FACULTEIT DER ELEKTROTECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN VAKGROEP MEDISCHE ELEKTROTECHNIEK
DE TYPOFOON : MODERNISERING VAN DE SPREKENDE SCHRIJFMACHINE Door M.Q.C. Stovers
Rapport van het afstudeerwerk uitgevoerd van 2-4-1989 tot 17-5-1990 in opdracht van prof.dr.ir. J.E.W. Beneken onder leiding van ir. W.H. Leliveld en medebegeleiding van H.J.M. Ossevoort en ir. R.W.M. Mathijssen.
DE FACULTEIT DER ELEKTROTECHNIEK VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN AANVAARDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE INHOUD VAN STAGE- EN AFSTUDEERVERSLAGEN.
Summary This report deals with the modernizing of the " typophone " as a graduation project done by M.Q.C. Stovers during the period april 1989 until may 1990 atlthe division of Medical Engineering of Eindhoven University of Technology, Eindhoven. The typophone was originally developed as a prototype in 1985 by Dr.J.N. Kroon at the Institute for Perception Research, Eindhoven. It is a speech unit that can be connected to a suitable electronic typewriter, thus making a 'talking typewriter system'. The typophone basically spelIs the letters and punctuation marks which are typed on the typewriter keyboard. In addition, the tYjpophone has got a small keyboard containing (among other things) special recalling functions (e.g. the spelling of the last typed word). The device is essentially meant as a learning aid in typing classes for the visually impaired, trying to compensate in some way for the lack of visual feedback in the learning process. This typophone prototype was evaluated and turned out to be a success, fulfilling a need of the visually handicapped. However, the technical design was not up to date and too expensive to get any serious industrial interest in series production of the typophone. To change this, the typophone needed to be modernized. The following things have been done: - The functional design of 1985 of the typophone has been reevaluated, having the importance and price of various functions in mind. - An investigation in modern typewriters has been made in order to find suitable electronic typewriters for the typophone. Four typewriter brands (out of fifteen) turned out to have one or more suitable models with abilities to make a proper connection with the typophone. Unfortunately, it has not been possible to design a universal typophone, suitable for all these modeIs. This is basically due to the incompatibility of the various code sets used by the typewriters. A design with a fixed hardware configuration but a variabIe software configuration (accounting for the differences) gives a flexible solution to this problem. Practically this means that for each kind of typewriter the typophone must contain a separate EPROM containing software, matching for that kind of typewriter. - A new electronic circuit for the typophone has been developed. Care has been taken in making the design reproducible and cheap. - Typewriter matching software has been written. - A prototype has been built and succesfully tested for six days at a typing school for visually impaired children. The design needs some minor improvements and some important extensions can be made. Both can easily be realized.
Samenvatting Dit verslag behandelt de modernisering van de 'typofoon', als een afstudeerproject uitgevoerd door M.Q.C. Stovers gedurende de periode april 1989 tlm mei 1990 binnen de vakgroep Medische Elektrotechniek van de Technische Universiteit Eindhoven, in het kader van zijn opleiding tot Elektrotechnisch Ingenieur. De typofoon is oorspronkelijk ontworpen als prototype in 1985 door Dr. J.N. Kroon op het Instituut voor Perceptie Onderzoek, Eindhoven. Het is een apparaat dat in combinatie met een geschikte elektronische schrijfmachine een 'sprekend schrijfmachine systeem' vormt. De typofoon spreekt in hoofdzaak de losse letters en leestekens uit, welke op de schrijfmachine aangeslagen worden. Verder heeft het apparaat een klein toetsenbord met behulp waarvan eerder getypte tekst in gespelde vorm teruggeluisterd kan worden. De typofoon is in eerste instantie bedoeld als leermiddel voor visueel gehandicapten en probeert een alternatief te bieden voor de visuele terugkoppeling waar zienden tijdens het typen gebruik van maken. Dit prototype is getest en geëvalueerd, en bleek in een behoefte bij visueel gehandicapten te voorzien. Het ontwerp was echter niet up to date en te duur van opzet om de typofoon in serieproduktie te nemen. Daarom is de typofoon gemoderniseerd, hetgeen het volgende heeft ingehouden: - Het funktionele ontwerp uit 1985 is nogmaals onder de loep genomen, met het prijsaspect in het achterhoofd. - Een schrijfmachine onderzoek is ingesteld teneinde voor aansluiting op de typofoon geschikte schrijfmachines te vinden. Vier merken (van de vijftien) bleken één of meer geschikte schrijfmachines in hun assortiment te hebben. Helaas is het niet mogelijk gebleken een typofoon te ontwerpen die zonder meer op elk van deze schrijfmachines aan te sluiten is. Dit probleem is flexibel opgelost door de typofoon uit te rusten met een vaste hardware configuratie en een variabele software configuratie. Praktisch gezien betekent dit dat voor elk schrijfmachine type de typofoon uitgerust dient de worden met een apart EPROM met voor deze schrijfmachine aangepaste programmatuur. - Een nieuw elektronisch circuit is voor de typo foon ontworpen, waarbij rekening is gehouden met reproduceerbaarheid en kostprijs. - Schrijfmachine afhankelijke software is geschreven. - Een prototype is gebouwd en gedurende één week getest op een school voor machineschrijven voor visueel gehandicapte kinderen. Dit prototype bleek succesvol te zijn. Hier en daar diende het ontwerp nog wat verbeterd te worden, en er bleek behoefte te zijn aan een aantal uitbreidingen. Zowel de verbeteringen als de uitbreidingen kunnen op betrekkelijk eenvoudige wijze gerealiseerd worden.
Inhoud 1. Inleiding
.............................................
2. Beschrijving van de typofoon 2.1 2.2 2.3
2.4 2.5
Inleiding Bedieningselementen Aansluiten van de typofoon 2.3.1 Aansluiting op een elektronische schrijfmachine 2.3.2 Aansluiting cassetterecorder/diktafoon 2.3.3 Aansluiting koptelefoon 2.3.4 Volumeregeling Typen met behulp van de typofoon Werken met de funktietoetsen
4
. . .
4 4 6
.
6 8
. . . .
8 8
3. Het typofoon ontwerp 3.1 3.2
3.3
1
Typofoon ontwerpeisen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ontwerp modificaties 3.2.1 Het afdrukken van tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.2 Het display 3.2.3 De funktietoetsen 3. 2 .4 De voeding .... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2.5 De elektronica .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 3.2.6 De software Het schrijfmachine onderzoek .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.3.1 Probleemstelling 3.3.2 Resultaten van het schrijfmachine onderzoek 3.3.3 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8 9
12 12 12 13 13 13 14 14 15 15 15 17 18
4. Evaluatie
20
5. Conclusies en aanbevelingen
23
Literatuur Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Lijst van importeurs/leveranciers van schrijfmachines in Nederland Brief met vragenlijst Overzicht onderzochte schrijfmachines Gedetailleerde technische informatie m.b.t. de op de typo foon aansluitbare schrijfmachines Evaluatie Instelling Olympia ES-70i met IF01.1 Interface Box en nederlands toetsenbord op de typofoon Instelling Canon AP-GOO met AP-IF03 Interface Unit en nederlands toetsenbord op de typofoon
1
1.
Inleiding
Stelt u zich voor: u bent blind of slechtziend en wilt een stuk leesbare tekst produceren zoals deze inleiding. Schrijven is moeilijk, daar u nauwelijks idee zult hebben waar u schrijft en wat u precies schrijft. Typen lijkt betere perspectieven te bieden. Immers, ook zienden leren 'blind' typen. Maar ook hier treedt een probleem op. Doordat u -als blinde of slechtziende- niet kunt zien wat u typt, wordt het leren typen erg bemoeilijkt. U zult intensieve begeleiding nodig hebben van een ziende instrukteur. Uit bovenstaande moge duidelijk zijn, dat vanwege het ontbreken van visuele terugkoppeling het voor visueel gehandicapten zeer moeilijk is om leesbare geschreven teksten te produceren. Zowel het ontbreken van een visuele terugkoppeling van de handbewegingen als het ontbreken van de mogelijkheid om eerder geschreven tekst nog eens over te lezen zijn hiervan de oorzaak. Met een schrijfmachine kan worden gegarandeerd dat een eenmaal gemaakte tekst leesbaar is, afgezien van typefouten. Typen vereist echter dezelfde vormen van terugkoppeling als schrijven. De terugkoppeling van de handbewegingen ("welke toets druk ik nu in?") is nodig om de funkties van de diverse toetsen en de controle van de schrijfmachine in het algemeen te leren. Verder is het van belang dat eerder getypte stukken tekst nog eens kunnen worden doorgenomen. Met name de laatst getypte tekst is hierbij van belang, zowel voor de beginner als voor de geoefende typist(e), wanneer men na een (onverwachte) onderbreking daar verder wil gaan waar men gebleven is. De "typofoon" probeert een alternatief aan te dragen voor het gemis aan visuele terugkoppeling in de vorm van auditieve terugkoppeling. De typofoon is een spraakresponsie eenheid, die in combinatie met een elektronische schrijfmachine een van spellende spraak voorziene schrijfmachine vormt. Eenvoudiger gezegd: de typofoon is een los apparaatje dat op een elektronische schrijfmachine aangesloten wordt en dat de op de schrijfmachine ingedrukte toetsen (karakters) uitspreekt, hetzij direct (tijdens typen), hetzij achteraf op commando (teruglees mogelijkheid). Met de huidige stand van de techniek is dit op betrekkelijk eenvoudige en goedkope wijze mogelijk. De typofoon is bruikbaar in de volgende situaties: 1. Leerapparaat voor visueel gehandicapten. Met name in de leerfase is terugkoppeling onontbeerlijk. Met de typofoon als aanvullend hulpmiddel in het typonderwijs kan een visueel gehandicapte zelfstandiger leren typen en wordt een minder intensief beroep gedaan op de instrukteur. De instrukteur kan
