DE LIJN OP HET PLEIN casus: prins bernhardplein te utrecht
EINDRAPPORTAGE - SEV EXPERIMENT PUBLIEKE RUIMTE 'WHERE LIFE SWIRLS'
"DE LIJN OP HET PLEIN" Casus: Prins Bernhardplein, Utrecht Eindrapportage SEV Experiment publieke ruimte 'where life swirls' Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Korte Minrebroederstraat 2 3500 CE Nieuwegein Datum bezoek: 27 mei 2010 SEV Stuurgroep Experimentele Volkshuisvesting Stationsplein 45 Postbus 1878 3000 BW Rotterdam 010 - 282 50 50
[email protected] Atelier Kempe Thill architects and planners research and development van Nelleweg 8065 Postbus 13064 3004 HB Rotterdam 010 - 750 37 07
[email protected] Rotterdam, juli 2010
Inhoudsopgave
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
P.1
Inleiding Werkmethodiek Publiek landschap Eindrapportage Bijlagen
P.2
Evaluatie Beperkingen Deelnemers expertteam
P.3
Eindrapportage
P.4
Ruimtelijke structuur Sociale structuur
P.5
Centrale vraagstelling Herstel uitstraling Utrechtse As
P.7
Herinrichting Prins Bernhardplein Sociaal en economisch rendement
P.8
Cultureel wijkcentrum als verbeteraar de jongeren
P.9
Op zoek naar vormende actoren Kort gezegd
P.10
Conclusies en aanbevelingen
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
opdrachtomschrijving analysekader discours experts publiek landschap
X
Inleiding Publieke ruimte is een ruimtelijk resultaat van een divers aantal vormende actoren. Een ruimtelijke constellatie waarbinnen veel aspecten subtiel in elkaar grijpen. Door middel van een multidisciplinair team wordt op zoek gegaan naar de vormende krachten achter het resultaat van verschillende types publieke ruimte. Gefundeerd op een constructief gedachtegoed wordt als benaderingswijze een publieke ruimte vanuit ieders specialistisch discours beschouwd; welke samen de verschillende aspecten van de gelaagdheid van publieke ruimte binnen zijn specifieke context blootleggen. Werkmethodiek Onderzoek door de leden van het expertteam gaat op basis van informatie gevormd door enerzijds het aanhoren van betrokkenen, anderzijds eigen empirische waarnemingen ter plaatse. Een locatiebezoek duurt een dag, waarna tijdens een afsluitende discussie gedachten tussen de verschillende experts uitgewisseld worden. Een vooraf aangereikt analysekader ordent de diverse facetten in 6 categorieën, te weten een fysiek, verkeerskundig, economisch, sociaal, cultureel en een ecologisch perspectief. Dit kader is als bijlage 2 toegevoegd. Individueel worden de verschillende discours uitgewerkt tot deelrapportage en te vinden in bijlage 3. Publiek landschap Op basis van deze kennis is het mogelijk een 'landschap' op te tekenen van een publieke ruimte, waarin de verschillende aspecten op overzichtelijke wijze weergegeven worden. Dit landschap gaat ervan uit dat er een scheiding bestaat tussen 'hardware' of basis, dwz dat eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
wat aangeboden wordt (ruimtelijke en niet-ruimtelijke fysieke structuur), en de 'software' of 'swirl', welke gebruikers de publieke in bezit hebben genomen (gemeenschap) en hoe hiermee door deze omgegaan wordt (interactie). Tussen beiden in is ruimte gereserveerd voor culturele aspecten, aangezien deze opgebouwd zijn uit enerzijds een gedachte, anderzijds een fysieke aanleiding voor deze gedachte. Dat zowel basis als software elkaar continu beïnvloeden tonen de roterende pijlen waarmee het dynamisch proces weergegeven wordt. Dit grafische overzicht is opgenomen onder bijlage 4. Eindrapportage Op basis van de voorgaande analyses wordt door Atelier Kempe Thill in opdracht van de SEV een overkoepelende rapportage opgesteld. Deze is opgebouwd uit de volgende onderdelen: A. De aangetroffen specifieke context wordt vanuit breder perspectief geinterpreteerd. B. De centrale vraagstelling van de opdrachtgever wordt geïntroduceerd en gewogen op basis van kengetallen en bevindingen. C. Aan de hand van het publieke landschap worden overwegingen geformuleerd welke resulteren in logische voorstellen tot interventies met discipline overschrijdende eigenschappen, en de daarbij behorende ruimtelijke consequenties welke leiden tot het beoogde resultaat. Bijlagen Ter onderbouwing van het rapport en om inzicht te verschaffen in het proces worden opgenomen: 1. de opdrachtomschrijving 1
2. het analysekader 3. de verschillende discours genoteerd door de expertteamleden 4. het resulterende publieke landschap
INTERACTIE: - sociaal - economisch
Evaluatie Aangezien publieke ruimte onderhevig is aan een dynamisch proces keert het team na 2 jaar terug om te beschouwen hoe deze zich ontwikkeld heeft en in hoeverre de gedane voorstellen tot interventies hierop invloed hebben gehad. Samen met het eindrapport vormt de vastlegging van de evaluatie het eindproduct.
PROCES
DYNAMISCH
GEMEENSCHAP
CULTUREEL
NIET RUIMTELIJK FYSIEKE STRUCTUUR mobiliteit controle & veiligheid schoon-/ reinheid programmering / bestemming
toegankelijkheid & ontsluiting
bebouwde context
fysieke voorzieningen
RUIMTELIJK FYSIEKE STRUCTUUR
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
Beperkingen Er bestaat geen ideale, universele publieke ruimte, er bestaan slechts ideale ruimten binnen hun specifieke context. Er bestaat geen ultiem recept voor vitale publieke ruimte. Het eindrapport reikt op een meer abstract niveau de essentiële ingrediënten aan. Publieke ruimte is onderhevig aan een continu dynamisch proces waarin de factor tijd een rol speelt. Ook zijn de waarnemingen van de experts gebaseerd op een steekproef waarbij de locatie beschouwd wordt op één bepaalde dag. Op basis van de aanwezige expertise is het team zich hiervan bewust en neemt dit zoveel mogelijk mee in de geformuleerde discours. Deelnemers expertteam Gwen van Eijk (UvA), Luuk Engbers (TNO), Hans Karssenberg (Stipo), Robert Kloosterman (UvA), Thaddeus Müller (De warme stad), Oliver Thill en Ruud Smeelen (Atelier Kempe Thill Rotterdam), Joost Vonk (Jantje Beton), Radboud Engbertsen en Hanneke Schreuders (SEV Rotterdam). Met dank aan: Vivian Ooms (Gemeente Rotterdam) 2
DE LIJN OP HET PLEIN casus: Prins Bernhardplein te Utrecht
Dankzij de mogelijkheden geboden door aanwezige infrastructurele verbindingen, het merwedekanaal, het spoor en de amsterdamse straatweg, ontwikkelt zich aan het begin van de 20e eeuw industrialiseert het gebied rond Zuilen. Bedrijven als Werkspoor (de Nederlandsche Fabriek voor Werktuigen en Spoorwegmateriaal; 1913) en Demka (Staalfabriek de Muinck Keizer; 1914) vestigen zich. Ter huisvesting van de werknemers worden onder leiding van woningbouwverenigingen in engelse tuinstadstijl nieuwe woonwijken aangelegd. Veelal eengezinswoningen in gebogen stratenpatroon, open bouwblokken en pleinachtige ruimtes met kwalitatief hoogwaardige groenvoorzieningen. In 1918 wordt een verzoek gedaan tot uitbreiding van de stad Utrecht. Gelimiteerd door bestaande infrastructuur en historische binnenstad, en met een verwachte groei in het vooruitzicht van 140.000 naar 450.000 inwoners, dienen nieuwe infrastructurele voorzieningen aangelegd te worden. Holsboer, toenmalig directeur Publieke Werken en Berlage, in adviserende rol, presenteren in 1920 een plan hiertoe. Langs twee structuurdragers ontwikkelt Zuilen verder: De 'as van Berlage' en de Amsterdamsestraatweg; in 1954 wordt Zuilen geannexeerd door de gemeente Utrecht. Door de grote woningbehoefte na de tweede wereldoorlog is men genoodzaakt de Berlagiaanse stedenbouwkundige structuur te verlaten en de nieuwe stadsuitleg, met name in Zuilen Noord Oost, in te vullen met stempel- en strokenverkavelingen in een groene setting. eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
3
A2 richting amsterdam
zuilense ring
A27 richting almere
Stad Utrecht A12 richting den haag
A12 richting arnhem
A2 richting den bosch
A27 richting breda
wegennetwerk: zuilen is vormgegeven tussen twee axialen die het centrum verbinden met interne en perifere ring
as van berlage: de uitvalsweg domineert de ruimtelijke structuur en scheidt de wijk in een vooroorlogs- en naoorlogs deel
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
