtse bedrijfsleven is eerder en minder geschonden uit de recessie gekropen dan verwacht. Dat betekent dat twee problemen die door de economische teruggang tijdelijk wat naar de achtergrond waren gedrongen ook weer sneller in het blikveld zullen komen: de bereikbaarheid van de stad en de aankomende krapte op de arbeidsmarkt. VNO-NCW Midden/Utrecht is een ondernemersvereniging die problemen niet alleen tijdig signaleert maar ook actief meewerkt aan oplossingen.
WILLEMS GERECHTSDEURWAARDERS EN INCASSO, UTRECHT
BLADMANAGER Daniël Stalman T 0594 - 51 03 03
DRUK Scholma Druk, Bedum
Vroeger starten met stoppen: goed proces, betere opvolger en beste prijs! DGA’s willen altijd volle kracht vooruit, dat is nu eenmaal hun natuur. Of het nu mannen of vrouwen zijn. Gas terugnemen, afstand nemen en stoppen is voor later. Komt vanzelf wel een keer. De ruim 10-jarige ervaring van Centrum voor Bedrijfsopvolging in Maartensdijk leert echter dat de beste verkoopresultaten worden behaald als het opvolgingsproces rustig de tijd krijgt om zich te voltrekken. Zeven jaar is ideaal.
Correct, vastbesloten en vasthoudend. Wanbetalers vormen een toenemende bedreiging voor de solvabiliteit van een op zichzelf gezond bedrijf. De betaalcultuur van Nederlandse bedrijven is tanende: betalingstermijnen worden met steeds groter gemak en minder excuses overschreden. Willems Gerechtsdeurwaarders en Incasso helpt crediteuren van hun wan betalers af.
DUURZAAM ONDERNEMEN IS DE SOM DER TOTALEN
12
Jarenlang was de overheid de grote aanjager als het op duurzaam ondernemen aankomt, nu heeft het bedrijfsleven het stokje overgenomen. Sommige ondernemingen lopen daarbij tegen investeringsdrempels en technologische plafonds aan, maar steeds meer ondernemers ontdekken ook dat subsidies niet zaligmakend zijn en dat de (ecologische) winst die met duurzaamheid te behalen valt evenzeer in een verandering van het gedrag als in een vergroening van de techniek zit.
Colum ■
En verder
Problemen bestaan niet
04
Nieuws
Hoewel er vorig jaar bijna 7000 faillissementen te betreuren
11
Meer kwaliteit binnen hetzelfde budget
in de problemen te zitten. Problemen bestaan niet in het
15
Ondernemerspanel: 2011 wordt een veel beter jaar!
bedrijfsleven. Uitdagingen des te meer. Wat men vroeger
16
Huwelijkse voorwaarden, toch niet beschermd bij faillissement
viewde laatst een manager van een offshorebedrijf. In zijn
17
Scoor je Baan
project zat van alles tegen. Er vielen dingen uit kranen,
18
Communicatie is de basis voor succes
ging optrad, er was groot tekort aan capabel personeel, het
19
No nonsense certificering voor het MKB
weer was beroerd, kortom, meneer de manager kreeg te-
waren, zul je nooit een bedrijf tegenkomen dat toegeeft
een probleem noemde, heet nu een uitdaging. Ik inter-
materialen werden niet op tijd geleverd zodat er vertra-
genslag op tegenslag te verwerken. ‘Dat is een behoorlijke
20
Technisch vernuft en menselijke maat vormen ideaal beveiligingsduo
opeenstapeling van problemen’, constateerde ik, driftig meeschrijvend. ‘Schrijf dat maar niet op in je artikel, was zijn antwoord. ‘Ik zie het liever als uitdagingen die we het hoofd gaan bieden.’ Een schip dat is vastgelopen op een ondiepte? Een uitdaging om los te komen! Moordende concurrentie en een steeds legere orderportefeuille? Toch je personeel uitbetalen, dat is jouw uitdaging. Een dakloze zwerver in de winter? Zijn uitdaging is het om warm te blijven. Gek word ik van al die uitdagingen. Of challenges, nog erger. Als je iets nóg mooier wilt
■
In het hartkatern
voordoen dan het is, moet je het in het Engels doen. Zo zijn er nog veel meer lege clichébegrippen. Woordinflatie! Ik noem een paar willekeurige voorbeelden.
Vrijwel geen loonstijging in 2011 De salarissen in het bedrijfsleven zijn in 2010 ondanks de Crisis met zo’n 3 procent gestegen. Dat is meer dan in 2009. Vooral in de horeca, de transportsector en de communicatiedienstverlening stegen de loonkosten. Voor dit nieuwe jaar verandert deze trend in het voordeel van ondernemers: verdere loonstijging zit er niet in. “Steeds meer bedrijven halen mensen uit China en India. Dit soort ontwikkelingen heeft natuurlijk invloed op de salarissen. Kwestie van vraag en aanbod”, aldus Loes de Cock, managing partner van Eprom Organisatie Adviseurs in Den Haag.
- Bedrijven maken inhaalslag in training en opleiding - Tientallen lezers reageren op artikel “Tijd voor een mkb-bank” - GGN is streng, maar rechtvaardig
Innovatie. Alles en iedereen is innovatief bezig tegenwoordig. Andere verpakking om een toetje: pure innovatie. Een fiets zonder remmen: hartstikke innovatief. Een steunzeil op een tanker: innovatie. (Maar een zeilschip is ouderwets.) Proactief. Ander woord voor meer doen dan waar je voor betaald wordt. In je vrije tijd nadenken over uitdagingen van de baas, dat is waar de roep om proactiviteit vandaan komt. Co-creatie. Mooie omschrijving voor het verschijnsel dat je er zelf niet helemaal uitkomt en je opdrachtgever je moet helpen. Noem het co-creatie en hij denkt: hé wat leuk, ik mag meedoen. Vooral in de mode bij reclamebureaus. Dit is mijn laatste column voor dit blad. Dat geeft niks, het betekent voor mij een leuke uitdaging om
Speechen is een kwestie van taal en lichaamstaal Bijna geen ondernemer of manager ontkomt er aan: spreken in het openbaar. Een personeelsfeest, een productpresentatie of een vergadering met branchegenoten, de situaties waarop u het woord zou kunnen of moeten voeren zijn legio. Hoe vlotter de speech, hoe groter de kans dat ze het gewenste effect heeft. Veel ondernemers staan echter met het zweet in de handen voor een groep en zijn meer bezig met het beheersen van hun zenuwen dan de inhoud van hun presentatie. “Speechen is geen gave maar een kunde”, zegt Carl van de Velde, internationaal keynote speaker en oprichter van het gelijknamige training instituut.
elders een podium te vinden voor mijn schrijfsels. Ik ga daar op een proactieve, innovatieve manier mee aan de slag, waarbij ik niet vies ben van een stukje co-creatie. Iedereen hartelijk bedankt voor de aandacht en de vele reacties in mijn mailbox de afgelopen jaren. Ik heb met veel plezier voor het Ondernemersbelang geschreven. Pam van Vliet www.pamvanvliet.nl
het ONDERNEMERS BELANG
03
Nieuws Beste lezer van Het Ondernemersbelang Utrecht,
Fusie Flynth en GIBO Groep bereikt nieuwe mijlpaal
Hierbij laat ik u weten wat voor onderwerpen de komende 3 nummers van Het Ondernemersbelang Utrecht aan de orde komen:
De accountants- en adviesorganisaties GIBO Groep en Flynth hebben een nieuwe mijlpaal in het fusietraject bereikt. Besturen, aandeelhouders en ondernemingsraden van beide organisaties hebben hun goedkeuring gegeven aan deze fusie.
Nummer 2 is een themanummer over FC Utrecht. Daarnaast is er aandacht over duurzaam ondernemen. Ook komt er een interview met vice-voorzitter Michaël van Straalen van MKB-Nederland over het project ‘Excelleren.nu’. Met dit project worden mkb-bedrijven gestimuleerd meer te investeren in het scholen van medewerkers op de werkvloer. (Het project is een samenwerking tussen ministeries van OC&W en SZW en MKB Nederland).
Nummer 3 is een nummer over vastgoedontwikkelingen. Er komt, naast interviews en artikelen hierover, een rondetafelgesprek met een aantal bedrijven uit deze branche over de huidige ontwikkelingen in deze branche en lopende projecten van de verschillende bedrijven. Er is nog ruimte voor bedrijven om hieraan deel te nemen. Tevens een interview met algemeen directeur Titia Siertsema van de ondernemersorganisatie in de installatiebranche Uneto-VNI: www.uneto-vni.nl En: Dubbelinterview met voorzitter VNO-NCW Bernard Wientjes en voorzitter FNV Agnes Jongerius: Werkt het poldermodel nog wel?
Nummer 4 is een nummer met als thema de Houtense Ondernemersdag. 6 oktober vindt de nieuwe editie van de Houtense Ondernemersdag plaats in de Expo Houten. Dit wordt georganiseerd door de Gemeente Houten, Het Industrieel Kontakt Houten (IKH), de Ondernemerskring Kleine Kernen (OKK), de vereniging ZZP Houten en de Kamer van Koophandel Midden Nederland. Tevens een interview met de heer E. Schoemaker, algemeen secretaris Vereniging van Beveiligings Organisaties VvBO: www.vvbo.nl En: Interview met de heer Toon Naber, voorzitter / statutair directeur Koninklijke Horeca Nederland: www.khn.nl Als er bedrijven of instanties zijn die in één van de nummers willen deelnemen door middel van een interview of advertentie of bijvoorbeeld een persbericht kosteloos willen plaatsen, kunt u mij altijd bellen.
