Verkeerskundig beheer bestuurlijk op de kaart zetten Er is de afgelopen 10 jaar op verschillende manieren gepoogd om het onderwerp verkeerkundig beheer op de agenda te krijgen van bestuurders. Deze pogingen hebben wisselend succes gehad en omdat het onderwerp nu nog steeds niet de aandacht krijgt dat het verdient, is er de roep geweest naar een meer gerichte aanpak. In de eerste helft van 2012 zijn er, als een van de eerste stappen naar een gerichte aanpak, gesprekken en interviews geweest met bestuurders om van hen antwoord te krijgen op de vraag hoe verkeerskundig beheer onderdeel kan worden van hun bestuurlijke agenda waarmee ze succesvol kunnen zijn. Uit de gesprekken bleek dat verkeerskundig beheer voor bestuurders vaak een abstract en complex begrip is, omdat het zo’n onzichtbaar onderwerp is, dat ‘gewoon’ naar behoren zou moeten werken. Een andere complicerende factor bij het op de agenda zetten van het onderwerp is dat de implementatie impact heeft op de ambtelijke organisatie. Een derde punt dat genoemd werd, is het veelvuldig gebruik van verkeerskundig jargon. Dit jargon sluit niet aan bij de beleidsmakers en zéker niet bij de bestuurders. Het moment waarop het verkeerskundige onderwerp op de agenda van de bestuurder wordt gezet, blijkt van cruciaal belang voor het welslagen ervan. Er is meer kennis nodig van het bestuurlijke proces om de juiste timing te hebben voor een onderwerp. Om verkeerkundig beheer succesvol op de bestuurlijke agenda te zetten is timing essentieel. Dus er is niet alleen doorzettingsvermogen en verkeerskundige kennis nodig, maar ook bestuurlijke sensitiviteit en zicht op maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen. Het is van belang om vanuit het gezichtspunt van de bestuurder en zijn bestuurlijke en maatschappelijke stakeholders te komen tot een visie op hoe verkeerskundige beheer gaat bijdragen aan zijn succes als bestuurder waarbij het aantal risico’s tot een minimum wordt beperkt. Het betekent dat er voor de wethouder of de gedeputeerde binnen zijn ambtstermijn een succes behaald moet worden. Deze memo benoemt op basis van de hierboven samengevatte aandachtspunten die uit de gesprekken en interviews bleken, een aantal te volgen strategieën waardoor bestuurders verkeerkundig beheer op hun agenda willen zetten. Overtuigende Communicatie Een eerste strategie die ingezet kan worden is overtuigende communicatie. Om de bestuurder te laten inzien wat het belang is van verkeerskundig beheer, moet hij van de voordelen doordrongen worden net zoals de burger. Er zal dus een vertaalslag gemaakt moeten worden waarbij de technische termen vertaald zijn naar bepaalde beleidsdoelstellingen of voordelen voor de gebruikers. Dan zal de bestuurder inzien wat het onderwerp oplevert. Zijn er bijvoorbeeld bezuinigingen te realiseren of kan het aantal verkeersslachtoffers worden teruggedrongen? Dan zal hij het onderwerp op de agenda zetten. Deze communicatiestrategie wordt veelvuldig gebruikt bij onderwerpen en producten met technische eigenschappen om mensen te overtuigen van de waarde van het onderwerp of product. Dit betekent concreet dat er bij alle naar de bestuurder gebruikte verkeerskundige termen en jargon nagedacht moet worden welke voordelen die
elementen hebben. Wat levert de bestuurder bijvoorbeeld het dynamiseren van verkeerslichten op? En wat levert het de burger op dat er een traject uitgerust is met verkeerslichten met een trajectalgoritme? Bij het benoemen van de voordelen van verkeerskundig beheer is het belangrijk om aan te sluiten bij de politieke voorkeur van de bestuurder. Daarom is het onontbeerlijk om kennis van de specifieke bestuurder en zijn achtergrond te hebben, zodat verkeerskundig beheer op zijn agenda terechtkomt. De politieke achtergrond van de bestuurder bepaalt namelijk voor welke argumenten de bestuurder gevoelig is. Verkeerskundig beheer kan voor de ene bestuurder vertaald worden naar een betere doorstroming en een betere bereikbaarheid van de economische toplocaties in zijn regio. Een andere bestuurder is daarentegen sneller overtuigd van het belang als er een vertaling is naar een betere luchtkwaliteit voor zijn stad of als de verkeersveiligheid toeneemt. De politiek bepaalt dus de agenda! Concluderend kan gesteld worden dat overtuigende communicatie, communicatie is die is toegesneden op de specifieke bestuurder en daarmee een belangrijke sleutel is op weg naar de agenda van die bestuurder. Een andere communicatiestrategie die ingezet kan worden is framing. Framing is ook een overtuigingstechniek in communicatie. De