2 hierdoor meer gehandicapten tegelijk leren typen. De typofoon kan in deze situatie het meest van dienst zijn, derhalve is deze toepassing de belangrijkste. Het ontwerp is in eerste instantie op deze toepassing gericht. 2. Gebruik in een werksituatie voor geoefende typist: Hierbij is het apparaat vooral geschikt voor het teruglezen van tekst ("waar was ik gebleven?") en het corrigeren van fouten. 3. Particulier gebruik door een visueel gehandicapte: Dit kan zowel voor de beginnende als voor de gevorderde typist zijn. Deze toepassing is echter alleen maar interessant indien de prijs van het apparaat voldoende laag is. 4. Gebruik door niet-visueel gehandicapten: een mogelijkheid kan zijn het gebruik op typescholen. Ook een ziende leert immers 'blind' te typen. Deze mogelijkheid is interessant, omdat hiermee de doelgroep van gebruikers van het apparaat aanmerkelijk vergroot wordt en dat maakt serieproduktie voor een fabrikant aantrekkelijker. De typofoon is ontstaan in het kader van een promotieonderzoek van J.N. Kroon, gestart in 1979 op het Instituut voor Perceptie Onderzoek (IPO) te Eindhoven, waarin het nut en de beperkingen van spraaktechnologie in hulpmiddelen ten behoeven van gehandicapten zijn onderzocht (lit. 1). Uit een deelonderzoek kwam naar voren dat er onder visueel gehandicapten behoefte was aan schrijfmachines met auditieve terugkoppeling. Er is toen een proefopstelling gebouwd van een sprekende schrijfmachine, waarin de auditieve terugkoppeling bestond uit een gelimiteerd vocabulaire van losse (gespelde) letters en leestekens. De proefopstelling is op drie verschillende instituten voor visueel gehandicapten getest. Naar aanleiding van de evaluatie van deze testresultaten is in 1985 een prototype ontwikkeld van de typofoon. Men is daarna op zoek gegaan naar een fabrikant die geïnteresseerd was om het apparaat in serieproduktie te nemen. Aanvankelijk was er interesse vanuit de industrie. Later ketste dit echter af. De reden hiervoor was dat men het ontwerp van de typofoon te duur vond (er was niet genoeg gelet op optimaal gebruik en prijs van de componenten) en bovendien verouderd (sommige componenten waren nauwlijks meer verkrijgbaar). Reden dus om de typofoon te moderniseren. Rob van Neerven heeft hieraan in zijn afstudeerwerk in 1986-1987 een belangrijke bijdrage geleverd (lit. 2). Een volledig nieuw hardware circuit werd (op papier) ontworpen. Verder bleek, dat er in de schrijfmachinewereld het een en ander veranderd was. Het aantal schrijfmachines, dat in principe aansluitbaar is op de typofoon, was aanmerkelijk gegroeid. Bovendien waren de nieuwe schrijfmachines met veel meer mogelijkheden uitgerust dan voorheen. Rob van Neerven heeft deze mogelijheden onderzocht,
3
en heeft ideeën aangedragen voor de implementatie van deze mogelijkheden op de typofoon. In april 1989 ben ik, in het kader van mlJn studie Elektrotechniek aan de TU Eindhoven, met mijn afstudeerwerk begonnen bij de interfaculteitswerkgroep "communicatiehulpmiddelen ten behoeve van gehandicapten", een samenwerkingsverband tussen de vakgroep Medische Elektrotechniek van de Technische Universiteit Eindhoven (EME) en het Instituut voor Perceptie Onderzoek (IPO). Dit is ruim anderhalf jaar nadat Rob van Neerven zijn afstudeerwerk afgerond heeft. Er zijn in de tussentijd weer een aantal zaken veranderd. Allereerst doet zich de vraag voor, of het ontwikkelen van een spraakresponsie voor een elektronische schrijfmachine nu nog wel verantwoord is. Door de opkomst van de computer is de schrijfmachine duidelijk op zijn retour. Is het niet beter om een sprekende computer te maken? Sommige computers bezitten mogelijkheden hiertoe. Het antwoord is nee. Ten eerste worden er nog steeds schrijfmachines geproduceerd, en het is nog maar zeer de vraag of ze geheel zullen verdwijnen. Ten tweede is een computer een ingewikkelder apparaat dan een schrijfmachine. De configuratie is ingewikkelder (computer plus toetsenbord plus printer (met aansluitkabel, instelknoppen etcetera) plus floppy disk, versus enkelvoudige schrijfmachine). Ook de bediening is ingewikkelder (opstartprocedures door middel van het intoetsen van commando's, werken met menu's, funktietoetsen etc.). Veel informatie wordt via een beeldscherm weergegeven waardoor een intensief beroep gedaan wordt op het visueel vermogen van de bediener. De overstap van schrijfmachine naar computer is daarom voor een visueel gehandicapte veel moeilijker dan voor een niet-visueel gehandicapte. De typo foon wordt dus alsnog gemoderniseerd. Het werk dat nog gedaan moet worden houdt in: -Opnieuw een onderzoek instellen naar de mogelijkheden van moderne schrijfmachines. De door Rob van Neerven onderzochte modellen worden geen van alle meer geproduceerd. -Onderzoeken in hoeverre het ontwerp van het in 1985 gerealiseerde prototype gehandhaafd kan blijven en welke veranderingen nodig zijn in verband met de veranderingen in de schrijfmachines. Verder dient onderzocht te worden of het mogelijk is, de typofoon op meerdere schrijfmachines aansluitbaar te maken. -Het opnieuw moderniseren van het hardware ontwerp, hierbij uitgaande van het ontwerp van Rob van Neerven. -Het opnieuw schrijven van software. -Het realiseren en testen van een prototype.
4 2.
Beschrijving van de typofoon
2.1
Inleiding
De typofoon is een spraakresponsie eenheid, die in combinatie met een elektronische schrijfmachine, een sprekende schrijfmachine vormt. De typo foon spreekt in hoofdzaak losse letters en leestekens uit, welke op de schrijfmachine ingetoetst worden. Verder heeft het apparaat een regel tekstgeheugen waardoor het mogelijk is eerder geschreven tekst nogmaals in spraakvorm op te roepen. Het apparaat is in eerste instantie ontworpen als aanvullend leerapparaat in het onderwijs in machineschrijven voor visueel gehandicapten, doch kan ook in een werksituatie, voor particulier gebruik en ook als leerapparaat door niet-visueel gehandicapten gebruikt worden. De typofoon kent de volgende mogelijkheden: -
Compact, draagbaar Eenvoudig aan te sluiten Eenvoudig te bedienen Aansluiting op verschillende elektronische schrijfmachines in principe mogelijk (dit is afhankelijk van de betreffende schrijfmachine) Correctie van tekst binnen een regel is mogelijk Schrijfmachine faciliteiten worden zo min mogelijk aangetast Vier instelbare spraaksnelheden, variërend van normaal (voor de beginner) tot zeer snel (voor de gevorderde) De typofoon heeft speciale, goed bedienbare funktietoetsen waarmee eerder getypte tekst teruggevraagd kan worden Ingebouwde versterker en luidspreker Aansluitmogelijkheid voor twee koptelefoons Het apparaat is te gebruiken in combinatie met een cassetterecorder of diktafoon (externe aansluitmogelijkheid) Instelbaar volume, zowel van de typofoon als van de aangesloten cassetterecorder/diktafoon Energiezuinig ontwerp Low-cost ontwerp Nederlandse spraak (in principe is spraak in iedere taal mogelijk)
2.2
Bedieningselementen
Figuur 2.1 geeft de diverse onderdelen van de typofoon weer.
5
VOORZJJDE
....... ::::H-.-+--~ 5
'---------4
ACWTERZIJDE
ZIJkANT Figuur 2.1 : De typofoon
6
6
De volgende onderdelen worden hierbij onderscheiden: Bovenzijde: 1. Volumeregelaar 2. Volumeregelaar voor het regelen van het volume van de eventueel aan te sluiten cassetterecorder/diktafoon 3. Funktietoetsen, 3x3 Voorzijde: 4. Koptelefoonaansluiting (voor de gebruiker) Achterzijde: 5. RS-232C typemachine aansluiting 6. Aansluiting voor cassetterecorder of diktafoon 7. Aan/uit schakelaar Zijkant (links): 8. Koptelefoonaansluiting (voor de instrukteur) Binnenin: 9. Luidspreker Extra's (eventueel bij de typofoon te leveren) 10. RS-232 kabel voor aansluiting op schrijfmachine 11. Koptelefoon(s) 2.3 2.3.1
Aansluiten van de typofoon Aansluiting op een elektronische schrijfmachine
De typofoon is in principe aansluitbaar op elektronische schrijfmachines met een RS-232C aansluitmogelijkheid die tegelijkertijd als terminal en als printer kunnen funktioneren. Uit een schrijfmachine onderzoek (zie hoofdstuk 3 en bijlage 3) zijn de volgende schrijfmachines naar voren gekomen welke in principe geschikt zijn voor aansluiting op de typofoon: 1. BROTHER 2. NAKAJIMA ALL
Alle schrijfmachines welke voorzien zijn van een IF-300 Interface Box. Model AE-360 met ingebouwde RS-232 interface; verder de modellen AE-340, AE-345, AE-360, AE-365, AE-485 (na ombouwing; dit kan op verzoek door de
7 3. OLYMPIA 4. CANON
fabrikant gedaan worden). Alle i-modellen, voorzien van een IFO 1.1 Interface Box. AP-600, AP-700, AP-SOO, alle uitgebreid met een (ingebouwde) AP-IF03 Interface Unit.
Voor elk schrijfmachine type dient aparte programmatuur ontwikkeld te worden. Dit houdt in dat aansluiting op een ander type schrijfmachine in principe neerkomt op het verwisselen van een (E)PROM chip binnen in de typofoon. Het huidige prototype van de typofoon kan echter programmatuur voor twee schrijfmachines herbergen. Aan de achterkant is daarom een selectieschakelaar aangebracht (niet in figuur 2.1 weergegeven) waarmee een keuze tussen twee schrijfmachines gemaakt kan worden. Momenteel is programmatuur ontwikkeld voor de volgende drie schrijfmachines: 1. 01ympia ES-70i met IFO 1.1 Interface Box en Nederlands toetsenbord. 2. Canon AP-600i met AP-IF03 Interface unit en Nederlands toetsenbord. 3. Nakajima All AE-360 met ingebouwde RS-232 interface. Alvorens met de typofoon te kunnen werken dient de schrijfmachine op de typofoon ingesteld te worden. Bij de Olympia schrijfmachine wordt dit gedaan m.b.v. een keuzemenu; de verschillende in te stellen parameters voor aansluiting op de typofoon zijn gegeven in bijlage 6. Bij de Canon schrijfmachine gebeurt de instelling door middel van een aantal schakelaars ("dip switches") in de interface unit. De gewenste stand van de verschillende schakelaars voor aansluiting op de typofoon, is gegeven in bijlage 7. De Nakajima All schrijfmachine behoeft niet ingesteld te worden. De verbinding tussen schrijfmachine en typofoon komt tot stand door middel van een RS-232C kabel (aan te sluiten op typofoon ingang (5». Verder dient een zg. online-verbinding gemaakt te worden. Hierdoor gaat de schrijfmachine bij toetsaanslag een code naar de typofoon verzenden in plaats van deze af te drukken. De online verbinding komt bij de drie schrijfmachines als volgt tot stand: 1. Olympia ES-70i 2. Canon AP-600 3. Nakajima All AE-360
d.m.v. het indrukken van de 'online' toets op het toetsenbord. d.m.v. het tegelijkertijd indrukken van de toetsen 'CODE+SHIFT+O'. d.m.v. het indrukken van de 'online' toets op het toetsenbord.
8
2.3.2
Aansluiting cassetterecorder/diktafoon
Indien gewenst, kan een cassetterecorder of diktafoon aangesloten worden op de audio ingang van de typo foon (6) via een jack kabel. Men krijgt dan zowel het geluid van de cassetterecorder/diktafoon als het typofoon spraakgeluid te horen. Op deze manier kan men leren typen met behulp van hiervoor bedoelde audiocassettes. 2.3.3
Aansluiting koptelefoons
Indien gewenst kan men een koptelefoon gebruiken door deze in de koptelefooningang (5) te steken. De ingebouwde luidspreker van de typofoon wordt dan automatisch uitgeschakeld. Voor de instrukteur is een tweede koptelefoon aansluiting aangebracht (8). Hierdoor kan deze met de gebruiker 'meeluisteren'. 2.3.4
Volumeregeling
Met volumeregelaar (1) kan het volume van de typofoon geregeld worden. Met volumeregelaar (2) kan het volume van de externe cassetterecorder/diktafoon geregeld worden. 2.4
Typen met behulp van de typofoon
Met behulp van de aan/uit schakelaar (7) kan de typofoon aanen uitgezet worden. Het typen met de typofoon gaat nu als volgt: 1. Elke toetsaanslag op de schrijfmachine wordt gevolgd door een in het Nederlands gesproken terugmelding van de naam van de betreffende toets. Dit geldt voor alle toetsen welke een letter of leesteken representeren, alsmede de 'return' toets. 2. Bij elke volgende toetsaanslag wordt de eventueel nog lopende spraak afgebroken en wordt vervolgens de naam van de laatst aangeslagen toets direct uitgesproken. De type-snelheid wordt dus niet belemmerd door de spraakresponsie. 3. Hoofdletters worden met een duidelijk waarneembare hogere toonhoogte uitgesproken.
