DE TWEDE STLIDIEKL[RSL[S
•
34
De twede kursus voor voortgezette vakstudie voor het B.L.O. Daartoe door verhoogde Rijkssubsidie in staat gesteld, kon de twede kursus geopend worden. Als de kentekenen niet bedriegen, belooft deze vakstudie het centrum te worden van de studie van het zwakzinnige kind in 't algemeen, het terrein n.l. waarop de zuiver wetenschappeliken en de praktici elkaar ontmoeten, waarop ze niet alleen van gedachten wisselen, maar waarop ook de richtlijnen voor verder werken, zoowel naar de theoretiese als naar de praktiese zijde worden uitgestippeld, en dit voor de verschillende zijden van het onderwerp, idat ons zoo na ter harte ligt, n.l. naar de psychologiese, biologiese en sociologiese kant. We laten hieronder het verslag der opening volgen, dat een der kursisten zo welwillend was voor ons Tijdschrift op te maken, benevens de programma's van enige der docenten. Zaterdag 25 Januari werd te 's-Gravenhage in tegenwoordigheid van docenten, cursisten en genoodigden de tweede studiecursus voor leerkrachten bij het Buitengewoon Lager Onderwijs ge,-opend in de aula van het Ned. Lyceum. De voorzitter, de Heer J. L. Pierson deelde mede, dat bericht van verhindering was ingekomen van de Hrn. Prof. Kohnstamm, A. J. Schreuder en J. de Graaff en uitte zijn bijzondere spijt dat ook de heer P. H. Schreuder , de secretaris van het comité, door ziekte verhinderd was aanwezig te zijn. Daarna ging de voorzitter over tot het houden van een openingsrede, waarin hij allereerst zijn groote vreugde uitsprak over de vooruitgang van het werk der commissie van de studiecursussen, blijkende uit dezen tweeden cursus, die een half jaar na den eersten aanving. Bij overdenking, „wat zal ik dezen middag zeggen". kwam spreker tot vergelijking van het heden met het verleden, speciaal met de tweede helft van de vorige eeuw. Mij is de geest van dien tijd nooit sympathiek geweest, ik heb die altijd te hoogmoedig gevonden. Men meende alles te weten en, alles te kunnen en veel te veel legde dat tijdvak den nadruk op verstandsontr wikkeling. En toch is verstand maar zoo weinig, niets meer dan een instrument, als b.v. onze hand, die slechts wat vermag als het. leven, er leiding aan geeft. Verstand alleen is de ledigheid in zich zelf en van het zieleleven moet het materiaal komen, dat het verstand richt en drijft. Voor velen in de vorige eeuw was de ziel een vijand, maar onder de machtige invloeden van den grooten wereldoorlog is de verstandsheerschappij ondergegaan enti belooft de nieuwe eeuw te worden de eeuw van de ziel, de eeuw van de psychologie, en dat mag een groote zegen van den overigens betreurenswaardiger i
•
DE TWEDE STLIDIEKLIRSLIS
Al - I11,
de
35
oorlog, heeten. Want 't is zooals een dichterlijke geest zei, de ziel is als de Nijl, we kennen de bronnen niet waarvan zij is gekomen, maar zij is machtig en grootsch. En hoe in oude tijden de groote waarde van de ziel voor ons leven gevoeld werd, leeren we van den psalmist, die zegt: Tot U hef ik mijn ziel op, o God! En we zien de ziel naar boven gebracht door teere handen, als een klein kind, waarvan aan God de verzorging wordt opgedragen. Dat te weten brengt ons veel verder en daarom stemt het mij zoo dankbaar, dat in dezen cursus het accent wordt gelegd op de psychologie. Gij hebt, zegt spreker, een heerlijke maar ontzettend moeilijke taak op Uw schouders genomen , een taak, die groote opoffering eischt. Deze cursus wil trachten U die taak te vergemakkelijken en de groote belangstelling die er onder U voor bestaat is voor mij het bewijs, dat de factor, die voor alles noodig is, om te kunnen slagen in dit werk, in ruime mate aanwezig is. Ik bedoel, de liefde voor die taak, want waarachtige liefde kan alles overwinnen. Van harte wen4sch ik, dat wat gij zoekt op dezen cursus, U moge helpen in Uw arbeid. Hierna was het woord aan Dr. v. Voorthuijsen, Inspecteur van het Buitengewoon Lager Onderwijs. Ook ik moet, zoo begon Dr. v. Voorthuijsen, met eens herinnering aanvangen. Toen ik in Groningen nog de dokterspractijk uitoefende, kreeg ik op zekeren dag een patiënt bij me, die mij heel eerlijk verzocht, hem slechts te onderzoeken. Op mijn behandeling stelde hij geen prijs, want als hij maar wist, welke ziekte hij had, zou hij in een dik boek kunnen naslaan, welke medicamenten daartegen werden aangewend en