De vakschool Tilburg ISK Handarbeid & Crea

De vakschool Tilburg ISK Handarbeid & Crea STAGE DOSSIER Derya Ünlügiyen 2160148 ABV, 3VTb [email protected]

De Vakschool Tilburg Reitse Hoevenstraat 12 5042 EH Tilburg Postadres Postbus 1330 5004 BH Tilburg T 013 - 539 7040 Afdeling

ISK Handarbeid & Creativiteit Eerstejaars Tweedejaars Derdejaars

Schoolpracticumdocent Rion Cuypers Opleidingsdocent Ad Jongh Fontys contactdocent Philo Offermans

Voorwoord Ik ben Derya Ünlügiyen, 23 jaar en studeer op de Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Academie voor Beeldende Vorming, docentenopleiding. Ik loop stage op De Vakschool Tilburg, ISK, afdeling handarbeid en Creativiteit, van 14 november 2012 tot 21 december 2012. Dit is een korte periode van ongeveer 6 weken. Op elke woensdag en donderdag ben ik begeleidt door Rion Cuypers (SPD). De naam ISK staat voor "Internationale Schakelklassen". De Internationale Schakelklas is een speciaal lesprogramma voor niet Nederlandse leerlingen die korter dan twee jaar in Nederland zijn en nog niet voldoende taalvaardig zijn. De ISK bereidt deze leerlingen voor op instroom in het voortgezet onderwijs of in het middelbaar beroepsonderwijs, afhankelijk van de leeftijd van deze leerlingen.

Inhoud Schoolgegevens Voorwoord Sterkte en zwakte analyse per 7 competenties STARTT methode Onderzoeksvraag Foto’s stage

5 8 9 10

Slotwoord

15

Sterke en zwakke punten, 7 competenties - voorafgaand aan mijn stage en tijdens mijn stage Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Ik vind het fijn om aantekeningen, feedback, adviezen, conclusies, verslagen etc. goed bij te houden. Zo schrijf ik veel op, noteer veel en kan dit uiteindelijk gebruiken om conclusies en leerpunten uit te halen om deze vervolgens een volgende keer te verbeteren. Zo werk ik aan mijn eigen ontwikkeling.  Ik weet welke vaardigheden en kennis ik bezit en weet deze in te zetten tijdens mijn lessen.  Ik weet aan welke punten ik moet werken, en welke ik graag wil verbeteren. Zwakke punten:  Ik wil soms te veel doen. Te uitgebreid bijhouden, en ook ‘alles’ bij willen houden waardoor ik zelf in tijdsnood kom. Een samenvatting is ook al genoeg, of een wekelijkse reflectie waar de opvallendste punten in besproken worden. Dit hoeft niet dubbel en een dagelijks verslag te worden.  Stel soms te hoge eisen aan mezelf. Ik ben nog aan het leren en een fout maken kan gebeuren. Tevens zijn fouten om van te leren. Na 5 weken  De vaardigheden die ik bezit kan ik goed inzetten tijdens mijn lessen.  De feedback die ik krijg van mijn SPD weet ik goed te verwerken en ook toe te passen in de volgende lessen. Ik merk dat ik er echt iets aan heb en het helpt mijn lessen nog beter te doen verlopen.  Er zijn veel niveau verschillen in de klas, goed is goed gewerkt. Ik geef meer complimenten als ze goed hebben gewerkt.  Na iedere les heb ik een korte evaluatie met mijn SPD en kan ik goed reflecteren op mijn eigen lessen wat er wel en minder goed ging naar mijn inzicht.  Ik heb voor elk dag een logboek bij gehouden. Dit vond ik fijn en helpt mijn groei in ontwikkeling overzichtelijk te maken.

