DE TURKS-ISRAËLISCHE BETREKKINGEN: EEN ONHERSTELBARE BREUK OF TIJDELIJKE WROK?
Masterproef, voorgelegd voor het behalen van de graad van Master in de Oosterse Talen en Culturen door KHALDOUN AL CHIHABI Promotor: PROF. DR. GINO SCHALLENBERGH
Universiteit Gent
Scriptiebegeleider : prof. dr. Gino Schallenbergh Co-begeleider : prof dr. Giovanna Lelli Malekera E-mail auteur
:
[email protected]
2
Masterthesis / Arabistiek en Islamkunde Auteur: Kh. Al Chihabi Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika Jozef Plateaustraat 22 9000 Gent, België
3
INHOUDSOPGAVE ABSTRACT .......................................................................................................................................................... 7 INLEIDING ......................................................................................................................................................... 9 1 SCHETS VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE RELATIE TUSSEN BEIDE STATEN SINDS DE OPRICHTING VAN DE STAAT ISRAËL IN 1948 ............................................................................................................................... 12
2
1.1
1949-1989 (Begin van de betrekkingen tussen Ankara en Tel Aviv) ............................................... 12
1.2
1990-2002 (Van toenadering naar strategisch partnerschap) ........................................................ 12
1.3
November 2002 (AK-partij komt aan de macht) ............................................................................. 14
HOE EN WANNEER BEGINNEN DE RELATIES TUSSEN BEIDE STATEN PROBLEMATISCH TE WORDEN? 16 2.1
Gaza-oorlog 2008: de eerste ernstige breuk tussen Ankara en Tel Aviv......................................... 16
2.2
Davos-conferentie: begin van mediaoorlog tussen beide landen................................................... 18
2.2.1 Dimensies van de Davos-zitting: een Turks pro-Palestijns beleid of een omwenteling naar een nieuw extern beleid? .............................................................................................................................. 20 2.2.2 2.3
De Turkse rol in de ogen van de Arabische landen ................................................................. 23
Mediaoorlog tussen Turkije en Israël ............................................................................................. 27
2.3.1
Israëli’s niet meer welkom in Turkije ...................................................................................... 27
2.3.2
Wederzijdse herinneringen ..................................................................................................... 27
2.3.3
Turkse tv-series als belichaming van de Palestijnse werkelijkheid & gevolg van vernedering 28
2.4 De Israëlische aanval op de Vrijheidsvloot: een serieuze diplomatieke crisis tussen Tel Aviv en Ankara …………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 30
3
2.4.1
Reactie van Turkije en de wereld na de Israëlische aanval op de Vrijheidsvloot .................... 32
2.4.2
Confrontatie op het Turkse schip Mavi Marmara ................................................................... 34
2.4.3
De gevolgen van de Israëlische aanval op de Vrijheidsvloot .................................................. 36
POGINGEN TOT HERSTEL VAN DE DIPLOMATIEKE CRISIS ..................................................................... 41 3.1 Turks initiatief voor het herstellen van de relatie: Turkije helpt Israël met het blussen van de bosbranden op Jabal Karmel ...................................................................................................................... 41 3.2
Ontmoeting in Genève .................................................................................................................... 42
3.3
Israël bereid om compensatie te betalen aan Turkije, maar…?!..................................................... 43
3.4
Turkije hernieuwt zijn eis voor verontschuldiging........................................................................... 44
4 VISIES IN DE VERENIGDE STATEN, ISRAËL EN TURKIJE OP DE HUIDIGE CRISIS TUSSEN ANKARA EN TEL AVIV ................................................................................................................................................................. 46 4.1
Hoe kijken de Verenigde Staten naar de huidige betrekkingen tussen Ankara en Tel Aviv? .......... 46
4.2
Het standpunt van de Israëlische elite over de diplomatieke crisis ................................................ 49
4.2.1
Het nieuwe externe beleid van Turkije in de ogen van Israël ................................................. 49
4.2.2
Debat binnen Israël over de relatie met Turkije...................................................................... 50 4
4.3
5
6
Het Turkse standpunt ten aanzien van de relatie Ankara-Tel Aviv ................................................. 53
4.3.1
Volgens de elite ...................................................................................................................... 53
4.3.2
Volgens de Turkse regerende partij ........................................................................................ 56
DE TURKS-ARABISCHE CONVERGENTIE: GEVOLG VAN DE TURKS-ISRAËLISCHE DIVERGENTIE? ......... 59 5.1
Hoe kijken Turken en Arabieren naar elkaar? ................................................................................. 60
5.2
Hoe zien de Turks-Arabische betrekkingen er nu uit? .................................................................... 61
5.2.1
Turkije overheerst de media in de Arabische wereld ............................................................. 64
5.2.2
Turkije schaft visumplicht af voor de burgers van verschillende Arabische landen ............... 68
5.2.3
De Turks-Arabische economische relaties............................................................................... 71
5.2.4
Turkje en Syrië: van conflict naar samenwerking .................................................................... 72
5.3
Hoe reageert Israël op de Arabisch-Turkse toenadering? .............................................................. 80
5.4
De Turks-Arabische convergentie als alternatief voor toetreding tot de EU? ............................... 85
BESLUIT ................................................................................................................................................... 92 6.1
Wie is verantwoordelijk voor de verslechtering van de relaties tussen beide staten? .................. 92
6.2
Israël raakt meer geïsoleerd in de regio ......................................................................................... 93
6.3
Turkije wint meer geloofwaardigheid in de Arabische en islamitische wereld............................... 94
6.4
Is er nu nood aan een herstel van de relaties tussen beide staten? .............................................. 95
6.5
Slotconclusie .................................................................................................................................... 97
BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................................................. 99
5
Voorwoord
Deze scriptie is geschreven ter afronding van mijn masterstudie Oosterse Talen en Culturen aan de Universiteit Gent, vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika. De voorbije jaren hebben enkele personen mij met raad en daad bijgestaan, hetgeen heeft bijgedragen tot de voltooiing van mijn studie.
Allereerst wil ik de dienst informatie op de Turkse ambassade in Caïro bedanken voor de opmerkingen over enkele hoofdpunten in verband met de inhoud van mijn thesis. Ik verbleef er tijdens het eerste semester 2011 aan het Nederlands-Vlaams Instituut. Verder spreek ik mijn speciale dank uit aan mijn docenten prof. dr. Giovanna Lelli Malekera, prof. dr. Caroline Janssen en prof. dr. Jo Van Steenbergen. Uiteraard ben ik ook dank verschuldigd aan mijn familie en vrienden die mij steeds gestimuleerd en gesteund hebben in mijn studie. Tevens wil ik mijn vriend Jeroen Dubois, attaché op het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Brussel bedanken voor zijn inhoudelijke opmerkingen die van belang waren bij het tot stand komen van de eindversie van mijn masterscriptie.
Mijn speciale dank gaat uit naar mijn begeleider prof. dr. Gino Schallenbergh voor zijn kritiek en steun bij het schrijven van deze scriptie.
6
ABSTRACT This paper discusses the deterioration of Turkish-Israeli relations since 2008. Turkey was the first Muslim country to recognize Israel. Both countries maintained good bilateral relations until 2008 when Israel conducted its war against the Gaza strip. From then on the relationship between Tel Aviv and Ankara began to crumble. Turkey did not hesitate to condemn the Israeli war on Gaza, which claimed lives of more than 1350 Palestinians and left 1000 wounded. Turkey considered the Israeli attack a destructive force in the peace process in the whole region after all the effort Turkey exerted to bring all the parties in the Middle East closer. The incident of Davos Economic Forum in Switzerland and hereafter the erupting of a media war between Tel Aviv and Ankara came to entrench the split in the diplomatic crisis between the two countries. All that led ultimately to the insulting of the Turkish ambassador in Tel Aviv. Turkey reacted heavily and threatened to cut off relations between the two countries unless Israel apologized within twenty-four hours. The assault conducted by the Israeli commando units on a Turkish ship (Marmara), which was heading for relief of the Gaza strip, deepened the crisis in relations between the two countries. Nine Turkish activists were killed in the attack making the Turkish street rise against Israel. I will also deal with the attempts of remedying the relation between the two countries, that were not fruitful so far. Then, I will list the viewpoints of the elite in both countries and point out the American role in bringing the two allies closer. The second last chapter gives an image of Arab-Turkish convergence. It analyses whether this results from the deterioration in the Turkish-Israeli or as a substitute for the membership of the EU. I will conclude with my own view on the future of the relations between Ankara and Tel Aviv, having regard to the current political situation in the region.
7
العالقات التركية اإلسرائيلية إلى أين؟
بحثي هذا يتناول تدهور العالقات التركية اإلسرائيلية بد ًء من عام ٨٠٠٢باالعتماد على مصادر إعالم عربية وغير عربية. بدايةً سأوضح كيفية بناء العالقات تدريجياً منذ عام ٩١٩١حيث تركيا كانت أول دولة مسلمة تعترف بقيام دولة إسرائيل والحليف األوحد لها في الشرق األوسط. بعد ذلك سأشرح خطوات انهيار العالقات بين البلدين وهي تبرز في عدة مراحل أولها كانت الحرب اإلسرائيلية على غزة و التي راح ضحيتها أكثر من ألف وثالثمائة قتيل فلسطيني و خمسة آالف جريح .حيث لم تتوان تركيا بالتنديد على هذا الهجوم اإلسرائيلي واعتبرته نسف لعملية السالم في المنطقة بأكملها بعد كل الجهد التي بذلته تركيا بين جميع األطراف في المنطقة وخاصةً فيما يتعلق بالمحورين الفلسطيني اإلسرائيلي والسوري اإلسرائيلي. منتدى دافوس االقتصادي في سويسرا جاء ليرسخ الشرخ بين البلدين حيث جلس الرئيس اإلسرائيلي شمعون بيريز يدافع عن حربه على غزة و بنظراته الحادة لرئيس الوزراء التركي رجب طيب أردوغان ينتقد بيريز موقف تركيا العدائي تجاه دولة إسرائيل. أردوغان لم يُ ْعطَى له الوقت الكافي للرد على بيريز فينسحب من المؤتمر بعد إشادة كالمية مع نظيره اإلسرائيلي واصفاً إياه وحكومته اإلسرائيلية بقاتلي األطفال على شواطئ غزة. بعد حادثة دافوس تنشب حرب إعالمية بين البلدين تنتهي بإهانة السفير التركي في تل أبيب إِ ْث َر أعمال تلفزيونية درامية تركية تتناول األوضاع المأساوية للفلسطينيين من قبل الجيش اإلسرائيلي .تركيا تغضب بشدة على هذه اإلهانة وته ّدد بقطع العالقات بين البلدين إن لم تعتذر إسرائيل خالل األربعة والعشرين ساعة. ويأتي بعد ذلك االعتداء الذي نفذته وحدات كوماندوس إسرائيلية على سفينة مرمرة التركية ( أكبر سفن أسطول الحرية الذي كان متجها ً إلمداد غزة بالمعونات) فتتعمق األزمة في العالقات بين البلدين ويسقط تسعة نشطاء أتراك في هذا الهجوم ِم ّما يجعل الشارع التركي بأكمله يثور ضد إسرائيل. ت بشيء حتى اآلن و بعد ذلك سأعكس وجهات النظر عند كما أنني سأتناول محاوالت اإلصالح في العالقات بين البلدين التي لم تأ ِ النخبة في كال البلدين وأشير إلى الدور األمريكي للتقريب بين الحليفين ...الفصل ما قبل األخير يعطي صورة عن مدى التقارب التركي العربي وفيما إذا كان ذلك نتيجة لتدهور العالقات التركية اإلسرائيلية أم أنها بديل للشراكة التركية مع اإلتحاد األوربي ... وفي النهاية سأقدم رؤيتي في مستقبل العالقات بين تل أبيب وأنقرة وفقا ً للمعطيات السياسية الراهنة في المنطقة.