Vanaf de jaren '70 tot heden hebben renovatie en sanering, als onderdeel van herstructurering, plaatsgevonden met een divers wijkkarakter als eindresultaat. Centraal in de wijk en op de 'as van Berlage' ligt het Prins Bernhardplein. Ooit levendig centrum binnen de wijk maar momenteel vooral infrastructureel knooppunt. Het plein als onderdeel van de 'as van Berlage' vormt als publieke ruimte het onderwerp van deze rapportage. Ruimtelijke structuur Dankzij een centrale positie en goede infrastructurele verbindingen ten opzichte van de rest van Nederland heeft Utrecht zich sterk ontwikkeld. Het wegennetwerk kent een perifere ring, gevormd door snelwegen en de Zuilense Ring. Daarnaast omsluit een interne ring het historische centrum. Axiale wegen verbinden het centrum en de twee ringen. Zuilen is vormgegeven tussen twee van deze axialen: de 'Amsterdamsestraatweg' en de 'As van Berlage' (Burg. Norbruislaan - Pr. Bernhardlaan - Burg. van Tuyllkade). Met name de laatste domineert de ruimtelijke structuur van de wijk en scheidt deze in een vooroorlogs en naoorlogs deel, respectievelijk onder en boven de as. De stedenbouwkundige onderdelen zijn qua uitleg en groenvoorziening genereus aangelegd. De bebouwde kwaliteit is zeer divers. Centraal op de As van Berlage ligt het Prins Bernhardplein, van origine levendig centrum. Door dominant-complexe en grillige infrastructuur is in huidige situatie nauwelijks meer sprake van een plein. Esthetisch gezien neutraliseert het stratenpatroon de monumentaliteit van de genereus opgezette as door deze in tweeën te knippen. Rond het plein staan 3 markante gebouwen: prins bernhardplein te utrecht
De Bethelkerk, de Jacobskerk en een voormalig schoolgebouw welke momenteel tot kleinschalig theater herbestemd wordt. Verder zijn nog verschillende gedenktekens aanwezig: een ter herinnering aan de zelfstandige gemeente Zuilen voor annexatie en een oorlogsmonument. Sociale structuur In 2007 worden in Nederland op basis van objectieve gegevens 40 wijken aangewezen tot 'Vogelaarwijken': aandachtswijken op het gebied van wonen, werken, leren, integreren en veiligheid. Zuilen (Oost) is een van deze. Een op de vijf bewoners is òf jonger dan 20 òf ouder dan 55 [1]. Relatief veel mensen zijn (langdurig) werkeloos. Onder hen is een grote groep jongeren zonder startkwalificatie. Vooral onder 'eerste generatie' - allochtonen heerst veel werkeloosheid. Bij kinderen zowel van allochtone als (lager opgeleide) autochtone bewoners heeft vanaf jonge leeftijd een leerachterstand. Ook heersen er gezondheidsproblemen. Met name overgewicht, eenzaamheid en depressief heersen. Naast 'Vogelaarwijk' is Zuilen in 2006 aangewezen als urgentiegebied in het kader van 'Utrecht veilig!'; vooral jongerenoverlast, jeugdcriminaliteit, autokraak en woninginbraak komen relatief vaak voor. Bedrijvigheid in de wijk is in hoofdlijnen beperkt tot het winkelcentrum Rokade en klein ondernemersschap [2]. De religieuze instanties vervullen een sterke sociale taak: zowel Jacobs- als Bethelkerk en Al Aksa moskee. De diensten, welzijnsactiviteiten en bijeenkomsten trekken veel bezoekers en zij beschikken over een grote groep vrijwilligers. De fysieke structuur is in Zuilen, met uitzondering van het Prins Bernhardplein, 4
bethel kerk
voorm. scholen
groene zone richting Vecht
Jacobs kerk
As van Berlage geen ensemble maar fragmenten: de gemeentelijke monumenten en gedenktekens versterken elkaar ruimtelijk niet
dankzij de uitgevoerde stedelijke vernieuwingen redelijk op orde. De problemen komen vooral voort uit sociaal en indirect economisch vlak. Centrale vraagstelling Het Prins Bernhard plein staat aan de vooravond van een grootschalige herstructurering. Het doel van deze ingreep is multi-disciplinair: naast het aanpakken van de fysieke verkeersproblematiek wenst de gemeente middels herinrichting van de omliggende publieke ruimte tevens een kwaliteitsslag op sociaal terrein te slaan, waarbij het plein zijn oorspronkelijke functie als 'hart van Zuilen' terugkrijgt. Het herbestemmen van het voormalige schoolgebouw als theatervoorziening wordt hierin als belangrijke 'troef' gezien. Primair vraagt de gemeente zich af 'hoe de fysieke herinrichting en -bestemming kan bijdragen aan een sociaal beter functionerend plein', en in minderde mate welke economische betekenis de kleine winkelstrip heeft gelegen aan het kerkplein van de St. Jacobskerk. Nadere beschouwing van de centrale vraag impliceert twee veronderstellingen: 1. het plein is een plein, in de betekenis van 'publiek domein als plaats waar uitwisseling tussen verschillende maatschappelijke groepen kan plaatsvinden' [3]. 2. er bestaat een directe relatie tussen de sociale overlast in de wijk en de fysieke structuur. Op beide veronderstellingen zal later in dit stuk teruggekomen worden.
water verbindt: fragment uit berlages planuitwerking, versie 1920. duidelijk is het beoogde water op de assen te zien.
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
De Centrale vraagstelling is duaal te noemen: enerzijds is sprake van een ontwerptechnisch probleem - in de zin van het verkeerstechnisch prins bernhardplein te utrecht
functioneren van het plein en de stedenbouwkundige verschijningvorm als ensemble, mede onderdeel van de (revitalisering van de) 'As van Berlage'. Anderzijds dient de interventie rendement te bieden op het sociaal en economisch gestel van Zuilen. Op beide zal nader ingegaan worden. In de geest van Berlage: herstel uitstraling Utrechtse As Het werk van Berlage kan, kort door de bocht, getypeerd worden als een synthese tussen de onder invloed van de industrialisatie nieuw opkomende collectieve rationaliteit en de meer individuele schilderachtigheid; welke zich respectievelijk postuleren in architectonische monumentaliteit en een zekere (ambachtelijke) romantiek. Het schortte in Nederland zijns inziens met name aan monumentaliteit [4]. Het originele plan (versie 1920) bestuderend zijn beide aspecten te herkennen: de monumentaliteit in de vorm van de genereuze planuitleg en het pittoreske in de tuindorpachtige wijken. De Utrechtse as in huidige vorm mist als collectieve ruimte duidelijk beide aspecten, en met name monumentaliteit. Een vergelijking tussen de Assen van Utrecht en Amsterdam Zuid toont aan waarom: - Gesamtkunstwerk: planologische rudimenten in Utrecht vs integrale uitvoering in A'dam - laag stedelijke bebouwing: laag stedelijk (10m) vs groot stedelijk (16m+) - uitstraling straatwanden: discontinue / matige kwaliteit vs continu - definitie inrichting: ongedefinieerd vs sterke zonering - groenstructuur: enkele bomenrij vs dubbele bomenrij ('tunnelwerking') 5
- uitstraling inrichting: 'onderhoudsarm gras' vs 'tapis vert' - aanwezige voorzieningen: ontbreken totaal vs uitnodigend gebaar tot verblijven
1. 2. 3. 4.
5.
4. 3. 2. 1.
50m
prins bernhard laan: as van berlage in utrecht
Utrecht Zuilen, Pr. Bernhardlaan 1. brede stoep 2. bomenrij 3. langsparkeren, fietspad, enkele rijbaan 4. bomenrij 5. grasveld
1. 2. 3. 4. 5. 6.
7.
6. 5. 4. 3. 2. 1.
50m
winston churchilllaan: as van berlage in amsterdam
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
Amsterdam Zuid, Churchilllaan 1. brede stoep 2. bomenrij, langsparkeren 3. fietspad, enkele rijbaan 4. vluchtheuvel 5. trambaan 6. wandelpad, bomenrij, voorzieningen 7. tapis vert met afwisselende beplanting
prins bernhardplein te utrecht
Het is de vraag of de Utrechtse As ooit de gewenste monumentale en pittoreske uitstraling zal krijgen. Aangezien basiskwaliteiten ontberen dient veel energie in de As gestoken te worden om deze te introduceren. Betere mogelijkheden liggen er door de pijlen te richten op de wèl uitgevoerde basiskwaliteiten van het plan: - Intensiveren sterke, zorgvuldig gelegde verbindingen met omliggend gebied - Investeringen groenstructuur beter in omliggende woonwijken doen - (Her)inrichting middenstrook In het originele ontwerp (versie 1920) is Berlage zorgvuldig omgegaan met de aanwezige kwaliteiten van het omliggende landschap. Deze worden fysiek de wijk ingeloodst. Met name de aanwezige fortificaties en de aantrekkelijkheid van de Vechtstreek hebben met veel liefde een plaats gekregen. Zo is in de middenzone van de As van Zuilen geen grasveld aangebracht maar is een doorlopende waterstructuur getekend die de wijk via dwarsverbindingen de centrale as fysiek met de Vecht verbindt. Het alsnog aanbrengen van water op de assen heeft, in de huidige situatie, een aantal voordelen en is het onderzoeken zeker waard: door verbinden wordt de toegankelijkheid van Vecht naar wijk en vice versa aanzienlijk vergroot, versterkt de samenhang in de wijk, verlevendigd de publieke ruimte als spiegelwater en tevens als speelwater, stimuleert bewegen en verblijf, biedt een meerwaarde ten opzichte van de kwaliteiten in 6
de (groene) wijken en is verder relatief onderhoudsarm.