Pedagogisch competent Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Ik heb me verdiept in wat de leer- en gedragsproblemen kunnen zijn. Door deze kennis vind ik dat ik snel kan inzien of een leerling een leer- of gedragsprobleem heeft, en bespreek dit vervolgens met een begeleidend docent.  Wat ik erg belangrijk vind is de interactie met de leerlingen. Ze moeten zich gewenst en gewaardeerd voelen. Door mezelf open en oprecht op te stellen tegenover de leerlingen, merk ik dat de leerlingen zich ook open stellen voor adviezen, feedback en bijvoorbeeld een klein praatje.  Belangrijk is dat de leerling zich goed en veilig voelt in de klas. Een groot deel heeft te maken met hoe de structuur en regels zijn in de klas. Ik laat merken en vertel ze wat, en hoe ik graag wil dat de leerlingen zich gedragen in de les, en zal als dit goed gedaan wordt waarderen en belonen. Niet gewenst gedrag zal ik dan ook corrigeren. Dit zal ook de sfeer in de klas, en de leeromgeving van de leerlingen bepalen.  Bij het corrigeren van een leerling houd ik rekening met, of dit klassikaal kan of het beter is de leerling hier persoonlijk op aan te spreken, afhankelijk van de zwaarte van het gedrag. Zwakke punten:  Ik heb tijdens mijn vorige stages nog niet echt te maken gehad met het corrigeren van gedrag, met uitzondering van: Vragen of ze de aandacht er bijhouden Ze verder willen gaan met de opdracht Vragen of ze het volume wat willen minderen Na 5 weken  Er is één jongen en die zit in de eerste klas. Deze jongen heeft autisme, en dit heeft weinig invloed op de klas. In mijn vorige stage had ik geen leerlingen die een leerprobleem hadden. In deze klas zijn er meerdere leerlingen die leerprobleem hebben. Zo heb ik leerlingen kunnen observeren. Een aantal leerlingen hadden veel effect op het klas, als ze druk zijn of niets willen doen.  De leerlingen worden gestraft als ze niet aan de regels houden  op gesprek met mentor.  Sommige leerlingen komen uit een land, waar het in de onderwijs veel strenger is en komen ze hier wat losser.  Veel leerlingen zijn motorisch nog niet goed ontwikkeld, dit komt omdat ze in hun afkomstige land studeren niet belangrijk was of niet naar school konden gaan.  Het individueel lesgeven aan leerlingen gaat goed en heb geen moeite mee als ik klassikaal een opdracht moet uitleggen. In een 16+ klas, moest veel individueel begeleiding geven. Dit is een klas die motorisch niet goed ontwikkeld zijn. Ik heb in de opdrachtenvel duidelijk met instructie aangegeven hoe ze een slinger moesten maken. Dit bleef erg moeilijk voor ze, vooral het

 

vouwen van een A4 vel en het tekenen van de vormen. Als de leerlingen de opdracht niet goed begrijpen, kan ik het centraal aanpakken en uitleggen. Door dat het contact met de leerlingen steeds beter wordt hoef ik bijna niets te corrigeren. Een blik naar een leerling of een handgebaar is genoeg, en ze snappen wat ik bedoel. Ik merk dat hierdoor de les vlotter loopt en andere leerlingen hier ook geen last van ondergaan. Als ik een leerling individueel begeleiding geef, dan houd ik mijn aandacht ook op de rest van de klas. Ik houd alles goed in de gaten.

Didactisch vermogen Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Ik ben zelf heel ordelijk en wil voor mezelf altijd een goede structuur. Dit geldt ook voor mijn lessen. Ik heb een duidelijke opbouw van de lessen en deze zijn duidelijk, en helder op papier gezet.  Ik weet wat mijn eigen kennis en vaardigheden zijn om de leerlingen een goede, en efficiënte les te kunnen geven waarin ik ze deze (voor de leerlingen) nieuwe vaardigheden en kennis aandraag.  Ik bied de leerlingen keuzes te maken in mijn opdrachten. Laten kiezen waar hun interesses liggen. Natuurlijk is dit binnen een aantal aspecten waar de opdrachten aan moeten voldoen, maar bied ze mogelijkheden hun eigen creativiteit kwijt te kunnen in de opdracht waardoor ze deze eigen kunnen maken. Zwakke punten:  Op papier zijn mijn lessen duidelijk en hebben een goede opbouw. Maar soms in het vertellen of de uitleg van de opdracht wil het soms wel onduidelijk worden. Mijn articulatie kan beter en ook de opbouw. Als ik dit op een rustige manier vertel is het voor de leerlingen duidelijk en ook voor mijzelf. Uit enthousiasme wil ik vaak te snel alles vertellen. Na 5 weken  De manier van het maken van lesmateriaal is goed. Het is een duidelijke opbouw en volledig.  Mijn eerste les ben ik begonnen met het maken van een brainstorm op de bord. Vervolgens heb ik de opdracht uitgelegd. Thuis had ik een aantal voorbeelden gemaakt, over hoe het eruit zou kunnen zien. Dit heeft ze veel geholpen en snapten de opdracht beter. Een 3de jaar klas, die snapten de opdracht niet zo goed. Vervolgens heb ik met ze klassikaal een start gemaakt met de opdracht. Dit was helder voor ze en er was snel resultaat.  Bij deze leerlingen is het heel belangrijk dat ze beeldmateriaal en voorbeelden krijgen. Ook het leren van de belangrijkste kernwoorden en begrippen blijft een belangrijk punt.  Mijn les die ik heb ontworpen, heb ik goed uitgeschreven met instructies erbij (met foto’s).

