Modernisering van de uitzendwetgeving
Modernisering van de uitzendwetgeving De sociale partners van de interim-sector hebben lang onderhandeld m.b.t. de regelgeving rond de modernisering van de uitzendarbeid. Ze zijn tot een volledig akkoord gekomen met als gevolg, het ontstaan van een nieuwe CAO en nieuwe bepalingen in de wet van 24 juli 1987. Deze nieuwe reglementering zal in werking treden op 1 september 2013 en heeft betrekking op: -
De opeenvolgende dagcontracten (niet relevant voor bedrijven in de bouwsector)
-
Het motief instroom (niet van toepassing voor bedrijven in de bouwsector)
-
De informatie- en controleplicht
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.
Modernisering van de uitzendwetgeving
I. De dagcontracten A. Samenvatting
De gewone dagcontracten blijven toegelaten.
De opeenvolgende dagcontracten blijven ook toegelaten maar enkel wanneer de gebruiker kan aantonen dat er “nood aan flexibiliteit” is (cf. infra 1 en 2). Dit bewijs mag door alle middelen geleverd worden.
De sanctie bij gebreke aan voormeld bedrijf is een vergoeding van 2 weken loon te betalen aan de uitzendkracht.
Er is een specifieke informatie- en consultatieprocedure voorgeschreven (cf. infra 3 en 4).
De bevoegdheid van de sectoren m.b.t. dagcontracten is beperkt (cf. infra 5).
B. Meer informatie (1) Definitie van « opeenvolgende dagcontracten »: Arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid bij eenzelfde gebruiker, die elk een looptijd van 24u niet overschrijden, en die elkaar onmiddellijk opvolgen of hooguit gescheiden zijn door en feestdag en/of door de gewone inactiviteitsdagen die binnen de onderneming van de gebruiker gelden voor de categorie van de werknemers waartoe de uitzendkracht behoort. « Gewone inactiviteitsdagen » zijn dagen van inactiviteit eigen aan de arbeidsregeling van toepassing in de onderneming of in een afdeling van de onderneming; en niet op de gewone inactiviteitsdagen die eigen zijn aan de arbeidsregeling die voor elke werknemer individueel geldt. (2) Definitie van « nood aan flexibiliteit »: Mits aangetoond door de gebruiker kan er sprake zijn van nood aan flexibiliteit in de onderneming van de gebruiker in volgende gevallen: - Wanneer het werkvolume voor een groot deel afhangt van externe factoren; of - Wanneer het werkvolume sterk fluctueert, of - Wanneer het werkvolume gelinkt is aan de aard van de opdracht
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.
Modernisering van de uitzendwetgeving
(3) Informatie- en consultatieprocedure voor ondernemingen met een ondernemingsraad (OR) of, bij gebreke aan OR, een syndicale afvaardiging: - Er dient om de 6 maanden een informatie/consultatie georganiseerd te worden voor de OR of bij gebreke daaraan voor de syndicale afvaardiging. Deze kan dus a posteriori plaatsvinden. De onderneming is vrij om de inhoud en de vorm ervan te bepalen. - In geval van bezwaren tegen het zich wenden tot opeenvolgende dagcontracten kan een individueel dossier voor het paritaire comité van de sector waartoe de onderneming behoort, gebracht worden. - Men kan zich enkel wenden tot de rechtbank nadat de vorige stappen zijn gevolgd. (4) Informatieen consultatieprocedure voor ondernemingen zonder ondernemingsraad (OR) of syndicale afvaardiging: - Het uitzendbedrijf maakt ten laatste op het einde van de maand volgend op de maand tewerkstelling op basis van opeenvolgende dagcontracten de namen van de gebruikers, die beroep doen op opeenvolgende dagcontracten, over aan het Sociaal Fonds. - De vertegenwoordigers van de werknemers in de schoot van de Commissie Goede Diensten kunnen deze lijsten raadplegen. - Mocht daaruit een flagrant misbruik blijken, dan maakt de Commissie het dossier voer aan het Paritair Comité van de gebruiker. - Men kan zich enkel wenden tot de rechtbank nadat de vorige stappen zijn gevolgd. (5) De bevoegdheden van de sectoren m.b.t. dagcontracten zijn beperkt: Eenmaal de nieuwe regelgeving in werking zal getreden zijn, zullen de diverse sectoren de nieuwe CAO en de wet kunnen verduidelijken en/of specifieke regels m.b.t. de informatie- en consultatieprocedure voor hun sector kunnen uitvaardigen. Daarentegen zullen zij niet kunnen raken aan: het principe van de toegelaten opeenvolgende dagcontracten, het begrip “nood aan flexibiliteit” of aan de principes vastgelegd in de CAO en de wet.