arbitrair: vanuit de stedebouwkundige situatie bezien is het moeilijk één plein voor te stellen.
symmetrie: door de situatie te definiëren als twee pleinen gelegen aan een doorgaande as wordt de kwaliteit als ensemble hersteld
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
de vier hoekpunten. In de latere versie (1924) is de lange richting van het rechthoekige plein parallel aan de as gesitueerd. Ter versterking Herinrichting Prins Bernhard plein van de gewenste monumentaliteit speelt De Muijnck-Keizerlaan knipt de 'As van Berlage' symmetrie een belangrijke rol in het werk van ter plaatse van het Prins Bernhard plein in twee Berlage. Beschouwing van de huidige situatie stukken: voor en na de laan. Aansluiting op het leert dat hiervoor beschreven rationele opzet grootse straatprofiel van de Laan (twee verdwenen is. De problematiek van ventwegen met parkeren en twee dubbelbaans versnippering door infrastructuur buiten wegen gescheiden door groenstroken) beschouwing gelaten kan gesteld worden dat termineert de continuïteit van de As, wat de stedenbouwkundige situatie arbitrair oogt. In benadrukt wordt door het veranderende plaats van één plein definiëren de straatprofiel en de begroeiing. Het huidige straatwanden twee pleinen, van elkaar wegenpatroon biedt niet de mogelijkheden de gesneden door de centrale as. Gegeven de hiërarchie te herstellen, bijvoorbeeld door de bebouwde context lijkt het nastreven van één Prinses Christinalaan te betrekken bij de plein optimistisch. Doortrekken van de verkeersafhandeling. Om de aftakking straatwand van de Prinses Christinalaan is overzichtelijker te regelen heeft de werkgroep geen optie. Enige mogelijkheid die bestaat is herinrichting Prins Bernhardplein het advies het onderkennen van dit gegeven en de twee gedaan op het kruispunt van Laan en As een losse pleinen te versterken. Monumentaliteit rotonde aan te leggen. kan gevonden worden in de symmetrie van Het meeste doorgaande verkeer richting de ring beide pleinen; door de centraal gelegen van Zuilen lijkt zich via de Amsterdamsestraatmonumenten en mogelijke introductie van een weg te verplaatsen. Tijdens het noteren van tweede winkelstrip tpv de overzijde van het deze rapportage zijn echter de huidige Jacobskerkplein. Verder kan het oprekken van verkeersintensiteiten onbekend. De de rotonde tot aan het straatprofiel verkeerstechnische noodzaak een rotonde aan ondergeschikte ovaal bijdragen in combinatie te leggen is daarom moeilijk in te schatten. In met zorgvuldige inrichting (begroeiing bijlage 3 is een beschouwing opgenomen afstemmen en mogelijke introductie water) tot geschreven door verkeersexpert Vivian Ooms, het herstellen van de continuïteit van de waarin enkele signaleringen naar aanleiding van doorgaande As en toont de gebouwen weer de technische inpassing van de rotonde gesteld zoveel mogelijk als ensemble. worden. Op het ontwerpaspect zal hieronder nader ingegaan worden. Sociaal en economisch rendement De problemen gesignaleerd in het wijk Ter de hoogte van het huidige Bernhardplein actieplan 2008/2009 zijn vooral intern. tekent Berlage een stervormig plein met centraal Anderzijds valt op dat er een sterke waterbassin. De contour van de straatwanden is samenhang lijkt te bestaan tussen de rechthoekig en de centrale as is gesitueerd in verschillende aandachtspunten: werkeloosheid het midden van de lange wanden. Secundaire zorgt voor een gevoel van nutteloosheid, wat straten vertrekken vanuit leidt tot depressies en eenzaamheid. Een prins bernhardplein te utrecht
7
herbestemming van het voormalige schoolgebouw: de fysieke structuur in een dienende rol anno 1955
'niet links laten liggen': een wijkbewoner van het eerste uur verwijdert onkruid op straat tijdens een warme dag.
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
vroege leerachterstand heeft een grote groep jongeren tot gevolg zonder startkwalificatie. Een deel van de oude bevolking vindt voldoening in vrijwilligerswerk, vooral onder jongeren heerst veel onvrede. Mede de oprichting van het winkelcentrum Rokade betekent het einde van kleinschalig ondernemersschap in de wijken welke tegenwoordig beperkt is tot enkele zelfstandigen die vanuit de woning opereren. Het is waar dat boven geschetste ontwikkelingen een directe neerslag op de publieke ruimte vormen. Jeugdoverlast en -criminaliteit veroorzaakt (een gevoel van) onveiligheid. Door de heterogene bevolkingssamenstelling ontbreekt binding in en met de wijk. Het wegvallen van kleinschalig ondernemersschap tempert de levendigheid in de wijk. Het is echter onjuist dat de fysieke gesteldheid van het publieke domein deze problemen veroorzaakt. Een fysiek aantrekkelijke plek betekent niet automatisch meer sociale cohesie en interactie of sociaal economisch rendement. Ingrepen van ander kaliber zijn daarvoor benodigd, waarbij de fysieke structuur een dienende rol inneemt. Cultureel wijkcentrum als verbeteraar van sociale kwaliteit Herbestemming van de voormalige schoolgebouwen als culturele theatervoorziening is een van de belangrijkste troeven in het opwaarderingplan van de gemeente voor de wijk. Door een interregionale draagkracht na te steven zijn de doelstellingen binnen een culturele stad als Utrecht, op z'n zachtst gezegd ambitieus. Het is de vraag of de interventie een uitwerking zal hebben op de werkelijke problematiek binnen het sociale en economisch 'gestalt' van de wijk. Programmering en beheer zijn hierin cruciale aspecten. prins bernhardplein te utrecht
Generaliserend is de problematische doelgroep laag opgeleid, heterogeen, enerzijds met een laag gevoel van eigenwaarde anderzijds door trots gefrustreerd en vooral: passief. Wat niet verwonderlijk is. In hoeverre sluit de programmering van de geplande interventie in de vorm van amateurtheater, kleurkeuken, welzijn en grand café aan op de behoeften voortkomend uit deze doelgroep? Is beheer en beleid voorzien van een heterogene oriëntatie en gevoeligheid? En in hoeverre zullen deze mensen zich op hun gemak voelen binnen het nieuwe wijkcentrum? “Zie je wel, met hem heb ik geen probleem. Al die verhalen over Zuilen zijn opgeblazen. Je moet ze alleen niet links laten liggen. Dat vindt niemand leuk.” Socioloog Thaddeus Müller in gesprek met een oudere inwoner van het eerste uur die onkruid tussen de straatstenen weghaalde daarbij klagend over de passieve houding van de gemeente hierbij. Citaat is afgegeven wanneer er een Marokkaanse jongen langskomt die de man groet. De jongeren Omdat met name jeugdcriminaliteit en -overlast worden in de wijk en cumulerend rond het Prins Bernhard plein als problematisch worden ervaren gaat deze rapportage nu in op een groot percentage binnen de te bereiken doelgroep, te weten de jongeren. Een aanzienlijk deel van de 'onvrede', welke leidt tot overlast, lijkt voort te komen uit gebrek aan maatschappelijke acceptatie en ontbreken van uitzicht hierop [5]. Het 'links laten liggen', zie bovenstaand citaat, beperkt positieve interactie tussen de jongeren en de overige wijk(bewoners). Het is van belang hierbij een scheiding te leggen tussen werkelijke criminaliteit, als probleem van openbare orde, 8
en meer sociale overlast. In beide gevallen dient contact gemaakt te worden met de veroorzakers, bij de eerste door de politie en bij de tweede door hun directe omgeving. Tijdens hoogtijdagen van 'de Toekomst', de jeugdorganisatie van Zuilen, zijn het aantal auto-inbraken en vernielingen gedaald met respectievelijk 50 en 30% [6]. Het toenmalige, op eigen initiatief opgerichte buurthuis is, ironisch genoeg het toekomstige wijkcentrum van nu. Uit het moddergooien tussen de vertegenwoordiger van 'de Toekomst' en de beheerders valt op te maken dat communicatie aardig stroef verloopt; aan de jongeren zijn geen m2 toebedeeld. Wil het nieuwe wijkcentrum bijdragen aan een sociaal beter functionerend publiek domein dienen twee aspecten aanwezig te zijn: de mogelijkheid voor- en de bereidwillendheid bij jongeren tot interactie. Mogelijkheden tot interactie zijn aanwezig: naast een 'honk' zou het complex door locale jongeren op te nemen in organisatie en gebruik tevens als opleidingscentrum kunnen laten functioneren en zo tegemoetkomen aan de vraag naar werk en stages, of de jeugd een vrij en open creatief podium verschaffen. Bij het tweede benodigde aspect, bereidwillendheid, is het de vraag of de jeugdigen zich voldoende kunnen identificeren met de beoogde specifieke programmering en ambitieniveau. Of, anders gezegd, deze voor jongeren attractief genoeg zijn en kunnen functioneren als pragmatisch, specifiek doel waarvoor zij zich willen inzetten. Op zoek naar vormende actoren achter het ruimtelijke beeld Of er onder de beoogde doelgroepjongeren draagvlak bestaat het wijkgebouw te benutten als opleidingscentrum is het onderzoeken waard. Hieronder wordt, in meer algemene zin, eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