خـلـدون الشــــهـابــي رسالة ماجيستير في العلوم العربية واإلسالمية قسم الشرق األوسط
17نيسان /أبريل 2012 جــامــعـــة غــنــت -بلــجـــيـــكـــا
8
INLEIDING
In deze thesisscriptie bespreek ik de ondergang van de Turks-Israëlische betrekkingen sinds 2008 tot op de dag van vandaag. Ik ga eerst een korte schets geven over de geschiedenis van de relatie tussen Turkije en Israël sinds de oprichting van de Staat Israël in 1949 tot 2008, wanneer Israël zijn oorlog lanceerde tegen de Gazastrook als reactie op de raketten die de Hamas-beweging had afgevuurd op het zuiden van Israël. Deze oorlog was de eerste breuk tussen Tel Aviv en Ankara, of misschien het begin van het einde van de strategische relatie tussen beide staten. Binnen het kader van de politieke gegevens onderzoek ik de belangrijkste factoren die de diplomatieke crisis tussen Ankara en Tel Aviv tot stand hebben gebracht. Mijn interesse vloeit voort uit de opmerkelijke rol die Turkije nu speelt in de regio van het Midden-Oosten in het algemeen en in de regio van Syrië-Palestina in het bijzonder. Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan hoe de crisis tussen Israël en Turkije zich evolueerde en het is daarom in de eerste plaats een zoektocht naar de belangrijkste en meest fundamentele factoren die een grote kloof tussen beide staten hebben doen ontstaan. Deze kloof leidde tot een omwenteling in het buitenlandse beleid van Turkije ten aanzien van Israël onder leiding van de ‘Adalet ve Kalkınma Partisi (Rechtvaardigheids- en Ontwikkelingspartij, AK-partij)’. Deze omwenteling doet ons veel vragen stellen: Langs de ene kant, wat deed Turkije een vijandige politiek voeren tegen Israël? Wanneer begon Israël zijn enige islamitische bondgenoot in de regio te verliezen? Was dat een geleidelijk proces? Is het nog mogelijk om de betrekkingen tussen beide staten te herstellen? Hoe ziet de toekomst van de relatie tussen Ankara en Tel Aviv eruit? Langs de andere kant, heeft de Arabisch-Turkse convergentie te maken met de Israëlisch-Turkse divergentie? Is het misschien een gevolg hiervan? Hoe is deze toenadering gekomen tussen Turkije en de Arabische wereld in het algemeen en de regio Syrië-Palestina in het bijzonder? Wat zijn de vormen van deze convergentie en wat zijn de gevolgen hiervan op de regio in het Midden-Oosten? Hoe reageert de Arabische wereld op de Turkse rol in de regio? Is er nu misschien nood aan een herstel van de Israëlisch- Turkse betrekkingen opdat beide staten, de recente uitdagingen veroorzaakt door de Arabische Lente gemakkelijk zouden kunnen overleven? In dit onderzoek licht ik de fasen van de ondergang van de Turks-Israëlische relaties toe met de bedoeling de invloed hiervan te bestuderen op de Turkse relatie met de Arabische staten. Op deze wijze probeer ik in mijn thesisscriptie ook te onderzoeken of de Turks-Arabische convergentie te 9
interpreteren is als een gevolg van de Turks-Israëlische divergentie. Ik wil hiervoor op zoek gaan naar de redenen waarom Turkije zich concentreerde op de verbetering van zijn relaties met de Arabische staten, ten koste van zijn relatie met Israël en het Westen.
Het is van belang aan te geven dat het huidige Turkije niet langer het Turkije is dat we tot nu toe kenden. Turkije maakt zich meer en meer los van zijn trouwe bondgenoot de Verenigde Staten en gaat op een rationelere manier spelen met de kaarten van het externe beleid in de regio. Turkije is nu één van de internationale krachten die invloed heeft op het evenwicht van de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten. Mustafa Kemal ‘Atatürk’, de grondlegger en eerste president van de Republiek Turkije, had de banden met de Arabische staten in het Midden-Oosten verbroken. Hij heeft het staatsbeleid en vooral het onderwijs aangewend om de Europese droom ingang te doen vinden in de verbeelding van de Turkse bevolking. Reeds vier generaties menen tot nu toe dat Turkije niet tot het Midden-Oosten hoort. De huidige regerende AK-partij in Turkije heeft zich ernstig toegelegd op het hervormingsproces noodzakelijk voor toetreding tot de EU. Deze inzet van de AK-partij wordt gezien als het meest effectieve proces in de richting van democratisering dat de Turkse Republiek ooit heeft meegemaakt.1 Dankzij haar succes in de democratisering heeft Turkije grote sprongen kunnen maken in zijn interne en externe beleid. Turkije is zich hierdoor ook bewust van het feit dat het zijn belangen enkel kan realiseren via een zelfstandige strategie, die soms in strijd is met het beleid van Washington en Tel Aviv. De Gaza-oorlog in 2008 en daarna de aanval door Israël op de Vrijheidsvloot in mei 2010 vormde de aanzet tot een nieuwe dynamiek in het Midden-Oosten. Deze dynamiek heeft als doel de huidige kaart van de regio te veranderen, een regio waarin nieuwe evenwichten ontstaan die een grote rol gaan spelen. De AK-partij kwam eind 2002 aan de macht en heeft sindsdien geijverd om Turkije via een nieuwe positie en rol terug op de wereldkaart te plaatsen. Om dat te kunnen realiseren gelooft de AK-partij dat Turkije voor goede banden moet zorgen met veel staten en dat het op dezelfde afstand van elke as moet staan. Turkije treedt toe tot een strategisch partnerschap met Syrië, streeft ernaar om dezelfde relatie te hebben met Iran, zoekt ook toenadering tot de Hamas-beweging en neemt het op voor de Palestijnse zaak. Tel Aviv beschouwt Turkije als gevolg van de weg die het nu volgt niet
1
K. Yildiz & M. Muller, The European Union and Turkish Accession, p.xvi. (Foreword: Noam Chomsky), Pluto Press, Londen, 2008.
10
langer als een bondgenoot, maar veeleer als een vijand.2
Graham Fuller, een Amerikaans auteur en politiek analist, benadrukt het historische feit, dat de Republiek Turkije tot het einde van de Koude Oorlog een ware vriend van de Verenigde Staten was. Beide staten werkten voor hun wederzijdse belangen altijd samen, waarbij Turkije altijd vrijwillig de geopolitieke doelstellingen van de Verenigde Staten in de regio diende.
De spanning in de Turks-Israëlische betrekkingen zal zonder twijfel de taak van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten bemoeilijken, want Turkije en Israël zijn voor Washington twee belangrijke regionale polen. Elk van beide heeft zijn eigen functionele rol binnen het Amerikaanse beleid in het Midden-Oosten, dat soms verschillend kan zijn naargelang zijn positie in de regio. De Amerikaanse interventie in de crisis tussen Israël en Turkije is een poging om binnen een nieuwe politieke constellatie te zorgen dat er een einde komt aan de spanning tussen beide staten. Het is echter duidelijk dat de Verenigde Staten zich met ernstige moeilijkheden geconfronteerd zien door de groeiende geschillen tussen Ankara en Tel Aviv, en door de verschillende prioriteiten die ze leggen.
Aangezien mijn onderzoek de hedendaagse geschiedenis betreft en vaak heel erg actueel wordt, zijn er uiteraard weinig geschreven academische bronnen. Dit heeft mij ertoe aangezet de bovenstaande vragen te beantwoorden aan de hand van mediabronnen samen met de academische referenties die op dit moment beschikbaar zijn. Bovendien heb ik met het oog op het afsluiten van mijn scriptie een duidelijke einddatum gesteld, namelijk eind april 2012. Tot slot wordt er soms in mijn tekst of in de citaten verwezen naar staten of overheden door aanduiding van een pars pro toto. Zo wordt Turkije of de Turkse overheid soms aangeduid als ‘Ankara’, de hoofdstad van Turkije waar ook de regering is gevestigd. Voor wat Israël betreft, is er minder eenvormigheid. (Vooral) in de Turkse en Arabische pers wordt er soms verwezen naar ‘Tel Aviv’, hoewel Israël zelf Jeruzalem als hoofdstad beschouwt, waarnaar door andere bronnen soms wordt verwezen. Beide worden soms door elkaar gebruikt, vaak arbitrair, zonder dat ik mij uitspreek over wat de meest (politiek) correcte verwijzing is.
2
Kh. Dilly, "Turkiyya wa ʾisrāʾīl, hal ʾintahā al-taḥluf al-ʾistrātījī? ", Al Jazeera, 12 juni 2010.
11
1
1.1
SCHETS VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE RELATIE TUSSEN BEIDE STATEN SINDS DE OPRICHTING VAN DE STAAT ISRAËL IN 1948 1949-1989 (BEGIN VAN DE BETREKKINGEN TUSSEN ANKARA EN TEL AVIV)
De nauwe banden tussen Israël en Turkije bestaan al lang. Turkije is de belangrijkste bondgenoot van Israël in het Midden-Oosten. Het heeft verreikende economische, diplomatieke en militaire banden met Israël. Turkije is het eerste land met een moslimmeerderheid dat Israël in maart 1949 erkent. Vanaf dan zijn beide staten hun relaties op veel gebieden nog meer gaan versterken. Beide staten kozen in de jaren vijftig van de vorige eeuw voor geheime betrekkingen en legden hiervoor de basis van een hecht partnerschap. Dat buitenlandse pact leidt tot een uitwisseling van informatie tussen de inlichtingendiensten, en een samenwerking voor militaire ontwikkelingen. Dat pact heeft later ook voor gemeenschappelijke publiciteitscampagnes gezorgd om de banden tussen beide volkeren te versterken.3 In 1969 heeft Turkije zich zelfs verzet tegen de beslissing van de Organisatie van de Islamitische Conferentie, gehouden in de Marokkaanse hoofdstad Rabat, waarin wordt opgeroepen tot een breuk in de diplomatieke betrekkingen met Israël. In 1985 en 1986 wisselden beide staten diplomaten uit. Turk Hava Yollari (Turkish Airlines) is dan ook begonnen met directe vluchten tussen Turkije en Israël. Als reactie hierop vielen twee mannen van Arabische afkomst de Neve Shalom-synagoge in Turkije binnen en schoten er 21 joden dood.4
1.2
1990-2002 (VAN TOENADERING NAAR STRATEGISCH PARTNERSCHAP)
In de jaren 1990 na het einde van de Koude Oorlog, zocht het Kemalistische Turkije naar partners in het Midden-Oosten, die zouden kunnen helpen om de groeiende uitdagingen op veiligheidsgebied ten aanzien van Iran, Irak en Syrië het hoofd te bieden. Israël was de perfecte keuze, want voornoemde staten vormden ook een dreiging voor Tel Aviv. Israël was bovendien een sterk pro-Westers staat met een aanzienlijke invloed in de Verenigde Staten.5 Israël kon in de jaren 1990 militaire technologie aan Turkije verstrekken. Het Westen had altijd terughoudend gereageerd om deze technologie te verkopen aan zijn NAVO-bondgenoot vanwege
3
"Timeline of Turkish-Israeli Relations, 1949–2006", The Washington Institute for Near East Policy, 2006. Ibidem. 5 E. Inbar, "Israeli-Turkish tensions and beyond", Turkish Policy Quarterly, (volume 8, nr.3), pp. 40-41 4
12
de controversiële oorlog van Ankara tegen de Koerdische opstandelingen. Als gevolg van de nieuwe politieke koers van Turkije en de positieve rol van Israël ging Ankara in 1992 zijn diplomatieke betrekkingen met Israël upgraden tot ambassadeursniveau. Beide staten ondertekenden ook talrijke bilaterale overeenkomsten, vele van strategisch belang.6 De schattingen over het jaarlijkse handelsvolume tussen de twee landen variëren van 100 tot 150 miljoen USD. Een verdere normalisatie tussen beide staten kwam er bij het ondertekenen van een belangrijk verdrag in juni 1992 waardoor toerisme tussen de twee landen gemakkelijker werd. In juli van datzelfde jaar bracht de Israëlische president Chaim Herzog een bezoek aan Istanbul. Daar werd de vijfhonderdste verjaardag van de officiële aanvaarding van de joden door het Ottomaanse Rijk herdacht en gevierd. In 1993 werd de Turks-Israëlische Business Council opgericht. In dat jaar ondertekenden de twee staten een overeenkomst waarmee paritaire comités van hoge ambtenaren werden gecreëerd om regionale dreigingen zoals terrorisme en fundamentalisme het hoofd te bieden. Beide staten werkten samen bij het verzamelen van inlichtingen over Syrië, Iran en Irak en kwamen regelmatig samen voor evaluaties met betrekking tot terrorisme en de militaire kracht van deze drie landen.7 De Israëlische president Ezer Weizman bezocht in 1994 Turkije. Dat was het eerste officiële bezoek ooit door een Israëlisch staatshoofd. Hij ondertekende verschillende overeenkomsten op het gebied van kunst, cultuur, onderwijs, wetenschap en sport. De onderhandelingen over een Turks-Israëlisch vrijhandelsakkoord begonnen datzelfde jaar. Het jaarlijkse handelsvolume tussen de twee landen steeg tot ongeveer 300 miljoen USD, en 200.000 Israëli's bezochten massaal de Turkse stranden en casino's. Het in april 1992 ondertekende protocol betreffende de samenwerking op defensiegebied werd geratificeerd. Specifieke gebieden werden afgebakend voor militaire samenwerking. Israël steunde in 1995 volop de geplande douane-unie van Turkije met de Europese Unie (EU). Israël was ervan overtuigd dat deze stap het islamitische fundamentalisme in Turkije zou beperken. De Israëlische ambassadeur Zvi Elpeleg kondigde aan dat Shimon Peres brieven had gestuurd naar diverse EU-leiders en -parlementsleden om die stap te ondersteunen. De islamitische Refah-partij die een anti-Israëlische campagne voerde, kreeg onder leiding van Necmettin Erbakan op 24 december van datzelfde jaar een meerderheid aan stemmen.8
6
Idem, pp.40-41. Ibidem. 8 Ibidem. 7
13
1996 stond in het teken van een aantal bijzondere militaire overeenkomsten tussen Turkije en Israël. Beide staten ondertekenden ondermeer een verdrag dat voorzag in de uitwisseling van militaire ervaring en gezamenlijke militaire opleidingen. Het Turkse luchtruim werd opengesteld voor Israëlische luchtmachtopleidingen. Afzonderlijke militaire oefeningen op elkaars grondgebied vonden plaats in aanwezigheid van waarnemers uit elk land. De Israëlische strijdkrachten (IDF) gingen de Turkse veiligheidstroepen aan de grens met Irak, Syrië en Iran adviseren en uitrusten. Turkije maakte datzelfde jaar zijn militaire samenwerking met Israël openbaar. Op 8 juni werd in de Syrische hoofdstad Damascus een top gehouden. Drie Arabische staten, met name Saoedi-Arabië, Egypte en Syrië, vroegen Turkije om zijn op 23 februari ondertekende militaire akkoord met Israël te herzien om "de betrekkingen als goede buurlanden" in de regio in stand te houden. Turkije ging daar niet op in en engageerde zich samen met Israël voor de gezamenlijke aanmaak van Popeye Ilucht-grond raketten ter waarde van 150 miljoen USD. Het jaar daarop trad de vrijhandelsovereenkomst in voege. In 1999 werd Turkije getroffen door een grote aardbeving, waarna Israël ging helpen met het herstellen van de infrastructuur in Turkije. Turkije en Israël ondertekenden in het jaar 2000 een overeenkomst waardoor Tel Aviv 50 miljoen m³ Turks water kon aankopen. Vertegenwoordigers van het Israëlische ministerie van Wetenschap, Cultuur en Sport en de Turkse Raad voor Wetenschappelijk en Technologisch Onderzoek (TUBITAK) ondertekenden in hetzelfde jaar in Ankara de eerste overeenkomst ter bevordering van de wetenschappelijke samenwerking tussen Israël en Turkije. Die overeenkomst werd om de twee jaar verlengd. De vertrekkende Turkse president Suleyman Demirel werd eveneens gevraagd om deel te nemen aan de commissie-Mitchell, opgezet om het uitbreken van de tweede Palestijnse Intifada te onderzoeken.9
1.3
NOVEMBER 2002 (AK-PARTIJ KOMT AAN DE MACHT)
De islamitische Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AK-partij) kwam in 2002 aan de macht na een grote overwinning bij democratische verkiezingen en portretteerde zichzelf als een bemiddelaar in het langdurige Israëlisch-Arabische conflict. Februari 2006 Nauwelijks één maand na de overwinning van de islamitische Hamas-partij in de Palestijnse parlementsverkiezingen ontving de Turkse president Abdullah Gül in Ankara de leider van Hamas,
9
Ibidem.