Met de nieuwe organisatie ontstaat de grootste nationale aanbieder van accountants- en adviesdiensten voor het MKB en de agrarische sector met ca. 35.000 klanten, 2.300 medewerkers, 80 vestigingen en 180 miljoen omzet. De fusie verloopt in twee fasen. Binnenkort treedt de eerste fase in werking door een aandelenfusie. Hierbij verwerft GIBO Groep alle aan-
Berk wordt Baker Tilly Berk Naamswijziging bevestigt positie als toonaangevend kantoor. Berk, één van de oudste landelijk opererende accountants- en belastingadvieskantoren in Nederland, voert vanaf 1 februari 2011 een nieuwe naam: Baker Tilly Berk. De naamswijziging is onderdeel van de strategie van Berk om zijn positie als toonaangevend kantoor voor de middenmarkt verder te versterken. Om goed aan te sluiten op de toenemende internationalisering in die markt vindt Berk het de hoogste tijd om ook in de naam uit te dragen dat het lid is van het wereldwijde netwerk Baker Tilly International.
Ik wens u veel leesplezier! De nieuwe strategie anticipeert op veranderingen in de markt. Het MKB -en vooral het middenbedrijf- wordt internationaler en vraagt daardoor
Daniël Stalman T 0594 - 51 07 86
[email protected]
delen in Flynth, daar staat tegenover dat de partners van Flynth een Goodwill Participatie Certificaat (GPC) verwerven. Houders van een GPC hebben recht op een jaarlijks winstrecht. De tweede fase vindt begin 2015 plaats. Naar verwachting vindt er dan een juridische fusie plaats, waarbij Flynth in GIBO Groep opgaat. GIBO Groep zal op termijn Flynth gaan heten. De vestigingen van Flynth worden geïntegreerd in de regiostructuur van de GIBO Groep. De huidige vestigingen van Flynth worden verdeeld in vijf regio’s. Op vestigingsniveau verandert er weinig. Uiterlijk 1 maart 2012 wordt het servicekantoor van Flynth met het hoofdkantoor van GIBO Groep in Arnhem samengevoegd.
steeds meer om grensoverschrijdende dienstverlening. Berk was in 1988 een van de oprichters van Baker Tilly International, een netwerk van onafhankelijke accountants- en belastingadvieskantoren met tegenwoordig 150 leden in 120 landen. Veel klanten van Berk worden via dat netwerk ondersteund bij hun activiteiten buiten de landsgrenzen. “Toch merken we dat die kant van onze dienstverlening onvoldoende bekend is. Nog te weinig klanten weten dat we al jaren lid zijn van een sterk internationaal netwerk”, onderbouwt Romke van der Veen, de nieuwe bestuursvoorzitter van Baker Tilly Berk, het besluit om van naam te veranderen. Meer informatie: www.bakertillyberk.nl.
MVB Koerier breidt uit MVB Koerier, het jonge koeriersbedrijf uit Utrecht , is verhuisd naar een groter pand op industrieterrein Oudenrijn in De Meern. Marco van Buren, de eigenaar en naamgever van het bedrijf verteld enthousiast: Het bedrijf is de afgelopen tijd, tegen de recessie in, sterk gegroeid. We waren toe aan een verdieping van onze activiteiten en
04
het ONDERNEMERS BELANG
in het nieuwe pand hebben we de mogelijkheid voor opslag en overslag naast onze koeriersdiensten. Ook bieden we via de website almijnzendingen.nu services aan voor goedkope overnightzendingen via TNT of DHL. We nodigen iedereen die geïnteresseerd is van harte uit voor een kopje koffie op Veldzigt 67. Of kijk eens op onze site mvbkoerier.nl.
Voeg ons ook toe op twitter:
@hobutrecht !
Advies vragen is een teken van sterkte Binnen bedrijven is de laatste 30 jaar veel veranderd. Deed men vroeger alles zelf, nu worden veel zaken uitbesteed. Het is heel normaal dat de accountant de jaarrekening opmaakt en belasting aangifte doet. Het is heel gebruikelijk dat ICT-systemen worden gekocht of de hele automatisering wordt uitbesteed. Het zelfde geldt voor de schoonmaak en beveiliging. Allemaal zaken waar de ondernemer terecht vaststelt: “Dit hoort niet tot de core business en dat kan ik beter uitbesteden. Dan kan ik me concentreren op datgene waar ik goed in ben.” Het maakt daarbij geen verschil of het nu een product of dienst betreft. Bovenstaande is in Nederland algemeen geaccepteerd. Het is heel logisch en herkenbaar dat een ondernemer geen kennis heeft van automatisering of beveiliging. Het beeld verandert opeens als het om het reilen en zelen van de hele onderneming gaat, of onderdelen daarvan. Als het niet zeker is of de juiste strategie is gekozen, of als de core business toch iets minder gaat dan verwacht, of als bepaalde processen niet naar wens lopen. De ondernemer heeft op dat moment behoefte aan reflectie, een sparringpartner of raad en advies. Onderzoek in Nederland heeft uitgewezen dat het merendeel van de
ondernemers geen advies vraagt of sparringpartner zoekt, omdat dat een teken van falen zou zijn. In Aziatische en Angelsaksiche landen is dit wel een algemeen aanvaard verschijnsel. Daar wordt het als een teken van kracht gezien om hulp te vragen. In Nederland wordt beperkt hulp gevraagd. En dat is jammer. Jammer, omdat, zo toont onderzoek ook aan, hierdoor ten onrechte te veel bedrijven failliet gaan of niet structureel beter worden. Dat had voorkomen kunnen worden als om hulp buitenaf was ingeroepen. Er zijn 3 belangrijke overwegingen voor ondernemers alvorens te besluiten om advies of hulp te vragen: Objectiviteit. Zullen eigen medewerkers minder onafhankelijkheid en nieuwe inzichten hanteren als een buitenstaander? Risico. Door externe expertise binnen te halen is de kans dat een project slaagt veel groter? Leren. Zal de kennis binnen onze organisatie verbeteren als gevolg van het gebruik van adviseurs? Als op deze 3 overwegingen het antwoord positief is, dan is het inroepen van adviseurs een teken van sterkte. Voor meer informatie: Philip de Winter, directeur Level45 Advies & Ondersteuning
[email protected], kantoor tel. 0297-256091
MeerBusiness Utrecht MeerBusiness is een uniek ondernemersplatform dat zowel regionaal als landelijk groeit en bloeit. De veertien verschillende regio’s opereren los van elkaar maar ook gezamenlijk. Zo hebben we in de afgelopen maanden vanuit MeerBusiness Nederland twee Masterlezingen georganiseerd, één met Carl van de Velde en één met Robert Benninga. Het netwerkmoment na de lezingen was een groot succes.
Word ook member Voor € 160,per jaar bent u member van MeerBusiness Utrecht. U profiteert dan van een actief zakelijk netwerk. Meldt u aan via de site of stuur een mailtje naar
[email protected].
Nieuwsbrief Wilt u op de hoogte blijven van alle MeerBusiness Utrecht evenementen, het actuele (zaken)nieuws en de regionale agenda ? Abonneer u dan op de digitale nieuwsbrief via www.meerbusinessutrecht.nl
Evenementen MeerBusiness Utrecht organiseert minimaal twaalf bijeenkomsten per jaar voor u als ondernemer, directeur of manager. Op deze sportieve-, sociale-, en informatieve bijeenkomsten ontmoet u andere ondernemers, directeuren en managers om kennis te delen, elkaar te inspireren en samen van gedachten te wisselen. Daarnaast vinden wij plezier maken en elkaar leren kennen ook belangrijk. Het programma van MeerBusiness Utrecht ziet er als volgt uit: 3 maart 2011 – van Diepen tafelvoetbaltoernooi 2011 6 april 2011 – Leven-lang-leren: Aqcuisitie 16 mei 2011 – Koken met ondernemers 21 juni 2011 – Utrechtse Ondernemersdag Wilt u member worden van MeerBusiness Utrecht en deze bijeenkomsten bijwonen, dan kunt u een mail sturen naar
[email protected]. Op onze website vindt u ook meer informatie over de evenementen.
Ondernemers.... gebruik Social Media!! De ontwikkelingen in Social Media gaan erg snel, dat bewijst het sterk groeiend aantal gebruikers en het aantal ondernemingen dat hierop inspeelt. Wie niet snel op de Social Media trein stapt mist de kans om op een professionele wijze het imago te versterken en klantgerichtheid uit te stralen. Natuurlijk is het interessant voor bedrijven om een graantje mee te kunnen pikken van het succes dat Social Media heet, echter kan de hausse rondom Social Media misleidend zijn. Organisaties beginnen met het gebruik van Social Media
zonder vooraf een helder doel en marktbereik te bepalen, vandaar dat Het Ondernemersbelang is gestart met een belangrijk deel binnen de social media; het tonen van videopresentaties op de website welke gelijk viraal worden verspreid richting YouTube, Linkedin, Twitter, Facebook en overige mediakanalen. Video’s van adverteerders zijn dan ook te bekijken op ondernemersbelang.nl >> kader Bedrijfsvideo’s of op YouTube via youtube.com/hetondernemersbelang.
Design : per definitie innovatief
de altijd iets nieuws
030 - 6 340 240 | www.haakkranen.nl het ONDERNEMERS BELANG
05
Bedrijfsreportage
Tekst: Jelmer van Nimwegen • Fotografie: Ruud Voest
Centrum voor Bedrijfsopvolging
Vroeger starten met stoppen: goed proces, betere opvolger en beste prijs! DGA’s willen altijd volle kracht vooruit, dat is nu eenmaal hun natuur. Of het nu mannen of vrouwen zijn. Gas terugnemen, afstand nemen en stoppen is voor later. Komt vanzelf wel een keer. De ruim 10-jarige ervaring van Centrum voor Bedrijfsopvolging in Maartensdijk leert echter dat de beste verkoopresultaten worden behaald als het opvolgingsproces rustig de tijd krijgt om zich te voltrekken. Zeven jaar is ideaal. Alle tijd om zorgvuldig fiscaal-juridische verbouwingen uit te voeren, het bedrijf organisatorisch onafhankelijk te maken van de DGA en alle tijd om die ene opvolger te vinden die de beste prijs betaalt én de grootste kans biedt op bedrijfscontinuïteit en behoud van de werkgelegenheid voor de mensen.