daarin had hij meer vertrouwen, dan in doktersvoorschriften. Een soortgelijke vraag wordt mij nog meermalen gedaan: „Weet LI niet een handleiding, waarnaar ik de opvoeding van achterlijke kinderen kan regelen?" En mijn antwoord is steeds: „Neen, gelukkig is die er niet". Wat is de fout in deze vragen? Wel dat men de geneeskunde en de opvoeding als iets onpersoonlijks opvat. Wij moeten niet trachten te genezen;, niet trachten op te voeden naar een schema, niet de groep: zieken, zwakzinnigen zien, maar slechts de individuën. Zoo willen ook de lessen van dezen cursus geen schema geven, waarnaar gehandeld moet worden, maar inzicht bijbrengen in de geestelijke structuur. Onze voorzitter voelt dat ook zoo dringend, dat de psychologie de grondslag moet zijn van ons weten. Ieder zwakzinnig kind heeft zijn eigen behoeften, zijn eigen tempo, zijn eigen reactie. Velen voelen bij intuïtie wat elk kind noodig heeft, maar nog meerderen hebben behoefte aan de studie van geest en ziel der abnormalen. '.
,
..,
r +~
~~-// r.. l~v'~ .-r 7_l.
tt
-
/..4' ~ r♦
! .4 l
,, 4 I
S P,
t ~ {I
elf* :t.01
t r v D
^v .
DE TWEDE STLIDIEKLIRSLIS
36
Tot deze studie wil onze cursus inleiden. Staat de psychologie op den voorgrond, daarnaast wil ik bijzonder wijzen op de sociologie in verband met onze behandeling van zwakzinnigen, d.i. wat die groep voor invloed ondervindt van en uitoefent op de maatschappij. En dan komen we er steeds meer toe te zien, dat deze invloed zeer groot is. We weten, dat armoede, misdaad, prostitutie en vele andere maatschappelijke kwalen onder zwakzinnigen welig tieren, maar van het nauwere verband daar tusschen weten we nog weinig af. Voor enkele jaren is daarnaar in Engeland een diep.gaand en ernstig onderzoek ingesteld door Lewis en het resultaat daarvan is neergelegd in een lijvig rapport, waaruit o.m. de volgende conclusies worden getrokken: 1. imbecillen en idioten heeft men in alle (welstands) lagen der maatschappij; 2. de hooger staande geestelijk misdeelden (debielen) het meest bij de minst-gesitueerden. 3. op het platteland veel meer zwakzinnigen dan in de steden (zoowel bij jong als oud, zoowel imbecillen als debielen) . 4. lichamelijke gebreken gaan vaak gepaard met geestelijke defecten. 5. er bestaat een groote samenhang tusscheni bovengenoemde maatschappelijke kwalen en zwakzinnigheid. Nog tal van andere conclusies vermeldt het rapport en het doet bij den lezer de vraag rijzen: Is zwakzinnigheid een symptoom van deze misstanden of misschien de oorzaak? Maar dan heeft ook de zwakzinnigheid als maatschappelijk verschijnsel een veel, veel grootere beteekenis, dan wij er aan plegen toe te kennen. Onderzoekingen in ons land in die richting zullen ons werk verruimen en in belangrijkheid doen toenemen. Wanneer men aan den eenen kant kent de groote beteekenis van het individu, aan den anderen kant dat van de groep in de samenleving, dan is het van het grootste belang, dat wij het vraagstuk verder brengen. Ook hierbij wil de cursus Uw hulp zijn. En al zijn er sceptici, die de schouders ophaleni voor de moeite, die wij besteedden, die door de eeuwen heen geen vooruitgang kunnen zien, dan stellen wij daar, al was het maar dat ééne tegenover, dat wij thans grooter waarde hechten aan het individu, dan ooit het geval was. En wij kunnen wijzen op onze houding tegenover de z.g. onvolwaardigen. Als wij de vooruitgang zoo zien, juist in de behandeling van de misdeelden, legt ons dat de verplichting op, om ons zelf meer te volmaken en te weten te komen, wat wij noodig hebber voor onze taak. En dan prijs ik mijzelf gelukkig en voel ik mij bijzonder bevoorrecht op dit oogenblik Inspecteur van het Buitengewoon Onderwijs te zijn. Want de groote belangstelling voor deze cursussen vijf en zeventig leerkachten lieten zich inschrijven, terwijl er maar
DE TWEDE STLIDIEKLIRSLIS
37
dertig geplaatst konden worden is een heerlijk bewijs, dat gij niet tevreden zijt, niet wegdut in een zekere zelfgenoegzaamheid, maar Uw volle aandacht wilt wijden aan alles wat onze zaak verder kan brengen. Van harte hoop ik, dat deze cursus er toe moge bijdragen, ons hooge ideaal meer naderbij te komen. Als wij gezamenlijk ons best doen, zal het ons gelukken minderwaardigen een beetje gelukkiger leven te geven. Hierna was de openingsplechtigheid afgeloopen en vingen de eerste colleges aan.