Interpersoonlijk vermogen Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Ik corrigeer ongewenst gedrag en waardeer gewenst gedrag  Ik heb een actieve en open houding. Ik toon graag inzet en ik heb deelgenomen aan activiteiten buiten de lestijden, zoals: - Voorbereidingen voor de opendag - Deelnemen aan vergaderingen - Beoordelen van werkstukken  Ik praat graag met leerlingen over hun opdrachten. Ik vind het fijn dat ze me serieus nemen en de moeite doen om het duidelijk uit te leggen. Ik ben er graag bij betrokken en ik geef ze graag advies en tips. Het geeft mij een goed gevoel als ze prettig en gemotiveerd aan het werk kunnen.  Door leerlingen aan te spreken op hun houding en gedrag tijdens de stage. Zwakke punten:  Nog nooit conflict gehad met leerling. Ik zou dit graag een keer willen meemaken, om te kijken hoe mijn reactie hierop zal zijn. Na 5 weken  Ik toon betrokkenheid en enthousiasme door de leerlingen individueel aan te spreken.  Ik communiceer verbaal heel duidelijk voor de leerlingen, want ze hebben een taalachterstand en begrijpen soms niet wat er gezegd wordt.  Er was een leerling en die daagde een leerling uit. Ik heb hem meteen aangesproken, op zijn plek gezet en aan het werk gezet. Hierin ben ik consequent geweest.  Als de leerlingen wat drukker worden, dan pak ik dit centraal aan door te zeggen dat ze wat rustiger moeten zijn.

Vermogen tot samenwerken Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Ik ben erg leergierig en vind het belangrijk van anderen te leren. Vandaar dat communiceren heel erg belangrijk is. Dit is iets wat ik graag goed en duidelijk doe.  Ik werk graag met andere samen. Zo leer je van elkaar, draag je verantwoordelijkheden, en werk je mee aan de organisatie.  Ik communiceer op een duidelijke en oprechte manier met collega’s of groepsgenoten. Zwakke punten:  Ik wil te graag alles doen en zeg niet graag nee als het bijvoorbeeld niet kan. Ik maak graag tijd voor anderen en wil graag helpen, maar soms is het echt niet mogelijk. Ik moet voor mezelf keuzes maken met of het echt wel kan, of eigenlijk beter is van niet. Of ik kan wat minder verantwoordelijkheid nemen, dus kleinere hoeveelheden. Na 5 weken  Ik heb de eigen ontworpen opdrachten, gegeven aan een docent van De Vakschool. Zij wou de opdrachten op een ander school waar ze werkt, in haar lessen gebruiken. Dit waardeer ik en vond het super leuk dat zij mijn opdrachten interessant vond.  Ik vond het fijn om mee te mogen doen in een projectweek. Zo heb ik in mijn eerste week van stage veel kunnen ervaren en observeren.  Op 5 december was er een sinterklaasviering op school en hebben de leerlingen voor elkaar een cadeau gekocht en gekookt. Zo leuk om te zien hoe blij en vrolijk ze worden van iets heel kleins die ze krijgen van een medestudent. Onder elkaar is er respect en iedereen accepteert elkaar.

Omgevingsgerichtheid Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Ik gebruik ter inspiratie andermans kunst.  Open dagen bezoeken van scholen.  Het bezoeken van musea .  Verschillende kunst disciplines in een lessenserie samen laten komen (bijvoorbeeld in een projectweek). Zwakke punten:  Lesgeven beperkt zich niet tot activiteiten binnen het klaslokaal. Ik zou op zoek kunnen gaan naar een ander werkplaats binnen het schoolgebouw of buiten. Dit zou anders zijn voor de leerlingen. Na 5 weken 

Omgevingsgerichtheid wat cultuur betreft, voor in mijn ontworpen opdrachtenvoorbeelden van versieringen voor kerstmis.