9
4. Bij gebruik van de spatietoets wordt tijdens het normaal typen geen spraakresponsie gegeven (als enige uitzondering). 5. Alle toetsaanslagen, welke door de schrijfmachine geaccepteerd worden, worden opgeslagen in een regel tekstgeheugen binnen de typofoon. De tekst wordt (nog) niet afgedrukt. 6. Bij het gebruik van de wagenterugloop ('carriage return') toets wordt het tekstgeheugen leeggemaakt en kunnen vorige aanslagen niet meer opnieuw hoorbaar gemaakt of gecorrigeerd worden. Tevens wordt 'haak' gesproken en wordt de regel tekst in zijn geheel afgedrukt.
7. Met de 'backspace' en 'spatie' toetsen kan door de regel tekst gewandeld worden. De positie waar men zich in de tekst bevindt, zal hier in het vervolg 'schrijfkop positie' genoemd worden, analoog aan de positie van de schrijfkop zoals die is wanneer men zonder typofoon zou typen. In werkelijkheid blijft de fysieke schrijfkop tijdens het typen met aangesloten typofoon gewoon staan. Bij gebruik van de 'terug' toets (backspace) en de spatie wordt de schrijfkop positie één plaats verlaagd resp. één plaats verhoogd, en wordt naast een melding van de ingedrukte toets tevens het nu aangewezen karakter in het tekstbuffer uitgesproken. 8. Er kunnen meerdere karakters op een positie getypt worden, met een maximum van drie karakters. 9. Bij het gebruik van de correctietoets op de schrijfmachine wordt niet alleen 'correctie' gesproken, maar tevens de naam van de gewiste letter. De manier waarop de correctietoets werkt is afhankelijk van de schrijfmachine.
10. Elke toetsaanslag breekt de eventueel nog lopende spraak, welke het gevolg is van het indrukken van een funktietoets, af. 2.5
Werken met de funktietoetsen
Met behulp van 9 funktietoetsen kunnen speciale typofoon commando's gegeven worden. Van de 9 toetsen op het toetsenbord zijn er 8 die een commando verzorgen. De negende toets heeft op dit moment nog geen funktie. De meeste commando's zijn gericht op het terugluisteren van (delen van) de huidige tekstregel, welke in het interne geheugen van de typofoon opgeslagen is.
10
Spraak
Snelheid
Terug
Herhalen
Verder
Nummer
Regel
Herstel
Figuur 2.2
Funktietoetsen van de typofoon
Figuur 2.2 geeft de verschillende funkties op het toetsenbord weer, met voorbeelden voor eventuele opdruk van tekst. Inplaats van tekst kan ook gedacht worden aan een symboolopdruk. De voornaamste funkties zijn die waarbij de inhoud van het tekstgeheugen, welk de huidige regel tekst bevat, uitgeluisterd kunnen worden. Het terugluisteren van het tekstgeheugen gaat per woord en wel in gespelde vorm. Een woord is gedefinieerd als een aantal karakters ingesloten door spaties of het beginof einde van de tekstregel. Ook leestekens en cijfers kunnen dus een 'woord' vormen. Elk laatste karakter van een woord wordt met een duidelijk waarneembare lagere toonhoogte uitgesproken, zodat ook bij hogere spraaksnelheden het einde van een woord tijdig waargenomen kan worden. De volgende funkties kunnen gebruikt worden: 1. Woord herhalen: geeft het woord weer dat vóór de schrijfkop staat. 2. Woord terug: geeft het woord weer dat voor het laatst getypte of uitgeluisterde woord staat. Door herhaald gebruik van deze toets kan men (een gedeelte van) de tekstregel woord voor woord, van achter naar voren uitlezen. 3. Woord verder: geeft het woord weer dat achter het laatst getypte of uitgeluisterde woord staat. Door herhaald gebruik van deze toets kan men (een gedeelte van) de tekstregel woord voor woord, van voor naar achter uitlezen. 4. Regel herhalen: geeft de gehele tekstregel, woord voor woord, weer. 5. Spraak aan/uit: schakelt de spraakresponsie ten gevolge van toetsaanslagen op de schrijfmachine uit. De spraak ten gevolge van het indrukken van een funktietoets, alsmede
11
de toegevoegde spraak behorende bij de schrijfmachinetoetsen 'spatie', 'backspace' en 'correctie' blijft gehandhaafd. 6. Snelheid: Regelt de spraaksnelheid. Er zijn vier spraaksnelheden, variërend van langzaam naar snel. Elke keer dat deze funktietoets ingedrukt wordt, wordt de snelheid een stap verhoogd. Indien de hoogste snelheid reeds bereikt is, wordt (weer) overgegaan op de laagste snelheid. 7. Nummer: spreekt de schrijfkop positie uit. 8. Herstel: plaatst de schrijfkop positie aan het einde van de regel tekst. Indien men door de tekst gewandeld heeft met de schrijfmachinetoetsen 'spatie' en 'backspace' (bijvoorbeeld om correcties aan te brengen), kan men na indruk van deze toets weer verder gaan waar men aan het einde van de regel gebleven was. Bij het indrukken van een funktietoets wordt eerst de naam van de ingedrukte toets uitgesproken (bijvoorbeeld "woord terug"). Vervolgens wordt de funktie uitgevoerd. Indien dit laatste niet mogelijk is (bijv "woord terug" terwijl men aan het begin van de regel is) geeft de typofoon eenvoudig geen responsie. Funktietoetsen kunnen elkaar onderbreken. Het indrukken van een funktietoets betekent dat een eventueel lopende funktie van een eerder ingedrukte funktietoets wordt afgebroken. Ook de spraakresponsie ten gevolge van een toetsaanslag op de schrijfmachine wordt door het indrukken van een funktietoets afgebroken.
12
3. 3.1
Het typofoon ontwerp TYPQfoQn Qntwerpeisen
Het tYPQfQQn ontwerp dient aan een viertal glQbale eisen te voldQen. Getracht is een apparaat te ontwikkelen dat: 1. GQedkQQP is. De typofQQn mag zeker niet veel duurder zijn dan een schrijfmachine. Het Qntwerp mQet gericht zijn QP ZQ laag mQgelijke prQduktiekQsten. 2. CQmfQrtabel is in het gebruik. HierQnder vallen: - uiterlijke kenmerken, zQals gewicht, draagbaarheid, bedieningsgemak en ligging van de funktietQetsen en Qverige knQppen, extra aansluitmogelijkheden VQQr bijvQQrbeeld kQptelefQQn en cassetterecQrder. - de manier waarQp het apparaat reageert QP menselijke handelingen. HierQnder valt het sQftware Qntwerp, de verstaanbaarheid van de spraak, en de manier waarQp schrijfmachine toetsaanslagen wQrden verwerkt. Telkens dient een afweging gemaakt te wQrden Qf extra gebruikscQmfQrt echt nQdig is VQQr het funktiQneren van de tYPQfQQn (hierbij staat de leerfunktie van de tYPQfQon vQQrQp) dan wel een luxe. In het laatste geval geeft de prijs de dQQrslag. 3. Flexibel is. Hiermee wQrdt met name bedQeld dat getracht mQet worden de typofQQn QP zQveel mQgelijk schrijfmachines aansluitbaar te maken. 4. EenvQudig te mQdificeren is. Met name het sQftware Qntwerp mQet zQdanig zijn, dat eventuele latere mQdificaties eenvQudig aan te brengen zijn. Een vQQrbeeld is het vervangen van spraakdata (bijv. uitspraak in een andere taal) zQnder dat de sQftware veel aangepast mQet wQrden. 3.2
Ontwerp mQdificaties
Het Qntwerp van het (verQuderde) prQtQtype van de tYPQfQQn, gerealiseerd in 1985 heeft, aan de hand van bQvengenQemde eisen, een aantal veranderingen Qndergaan. Hierbij is tevens rekening gehQuden met de evaluatiegegevens van de testQpstelling van J. KrQon (lit.1). De veranderingen ten QPzichte van dit Qude Qntwerp zullen in de vQlgende paragrafen nader tQegelicht wQrden.
13
3.2.1
Het afdrukken van tekst
Bij de oude typofoon was het zo, dat elke toetsaanslag op de schrijfmachine ook onmiddellijk werd afgedrukt. Bij het huidige ontwerp is het zo, dat de gebruiker eerst een regel tekst typt, hier eventueel nog correcties in aanbrengt, en vervolgens de gehele tekst laat afdrukken door middel van het indrukken van de 'carriage return' toets. Het voordeel van deze aanpak is, dat bij een toetsaanslag het typofoon spraakgeluid niet gestoord wordt door het mechanische aanslaggeluid van de schijfmachine, hetgeen resulteert in een betere verstaanbaarheid van de spraak. Bovendien wordt op deze manier correctielint gespaard, omdat correcties gemaakt worden alvorens de tekst wordt afgedrukt. 3.2.2
Het display
Het display is uit de typofoon verwijderd. Reden hiervoor is, dat het een relatief dure component is die niet van primair belang is. (Het display was een aanvullend hulpmiddel voor slechtzienden en voor de instrukteur.) Bovendien hebben sommige schrijfmachines zelf een klein ingebouwd display. 3.2.3
De funktietoetsen
Hiervoor zlJn losse funktietoetsen gekozen. Deze zijn goedkoop en direkt op de print te monteren. Het door Rob van Neerven voorgestelde membraankeyboard wordt niet gebruikt, omdat het weinig taktiele terugkoppeling geeft. Bij het ontwerp van de funktietoetsen is de opzet van J. Kroon (lit.1) aangehouden. Dit houdt in: grote, goed te bedienen funktietoetsen met taktiele terugkoppeling ("klikken"), eventueel uitgevoerd met een duidelijk opschrift voor slechtzienden. De toetsen liggen in een 3x3 matrix. In een dergelijke configuratie zijn de verschillende funktietoetsen voor een visueel gehandicapte goed te lokaliseren (meer dan drie toetsen naast elkaar levert problemen op (lit.1)). De ligging van de diverse funkties binnen de matrix is zo gekozen, dat gelijksoortige funkties op een logische manier gegroepeerd zijn, en dat de meest gebruikte funkties op de makkelijkst bereikbare plaatsen liggen. De layout van de funktietoetsen is te zien in figuur 2.2 (zie hoofdstuk 2). De funktie 'alfabet selektie', welke de terugkoppeling van
14 tekst in gespelde vorm ("aa","bee") vervangt door terugkoppeling volgens een fonetisch alfabet ("a","be"), is verwijderd. Reden is dat het lang niet zeker is dat deze funktie de gebruiker meer informatie verschaft dan gespelde tekst. Dit laatste is nooit onderzocht. Daar de implementatie van deze funktie het ontwerp duurder maakt (er is een groter EPROM nodig om ook dit fonetisch alfabet op te bergen), is deze funktie uit de typo foon verwijderd. 3.2.4
De voeding
Rob van Neerven stelde voor de typofoon, naast een netvoeding, uit te rusten met een set oplaadbare batterijen, om in te spelen op de draagbare, op batterijen werkende schrijfmachines die toen (1986) op de markt verschenen. Daar er op dit moment geen geschikte, draagbare, op batterijen werkende schrijfmachines op de markt zijn (zie hoofdstuk 3.3), is de typofoon enkel met netvoeding uitgevoerd. 3.2.5
De elektronica
De elektronica was verouderd en is daarom vervangen door een nieuw circuit. De voordelen die hieruit voortvloeien zijn: - Het ontwerp is eenvoudiger van opzet. Er zijn minder componenten nodig. - Het ontwerp is compacter: alles kan op twee printen gemonteerd worden. Dit verlaagt de produktiekosten. - De gebruikte componenten zijn modern en gemakkelijk verkrijgbaar. Dit is met name belangrijk bij serieproduktie. - Het ontwerp is veel goedkoper dan voorheen. Het prijsaspect is bij het ontwerp steeds in de gaten gehouden. - De spraakkwaliteit is verbeterd door gebruik van een nieuwe spraakchip. De schakeling verbruikt veel minder energie. Bij het hardware ontwerp is voor een groot deel het ontwerp van Rob van Neerven aangehouden (lit. 2). Veranderingen die zijn aangebracht zijn: - Vereenvoudiging van de audio versterker schakeling. - Vervanging van het 8k RAM IC door een recent type.