14
Khaled Meshaal. De internationale gemeenschap wou Hamas isoleren, maar Turkije verdedigde zijn contacten met de partij. Het was voor Ankara immers van essentieel belang een bemiddelende rol te kunnen spelen tussen Israël en de Arabieren.10 Mei-december 2008 Turkije organiseerde vijf ronden van Israëlisch-Syrische gesprekken in een poging om te komen tot een allesomvattend vredesakkoord in de regio. In ruil daarvoor moest Israël zich terugtrekken uit de Golanhoogvlakte. Deze gesprekken werden in december 2008 abrupt gestopt door de Israëlische aanval op de Gazastrook. Vanaf dat moment begon de relatie tussen de twee staten ernstig af te brokkelen. De oorlog van 2008 in de Gazastrook leidde tot een dieptepunt in de Israëlisch-Turkse betrekkingen.11
10 11
M. Chebil, "Tumultuous times: Turkish–Israeli relations over a decade", France 24, 31 mei 2010. Ibidem.
15
2
2.1
HOE EN WANNEER BEGINNEN DE RELATIES TUSSEN BEIDE STATEN PROBLEMATISCH TE WORDEN?
GAZA-OORLOG 2008: DE EERSTE ERNSTIGE BREUK TUSSEN ANKARA EN TEL AVIV
De evaluatie van de huidige situatie van de Turks-Israëlische betrekkingen dient te gebeuren vanuit een breder spectrum, dus niet alleen op basis van de geschiedenis van de relaties tussen beide staten. Ook andere factoren zijn bepalend geweest bij het vormgeven van de hedendaagse ontwikkelingen. De Gaza-oorlog, in Israël ‘Operation Cast Lead’ genoemd, brak uit op 27 december 2008 als een Israëlische reactie op de Kassam- en Grad-raketten door Hamas afgevuurd op Sderot en de westelijke Negev in Israël. Het Israëlische doel van deze militaire operatie was de ontmanteling van de infrastructuur van Hamas in de Gazastrook. Na een paar dagen van luchtaanvallen had Israël Hamas al een grote slag toegebracht. Veel wapenopslagplaatsen waren vernietigd. Hamasterroristen waren geliquideerd en hun tunnels plat gebombardeerd. 12 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) riep met Resolutie 1860 (2009) op tot een staakt-het-vuren. 13 Op 17 januari 2009, een week na de resolutie van de VN, riep Israël het einde van de Operation Cast Lead uit.14 Met zijn drie weken durend offensief in de Gazastrook wilde Israël een einde maken aan de aanvallen met Hamasraketten op de burgers in het zuiden van het land. Tussen twaalf- en dertienhonderd Palestijnen verloren het leven. Dat had een zeer negatief effect op de TurksIsraëlische betrekkingen, zowel op officieel niveau als in de verhoudingen tussen beide volkeren. Turkije reageerde al vanaf dag één van die oorlog razend op Israël. De AK-partij onder leiding van de Turkse premier Recep Tayip Erdoğan aarzelde niet om Israël onmiddellijk te veroordelen. Tijdens een zitting van het Turkse parlement gebruikte premier Erdoğan harde taal in zijn verwijzingen naar de Israëlische overheid.15 Erdoğan omschreef de houding van de Turkse overheid tegenover deze oorlog als volgt: “Ik spreek nu Ehud Barak en Tzipi Livni aan. U heeft hier een propagandaverkiezing van gemaakt, maar de geschiedenis zal u veroordelen en dit zal altijd gezien worden als een zwarte tijd in de geschiedenis van de menselijkheid… […] … Herinnert u zich dat, toen uw voorouders onrecht en vervolging ondergingen, wij degenen waren die hen ontvingen en hielpen.”16
12
"Operation Cast Lead (2008) ", Ynetnews, Tel Aviv, 29 december 2008. United Nations Security Council, “General Assembly resolution supporting the immediate ceasefire according to Security Council resolution 1860 (2009)”, 23 januari 2009. 14 “Operation Cast Lead (2008)”, Ynetnews, Tel Aviv, 29 december 2008. 15 “Turkiyya tudīn bishiddah al-ʿidwān al-īsrāʿīlī ʿalā Ghazzah”, Emirates News Agency, 27 december 2008. 16 http://www.youtube.com/watch?v=v0SDItf_yxM&feature=related, 8 januari 2009. 13
16
De scherpe Turkse reactie op het offensief was niet alleen het gevolg van het grote aantal slachtoffers onder de Palestijnen. Er was nog een andere reden waardoor Turkije boos werd op Israël. Ankara beschouwde de Israëlische aanval op de Gazastrook ook als een belediging voor Turkije.17 Enkele dagen voor deze militaire campagne had de Turkse premier Erdoğan zijn Israëlische partner Ehud Olmert ontvangen. Beiden hadden het over de vredesbesprekingen op twee assen: de Palestijns-Israëlische en de Syrisch-Israëlische as. Op die laatste as speelde Turkije onder leiding van premier Erdoğan een belangrijke rol waardoor hij in beide landen op vertrouwen kon rekenen. Een kleine, symbolische anekdote illustreert de wijzigende houding van Turkije: op een gegeven moment tijdens de Syrisch-Israëlische besprekingen stuurde Erdoğan zijn medewerker op verzoek van de Israëlische premier om een sigaar, ondanks het feit dat Erdoğan een gepassioneerd antiroker is. Niettemin lanceerde Israël een paar dagen later zijn Operation Cast Lead tegen de Gazastrook. Ankara vond dat Tel Aviv met deze militaire actie het vredesproces in de regio torpedeerde en een blijk van een minachting gaf omtrent de belangrijke rol die Turkije hierin speelde. Israël hield Turkije als bondgenoot evenmin op de hoogte van die plannen. Dit alles vormde in de ogen van de Turkse regering een belediging.18 Tijdens die drie weken durend oorlog bleef Ankara de Israëlische aanval constant veroordelen. Erdoğan ging zelfs zo ver door de uitzetting van Israël uit de VN te vragen wegens het negeren van de oproep om het offensief in de Gazastrook te stoppen. Onder het Turkse volk kwam daarnaast een grote solidariteit met de Palestijnen op gang. Enorme anti-Israëlische demonstraties overspoelden de straten in de grote steden van Turkije. De demonstranten verbrandden de Israëlische vlag en riepen ook anti-Israëlische en antisemitische slogans. Een aantal voorbeelden: “Do not buy from here, since this shop is owned by a Jew.” “Jews and Armenians are not allowed, but dogs are.” “Israel should no longer exist in the Middle East,” en “Stop Israeli massacres.” 19
In een aantal bekende winkels hingen borden waarop stond dat Joden niet werden bediend. De joodse gemeenschap in Turkije voelde zich aangevallen en de grootste synagoge in de stad Izmir werd voor alle veiligheid afgesloten. Die Turkse reactie was deels spontaan en deels officieel georganiseerd, tot het mobiliseren van schoolgaande kinderen toe, wat wijst op een politieke hand achter de schermen. De Turkse 17
J. Head, “Has Israel lost key Muslim ally Turkey?”, BBC News, Istanbul, 1 juni 2010. Idem, BBC News, 1 juni 2010. 19 O. Bengio, “Altercating Interests and Orientations between Israel and Turkey: A view from Israel”, Insight Turkey, (volume 11, nr.2), 2009, p.52. 18
17
bevolking had sympathie voor de Palestijnen. De Turkse regering ging die gevoelens van sympathie voor verschillende doeleinden manipuleren: propaganda maken voor de AK-partij bij de komende lokale verkiezingen, de aandacht van de militairen afleiden van het interne PKK-probleem en het vergroten van de Turkse rol in de Arabische en islamitische landen.20 De Turkse premier Erdoğan legde tijdens en na de Gaza-oorlog diplomatieke bezoeken af in verschillende Arabische landen om te komen tot een gemeenschappelijk Arabisch-Turks standpunt omtrent deze oorlog. Erdoğan schakelde zijn eigen adviseur, dr. Ahmet Davutoğlu, in om deel te nemen aan de onderhandelingen tussen Hamas en Israël waarin Egypte als bemiddelaar optrad. Turkije sloot zich snel aan bij de Doha-top om de Gaza-oorlog te bespreken. Turkse ziekenhuizen namen een aantal Palestijnse gewonden op. Hulpkonvooien werden naar de Gazastrook gestuurd. Zelfs de vrouw van de Turkse premier aarzelde niet om deel te nemen aan de solidariteitscampagne met de Gazastrook. Zij organiseerde ook een vergadering waarop een aantal islamitische en Arabische leiders werden uitgenodigd.21 Ondanks die retorische en emotionele reacties, vaardigde de Turkse overheid op dat moment geen sancties uit tegen Israël. Turkije riep bijvoorbeeld zijn ambassadeur te Tel Aviv niet terug naar Ankara, zoals in het verleden wel ooit was gebeurd. Op het moment dat Erdoğan Israël veroordeelde berichtten de media dat er toch een nieuwe wapenovereenkomst ter waarde van 167 miljoen USD ondertekend zou worden tussen Turkije en Israël.22
2.2
DAVOS-CONFERENTIE: BEGIN VAN MEDIAOORLOG TUSSEN BEIDE STATEN
Op 29 januari 2009 kreeg de Israëlisch-Turkse relatie tijdens een zitting op het World Economic Forum in de Zwitserse stad Davos een nieuwe deuk. De Turkse premier Erdoğan ging er in debat met de Israëlische president Shimon Peres, en de voormalige secretaris-generaal van de Arabische Liga en de voormalige Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, Amr Moussa. Shimon Peres verdedigde tijdens zijn speech de Israëlische oorlog tegen de Gazastrook. Volgens waarnemers hield president Peres een vlammend pleidooi voor de oorlog van Israël in de Gazastrook waarbij hij rechtstreeks uithaalde naar Erdoğan. De Turkse premier voelde zich geprovoceerd en formuleerde woedend een vlijmscherpe kritiek op de Israëlische regering.
20
Idem, p. 57. Ḥ. Muḥly, “Al-mawqif al-turkī mina al-ḥarb ʿalā Ghazzah wa āfāq dawr ʾistrātījī jadīd”, Al Jazeera study center, Doha, 15 januari 2009. 22 O. Bengio, idem, p.53. 21
18
Tel Aviv was uiterst verbaasd door deze scherpe Turkse reactie, volgens veel politici ongezien in zijn geschiedenis. Deze woorden van Erdoğan laten zien hoe erg de situatie tijdens de zitting toen was: “Meneer Peres. U bent ouder dan mij en u spreekt met een hoge stem. Deze manier van spreken is een uiting van een beschuldigende mens. Als we nu over het doden willen praten, dan kent u deze zaak heel goed. En ik weet ook heel goed hoe jullie de kinderen aan het strand van Gaza doden. Twee van de hoofdrolspelers binnen uw regering legden een volgens mij erg belangrijke verklaring af. Zij stelden dat “wanneer wij de Israëli’s met onze tanks de Palestijnse gebieden binnendringen, voelen wij ons enorm blij.” Ik kan u ze bij naam noemen, dus maakt u zich geen zorgen. Ik vind het vooral triestig dat de mensen hier voor u applaudisseren, want applaudisseren voor het doden van kinderen en mensen is – zo denk ik – een even grote misdaad tegen de menselijkheid. Nu kunnen we de waarheid niet meer verbergen…Meneer Peres. Het zesde gebod in de Thora zegt: “dood niet,” maar u doodt!” 23
Erdoğan wilde nog verder gaan, maar kreeg daar in zijn ogen onvoldoende ruimte voor. Tot grote woede van de Turkse leider wees de moderator het gezelschap erop dat het diner zou gaan beginnen. Erdoğan werd na 12 minuten dan ook onderbroken en besliste daarom het forum te verlaten met de woorden: “Ik kom nooit meer terug naar Davos”. Hij bleef de organisators ervan beschuldigen hem onvoldoende tijd te hebben gegeven voor zijn wederwoord, terwijl de Israëlische president Shimon Peres meer dan 25 minuten de oneerlijke oorlog tegen de Gazastrook kon verdedigen. Amr Moussa, de voormalige secretaris-generaal van de Arabische Liga, vond het optreden van Erdoğan begrijpelijk. Hij ging akkoord met de reactie van de Turkse premier Erdoğan en verwees naar het feit dat Israël nooit luistert of geluisterd had.24 Dat panelgesprek werd rechtstreeks uitgezonden en gesynchroniseerd op bekende Turkse en Arabische zenders, met een felle mediaoorlog tussen Israël en Turkije gevolg. Het panelgesprek vond zowel in Turkije als in de Arabische wereld veel weerklank.