P
ensioen kan heerlijk zijn,” verklaart partner Boudewijn Brandon, “Maar stoppen met je onderneming is niet gemakkelijk. Er rijzen dan allemaal lastig te beantwoorden vragen, zoals: ‘Een hoge prijs krijgen voor mijn levenswerk is prachtig – maar wat gebeurt er dan met mijn mensen? En het is fijn als de zaak binnen de familie blijft, maar is dat wel het beste voor mijn bedrijf?’ Echte dilemma’s. Daar kom je in je eentje niet gemakkelijk uit.” Dat hoeft ook niet, want Centrum voor Bedrijfsopvolging biedt inspiratie en oplossingen. De acht partners en associés van het CvB hebben samen meer dan 100 jaar ervaring in de begeleiding en afwikkeling van bedrijfsopvolging. “Voor de ondernemer is het zijn of haar unieke proces, zoiets doen de meesten maar één keer – net als geboren worden. Wij helpen echter ieder jaar 40 tot 50 DGA’s door deze buitengewoon enerverende en interessante periode heen. Met goed resultaat mogen wij wel zeggen!” Eerlijk en open communiceren
Voorste rij v. l. n. r.: Boudewijn Brandon, Jan de Bruijn, Willem van der Meer de walcheren Achterste rij v. l. n. r.: Frank Smits, Ron Weil, Anton Verbunt, Job van Hardeveld, Marco ALLard. Tom van ’t Hek was afwezig.
06
het ONDERNEMERS BELANG
Die resultaten hangen onder meer samen met de filosofie van Centrum voor Bedrijfsopvolging. Het is een club met hoge aspiraties en zo mogelijk nog hogere normen en waarden. Partner Job van Hardeveld: “Ons doel is de optimale balans. Dat betekent niet alleen letten op de hoogst mogelijke prijs, maar ook op de overlevingskansen van het bedrijf na de overname. En we kijken heel zorgvuldig naar de processen die gaan lopen in de familie. Daar gaan allerlei emotionele zaken lopen zodra de kogel door de kerk is. In dat opzicht lijkt bedrijfsopvolging op wat er kan gebeuren bij de verdeling van de erfenis. Als het niet goed geregeld en vastgelegd is, ontstaan onnodige conflicten en leed. Onze filosofie: leg alles eerlijk op tafel en heb het er over in alle openheid. Dat geeft de minste onrust in de familie en in de organisatie. En ja: ook daar speelt ‘de tijd hebben’ een belangrijke rol...” Van Hardeveld benadrukt nog eens dat juist die eerste fase, de overgang van ‘volle kracht vooruit!’ naar ‘ik ga stoppen’ de specialiteit is van Centrum voor bedrijfsopvolging. “De start is het fundament. Als dat goed staat,
gaat de rest niet vanzelf, maar wel veel gemakkelijker en met een beter resultaat.” Verkoopklaar maken
Een mooi bedrijf levert meer op dan een bedrijf dat wel een organisatorisch verfje kan gebruiken. Daarom is het ook goed om wat ruim in de tijd te zitten: het CvB geeft advies over het ‘verkoopklaar’ maken van het bedrijf. Partner Marco Allard, gespecialiseerd in de financiële aspecten van bedrijfsoverdracht, past hier een model van evenwichtigheid tussen waardering, prijs en financierbaarheid toe. Deze methode geeft voor het proces van overdracht/verkoop veel inzicht en uiteindelijk het succes. “We signaleren twee soorten kopers. Er zijn er die houden van een ‘opknapbeurt’. Zij vinden het leuk om een bedrijf te kopen waar de vaart een beetje uit is, maar dat wel potentie heeft. Zo’n bedrijf koop je natuurlijk ook voor veel minder, omdat de winstgevendheid al een paar jaar laag is. Een ondernemer die op tijd bij ons aanklopt helpen we bij het zélf optimaliseren van het bedrijf voor de verkoop.” Dat betekent overigens lang niet altijd dat de winst omhoog moet (of zelfs maar omhoog kan), maar ook een in veel gevallen vooral, dat de DGA een stapje terug gaat doen. Brandon: “Heel vaak is de DGA cruciaal in de organisatie. Draait de organisatie helemaal op zijn (of haar) inzet, lopen de relaties vooral via de DGA en neemt de DGA de grote beslissingen
helemaal alleen. Dat is zo gegroeid in de loop van de jaren. Wij dringen dan aan op de samenstelling van een krachtig management team en een groeiend aantal steeds langere vakanties voor de stoppende directeur-eigenaar. Hij moet tenslotte 100% misbaar worden, want hij of zij maakt geen onderdeel uit van de koop!” Principieel
Het vinden van een koper is geen probleem, vindt Van Hardeveld. “We vinden die, hoe dan ook. En als we meer tijd hebben wordt dat ook een steeds betere koper. Onze netwerken zijn goed en er zijn altijd mensen te vinden die iets willen. Ondernemers of strategische kopers. Geen probleem.” Het CvB werkt overigens ook andersom: voor kopers het juiste bedrijf zoeken. “Maar dat dus principieel nooit tegelijk,” verklaart Allard, “Het is lucratief, want er is twee keer provisie voor dezelfde verkoop, maar het gooit de onafhankelijkheid te grabbel. Net als zelf participeren in een bedrijf om de verkoop te bespoedigen. Het gebeurt, er zijn bedrijfsmakelaars die het doen, maar wij houden ons er verre van. Als participant ben je koper en heb je liever een lage prijs en dat botst met het belang van je klant. Immoreel, niet doen.” Onder meer om dit soort zaken uit te bannen is het CvB medeoprichter en -uiteraard- lid van de brancheorganisatie BOBB. Een van de kantoorgenoten, Anton Verbunt is zelfs de voorzitter sinds de oprichting.
Toekomst
De afgelopen maanden zijn er vier nieuwe partners/associés bijgekomen: Ron Weil en Jan de Bruijn als partner, Willem van de Meer de Walcheren onze specialist voor juridische zaken en Frank Smits onze specialist op het gebied van waardebepaling als associés. Daarnaast heeft Tom van ’t Hek zich verbonden aan het Centrum speciaal voor onze afdeling Gezondheidszorg. Het CvB heeft grote plannen, uitbreidingsplannen. Van Hardeveld: “Het CvB heeft in de afgelopen 10 jaar een heel eigen plek in centraal-Nederland verdiend en in de komende jaren verdient ook de rest van Nederland een eigen Centrum voor Bedrijfsopvolging.” Dat de formule werkt is wel gebleken, want in het begin van januari moest het CvB wegens ruimtegebrek verhuizen.De acht partners/associés werken nu vanuit het prachtige oude stadhuis van Maartensdijk – dat alleen al zou een mooie aanleiding zijn om eens kennis te gaan maken. Het is nooit te vroeg om aan bedrijfsopvolging te beginnen!
Centrum voor Bedrijfsopvolging Tolakkerweg 219 3738 JM Maartensdijk (De Bilt) T 030 - 274 06 47 www.cvbinfo.nl
De nieuwe bedrijfslocatie: het oude gemeentehuis van Maartensdijk
het ONDERNEMERS BELANG
07
Bedrijfsreportage
Het Utrechtse bedrijfsleven is eerder en minder geschonden uit de recessie gekropen dan verwacht. Dat betekent dat twee problemen die door de economische teruggang tijdelijk wat naar de achtergrond waren gedrongen ook weer sneller in het blikveld zullen komen: de bereikbaarheid van de stad en de aankomende krapte op de arbeidsmarkt. VNO-NCW Midden/Utrecht is een ondernemersvereniging die problemen niet alleen tijdig signaleert maar ook actief meewerkt aan oplossingen. De Utrecht Bereikbaar Pas, bedoeld om dagelijks duizenden auto’s uit de spits te halen, is een succes geworden. Door middel van een betere branding van de stad moet Utrecht de komende jaren ook beter bereikbaar worden als woon- en werkplek voor hoogopgeleiden van elders uit het land. De groei van de economie en van het werknemersaanbod gaan dan hand in hand.