15 - Vereenvoudiging van het reset circuit. - Vereenvoudiging van de voedingsschakeling. - Uitbreiding van de schakeling met een cassetterecorder/diktafoon ingang, en een extra bijbehorende volumeknop. - Verwijdering van de batterij controle schakeling. - Vereenvoudiging van de RS-232 schakeling (het gebruik van minder communicatielijnen). - Modificatie van de keyboard-scan schakeling. 3.2.6
De software
De software is vanwege het gebruik van een andere microprocessor, geheel opnieuw geschreven. Bij het schrijven van de software is rekening gehouden met de resultaten en conclusies van het schrijfmachine onderzoek. Dit houdt onder meer in dat de software schrijfmachine-afhankelijk is, d.w.z. er is voor elke schrijfmachine aangepaste programmatuur. 3.3 3.3.1
Het schrijfmachine onderzoek Probleemstelling
Het prototype van de typofoon volgens J.Kroon (1985) was aangepast voor een Olympia KSR100 schrijfmachine. Dit is toen gedaan omdat dit de enige schrijfmachine was waarop de typofoon aangesloten kon worden. Bovendien was er enige interesse van de kant van Olympia voor de typofoon. Inmiddels is er in de schrijfmachinewereld het een en ander veranderd. Er zijn momenteel meerdere machines waarop de typofoon aangesloten kan worden. Reden om de typofoon aansluitbaar te maken op zo veel mogelijk schrijfmachines. Helaas zijn deze machines niet identiek; er zijn nogal wat verschillen in mogelijkheden, maar ook verschillen in de manier waarop een schrijfmachine met een ander apparaat communiceert. De aansluiting van de typofoon op een willekeurige elektronische schrijfmachine is daarom niet zonder meer mogelijk. In essentie zijn er bij dit probleem twee vragen die beantwoord dienen te worden: 1. Welke schrijfmachines zijn aan te sluiten op de typofoon?
16
2. Wat is de meest flexibele koppeling tussen de typofoon en deze schrijfmachines? Een schrijfmachine die in principe geschikt is om aangesloten te worden op de typofoon dient aan de volgende criteria te voldoen: 1. De schrijfmachine moet tegelijkertijd codes kunnen verzenden en ontvangen (terminaljprinterfunktie). 2. Bij toetsaanslagen dient de bij de aangeslagen toets behorende code onmiddellijk te worden verzonden teneinde een directe spraakresponsie te kunnen bewerkstellingen. De verzending dient dus direct, en niet via een buffer of iets dergelijks te gebeuren. 3. De code, behorende bij de correctietoets dient verzonden te worden. 4. De schrijfmachine moet voorzien zijn van een RS-232C serieel interface. Er is voor een RS-232C interface gekozen omdat dit een algemeen gebruikte standaard is, waarmee een eenvoudige en goedkope verbinding gerealiseerd kan worden. Bovendien heeft de in de typofoon gebruikte microprocessor ingebouwde faciliteiten voor het serieel verzenden en ontvangen van data. Zijn de geschikte schrijfmachines eenmaal bekend, dan kan naar de meest flexibele koppeling gezocht worden. Bij het ontwerp van deze koppeling zijn de volgende restricties in acht genomen, in afnemende volgorde van belangrijkheid: 1. Het gebruikscomfort mag niet of nauwelijks aangetast worden. De typofoon dient aangesloten te kunnen worden op een schrijfmachine zonder dat de gebruiker daarvoor allerlei schakelaars op de typofoon moet verzetten. 2. De produktiekosten van de typofoon moeten zo laag mogelijk blijven. 3. De typofoon moet op zoveel mogelijk schrijfmachines aangesloten kunnen worden. 4. Er dienen zoveel mogelijk schrijfmachine faciliteiten behouden te blijven. Dit geldt met name voor de correctietoets. 5. De typofoon moet op zoveel mogelijk schrijfmachine toetsakties (binnenkomde codes) reageren. Om te weten te komen welke schrijfmachines geschikt zlJn voor
aansluiting op de typofoon, en hoe de meest flexibele koppeling
17
eruit moet komen te zien, is informatie over schrijfmachines ingewonnen bij vijftien verschillende importeurs in Nederland. Naar al deze importeurs is een brief, vergezeld van een vragenlijst verstuurd. Deze brief plus vragenlijst is gegeven in bijlage 2. Bijlage 1 geeft een lijst van adressen van de aangeschreven importeurs. Bijlage 3 geeft een overzicht van de geschiktheid van de verschillende onderzochte schrijfmachines; in bijlage 4 is de ingewonnen informatie van de gevonden geschikte schrijfmachines in detail uitgewerkt. 3.3.2
Resultaten van het schrijfmachine onderzoek
Van de 15 aangeschreven importeurs van schrijfmachines hebben er 13 gereageerd. De twee overige importeurs hebben, na herhaald aanschrijven, helaas niet gereageerd. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn: 1. Tegen de verwachting in zijn slechts 4 van de 13 fabrikanten in staat een of meerdere machines te leveren die in principe geschikt zijn voor aansluiting op de typofoon. Redenen waarom de overige merken niet voldoen zijn: - De fabrikant levert geen schrijfmachines meer. (FACIT/ERICSSON, JUKI) - Er is geen interface op de schrijfmachine aanwezig. (Philips) - Er is geen RS-232C interface op de schrijfmachine aanwezig. (Herrnes, IBM) - De schrijfmachine kan wel als printer, maar niet als terminal fungeren. Dit houdt in dat de schrijfmachine wel codes (karakters) kan ontvangen, maar niet kan verzenden. Men noemt dit ook wel Receive Only. (Erika, TEC, Triumph-Adler) - Ingetoetste karakters worden niet direct verzonden. (Olivetti) De vier merken die geschikte machines kunnen leveren zijn Brother, Olympia, Nakajima All en Canon. Deze schrijfmachines dienen allen uitgebreid te worden met een RS-232C interface. Bij sommigemachines wordt deze interface in de schrijfmachine ingebouwd. Bij anderen is de interface als een losse eenheid uitgevoerd die tussen de schrijfmachine en een ander apparaat (in dit geval de typofoon) geschakeld wordt. 2. De geschikte schrijfmachines kennen kwa werking een aantal fundamentele verschillen: a) De machines zijn met verschillende toetsenborden uitgerust, waardoor de betekenis van een aantal codes niet eenduidig
18
is, maar toetsenbord afhankelijk volgens een bepaalde (landen) standaard. b) Er zijn kleine verschillen in werking: - verschillende implementatie van de 'carriage return' code (wel of geen linefeed) door de schrijfmachine. - Verschillende mogelijkheden wat betreft speciale (funktie-)toetsen op de schrijfmachine. Er zijn zowel verschillen in werking van de funktietoetsen, alsmede verschillen in codes die (al dan niet) verstuurd worden. 3. De geschikte schrijfmachines voldoen aan de RS-232C standaard: Alle machines zlJn aan te sluiten door middel van een 25 polige RS-232C CANNON connector. - De belangrijkste RS-232 communicatiesignalen (RxD, TxD, DTR, GND) worden door alle schrijfmachines geimplementeerd en hebben dezelfde pin aansluiting (volgens de RS-232C standaard). Ook de signaal niveaus op de communicatielijnen voldoen aan de RS-232C standaard. Verder geldt voor drie van de vier merken (CANON, OLIVETTI en BROTHER) dat ze een flexibele koppeling kunnen realiseren: - De meest gangbare baudrates kunnen naar keuze ingesteld worden. - De meest gangbare protocollen (DTR/DSR, Xon/Xoff, ETX/ACK) kunnen naar keuze ingesteld worden. - Instelbaar is ook: het aantal databits (7 of 8) en de pariteit (even, oneven, of geen). Voor alle vier merken geldt tenslotte: 4. Er zijn geen geschikte draagbare, batterijgevoede schrijfmachines gevonden. Alle gevonden geschikte modellen zijn bedoeld voor gebruik op een vaste locatie. 5. Vrijwel alle fabrikanten bleken in principe bereid een schrijfmachine voor evaluatiedoeleinden gedurende de looptijd van het project ter beschikkeing te stellen. 3.3.3
Conclusies
Het is niet mogelijk gebleken een typo foon te realiseren, die zonder meer op elke, voor aansluiting geschikte, schrijfmachine aan te sluiten is. De fundamentele verschillen in schrijfmachines zoals beschreven in punt 2. zijn hiervan de
19
oorzaak. Het opvangen van deze verschillen zou de prijs van de typofoon opdrijven (extra instelknoppen, gebruik van meer geheugen voor meerdere toetsenborden, etc.) en zou het gebruikscomfort niet ten goede komen. Om nu toch een zo flexibel mogelijk ontwerp te verkrijgen is de typofoon als volgt gerealiseerd: - Gebruik van een vaste hardwareconfiguratie. Dit betekent dat hetzelfde kastje op alle machines aansluitbaar is. - Gebruik van een vast, zo eenvoudig mogelijk dataprotocol (8 bit zonder pariteit, 1 stopbit, 1200 baud, Xon/Xoff handshake). De communicatie tussen typo foon en schrijfmachine op het laagste niveau is zo voor alle schrijfmachines gelijk. Door het gebruik van een vast protocol hoeft de typofoon niet uitgerust te worden met instelknoppen en/of prograrnrneerfunkties (bijvoorbeeld om de baudrate te selecteren), hetgeen de gebruikersvriendelijkheid en de prijs ten goede komt. Een vast protocol houdt wel in dat de meeste schrijfmachines op de typo foon ingesteld moeten worden. Dit hoeft echter maar één enkele keer te gebeuren. - Gebruik van een variabele software configuratie. Alle nog niet opgevangen verschillen in schrijfmachines worden door de software opgevangen. Dit betekent dat de software schrijfmachine afhankelijk is. Er is voor elke schrijfmachine aparte programmatuur. Omschakeling van machine a naar machine b komt dan neer op het verwisselen van een EPROM chip binnen in de typofoon. Er is software ontworpen voor de volgende schrijfmachines: 1. Olyrnpia ES-?Oi met IFO 1.1 Interface Box. 2. CANON AP-600 met AP-IF03 Interface Unit. 3. Nakajima All AE-360 met RS-232C interface. Van al deze schrijfmachines is de versie met nederlands toetsenbord genomen. Er is geen software voor een BROTHER machine ontwikkeld. De reden hiervoor is, dat de door BROTHER ter beschikking gestelde schrijfmachine terug is gevorderd nog vóórdat de software hiervoor ontwikkeld kon worden. Bovendien was deze schrijfmachine het laatste BROTHER model dat nog op de typofoon aangesloten kon worden. Verder wordt, vanwege het ontbreken van geschikte draagbare, op batterijen werkende schrijfmachines, de typofoon met enkel netvoeding uitgevoerd.
20
4.