techniek bestaat eruit woorden en beelden zo te kiezen, dat daarbij impliciet een aantal aspecten van het beschrevene worden uitgelicht. Deze uitgelichte aspecten helpen om een bepaalde lezing van het beschrevene of een mening daarover te propageren. Bij framing als overtuigingstechniek wordt er voor woorden en beelden gekozen, die aspecten naar voren halen waarvoor de beoogde ontvangers het meest vatbaar zijn. Zo kiest een fabrikant van vruchtensappen, die begrippen als gezond, natuurlijk, ambachtelijk en oprecht met zijn merk wil associëren, voor een etiket dat vermeldt dat het fruit "vers geplukt" is. Een denkbaar even juiste vermelding "afkomstig van massale teelt" roept heel andere, commercieel minder wenselijke, begrippen op. Omdat geen enkele communicatie volstrekt objectief is, kent dus iedere uitspraak wel een zeker frame (denkraam) van veronderstellingen dat eronder verborgen zit. Anders dan bij het gebruik van argumenten als overtuigingsmiddel (de overtuigingstechniek), gaat het bij framing vooral om de associaties bij het beeld. Een voorbeeld van een frame binnen verkeerskundig beheer is: De uitstoot van CO2 wordt in 2014 met 25% verminderd door onze verkeerslichten optimaal in te zetten. Er is dus sprake van CO2 verkeerslichten! Een andere mogelijkheid is de files die met 10% worden gereduceerd door verkeerslichten en informatiepanelen optimaal in te zetten. We spreken dus niet meer van verkeerslichten en informatiepanelen maar van klimaatverbeteraars en toverborden! Op het moment dat er voor framing wordt gekozen moet er op basis van het frame een onderbouwing en een redeneerlijn worden opgezet waar aan vast gehouden moet worden. De redeneerlijn en onderbouwing mag wel verkeerskundig jargon bevatten, maar beperk het zoveel mogelijk.
Timing in het bestuurlijke proces Een tweede pijler in het op de kaart zetten van verkeerskundig beheer is kennis hebben van het bestuurlijke proces waarin de bestuurder zich bevindt. Het juiste moment vinden in dit proces is van essentieel belang om de bestuurder te interesseren voor verkeerkundig beheer. In de fasering van de partijprogramma’s tot en met de bestuurlijke periode van 4 jaar zijn er verschillende momenten te benoemen waarop verkeerskundig beheer onder de aandacht kan worden gebracht. In de onderstaande figuur worden de belangrijkste momenten benoemd.
Figuur 1: Fasering bestuurlijk proces In de eerste fase kunnen er zowel op gemeentelijk als op landelijk niveau in het partijprogramma met behulp van framing of overtuigingstechnieken wellicht wat aanknopingspunten worden beschreven die het vervolgproces kunnen beïnvloeden. De invloed van externe belangengroepen of reeds bestaande netwerken om verkeerkundig beheer in het partijprogramma op te nemen kan daarbij doelbewust ingezet worden. De fase van de coalitiebesprekingen én het moment waarop het coalitieakkoord gemaakt wordt, zijn mogelijke momenten om verkeerskundig beheer op de kaart te zetten. Hierbij is het weer van belang om, net als bij het partijprogramma met behulp van framing of overtuigingstechnieken aanknopingspunten te creëren in het coalitieakkoord, zodat bijvoorbeeld de wethouder een resultaat moet en kan laten zien. Door bijvoorbeeld in het coalitieakkoord op te nemen dat een groene golf wordt gerealiseerd, wordt de wethouder verantwoordelijk voor de realisatie. Aangezien de betrokkenen in de eerste twee fases moeilijker te beïnvloeden en te bereiken zijn, is het aanbevelenswaardig om juist in de bestuurstermijn paraat te staan om de mogelijkheden die er zijn optimaal te benutten. In fase drie waarin de bestuurder benoemd wordt voor zijn bestuurlijke termijn van vier jaar, is het van groot belang om hem bij aanvang van zijn termijn dus in het eerste half jaar van zijn bestuurlijke periode te winnen voor het onderwerp verkeerskundig beheer. Verderop in de ambtstermijn van de bestuurder wordt het steeds moeilijker om verkeerskundig beheer op de kaart te zetten, omdat er namelijk al een jaar vóór het verstrijken van zijn termijn gestart wordt met het maken van een nieuw partijprogramma. Daar komt bij dat het voor de bestuurder van belang is om in zijn bestuurlijke termijn een succes te behalen door bijvoorbeeld een zichtbaar probleem op te lossen. En die oplossing dient in het derde jaar van zijn bestuursperiode zichtbaar te worden, zodat hij dit succes kan inzetten bij de herverkiezingen. Zoals een bestuurder in een gesprek aangaf: een bestuurder is ook ijdel, wil graag in beeld zijn, wil succes boeken. En verkeerskundig beheer kan dat succes voor hem zijn!