Creërend vermogen Voorafgaand aan mijn stage Sterke punten:  Bronnenonderzoek vind ik heel belangrijk. Het inspireert je en brengt je op verschillende ideeën.  Ik beschik kennis over de eigenschappen, mogelijkheden en uitdrukkingskwaliteiten van verschillende beeldende materialen. Ik kan keuzes maken voor de combinatie en hantering van een materiaal aan de hand van de gewenste vorm, inhoud en de relatie daartussen.  Het is belangrijk dat je als docent kennis hebt van 2D, 3D, gereedschappen, technieken en uitdrukkingsmogelijkheden. Het hanteren van diverse 2D, 3D technieken en werkprocessen. Zwakke punten:  Ik heb nog nooit eerder lesmateriaal gemaakt voor de leerlingen Na 5 weken  Ik maak lesmateriaal voor de leerlingen, die ze als voorbeeld kunnen gebruiken.  De leerlingen laat ik inspireren dat je met andere materialen en technieken ook tot hetzelfde vorm kunt komen. Bijvoorbeeld: dat je bij het maken van een slinger geen lijm hoeft te gebruiken, maar dat het binden van de slingers ook met een vouwtechniek kan.

STARRT methode Datum Naam situatie

28-11-2012 Opdracht gevouwen slingers maken voor kerstmis

Situatie Ik geef les als stagiair aan ISK leerlingen Internationale Schakel klas en heb diverse klassen en niveaus. De Internationale Schakelklas is een speciaal lesprogramma voor niet Nederlandse leerlingen die korter dan twee jaar in Nederland zijn en nog niet voldoende taalvaardig zijn. De ISK bereidt deze leerlingen voor op instroom in het voortgezet onderwijs of in het middelbaar beroepsonderwijs, afhankelijk van de leeftijd van deze leerlingen. Mijn begeleidster heeft me gevraagd om een opdracht te bedenken bij het thema kerstmis voor de ISK 16- en 16+. De opdracht moet uitgevoerd worden op 28 november. Ik had één week voorbereidingstijd. Ik mocht zelf weten wat voor soort opdracht het zou worden. Mijn begeleidster heeft aangegeven dat het wel belangrijk is om de opdracht aan te sluiten bij het niveau van de kinderen. Ik vind het een leuke opdracht die ik goed ga uitvoeren. Taak Ik moet met een ISK 16- en 16+ op 28 november een opdracht doen met als thema kerstmis. Ik ben vrij om te kiezen wat voor soort opdracht ik doe. Ik moet wel zorgen dat de opdracht goed aansluit bij de leerlingen en dat de opdracht goed wordt voorbereid. Ik zorg ook dat mijn voorbereiding op papier staan en ik maak voorbeeld lesmateriaal voor de leerlingen. Actie Omdat ik niet zo goed weet wat de leerlingen kunnen en wat ze leuk vinden, ben ik eerst onderzoek gaan doen. Ik heb gepraat met mijn SLB om te kijken wat ze leuk vinden en ik heb de leerlingen geobserveerd toen ze met een creatieve activiteit bezig waren om te kijken wat ze kunnen. Ik heb bedacht dat de leerlingen slingers gaan maken met gevouwen papier. Ik heb zelf voorbeeld materiaal gemaakt van een slinger, hoe je een uitknipvorm moet maken en deze mochten ze als voorbeeld gebruiken. Ik heb mijn plan en voorbereidingen beschreven en heb op de dag zelf op tijd de opdrachten en papieren klaargezet die gesorteerd waren op kleur. Zelf mochten ze kiezen welke kleuren ze gebruikten. Resultaat Door mijn observaties en onderzoek heb ik een opdracht bedacht die aansloot bij de leerlingen. Het observeren gaf mij een goed beeld van wat de kinderen kunnen en de gesprek met mijn SLB wat de leerlingen leuk vinden. De opdracht hebben ze in het algemeen goed begrepen, maar af en toe waren er leerlingen die het best moeilijk vonden. Ik had op tijd alles voorbereid. Verder lag de opdracht helemaal uitgewerkt klaar op papier met afbeeldingen en instructies. Ik ben begonnen met een klassikaal brainstorm en daarna heb ik de opdrachten uitgedeeld. Reflectie Ik heb veel individueel begeleiding moeten geven aan een ISK 16+. In deze klas zijn ze motorisch nog niet goed ontwikkeld en hebben moeite mee met vouwen, tekenen, denken in vormen. Sommige leerlingen hebben geen scholing gehad, sommige leerlingen zijn als analfabeet binnen gekomen, ongeschoold. Ik moest mijn aandacht echt erbij houden, want ze waren erg druk. De opdracht was een samenwerkingsopdracht en de samenwerking was goed. De leerlingen zagen de eindresultaat langzamerhand ontstaan en waren enthousiast over hun eigen werk. Aandachtpunt voor mij: Als de leerlingen de opdracht niet goed begrijpen, kan ik het centraal aanpakken en uitleggen. In de volgende klas heb ik het anders aangepakt. De les werd gestart met een gezamenlijk opdracht. De instructie duurde wat langer, maar dit ging veel beter. De leerlingen begrepen de opdracht beter, dit leidde tot een snelle resultaat en minder individueel begeleiding. Ik vond dat ik zelfverzekerd in de klas stond. Ik heb eigen initiatief getoond door lesmateriaal te maken voor de leerlingen. Ik heb positief contact met de leerlingen en maak vaak grappen met ze of ik help ze mee. Ik heb overzicht in de klas, reageer snel op situaties in de klas en corrigeer ze. Transfer Ik heb gemerkt dat als je de les even centraal terugpakt, dat de leerlingen de opdracht beter begrijpen. Ik zou dit kunnen toepassen in mijn volgende les. De leerlingen hebben taalachterstand en het is voor ze duidelijker als ik de opdracht gezamenlijk met ze start.