Evaluatie
Het gerealiseerde prototype van de typo foon is gedurende een periode van zes werkbare werkdagen getest. Dit is gedaan tijdens de lessen in machineschrijven voor visueel gehandicapte kinderen op het instituut Bartimeus te zeist. De typofoon is hierbij getest in combinatie met de Olympia ES-70i schrijfmachine met IF01.l Interface Box en nederlands toetsenbord, en in combinatie met de Canon AP-GOO met AP-IF03 Interface Unit en Nederlands toetsenbord. Aan de hand van een vragenlijst (bijlage 5) en een gesprek aan het einde van de evaluatieperiode is de typo foon geëvalueerd. Zowel de leerkracht als de leerlingen waren enthousiast over het apparaat ("juf, mag ik eerst?"). De kinderen konden erg snel met het apparaat omgaan, en hadden de werking van de bedieningsknoppen en funktietoetsen snel door (sommigen binnen een uur!). Bij één leerling werden opzienbarende resultaten geboekt toen deze met behulp van de typo foon kon werken. ("Met de typofoon had ze eindexamen kunnen doen; zonder de typofoon is daar geen kijk op."). Volgens de leerkracht kan de typofoon zeer nuttig zijn in de basisopleiding en later in een werksituatie voor visueel gehandicapten. Ten aanzien van het ontwerp werden de volgende resultaten geboekt: - De aansluiting op de elektronische schrijfmachine (door de leerkracht) leverde geen problemen op. - De typo foon kan zowel links als rechts van de schrijfmachine gebruikt worden. Voor sommige situaties (bij het aflezen van braille of van een concept) is een voorkeur voor plaatsing rechts van de schrijfmachine. De plaatsing van knoppen en funktietoetsen op de typo foon is voor zowel plaatsing links als plaatsing rechts van de schrijfmachine geschikt. - De typofoon is binnen de les gebruikt in combinatie met een cassetterecorder, hetgeen zonder problemen gebeurd is. - De tweede koptelefoon aansluitmogelijkheid (bedoeld voor de instrukteur) wordt niet frequent gebruikt, maar wel belangrijk geacht. Een aparte volumeregeling voor deze koptelefoon is echter niet nodig. - De volumeregeling werkt prima en de volumeknoppen zitten op een goed bereikbare plaats. - De gebruikte funktietoetsen zijn goed bereikbaar en hebben een goede taktiele terugkoppeling bij het indrukken. De verschillende funkties liggen op een logische plaats binnen de 3x3 matrix. De leerlingen hebben de verschillende funkties snel door. Het ontwerp kan op de volgende punten nog verbeterd worden: - De spraakkwaliteit was niet altijd even goed. De letters b,d
21
-
-
-
-
-
en p leken op elkaar, doch gaven geen problemen omdat ze ver van elkaar op het toetsenbord liggen. De m en n zijn problematischer, omdat ze naast elkaar op het toetsenbord liggen. De t is 'g-achtig' en de z wordt ervaren als 'zeft'. De spatie geeft bij normaal typen geen responsie. Dit is gedaan, omdat bij een evaluatie van de typofoon uit 1985 (lit.1) bleek, dat het als erg storend ervaren werd als bij iedere aanslag van de spatie de melding 'rust' werd gegeven. Het totaal weglaten van de spatie bleek ook niet geheel bevredigend te zijn. De leerlingen hadden totaal geen terugmelding en wisten niet of de spatie wel of niet ingedrukt werd. Indien men zonder de typofoon met de schrijfmachine werkt, wordt het indrukken van de spatie vergezeld door het mechanische geluid van de schrijfkop die één plaats opschuift. Bij gebruik in combinatie met de typofoon valt dit geluid echter weg. Een oplossing kan zijn de spatie niet door 'rust' te representeren, doch door een zachte klik of een imitatie van het mechanische geluid dat bij normaal typen zonder typofoon bij het indrukken van de spatie geproduceerd wordt. Een andere oplossing is het uitbreiden van de typofoon met een extra funktie 'rust aan/uit', waarmee de gebruiker kan kiezen tussen wel of geen responsie (de uitspraak 'rust') bij het indrukken van de spatie. Bij normaal typen verschuift de schrijfkop bij iedere toetsaanslag één plaats naar rechts. Tegen het einde van de regel veroorzaakt dit (mechanisch) een belsignaal. Bij gebruik van de schrijfmachine in combinatie met de typofoon staat de schrijfkop stil en werkt de belfunktie niet. Dit wordt als storend en ongemakkelijk ervaren. Er is behoefte aan een belfunktie wanneer de schrijfmachine op de typofoon aangesloten wordt. Deze belfunktie kan binnen de typofoon software-matig geïmplementeerd worden. Bij lage spraaksnelheden wordt de spraak als brommend ervaren. Gebruik van vrouwelijke spraak of pitch aanpassing bij lagere spraaksnelheden kan hiervoor een oplossing bieden. De relokatie-funktie brengt de (virtuele) schrijfkop aan het einde van de regel. Het werkt handiger en beter, wanneer de schrijfkop naar het 'einde van de tekst' gebracht wordt, en eventuele spaties daarachter negeert. Dit heeft te maken met het feit, dat men vaak na het typen van een woord (met daarachter wel of geen spatie) door de tekst gaat 'wandelen', vervolgens de relokatie-funktie gebruikt en zich dan afvraagt of men nu wel of niet een spatie achter het woord getypt had. Er is behoefte aan een funktie waarbij de gehele tekstregel gewist kan worden. Deze funktie moet niet al te gemakkelijk door de gebruiker uit te voeren zijn, bijvoorbeeld het indrukken van een combinatie van funktietoetsen, om 'per ongeluk' gebruiken van deze funktie te vermijden. De huidige opdruk van funktietoetsen (0 .. 8) kan beter vervangen worden door (1 .. 9), analoog aan de opdruk van druktoetstelefoons. De centrale toets (nummer 5) kan het best van een bobbeltje voorzien worden.
22 Er is behoefte aan sommige funkties die de schrijfmachine niet meer biedt wanneer deze in combinatie met de typofoon gebruikt wordt. De belangrijkste hiervan zijn: onderlijnen aan/uit, linker en rechter kantlijn instellen en de tabulator-funktie. Deze zouden op de typofoon als extra funktietoetsen uitgevoerd kunnen worden. Momenteel zijn er negen funktietoetsen waarvan er één nog geen funktie heeft. Dit aantal kan volgens de leerkracht zonder problemen uitgebreid worden tot twaalf (analoog aan het aantal op een druktoetstelefoon). Eventueel kan deze extra rij funktietoetsen wat gescheiden worden van de andere negen toetsen. Een andere mogelijkheid is de typofoon uit te rusten met twee sets funktietoetseni één voor beginners (het huidige 3x3 toetsenbord) en één voor gevorderden (bijvoorbeeld een 3x2 toetsenbord) met daarop een aantal extra funkties. De gebruiker dient dan wel te weten dat deze nieuwe funkties bij het loskoppelen van de typofoon wegvallen of op een andere manier op de schrijfmachine gebruikt moeten worden.
23 5.
Conclusies en aanbevelingen
Uitgaande van het functionele ontwerp van J.N. Kroon (lit.1) uit 1985, en het hardware ontwerp van R. van Neerven (lit.2) uit 1987, is een werkend prototype van de typofoon gerealiseerd dat in de huidige versie op drie verschillende schrijfmachines aangesloten kan worden. Bij het nieuwe ontwerp is rekening gehouden met de ontwikkelingen die zich op de schrijfmachine markt hebben voorgedaan. Er is bij vijftien importeurs van verschillende merken schrijfmachines in Nederland informatie ingewonnen omtrent de huidige op de markt zijnde schrijfmachine modellen. Vier merken schrijfmachines bleken één of meer geschikte modellen te kunnen leveren welke in principe op de typofoon aan te sluiten zijn. Helaas is het niet mogelijk gebleken een typofoon te ontwikkelen die zonder meer op al deze schrijfmachines aan te sluiten is. Het onderzoek op de schrijfmachinemarkt (hoofdstuk 3) heeft uitgewezen dat de onderlinge verschillen tussen de schrijfmachines hiervoor te groot zijn. Deze verschillen zijn zo flexibel mogelijk opgevangen door de typofoon uit te rusten met een vaste hardware en een variabele software configuratie. Praktisch gezien betekent dit dat voor elke schrijfmachine die men op de typofoon aan wil sluiten een apart EPROM met voor deze schrijfmachine aangepaste programmatuur nodig is. Momenteel is aangepaste programmatuur ontwikkeld voor drie verschillende modellen schrijfmachines. Deze programmatuur kan eenvoudig aangepast worden aan andere, eventueel toekomstige modellen. De hardware van de typofoon is gemoderniseerd. Het ontwerp is zo eenvoudig en goedkoop mogelijk gehouden, teneinde de produktieprijs zo laag mogelijk te houden. De gekozen componenten zijn universele, veel toegepaste, goedkope typen. Het elektronisch gedeelte is op een tweetal prints gerealiseerd. Het prototype is gedurende zes werkdagen getest tijdens de lessen in machineschrijven voor visueel gehandicapte kinderen, op het instituut Bartimeus, te Zeist. Zowel de leerkracht als de leerlingen waren enthousiast en in het algemeen erg tevreden over de mogelijkheden die de typofoon biedt. De leerkracht meent dat de typofoon een goede aanvulling kan zijn in het onderwijs in machineschrijven voor visueel gehandicapten, en ook later in een werksituatie goede diensten kan bewijzen. Er waren wel een aantal punten die verbetering behoefden. De spraakkwaliteit dient hier en daar nog wat verbeterd te worden. Sommige letters waren moeilijk uit elkaar te houden. Met name bij de letters m en n leverde dit problemen op, omdat deze letters ook nog op het toetsenbord dicht bij elkaar liggen.
24
Momenteel is de typofoon uitgerust met difonenspraak. Wellicht kan implementatie van reëel opgenomen spraak van een geschikte spreker de kwaliteit nog wat verbeteren. Verder dient de spatie toets een 'lichte' geluidsresponsie te krijgen (bijvoorbeeld in de vorm van een lichte 'klik') en dient de relokatie-funktie iets aangepast te worden. Deze laatste twee verbeteringen kunnen op eenvoudige wijze software-matig doorgevoerd worden. Verder was er behoefte aan een paar uitbreidingen in het ontwerp. Met name de bel-funktie dient binnen de typofoon gerealiseerd te worden. Ook was er behoefte aan: 'regel wissen', kantlijn instelfunkties, onderlijnen aan/uit, en de tabulator-funktie. Al deze uitbreidngen kunnen op niet al te moeilijke wijze gerealiseerd worden. Er kan gedacht worden aan een tweede toetsenbord op de typofoon ('voor gevorderden'), met behulp waarvan dergelijke funkties uitgevoerd kunnen worden. Het aantal schrijfmachines dat geschikt is voor aansluiting op de typofoon is, in vergelijking met drie jaar geleden, afgenomen. De tendens uit die tijd om schrijfmachines als gecombineerde terminal/printer te gebruiken voor aansluiting op een computer of tekstverwerkingssysteem is tegenwoordig min of meer achterhaald door de opkomst van de personal computer. Het gevolg is dat het aantal schrijfmachines dat én als terminal én als printer gebruikt kan worden afnemende is. Dit betekent dat het aantal schrijfmachines dat in principe geschikt is voor aansluiting op de typofoon eveneens afnemende is. De vraag rijst of er in de toekomst nog wel geschikte schrijfmachines geproduceerd zullen worden. In dat geval zal de computer de plaats van de schrijfmachine in kunnen nemen, iets wat in de 'zienden' wereld reeds voor een groot deel gebeurd is. De typofoon zou dan, alle voordelen van de schrijfmachine voor visueel gehandicapten ten spijt, geschikt gemaakt moeten worden voor aansluiting op een computer. Vragen die hierbij beantwoord dienen te worden zijn: - Voor welke computer(s) kan de typofoon aangepast worden? Met name de aanpassing voor IBM PC's en compatibles is commercieel gezien interessant, omdat deze computers het meest verkocht worden. - Hoe kan het typofoon idee dan het beste geïmplementeerd worden? In plaats van een los kastje, zoals nu, kan ook gedacht worden aan bijvoorbeeld een insteekkaart, welke binnen in de computer ingebracht wordt. Dit maakt de opstelling eenvoudiger en goedkoper dan een uitvoering in de vorm van een los kastje. Verder bevatten sommige computers zelf al de mogelijkeid tot spraakuitgifte. In dat geval kan de hardware gereduceerd of zelfs geheel weggelaten worden. Van al deze mogelijkheden zullen de voor- en nadelen onderzocht en afgewogen moeten worden. Het huidige typofoon ontwerp, en de reeds opgedane kennis en ervaring kunnen daarbij een steunpunt zijn.