Naast de genoemde communicatiestrategieën en de juiste fase in het bestuurlijke proces is het concretiseren van het onderwerp voor de bestuurder een middel dat veelvuldig ingezet kan worden. Juist door een situatie in de praktijk zichtbaar te maken door mét de wethouder en de raad op locatie te gaan, een werkbezoek tijdens de avondspits af te leggen, liefst nog wanneer het regent of als het koopavond is, versterkt dat de onderbouwing enorm. Zoals een beeld meer zegt dan duizend woorden. Dit geldt zeker als het onderwerp niet op de een of andere wijze, direct of indirect beschreven staat in het coalitieakkoord. Omdat deze werkwijze veel tijd vraagt van de bestuurder valt er veel tijd te winnen bij het combineren van mogelijk werk met werk. Dus combineer verkeerskundig beheer onderwerpen met andere thema’s, zoals wegverbreding of groot onderhoud aan de infrastructuur. Ga daarbij wellicht niet voor de hand liggende combinaties met een compleet ander onderwerp bijvoorbeeld groot onderhoud aan de riolering niet uit de weg , omdat de agenda van de bestuurder zo optimaal mogelijk ingericht moet worden. Het combineren van onderwerpen is een middel om de bestuurder te interesseren. Wanneer er bijvoorbeeld al infrastructurele werkzaamheden plaatsvinden in een regio is dat een goed moment om ook de verkeerslichten onder de loep te nemen. Dat zijn dus belangrijke signalen voor momenten waarop verkeerskundig beheer bij de bestuurder onder de aandacht gebracht kan worden. Omdat bij grootschalige rioleringsprojecten de infrastructuur op de schop gaat, is dat ook zo’n moment waarop twee vliegen in één klap geslagen kunnen worden. Een andere combinatie is te maken wanneer er grote verkeersprojecten op handen zijn, en dan bij de aanschaf van de verkeerslichten juist dan al het verkeerskundig beheer in contracten te organiseren. Bestuurders zijn net als gewone mensen gevoelig voor geldbesparingen, tijdbesparingen en werk met werk combineren waarbij tijd en geld wordt bespaard. Kennis van de plannen voor de regio zijn daarom essentieel om een bestuurder te interesseren voor verkeerskundig beheer. Stakeholderanalyse De invloed van externe belangengroepen worden in het bestuurlijke proces genoemd als middel om verkeerkundig beheer in het partijprogramma opgenomen te krijgen. Maar een goede en gedegen stakeholderanalyse is van niet te onderschatten waarde om verkeerskundig beheer op de agenda te krijgen. De stakeholdersanalyse vanuit het gezichtspunt van bestuurder, waarbij zijn politieke herkomst een belangrijk uitgangspunt is, zal een schat aan mogelijkheden en ingangen opleveren. Vanuit het gezichtspunt van een wethouder zijn onder andere de volgende stakeholders te benoemen: Coalitie partijen; Lokale pers; Eigen politieke partij; Raad in de gemeente; Belangengroepen van ondernemers en burgers Burgemeester en de andere wethouders, waarbij de wethouder van financiën een bijzonder belangrijke positie inneemt; Enz.. Deze stakeholders beïnvloeden de wethouder, maar geven ook signalen af van zaken die (nog) niet goed gaan of die verbeterd dienen te worden. Het is zinvol om die signalen op te pikken en in te zetten om verkeerkundig beheer op het programma te zetten.
Wanneer de luchtkwaliteit in de stad niet voldoet aan de gewenste norm dan geeft een belangengroep dat aan bij de wethouder, of dat bericht komt bijvoorbeeld middels een burgerbrief binnen. Dit signaal kan ingezet worden om bij de wethouder luchtkwaliteit onder de aandacht te brengen en hem met behulp van een frame een oplossing aan te bieden. De wethouder kan dan de volgende uitspraak doen: De uitstoot van CO2 wordt in 2014 met 25% verminderd door onze verkeerslichten optimaal in te zetten. Er hoeft op het moment dat er een signaal van stakeholders wordt opgepikt nog geen uitgewerkt plan te liggen. Dat is de volgende stap zodra de bestuurder het onderwerp heeft omarmd.
Dankwoord: Deze notitie is tot stand gekomen met dank aan de bijlage genoemde gesprekspartners en aan Ismail Yildiz (GGT), Robin Los (GGT) en Bram van Luipen (KpVV) voor het meedenken aan dit onderzoek en het bijwonen van de verschillende gesprekken.
Bijlage: De gesprekken zijn gevoerd met: Rob Metz, wethouder Apeldoorn, VVD. John Levie, wethouder Amstelveen, lokale partij. Fons Jacobs, burgemeester Helmond / portefeuillehouder Mobiliteit BBZOB, CDA. Asje van Dijk, burgemeester Barneveld, voormalig gedeputeerde verkeer Zuid-Holland, CDA. Frits Lintmeijer, wethouder Utrecht, D66. Gerard IJff, wethouder Roermond, PvdA. Lex Cachet, docent/wetenschapper Erasmus Universiteit Rotterdam. Alle genoemde functies waren ten tijde van de gevoerde gesprekken