niet verstaan het 'pamperen' van de beoogde doelgroepen, zij moeten zelf in actieve zin de wil tonen. Ook is na signalering van gebreken als bijvoorbeeld ontbreken van werk en stageplaatsen in de directe omgeving interessant te weten waaròm deze ontbreken. Een van de mogelijke factoren zou kunnen zijn dat initiatieven tot kleinschalige economie in de wijk kansloos zijn door gebrek aan draagvlak, mogelijk veroorzaakt door het nieuw gerealiseerde winkelcentrum de Rokade. Op zoek gaan naar de vormende actoren achter het ruimtelijk beeld is hier het algemene devies. Kort gezegd Het Prins Bernhard Plein is geen plein. De ongedefinieerde stedenbouwkundige karakter alsook de aanwezige dominante infrastructuur in combinatie met het gebrek aan hiërarchie maken dat basiskwaliteiten ontbreken de locatie als èèn plein te beschouwen. Beter is het de drie onderdelen, twee pleinen gescheiden door de 'as van Berlage', te erkennen en te benadrukken. Middels symmetrie is het gepast deze onderdelen een zekere monumentaliteit te verschaffen. Een kwaliteit die in huidige toestand absent is op heel de As. Aangezien veel basiscondities hiervoor ontbreken is het beter de pijlen te richten op wel aanwezige kwaliteiten van het plan en hier integraal de nieuwe interventies op af te stemmen: versterken van de continuïteit door bijvoorbeeld alsnog waterbassins op de doorgaande as te voorzien en deze middels radialen te verbinden met het vlietgebied of het opheffen van de ruimtelijk-visuele 'knip' ter plaatse van het Prins Bernhard Plein. De fysieke gesteldheid van Publieke ruimte kan niet de directe oorzaak zijn van sociaal economisch toestanden. Een fysiek prins bernhardplein te utrecht
aantrekkelijke plek betekent niet automatisch meer cohesie en interactie. Met name programmering en beheer bepalen of de herbestemming een kwaliteitsslag op deze gebieden kan betekenen. Om sociaal economisch rendement binnen maatschappelijke risicogroepen dienen twee aspecten aanwezig te zijn: de ruimte moet ervoor geboden worden en de bereidwillendheid dient binnen deze groepen aanwezig te zijn. Daarbij dient een duidelijke keuze gemaakt te worden: kent het centrum een hoogstaande interregionale ambitie en kwaliteitsniveau of is het als 'productiehuis' vooral een sociaal wijkcentrum? Nader onderzoek naar behoeften binnen deze risicogroepen en vormende factoren daarvan kan daarbij een bijdrage leveren aan de programmering en beheersstructuur.
[1] informatie overgenomen van 'www.utrecht-zuilen.nl' [2] 2008: 'wijkactieplan, kansen voor iedereen' Gemeente Utrecht ism Mitros en Portaal [3] definitie ontleend aan: 2001: 'Op zoek naar nieuw publiek domein' Hajer en Reijndorp, NAi publishers Rotterdam [4] zie bijvoorbeeld Berlages tekst : 'Amsterdam en Venetie' gepubliseerd in het Bouwkundig Weekblad. Verder 2002: 'Hendrik Petrus Berlage, complete works' - Polano, Electa architecture Milaan [5] ontberen van kennis, middelen en ervaring veroorzaakt door leerachterstand, ouders (laag opleidingsniveau en ambitie), geen startkwalificaties en bij allochtonen banendiscriminatie, mn in de utrechtse horecasector, laatste afkomstig van www.utecht.groenlinks.nl [6] www.utrecht.groenlinks.nl
9
Conclusies en aanbevelingen 1. probleembeschouwing: ontwerptechnisch en sociaal economisch vraagstuk -
maak duidelijk onderscheidt tussen beide aspecten
-
maar waarborg integrale (ontwerp)aanpak
2. herstel 'As van berlage' als ruimtelijke ruggegraat door middel van monumentaliteit: -
richt daarbij de pijlen op aanwezige basiskwaliteiten
-
verbindt de as met het omliggend landschap, in het bijzonder de 'Vechtstreek'
-
introduceer bijvoorbeeld water om assen te accentueren
3. herinrichting prins bernhardplein: -
beschouw de locatie als twee pleinen met de centrale as ertussen
-
zwak de huidige tweedeling in de as af
-
los de verkeerskundige situatie op vanuit de geometrie van de as
-
zet symmetrie in als ordeningsmiddel
4. cultureel wijkcentrum met sociaal economisch rendement: de 'as van berlage' kan functioneren als ruimtelijke ruggegraat met daaraan twee prins bernhard pleinen en het nieuwe culturele centrum.
-
stel duidelijke uitgangspunten: is het centrum in eerste instantie a. een interregionaal waardige theatertrekpleister b. òf een sociale productiehuis met potentie
-
stem programma en beheer in lijn hiermee af
-
benut potentie tot opleidingsinstituut
5. strategische aanpak
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
-
scheidt werkelijke criminaliteit en overlast van elkaar
-
voor sociale interactie dienen mogelijkheid en bereidwillendheid te bestaan
-
voorkom symptoombestrijding door op zoek te gaan naar vormende actoren prins bernhardplein te utrecht
10
DE LIJN OP HET PLEIN casus: prins bernhardplein te utrecht
BIJLAGE 1: OPDRACHTOMSCHRIJVING
1. Beschrijving van de publieke ruimte 1.1 Locatie Het Prins Bernhardplein ligt in de wijk Zuilen (Utrecht). Het plein vormt een onderdeel van de zogenaamde As van Berlage. Berlage heeft in de jaren twintig van de vorige eeuw een stedenbouwkundige visie voor de stad Utrecht ontwikkeld. Onderdeel daarvan was een uitvalsroute vanuit het centrum van Utrecht in de richting van Amsterdam. Deze route wordt de As van Berlage genoemd. In 2003 is een visie opgesteld als kader voor toekomstige ontwikkelingen. Tijdens het opstellen van de visie is geconstateerd dat de herkenbaarheid en kwaliteit van de As te lijden hebben onder het bestaande, onduidelijke profiel en de inrichting van de openbare ruimte. Het Prins Bernhardplein is in de visie 'As van Berlage' aangemerkt als één van de sleutelprojecten om de visie te verwezenlijken. 1.2 De publieke ruimte De locatie is bekend als het Prins Bernhardplein. In feite bestaat het plein uit twee gedeeltes gescheiden door een verkeersknooppunt (een T-splitsing met 'rare kronkels'). Het ene gedeelte wordt gevormd door een grasveldje met daarom heen een weg met parkeerplaatsen. De weg wordt omsloten door een kleine winkelstrip, een kerk (Jacobuskerk) en woningen. Op het grasveldje bevindt zich het monument van Zuilen dat herinnert aan de tijd voor de annexatie van Zuilen door Utrecht. Het andere gedeelte is vrij groen ingericht en wordt doorsneden door een eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
straat (Prinses Christinalaan). Op dit deel bevindt zich een oorlogsmonument. Voorts ligt hier het 'Vorstelijke Complex' in aanbouw, voormalige schoolgebouwen die omgevormd worden tot een klein theater en een welzijnsgebouw. Een groot deel van de ruimte wordt aan deze zijde in beslag genomen door een busstation, eindpunt van twee buslijnen. Aan het verkeersknooppunt ligt verder een derde markant gebouw, de Bethelkerk. De drie gebouwen zijn gemeentelijke monumenten. 1.3 Functies Op dit moment wordt het beeld van het plein overheerst door het verkeer: een ingewikkeld knooppunt van wegen, een busstation en bushaltes, en parkeerruimte. Verder wordt de ruimte (bij het Zuilens monument) gebruikt door 'hangjongeren'. Tegen de overlast zijn camera's opgehangen. Bewoners lopen op het plein hun rondje met de hond. De winkels zijn niet heel aantrekkelijk. De drie markante gebouwen trekken inwoners van Zuilen met hun kerkdiensten, welzijnsactiviteiten en bijeenkomsten. Zij hebben beschikking over een grote groep, actieve vrijwilligers. In de Jacobuskerk is een voedselbank gevestigd. De dodenherdenking op 4 mei wordt op het prins Bernhardplein groot gevierd. 1.4 Doel van de herinrichting De doelstelling van het project is: 'Herinrichting van het Prins Bernhardplein in overeenstemming met de aangenomen visie op de As van Berlage.' bijlage 1: opdrachtomschrijving
In de visie moet het plein wederom een centrale plek worden, misschien wel het 'hart van Zuilen' waarbij de As van Berlage als ruggegraat gezien kan worden. In het project moet de verkeerssituatie opgelost worden. Tevens moet de functie van 'sociale ontmoeting' versterkt worden en de relatie tussen de gebouwen en het plein duidelijker worden. Kortom, er wordt gezocht naar een kwaliteitsslag op fysiek en sociaal terrein. De winkelstrip is niet direct onderdeel van het herinrichtingsproject maar heeft wel aandacht. Directe aanleiding voor het oppakken van het project Prins Bernhardplein is de beschikbaarheid van middelen uit diverse bronnen ('Vogelaargelden', gemeentelijke en provinciale budgetten). 2. Tijdspad Het project voor herinrichting loopt vanaf het voorjaar 2009. Fase 1: Studie (maart 2009 - oktober 2009) Tijdens fase 1 is de nodige informatie bij elkaar gezocht op gebied van stedenbouw, verkeer en infrastructuur, groen en gebruikersgroepen. Verder is vlak voor de zomer een startbijeenkomst gehouden met veel enthousiaste buurtbewoners. Vervolgens is een werkgroep van ca. 22 bewoners aan de slag gegaan met een ontwerp. In termen van de participatieladder heeft de werkgroep het niveau van 'adviseren'.