25 - Hoe kan de configuratie er het beste uit komen te zien voor gebruik door een visueel gehandicapte? Hierbij speelt ergonomie een rol. Dat de typofoon, in welke vorm dan ook, in een behoefte voorziet, staat buiten kijf. Of, zoals de leerkracht machineschrijven op het instituut Bartimeus opmerkte: "De Typofoon: moet gewoon!"
Literatuur 1. Kroon, J. N. THE TYPOPHONE : A TALKING TYPEWRITER OPPORTUNITIES AND LIMITATIONS OF SPEECH TECHNOLOGY FOR THE HANDICAPPED Technische Universiteit Eindhoven, 1986. Proefschrift. 2. Neerven, R.F.L. van DE TYPOFOON : HERZIEN ONTWERP VAN EEN SPREKENDE SCHRIJFMACHINE Technische Universiteit Eindhoven, fac. Elektrotechniek, 1987. Afstudeerverslag. 3. Swinkels, J.M.C. ONDERZOEK TER VERBETERING VAN DE TYPOFOON, TENEINDE DEZE GESCHIKT TE MAKEN VOOR PRODUKTIE. Instituut voor perceptie Onderzoek, Eindhoven, 1986. Stageverslag, IPO rapportnr. 549. 4. Waterham, R.P. en Verhoeven, M.C.W. TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE POCKETS TEM Instituut voor Perceptie Onderzoek, Eindhoven, 1987. IPO rapportnr. 606. 5. RS-232 INTERFACE Elektuur, nov. 1985, p.58-61. 6.
Kemper, J.P. en Stevens, M.P.J. MICROCOMPUTERSYSTEEMARCHITECTUUR, deel 3 Stubeg Hoogezand, 1987.
7. Voqten, L.L.M. ANALYSE, ZUINIGE CODERING EN RESYNTHESE VAN SPRAAKGELUID. Technische Hogeschool Eindhoven, 1983. Proefschrift. 8. Huqhes, P.M. FORMANT BASED SPEECH SYNTHESIS. Britisch Telecom & Technology Journal, vol. 6 (1988), nr.2 , p.84-90. 9.
Intel MICROCONTROLLER HANDBOOK Intel databook, 1988.
10.Philips HIGH-SPEED CMOS PC74HC/HCT/HCU LOGIC FAMILY Philips databook, 1986. 11.Philips MEMORIES MOS, TTL, ECL
Philips databook, 1989. 12.Maxim INTEGRATED CIRCUIT DATA HANDBOOK 1989. Maxim databook, 1989. 13.Philips RADIO, AUDIO AND ASSOCIATED SYSTEMS. Philips databook, 1989. 14. Verschueren, A.C. MCS-Sl crossassembler Public domain software, 1987.
B1.1 Bijlage 1
Merk
Lijst van importeurs/leveranciers van schrijfmachines in Nederland. Telefoon
Importeur
(* = techno dienst) BROTHER
Brother International Ned. b.v. Postbus 600 1180 AP Amstelveen Zanderij 25-27 1185 ZM Amstelveen
020-5451251 020-5451200 *
CANON
Canon Business Machines Nederland b.v. 02503-70123 Neptunusstraat 1 02503-70200 2132 JA Hoofddorp (t.a.v. dhr. Hans Smittenaar)
FACIT/ERICSSON Holland systema b.v. Postbus 178 1380 AD Weesp Bloemendalerweg 30-42 1382 KC Weesp
02940-75911
ERIKA
Argo Handelsonderneming Postbus 9035 1006 AA Amsterdam
020-177155
HEffi1ES
Hermes Precisa b.v. Houttuinlaan 16 3447 GM Woerden
03480-22404
IBM
IBM Nederland Distribution Marketing Paalbergweg 9-11 1105 AG Amsterdam (t.a.v. dhr. D. Wesselsz)
020-5653100 020-5654242 *
JUKI
MVB b.v. Vinkenveld 2 (Kruisstraat) 5249 JP Rosmalen
04192-19133
NAKAJIMA ALL
Remidex Nederland b.v. Postbus 1346 1500 AH Zaandam Kleine Tocht 7-8 1507 CB Zaandam
075-515615
OLIVETTI
Olivetti Nederland b.v. Postbus 11172 Verbeekstraat 19 2301 ED Leiden
071-319931 071-310221
81.2
OLYMPIA
Olympia Postbus De Werf 2501 CA
PHILIPS
Philips Nederland b.v. 040-783972 Marktgroep Personal Desk Equipment Postbus 90050 Eindhoven Boschdijk 525 Eindhoven
PANASONIC
Haagtechno Postbus 236 5201 AE den Bosch (t.a.v. dhr. R. Wille)
073-202282
SMITH-CORONA
Eurofab b.v. Zaagmolenlaan 4 3447 GS Woerden
03480-13187
TEC
KN Sloterweg 303 1171 VC Badhoevedorp
02968-84141
TRIUMPH-ADLER
Triumph-Adler Nederland b.v. Postbus 601 Dijnselburgerlaan 1 3700 AP Zeist
03404-66911
Kantoormachines Import b.v. 070-299020 37 15 Den Haag
B2.l Bij lage 2
Brief met vragenlijst
Technische Universiteit
t UJ ~
Eindhoven
Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Telefoon (040) 479111 Telex 51163
Diverse importeurs/handelsondernemingen betreffende elektronische schrijfmachines.
Uw kenmerk Onderwerp
Ons kenmerk
Datum
Doorkiesnummer
eme/wl/mh/89.l24
25-09-1989
040-473563 bgg.473288
Geachte heer/mevrouw, Binnen de Vakgroep Medische Elektrotechniek van de Faculteit Elektrotechniek van de Technische Universiteit Eindhoven wordt momenteel de 'typofoon' ontwikkeld. De typofoon is een spraakresponsie-eenheid, die in combinatie met een elektronische schrijfmachine een sprekende schrijfmachine vormt. Eenvoudiger gezegd: de typofoon is een apparaatje, dat aangesloten wordt op een elektronische schrijfmachine en de op de schrijfmachine ingetoetste karakters uitspreekt. Hiermee is het mogelijk voor een visueel gehandicapte om zelfstandiger te (leren) typen. Ook door niet-visueel gehandicapten, die blind willen leren typen, kan het apparaatje gebruikt worden. Graag willen w~J de typofoon geschikt maken voor aansluiting op MERK-machines. Met name zijn wij geinteresseerd in modellen met een RS-232 interface. Wij verzoeken u daarom vriendelijk om: - bijgaand(e) vragenformulier(en) in te vullen en te retourneren; - toezending van technische informatie (met name omtrent de RS-232 interface) van de door u uitgebrachte modellen. Tevens maak ik van deze gelegenheid gebruik u te verzoeken ten behoeve van evaluatiedoeleinden gedurende de looptijd van het project een geschikte MERK-schrijfmachine ter beschikking te stellen. Bij voorbaat onze hartelijke dank. Hoogachtend,
Ir. W.H. Leliveld, projectleider.
M. Stovers, student, Vakgroep EME.
)~,.
rE
......•••.•.' . r .J .. ;;
't
.
'
~~~
Medische Elektrotechn iek
82.2 Bijlage : vragenformulier Schrijfmachine/interface box model : __~--~~~~--~~~--_ (Bij voorkeur invullen voor machines met interfacebox) 1. Welke interface mogelijkheden heeft de schrijfmachine? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
o o o
RS-232 serieel Centronics parallel Ander s ,
_
DE VOLGENDE VRAGEN HEBBEN UITSLUITEND BETREKKING OP RS-232! 2. welk type connector kan gebruikt worden? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
o o o o
25 pins CANON connector 9 pins CANON connector DIN connector, pins Ander s ,
_
4. Welke externe communicatiemogelijkheden zijn mogelijk? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
o o o o
Printerfunktie: ontvangen codes worden afgedrukt. Terminal funktie: bij toetsaanslag wordt de code onmiddellijk verzonden en tegelijkertijd afgedrukt. Terminal funktie: als boven, doch eerst dient een buffer geladen te worden alvorens te zenden. Printer en terminalfunktie tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar.
5. Indien terminal funktie mogelijk: Welke codes worden verzonden? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
o o o
standaard ASCII codes a ndere codes e t ( s ) , -=--__--:-:---;--;-----:-----::-:----:~:__------,;__--Speciale besturingscodes (bijv left margin) worden ook verzonden (bijv. d.m.v. ESCAPE besturingsreeksen).
6. Hoe worden correcties uitgevoerd?
o o o o
Correctietoets; wist de laatst getypte letter Correctietoets plus letter; wist deze letter Geen correctiemogelijkheden Anders,
Graag ontvangen wij tevens nadere technische informatie omtrent - bovengenoemde punten - zaken als baudrate, handshake protocollen, pin aansluiting van connectoren, etc. Indien U nog opmerkingen heeft, gelieve deze aan de achterzijde van dit formulier te noteren.
_
83.1
Bijlage 3
Overzicht onderzochte schrijfmachines
Merk
BROTHER
Onderzocht
Alle modellen d.d. 1-6-1989 interface unit (ingebouwd)
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Alle modellen met IF-300 interface (ingebouwd)
Opmerkingen
Pluspunten:
met IF-300
Er hoeft geen online verbinding gemaakt te worden na het aanzetten van de schrijfmachine. Men kan onmiddellijk gaan werken. Minpunten: De automatische papierinvoer werkt niet wanneer de schrijfmachine wordt gebruikt in combinatie met de typofoon. De correctietoets werkt bij gebruik in combinatie met de typofoon anders. Inplaats van 'correctie' moet nu de toetscombinatie 'code + correctie' ingedrukt worden. Overig: Deze machine is het laatste BROTHER model met terminalfunktie. Toekomstige BROTHER schrijfmachines zullen niet geschikt zijn voor gebruik in cominatie met de typofoon.
Merk
CANON
Onderzocht
AP-600, AP-700, AP-SOO, alle uitgebreid met AP-IF03 interface
Geschikt voor aansluiting op typofoon
AP-600, AP-700, AP-SOO, alle uitgebreid met (ingebouwd) AP-IF03 interface
Opmerkingen
Pluspunten: - Alle toetsen welke bij gebruik in combinatie met de typofoon geen codes verzenden geven bij toetsaanslag een pieptoon. - De letterafstand en regelafstand is met de hand in te stellen bij gebruik in combinatie met de typofoon. Dit kan m.b.v. schakelaars op het toetsenbord wanneer de schrijfmachine in de offline stand staat.
83.2
- Automatische papierinvoer, ook bij gebruik in combinatie met de typofoon. - De interface unit is gemakkelijk in te bouwen. Minpunten: - Het maken van een online verbinding met de typofoon is omslachtig (toetscombinatie CODE+SHIFT+O).
Merk
FACIT/ERICSSON
Onderzocht
Geen
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De fabrikant is gestopt met de produktie van schrijfmachines
Merk
ERIKA
Onderzocht
Erika 3004, 3006, 3015, 6007, alle uitgebreid met IF-6000 RS-232C Interface Box
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De Interface Box is Receive Only en kan dus wel codes ontvangen, maar niet verzenden.