Programma voor de lessen (5 uren) in Erfelijkheidsleer door joh. v.d. Spek, geneeskundige voor zenuwen zielsziekten, Heemstede. Erfelijkheid. Wat er onder verstaan moet worden. Gelijkheid der individuen. Tweelingen. Het onderlinge verschil. De variatiebreedte der eigenschappen. Erfelijkheid en milieu en opvoedingoefening; 't wijder milieu. Erfelijkheid van lichamelijke en geestelijke; normale, gezonde en afwijkende, zieke eigenschappen. Erfelijke aanleg als grondslag en verschijningsvorm als uitgroei: Ontplooiingsmogelijkheid. Degeneratie. Zwakzinnigheid als erfelijke eigenschap; als degeneratie verschijnsel door kiembeschadigingen. Kiemvergiften en kiembeschadigingen. Regeneratie. Zwakzinnigheid áls degeneratie-verschijnsel door copulativogene correlatiestoornissen. Inteelt en raskruising. Kakogenetische stamlijsten. Mendels regels. De theoretische grondslagen der erfelijkheidsleer. De stoffelijke grondslag der erfelijkheid. De erfelijkheidsregels bij den mensch. Eugenese. Ontwikkeling. De samenstelling der bevolking en der maatschappij. De verschuivingen. Het uitschakelen van minderwaardig kiemplasma. Geneeskundig overleg (onderzoek) vóór het engagement (huwelijk). Het programma der eugenese. Aanbevolen Nederl. literatuur: M. A. v. Herwerden, Erfelijkheid en Eugenetiek, Amsterdam. 1929. P. J. Waardenburg: De biologische achtergrond van milieu, aanleg en opvoeding. Groningen. 1927.
Programma van 24 lessen in Kindergebreken door Dr. Arie Querido, Geneesheer Endegeest, Oegstgeest. 1. Inleiding. 2. Verdeeling der kinderlijke geestelijke afwijkingen in: organisatiefouten en functie-fouten.
DE TWEDE STLIDIEKLIRSLIS
38
De organisatie-fouten (Zwakzinnigheid en vroegtijdige organische dementie) . Oorzaken. Lichamelijke kenmerken. Geestelijke verschijnselen (waaraan vooraf gaat bespreking van het intellect-begrip). 4. De functie-fouten. (Neuropathie, psychopathie, „Moeilijke kinderen"). Inleiding in de algemeene neurosenleer. Toepassing op de afwijkingen in de kinderlijke ontwikkeling. Bespreking van gevallen en van bijzondere ziekte-beelden. 5. Algemeene prophylaxe. Voor zoover mogelijk zullen bij de behandeling van verschillende onderwerpen patienten worden gedemonstreerd. 3.
Programma van 24 lessen in Paedagogiek door Prof. Dr. R. Casimir, Hoogleeraar in de Paedagogiek, 's-Gravenhage. 1. De methode der opvoedkunde. 2. De hulpwetenschappen der opvoedkunde. Het economisch en sociologisch element in de opvoedingsleer. 3. De hoofdstroomingen in de geschiedenis der opvoedkunde, in verband met de doelstelling. 4. De persoonlijkheid van den opvoeder. (Voor die van het kind zij verwezen naar de psychologie.) 5. De hoofdvragen der middelenleer. Het zal den leider aangenaam zijn, het zesde deel, dat hij als het hoofddeel beschouwt, met de leden van de cursus uit te werken, onder gebruikmaking van door hen waargenomen klinische gevallen, of ook door hen bewerkte literatuur. MININNINI.