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
Fase 2: Functioneel Ontwerp (oktober 2009 februari 2010) De werkgroep heeft een ontwerp op hoofdlijnen gemaakt dat op 26 november gepresenteerd wordt aan de buurt. Geprobeerd wordt jongeren daar ook bij te betrekken. Vervolgens wordt een advies aan het college gegeven. Het college geeft dit ontwerp vrij voor inspraak. In februrai 2010 wordt een collegebesluit genomen over het ontwerp. Fase 3: Voorlopig Ontwerp (januari 2010 eind februari 2010) Het ontwerp op hoofdlijnen wordt uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp. De bewonerswerkgroep wordt daar wederom bij betrokken. Fase 4: Definitief Ontwerp (eind februari 2010 - april 2010) Fase 5: Bestek (mei 2010 - juli 2010) Fase 6: Aanbesteding en gunning (augustus 2010 - oktober 2010) Fase 7: Uitvoering (vanaf eind 2010) Fase 8: Opening 2011 Naar verwachting wordt de opening op een groot evenement waarbij de verschillende organisaties aan het plein hun culturele en sociaal-maatschppelijke rol zullen gebruiken. Er zullen activiteiten voor alle leeftijdsgroepen zijn, zowel op het plein als in de gebouwen.
projectteam is dat het multidisciplinaire pleinenteam kan fungeren als klankbord voor de gekozen aanpak. Verder is de relatie fysiek-sociaal interessant: hoe kan de fysieke herinrichting bijdragen aan een beter sociaal functionerend plein (ontmoeting i.p.v. sociale onveiligheid). Tot slot, de vraag hoe om te gaan met een dergelijk kleine winkelstrip (levensvatbaarheid). 4. Verwachtingen van deelname aan het SEV-experiment Publieke Ruimte Op de eerste plaats geeft het SEV-experiment de mogelijkheid om te leren over de aanpak, herinrichting en gebruik van verschillende soorten openbare ruimte. Dit 'leren' moet verder gaan dan de betrokkenen bij het Prins Bernhardplein. De lessen zouden ook voor toekomstige projecten moeten gelden. Tevens zouden de adviezen moeten bijdragen aan een 'beter functionerend' Prins Bernhardplein in de toekomst. Ten derde, biedt het experiment de gelegenheid om Zuilen 'positief' op de kaart te zetten gezien het veelal negatieve imago in den lande.
3. Thema voor het multidisciplinaire pleinenteam De herinrichting van het Prins Bernhardplein is 'work in progress'. De gedachte van uit het prins bernhardplein te utrecht
bijlage 1: opdrachtomschrijving
DE LIJN OP HET PLEIN casus: prins bernhardplein te utrecht
BIJLAGE 2: ANALYSEKADER
In het publieke ruimte programma van de SEV worden de geselecteerde publieke ruimten bezien vanuit een multidisciplinaire optiek. Door verschillende disciplines in te zetten, komt een waaier van aspecten in het licht te staan en is het mogelijk op het spoor te komen van sterke en zwakke kanten van publiek ruimten. Deze benadering is gekozen vanuit de wetenschap dat bij geslaagde (‘levende’) publieke ruimten veel aspecten subtiel in elkaar grijpen. Dat betekent niet dat alle facetten van het analysekader per definitie in elke geslaagde publieke ruimte terug te vinden zijn. Er bestaat geen ideale, universele publiek ruimte, er bestaan slechts ideale publieke ruimten in hun specifieke context. Elke publieke ruimte dient in zijn context geanalyseerd en beoordeeld te worden. Dat betekent ook dat er geen ultiem recept valt te geven – wel zijn op een meer abstract niveau de essentiële ingrediënten aan te reiken. Bijgaand analysekader reikt de bril aan die de verschillende ingrediënten of facetten benoemd. Deze facetten kunnen als checklist benut worden om niet alleen de achilleshielen van publieke ruimten op het spoor te komen, maar juist ook hun sterke kanten en hun verder te ontwikkelen potenties. In dit analysekader onderscheiden we zes perspectieven, een fysiek, verkeerskundig, economisch, sociaal, cultureel en een ecologisch perspectief. Elk van deze perspectieven bundelt een reeks van facetten. De zes perspectieven staan niet naast elkaar, maar overlappen elkaar en vullen elkaar aan. Wij hanteren in ons analysekader een overkoepelend functionalistisch perspectief, in de zin dat het gebruik van de ruimte centraal staat en de eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
bijdrage die een publieke ruimte kan vervullen in het mee oplossen van sociale vraagstukken als overgewicht, segregatie en sociaal isolement. Aan dit overkoepelende perspectief dragen alle hier onderscheiden perspectieven bij. Inzet van het SEV-programma is publieke ruimten te laten leven en bruisen (where life swirls). Economie, fysieke inrichting, programmering, maar ook schoonheid, sociale controle en bewonerszelfbeheer staan allemaal in functie van dit optimale gebruik.
Kort belichten we de facetten die elk onderscheiden perspectief bundelt. Fysiek perspectief In dit perspectief staat de concrete, tastbare publieke ruimte centraal. Het gaat hier om het gematerialiseerde ontwerp. De inrichting, verhoudingen, de zonering, de ruimtelijke differentiatie, de beschutting & bezonning (schaduw), het gebruikte straatmeubilair (hekwerk, bankjes, etc.), de verlichting, de materialen die zijn gebruikt (asfalt, natuursteen, gras, hufterproof of niet) en de connectie tot de omliggende huizen, straten, buurt, wijk, stad, buitengebied etc. Onderdeel van het fysieke perspectief zijn ook allerlei concrete veiligheidsaspecten als hekken en camera’s en meer abstracte als zichtlijnen, transparantie en het collectief en afsluitbaar maken va ruimten.. In dit fysieke perspectief heeft ook de esthetiek (schoonheid) haar plaats; als komen we dan op het subjectieve terrein van de smaak terecht. Interessant is wel om steeds te bezien in hoeverre men kiest voor conventionele oplossingen of juist voor onconventionele. bijlage 2: analysekader
Verkeerstechnisch perspectief In dit perspectief staat de ontsluiting en bereikbaarheid van de ruimte centraal voor de verschillende verkeersstromen (automobilist, openbaar vervoer, fietser, voetgangers). Ander aspect: zijn de routes ernaartoe helder aangegeven? Van belang is ook te kijken of de ruimte goed bereikbaar is voor kinderen, ouderen en mensen die slecht ter been zijn. Nederland vergrijst, maar veel van onze publieke ruimten houden daar nauwelijks rekening mee. Een ander aspect is de doorbloeding of dooradering van de ruimte. Lopen er aantrekkelijke looproutes of fietsroutes door de ruimte, zijn deze routes ook te nemen voor ouderen, zijn er rustpunten voor hen, en weer: zijn deze routes duidelijk aangegeven?, etc. En ten slotte. De keerzijde van verkeersaders, zijn zij zo aangelegd dat zij geen fysieke barrières vormen voor voetgangers of fietsers? Economisch perspectief Levende plekken zijn vaak bedrijvige plekken. In publieke ruimten zijn tal van economische activiteiten aan te wijzen, denk aan horeca (terrassen), kiosken, straatartiesten, de ijscoman met zijn kar, de bedrijvigheid en detailhandel in de plinten van een plein. De wijze waarop de economie in de plint zich richt naar het plein of park (met de rug ernaartoe of juist met het gezicht ernaartoe) is van belang. Een relatief recent aspect is de groeiende behoefte aan flexibele werk- en studeerplekken in de wijk zoals koffiebars met internet aansluiting, copyshops, of huiswerkbegeleidingruimten. Of zelfs laptopvriendelijke publieke ruimten. Zie het groeiende leger van de zzp-er die ruimte vraagt. In winkelplinten van stedelijke pleinen eisen ze al hun plek op. Bij het eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