Datum Naam situatie

12-12-2012 Opdracht kerstversieringen maken (kerstballen en kerstboomhangers)

Situatie Op woensdag heb ik weer zelfstandig les kunnen geven, mijn eigen opdracht voor kerstmis. De opdracht bestond uit twee delen: papieren kerstversiering en wollen kerstbal. Dit was best moeilijk voor ze, omdat ze snel moesten werken. Met elk klas ben ik met een instructie begonnen en gingen we samen stap voor stap de opdracht uitvoeren. Taak In mijn vorige les, heb ik de les gezamenlijk opgestart met een instructie en de leerlingen moesten dit stap voor stap uitvoeren. Dit vond ik een heldere manier van les geven, omdat de leerlingen aan het werk zijn en ze hebben een duidelijk voorbeeld over wat ze moeten doen. Ik heb dit bij alle klassen uitgevoerd. Actie De leerlingen zijn actief bezig en dit levert mooie resultaten op. Iedereen heeft iets gemaakt, dit controleer ik door na te kijken of iedereen zo ver is. De leerlingen vonden de opdracht soms wel moeilijk, maar eenmaal ze het snapte ging het gemakkelijker en wouden ze meer kerstversieringen maken. Soms waren de leerlingen te enthousiast en konden ze hun werk niet loslaten, terwijl ik een ander instructie gaf. Doordat ze niet goed hebben opgelet, moest ik een aantal leerlingen de instructie individueel geven. Bij sommige groepen is het moeilijk om de aandacht bij te krijgen. Een aandachtspunt voor mij is: voordat ik met een instructie begin, duidelijk vertellen dat ze na de instructie mogen versieren of nog één kunnen maken. Resultaat Dit leverde een prima eindresultaat. De kerstversieringen mochten ze in een kerstboom hangen. De kerstboom hebben ze meegenomen voor in de mentorklas. Ik heb de leerlingen mogen beoordelen voor hun inzet en eindresultaat. Er zijn geen onvoldoendes gevallen, omdat iedereen de opdracht had gemaakt. Het voordeel van een instructie geven is dat iedereen mee doet. Het nadeel is dat deze vorm van lesgeven je meer tijd kost in de les. Reflectie Bij ISK leerlingen moet ik me altijd afvragen, of de boodschap wel goed overkomt. Vaak snappen ze dit niet, vanwege de taalachterstand. Aandachtspunt voor mij: als ik iets uitleg, wil ik dit in meerdere woorden proberen, zoals: de helft afknippen, door midden knippen. Zo zal er een woord tussen zitten die de leerling wel begrijpt. Transfer Ik heb in deze lessen minder individueel begeleiding moeten geven, omdat ik meer klassikaal aan het uileggen was. Ik geef individueel begeleiding waar het nodig is, als een leerling een stap te moeilijk vindt. Ik merk dat als ik met een tijdsplanning werk, dat de lesindeling overzichtelijker is, i.v.m. beoordelen, opruimen en afsluiting.