W
ie naar de grootte en het belang van die individuele leden kijkt beseft al snel dat VNO-NCW Midden een indrukwekkend aantal werknemers vertegenwoordigt. Nagenoeg alle grotere bedrijven in de stadsregio zijn erbij aangesloten. “Het verloop is bovendien zeer laag,” zegt Veronique Vrendenbarg, regiomanager VNO-NCW Utrecht. “Het enige verloop zit hem in de mensen die het bedrijf vertegenwoordigen, want dat zijn bij grote ondernemingen in de loop der
08
het ONDERNEMERS BELANG
Tekst: Jeroen Kuypers • Fotografie: Ruud Voest
Het ‘merk’ Utrecht (nog) beter
op de kaart zetten
Veronique Vrendenbarg: Nagenoeg alle grotere bedrijven in de stadsregio zijn bij ons aangesloten
jaren niet noodzakelijk steeds dezelfde. “Het VNO-NCW Utrecht werkt nauw samen met andere ondernemersverenigingen, zoals MKB Utrecht, en slaagt er zo in een willig luisterend oor te krijgen bij zowel de gemeente als de provincie voor de stem van ondernemend Utrecht. Rob Erardus RA, partner bij accountantskantoor BDO, is sinds april 2010 voorzitter. “Het is een uitdagende en leuke klus,” geeft hij toe, “waarin ik nauw samenwerk met de andere bestuursleden en kan rekenen op de professionele ondersteuning van Veronique en haar medewerkers vanuit het regiokantoor in Apeldoorn.” Ondernemen in een hogere versnelling
Erardus heeft de vrijheid zich op het optimaliseren van het ondernemersklimaat te richten. Dat is nodig, want alle signalen duiden erop dat het ondernemen in Utrecht weer in een hogere versnelling gaat. “Tijdens onze nieuwjaarsreceptie hebben we een enquête gehouden. Daaruit bleek dat voor zestig procent van onze leden 2010 een beter jaar was dan 2009 en dat maar liefst negentig procent verwacht dat 2011 een substantiële verbetering zal laten zien ten opzichte van vorig jaar. Sommige bedrijven hebben tijdens de recessie een zware omzetval beleefd, dus die zijn met een verbetering van vier of vijf procent nog niet op hun oude niveau. Met name de kapitaalintensieve handel blijft achter. Maar de groei zit er onmiskenbaar in, een tendens die ook wordt bewezen door andere indicatoren, zoals een toename van het aantal inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel.” Succes herhalen
Een groei van de economische activiteit betekent automatisch ook een toename van het autoverkeer in en rond Utrecht. De aanpak van de westkant van de Utrechtse ring, met gescheiden rijbanen voor doorgaand en lokaal verkeer, bewijst dat files wel degelijk effectief bestreden kunnen worden. Nu komt de oostkant aan de beurt, waar de A wegen worden verbreed en spitststroken komen . Om de hinder tijdens de werkzaamheden niet te zeer te laten oplopen wordt er naar gestreefd dagelijks tenminste tweeduizend auto’s uit de file te halen. “Het succes dat aan de westkant is bereikt willen we aan de oostkant herhalen,” aldus Rob Erardus. “Daarvoor werken we actief samen met alle betrokken partijen, zoals Rijkswaterstaat, de Provincie en de gemeente, met ideeën en organisatiekracht maar ook met geld. De Utrecht Bereikbaar Pas blijkt een uitstekend initiatief om werknemers uit de auto en in het openbaar vervoer te krijgen. Veel bedrijven kopen zo’n gesubsidieerde pas voor hun werknemers. En als een deel van hen niet
slechts tijdelijk gecharmeerd blijkt van deze manier van reizen is dat duurzame mobiliteitswinst.” Imago verbeteren
Een aantrekkende bedrijfsactiviteit leidt er vroeg of laat onvermijdelijk weer toe dat geschikte nieuwe kandidaten voor vacatures moeilijk te vinden zijn. Utrecht is de Nederlandse dienstenstad bij uitstek. Tegelijkertijd is Utrecht een centrum van hoger en universitair onderwijs. En toch ondervinden nu al steeds meer bedrijven dat het lastig is hogeropgeleiden te vinden voor hun kennisintensieve arbeid. “We hebben een universiteit die in de top 50 staat van de beste ter wereld. Dat is een enorm pluspunt om jongeren in Utrecht te laten studeren. We streven er naar Utrecht zodanig op de kaart te zetten dat we die kennis blijvend kunnen benutten in de regio zelf,” aldus Rob Erardus. “Als ik mijn eigen kantoor als voorbeeld neem: BDO heeft onlangs hogeropgeleiden aangeworven uit steden zo ver als Groningen, Eindhoven en Maastricht. Er is dus er niets mis met Utrecht. De regio is aantrekkelijk. De stad heeft een hoog voorzieningenniveau, is gezellig en fraai, biedt veel cultuur en talloze mogelijkheden tot recreatie. Je zit zelfs in een mum van tijd midden in het groen. Dit moeten we verder uitnutten. De komende jaren zullen we daarom ons best moeten blijven doen het imago van Utrecht te verbeteren of althans beter te communiceren, zodat bij studenten en afgestudeerden het besef doorbreekt dat het hier heel goed wonen en werken is, niet slechts voor enkele jaren, maar permanent. Dat is natuurlijk niet alleen een taak van het regionale bedrijfsleven maar evengoed van de regionale overheden.” Het begrip bereikbaarheid wordt door VNO-NCW Utrecht dus zowel letterlijk als figuurlijk geïnterpreteerd. Een optimale bereikbaarheid is niet alleen de stad in en uit kunnen rijden zonder noemenswaardige files maar ook Utrecht als eerste vestigingsplaats in het vizier hebben in plaats van als tweede of derde, in gelijke mate voor ondernemingen en werknemers De stad moet goed zichtbaar zijn, vanaf de weg, maar ook voor het geestesoog. Dat VNO-NCW Utrecht deze dubbele kwestie nu al aanroert en er niet mee wacht tot de economische activiteit weer helemaal op het niveau van vóór de crisis is, is een kwestie van economisch inzicht. Grotere bedrijven hebben gewoonlijk een bredere horizon dan kleinere. Dan zie je de problemen al van verre aankomen en trek je ook tijdig aan de bel om ze aan te pakken. Voor meer informatie, surf naar: www.vno-ncwmidden.nl
Rob Erardus: We willen de volop aanwezige kennis blijvend kunnen benutten in de regio zelf
het ONDERNEMERS BELANG
09
Bedrijfsreportage
Tekst: Jelmer van Nimwegen • Fotografie: Ruud Voest
Willems Gerechtsdeurwaarders en Incasso, Utrecht
Correct, vastbesloten en vasthoudend
Ruud ter Horst: “Een klant die niet betaalt is geen klant”
Wanbetalers vormen een toenemende bedreiging voor de solvabiliteit van een op zichzelf gezond bedrijf. De betaalcultuur van Nederlandse bedrijven is tanende: betalingstermijnen worden met steeds groter gemak en minder excuses overschreden. Dat daardoor de leverancier van producten of diensten in moeilijkheden kan komen is voor debiteuren steeds vaker geen argument. Willems Gerechtsdeurwaarders en Incasso helpt crediteuren van hun wanbetalers af.
E
en klant herinneren aan diens betalingsverplichting ligt bij de meeste ondernemers moeilijk, met name voor ZZP’ers en de kleinere MKBbedrijven. Men is bang dat de zakelijke relatie zal lijden onder de aandrang op betaling. “Het omgekeerde is waar,” vindt directeur Ruud ter Horst, “Een klant die niet betaalt is geen klant. En in de zakelijke relatie lijdt al iemand, namelijk de leverancier. Maar ik begrijp het natuurlijk wel. Hier gaan emoties spelen. Wij kunnen het strikt zakelijk houden, vriendelijk, beleefd en correct – maar muurvastbesloten en vasthoudend. Wij worden niet boos of wanhopig, we blijven de wanbetaler gewoon herinneren aan zijn kant. Zowel vóór het proces, in de minnelijke fase, als in de gerechtelijke.”
Aandacht
Ter Horst geeft dagelijks leiding aan 25 medewerkers, waarvan twee kandidaatdeurwaarders. Samen helpen ze ondernemers in (de provincie) Utrecht, Amsterdam, Almere, Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen. Daarmee is Willems Gerechtsdeurwaarders en Incasso een middelgrote onderneming met een regionale functie. “En daarmee zijn we ook een bureau waar klanten geen nummers zijn. We hebben aandacht voor onze opdrachtgevers. Wij kennen onze klanten, we kennen nauwelijks verloop, zodat een klant steeds te maken heeft met
10
het ONDERNEMERS BELANG
in beginsel dezelfde contactpersoon. Dat vinden de meeste opdrachtgevers prettig.” Kwaliteitsrekening
Een zaak in handen geven van Willems Gerechtsdeurwaarders en Incasso biedt een extra voordeel boven een regulier incassobureau. De gelden van de klant worden gestort op een zogenaamde kwaliteitsrekening. “Een incassobureau heeft een rekening waarop de debiteuren hun betalingen storten. Als een incassobureau failliet gaat en je klant heeft net een miljoen op rekening van het bureau gestort, dan kunnen de schuldeisers daar beslag op leggen. Of als er te weinig belasting of premie is betaald, dan kunnen die achterstallige heffingen daaruit betaald worden. Daar kun je als klant weinig tot niets tegen doen.” De kwaliteitsrekening heeft nóg een ingebouwde veiligheid: als alles mis gaat wat maar kan misgaan, dan staat de overheid garant! Dat geeft een veilig gevoel en dat is alleen te vinden bij notarissen en deurwaarders! Debiteurenbeheer
“Er zijn altijd mensen en bedrijven die opzettelijk veel te laat of niet betalen, maar in veel gevallen is bedenkelijke betaalcultuur mede het gevolg van de interactie tussen klant en leverancier,” zegt Ter Horst. “Met goed opgezet en consequent uitgevoerd
debiteurenbeheer maakt een leverancier al in een vroeg stadium duidelijk dat hij de betalingstermijn serieus neemt en dat hij dat ook van de klant verwacht. Het staat immers in de leveringsvoorwaarden waarmee de klant akkoord is gegaan?” Er zijn internationaal grote verschillen, die onder meer het gevolg zijn van de manier waarop de rechtsgang omgaat met wanbetalers. Totale kwijting
“Als men bijvoorbeeld in Duitsland opzet vermoed, worden de debiteuren niet alleen materieel en financieel geplukt, maar tijdens het vooronderzoek ook in de cel gezet. “Dat geeft een sterk signaal af, het is voor de meeste mensen een krachtige prikkel om toch maar tot betaling over te gaan. In Nederland doen we dat niet, maar wij hebben als deurwaarders andere effectieve middelen en methoden. Vaak is de tijd een belangrijke factor: hoe meer tijd, hoe groter de kans op totale kwijting. Dat betekent dat de ondernemer al het geld krijgt. Daar doen we het voor. Dat is ons doel. Daarin zijn we vastbesloten. Correct – maar buitengewoon vasthoudend!”
Bedrijfsreportage
Tekst: Jeroen Kuypers • Fotografie: Ruud Voest
Meer kwaliteit
binnen hetzelfde budget Een pand verduurzamen hoeft niet duur te zijn. Door het installeren van slimme domotica in combinatie met het hergebruik van armaturen kan de installateur vele duizenden euro’s besparen voor zijn opdrachtgever. Verweij Elektrotechniek beschikt over de expertise en de wil kwaliteitsverbetering en budgetbeheersing hand in hand te laten gaan. Voor deze installateur is het een uitdaging van een oud, energieslurpend gebouw een modern, energiezuinig pand te helpen maken. Zelfs bij de laagste prijs moet het beter kunnen worden dan u dacht.