Merk
HERMES
Onderzocht
Hermes 14-B, 17-1, 17-1T, 18-2T met Hermes IS-ST Interface Box
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De Interface Box is Centronics en geen RS-232C
Merk
IBM
Onderzocht
Alle modellen d.d. 28-10-1989
B3.3
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De interface is Centronics en geen RS-232C
Merk
JUKI
Onderzocht
Geen
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De fabrikant is gestopt met de produktie van schrijfmachines
Merk
NAKAJIMA ALL
Onderzocht
AE-340, AE-345, AE-360, AE-365, AE-485
Geschikt voor aansluiting op typo foon
AE-360 (Interface is standaard ingebouwd)
Opmerkingen
Pluspunten: - Automatische papierinvoer is aanwezig en werkt ook bij gebruik in combinatie met de typofoon. - De schrijfmachine bezit een display. Dit is helaas alleen bij 'normaal' typen (zonder typofoon) te gebruiken. - De speciale toetsen left margin, right margin, tab set, bold on/off, relocate en margin release worden als ESC reeksen verzonden (ESC + 1 of 2 karakters). Dit kan nog uitgezocht en in de typofoon geimplementeerd worden. - Letterafstand, lijnafstand en aanslagsterkte zijn met de hand in te stellen. Dit kan gebeuren d.m.v. schakelaars op het toetsenbord indien de schrijfmachine in de offline stand staat. - Repeat funktie is aanwezig, welke ook bij gebruik in combinatie met de typofoon werkt. - De interface unit is bij aanschaf in de schrijfmachine ingebouwd. Minpunten: - De backspace toets wordt niet als ASCII code verzonden. - De codes I, ~,~,<, >,°,0 en~ op het
83.4
toetsenbord kunnen bij gebruik in combinatie met de typofoon niet gebruikt worden. - Bij toetsaanslag van de f en toetsen wordt de verkeerde code verzonden. I
Overig: De andere modellen kunnen op verzoek door de fabrikant uitgebreid worden met een interface. De kosten hiervan zijn ongeveer f150,-.
Merk
OLIVETTI
Onderzocht
ET-2300, ET-2500
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
Ingetoetste codes worden niet direct verzonden
Merk
OLYMPIA
Onderzocht
Alle i-modellen (o.a. ES 70i), uitgebreid met IFO 1.1 Interface Box
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Alle i-modellen (o.a. ES 70i), uitgebreid met IFO 1.1 Interface Box (los)
Opmerkingen
Pluspunten: - Automatische papier in- en uitvoer, ook bij gebruik in combinatie met de typofoon. - De schrijfmachine is eenvoudig in te stellen op de typofoon m.b.v. een menustructuur (deze verschijnt op papier). - Het toetsenbord blokkeert indien er geen papier in de schrijfmachine zit. Minpunten: De Interface Box is een losse unit welke extern gemonteerd wordt. Dit maakt het geheel wat minder robuust dan bij inbouw het geval zou zijn.
Merk
PHILIPS
Onderzocht
VW-2100, VW-4260
83.5
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
Geen interface aanwezig
Merk
PANASONIC
Onderzocht
Geen
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Onbekend
Opmerkingen
De importeur heeft na herhaald schrijven niet gereageerd.
Merk
SMITH-CORONA
Onderzocht
Geen
Geschikt voor aansluiting op typo foon
Onbekend
Opmerkingen
De importeur heeft na herhaald schrijven niet gereageerd.
Merk
TEC
Onderzocht
TW-1200, TW-12S0, TW-4000, TW-SOOO
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De interface is Receive Only en kan dus wel codes ontvangen, maar niet verzenden.
Merk
TRIUMPH-ADLER
Onderzocht
CompacTa 400, SE SlO, SE S2S, alle uitgebreid met IFD-l Interface Box
Geschikt voor aansluiting op typofoon
Geen
Opmerkingen
De Interface Box is Receive Only en kan dus wel codes ontvangen, maar niet verzenden.
84.1
Bijlage 4
Gedetailleerde technische informatie m.b.t. de op de typofoon aansluitbare schrijfmachines.
PRINIPIELE AANSLUITBAARHElD Schrijfmachine type
1. Terminal funktie lII0gelijk?
2. Printer funktie tevens mogelijk?
BROTHER met IF-300 Interface
X
X
OLYI'1PIA met IFO 1.1 Interface
X
X
X
CANON met AP-IF03 Interface Unit
X
X
X
NAKAJII'1A ALL AE-360 met RS-232C Interface
X
X
X
Box
flX
3. Directe afdruk tevens mogelijk?
X
4. RS-232C interface aanwezig?
X
l1 = I'Ja'l, 1'_" = "Nee", "?II = Iiniet duidelijk"
1. Onder "terminal funktie" wordt verstaan: bij toetsaanslag wordt de bijbehorende code onmjddellijk verzonden (dus niet via buffers e.d.) Dit geldt op zijn minst voor alle letters, cijfers en leestekens. 2. Onder "tevens printer funktie" wordt verstaan: de schrijfmachine can codes verzenden zoals onder 1., maar kan tevens codes ontvangen en drukt deze bij ontvangst af. 3. Als 2., doch codes worden niet ontvangen maar bij toetsaanslag direct afgedrukt. Deze vraag is niet van belang indien 2. met "ja" beantwoord wordt.
B4.2 RS-232C AANSLUITING Schrijfmachine type
1. 25 pins CANNON RS-232C connector?
OOR
R
S
S
4. Standaard signaaL niveaus?
3. Overige pinnen?
2. Pin nr. R TOD R C C G xxTSTT o N
o
BROTHER met IF-3oo Interface Unit
X
3 2 20 6
4
5 8 1,7
X
OLYI1PIA met IFO 1.1 Interface Box
X
3 2 20 6
4
5 8
1,7
X
CANON met AP-IF03 Interface Unit
X
3 2 20 6
4
5 8 1,7
X
NAKAJll1A ALL AE-360 met RS-232C Interface
X
3 2 20 ?
?
?
X
"X"
= "ja",
"_U
= "nee",
U?"
= "Niet
? 1,7
duideLijk".
2. SignaLen vanaf de schrijfmachine gezien. "_U "not connected". 3. ALLeen pinnen weLke strikt noodzakeLijk zijn voor juiste communicatie. 4. Onder 'standaard niveaus' wordt verstaan "0" = <-25V,-3V>, "1" = <3V,25v>.
RS-232C INTERFACE Schrijfmachine type
5. Welke baudrates kunnen ingesteLd worden? 50 75
110 150 200 300 600 1200 2400 4800 9600 19200
BROTHER met IF-3oo Interface Unit OLYI1PIA met IFO 1.1 Interface Box
X
CANON met AP-IF03 Interface Uni t
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
NAKAJll1A ALL AE-360 met RS-232C Interface
X
"nee", U?"
"Niet duidelijk"
X
84.3 RS-232C INTERFACE. vervolg Schrijfmachine type
6. Welke dataformats zijn instelbaar? DATATBlTS 7 7 8bit.1 8bit.1 PARITEIT EOE 0 STOP BITS 1 1 1 1
BROTHER met IE-300 Interface
X
X
OLYI1PIA met IFO 1.1 Interface Box
X
X
CANON met AP-IF03 Interface Unit
X
X
8bit.1
8bit.O 8bit.O 8bit.O
8
G
E
0
G
E
1
1
1
1
1
8
o 1
G
1
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
NAKAJIHA ALL AE-360 met RS-232C Interface
Schrijfmachine type
8
X
6. Welke dataformats DATATBlTS 7 PARITEIT E STOP BITS 2
zijn instelbaar? (vervolg) 7 8bit.1 8bit.1 8bit.1 0 G E 0 2 2 2 2
8bit.O 8bit.O 8bit.O 0 G E 2 2 2
8 E 2
8 0 2
8
X
X
X
G
2
BROTHER met IF-300 Interface Unit OLYI1PIA met IFO 1.1 Interface Box
X
X
CANON met AP-IF03 Interface Unit
X
X
X
X
X
X
7. Welke protocollen z'Jn instelbaar? ETX/ACK
BROTHER met IF-300 Interface Unit X
CANON met AP-IF03 Interface Unit NAKAJlHA ALL AE-360 met RS-232C Interface
"X"
"ja", "-"
Xon/Xoff
RlS/CTS
X
OLYI1PIA met IEO 1.1 Interface Box
?
"Nee", "?"
= "Niet
duidelijk"
X
X
NAKAJlHA ALL AE-360 met RS-232C Interface
Schrijfmachine type
X
X
X
X
X
?
?
84.4 VERZENDING VAN KARAKTERS NAAR DE IYPOEQQN Schrijfmachine type
1. Letters en 2. ESCAPEleestekens reeksen worden worden volgens ook verzonden? Ascn standaard verzonden?
BROTHER met IE-300 Interface Unit
x
OLYHPIA met IEO 1.1 Interface Box
x
CANON met AP-IE03 Interface Unit
x
NAKAJIHA ALL AE-360 met RS-232C Interface
x
"X"
= "Ja",
"_U
= "Nee",
U?"
4. Corrigeer3. Corrigeertoets wordt toets wordt ook verzonden? ontvangen? Zo ja, welke code (hex)?
Alleen speciale leestekens (geen besturingscodes)
Besturingsreeksen
= "Niet
5. Grootte ontvangst buffer?
7E
2 Kbyte
7E
4 Kbyte
7E
8 KByte
7E
?
duidelijk"
1. "Standaard ASCn" = "tenminste 1 codeset waari n a lle vaste ASCn karakters met de bi jbehorende codes
aanwezig zi j n. (De variabele codes lII0gen willekeurig zi jn>. "
CORRECTIES/OVERIG Schrijfmachine type
1. Hoe worden
correcties gemaakt?
2. Centronics interface aanwezig?
BROTHER met IE-300 Interface
a(*)
X
OLYHPIA met IfO 1.1 Interface Box
a
X
CANON met AP-IE03 Interface Unit
a
X
NAKAJIHA ALL AE-360 met RS-232C Interface
a
?
"X"
= "ja",
"_U
= "nee",
3. Andere interface aanwezig?
4. Aanwezige hoorbare indicaties Einde-regel
Bladeinde
Linteinde
U?" = "Niet duidelijk"
1. a: Correctietoets wist letter onder schrijfkop. Indien dit een spatie is, wordt de letter op de vorige positie gewist b: Correctietoets plus letter wist deze letter c: Geen correctie mogelijk d: anders 4. Bij gebruik in combinatie met typofoon (*) Als (a), maar bij gebruik in combinatie met de typofoon wordt 'correctietoets' vervangen door de toetscombinatie 'CODE + correctietoets"
I B5.l Bijlage 5
Evaluatie 1
Vragenlijst typofoon t.b.v. evaluatie wilt u de antwoorden a.u.b. zoveel mogelijk toelichten? Algemeen Wat zijn in het algemeen de eerste reacties van de leerlingen? iet~
ni€llL)<;'
IS u.faar
je
Met
Kan men eenvoudig 'leren omgaan' met het apparaat?
ro eN\. l.<.1lM- efVv"vVQ w1A.fj .:€..we f'/V\.
0
[email protected]
Met.
~et:-
CLfPAA-OLa..t. .
SO~L-lffll'/JM.Bé?M bebbeM.- er veel BevoeL VOor tu'\dere
Leerlir\.8eM- I eer ",,\.te QI&V\Lti e-
V\A
fkLnc-rle "V'\ ~~ ~~d..-=--_
Aansluiting Levert de aansluiting van de typofoon op de schrijfmachine problemen op? Zo ja, welke?
Staat de typofoon het gemakkelijkst links of rechts van de schrijfmachine? Is er een voorkeur voor plaatsing bij de leerlingen?
&- IS
@€eY\..
~lAQ;tsvoorL<eu.r. EcLvtec eeM..
LeerUM....B ~~
NaM.. 'öltojUe- \lJm.t ~t ho eervtal. 11 ~ Uo I!QÄ.:\. de.- sChrj'fM.tLc..~~. le$~e cOlI\ceptho\.t.Olu- s~ /\.M.~4-a...l Uy\.~ Cassetterecorder aansluiting co~c~ïe: b~po+o~re~s
eeN\.
Wordt de typofoon veel gebruikt in combinatie met een cassetterecorder? Zo ja, hoe bevalt deze manier van werken?
B5.2 2
Bta.i il e..- LeeA'"Li ~é?-M
1SE
6sett: es
1\
Al" rM.