economische perspectief kunnen ook allerlei vormen van programmering betrokken worden (cultureel, sportief). Denk aan de tijdelijke schaatsbaan in de winter. Een ander aspect zijn de mogelijk te creëren banen in het kader van wijkeconomische activiteiten op en rond het plein, denk aan werk in de sfeer van beheer, schoonmaak, onderhoud, veiligheid en surveillance en het programmeren en uitvoeren van activiteiten. Sociaal perspectief In dit perspectief hebben verschillende facetten een plaats. Ten eerste is het belangrijk de sociale kaart van het gebied helder te hebben. Wie wonen daar, tot welke sociaaleconomische klasse behoren de gebruikers, hoe zijn ze demografisch te typeren (vergrijst, kinderrijk, veel gezinnen of juist kinderloze stellen en singles)? En bij grote stadspleinen is de gebruiker ook de (internationale) toerist en dagjesmens. In het sociale perspectief heeft voorts de ontmoetingsfunctie een plek. Ontlokt de publiek ruimten lichte contacten tussen verschillende groepen en kunnen deze desgewenst versterkt worden; denk zowel aan intergenerationele contacten, interetnische contacten als klasse overstijgende contacten. Belangrijk is ook het de fysieke herkenning van de en het gevoel van verbondenheid met de plek. Voelen bewoners en gebruikers zich thuis of misschien zelfs mede-eigenaar van een plek? Voelen bewoners en gebruikers zich te gast in op de plek? Zijn straatetiketten helder? Ook het aspect van sociale controle doet er toe bij een prettige publieke ruimte. Spreken gebruikers en omwonenden elkaar aan op normoverschrijdend gedrag of leeft bijlage 2: analysekader
men anoniem in wantrouwen en onbegrip langs elkaar heen? Welke rol spelen sociale professionals hier? Ander aspect: de bewonersinvloed en medezeggenschap. Is het bewoners- of gebruikersperspectief meegewogen in het ontwerp of wordt het meegewogen in de herstructurering ervan? En: hebben of kunnen gebruikers en omwonenden een rol krijgen in zelfbeheer en onderhoud van ‘hun’ publiek ruimten? Tot slot: ook moeilijke grijpbare aspecten als die van ambiance en gastvrijheid behoren tot het sociale perspectief. Culturele perspectief In het culturele perspectief hebben weer verschillende aspecten een plaats. Ten eerste focust dit perspectief op het verhaal van de plek, de geschiedenis, het pad van verleden naar toekomst. Ten tweede op de jonge en oude monumenten op en rond de plek. Het erfgoed van een plek kan in heel veel aspecten zitten. In het ontwerp, de gebouwen met karakter en geschiedenis, in bijzondere en monumentale bomen, het aanwezige religieuze (bijvoorbeeld kerken) en industriële erfgoed. Met deze eerste twee aspecten is ook het aspect van identiteit verbonden. Wat wil de plek uitdrukken? Ook kunstobjecten hebben hier hun plaats zoals beelden, gedenkstenen en andere kunstwerken. Ander aspect is de geschiedenis van de bewoners rond de plek. De identiteit van een plek is niet altijd een eenduidige verhaal, maar een gelaagd verhaal, waar allerlei verhalen en verhaallijnen verknoopt zijn. Dat maakt het ook mogelijk dat verschillende groepen zich met een plek kunnen identificeren.
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
Ecologisch Het ecologische perspectief focust op aspecten die te maken hebben met duurzaamheid, een respectvolle omgang met de natuur (die haar niet uitput), en een gezonde levensstijl. Aspecten zijn hier het groener maken van publiek ruimten of juist de relatie met het omliggende groen versterken, maar bovenal de kwaliteit van het groen waarborgen. Verder zijn belangrijke ontwikkelingen het gebruik maken van natuurlijke en duurzame materialen, het stimuleren dat omwonenden hier gaan bewegen (spelen, sporten, joggen) en het mogelijk maken dat omwonenden de publieke ruimte voor eigen gebruik kunnen benutten via (collectieve) moestuinen.
bijlage 2: analysekader
Fysiek:
Verkeerstechnisch:
Economisch:
Zonering Ruimtelijke Differentiatie Beschutting & bezonning Straatmeubilair Fysieke veiligheidsmaatregelen Onderhoud Oningevulde ruimte Transparantie (+/-) Esthetiek (‘het oog’)
Ontsluiting en bereikbaarheid voor: * automobilist * openbaar vervoer * fietser * voetganger
Potenties plinten Potenties in publieke ruimte Programmering Laptopvriendelijkheid Banencreatie wijkbewoners
In bijzonder: * kinderen * ouderen * mensen die slecht ter been zijn Looproutes & fietsroutes Hazenpaadjes Barrières
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
Sociaal:
Cultureel:
Ecologisch:
Wie maken er gebruik van? Wie wonen er omheen? Ontmoeting en contacten Sociale controle Sociale veiligheid Sociaal beheer Sense of ownership (‘mijn’ plek)
Het verhaal van de plek Het verhaal van de bewoners (Gelaagde) identiteit van de plek Monumenten en erfgoed
Groener maken Versterken relatie Omliggende groen Kwaliteit groen waarborgen Natuurlijke en duurzame materialen
prins bernhardplein te utrecht
Stimuleren gezonde levensstijl: * spel, sport, joggen * Collectieve moestuinen
bijlage 2: analysekader
DE LIJN OP HET PLEIN casus: prins bernhardplein te utrecht
BIJLAGE 3: DISCOURS EXPERTS
Prins Bernardplein Utrecht, SEV-bezoek, 9 juni 2010 Lastige opgave om in zo'n laat stadium nog wat te zeggen. Daarbij moet ik toegeven dat ik weinig tot geen inzicht heb in de intensiteiten. Maar het ontwerp roept vragen bij mij op die waarschijnlijk ook bij de buitenruimte ontwerpers naar boven zijn gekomen. Ik denk dat aan de hand van het beantwoorden van deze vragen door de verkeerskundige het duidelijk moet zijn of het ontwerp zoals het nu uitziet het best haalbare is voor deze plek. Voorop gesteld dat een rotonde op deze plek echt een mooie oplossing kan zijn, kan daarin misschien nog iets geoptimaliseerd worden. Daarom de volgende vragen om beter begrip te krijgen voor het ontwerp. 1. Sluipverkeer Kruispunt wordt in het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan niet aangemerkt als black spot (>6 letselongevallen binnen 3 jaar) . Rotonde wordt dus niet noodzakelijkerwijze aangelegd i.k.v. verkeersveiligheid? In een wijkverkeersplan (site Utrecht, wijkverkeersplan noord-west) is te lezen dat de verbinding Norbruislaan- De Muincklaan last heeft van sluipverkeer (naar bedrijventerrein Overvecht) en te hard rijden. Een rotonde zou in principe een dergelijke sluipstroom beter kunnen reguleren. Wordt er geanticipeerd op het ontstaan van een wachtrij die deze sluipstroom zou kunnen demotiveren? In dit geval is echter de dominante hoofdstroom, de sluipstroom. Eenmaal op de rotonde heeft deze voorrang en kan verkeer vanuit de wijk misschien niet gemakkelijk de rotonde op. Zijn er intensiteiten te formuleren (bv d.m.v. verkeersmodel) om die sluipstroom te kunnen duiden? En is het voor verkeer vanuit de wijk (Prins Bernardlaan en Plesmanlaan) mogelijk om in de ochtendspits weg te komen naar de N230 (Zuilense Ring)? Wat betreft het stedelijk wegennetwerk is er goed aangehaakt op de Zuilense Ring (N230). De Norbruislaan heeft een aansluiting in westelijke richting en de Muinck Keizerlaan in noordelijk richting. Het sluipverkeer
heeft alternatieven. Waarom maakt verkeer met bestemming bedrijventerrein Overvecht gebruik van deze route over de Norbruislaan met in het verlengde de Muinck Keizerlaan? Gebruik maken van de N230 ligt meer voor de hand. Waarom wordt deze mogelijkheid niet benut door het verkeer? Of heeft de keuze van een rotonde niets te maken met sluipverkeer en maakt dit onderdeel uit van de downgrading van het hele traject? 2. Waarom een rotonde? Over het algemeen kan een rotonde de ruimte structureren en in dit geval kan een rotonde de as van Berlage herstellen door de lijn van de Norbruislaan en Bernardlaan weer te verbinden. De dominante richting van het verkeer gaat hier nl. van de as af. Een rotonde heft die hierarchie van de verkeersstromen op. Een rotonde is daarom een goede keuze. Bijkomend voordeel van een rotonde (boven verkeerslichten) is dat een rotonde 24 uur per dag werkt als snelheidsremmende maatregel. Dus geen schijnveiligheid voor voetgangers en fietsers in de daluren en afdekongevallen door de voorsorteerstroken. De oversteeklengten voor voetgangers en fietsers geschieden over een enkele rijbaan. Daarom is de voorrang voor de fietser en voetganger ook mogelijk. Het is vaak wel wennen om die voorrang te nemen als voetganger/ fietser. Maar door de vorm van de rotonde moet autoverkeer wel afremmen en heeft deze goed zicht op die fietsers en voetgangers. Per saldo minder asfalt. Deze rotonde kan een heel groene uitstraling krijgen. 3. Inpassing van de rotonde De rotonde is wat groot voor de plek er blijft niet veel ruimte over voor de voetganger op de rechtdoorgaande looproutes. Hoewel technisch goed ingepast door bermen als uitgangspunt te kiezen. Daarbij gelden de breedte van de brede berm op de Bernardlaan en de smallere berm van de Norbruislaan als uitgangspunten voor de maten van de rotonde.