S
ommige bedrijven verwarmen, koelen en verlichten niet alleen hun eigen pand maar meteen ook de omliggende straten. Toch is energiebesparing niet noodzakelijk een kostbare kwestie van nieuwe daken en gevels, warmtepompen en zonnepanelen. “Ondernemers staan er vaak niet bij stil hoezeer ze hun energierekening kunnen doen dalen, alleen al door het installeren van bewegingsmelders en andere relatief eenvoudige domotica,” zegt directeur Roel van Stokkun. “Gaat het raam open? Dan sluit de airco af. Is er voldoende daglicht? Dan gaat de verlichting uit. Niemand in de ruimte? Dan kan de temperatuur lager. Allemaal automatisch. Wij kennen de technieken en volgen de ontwikkelingen. We hebben al jaren geleden de juiste mensen ervoor in huis gehaald, zowel op het gebied van elektro- als op dat van de werktuigbouwtechniek.” Meedenken in de bestekfase
En expertise blijft enkel op peil als ze geregeld wordt uitgedaagd. Verweij Elektrotechniek houdt dan ook van ‘moeilijke’ projecten. Een geluidsinstallatie en nieuwe verlichting aanleggen in een kerk of een kerkgebouw helpen transformeren tot een museum zijn opdrachten die deze installateur graag aanneemt. “De uitdaging is dan niet alleen het eigenlijke werk maar ook het meedenken,” aldus Roel van Stokkum. “Wij worden het liefst in een zo vroeg mogelijk stadium bij het bestek betrokken, want zo kunnen we suggesties doen om voor hetzelfde geld meer mogelijk te maken. Er kan bijvoorbeeld besloten zijn nieuwe armaturen aan te schaffen terwijl de oude nog prima hergebuikt kunnen worden, of
er is voor merk A is gekozen terwijl merk B net zo goed voldoet, maar wel achttienduizend euro goedkoper is. Die verbeteringen kunnen we echter niet voorstellen als we achter in de rij staan als onderaannemer. Dan word je als installateur simpelweg voor voldongen feiten geplaatst. Daarom streven wij ook naar duurzame relaties met onze opdrachtgever. Het liefst zijn we gedurende de hele levensloop van een pand bij het onderhoud en renoveren betrokken, van de bouw tot de sloop.” Landelijk conglomeraat
Verweij Elektrotechniek kent geen bovengrens in de moeilijkheidsgraad maar evenmin in de omvang van het project. “We maken deel uit van de DGtC Groep, een landelijk conglomeraat van gelijkwaardige ondernemingen, waardoor wij personeel en specifieke expertise bij elkaar kunnen inhuren. Zo kunnen we als Verweij Elektrotechniek ook inschrijven voor projecten waarmee tienduizenden vierkante meters gemoeid zijn. En ook dan rekenen we de opdrachtgever graag voor hoe hij meer waar voor zijn geld kan krijgen. Want juist in de combinaties zitten vaak extra besparingsmogelijkheden. Een optimaal gebruik maken van de zonneschermen aan de gevel en enkele bouwtechnische aanpassingen bijvoorbeeld kunnen ertoe leiden dat de installatie voor de airco minder zwaar hoeft te zijn dan gedacht. Het verschil in aankoop kan de opdrachtgever investeren in iets anders, dat op zijn beurt weer een extra besparing oplevert. Zo geeft het rekenen in de bestekfase al bijna evenveel voldoening als het opleveren in de eindfase.”
Roel van Stokkum: Ondernemers staan er vaak niet bij stil hoezeer ze hun energierekening kunnen doen dalen
Verweij Elektrotechniek Veldwade 8 3439 LE Nieuwegein T 030 - 288 65 13 www.veu.nl
het ONDERNEMERS BELANG
11
Rondetafelgesprek
Tekst: Jeroen Kuypers • Fotografie: Ruud Voest
Duurzaam ondernemen is de som der totalen Jarenlang was de overheid de grote aanjager als het op duurzaam ondernemen aankomt, nu heeft het bedrijfsleven het stokje overgenomen. Sommige ondernemingen lopen daarbij tegen investeringsdrempels en technologische plafonds aan, maar steeds meer ondernemers ontdekken ook dat subsidies niet zaligmakend zijn en dat de (ecologische) winst die met duurzaamheid te behalen valt evenzeer in een verandering van het gedrag als in een vergroening van de techniek zit. Gedragsverandering heeft bovendien niet alleen betrekking op werkgevers en werknemers maar impliceert ook een andere samenwerking met leveranciers. Bij de P’s van People, Planet en Profit horen ook die van suPPlier.
V.l.n.r. Stevelina Overeem, Johan van Luijn, Esther van der Lelie en Justin van Hooydonk
12
het ONDERNEMERS BELANG
O
p verzoek van Het Ondernemersbelang kwam een vijftal ondernemers samen in het Business Center Nieuwegein om te discussiëren over het thema duurzaam ondernemen. De keuze van de locatie was bepaald niet toevallig, want onder leiding van directeur Justin van Hooijdonk heeft dit vergader-, congres- en beurscentrum al vele succesvolle stappen gezet op de weg naar klimaatneutraal functioneren. Toch is Van Hooijdonk de eerste om daarbij het belang van gedrag te onderstrepen: “Je kunt in het hele pand LED-verlichting installeren en zo stevig besparen op je energierekening, als je één bedrijfsfeest hebt waarbij slechts 900 van de aangemelde 1000 man komt opdagen is de schade alweer net zo hoog als je winst, ecologisch en financieel. Wij hebben dus én/én gedaan. We hebben geïnvesteerd in LED,
maar we hebben tegelijk het afmelden zo eenvoudig mogelijk gemaakt en daarna de regel ingesteld: wie zich niet afmeldt, die is er dus.” Roeien met de bestaande riemen
Ook Johan van Luijn, directeur van Meeùs Assurantiën in Woerden, heeft de grote impact van gedragsverandering ondervonden. Volgens hem moest zijn organisatie het pad van de verduurzaming om drie redenen betreden: vanwege het milieu, vanwege de kosten én vanwege de voorbeeldfunctie. “Wij adviseren andere organisaties. Hoe kunnen we dat geloofwaardig doen als we zelf onze carbonfootprint maar blijven vergroten? En je kunt, zelfs met gebruikmaking van de bestaande technologie, met gedragsverandering alleen al veel bereiken. Laat je medewerkers de trap nemen en niet steeds de lift, stel de verwarming niet te hoog af en probeer eerst dubbelzijdig en daarna liefst helemaal niet meer te printen. Dat zijn simpele ingrepen en met een organisatie van dertig mensen is de impact op de klimaatverandering natuurlijk onmeetbaar klein. Maar onze club maakt deel uit van een grotere, en landelijk heeft Meeùs al 2200 medewerkers. Bovendien kun je zowel intern als extern een voorbeeld zijn. Je kunt bijvoorbeeld je leveranciers pushen om offertes niet meer in uitgeprinte vorm op te sturen maar in een PDF. Heb je eenmaal die attitude, dan sta je ook meer open voor verduurzaming om je heen. Ik ben als adviseur in contact gekomen met een ondernemer die een methode heeft ontwikkeld om bestaande ventilatoren 25% minder energie te laten gebruiken. Daarvan was ik zeer onder de indruk, niet in het minst omdat het hierbij niet eens om nieuwe, groene technologie ging. Een bewijs temeer dat we nog heel ver kunnen roeien met de riemen die we al hebben.” Niet blindstaren op LED
Maar de ecologische en financiële winst kan een stuk groter zijn wanneer aannemers en installateurs in een vroegtijdig stadium bij de verduurzaming van de bedrijfsvoering betrokken worden. “Aan de voorkant kun je nu eenmaal meer bereiken dan aan de achterkant,” zegt Roel van Stokkum, directeur van Verweij Elektrotechniek in Nieuwegein. “En daarbij geldt ook nog eens dat je als installateur een grotere bijdrage kunt leveren als de opdrachtgever je de kans geeft mee te denken met de plannen voor het pand. Dan kun je bijvoorbeeld aangeven dat LED weliswaar een prachtige techniek is maar lang niet altijd de meest verstandige keuze. Wij zijn nu bijvoorbeeld aan het werk in een school in Rosmalen waar we juist voor combinatie
van LED met aanwezigheidsdetectie en daglichtregeling gekozen hebben. Het gevaar bij duurzaamheid is dat ondernemers zich blindstaren op halfbegrepen ideeën. Je moet niet denken in soorten verlichting maar rekenen in lumen of lichtopbrengst. Zoniet dreig je het paard achter de wagen te spannen en – om het wat overtrokken te stellen – een spaarlamp in elk toilet te gaan hangen.” De pijn is niet erg genoeg
Stevelina Overeem, financieel directeur van Aannemersbedrijf Van Zoelen uit Utrecht, onderschrijft dit. “Daarom heeft het begrip duurzaam bouwen bij ons niet alleen betrekking op ons eigen bedrijf maar op de hele keten. Wij werken met onderaannemers die al enorm veel kunnen op dit gebied, zodat we samen heel ver kunnen gaan voor de opdrachtgever. Maar vanzelfsprekend zijn we zelf ook al lang geen traditionele aannemer meer, omdat wij degene zijn die deze keten moeten aansturen. Als er aan de top niet duurzaam wordt gedacht komt er onderaan ook maar weinig van terecht. We moeten ook als bouwsector wel in die richting evolueren, want de overheid heeft aangegeven dat de nieuwbouw energiezelfvoorzienend moet worden, de woningen in 2018, de kantoren in 2020. De enige zijde in deze driehoek waar het besef van de noodzaak van duurzaam bouwen nog onvoldoende is doorgedrongen is die van de beleggers. De beleggers lijden vanzelfsprekend verliezen door de opgelopen leegstand van de voorbije jaren, maar het lijkt erop of de pijn nog niet erg genoeg is om een fundamentele omslag in hun denken en handelen te bewerkstelligen.” De leverancier als partner
Ligt hier een hernieuwde taak voor de overheid? De deelnemers aan het gesprek vinden van niet. Voor Stevelina van Overeem is het zo duidelijk dat de bal in het kamp van de ondernemers ligt dat ze zich de vraag niet eens meer wil stellen. Esther van der Lelie, manager Marketingcommunicatie & Salessupport bij Dolmans Facilitaire Diensten B.V. in IJsselstein, vindt het eerder een opdracht voor de bedrijven zelf om hun relaties te stimuleren samen duurzamer te ondernemen. “Wij proberen bijvoorbeeld de avondschoonmaak te verruilen voor de schoonmaak overdag. Het is prettiger en vooral veiliger voor onze medewerksters. Werken overdag stelt hen in staat een band te ontwikkelen met de bedrijven waar zij schoonmaken en vooral met de mensen die in die kantoren werken. Dat verhoogt het plezier in het werk en dus ook de arbeidsprestaties en doet