23
N. Al-Rīhāny (red), “ʾAbʿād ʾinsiḥāb ʾIrdughān min Dāvos”, Al Jazeera, 2 februari 2009. “Stormy debate in Davos over Gaza, Turkish PM walks out after verbally clashing with Israeli president over Gaza war”, (Al Jazeera and Agencies), Al Jazeera English, 29 januari 2009. 24
19
2.2.1 DIMENSIES VAN DE DAVOS-ZITTING: EEN TURKS PRO-PALESTIJNS BELEID OF EEN OMWENTELING NAAR EEN NIEUW EXTERN BELEID? Erdoğan werd bij zijn terugkeer in Istanbul als een held onthaald. Tienduizenden kwamen de regeringsleider op de luchthaven van Istanbul hun steun betuigen. De sympathisanten stonden met Turkse en Palestijnse vlaggen te zwaaien en spandoeken met teksten als ‘Welkom terug, veroveraar van Davos’ of ‘Wereld, kijk naar onze premier’. Ook anti-Israëlische slogans werden gescandeerd. Bij zijn landing in Istanbul zei Erdoğan dat Peres hem had opgebeld om zich te verontschuldigen voor de manier waarop hij had gesproken.25 Tegen de toegestroomde mensenmassa zei de premier ook dat de taal en toon van Peres onacceptabel waren en dat hij daarom de Turkse eer moest verdedigen. Ook had hij zich gestoord aan de stemverheffing van de Israëlische president, die zo volgens Erdoğan zijn schuld probeerde te verbergen. “President Peres spreekt niet tot het hoofd van een stam, hij zou moeten leren hoe te spreken met de premier van Turkije” voegde Erdoğan eraan toe.26 Enerzijds bracht Erdoğan met zijn reactie in Davos een grote verontwaardiging teweeg bij de Israëli’s, zowel bij het publiek als bij de overheid. De bemerking dat zijn woede zich niet gericht was tegen het Israëlische volk of de joden, maar wel tegen de Israëlische regering, bood geen soelaas. Anderzijds oogstte Erdoğan bewondering van zowel in Turkije als in de Arabische wereld. Velen vonden dat Erdoğan in het bijzijn van de westerse media in Davos een eerlijke houding had vertolkt ten aanzien van de Palestijnse zaak. Hij verdedigde hiermee de religieuze en nationale gevoelens van de moslims in die landen.27 2.2.1.1 STANDPUNT VAN DE ARABISCHE ELITE: EEN PRO-PALESTIJNS BELEID IN TURKIJE?
Met zijn optreden in Davos slaagde Erdoğan erin de Arabische publieke opinie de zwarte bladzijden uit de Ottomaans-Arabische geschiedenis te doen vergeten. De ‘neo-Ottomanen’ verdedigen nu als enigen de Palestijnen, terwijl de Arabische machthebbers hen in de steek laten en sommigen zelfs samenwerken met Israël tegen de Palestijnen. De reactie van de Turkse premier Erdoğan op de Gaza-oorlog bracht de Arabische leiders in de war. Erdoğan werd op een vrije en democratische manier door het Turkse volk tot premier verkozen, in tegenstelling tot de meeste leiders van de Arabische of andere islamitische staten. Erdoğan steunt dus op een brede populaire basis met een groot gevoel van patriottisme. Dat was ook duidelijk te 25
“Erdoğan bij aankomst uit Davos in Turkije warm onthaald”, Het Nieuwsblad, (dpa,AFP) Ankara, 30 januari 2009. N. Al-Rīhāny (red), “ʾAbʿād ʾinsiḥāb ʾIrdughān min Dāvos”, Al Jazeera, 2 februari 2009. 27 Iibdem. 26
20
zien tijdens de demonstraties tegen de Gaza-oorlog. Miljoenen Turken in Istanbul, Ankara en andere Turkse steden kwamen op straat. Tijdens het panelgesprek in Davos met de Israëlische president Peres vertolkte Erdoğan de opinie van het Turkse volk. Erdoğan volgde dus de Turkse publieke opinie, in tegenstelling tot de overgrote meerderheid van Arabische leiders die niet alleen een andere positie innamen dan hun burgers maar deze zelfs onderdrukten. 28 De reactie van Amr Moussa, de voormalige secretaris-generaal van de Arabische Liga, was een voorbeeld van de negatieve officiële Arabische houding in de internationale fora. Amr Moussa durfde in Davos niets te zeggen over de Israëlische aanval. Volgens het standpunt van de Arabische elite had Amr Moussa zich net als Erdoğan moeten terugtrekken uit het forum in Davos. Moussa bleef echter gewoon zitten alsof het over Sri Lanka ging en niet over de 1350 Palestijnen die het leven lieten tijdens de Gaza-oorlog. Tijdens het debat in Davos wilde Peres uiting geven aan de Israëlische verontwaardiging over de constante Turkse kritiek op Israël tijdens de Gaza-oorlog. Peres zei provocerend tegen Erdoğan: “Jij zou op dezelfde manier gehandeld hebben indien de raketten van Hamas op Istanbul waren gevallen.” 29
Niet Erdoğan maar Amr Moussa –zogezegd vertegenwoordiger van alle Arabische staten – had de drogredenen van president Peres in Davos moeten weerleggen. Hij had moeten vragen of het misschien Istanbul is die Gaza belegert, anderhalf miljoen Palestijnen uithongert, en de levering van levensmiddelen verbiedt. Ontneemt Turkije hen hun elementaire rechten? Noch de Arabische landen, noch het Westen hadden Israël op die manier kunnen bekritiseren want de joodse staat had zich tot dan toe beroept op zijn recht tot zelfverdediging tegen de raketten van Hamas. Turkije noemt de raketten van Hamas eerder ‘vuurwerk’ als men het aantal slachtoffers tussen de twee kanten vergelijkt. Israël is het nooit gewend geweest om tegengesproken te worden op internationale fora. De Turkse premier Erdoğan had in Davos de moed en de wil om in het bijzijn van de massamedia te zeggen: “Neen, meneer Peres, u liegt, u vervalst de feiten.”
30
Volgens ʿAbdil-Bārī ʿIṭwān, hoofdredacteur van de krant Al-Quds Al-Arabi, wou Erdoğan in Davos een einde maken aan die onbeschaamdheid ten aanzien van de menselijkheid.
28
A. ʿIṭwān, “ʾAbʿād ʾinsiḥāb ʾIrdughān min Dāvūs”, Al Jazeera, 2 februari 2009. Ibidem. 30 Ibidem. 29
21
De houding van Erdoğan in Davos voerde de Arabieren terug naar de gloriedagen van de Ottomaanse sultan Abdel-Hamid. De sultan wilde tijdens zijn bewind geen enkele hectare Arabisch grondgebied verkopen aan de joden, ondanks de royale aanbiedingen. Erdoğan gaf de islamitische natie haar waardigheid en eigenwaarde terug. Hij spelde op die manier de les aan de Arabische leiders die ondanks de 1350 Palestijnse slachtoffers schandelijk hun best deden om Israël tevreden te stellen. Ze meenden dat hun houding hen zou verzekeren van een eeuwigdurende positie als president of koning. Het vertrek van Erdoğan uit Davos was voor tientallen artiesten de reden om bloemen te overhandigen op de Turkse ambassades niet alleen in Damascus maar ook in andere Arabische hoofdsteden. Deze bloemen waren volgens Syrische artiesten een teken van liefde en respect voor de Turkse houding tegenover de leugens van Peres. Wafā’ Mūṣilly (een bekende Syrische actrice) zegt: “Het is duidelijk dat Erdoğan een levend geweten heeft, gericht tegen het gezicht van de tirannie, in tegenstelling tot de vele dode gewetens in de Arabische wereld.”
31
In de Egyptische stad Alexandria veroordeelden de Egyptenaren tijdens een conferentie ter ondersteuning van de Gazastrook de late reactie van de Arabische leiders. Pas drie weken na de Gaza-oorlog kwamen ze – tijdens een overigens mislukte top – bijeen om over de wederopbouw van Gaza te beslissen. De Egyptenaren bewezen Erdoğan en het Turkse volk tezelfdertijd eer wegens hun solidariteit met de Palestijnen.32
2.2.1.2
STANDPUNT VAN DE TURKSE ELITE: EEN NIEUW EXTERN BELEID VAN TURKIJE?
Het blijft een open vraag: zijn de woorden van Erdoğan de uitdrukking van zijn persoonlijke stemming, of van het Turkse volk en overheid in het algemeen? Volgens Tayyar Ari, een Turks Midden-Oostenexpert, zijn de Turken vooral na de Gaza-oorlog meer dan ooit begaan met het Midden-Oosten. De oriëntatie van de Turkse buitenlandpolitiek is zowel ten aanzien van Israël als ten aanzien van de Verenigde Staten veranderd. Turkije wil ook niet betrokken worden bij de westerse mogendheden die geweld gebruiken voor hun eigen belangen. Turkije wil stabiliteit in het Midden-Oosten, want deze regio is zeer belangrijk wegens de
31
M. Al-Khuḍur, “Fannanū Sūriyyah yukrimūn ʾIrdughān bil-wurūd”, Al Jazeera, 1 februari 2009. A. ʿAlī, “Muʾtamar Nasawī ḥāshid bil-ʾIskandariyya taʾyīdan li Ghazzah wa daʾman li ʾIrdughān”, Al Jazeera, 31 januari 2009. 32
22
gezamenlijke historische en culturele banden. Turkije is gewoon een deel van het Midden-Oosten en dat is de reden waarom Turkije de toestand op de voet volgt.33 Kunnen we stellen dat Turkije door zijn standpunt over de gebeurtenissen in het Midden-Oosten in het algemeen en de Palestijnse zaak in het bijzonder, een belangrijke leidende rol is gaan spelen in de regio? De AK-partij voerde een groot economisch experiment uit waardoor Turkije de krachtigste economie in de regio werd. Het is één van de weinige landen die erin slaagde om de gevolgen van de wereldwijde financiële crisis in 2008 te overwinnen. Alle Turkse banken wisten te overleven zonder enige steun van de regering. De AK- partij voert, sinds ze aan de macht kwam, een streng economisch beleid gebaseerd op de bestrijding van armoede en corruptie.34 Het handelsvolume is toegenomen van 250 miljard USD in 2002 tot meer dan 114 miljard USD in 2005. Het nationaal inkomen per hoofd is ook toegenomen van 2.300 USD tot 11.000 USD. Volgens de statistieken zal dat in 2023 meer dan 25.000 USD bedragen. De Turkse economie werd tijdens het bewind van de AK- partij de zesde grootste economie in Europa en de zeventiende in de wereld.35 We mogen ook niet vergeten dat de AK-partij een islamitische conservatieve partij is. De politieke lijn van die partij zal dan ook altijd antwoorden bieden op de problemen en behoeften van de moslims, zowel in Turkije als in de hele regio. De Turkse media spelen bovendien een belangrijke rol in het weergeven van de situatie van de Palestijnen als een door Israël onderdrukt volk. Ze brengen eveneens in beeld hoe de Arabische staten de Palestijnen in de steek laten. De Turken zijn ontgoocheld door de officiële houding van de Arabische staten, en voelen zich als moslims verplicht om achter hun broeders in Palestina te staan. De Turkse houding wordt enorm gewaardeerd door de Arabische volkeren. Vóór de AK-partij aan de macht kwam werd Ankara niet echt gerespecteerd in de regio, onder meer omdat het zich bij het westerse NAVO-kamp had aangesloten.36
2.2.2 DE TURKSE ROL IN DE OGEN VAN DE ARABISCHE LANDEN Het Midden-Oosten was na 1945 het toneel van zeven grote oorlogen, diverse burgeroorlogen en veel politieke spanningen, die een aantal keren tot een rechtstreekse botsing tussen Oost en West dreigden te escaleren. Dat vond onder andere zijn oorzaak in de grootste olievoorraden ter wereld, 33
N. Al-Rīhāny (red), “ʾAbʿād ʾinsiḥāb ʾIrdughān min Dāvos”, Al Jazeera, 2 februari 2009. Ibidem. 35 “Al-waḍiʿ al-dākhilī wa al-siyāsah al-khārijiyyah al-turkiyyah”, (Bilā Ḥudūd) Al Jazeera, 12 januari 2011. 36 A. ʿIṭwān, idem, Al Jazeera, 2 februari 2009. 34
23
de gemengde samenstelling van de bevolkingen en de ongelijke verdeling van de rijkdommen in de regio. Veel conflicten in het Midden-Oosten zijn terug te voeren tot de Eerste Wereldoorlog, toen de staatsvorming in dit gebied goeddeels zijn beslag kreeg. Vóór die tijd behoorde een groot deel van die regio tot het Ottomaanse Rijk, dat op autocratische wijze door de sultan werd bestuurd. Bij de vrede van San Remo in 1920 waren Arabische nationalisten erin geslaagd hun zelfbeschikkingsrecht te realiseren ten koste van het Ottomaanse Rijk, hoewel ze nog wel als mandaatgebied door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bestuurd werden.37 De betrekkingen tussen Turkije en de Arabische buurstaten waren gespannen vanwege de opstelling van Turkije in het Israelisch-Palestijns conflict. Turkije had in 1948 in eerste instantie de Arabische staten gesteund omdat het de leiding van de joodse staat van Sovjetsympathieën verdacht. De verbetering van de Amerikaans-Israëlische betrekkingen vanaf 1949 veranderde echter ook de houding van Turkije. Turkije had dat jaar samen met Frankrijk en de Verenigde Staten zitting in de Commissie voor Verzoening in Palestina, waar het Israël diplomatiek erkende.38 Dat leidde uiteraard dan ook tot slechte relaties met de Arabische buren. Voor Israël daarentegen betekende het een breuk in de islamitische wereld en een anti-Arabische alliantie.