De overgang van brede berm naar de smallere berm is echter niet goed uitgewerkt. Dit ontwerp brengt het verkeer erg pragmatisch van een brede middenberm naar de rotonde. Waardoor een diagonaal ontstaat (zo lijkt het) die wordt bepaald door de opstelruimte die benodigd is voor de fietsoversteek aan de oostkant van het plein. Dat kan misschien subtieler, beter ingepast worden, waardoor de 2 pleinen meer een geheel gaan vormen. Dat zou denk ik uitgangspunt moeten zijn voor dit middengebied.
rotonde is gekozen en waarom de diagonalen zo zijn ontworpen? En of de rijbanen over het plein (de diagonalen) misschien ook nog wel beter kunnen worden ingepast? Kortom, erg interessante casus!!! Ik wil de verkeersmodellen wel graag zien! Bijdrage door Vivian Ooms, gemeente Rotterdam
4. Ovonde? Als er sprake is van sluipverkeer zou er aan ovonde gedacht kunnen worden (dit is geen juiste juridische term maar is wel helder wat vormgeving betreft). De rotonde wordt dan over de volle breedte van het Bernardplein opgerekt. Hierdoor wordt de linksafbeweging vanaf de Norbruislaan richting de Muinck keizerlaan vervelend en misschien voldoende ontmoedigt? Verkeer vanaf de Norbruislaan heeft immers ook in westelijke richting een aansluiting op de N230 op ongeveer dezelfde afstand. Een selected link in verkeersmodel kan laten zien of (een deel van) het verkeer een andere route gaat kiezen. Nadeel van een ovonde is nl. dat het verkeer het plein extra kan belasten met verkeersbewegingen nl. 2 verkeersbewegingen heen en terug over de volle breedte, verkeer wat je met een rotonde in de linkerhoek niet over het plein hebt rijden. Vraag is dan ook: Hoeveel verkeersbewegingen gaan er plaats vinden over het plein wanneer de linksafbeweging minder vanzelfsprekend is? Het ruimtebeslag van een ovonde is groter, nu heeft het middengebied een smallere berm, met een ovonde zal de berm (zeer waarschijnlijk?) even breed zijn als verder op op de Bernardlaan. Dat is echter een ontwerpuitwerking waarin misschien ook wel een looproute kan worden opgenomen? Er is een bus die de linksafbeweging moet maken naar het busstation. Vraag is of dat erg vervelend is. Gaat het om een eindpunt? 5. Interne communicatie? Ik vraag me af of er voldoende is samengewerkt tussen de disciplines. Misschien kan de verkeerskundige de buitenruimte ontwerpers een en ander nog een keer toelichten zodat helder wordt waarom de voor deze
Verkeerstechnisch Het grote probleem met dit plein is dat het gesplitst wordt door een weg met een relatief hoge verkeersdichtheid en vreemde /onlogische verkeerssituaties door de busbanen. Hierdoor is het gebied als het ware verdeeld twee pleinen, waarbij oversteken en fietsen gevaarlijk is door de onoverzichtelijkheid. Het kan in de huidige plannen alleen een voetgangers- en fietservriendelijk gebied worden als de auto’s ‘te gast’ zijn in dit gebied. Een baan voor auto’s (twee richtingen, 30 km zone) met aan beide kanten fietspad. Hierdoor wordt de snelheid van auto’s teruggebracht en zal het plein overzichtelijker worden. De geplande rotonde zal ook de voetgangers en fietser voorrang moeten geven. Deze verkeersvertragende middelen zijn essentieel wil er een leefbaar en beweegvriendelijk plein ontstaan. De functie als uitvalsweg is niet meer aan de orde door dat het meeste verkeer gebruik maakt van de Amsterdamsestraatweg. Tevens viel in die huidige situatie de afwezigheid van voetgangersoversteekplaatsen op. In de nieuwe plannen zullen deze aangebracht moeten worden. Hierdoor zullen ouderen en kinderen beter in staat zijn om op het plein te verblijven en zich te verplaatsen. Fysieke aspecten Op veel plekken in de directe omgeving zijn speelvoorziening voor kinderen, hierdoor is
de noodzaak om kinderen op het nieuw aan te leggen plein te laten spelen niet hoog. Het onderhoudsniveau van deze voorzieningen is echter laag. Een structureel beheersplan voor het hele gebied verdient daarom de aandacht. In het nieuw te ontwikkelen plein kunnen wel in de directe omgeving van het terras (i.v.m. toezicht ouders) speelvoorzieningen gecreëerd kunnen worden, waardoor ook culturele activiteiten op die plek voor kinderen georganiseerd kunnen worden. Verder sluit ik mij aan bij punten ingebracht door de persoon van Jantje Beton. Sociaal Het gehele gebied en het plein ademt een gevoel van onveiligheid (door camera’s en vreemd geplaatste hekken) (foto 5 en 6). Vooral in de avonduren zal dit gevoel versterkt worden. Wil het nieuwe plein een bruisende eenheid worden dan zal voor het gehele gebied de veiligheid aandacht moeten krijgen, m.a.w. lokale aanpak werkt niet. Bijdrage van Luuk Engbers (TNO)
SEV Zuilen Utrecht Robert Kloosterman Heel kort samengevat: evident een plek in opkomst met veel mogelijkheden, maar uitdaging zit in verbinding zoeken tussen de verschillende bevolkingsgroepen en de vraag is hoe het “plein” daarin een rol kan spelen.
de winkelplint kunnen opknappen. Daar is weinig sturing door de overheid voor nodig. Gewoon afwachten en dan kijken hoe het zich door privaat initiatief ontwikkelt. Zeker niet de allochtone ondernemers er zomaar uit proberen te werken gegeven de samenstelling van de buurt. Zo houden ook zij een belang bij een veilige publieke ruimte. Interessant is wel dat de verschillende elementen van het “plein” deels gedurende uiteenlopende tijdsvensters actief zijn. Dat kan het gebied voor een groot deel van de dag (en avond) druk houden. Maak wel een visueel ijkpunt waar mensen zich op kunnen richten.
Waarom veel mogelijkheden? Het plein heeft de wind op verschillende schaalniveaus mee. Ten eerste draait de economie van Utrecht relatief goed en is het een aantrekkelijke stad om in te wonen. Mensen zijn bereid hoge woonkosten te betalen om maar in de stad Utrecht te wonen. Ten tweede is de wijk Zuijlen een wijk in opkomst. Voor hen die geen woning op een meer centrale locatie kunnen vinden, is Zuijlen een interessante locatie. Het gaat dan doorgaans om “nieuwe stedelingen” die in principe geen problemen hebben met het multiculturele karakter van de stad. Ten derde is theater/grand café/oefenruimte mooi gelegen in de wijk en ook heel mooi gerenoveerd. De veranderende samenstelling van de buurtbevolking zal een goed draagvlak vormen voor die nieuwe voorzieningen. nodig is wel dat ook de reeds aanwezige groepen – met name ook de jongeren van allochtone afkomst – een plek vinden. Kijk goed naar wat er al op de Amsterdamse straatweg aanwezig is. Daar is al een zeer divers winkelbestand dat niet nog eens gekopieerd hoeft te worden. Maar meer hoogwaardige publieke voorzieningen ontbreken daar vooralsnog. Plein is geen plein Evident is het ontbreken van een pleinkarakter. De omzoming van het gebied en de doorsnijding van een drukke verkeersader maken een echt plein onmogelijk. Moeilijk dus om de overkant erbij te betrekken. Maar als grand café en toebehoren gaan lopen en zelfs een buurtoverstijgende functie krijgen, dan zou er wel en spillover kunnen optreden. Dan zou ook
Sociale cohesie is vooral ook nostalgie Een mooie plek maken waar verschillende groepen gebruik van kunnen maken, hoeft niet zonder meer een toename van de sociale cohesie te betekenen. Je kan je ook afvragen of dat ook een doel moet zijn. Als verschillende groepen zich door een veilig, mooi en divers plein aangetrokken voelen, is er al heel wat gewonnen. Overlast en criminaliteit Er is een duidelijk openbare ruimte probleem. Dat gaat door fysieke aanpassingen van de publieke ruimte niet zo maar opgelost worden. Het is eerst en vooral een openbare orde probleem dat zijn wortels grotendeels vindt in een deel van de buurt zelf en zich vooral op deze plek heeft genesteld. Politie en justitie, buurtwerk, buurtorganisaties en andere locale actoren hebben hier een taak. Ook als het plein er heel mooi bij ligt dan kunnen groepen nog steeds voor overlast zorgen. Meer ogen op de straat, een overzichtelijke publieke ruimte kunnen uiteraard wel helpen, maar de oplossing voor dit probleem zal toch echt van elders moeten komen.