tegelijk het verzuim en het verloop dalen. Bovendien kan een ‘vaste’ schoonmaakster een object sneller en beter reinigen, in ons geval ook nog met gebruikmaking van een minimum aan chemische middelen, en af en toe eens iets extra’s doen. Dit is dus een aanpak waar iedereen bij te winnen heeft, maar je bereikt dit resultaat enkel in een partnership. Wanneer de klant uitsluitend geïnteresseerd is in de laagste prijs blijft alles bij het oude. Dan blijft het schoonmaakvak anoniem en onbemind.” Het voortouw durven nemen
De ‘people’ waarnaar altijd zo nadrukkelijk wordt verwezen in de opsomming van de drie P’s zijn dus niet alleen werknemers. Duurzaamheid veronderstelt inderdaad fair trade, maar eerlijk en open handelen slaat niet uitsluitend op die koffieboeren in Guatemala en die textielarbeidster in Bangladesh. Ook de onderaannemer en de leverancier van facilitydiensten heeft recht op een gelijkwaardiger positie, niet omdat hij zou worden onderbetaald, maar omdat zijn potentiële bijdrage aan het verduurzamen van het ondernemen (en dus een verbetering van de bedrijfsvoering) dreigt onder te sneeuwen. “Waarom zou je steeds weer nieuwe offertes aanvragen bij nieuwe leveranciers en daarmee telkens
het ONDERNEMERS BELANG
13
mensen aan het rekenen zetten? Die paar cent goedkoper betekent niet dat het product of de dienst ook automatisch beter is. Reken leveranciers af op resultaat en streef samen naar een continue verbetering van de prestatie,” vindt Johan van Luijn. Justin van Hooijdonk meent dat je als leverancier ook zelf het voortouw hierin moet durven nemen. “In het eerste gesprek met de klant vragen wij al of het goed is dat alle gasten digitaal uitgenodigd worden. Dat is niet alleen efficiënter – ook in verband met afmelden – maar ook goedkoper en vooral milieuvriendelijker. Zo maken we ook direct afspraken over de fotografie. Digitaal aanleveren in plaats van uitgeprint is sneller en uiteindelijk ook meer in lijn met wat de gasten verwachten. Duurzamer en beter gaan zo dus hand in hand.” De laatste push
Het voortouw durven nemen geldt echter ook met betrekking tot de eigen werknemers, meent Esther van der Lelie: “Het loonstrookje digitaliseren is een verduurzaming en een kostenbesparing. Dat kun je dan tegenhouden omdat medewerkers gewend zijn aan het gemak van ‘krijgen’ en niet aan het zelf ‘halen’, maar dan moet je als bedrijf toch even
V.l.n.r. Esther van der Lelie, Justin van Hooydonk en Roel van Stokkum
14
het ONDERNEMERS BELANG
doorzetten.” Stevelina Overeem merkt in dit verband op dat de partij die jaren geleden wat duurzaamheid betreft het voortouw durfde te nemen langzamerhand achterop is komen lopen. “De overheid is niet langer de grote aanjager, al heeft ze natuurlijk wel belangrijke initiatieven genomen die nog niet zijn uitgewerkt. Maar je kunt je ook de vraag stellen of ondernemers zich wel zo moeten richten op de overheid. Subsidies voor groene investeringen bijvoorbeeld zijn welkom maar ze mogen niet bepalend zijn bij het nemen van de beslissing.” Justin van Hooijdonk gaat nog een stapje
verder: “De overheid kan nu eenmaal niet alles facilliteren en het antwoord op de vraag of een bedrijf duurzaam onderneemt of niet hangt ook niet af van regels of subsidies. Het is de som der totalen die dit bepaalt. Investeringen in groene technologie, gedragsveranderingen van medewerkers, maar ook maatregelen van leveranciers en gedragingen van klanten. Dat is een continu proces. De overheid heeft jaren geleden de eerste aanzet tot duurzaam ondernemen gegeven, het zou prachtig zijn als ze de komende jaren ook de laatste push ertoe wil geven.”
Ondernemerspanel
2011 wordt een veel beter jaar! Lezers en adverteerders van het Ondernemersbelang geven in toenemende mate aan uiterst positief te zijn over de economische vooruitzichten voor het MKB in ons land. Een negatieve stemming omtrent het ondernemersvertrouwen is omgebogen naar een positieve stemming voor het nieuwe jaar. Deelt u die mening en zie u nieuwe kansen in 2011 of liggen er nog gevaren op de loer die de economische ontwikkelingen in 2011 kunnen beïnvloeden? De mening van ons panel. ■ Job van Hardeveld
Je kunt er lang of kort over praten, maar we hebben een paar ellendige jaren achter ons liggen. De pijlen beginnen langzaam maar zeker de goede richting uit te gaan staan. Nederland staat er relatief goed voor om direct te kunnen gaan profiteren van een opleving. Twee dingen moeten we daarbij wel goed in de gaten houden voor nu en voor de lange termijn: ten eerste
zal het nooit meer worden zoals het was. Daarvoor is er te veel gebeurd en veranderd. Ten tweede: Duitsland als achterland en ons grootste exportland moeten wij heel goed blijven volgen en steunen. Laten we beginnen met de Duitse taal als verplicht vak in te voeren in het gehele voortgezet onderwijs geachte heer Zijlstra, staatsecretaris. Het is droevig gesteld met de kennis en de spreekvaardigheid van het Duits onder de jongere generatie.
■ Hans Odijk Ja, dat onderschrijf ik, zeker voor het eerste halfjaar. Maar of het doorzet voor het tweede halfjaar ofdat we nog een keer een negatieve correctie krijgen is mijns inziens onduidelijk. Het is sterk afhankelijk van de resultaten van de beursondernemingen over het eerste halfjaar 2011 en de ontwikkeling van het consumentenvertrouwen. Anders gezegd: “De verwachtingen van beleggers zijn
duidelijk verhoogd maar worden deze verwachtingen waargemaakt?” en “Blijft het consumentenvertrouwen toenemen als de consument wordt geconfrontreerd met een nog steeds stagnerende huizenmarkt en stijgende rente? Onzekere factoren die het optimisme in het tweede halfjaar zouden kunnen temperen. Kortom het wordt beter maar we zijn er nog lang niet.”
■ Jos van Dijk Wij delen de mening over een positief jaar 2011. Ook wij, als schoonmaakbedrijf, hebben er alle vertrouwen in dat 2011 een mooi jaar gaat worden. Wij zien absoluut kansen. We gaan meer dan ooit de dialoog met onze klanten aan; goed luisteren, meedenken vanuit onze eigen ervaring en kennis en gezamenlijk de juiste invulling aan het wensenpakket geven. Zo creëer je partnership. De dialoog aangaan is een trend die in
2011 voor alle ondernemers nog belangrijker zal worden. Mensen (opdrachtgevers) laten zich niet zomaar wat vertellen. Ieder heeft een eigen mening die ook via social media wordt geuit. Een uitdaging om als bedrijf goed met deze meningen om te gaan én te benutten. Het is immers een grote bron van informatie over wat er leeft onder de eindgebruikers. Een goed ondernemer pakt deze kans.
het ONDERNEMERS BELANG
15
Tekst: Mr. Annelies Posthumus, adviseur Estate planning bij Blömer accountants en adviseurs.
Advies
Huwelijkse voorwaarden, toch niet beschermd bij faillissement Veel ondernemers voelen zich beschermd bij faillissement, want er zijn toch huwelijkse voorwaarden? Het privé-vermogen, vaak de eigen woning, wordt op naam gezet van de niet ondernemende echtgenoot. Allemaal met de bedoeling dat het privé-vermogen niet in het faillissement van de ondernemende echtgenoot valt. Het is een veel voorkomend misverstand, dat alleen de aanwezigheid van huwelijkse voorwaarden deze garantie biedt. De veronderstelde waarborg van de huwelijkse voorwaarden bij faillissement blijkt vaak ook op een teleurstelling uit te lopen, omdat de echtgenoten vergeten zijn de gemaakte afspraken in hun huwelijkse voorwaarden na te leven.
De Faillissementswet legt een zware bewijslast op
De aanwezigheid van huwelijkse voorwaarden alleen is niet voldoende om privé vermogen buiten de failliete boedel te houden. Zelfs niet als het betreffende vermogen op naam staat van de niet ondernemende echtgenoot. De Faillissementswet legt namelijk zware nadere bewijsverplichtingen op. De niet ondernemende echtgenoot zal namelijk ook moeten aantonen dat het eigen vermogen grotendeels met eigen geld en met eigen inkomen is betaald of gefinancierd. De niet ondernemende echtgenoot zal moeten bewijzen dat bijvoorbeeld de hypotheeklasten van de eigen woning ook daadwerkelijk uit zijn of haar eigen middelen zijn betaald. Als de niet ondernemende echtgenoot niet in het genoemde bewijs slaagt, valt het eigen vermogen toch in de failliete boedel. In situaties waarbij de ondernemende echtgenoot ook de meest verdienende echtgenoot is geweest, wordt deze bewijslast dus een moeilijke aangelegenheid. De meest verdienende en ondernemende echtgenoot zal namelijk in de regel het grootste deel van de financieringslasten en betalingen voor zijn of haar rekening nemen. Jaarlijkse inkomensverrekenbedingen
Het jaarlijkse inkomensverrekenbeding kan in dat geval uitkomst bieden. In huwelijkse voorwaarden spreken de echtgenoten met elkaar af om elk jaar het inkomen, dat niet besteed is aan huishoudelijke kosten en aan belastingen, met elkaar te delen. Op deze manier ontvangt de minder verdienende echtgenoot een deel van het “gespaarde” inkomen van de meer verdienende ondernemende echtgenoot. Hierdoor kan elk jaar een bedrag van de ondernemende echtgenoot overgeheveld worden aan de niet ondernemende echtgenoot. Met dit inkomen kan de niet ondernemende echtgenoot vervolgens op eigen naam vermogen opbouwen en financieren, dat daarmee veilig gesteld is bij eventueel faillissement.