De relaties tussen Turkije en de Arabische wereld waren altijd problematisch geweest. De Zesdaagse Oorlog in 1967 veroorzaakte onder de linkse intelligentsia een golf van sympathie voor de Palestijnen, maar bracht weinig verandering in de Turks-Israëlische relaties. De oliecrisis in 1973-1974, die Turkije economisch zo in moeilijkheden bracht en die de Golfstaten van de ene dag op de andere fabelachtig rijk maakte, was voor de Turkse regering een aanleiding om de mogelijkheden voor een Turks-Arabische samenwerking te onderzoeken. Economisch ontwikkelden de relaties zich ook niet erg snel. De Turkse industrie was nog niet op export gericht en er was weinig recente ervaring met moderne handelsbetrekkinegn op het Arabische schiereiland, waardoor plannen voor joint ventures met Turkse knowhow en Arabisch geld nauwelijks van de grond kwamen. Van economische expansie op dat gebied was pas echt sprake na de tweede oliecrisis in de jaren 1979-1980.39
Turkije herschikte de afgelopen jaren zijn interne aangelegenheden zowel op economisch als op politiek vlak. Het hertekende ook de pijlers van zijn buitenlandse beleid volgens een strategie die enorm afweek van de opvattingen ten tijde van de oprichting van de Republiek 37
D.F.J Bosscher, De Wereld Na 1945. Het Spectrum, Utrecht, 1992, pp. 369-370. E.J. Zürcher, Een geschiedenis van het moderne Turkije, Sun, Amsterdam, 2006, p. 295. 39 Idem, pp. 348-349. 38
24
Turkije in 1923. Dit valt op te maken uit de macht van de Turkse staat en zijn invloed op de regionale en de internationale betrekkingen.
Alle bestaande politieke gegevens verwijzen naar een Turkse regionale rol in het MiddenOosten. Die rol is overduidelijk en groeit in de loop van de tijd. De terugkerende Turkse rol in de regio werd verwelkomd door een groot Arabisch publiek, vooral na de diplomatieke confrontatie en de mediaoorlog tussen Turkije en Israël. Volgens de Arabische elite is er een alomvattend onvermogen van het officiële Arabische systeem in het algemeen tegen de militaire spanning (gesteund door de Verenigde Staten) die Israël in de regio aanricht.
Om de Arabische positie rond de regionale rol van Turkije te kunnen begrijpen, kan de classificatie van de media tussen de zo gezegde ‘as van gematigdheid’, zoals met Egypte ten tijde van Mubarak, en ‘de as van verzet’, zoals met Syrië, duidelijkheid bieden.40 De Egyptische positie is op veel punten vergelijkbaar met die van de staten van de ‘as van gematigdheid’. Die is hoofdzakelijk gebaseerd op het visioen dat Turkije een tegenwicht voor de toenemende Iranese aanwezigheid in de regio kan betekenen. Egypte en andere landen van de ‘as van de gematigdheid’ willen alleen maar samenwerken met Turkije indien dit de Iraanse invloed effectief kan afremmen. Het aanvaarden van de Turkse rol in de regio stemt overeen met het Arabische spreekwoord: “Het is zeker geen liefde voor ’Alī maar haat voor Mu’āwyah.” 41
Egypte ziet veel punten van overeenkomst met Turkije: het verlangen om de eenheid van het Iraakse grondgebied te behouden, en deelname aan internationale allianties samen met Turkije onder Amerikaanse paraplu. Dit alles droeg bij tot het vrijmaken van een strategische dialoog tussen Ankara en Caïro in 2008.42
Caïro beseft ook dat Turkije de afgelopen jaren een belangrijke rol heeft gespeeld in het vredesproces tussen Damascus en Tel Aviv, alsook in de Palestijnse zaak. Turkije wordt door de staten van het Midden-Oosten eerder gezien als ‘the peace maker’ en krijgt hiervoor grote steun van zowel de EU als de Verenigde Staten. 40
“Turkiyyā wa al-duwal al-‘arabiyyah, shurūṭ al-ta‘āwun al-muthmir”, Al Jazeera, 25 november 2009. Dit gezegde verwijst naar de tijd van de vierde kalief ’Alī. Toen de macht van het Islamitische Rijk onder leiding van de Oemayyadische Kalief Mu’āwiyah naar Damascus verschoof, kwamen de Kharidjieten in een opstand. Hun daad werd gezien als haat tegen Mu’āwiyah. Deze groep moslims verwierp het zogezegde corrupte leiderschap van Mu’āwiyah. Ze hadden dan geen andere keuze dan samen te werken met de kalief ’Alī niet uit liefde voor hem, maar om de macht van het Islamitische Rijk aan de handen van Mu’āwiyah te ontrekken. 42 Idem, Al Jazeera, 25 november 2009. 41
25
Syrië is nog steeds een essentiële speler bij het escaleren of het bedaren van de politieke onrust in de regio. Damascus is een hoeksteen in de coalitie die door Iran wordt geleid. Syrië helpt de Iraanse invloed in Irak organiseren en correleert dat met de politieke toestand in Libanon en in de bezette Palestijnse gebieden. Het rekent daarbij op zijn centrale geografische ligging in de regio. Ondanks zijn alliantie met Iran, is Damascus erin geslaagd om de tegenstellingen tussen de diverse regionale partijen uit te spelen en in zijn voordeel te benutten. Dat blijkt overduidelijk bij de beoordeling van de politieke allianties van Syrië met de twee belangrijkste staten in de regio namelijk Turkije en Iran. Die allianties maken van Damascus ondanks zijn slechte economische toestand een ‘pivotal place’ voor alle niet-Arabische machten in de regio.
Syrië beseft ook dat Turkije bij het bemiddelen in het vredesproces in het Midden-Oosten eigen belangen en bedoelingen heeft. Het voornaamste is ongetwijfeld de ontmanteling van de Iraanse aanwezigheid in de regio. Syrië laat de deur altijd half open zodat het ten allen tijde onafhankelijke beslissingen kan nemen. Om zijn belangen te beschermen kijkt Syrië op een positieve manier, maar toch met enig voorbehoud, naar de rol die Turkije speelt.43 Turkije manifesteert zich in de regio als een regionale, historische en militaire macht op een historisch belangrijk moment waarop de Arabische staten geconfronteerd met de ernstigste structurele dilemma’s sinds hun onafhankelijkheid. Dat zorgt voor een vacuüm dat momenteel alleen Turkije kan invullen. Hierdoor hebben de Arabische staten slechts één keuze, namelijk het aanvaarden van de Turkse rol in de regio op basis van wederzijdse belangen.44
Een van de levensbelangrijke belangen is de toegang tot water. Het waterbeheer van de Tigris en de Eufraat geeft regelmatig aanleiding tot spanningen tussen Irak, Syrië en Turkije. De constructie van de Atatürk-dam op de Eufraat in het kader van het stimuleren van landbouw en industrie in ZuidOost-Anatolië, deed de spanningen opnieuw hoog oplaaien. Irak en Syrië zijn immers net als alle andere Arabische landen voor het zo vitale water afhankelijk van het buitenland.45
Gedurende de jaren 1990 hebben de Arabische staten Turkije altijd gemarginaliseerd. Ze wilden nooit investeren in Turkije. Voor de Arabische landen maakte de invoer van Turkse goederen en diensten slechts een klein deel van hun totale handel.
43
Ibidem. Ibidem. 45 L.D. Vos & J.M. Sterkendries, De grote geopolitieke problemen na de Tweede Wereldoorlog, Davidsfonds, Leuven, 2010, p. 315. 44
26
De Turkse handel met de Arabieren was overduidelijk verminderd. De bilaterale watergeschillen met Irak en Syrië en het ontbreken van de Arabische steun bij belangrijke kwesties leidden tot een verdere vermindering van de Turks-Arabische handel. Tezelfdertijd vormden ze echter een goede reden voor Turkije om te kiezen voor nauwere betrekkingen met Israël.46
Nu is de situatie veranderd. De huidige wederzijdse belangen tussen Turkije en de Arabische staten zullen in zekere zin ook het buitenlandse beleid van Turkije blijven beïnvloeden, eerder in het voordeel van de Arabische staten dan van Israël. De Arabische staten beseffen op hun beurt heel goed dat Turkije een unieke machtspositie bekleedt in de regio.
2.3
MEDIAOORLOG TUSSEN TURKIJE EN ISRAËL 2.3.1 ISRAËLI’S NIET MEER WELKOM IN TURKIJE
Op 4 november 2009 annuleerde de Israëlische ambassadeur Gabi Levy in Turkije zijn bezoek aan één van de Turkse universiteiten in de stad Trabzon nadat een groep studenten eieren naar zijn auto had gegooid. De ambassadeur kon zelfs niet uitstappen en besliste direct te vertrekken. Volgens die studenten zijn vertegenwoordigers van de Israëlische agressie in de Gazastrook niet welkom. De Turkse politie arresteerde bij dat incident 20 betogers. Tijdens een bezoek van de Israëlische ambassadeur aan de Turkse stad Rize aan de Zwarte Zee veroordeelde burgemeester Hillel Bakerci het Israëlische beleid waarbij onder het mom van zelfverdediging Palestijnse kinderen gedood werden. De burgemeester vertelde de Israëlische ambassadeur dat hij bezorgd was over de veiligheid van de Israëlische toeristen in het gebied rond de Zwarte Zee.47
2.3.2 WEDERZIJDSE HERINNERINGEN
Turkije en Israël begonnen een mediaoorlog tegen elkaar te voeren. Erdoğan gaf op 11 januari 2010 tijdens een ontmoeting met de Libanese premier Hariri in Ankara, scherpe kritiek op een recente Israëlische aanval waarbij drie militanten werden gedood in Gaza.
46
S. Bolukbasi, “Behind the Turkish-Israeli Alliance: A Turkish View”, Journal of Palestine Studies, (volume 29, nr.1) (Autumn, 1999), p. 21. 47 AlʾAlmaniyyah (red), “Al-ʾatrāk yarshuqūna al-safīr al-ʾisrāʾīlī bil-bayḍ”, Al Jazeera, 5 november 2009.