Studiedag Where life swirls, 27-5-2010 Prins Bernhardplein (Zuilen, Utrecht) De aanwezigheid van een bruisende hart in de wijk, waar veel mensen graag zijn is afhankelijk van a) een groep mensen (jongeren, singles, tweeverdieners, studenten, etc.) die veel en graag in de openbare ruimte is om verschillende vormen van sociale betrokkenheid te beleven en van b) functiemenging, die verschillende mensen aantrekt vanwege een specifiek pragmatisch doel (zie Jane Jacobs). Het Prins Bernhardplein is dan ook geen echt plein in de betekenis van een ontmoetingsplaats, ‘where life swirls’. Het is een verkeersplein, dat beter ingericht kan worden, maar het zal ook na de ruimtelijke transformatie geen bruisend hart worden. Daarom moet voor een andere benadering gekozen worden waarin het Vorstelijke Complex een centrale rol inneemt. In deze superbrede wijkvoorziening (amateurtheater, de kleurkeuken, welzijn en andere toe te voegen functies) kan het leven van de wijk zich gaan afspelen. Bezoekers van binnen en buiten de wijk zullen, mits het aanbod afgestemd is op hun behoeftes, hier samenkomen en samenzijn. Dit kan intergenerationeel en intercultureel contact ten goede komen, maar dat is ook afhankelijk van het beheer van het complex en van het beleid van de welzijnsorganisatie en het theater. Beheer en beleid dienen een multiculturele oriëntatie en gevoeligheid te hebben. De randvoorwaarden – het gebouw en de functies - zijn in ieder geval aanwezig. Nu de invulling nog. Het is van belang om de levendigheid in de openbare ruimte niet te laten leegzuigen door het Vorstelijke Complex: dat niet iedereen binnen zit en de buitenruimte ongebruikt is. Daarom moet goed nagedacht worden over de relatie tussen de binnen- en de buitenruimte, oftewel de relatie tussen privé en openbaar. De ‘randen’ – de grens tussen privé en openbaar dienen flexibel of soft te zijn waardoor er een integratie van privé en openbaar plaats kan vinden. Functies die binnen het gebouw plaatsvinden, moeten ook buiten het gebouw plaatsvinden. Een eenvoudig voorbeeld is natuurlijk spelen, eten en drinken op een terras annex speelplek voor het complex. Maar ook kan gedacht worden aan voorstellingen buiten, voor het gebouw, die vrij toegankelijk zijn. Mensen die oefenen in het gebouw kunnen als tegenprestatie een voorstelling buiten geven.
Het thema groen, dat weelderig aanwezig is in de wijk (zie foto’s), dient een nadrukkelijke plek te krijgen in het Vorstelijke Complex. Dit thema mist nu in alle plannen. Dat is natuurlijk bar en boos in tijden van duurzaamheid en klimaatverandering. In de wijk zijn mooie stukke groen, en binnen vijf minuten ligt een van mooiste stedelijke rivieren: de Vecht. Haal een groene organisatie in het gebouw die kinderen, jongeren en andere bewoners op uiteenlopende manieren in contact brengt met groen, groente en de natuur. In de Rotterdams Oleander buurt ondersteunt Vestia een project op een school waar contact met jezelf, de ander en de natuur geïntegreerd is in buitenschoolsprogramma, dat ontworpen is door de Rotterdams filosoof Henk Oosterling. Dit is een mooi voorbeeld van hoe een geïntegreerde aanpak kan werken. Er moet ook bij het gebruik van het Vorstelijke Complex speciale aandacht worden gegeven aan de rondhangende jongeren. Waar het gaat om daadwerkelijke criminaliteit, zoals bedreiging en beroving, is sprake van een openbare orde probleem. Dit kan niet alleen door een sociale interventie verholpen worden. In eerste instantie is de politie aan zet om deze vormen van criminaliteit aan te pakken. In het geval van overlast is een andere benadering op zijn plaats In zo’n situatie dient juist contact gemaakt te worden met de jongeren, waardoor ze zich thuis en geaccepteerd voelen en zich identificeren met de wijk en haar bewoners. Als dit het geval is zijn ze ook aanspreekbaar op hun gedrag. Juist het links laten liggen van deze jongeren veroorzaakt het bekende kont tegen de krib gedrag (overlast). Daarom moet gezocht worden naar opties om jongeren te betrekken bij de organisatie van het Complex en het gebruik, dit kan variëren van consumptie (terras), en creativiteit (rap) tot werk (beheer) en plek (ontmoeten). Overigens gebruikte een oude bewoner (zie foto) van het eerste uur de woorden ‘niet links laten liggen’. Ik sprak hem aan toen hij het groen tussen de stenen op straat weg haalde. Hij klaagde over de gemeente die niets doet. Hij zweette. Er kwam een Marokkaanse jongen langs die de oude man groette: ‘Zie je wel, met hen heb ik geen probleem. Al die verhalen over Zuilen zijn opgeblazen. Je moet ze niet alleen links laten liggen. Dat vindt niemand leuk.’ Bijdrage Thaddeus Müller, de warme stad
DE LIJN OP HET PLEIN casus: prins bernhardplein te utrecht
BIJLAGE 4: PUBLIEKE LANDSCHAP
publiek landschap
INTERACTIE: gebrek aan werk- en stageplekken discriminatie bij allochtonen
religieuze gemeenschap kent veel leden, groot vrijwilligersbestand
eenzaamheid en depressiviteit komen veel voor, net als overgewicht
'de Toekomst' jongerencomité momenteel matig actief
bewoners: heterogene bevolkingssamenstelling
1/5 is onder 20 jaar 1/5 is boven 55 jaar
GEMEENSCHAP
daarnaast 2 monumenten voor herdenking: annexatie van zuilen en bevrijdingsmonument
PROCES
gemeentelijke monumenten: schoolgebouw, jacobskerk en bethelkerk
DYNAMISCH
tijd: plein kent qua gebruikers verschillende tijd'slots'
stedebouwkundige planuitleg door Berlage
CULTUREEL
NIET RUIMTELIJK FYSIEKE STRUCTUUR kwalitatief goed onderhouden met afwisseling tussen intensief beheer en ecologisch beheer
veiligheid: criminaliteit - openbare orde probleem overlast - sociale orde probleem
groenstructuur: veel groen in wijken aanwezig op loopafstand de Vecht
veiligheid: (gevoel van) onveiligheid overlast en criminaliteit
infrastructuur: 1. Axialen: 'As van Berlage' en Amsterdamsestraatweg 2. daarnaast: de Muinck-keizerlaan 3. versnippering door dominante infrastructuur
saai: door ontbreken duidelijk hoogtepunt
economisch: 1 winkelstrip resteert, rest in nieuw winkelcentrum klein ondernemersschap: vooral aan huis
RUIMTELIJK FYSIEKE STRUCTUUR
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
bijlage 4: publiek landschap
kansen en risico's
INTERACTIE: KANS wijktheater als opleidingscentrum werk & stageplekken
KANS park als podium: faciliteren rollen gebruikers; naast actief bezig zijn tevens kijken naar activiteiten op grote schaal tussen park en omliggende wijken
KANS groen: als thema inzetten voor activiteiten in de vorm van een groene organisatie
KANS buitenruimte als podium: in plaats van black box zichtbaar van buiten
KANS kleine ondernemersschap in wijk stimuleren
KANS lager opgeleiden: arbeid als kracht
KANS Tijd: verschillende tijdslots in gebruik maken '24'uurs programmering mogelijk
KANS monumentaliteit in plein terugbrengen door symmetrie
PROCES
KANS onderzoek: naar vormende actoren achter ruimtelijk beeld om symptoombestrijding te voorkomen
DYNAMISCH
GEMEENSCHAP
KANS heroverweging afstemming programmering en beheer theater op behoeften doelgroep
KANS is de wijkvoorziening: a. interregionaal ambitieus theater b. lokaal productiehuis
CULTUREEL
KANS uitnodigende uitstraling dmv verbeteren overzichtelijkheid: infrastructuur en continuiteit As 'schoon en heel' mn speelvoorzieningen in de wijk
NIET RUIMTELIJK FYSIEKE STRUCTUUR
KANS betrekken kwaliteiten vechtgebied in de wijk KANS theaterbeheer: tussen prive en openbaar flexibele randen
KANS As van Berlage als continue ruggegraat omgeving betrekken, mn Vecht, fysieke verbinding bijv. dmv water
KANS voorzieningen klein ondernemersschap bieden / voor werken aan huis atelierwoningen
RUIMTELIJK FYSIEKE STRUCTUUR
eindrapportage sev - experiment publieke ruimte 'where life swirls'
prins bernhardplein te utrecht
bijlage 4: publiek landschap
DE LIJN OP HET PLEIN casus: prins bernhardplein te utrecht sev experiment publieke ruimte