BERICHTEN. Rotterdam. Het kollege van B. en W. zal binnenkort aan de Raad een voorstel doen tot aanstelling van een ambtenaar voor de nazorg voor oud-leerlingen van openbare- en biezondere scholen voor zwakzinnigen.
's-Hertogenbosch. 27 November vergaderde onder voorzitterschap van de burgemeester F. J. van Lanschot de afdeling NoordBrabant van de Vereniging. van Nederlandse Gemeenten ter bespreking van het onderwerp: B.L.O. voor Zwakzinnige kinderen.
BERICHTEN
39
Het mag zeker een verblijdend verschijnsel genoemd worden. dat een dergelijke zeer druk bezochte vergadering dit onderwerp behandelde, waartoe inleidingen gehouden werden door Dr. C. T. Kortenhorst en G. A. E. Christ. Onder leiding van de geestdriftige voorzitter had de vergadering een zeer geanimeerd verloop en stellig hebben de beide uitnemende inleidingen en de daarop gevolgde bespreking het doel der bijeenkomst, nl. samenwerking van het provinciaal bestuur met de gemeentebesturen om te komen tot een betere voorziening van dit onderwijs, naderbij gebracht. De burgemeesters van Helmond en Waalwijk wezen op de plannen tot oprichting ener school in hun gemeenten. Ten slotte werd een uitgebreide studie-commissie benoemd met G. A. E. Christ te Udenhout als secretaris. De „Vereniging tot bevordering van het Chr. Onderwijs aan achterlike en zenuwachtige kinderen" hield 23 November 1.1. te Utrecht een ledenvergadering. Er werden twee inleidingen gehouden, n.l. van P. Eisses over: Godsdienstonderwijs aan zwakzinnigen en van A. J. Calliber over „Richtingen en Stromingen". De laatste inleider meent blijkens zijn stellingen, dat de oefening van de hand bij ons onderwijs te veel verwaarloosd is, doch de tans komende reaksie haar gevaren heeft. Verder mogen individueel- noch klassikaal onderwijs een dogma worden en behoort de nazorg niet tot de taak der school noch tot die van de onderwijzer. Amersfoort. De O.L. school voor B.O. te Amersfoort is tans ondergebracht in een schoolgebouw aan de Puntenburgerlaan. Deze school is geheel ingericht voor de biezondere bestemming. Er is o.a. een keurig ingerichte keuken; er zijn flinke arbeidslokalen, ruime, goed gemeubileerde leslokalen, een grote gymnastiekzaal met de nodige werktuigen, een apart hulpgebouw voor de bezinkingsklasse op hetzelfde terrein als de school, tenslotte een ruime speelplaats, gedeeltelik overdekt. Arnhem. Het hoofd der buitengewone school voor l.o. heeft aan B. en W. verzocht een extra-crediet toe te staan ten behoeve van de imbecillenklasse. B. en W. herinneren er aan, dat in de laatste jaren ook te Arnhem maatregelen werden genomen, opdat het buitengewoon onderwijs aan zijn sociale taak zou kunnen voldoen. Zoo werd georganiseerd de regeling van de nazorg en van de avondverzorging der oud-leerlingen. Ook werd getracht voor de imbecillen', ondergebracht in „de bezinkingsklasse" het onderwijs of beter „de maatschappelijke opvoeding" te verbeteren, ten einde te trachten hun een nuttig en menswaardig bestaan te geven en daardoor veel sociale ellende te voorkomen. Meer en meer wordt inge-
DE TWEDE STL[DIEKL[RSLIS
38
De organisatie-fouten (Zwakzinnigheid en vroegtijdige organische dementie). Oorzaken. Lichamelijke kenmerken. Geestelijke verschijnselen (waaraan vooraf gaat bespreking van het intellect-begrip). 4. De functie-fouten. (Neuropathie, psychopathie, „Moeilijke kinderen"). Inleiding in de algemeene neurosenleer. Toepassing op de afwijkingen in de kinderlijke ontwikkeling. Bespreking van gevallen en van bijzondere ziekte-beelden. 5. Algemeene prophylaxe. Voor zoover mogelijk zullen bij de behandeling van verschillende onderwerpen patienten worden gedemonstreerd. 3.