27
Premier Erdoğan riep tijdens deze ontmoeting de internationale gemeenschap op om Israël onder druk te zetten om te stoppen met de schendingen van het Libanese luchtruim en territoriale wateren. Erdoğan eiste zelfs een structurele hervorming binnen de VN. Zo hoopte hij Israël te verplichten honderden door de Veiligheidsraad opgelegde resoluties toch toe te passen. Premier Erdoğan zei ook dat degenen die Iran veroordelen voor zijn nucleaire programma, dezelfde veroordeling aan Israël moeten richten. Hij benadrukte dat Israël ook kernwapens heeft op zijn grondgebied.48 Israël veroordeelde snel de woorden van Erdoğan. Het vond dat de voortdurende openlijke kritiek van Turkije de bilaterale betrekkingen tussen Ankara en Tel Aviv in gevaar kan brengen. Israël benadrukte in dezelfde verklaring dat het heel voorzichtig is om de eer van Turkije niet aan te tasten en te ijveren voor goede bilaterale betrekkingen. De kritische standpunten van premier Erdoğan waren een onderdeel van het ‘anti-Israëlische’ en ‘antisemitische’ programma dat sinds 2009 de Turkse media beheerst. Dat kon Israël absoluut niet aanvaarden. Premier Erdoğan moest stoppen met zijn willekeurige aanvallen op Tel Aviv, aangezien Israël het volste recht had om zijn burgers te beschermen tegen de raketten van Hamas en Hezbollah. De Turken zijn zelf de laatsten die Israël en zijn strijdkrachten een morele vermaning kunnen geven, verwijzend naar de eigen Turkse geschiedenis met de Armeniërs.49 Ankara vreesde de rol die de joodse lobby in de Verenigde Staten kon spelen bij de erkenning van de Armeense genocide die Turkije in 1915 pleegde. Dat is een ander element dat naar voren komt in de Turks-Israëlische betrekkingen. Tijdens de Amerikaanse verkiezingscampagnes legde Barack Obama een verklaring af waaruit bleek dat hij de Armeense eisen eventueel zou erkennen. Israël herinnerde Turkije hieraan toen het een wetvoorstel van het Amerikaanse congres over de Armeense genocide afkeurde.50
2.3.3 TURKSE TV-SERIES ALS BELICHAMING VAN DE PALESTIJNSE WERKELIJKHEID & GEVOLG VAN VERNEDERING Volgens een verklaring van het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken riep Danny Ayalon, de Israëlische onderminister van Buitenlandse Zaken, in januari 2010 de Turkse ambassadeur in Israël op om te protesteren tegen een nieuwe Turkse tv-serie, getiteld “De Vallei van de Wolven”. In deze tv-serie werden agenten van de Mossad, de Israëlische geheime dienst, in een slecht
48
“ʾIrdugān yantaqid ʾIsrāʿīl wa ḍarb ʾIrān”, (Al Jazeera & Agencies), Al Jazeera, 11 januari 2010. Ibidem. 50 S.M. Bölme, “Charting Turkish Diplomacy in the Gaza Conflict, Insight Turkey”, (volume 11, nr.1), 2009, p. 27. 49
28
daglicht geplaatst. De serie werd eerst uitgezonden op de staatstelevisie (TRT) en later op private tv-zenders.51 Naast “De Vallei van de Wolven” liep er nog een andere tv-serie, getiteld “Ayrilik” (Turks voor scheiding). Verschillende scènes waren in Jeruzalem gefilmd, sommige naast de Al-Aqsa moskee. Israël kende de inhoud van deze tv-serie niet. “Ayrilik” weerspiegelde de levensomstandigheden in de Gazastrook: de dagelijkse ellende van de Palestijnen aan de checkpoints en de intimidatie van zwangere vrouwen door Israëlische soldaten. In sommige gevallen doodden de soldaten de Palestijnen zelfs met voorbedachte rade. De tv-serie liet ook botsingen en rellen tussen ongewapende Palestijnen en het Israëlische leger zien. De Israëlische soldaten werden soms in bloederige scènes opgevoerd, zoals een soldaat die met zijn auto over het lichaam van een Palestijnse martelaar reed.52 Als poort van de Turkse media tot de Arabische wereld synchroniseerde Syrië de serie in het Arabisch onder de titel “Ṣarkhit Ḥajar” (Arabisch voor “schreeuw van de steen”). MBC, de grootste en bekendste tv-zender in de Arabische wereld, zond “Ṣarkhit Ḥajar” uit voor Arabische kijkers van Marokko tot de Arabische Golflanden. De dag van de eerste uitzending volgde een boze Israëlische reactie. De Israëlische zender Channel 10 maakte een reportage over de gevolgen van de uitzending, eerst in Turkije via de zender TRT voor 70 miljoen kijkers en daarna in de Arabische wereld via MBC voor 400 miljoen kijkers. Israël probeerde de uitzending te stoppen, zonder succes.53 Het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken riep de Turkse ambassadeur op het matje om ook tegen deze anti-Israëlische tv-serie te protesteren. Volgens de Israëlische media gaf minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Lieberman instructies aan zijn onderminister Danny Ayalon om de Turkse ambassadeur in het bijzijn van de journalisten te vernederen. Israëlische functionarissen lieten de Turkse ambassadeur op een lage stoel zitten terwijl zij op de hogere stoelen zaten. Op de tafel werd bovendien tegen alle diplomatieke geplogenheden in enkel de Israëlische vlag geplaatst. Volgens de Israëlische krant Haaretz wilde Minister van Buitenlandse Zaken Lieberman met de publieke vernedering van de Turkse ambassadeur het officiële bezoek van de Israëlische minister van defensie Ehud Barak aan Ankara verhinderen. Barak zou een paar dagen later naar Turkije gaan in een poging om de diplomatieke betrekkingen te herstellen en eventueel ook het Israëlisch-Syrisch vredesoverleg met behulp van de Turken te hervatten. Lieberman kantte zich blijkbaar tegen deze 51
A. Al-Makhlafy, “tawattur al-ʿlāqāt al-turkiyya al-ʾisrāʾīliyya qabla ziyāret Bārāk li Anqarah”, Deutsche Welle, 12 januari 2010. 52 “MBC tabuth musalsalan turkiyyan athāra ʾazmah diblūmāsiyyah maʿa ʾīsrāʾīl”, Al Arabiya, Dubai, 15 maart 2010. 53 “Ṣarkhit ḥajar turkiyyah tuṣīb ʾIsrāʾīl”, France 24 (AFP), 22 maart 2010.
29
demarche en wilde via de vernedering van de Turkse ambassadeur de spanning tussen Tel Aviv en Ankara opvoeren.54 Het resultaat was een aanzienlijke verslechtering van de verhouding tussen beide staten. Het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken riep van de weeromstuit de Israëlische ambassadeur op het matje en eiste een verklaring voor de manier waarop zijn ambassadeur in Tel Aviv was behandeld. Volgens Israël was er geen sprake geweest van een vernederende behandeling. Meer nog, volgens Lieberman was het Turkije dat respect moest tonen voor Israël. Het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken lanceerde onmiddellijk een verklaring: “Israël moet zich uiterlijk tegen deze avond officieel verontschuldigen, zo niet gaat Turkije zijn ambassadeur uit Israël terugtrekken.” 55
Israël bood nog dezelfde dag zijn officiële excuses aan in de hoop op die manier een einde te maken aan de voortdurende diplomatieke crisis tussen beide landen. De relatie tussen de twee staten is sindsdien echter nog slechter geworden, vooral na de aanval van Israëlische marinecommando’s op een konvooi dat 10.000 ton hulpgoederen naar Gaza bracht. Hierbij kwamen negen Turken om het leven.
2.4
DE ISRAËLISCHE AANVAL OP DE VRIJHEIDSVLOOT: EEN SERIEUZE DIPLOMATIEKE CRISIS TUSSEN TEL AVIV EN ANKARA
Op 31 mei 2010 vielen Israëlische marinecommando’s in de internationale wateren van de Middellandse Zee een civiel hulpkonvooi aan. Dit konvooi had één doel: de blokkade van de Gazastrook doorbreken, en naast medicijnen en andere humanitaire hulpmiddelen ook bouwmaterialen te bezorgen. De vloot bestond uit zes schepen en was gesponsord en georganiseerd door een islamitische liefdadigheidsinstelling in Turkije. 600 activisten uit verschillende landen namen deel aan het hulpkonvooi. Bij de Israëlische aanval vonden negen Turken de dood, waaronder één iemand met de dubbele Turks-Amerikaanse nationaliteit. Volgens het Israëlische leger was hij 19 jaar. Het persbureau Anadolu beweerde dat hij van dichtbij vier keer in het hoofd en één keer in de borst was geschoten.56
54
“Turkiyyā tuhaddid bi-saḥbi safīrahā min ʾIsrāʾīl”, Al Jazeera, 13 januari 2010. M. Lawton, “Israel formally apologizes to Turkey for televised diplomatic incident”, Deutsche Welle (db/AFP/Reuters/dp), 13 januari 2010. 56 “Qatlā bi hujūm ʾisrāʾīl ʿalā ʾusṭūl al-ḥurriyyah”, (Al Jazeera & Agencies), 31 mei 2010. 55
30
Turkije had eerder om een veilige doorgang van deze vloot naar de Gazastrook gevraagd. De Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken, Avigdor Levi Lieberman, vond het konvooi een intimidatie van zijn land en vroeg de internationale gemeenschap om begrip voor de strenge acties van Tel Aviv tegen deze vloot. Israël stuurde vanuit de noordelijke havenstad Haifa drie boten uitgerust met raketten. Het wilde op die manier de vloot dwingen naar de zuidelijke haven Ashdod te varen, dicht bij de Gazastrook. Daar zouden de hulpgoederen gecontroleerd worden, om ze daarna over land naar de Gazastrook te brengen. De vloot weigerde, waarna Israël tot actie overging.57 Volgens de Israëlische regeringswoordvoerder vielen actievoerders de troepen aan met messen en metalen staven, toen ze vanuit een helikopter aan boord van één van de schepen probeerden te komen. De Israëlische soldaten openden het vuur, een reactie op het geweld van de activisten waarbij tien soldaten gewond raakten. Een verslaggever op één van de boten beweerde dat de Israëli's op het schip hadden gevuurd nog vóór ze aan boord kwamen.58 De Israëlische premier Benjamin Netanyahu zei op de nationale tv: "Dit was geen liefdesboot, het was een boot van haat. De Israëlische staat heeft de verantwoordelijkheid om elk schip dat op weg is naar Gaza te stoppen." 59
Volgens Netanyahu probeert Iran nog steeds wapens binnen te smokkelen in de Gazastrook zodat Hamas zichzelf militair kan blijven ontwikkelen. Israël blokkeert de Gazastrook om de bewapening van de militanten van Hamas een halt toe te roepen.60 De Israëlische aanval op het hulpkonvooi, waarbij negen Turken stierven, betekende een nieuw dieptepunt in de betrekkingen tussen Israël en Turkije. Volgens politieke deskundigen was het duidelijk dat dit de gehavend diplomatieke betrekkingen verder in gevaar zou brengen. Cengiz Candar, een columnist voor een radicaal Turkse dagblad, zei: "Dit zal opgevat worden als een soort oorlogsverklaring tegen Turkije. De politieke dialoog zal ophouden. Het is niet meer mogelijk om de ondergang van de betrekkingen tegen te houden." 61
Een hoge Turkse diplomaat formuleerde het als volgt: “Het is mogelijk dat Turkije zijn diplomatieke betrekkingen met Israël volledig zal afbreken, maar een dergelijke stap is afhankelijk van de volgende stappen die Israël onderneemt. Turkije
57
Ibidem. J. Hider, “Deadly clashes at sea as Israel intercepts Gaza-bound aid ships”, The Times, 31 mei 2010. 59 “Gaza aid flotilla activists arrive in Turkey”, CNN, 2 juni, 2010. 60 Ibidem. 61 S.Tavernise, “Raid Jeopardizes Turkey Relations”, New York Times, 31 mei 2010. 58
31
verwacht de onmiddellijke vrijlating van de activisten die aan boord van de schepen werden gearresteerd door het Israëlische leger.” 62
Nog volgens een hoge Israëlische functionaris: “Israël heeft gedurende twee weken geprobeerd Turkije te overtuigen om de vloot te stoppen, maar Turkije zei dat het een niet-gouvernementele actie was en dat de Turkse regering machteloos stond om ze te stoppen.” 63
Op een persconferentie in de Chileense hoofdstad Santiago, noemde de Turkse premier Erdoğan de aanval "onmenselijk staatsterrorisme", en voegde eraan toe: “De Israëlische beweringen over deze aanval zijn leugens. Deze aanval heeft duidelijk aangetoond dat de Israëlische regering geen behoefte heeft aan vrede in de regio.”
64
Israël beweerde dat er verschillende wapens op het schip waren gevonden waarmee de Israëlische commando’s waren aangevallen. Erdoğan ontkende dit, aangezien alle activisten streng gecontroleerd waren voor ze aan boord gingen. Erdoğan riep de Turken op tot kalmte en wees er bovendien op dat de joden binnen Turkije ook Turkse burgers zijn die gerespecteerd moesten worden. Zij hadden immers niets te maken met de acties van de Israëlische regering. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken, Ahmet Davutoğlu, vloog naar de VN in New York om er de inspanningen van Turkije te benadrukken en op te roepen tot een stemming over de kwestie.65 Turkse politieke analisten zagen in het optreden van Ankara na de aanval op het hulpkonvooi een tactiek om via een internationale veroordeling de Israëlische blokkade van de Gazastrook op te heffen.