Onderzoeksvraag Hoe belangrijk zijn de beeldende vakken voor de ISK leerlingen?  ISK leerlingen  Wat voor bijdrage heeft dit onderwijs op hun sociale leven? -ISK leerlingen De naam ISK staat voor "Internationale Schakelklassen". De Internationale Schakelklas is een speciaal lesprogramma voor niet Nederlandse leerlingen die korter dan twee jaar in Nederland zijn en nog niet voldoende taalvaardig zijn. De ISK bereidt deze leerlingen voor op instroom in het voortgezet onderwijs of in het middelbaar beroepsonderwijs, afhankelijk van de leeftijd van deze leerlingen. De leeftijd varieert ongeveer van 12 tot 18 jaar. Sommige leerlingen zijn naar Nederland gekomen, omdat hun ouders in Nederland werk hebben gevonden, bijvoorbeeld leerlingen afkomstig uit Polen, of omdat hun ouders gevlucht zijn uit hun land vanwege een oorlogssituatie. Zo hebben we op dit moment veel leerlingen uit Afghanistan, Irak en Somalië. Ook komt het voor dat één van de ouders een relatie heeft met een Nederlandse man of vrouw en dat de kinderen daarom met één van hun ouders naar Nederland verhuizen. In iedere ISK klas wordt veel Nederlands aangeboden. De leerlingen krijgen in één week 14 uur les in Nederlands. -Wat voor bijdrage heeft dit onderwijs op hun sociale leven? Vaak willen ze niet naar huis en willen ze op school blijven. Op school voelen ze zich prettiger, vaak is hun thuis situatie niet goed. Sommige leerlingen hebben geen ouders of familie meer en sommige zijn hier alleen met zijn/haar vader of moeder. Op school leren ze de waarde en normen van Nederland. Een voorbeeld is dat de jongens leren, dat er met één vrouw getrouwd kan worden en niet met 4 vrouwen tegelijk. Het is niet makkelijk voor een leerling, om in de puberteit, verplaatst te worden naar een ander land, ander onderwijs en ander omgeving. De leerlingen van ISK, zijn leerlingen die bezig zijn met hun toekomst. De meeste willen in Nederland blijven wonen en werken. Hier voelen ze zich veilig en zien meer kansen voor hun toekomst. Ze zijn meer perspectief en zijn bezig met wat ze willen doen. De leerlingen helpen en geven steun aan elkaar. De meeste ISK leerlingen zijn heel positief en beleefd. Dit zorgt voor een gezellige sfeer in de klas. Je wordt er lekker vrolijk en positief van. -Hoe belangrijk zijn de beeldende vakken voor de ISK leerlingen? Vroeger kregen de leerlingen 4 uur per week handvaardigheid/creativiteit en nu nog maar 2 uur per week. Dit komt doordat de leerlingen voornamelijk veel Nederlands moeten leren. In de lessen van handvaardigheid/creativiteit, is praktijk en taal hand in hand. Dit is anders dan bij een normale regulier onderwijs. In de opdrachten voor handvaardigheid, leren de leerlingen lezen en schrijven. Dit wordt gecontroleerd en ondertekend door de docent. In sommige klassen zijn de leerlingen motoriek nog niet goed ontwikkeld. Deze leerlingen hebben moeite met het begrijpen van de opdrachten en vooral het uitvoeren hiervan. In het dagelijks leven zien de leerlingen veel om zich heen gebeuren. Een bijdrage van handarbeid/creativiteit is dat de leerlingen vrij in materiaal om kunnen gaan en zelf keuzes leren maken. Motoriek worden ze verder ontwikkeld en gaan ze op een ander manier kijken naar dingen uit hun omgeving, dan normaal. Ze leren om vanuit een ander perspectief te kijken en dit vorm te geven.

Foto’s stage Projectweek

Eigen ontworpen les, kerstversiering

Overige lessen

Slotwoord Ik wil graag iedereen bedanken die mij tijdens mijn stage begeleid hebben. Ik heb veel geleerd en mijn competenties kunnen verbeteren. Ik wil volgend jaar beginnen met een LIO stage. Dit is een periode van een half jaar. Gedurende mij opleiding heb ik al veel ervaring opgedaan. De vakschool Tilburg staat voor mij op nummer één! Naar mijn mening is het van belang dat je als vakdocent om kunt gaan met verschillen en dat je hiertoe adaptief onderwijs aan kan bieden. De leerling staat centraal en dus ga ik uit van de belevingswereld van de leerlingen. Ik ben van mening dat er in de klas een evenwicht moet zijn op het gebied van klassikaal, zelfstandig en samenwerkend onderwijs. De vakschool Tilburg, ISK, heeft mij enorm veel dingen geleerd! Bedankt! Met vriendelijke groet, Derya Ünlügiyen