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.
Modernisering van de uitzendwetgeving
II. Motief instroom A. Samenvatting
Het motief instroom kan gebruikt worden voor de invulling van een vacante betrekking in het licht van de vaste aanwerving van de uitzendkracht voor dezelfde betrekking na afloop van de periode van terbeschikkingstelling.
Er is geen akkoord nodig van de syndicale afvaardiging, maar de gebruiker dient wel per vacante betrekking vooraf een informatie- en consultatieprocedure te volgen (en niet per uitzendkracht die tewerkgesteld wordt). (cf. infra 1)
Er dienen minstens weekcontracten afgesloten te worden. Dagcontracten zijn bij dit motief verboden.
De sanctie is dat er een overeenkomst van onbepaalde duur ontstaat tussen de gebruiker en de uitzendkracht.
De « 3-6-9-regel » : er is een maximum aantal pogingen en een maximumduur van de tewerkstelling verbonden aan het motief (cf. infra 2). Sanctie in geval dat die regels niet worden gerespecteerd: onbepaalde duur overeenkomst tussen de gebruiker en de uitzendkracht.
De gebruiker moet het uitzendbedrijf informeren m.b.t. het aantal pogingen tot invulling van de vacature op basis van dit motief. Het uitzendbedrijf vermeldt deze informatie op de uitzendarbeidsovereenkomst.
De gebruiker dient tevens de syndicale afvaardiging te informeren m.b.t. de naleving van deze 3-6-9-regel (cf. infra 3).
De uitzendkrachten onder dit motief dienen in rekening gebracht te worden bij de calculatie van de drempel voor de organisatie van de sociale verkiezingen.
Tewerkstellingsgarantie van 1 maand in hoofde van het uitzendbedrijf in beperkte gevallen (cf. infra 4).
Er is geen verplichting om de uitzendkracht finaal aan te werven. Deze heeft wel recht op feedback door het uitzendkantoor.
In geval van aanwerving door de gebruiker, is de uitzendkracht gerechtigd op een contract van onbepaalde duur (tenzij een sectorakkoord afwijking voorziet). Hierbij wordt de anciënniteit verworven onder dit motief meegerekend voor de duur van de proefperiode, de opzegperiode, het salaris enz (cf. infra 5).
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.