2.4.1 REACTIE VAN TURKIJE EN DE WERELD NA DE ISRAËLISCHE AANVAL OP DE VRIJHEIDSVLOOT
De Israëlische aanval werd internationaal veroordeeld. De Franse president Sarkozy noemde de aanval een ‘disproportioneel gebruik van geweld’. Stefania Craxi, de ondersecretaris van het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, had het over ‘het bloedbad van Gaza’. Het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken vroeg Israël ‘verduidelijking’ over dit incident. Ook Zweden vroeg de Israëlische ambassadeur om uitleg, net zoals de regeringen van Brazilië, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, en Spanje. Zuid-Afrika, Turkije en Ecuador riepen hun ambassadeur terug 62
S.Tavernise, “Raid Jeopardizes Turkey Relations”, New York Times, 31 mei 2010. Ibidem. 64 Ibidem. 65 Ibidem. 63
32
uit Israël. De ambassadeurs van Mexico en Nigeria riepen Israël op om de blokkade tegen de Gazastrook op te heffen en de toegang voor humanitaire hulp mogelijk te maken. Turkije waarschuwde Israël voor onherstelbare gevolgen. Zoals hierboven al vermeld, omschreef de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan de actie van Israël als "staatsterrorisme" en dreigde de diplomatieke banden ermee volledig te verbreken.66 De voorzitter van het Europees Parlement zei dat de blokkade van Gaza een schending was van de vierde Conventie van Genève. Catherine Ashton, de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken, eiste voor de Gazastrook een onmiddellijke, permanente en onvoorwaardelijke toegang tot de zee. Professor Stephen Zunes, voorzitter van de Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van San Francisco en voormalige lid van de Israëlische Knesset, zei: “Niemand in de wereld zal de leugens dat de commando's hebben gehandeld uit zelfverdediging, en de excuses van de Israëlische regering geloven.” “Het komt er op neer dat Israël of enig ander land onder geen enkele beding het recht heeft om aan boord van humanitaire hulpschepen in internationale wateren met wapens te vuren.” 67
Israël en Egypte hebben sinds 2007 een zeeblokkade ingesteld tegen de Gazastrook, de thuisbasis van duizenden Palestijnse vluchtelingen. Israël wil met deze blokkade de invoer verhinderen van wapens en aanverwant militair materiaal, dat door Hamas zou kunnen worden gebruikt tegen Israëlische burgers. Volgens de Amerikaanse krant The New York Amsterdam News is Gaza nu “de grootste openluchtgevangenis en een 21ste-eeuws concentratiekamp”. De VN-Veiligheidsraad riep tijdens een spoedzitting op de dag van de aanval tegen de Vrijheidsvloot op tot een onpartijdig, snel, transparant en geloofwaardig onderzoek.68 De VN verzochten Israël een onderzoek uit te voeren middels een internationale commissie waarvan ook Turkije deel zou uitmaken. Israël weigerde het verzoek van de VN en koos voor een Israëlische onderzoekscommissie met twee internationale waarnemers. Die laatsten mochten echter geen bezwaar maken tegen het resultaat van het onderzoek. Turkije verwierp de Israëlische onderzoekscommissie. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Ahmet Davutoğlu, verklaarde dat Ankara geen vertrouwen had in Israël. Het zou, aldus Oglu, geen onpartijdig onderzoek zijn. Hij voegde er nog aan toe:
66
S. Shabazz, “World condemns Israel attack on humanitarian flotilla”, The New York Amsterdam News, 10-16 juni, 2010. 67 Ibidem. 68 Ibidem.
33
“Turkije zal geen waarde hechten aan om het even welk louter Israëlisch onderzoek. Dit onderzoek moet onder toezicht van de VN staan, en zowel Israël als Turkije moeten eraan deelnemen.”
69
2.4.2 CONFRONTATIE OP HET TURKSE SCHIP MAVI MARMARA
Volgens een rapport van het Turkse persbureau Anadolu pasten de Israëlische soldaten bij de aanval tegen de ongewapende activisten van de vloot overdreven, willekeurig en onevenredig geweld toe. Initiatiefnemers van de vloot zeiden dat de Israëlische commando’s die aan boord kwamen de bedoeling hadden te schieten. Na de verovering van het schip mishandelden de Israëlische commando’s de activisten fysiek en psychologisch. De meesten werden gefouilleerd en geboeid. Sommige vrouwen werden volgens het Turkse rapport door de mannelijke Israëlische soldaten ook onderworpen aan discriminerend gedrag. Ook de Israëlische commissie bracht een rapport uit en diende het in september 2010 in bij de onderzoekers van de VN. In het rapport ontkende Tel Aviv stellig de Turkse beweringen. Het Israëlische leger had gehandeld in overeenstemming met het internationaal recht. Het rapport concludeerde ook dat het Israëlische leger niet had afgevuurd vanuit een helikopter. Het Israëlische verslag zorgde voor enorme verontwaardiging bij de Turkse regering. President Abdullah Gül reageerde hierop: “Het door Israël uitgegeven rapport is niets meer dan een document op zich, een document dat in het kader van het internationaal recht noch geloofwaardigheid, noch legitimiteit of overtuigingskracht heeft.” 70
Israël hield vol dat zijn soldaten bij het droppen vanuit helikopters op het dek van de onder Turkse vlag varende Mavi Marmara waren aangevallen. Door Israël vrijgegeven videobeelden ondersteunden deze bewering. Er bestonden nochtans ook andere beelden waarop Israëlische soldaten te zien zijn die het vuur openen. Deze beelden werden niet vrijgegeven en dit liet veel vragen onbeantwoord over de precieze toedracht van de gebeurtenissen. De confrontatie op de Mavi Marmara betekende op meerdere fronten een ramp voor Israël. Israël blunderde tactisch en liep in de val. Tel Aviv beweerde dat de activisten met voorbedachten rade
69 70
“Turkiyyā tarfuḍ lijnet al-taḥqīq al-ʾisrāʾīliyya”, Al Jazeera, 28 juni 2010. A. Sebnem, “Turkey Says Israelis Used Excess Force in Flotilla Raid”, New York Time, 24 januari 2011.
34
geweld gebruikten. Aangezien er ook wapens aan boord werden gevonden, leek dit een eerlijke beoordeling. Maar wist Israël dit niet op voorhand? Bulent Yildirim, hoofd van de Turkse islamitische liefdadigheidsorganisatie IHH die de Mavi Marmara had gecharterd, vertelde aan de Turkse televisieploeg op het dek van het schip: "We zullen zeker weerstand bieden en we zullen de Israëli's niet toestaan om tot hier te komen". 71
Het Canadese weekblad Maclean’s (8 juni 2010) stelt deze vragen nog: ‘Waarom stuurde Israël een staat die meer ervaring heeft in de omgang met relschoppers dan veel andere staten - een commando-eenheid voor deze aanval? Deze goed getrainde commando’s worden normaal gezien enkel ingezet bij zwaar geweld.’ ‘Waarom werd het schip geënterd? De operatie kon toch geneutraliseerd worden zonder verlies van levens. Israël had de vloot gewoon geweldloos kunnen dwingen om een andere route te nemen.’ Het zijn vragen die de woede tegen Israël vandaag nog altijd aanwakkeren. Nu is het echter te laat voor antwoorden. De schade werd aangericht. Israël staat nu geïsoleerder dan enkele jaren geleden. De relatie met zijn belangrijkste bondgenoot Turkije (naast de Verenigde Staten), liep mogelijk onherstelbare schade op.72
De stafchef van het Israëlische leger, Gabi Ashkenazi, verdedigde de aanval van zijn commando’s op het hulpkonvooi. Als legeraanvoerder nam hij de verantwoordelijkheid voor deze aanval op zich. Hij was overtuigd van het correcte gedrag van zijn soldaten. Hij zei: “De soldaten die het Turkse schip Marmara aanvielen, handelden verstandig en schoten mensen neer die neergeschoten moesten worden. Ik ben zelfs fier op deze soldaten die hun leven in gevaar brachten tijdens de clash met de activisten.” 73
Hij waarschuwde ook dat het leger bij soortgelijke incidenten in het vervolg sluipschutters zou gebruiken. Dat standpunt en die attitude hebben nefaste gevolgen met zich meegebracht voor de betrekkingen tussen Tel Aviv en Ankara zodat de situatie tussen beide staten nog erger werd.
71
M. Petrou, “Bloodshed at sea, and a wave of global anger, Israel’s flotilla strike may mark the end of its relationship with Turkey”, Maclean’s, 8 juni 2010. 72 Ibidem. 73 “ʾAshkināzī fakhūr bil-hujūm ʿalā Marmara”, Al Jazeera, 11 augustus 2010.
35
2.4.3 DE GEVOLGEN VAN DE ISRAËLISCHE AANVAL OP DE VRIJHEIDSVLOOT 2.4.3.1 DE SLUITING VAN HET TURKSE LUCHTRUIM
Als reactie op de Israëlische aanval annuleerde Turkije initieel de gezamenlijke militaire oefeningen. Nadien sloot Ankara ook zijn luchtruim voor Israël. Volgens het persbureau Anadolu gold deze sluiting enkel voor militaire vliegtuigen, en niet voor de burgerluchtvaart. Een en ander bleef echter wel bespreekbaar en elk Israëlisch verzoek om het Turkse luchtruim te doorkruisen zou geval per geval bestudeerd worden. De Israëlische krant Yedioth Ahronoth meldde dat Turkije een Israëlisch vliegtuig verboden had om zijn luchtruim te doorkruisen. Aan boord waren meer dan 100 Israëlische officieren op weg naar Polen. Het vliegtuig moest derhalve een alternatieve route nemen. Volgens de krant mocht het Israëlische leger op deze gebeurtenis formeel niet reageren om een verdere escalatie van de problemen in de betrekkingen te vermijden.74 Het is overigens niet de eerste keer dat Israël zijn frustraties toont over Turkse militaire aangelegenheden. Het Turkse leger verklaarde in april 2009 dat Ankara de intentie had om gezamenlijke militaire manoeuvres te houden met Syrië. De Turks-Syrische militaire samenwerking moest volgens het Turkse leger de relatie tussen Damascus en Ankara versterken. Een dergelijke militaire samenwerking ziet Israël als een verontrustende ontwikkeling.75 2.4.3.2 ISRAËL ROEPT OP TOT EEN BOYCOT VAN HET TOERISME IN TURKIJE
De Israëlische minister van Toerisme Stas Masegnikov riep de Israëli’s op bij hun vakantie Turkije links te laten liggen. Deze oproep tot een toeristische boycot was een reactie op het besluit van de Turkse Nationale Veiligheidsraad om Israël op de lijst van landen te zetten die een strategische bedreiging vormen voor Turkije. Syrië, een vijandig buurland van Israël, werd tegelijkertijd geschrapt van deze lijst. De Turkse Nationale Veiligheidsraad bestudeert af en toe de strategische bedreigingen voor het land en legt de bevindingen voor aan de Turkse overheid en het leger. Turkije past op basis hiervan zijn beleid aan.
74 75
“Turkiyyā tughliq majālahā al-jawwī bi-wajh al-ṭayarān al-ʿaskarī al-ʾisrāʾīlī”, BBC Arabic, 28 juni 2010. “Munāwarāt ʿaskariyyah Sūriyyah Turkiyyah”, Al Jazeera, 14 oktober 2009.