16
het ONDERNEMERS BELANG
Jaarlijkse inkomensverrekenbedingen, vaak vergeten
Probleem is dat de jaarlijkse verplichting om te verrekenen door veel echtparen wordt vergeten, waardoor de overheveling van de inkomsten helemaal niet gebeurd. Vergeten inkomensverrekenbedingen kunnen bovendien extra risico’s met zich meebrengen. Als namelijk blijkt dat de failliete echtgenoot nog recht had op de verrekening van de gespaarde inkomsten van de afgelopen huwelijkse jaren, zal de curator deze vordering namens de failliete echtgenoot alsnog innen bij de niet ondernemende echtgenoot.
“Bij Blomer accountants en adviseurs zorgen wij ervoor dat, samen met het opstellen van de jaarcijfers, de jaarlijkse inkomens verrekening wordt vastgesteld. Op die manier waken wij ervoor dat onze klanten niet voor onverwachte teleurstellingen komen te staan.”
In het omgekeerde geval, zullen vergeten inkomensverrekenbedingen van de niet ondernemende echtgenoot op de failliete echtgenoot juist mogelijkheden kunnen bieden bij faillissement. De niet ondernemende echtgenoot kan met de verrekenvordering vermogen uit het faillissement houden. Deze vordering is echter een “concurrente” vordering; een vordering die gelijk is aan de vorderingen van alle schuldeisers. In hoeverre deze vordering dan ook daadwerkelijk geïnd kan worden, is dan ook maar de vraag. Kortom: leef uw huwelijkse voorwaarden na!
Huwelijkse voorwaarden, eventueel gecombineerd met het jaarlijkse inkomensverrekenbeding, kunnen de risico’s bij faillissement beperken. De echtgenoten moeten dan wel hun inkomens verrekenverplichtingen naleven. Elk jaar opnieuw!
Blömer accountants en adviseurs Krijtwal 1 3432 ZT Nieuwegein T 030 - 605 85 11
[email protected] www.blomer.com
Bedrijfsreportage
Partijen slaan de handen ineen voor jongeren met een beperking
Scoor je Baan! Ondernemers die een jongere met een beperking een kans willen geven mogen dit evenement niet missen; op 5 april vindt een banenen ontmoetingsmarkt plaats voor deze jongeren in het stadion van FC Utrecht. Ondernemers kunnen hun vacatures presenteren, kennismaken met deze doelgroep of zich oriënteren op de mogelijkheden. Ook voor hen die twijfelen of ze een jongere met een beperking in dienst zouden willen nemen is er genoeg te halen. Informatie en voorlichting over voorzieningen, subsidies, wetten en regelingen maar ook persoonlijk en gericht advies van inhoudsdeskundigen of ervaren collega-ondernemers. Initiatiefnemers
UWV WERKbedrijf, het VSO- en Praktijkonderwijs en FC4YOU van FC Utrecht slaan de handen ineen om dit toonaangevende evenement te realiseren, een unieke samenwerking. Het WERKbedrijf zorgt voor werkgevers, de scholen voor bezoekers en FC Utrecht voor de ideale locatie en de nodige schwung. Karin Pannekoek, directeur FC4You: FC Utrecht wil midden in de samenleving staan. Vandaar dat stichting FC4You in het leven is geroepen door Frans van Seumeren, onze grootaandeelhouder tevens voorzitter van de stichting. Door FC4YOU wil FC Utrecht haar rol als grote club recht doen; we geven Utrechtse jongeren die dat goed kunnen gebruiken een duwtje in de rug. Zowel door het promoten van een gezonde levensstijl als waar het gaat om participatie. Daarbij geeft het ook onze eigen medewerkers, spelers en supporters een trots gevoel! We doen een aantal mooie projecten voor de Utrechtse jeugd en het meedoen aan dit evenement sluit daar mooi bij aan. Ik hoop dat we in de toekomst op structurele basis iets voor deze doelgroep kunnen doen.
Romano van Duuren, Arbeidsdeskundige Wajong Werkgeverszijde van het WERKbedrijf: Dit initiatief is een vervolg op de succesvolle banenmarkt die we vorig jaar in het Veerhuis te Nieuwegein hebben georganiseerd. Het Stadion is een prachtige plek hiervoor! Deze banenmarkt is een must voor ondernemers die nadenken over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik hoop ze met dit evenement te kunnen overtuigen van het feit dat een jongere met een beperking een prima kandidaat voor hen kan zijn! Ze kunnen hierin een voorbeeld nemen aan onder andere de SNS-bank, die hebben al een aantal jongeren met een beperking in dienst.’ UWV WERKbedrijf begeleidt jongeren met een WAJONGuitkering naar de arbeidsmarkt en adviseert werkgevers bij het in dienst nemen van mensen met beperkingen. Els Breedveld, Coordinator van Probaat en werkzaam op Pouwer, spreekt namens VSO- en Praktijkonderwijs uit de regio: Ons bureau levert nazorg aan leerlingen die na het Praktijk onderwijs gaan werken, vaak in combinatie met bijvoorbeeld een BBL en
begeleidt de leerlingen bij het vinden van een geschikte baan. Want hoewel deze jonge mensen zeker de kwaliteiten hebben om een goede medewerker te zijn, is het vinden van een geschikte, duurzame baan moeilijk. Daarom is dit een prima initiatief! Tijdens de banenmarkt zorgen wij voor goede begeleiding om hen echt van dit evenement te laten profiteren. Zo worden de leerlingen weer een stapje verder geholpen in hun gang naar de arbeidsmarkt. Leuke activiteiten
De banenmarkt zal geheel in het teken staan van deze groep jongeren. Er zullen verschillende aansprekende activiteiten georganiseerd worden waaronder een ontmoeting met voormalig FC Utrecht-speler Jean Paul de Jong. Jean Paul is als oprichter van stichting Klein-Galgenwaard altijd betrokken geweest bij de Utrechtse jeugd. Ook zal Frans van Seumeren aanwezig zijn om de ondernemers welkom te heten en zijn visie op MVO met hen te delen. Voor meer informatie over deze banen- en ontmoetingsmarkt kunt u contact opnemen met Romano van Duuren:
[email protected].
het ONDERNEMERS BELANG
17
Tekst: Bas de Kruyff – trainer bij Anker & Kompas
Advies
Communicatie is de basis voor succes De economie trekt weer aan, bedrijven zijn weer volop aan het werk en op vele niveaus worden gesprekken gevoerd over de toekomst. Hoe zal die toekomst eruit zien, op welke manier wil onze organisatie daarin een rol spelen en hoe bereiken we ons doel? Eén ding is daarbij belangrijker dan ooit tevoren: een goede onderlinge communicatie.
Communicatie werkt kostenbesparend.
Communicatie komt van binnenuit.
Communicatie vereist bereidheid.
Een goed product of een goede dienst lever je meestal niet alleen, maar samen met andere mensen. Er worden teams opgezet en de mensen in zo’n team zijn uitgekozen om hun specifieke kwaliteiten. Mensen die het grote geheel overzien, mensen die de details doorgronden, mensen die het goed weten te verkopen, noem maar op. Maar een team vraagt meer dan deze kwaliteiten. Want hoe geniaal of vakbekwaam de teamleden ook zijn, het teamresultaat valt of staat met de onderlinge communicatie. Vergelijk het met een machine met een hele reeks tandwieltjes. Hoe soepel de machine loopt, wordt bepaald door de olie waarmee die gesmeerd is. Dus zorgt een goede communicatie voor een efficiëntere manier van werken.
Maar binnen teams waar de communicatie stroef loopt, blijkt het niet altijd aan deze vaardigheden te liggen. Vaak draait het om een vorm van bereidheid, kwetsbaarheid en elkaar iets gunnen. Zo wordt er soms slecht naar elkaar geluisterd omdat men bang is overtuigd te worden. Op zich logisch want als mens zoeken we vooral bevestiging, maar het spreekt voor zich dat dit de samenwerking enorm blokkeert. Ook vinden veel mensen het spannend om feedback te geven of te ontvangen en gaan ze conflicten uit de weg.
Zodra je je kwetsbaar durft op te stellen, kun je veel flexibeler communiceren. Omdat je zelfvertrouwen in orde is, kun je beter afstemmen op bijvoorbeeld de interesse of behoefte van je gesprekspartner. Of dat nu een collega is, een klant of een leidinggevende: als je bereid bent om die klik te maken, dan zal de ander ook eerder bereid zijn om naar je te luisteren. En dat wil je toch?
Communiceren kun je leren.
Daarom is het goed om communicatief vaardig te zijn, onder andere om in bepaalde situaties de meest effectieve aanpak te kiezen. Bij Anker & Kompas organiseren en faciliteren we uiteenlopende trainingen, ook op het vlak van onderlinge communicatie. Mensen hebben dan na enkele dagen hun gereedschapskist goed kunnen aanvullen en gaan er enthousiast mee aan de slag. Hoog en laag opgeleide mensen blijken het allemaal prima te kunnen leren.