9 e.b~d.j, Lti:
I
lc~IAM3 20 v. ~1<.P.At\
ol e. Ct) p.o.f 01) V1 odL Sa.AMeM \i\AoJt1.0 lil cl eI Pra \ale \fyj t'N\-c l<.aM.-,-tlo=;e~__
.
Koptelefoon aansluiting wordt de tweede koptelefoonaansluiting (voor de instrukteur/instruktrice) veel gebruikt?
YlÀet.. ~re'1:LI eW
b~'23k. Wat vindt u van deze faciliteit? Denkt u dat het een nuttige of een overbodige aanvulling is?
Volumeregeling Zijn er problemen geweest omtrent de volumeregeling?
'P~D~\etne1l\l zei {
-BeeM.-.
Zitten de volumeknoppen volgens u op een goed bereikbare plaats en zijn ze makkelijk door de gebruiker te localiseren? Zo nee, waarom niet?
8~.L.fdi[lC1. } ~ P<
\)orW\
VaM.
ioede ktMkeM.baarhM
cloor o.h,.jl.t~_
{A..\IlC t:letcexseNl
Er is 1 volumeknop welke voor twee koptelefoons tegelijk het volume regelt. Denkt u dat een gescheiden volumeregeling nodig is? Zo ja, wat is dan volgens u de beste plaats voor de extra volumeknop?
B5.3 3
Heeft u opmerkingen of suggesties voor verbetering van de volumeregeling?
~<
NoLcLoaA: 8 0M er zt,~ d.oor f?/VIA.-- A!lf? ltvie-rkÄ. ~ eNt: 0 ~QC 9 e-pla.a::Mt-
;voLu...vo er~edik1j
te UlAOOj eNk
~ Dk
3
I
Spraak Hoe bevalt de spraakkwaliteit in het algemeen? Zijn er problemen met betrekking tot de verstaanbaarheid van de spraak?
'2ie laatste
fX1B...I.LIM...a.=....>.d<"--------------------
Funktietoetsen Worden de funktietoetsen, of sommige ervan (welke?), gedurende deze evaluatieperiode al gebruikt?
AJOOl 8ebRwLtLlVLV'tc-+i e....:BL8eL h~.e
~=~~:~~~~~b~::~:ezc V'l.e1- oLoo r
f.) ~eM. . / Liggen de funktietoetsen op een goed bereikbare plaats op de typofoon? ( }......... Ov""-----
Is de taktiele terugkoppeling ("voelbaarheid van het indrukken") van de funktietoetsen voldoende?
_
,
B5.4 4
Liggen de verschillende funkties op een logische plaats binnen het ~3 bij 3 vierkant~?
-pl.AtU.o', ~
\,0 2eif Log i sC-~
1 funktietoets (" midden boven~) wordt niet gebruikt. Denkt u dat deze toets ook een nuttige funktie zou kunnen realiseren, zo ja welke?
e~EM$ we.rà- eeM.l.<eu"le-VY\"B"S~ S±ew.l.nD.ILW~ I I
~,~::s ~~~7::;::~ ~:~~::~~ e.l\....t..ttC 'vlOj e..
~ f'v\I\A.V\-~ Y\J 4~
V\
Heeft u opmerkingen of suggesties voor verbeteringen omtrent de funktietoetsen? Y\A..kM Me&" V P ~ 0 rd..
e.. C1lUA..k 0 w:leM.. (HaM.. ciru.ldoe.a s te ie-(o~ (~evvtra~cJ-1e.tb ~ 1:;; I'Y'VYis s c.kti C:VL l?.21.1 A? QeUoar ~ '\lQà4co.A1ec 9 EroMS& w'OcaeY-
C1~->-9-+-------
En verder •.• vindt u dat de typo foon een nuttige aanvulling kan zijn op het type- onderwijs voor visueel gehandicapten?
,,\nJi. hetjCtjVUMK dM
bM
A~ll/)aQt O~j ttJe;t
\:o±k.
~aM.tijA:dJ1.LW!-1~ NfWI Nv! V\ I oka.aL k.ccnk o\.,vv:) 2~ V'v"v\.t:: I::iB \ V\ bA/.:)i Se p l.tÄ.OU..~ eNt.. ~ \ V\ Heeft u nog aanvullingen, punten van kritiek, suggesties voor) verbeteringen, of andere opmerkingen van welke aard dan ook? ~
MirJ,t.S\± lA--M i f- IV oor
2~e5 WeJI\.SeJt?k IS
tb lÁ hà.e&...fA"
Gd.t (Jd 2d ~
booJ:\oa~~ a..f~r(2ek -
::e ~~~:::~~e:n* Q.@A..
(AJediltt,k-
KV!M. e0VL r-~eL i VI. e~ keer 3 0Al'1 st ,wo,~ j
B5.5
5
pPClN 0
~pro.a..k
,cl. 01/\
~IL
() 'f>
zelf
cl e
kOlA..
N
0
~
verloeztercl
k-u_V\.lJ\t?t1/\
~ C21v\.d..e- f>-=LL:V\=....-;t=et-\=-"-.. . . . .
"tAM.- 6 cl P '2i;iA
_
BcljLL
'MOOr
l>wv;i~.t d.iL I ~ ,op.---.ML..d:~ PAA.-bcr> ti
t\.A.>a...r--
1l>tJl cA eJt
uA t eJJm LUI
fR6tJRP-W) . De.
~ eM
~ evt. ~
.!2..-
M.!)gj
VJ dat 1lUe:t
2bV\.
~
V)
prok>\eW\a f'tsr kJ er
~:;;~a~~t~LeOW:.~:~
~~.
~:w beM
l:;
~-O-LhATj~"2C2H:"
oer; (Me,~~
hoorbue 'r!A~~~~ ~::rIW\.' ~@Vl. l!?l~ aJ5, "'eM22~iJ..Va (
NiM-
~~ eAik ,""$tM (IA)(l.rc?!v\ ec!tÄ V\4..ta t'lv1 eLf e- IA" II ~ d.a-.t.-de I{\/'!Q c1Ä La e- e 0V\ !\Al 00 al IA J Ufree!d= ~H kuvt 1e 2~ N QAIt cA e 2:, V\. I. p' 11 , lD ~ se Led:t~u . . . .S. "L---J)~------
Tot slot: hartelijk dank voor de medewerking! Marc Stovers . Tc (0110 -
'11 3.1.. &,,0) I
85.6
"
rse)!-L ~c/
/ s ~ \0"'2: îe-vJ.~
Vev.tl e'év-.~ lr"-,,e ~ ï LL NV'M ota- ~ p"fo DYL 2\A.\1.L
~~lsclJL flA)e.rlL ' Voor lttacu- oLve-t-L Ie-~~
.Ço1A.--tl.ooS t..~L '2e V\.Dn'v\a..a..L \1\.0011:::.. eeM- voL ~
d..oev0.e. ~Lt, 2 e t.:J p t no r rvL~ va.a.k. ne* )'\,'111 s , YV\oto,\ eU. Yvi.e-t S0et'e.l. rt.tA. Irloord:e '2e ~ "2..e...~ ve-r\Leerd..e.-
Luur hoJ.. BvL- ka lIL ~ V erk>eter~. jn.. o.e. le1>s'l t:u-a.A1 e- ltovvL '2-e 0 oU- lA.? e-L c ó'\r\9 en~ "iV\(jf)X w ~t Vv1 et: cta:+ kM +0 V'vf IS. "2 e ~ t!) 0 k V\Àe* L.\VVL M'cv1 2e ~ e t~ p t h ee+t '2t) ~ ~ PD.f~1 U \ V'l de.- W\a..cltvt Vle 2J!.. . '2e leeJ+ op .sC--W\ oJst o.M..Ol NCJ.JvL h.vt ~ V\.C e. pt ' ~..oli.- ~pe+()1)fL- kolA-- 'Ze- ~V\Clex.et./vu0Vt-cÁDeM.. ~ -IS V\M... 5eGV\.. Ljk op (!YVlÀs5ckleY\.. Vloo'/-0 . ~W) ~
d...t.. ~ pö-fo-o lIL er IS.. . .
86.1
Bijlage 6
Instelling Olympia ES-70i met IF01.l Interface Box en nederlands toetsenbord op de typofoon.
Standaard instelling
I = Informatie E = Einde zonder opname Q = Einde met opname C = Drukformaat S = Instelling Interface N = IFO 1.1 normaliseren L = Data Logger Kreuze van het niveau
I
E
Q
C S
N L
Instelling Interface
Interface Baud Rate Data Pariteit Stopbit Handshake Echo Printer ON/OFF-LINE CR-toets Stuur kode
Kreuze van het niveau
CENTRONICS RS 232 C 50 110 150 300 600 1200 2400 4800 9600 19,é 8 bit 7 bit even oneven 8.bit 1 8.bit 0 zonder 1
2
RTS/CTS Xon/Xoff aan uit ja neen CR/LF CR LF Olympia Diablo
: I
E Q C S
ETX/ACK
N L
Einde Standaard instelling met opname
87.1 Bijlage 7: Instelling Canon AP-600 met AP-IF03 Interface Unit en nederlands toetsenbord op de typofoon.
Communication Settings When USlng the AP-JFOJ Interface lini!, data transmitted by the host computer can be printed by the electronic typewriter, and data input from the keyboard of lhe electronic typewriter can be OUlput to the host computer. This leIs you use the electronic typewriter as either a terminal or a high quality printer. A function is also provided for sending te.xt stored in the lext memory of the electronic typewriter. ~ote:
(1)
Make a note of the settings of the mode and baud rate switches, keyboard selectars, and other controls for each application. Since the control settings are predetermined for each individual application, you need nol normally change the settings. Befare starting an operation for the first time, however, check the communication settings by ptlnting them out. Ta do this, press and hold ICODE I and I SHIFT land lhen [D
Blud rlle swilch The baud rale switch is used to se"ct the baud rate. When setting the baud rate, turn the dialto the number corresponding 10 the disired baud rale setting. l
~ B ,
6
(2)
0
, J
!
1
\l6OO
1
4800
I
2
3
4
~
6
7
2400
1200
600
300
I~O
110
9
8 NOl
wed NOl wed
•
Mode switches Ind dlll forml' Mode switches are used to determine lhe communicalion modes . • The bit length, parilY bi Is and Slap blls can be specified by a combination of mode switches I through 4.
IIII
0 ....
I
2
Mode 5Yt'i1ches
I
OPE~
OIT
3
I
:
..
I
0 ....
I
Data formal
2
I
3
4
Bil lensth
Parity bi..
Stop bits
ON
I
ON
NOle'
7
EVEN
2
7
000
2
ON
7
EVEN
t
ON
7
OOD
I
OFf
8
None
2
~ I i • ON
OFf
, : OFf I OFf c-----+i ON ! ON .0Ff
I
ON
I
OFf
0....
I
I
OFf
OFf
!
OFf
OFf
i
I i
OFf
8
None
t
8
EVEN
I
8
OOD
1
:"lolt: Set mode switch 4 to ON to enable the parity check in the receive mode.
~1odC'
~~odc switches
Swnche5 (I - 8)
OPEN
OFF
I I I I I I I I
Ol'
7
8
KSR
ON
ON
Electronic Mail
ON
OFf
Setting
-------
,
i I :
~ode
switches
I
! 1
:
,
I
i
... ~
Switch position
I
hem
,I !
ON
OFf
FULl
HALF
1
DuplclC. mode
1
Automatic lindred (recci.,.c 1IH::Mk)
CR
CR/LF
3
AUTomatic lincfeed fs.end mode)
CR
CR/LF
4
Handshakc mode
j
Protocol
6
I
i AUlOma!ic CR/lF
I
X-0N/X-0FF
ETX/ACK
Software prolocol
Hardware protocol
CR/Lr
BUZZER
I