Modernisering van de uitzendwetgeving
B. Meer informatie (1) De informatie en consultatie voorafgaand aan de invulling van de vacante betrekking op basis van het motief instroom gaat over: - de reden waarom men beroep doet op het motief instroom - de betreffende werkpost(en), de betreffende functies die duidelijk omgeschreven moeten zijn Er is geen akkoord nodig. Informatie en consultatie volstaan. (2) De “3-6-9-regel” per vacante betrekking op basis van het motief instroom: - 3: voor de invulling van een vacature van bepaalde duur mag de gebruiker maximaal 3 uitzendkrachten testen voor een bepaalde functie (= 3 pogingen) - 6: elke uitzendkracht mag maximaal 6 maanden bij een gebruiker werken op basis van het motief instroom - 9: de pogingen om de vacature in te vullen op basis van dit motief mag maximaal 9 maanden duren Voor de berekening van deze termijnen worden enkel de activiteitsperiodes (d.w.z. de periodes onder arbeidscontract) in rekening genomen. Voor de periode van maximaal 9 maanden worden de activiteitsperiodes niet in rekening genomen wanneer deze periode onderbroken worden doordat de uitzendkracht: - zelf de poging beëindigt (tijdens de duur van het arbeidscontract of op het einde ervan) - ontslagen wordt om dringende redenen. (3) De verplichting om de syndicale afvaardiging te informeren m.b.t. de “3-6-9regel” - De gebruiker is vrij hoe hij deze verplichting invult - De informatie moet onder andere gaan over: het respecteren van de maximale 3 pogingen, van de maximale duur van het gebruik van het motief, en van de maximale duur van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht onder dit motief. (4) De tewerkstellingsgarantie gedurende minimum 1 maand Deze garantieverplichting is van toepassing op uitzendkrachten die een overeenkomst van onbepaalde duur hebben beëindigd teneinde te werken als uitzendkracht onder het motief instroom. Indien de gebruiker de poging tot invulling voor het verstrijken van die maand beëindigt, is het uitzendkantoor verplicht om de uitzendkracht een vervangingswerk te verschaffen voor de duur van de resterende garantieperiode. Indien het uitzendkantoor er niet in slaagt om in dat geval een vervangingswerk voor te stellen, is het uitzendkantoor een schadevergoeding verschuldigd aan de uitzendkracht ten bedrage van het loon dat verschuldigd bleef tot het einde van de termijn van de tewerkstellingsgarantie .
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.
Modernisering van de uitzendwetgeving
(5) In geval van aanwerving wordt de anciënniteit verworven tijdens de tewerkstelling onder het motief instroom in rekening genomen: Bij deze berekening worden enkel de activiteitsperiodes in rekening genomen, d.w.z. de periodes onder uitzendarbeidcontract met motief instroom. Er wordt natuurlijk alleen rekening gehouden met de periodes van activiteit gepresteerd in dezelfde betrekking als deze waarvoor de uitzendkracht na afloop van de periode van terbeschikkingstelling vast in dienst werd genomen. In geval van proefbeding bij de aanwerving op permanente basis, zal de volledige duur van de tewerkstelling onder motief instroom hiervan afgetrokken worden. III. Informatie en controle m.b.t. de tewerkstelling van uitzendkrachten bij de gebruiker in het algemeen (ongeacht het motief)
A. Samenvatting
Naast de reeds bestaande procedures van toepassing per motief, is er een bijkomende verplichting, m.n. een algemene informatie- en controleplicht.
Deze zijn verschillend afhankelijk van het feit of de gebruiker al dan niet een ondernemingsraad of syndicale afvaardiging heeft.
In geval van ondernemingsraad of syndicale afvaardiging dient de gebruiker om de 6 maanden een globale informatie te geven per motief én voor alle motieven m.b.t. het aantal betrokken uitzendkrachten en hun prestaties.
Bij gebreke aan ondernemingsraad of syndicale afvaardiging dient het uitzendbureau maandelijks bovenop de op vandaag reeds voorziene mededelingen alle opdrachten per motief (met uitzondering van het motief vervanging-schorsing) te communiceren aan het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten. Het uitzendkantoor dient ook het KBO-nummer van de gebruiker te communiceren.
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.
Modernisering van de uitzendwetgeving
B. Meer informatie In geval er een ondernemingsraad of syndicale afvaardiging is bij de gebruiker: - Het betreft een algemene informatie (geen gedetailleerde informatie op naam) - De gebruiker kan zelf vrij de vorm en de opdeling van deze informatie bepalen. - De informatieplicht slaat telkens op de periode tussen 1 januari t.e.m. 30 juni respectievelijk 1 juli t.e.m. 31 december. In geval er geen ondernemingsraad of syndicale afvaardiging is bij de gebruiker: - De informatie dient telkens ten laatste de 20e van elke maand gecommuniceerd te worden. - De Commissie Goede Diensten kan bijkomende informatie vragen aan het uitzendkantoor.
Deze nota is louter informatief en kan niet beschouwd worden als een juridisch advies.