18
het ONDERNEMERS BELANG
Al weet men prima hoe dat tactvol kan worden besproken, saboterende gedachten en emoties staan dat alsnog in de weg. Het effect? Een aanvallende of juist verdedigende houding en dus nog steeds geen goede samenwerking.
ANKER
KOMPAS
Communiceren met jezelf.
Daarom vinden we het bij Anker & Kompas belangrijk om in onze trainingen verder te gaan dan alleen het aanleren van vaardigheden. Voor veel deelnemers heeft het grootste leermoment dan ook niet te maken met een communicatietechniek maar met een frisse en versterkende kijk op zichzelf waardoor men zich kwetsbaarder durft op te stellen.
PARTNER IN PERSOONLIJKE GROEI Anker & Kompas Schrijnwerkersgilde 2 3994 XM Houten T 030 - 635 34 41 F 030 - 635 34 47
[email protected] www.anker-kompas.nl
Bedrijfsreportage
Tekst: Jeroen Kuypers • Fotografie: Ruud Voest
Dik Roeland: Perfecte organisaties bestaan niet, wel organisaties die erkennen dat niet alles altijd goed gaat en die daar iets aan willen doen.
Een ISO certificaat is een pluspunt om potentiële klanten maar ook uw medewerkers te overtuigen van de waarde van uw organisatie. Het managementsysteem dat gecertificeerd is dient vooral om uw bedrijfsprocessen beter aan te sturen en zo de kwaliteit van uw product of dienstverlening te verhogen. Er wordt vaak gedacht dat een ISO certificaat alleen binnen het bereik van grote en middelgrote bedrijven ligt, het is echter ook haalbaar voor kleinere. QualityMasters is Certificatie Instelling die vooral organisaties in het MKB certificeert en vervolgens jaarlijks toetst. Daarbij gaat QualityMasters er niet van uit dat u een perfecte organisatie leidt, wel dat het uw wens is het beste uit uw mogelijkheden te halen.
Perfecte organisaties bestaan niet, wel organisaties die erkennen dat niet alles goed gaat en daar iets aan willen doen.
Een lage drempel voor een zo hoog mogelijke kwaliteit
E
en certificaat is een eindpunt en tegelijk een beginpunt. De organisatie heeft bewezen een managementsysteem te hebben opgezet en geïmplementeerd. Vanaf de dag dat het ingelijste certificaat prominent aan de muur hangt moet de organisatie blijvend bewijzen ermee te werken. Als het goed is wordt de dagelijkse praktijk geleidelijk aan nog meer doordrongen van kwaliteitsstreven. Dankzij de beschikbaarheid van nauwkeuriger management informatie, kan de organisatie-leiding meer afgewogen beslissingen nemen. In andere gevallen is de enige merkbare verandering een vergeling van het ingelijste certificaat. Hoe dan ook komen de auditors elk jaar terug voor een controle audit.
Oog voor de dagelijkse praktijk
“Als een organisatie haar systeem goed op de rit heeft moet het wel heel vreemd lopen wil het niet in aanmerking komen voor een verlenging van het certificaat,” zegt directeur Dik Roeland “Maar ook als we na één jaar constateren dat er
verbeterpunten zijn geven wij dat duidelijk aan. Onze auditors zijn geen groentjes die een certificering strikt theoretisch beoordelen maar specialisten met een ruime werk- ervaring . Zij hebben ook oog voor de omgeving waarin een organisatie opereert. De meeste van onze klanten zijn praktijkmensen, ondernemers die met hun voeten stevig op of zelfs in de grond staan. Daar past een no-nonsense benadering bij, zonder wollige taal en met heldere rapporten. De drempel voor ISO certificering moet voor het MKB, in veel opzichten verlaagd worden. Daarmee is en goede stap te maken naar een kwalitatief hoger resultaat.”
een beroep doen op ervaren freelancers. “Ook hierbij geldt weer dat onze auditors op praktische wijze eventuele verbeterpunten rapporteren,” aldus Dik Roeland. “Perfecte organisaties bestaan niet, wel organisaties die erkennen dat niet alles altijd goed gaat en die daar iets aan willen doen. Belangrijk is dat de organisatie van hoog tot laag beseft dat kwaliteitsstreven iets is waar iedereen aan mee moet werken. Als een organisatie die positieve spiraal in gang heeft weten zetten door de norm toe te passen is dat een geweldig resultaat. Dat zal dan ook blijken tijdens de jaarlijke controle auditis. Dat is dan ook precies de bedoeling van certificering.”
Kwaliteitsstreven in de genen brengen
QualityMasters heeft inmiddels een jarenlange ervaring in het beoordelen van bedrijven. De auditors beoordelen onder andere systemen, zoals het bekende ISO 9001, maar ook systemen op het gebied van voedselveiligheid, milieu en arbo. Voor elk van deze specialismen heeft het QualityMasters experts in dienst of kan het
QualityMasters Management Systems Registrars Daggeldersweg 10 3449 JD Woerden T 0348 - 43 04 25 F 0348 - 48 04 35
[email protected] www.qualitymasters.com
het ONDERNEMERS BELANG
19
Bedrijfsreportage
Tekst: Martin Neyt • Fotografie: Ruud Voest
Vestigingen in 116 landen, bijna zeshonderdduizend medewerkers, ’s wereld op een na grootste werkgever in de private sector. Beveiligingsbedrijf G4S mag zichzelf tot de mondiale top rekenen. Ook in Nederland draagt de nummer 1 in security solutions zorg voor talloze projecten en objecten, van luchthavens en fabrieksterreinen tot geldtransporten en detentiecentra. “Onze omvang garandeert dat we voor alles een beveiligingsoplossing kunnen bieden”, zegt Marco den Haan, districtmanager Mobiele Surveillance van G4S. “Uiteindelijk bepaalt de opdrachtgever in hoeverre we daarin zijn geslaagd.”
‘Technisch vernuft en menselijke maat vormen ideaal beveiligingsduo’
Security solutions van G4S M arco den Haan toont zich content met een hernieuwde opdracht. Zijn team van professionals mag wederom de collectieve beveiliging van bedrijventerrein Plettenburg-De Wiers in Nieuwegein op zich nemen. Dat is geen vanzelfsprekendheid op een markt die zich kenmerkt door stevige concurrentie, G4S wist opdrachtgever Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Nieuwegein (SBBN) echter met zijn dienstverlening te overtuigen. “Ondernemers voor schadelast behoeden is ons doel”, vertelt Den Haan. “Een inbraak legt het werkproces van een onderneming stil. Niet alleen omdat er mogelijk materialen en goederen ontbreken, ook omdat de schade moet worden hersteld en vanwege technisch onderzoek. De financiële gevolgen voor een bedrijf laten zich raden. Surveillance heeft dan ook een belangrijke preventieve werking. Inbrekers en vandalen mijden logischerwijze plekken waar de pakkans aanzienlijk is.”
Verrassingseffect
Veiligheid op en rondom bedrijventerreinen stond de afgelopen jaren hoog op de prioriteitenlijst van de ondernemers in Nieuwegein. Mede door de inzet van SBBN en G4S daalde het aantal inbraakmeldingen. Op Plettenburg-De Wiers hanteert G4S een combinatie van surveillance en alarmering, die bij de centrale van het bedrijf binnenkomt. De beveiligers van G4S voeren controlerondes zeer frequent uit, maar nooit zodanig dat er voorspelbaarheid optreedt. “We bouwen een verrassingseffect in. Surveillanten weten precies waarop ze moeten letten, wie en wat er thuishoort op het bedrijventerrein. Ze kennen de omgeving, de bedrijven, de mensen. Beveiliging huist in details, daar zijn onze professionals voor opgeleid.” Veel ondernemers die zijn gevestigd op Plettenburg-De Wiers maken gebruik van de dienstverlening van G4S, maar niet alle bedrijven zijn deelnemer. Volgens Den Haan is dat een gemiste kans, want hoe meer deelnemers, hoe lager de kosten.
Bovendien wordt de algehele veiligheid verder vergroot. “Voor niet-deelnemende bedrijven kunnen we niet zoveel betekenen. We hebben geen toegang tot de panden en kunnen derhalve bij een verdachte situatie niet meteen ingrijpen.” Fingerspitzengefühl
G4S loopt voorop wat betreft elektronische signalering- en beveiligingsystemen. Een speciale tak van de Mobiele Surveillance bestaat uit het professioneel beheer van brandmeldinstallaties. Bedrijven zijn verplicht de melders periodiek door een gecertificeerd beheerder te laten controleren en kiezen derhalve voor G4S. Cameratoezicht neemt momenteel een hoge vlucht. Marco den Haan ziet uit een koppeling van technisch vernuft en menselijk inzicht de optimale beveiliging ontstaan. “In Almere, waar we zeven bedrijventerreinen beveiligen, pakt deze combinatie prima uit. Het jaar 2009 telde 37 inbraken, na het installeren van camera’s –die onder de Gemeentewet vallen- én de inzet van surveillanten vonden er slechts 2 inbraken plaats. Maar een camera registreert slechts. Hij vergroot opvallende zaken letterlijk uit. Een surveillant beschikt over fingerspitzengefühl, alleen hij kan een inschatting maken.” De een-tweetjes tussen signalering en handelen leveren de beste resultaten op, stelt Den Haan. Zo konden de daders van één van de twee inbraken ook nog worden gearresteerd. “Het menselijk denken en handelen blijft tevens cruciaal voor de opdrachtgever zelf. Beveiliging begint bij de medewerkers van een bedrijf. Aan de toegangspoort, de deur, de receptie en op kantoor. Het is een mindset. G4S ondersteunt dan ook, naast de praktische beveiliging, met een risico-inventarisatie en advies.”
G4S Beveiliging BV Edisonbaan 12 3439 MN Nieuwegein T 030 - 608 50 10 F 030 - 608 50 20
Marco den Haan (links) en surveillance-collega’s bij G4S te Nieuwegein
20
het ONDERNEMERS BELANG
www.g4s.nl