Programma van 24 lessen in Paedagogiek door Prof. Dr. R. Casimir, Hoogleeraar in de Paedagogiek, 's-Gravenhage. 1. De methode der opvoedkunde. 2. De hulpwetenschappen der opvoedkunde. Het economisch en sociologisch element in de opvoedingsleer. 3. De hoofdstroomingen in de geschiedenis der opvoedkunde, in verband met de doelstelling. 4. De persoonlijkheid van den opvoeder. (Voor die van het kind zij verwezen naar de psychologie.) 5. De hoofdvragen der middelenleer. Het zal den leider aangenaam zijn, het zesde deel, dat hij als het hoofddeel beschouwt, met de leden van de cursus uit te werken, onder gebruikmaking van door hen waargenomen klinische gevallen, of ook door hen bewerkte literatuur.
BERICHTEN. Rotterdam. Het kollege van B. en W. zal binnenkort aan de Raad een voorstel doen tot aanstelling van een ambtenaar voor de nazorg voor oud-leerlingen van openbare- en biezondere scholen voor zwakzinnigen. 's-Hertogenbosch. 27 November vergaderde onder voorzitterschap van de burgemeester F. J. van Lanschot de afdeling NoordBrabant van de Vereniging . van Nederlandse Gemeenten ter bespreking van het onderwerp: B.L.O. voor Zwakzinnige kinderen.
BERICHTEN
39
Het mag zeker een verblijdend verschijnsel genoemd worden. dat een dergelijke zeer druk bezochte vergadering dit onderwerp behandelde, waartoe inleidingen gehouden werden door Dr. C. T. Kortenhorst en G. A. E. Christ. Onder leiding van de geestdriftige voorzitter had de vergadering een zeer geanimeerd verloop en stellig hebben de beide uitnemende inleidingen en de daarop gevolgde bespreking het doel der bijeenkomst, nl. samenwerking van het provinciaal bestuur met de gemeentebesturen om te komen tot een betere voorziening van dit onderwijs, naderbij gebracht. De burgemeesters van Helmond en Waalwijk wezen op de plannen tot oprichting ener school in hun gemeenten. Ten slotte werd een uitgebreide studie-commissie benoemd met G. A. E. Christ te Udenhout als secretaris.
De „Vereniging tot bevordering van het Chr. Onderwijs aan achterlike en zenuwachtige kinderen" hield 23 November 1.1. te Utrecht een ledenvergadering. Er werden twee inleidingen, gehouden, n.l. van P. Eisses over: Godsdienstonderwijs aan zwakzinnigen en van A. J. Calliber over „Richtingen en Stromingen". De laatste inleider meent blijkens zijn stellingen, dat de oefening van de hand bij ons onderwijs te veel verwaarloosd is, doch de tans komende reaksie haar gevaren heeft. Verder mogen individueel- noch klassikaal onderwijs een dogma worden en behoort de nazorg niet tot de taak der school noch tot die van de onderwijzer. Amersfoort. De O.L. school voor B.O. te Amersfoort is tans ondergebracht in een schoolgebouw aan de Puntenburgerlaan. Deze school is geheel ingericht voor de biezondere bestemming. Er is o.a. een keurig ingerichte keuken; er zijn flinke arbeidslokalen, ruime, goed gemeubileerde leslokalen, een grote gymnastiekzaal met de nodige werktuigen, een apart hulpgebouw voor de bezinkingsklasse op hetzelfde terrein als de school, tenslotte een ruime speelplaats, gedeeltelik overdekt. Arnhem. Het hoofd der buitengewone school voor l.o. heeft aan B. en W. verzocht een extra-crediet toe te staan ten behoeve van de imbecillenklasse. B. en W. herinneren er aan, dat in de laatste jaren ook te Arnhem maatregelen werden genomen, opdat het buitengewoon onderwijs aan zijn sociale taak zou kunnen voldoen. Zoo werd georganiseerd de regeling van de nazorg en van de avondverzorging der oud-leerlingen. Ook werd getracht voor de imbecilleni, ondergebracht in „de bezinkingskiasse" het onderwijs of beter „de maatschappelijke opvoeding" te verbeteren, ten einde te trachten hun een nuttig en menswaardig bestaan te geven en daardoor veel sociale ellende te voorkomen. Meer en meer wordt inge-