36
Enkel een volledige boycot van Turkije kan zorgen voor het behoud van de Israëlische nationale waardigheid. “Niet meer reizen naar Turkije is zelfs een eer voor het volk van Israël”, aldus de Israëlische minister van Toerisme.76
2.4.3.3 ISRAËL NIET VAN PLAN OM ZIJN AMBASSADEUR NAAR TURKIJE TE STUREN
In de zomer van 2011 verliet de Israëlische ambassadeur Gabby Levy zijn post in Ankara. Een vervanger was er niet, want het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken had in november 2010 de selectieprocedure voor nieuwe kandidaten geannuleerd. Turkije riep tijdens de aanval op het hulpkonvooi zijn ambassadeur naar Ankara terug. Volgens het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken wil Ankara echter de Israëlische vertegenwoordiging op een lager niveau behouden. Dat wil zeggen dat Turkije tegenwoordig geen nieuwe Israëlische ambassadeur wil ontvangen.77 2.4.3.4 GEEN ISRAËLISCHE EXCUSES AAN TURKIJE
Turkije heeft vandaag nog altijd de intentie om zijn relaties met Israël te verbeteren. Tel Aviv dient zich dan wel te verontschuldigen voor de aanval op het hulpkonvooi en schadevergoeding te betalen aan de families van de slachtoffers. Het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken gaf in een verklaring te kennen geen reden te zien om excuses aan te bieden. Israël ziet de Turkse eis voor een verontschuldiging immers als een teken dat Ankara de diplomatieke betrekkingen volledig wil verbreken.78 De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Lieberman drukte eveneens zijn bezwaar uit tegen een verzoening tussen Turkije en Israël, gebaseerd op verontschuldigingen van zijn land voor de aanval op de Vrijheidsvloot. Lieberman dreigde zich zelfs terug te trekken uit de coalitieregering. Een Israëlische verontschuldiging voor de aanval op het hulpkonvooi stond volgens hem gelijk met een toegeving aan het terrorisme.79 De Turkse eis voor een verontschuldiging was volgens hem niet meer of minder dan een gemene zet van Ankara. Nog volgens Lieberman moet Turkije zich verontschuldigen en niet andersom, ‘want het hielp – en helpt
76
“ʾIsrāʾīl tadʿū li-muqāṭaʿit Turkiyyā siyāḥiyyan”, Al Jazeera, 31 oktober 2010. “ʾIsrāʾīl lan tursil safīran jadīdan ʾilā Turkiyyā”, Al-Quds Al-Arabi, 3 november 2010. 78 “ʾIsrāʾīl: lan naʿtadhir li-Turkiyyā ʾan muhājamit ʾisṭūl al-ḥurriyyah”, CNN Arabic, 6 juli 2010. 79 “Lībirmān: lā ʾiʿtidhār li-Turkiyyā”, Al Jazeera, 8 december 2010. 77
37
nog altijd – terroristische organisaties’, zoals de organisatie die het hulpkonvooi van mei 2010 opzette.80 Niet alleen Lieberman, maar ook de Israëlische premier Netanyahu prees de commando’s die het Turkse schip Marmara hadden aangevallen. Tijdens zijn bezoek aan een marinebasis dicht bij de stad Haifa, zei hij: “Deze actie was van vitaal belang, noodzakelijk en legitiem. Jullie hebben gehandeld met moed, morele verplichting en zelfbeheersing. Jullie hielden mensen tegen die kwamen met de bedoeling om jullie te doden. Maar er is niemand beter dan jullie, ik groet u!”81
De Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan riep Israël op om zich te ontdoen van zijn extremistische minister Avigdor Lieberman. Hij vormde, aldus Erdoğan, een obstakel op het pad van het vredesproces. Lieberman is zowel binnen als buiten Israël een controversiële figuur die geen enkele mogelijkheid ziet om vrede te bereiken met de Palestijnen. Hij heeft ook vragen bij de loyaliteit van de Israëlische Arabieren binnen de Joodse staat. Lieberman staat ook sterk achter een mogelijk offensief tegen Iran en ziet Turkije als een ‘quasi-islamitisch Iran’ dat het terrorisme ondersteunt.82 Elke Turks-Israëlische overeenkomst zou voor de rechtse Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Lieberman een uitdaging zijn, aangezien hij het instemmen met de Turkse eisen als een toegeving beschouwt. Volgens Hürriyet Daily News vermeldden diplomatieke bronnen echter dat Netanyahu groot belang hecht aan het verbeteren van de banden met Turkije. Als Netanyahu en het Israëlische kabinet echt willen gaan voor een compromis met Ankara, dan zal Lieberman geen gebruik maken van zijn vetorecht. Ankara wil een eensluidende Israëlische benadering zien over de manier om de bilaterale betrekkingen te verbeteren. Een Turkse diplomaat zei: "We willen één stem horen".83 2.4.3.5 SCHERPE TURKSE KRITIEK OP DE MARITIEME GRENSAFBAKENING TUSSEN GRIEKS CYPRUS EN ISRAËL
Het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken bekritiseerde een overeenkomst over de maritieme grensafbakening tussen Grieks-Cyprus en Israël. Volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken 80
“Lībirmān: Muṭālabit Turkiyyā bil-ʾiʿtidhār waqāḥah”, Al Jazeera, 26 december 2010. “Nitinyāhū yushīd bil-muʿtadīn ʿalā Marmarah”, Al Jazeera, 27 oktober 2010. 82 “ʾIrdūghān yadʿū ʾisrāʾīl lil-takhalluṣ min wazīr kharijiyyatahā”, BBC Arabic, 13 januari 2011. 83 F. Ozerkan, "Turkey, Israel Seek a Way out of Diplomatic Crisis”, Hürriyet Daily News, Ankara (HDN), 9 december 2010. 81
38
negeerde deze overeenkomst de belangen en de rechten van de Turkse Cyprioten, een stap die zeker een negatieve invloed op de vrede en de stabiliteit in het oostelijke deel van de Middellandse Zee zou hebben.84 Turkije zag in dat akkoord een poging van Israël om zich te bemoeien met gevoelige kwesties die invloed zouden hebben op het Turkse toetredingsproces tot de EU. Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken riep de Israëlische ambassadeur in Ankara op het matje en protesteerde tegen de maritieme grensafbakeningsovereenkomst. Volgens het ministerie droeg Israël met deze overeenkomst bij tot een toename van de spanningen tussen het Griekse en het Turkse deel van Cyprus.85 Israël weigerde het Turkse verzoek om de overeenkomst over de afbakening van de maritieme grenzen van Cyprus te annuleren. Voor Tel Aviv effende deze overeenkomst immers het pad om in in de Middellandse Zee ontdekte gasvelden te investeren. Ook de Israëlische zoektocht naar alternatieven voor de goede betrekkingen met Turkije – in casu met Griekenland, Cyprus en Bulgarije – speelde een rol bij de weigering om de overeenkomst met Cyprus in te trekken. De Israëlische omroep citeerde politieke bronnen die wezen op de illegale Turkse bezetting van het noorden van Cyprus. Toegeven aan de eis van Ankara om het IsraëlischCypriotische akkoord te annuleren, zou dan ook als een ‘ongeëvenaarde onbeschaamdheid’ ervaren worden.86 2.4.3.6 TURKS VERBOD OP BEZIT VAN EIGENDOMMEN DOOR ISRAËLIËRS
De Turkse regering stelde in november 2010 een wet op waarin stond dat Israëliërs en Grieken geen recht hebben op eigendom in Turkije. Diezelfde wet gaf de burgers van Syrië, Iran en de Arabische Golflanden in Turkije onbeperkte rechten op het bezit van eigendom, zelfs zonder wederkerigheidsprincipe .87 De nieuwe wet werd eind 2011 goedgekeurd door het Turkse parlement. Turkije beweerde hiermee de vroegere eigendomswet te hervormen en zo het tekort op de Turkse begroting weg te werken. Volgens de Palestijnse krant Felesteen Newspaper lagen echter twee belangrijke doelstellingen aan
84
“ ʾAzmah jadīdah bayna ʾIsrāʾīl wa Turkiyyā ”, Al Jazeera, 20 december 2010. Idem, Al Jazeera, 20 december 2010. 86 Ibidem. 87 “ Turkiyyā tuʿid mashrūʿ qānūn li-manʿ tamalluk al-ʾisrāʾiliyīn fī ʾarāḍīhā ”, Felesteen Newspaper, (Ankara & Agencies), 29 november 2010. 85
39
deze wet ten grondslag: Israëliërs het recht ontnemen om onroerend goed in Turkije te bezitten en het consolideren van de betrekkingen met de Arabische en islamitische landen.88 De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoğlu beweerde dat Israël als onafhankelijke staat niet lang meer zou kunnen blijven bestaan tussen de Middellandse Zee en Jordanië. In de plaats daarvan zou er een binationale staat komen waarin Joden en Palestijnen kunnen leven. De Israëlische krant Maariv plaatste de visie van de Turkse minister van Buitenlandse Zaken in historisch perspectief. Als lid van de regerende AK-partij zou hij streven naar een herstel van het historische overwicht waarmee de Ottomanen meer dan 400 jaar het Midden-Oosten hebben beheerst. 89
88 89
Ibidem. Ibidem.
40
3
POGINGEN TOT HERSTEL VAN DE DIPLOMATIEKE CRISIS
Sommige academici en journalisten beschouwen de huidige stand van zaken tussen Israël en Turkije als één van hun slechtste momenten in de wederzijdse betrekkingen. In bijna elke discussie duiken vragen op over de toekomstige evolutie van de Turks-Israëlische betrekkingen: gaan ze verder berg-af of blijkt de wrok tijdelijk te zijn. Een antwoord op deze vragen gaat gepaard met het nodige pessimisme, want alle argumenten wijzen tot nu toe op een blijvende en totale breuk in de relatie tussen Ankara en Tel Aviv. Er is duidelijk sprake van een dramatische neergang qua samenwerking en wederzijds begrip tussen de twee staten. De hoogdagen in de betrekkingen zijn al lang voorbij.90 De kritische benadering van de betrekkingen met de buurlanden die het Turkse buitenlandse beleid een decennium geleden kenmerkte, is vandaag verschoven naar een meer vriendschappelijke houding. Dit nieuwe beleid van de AK-partij berust op één principe, namelijk goede betrekkingen met de buurlanden. Israël vreest hierdoor voor de islamisering van Turkije.91
3.1
TURKS INITIATIEF VOOR HET HERSTELLEN VAN DE RELATIE: TURKIJE HELPT ISRAËL MET HET BLUSSEN VAN DE BOSBRANDEN OP JABAL KARMEL
Het lijkt erop dat een bosbrand op Jabal Karmel in december 2010 voor een dooi zorgde in de Turks-Israëlische betrekkingen. De Turkse president Abdullah Gül benadrukte tijdens een vergadering met de Palestijnse president Mahmoud Abbas de humanitaire toenadering tussen beide staten. Dat wil echter niet zeggen dat Turkije afziet van zijn eisen en voorwaarden om tot een normalisering van de betrekkingen met Israël te komen. Volgens de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan schoot Turkije Tel Aviv bij het blussen van de bosbranden op Jabal Karmel te hulp vanuit een menselijke en islamitische verplichting. Tegelijkertijd benadrukte hij nog steeds twee dingen van Israël te verwachten: excuses voor de aanval op de Vrijheidsvloot, en compensatie voor de families van de slachtoffers die gevallen zijn bij de aanval op het konvooi. Turkije zou altijd de deur openlaten voor elk initiatief om tot vrede te komen in de regio.92
90
O. Alyanak, “TPQ roundtable: Turkey and Israel - Old Friends, New Enemies?”, Turkish Policy Quarterly, (volume 8, nr.4), p.154. 91 Ibidem. 92 ʿA.N. Sankī, “dhawabān al-jalīd fī al-ʿalāqāt al-ʾisrāʾīliyyah al-turkiyyah”, BBC Arabic, 6 december 2010.
41
Volgens politieke analisten van BBC Arabic wilde Turkije via het blussen van de bosbranden op Jabal Karmel de relatie met Israël herstellen. Tel Aviv apprecieerde het initiatief, en premier Netanyahu stuurde een vriendelijk dankwoord naar de Turken voor hun hulp. Dit alles wijst er op dat beide staten de intentie hebben om hun problemen op te lossen, en terug te keren naar de goede relaties van voor 2008. Turkije en Israël zijn bovendien de sterkste bondgenoten van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten en hebben samen dus veel wederzijdse belangen. De voortdurende onderkoelde relaties zijn zeker niet handig.93
3.2
ONTMOETING IN GENÈVE
Twee hoge diplomaten van Israël en Turkije ontmoetten elkaar voor de eerste keer na de Israëlische aanval op het Turkse schip Mava Marmara in mei 2010 in Genève. Daar waren aanwezig: ambassadeur Feridun Senirli Oglu (de ondersecretaris van het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken), en Joseph Ciecanovr (gezant van de Israëlische premier Netanyahu). Die bijeenkomst in Genéve werd gezien als de eerste echte inspanning om de diplomatieke crisis tussen beide staten te overwinnen. Israël en Turkije stonden dicht bij een akkoord over een document dat toeliet een einde te maken aan de crisis in hun betrekkingen. De resultaten van twee gesprekrondes waren zeer positief, en de besprekingen zouden voortgezet worden.94 Beide partijen kwamen overeen om hun ideeën voor verdere instructies voor te leggen zowel aan premier Netanyahu als aan premier Erdoğan. Juridische deskundigen van beide zijden pleegden verder overleg. Israël stemde er in principe mee in om zich te verontschuldigen en een vergoeding te betalen voor de Turkse burgers die stierven of gewond geraakten tijdens de aanval op de Vrijheidsvloot. Turkije van zijn kant wilde op basis daarvan de betrekkingen met Israël normaliseren en zorgen voor de terugkeer van zijn ambassadeur naar Tel Aviv. Vanuit juridisch en politiek perspectief bleven zowel de verontschuldigingen als de compensaties problematisch. Volgen een Europese diplomaat vertrouwd met de besprekingen vormden excuses de grootste hinderpaal. Beide partijen probeerden een geschikte formule te vinden die premier Erdoğan kon interpreteren als een Israëlische verontschuldiging, en premier Netanyahu op zijn
93 94
Idem, BBC Arabic, 6 december 2010. B. Ravid, “Israel-Turkey diplomatic crisis nears its end”, Haaretz, 7 december 2010.
42
beurt als een uiting van waardering voor de Turkse bijstand bij het blussen van de branden in de Karmel regio. Een hoge Israëlische functionaris zei: “Als Turkije en Israël een overeenkomst willen bereiken, hoeven ze alleen maar het woordenboek Webster te openen om een ander woord te vinden voor 'excuses'.” 95
Israël verkoos de woorden "spijt"of "sorry" te gebruiken in plaats van "verontschuldiging". Zowel de overheid als de bevolking beschouwden het inzetten van schepen door de Internationale Humanitaire Hulporganisatie (IHH, de organisatoren van het hulpkonvooi) om de blokkade van de Gazastrook te doorbreken als een provocerende daad. Israël plaatste in juni 2010 het IHH op de zwarte lijst van terroristische organisaties, omwille van de banden met de radicale islamitische groep Hamas in de Gazastrook.96
3.3
ISRAËL BEREID OM COMPENSATIE TE BETALEN AAN TURKIJE, MAAR…?!
Volgens Israëlische functionarissen was Israël bereid om een schadevergoeding te betalen aan de families van de Turkse slachtoffers die stierven tijdens de aanval op de Vrijheidsvloot op voorwaarde dat Turkije zou meehelpen om een proces van vervolging te voorkomen voor de soldaten die betrokken zijn bij de aanval. Een aantal Israëlische officieren en soldaten, en zelfs enkele politici, lopen immers het risico van een arrestatie wegens rechtszaken die in verschillende landen tegen hen zijn ingediend door steungroepen van Palestijnen. Het persbureau Reuters citeerde een Israëlische functionaris: “We hebben een aanbod gedaan om de schadevergoeding te betalen, en de Turken gevraagd het nodige te doen om onze juridische angsten te ondervangen. We willen ook de Turkse ambassadeur in Tel Aviv terug om ons in staat te stellen een nieuwe ambassadeur te benoemen in Ankara.” 97
Dezelfde functionaris benadrukte dat er op dat moment voor Ankara echter nog steeds aanzienlijke belemmeringen bestonden om het Israëlische aanbod te accepteren. Volgens het voorstel zou Israël elke familie die een dode te betreuren had 100.000 USD schadevergoeding betalen, en expliciet zijn spijt betuigen voor het gebeuren. Ron Dermer, de adviseur van de Israëlische premier, zei:
95
B. Ravid, idem, 7 december 2010. Ibidem, Turkish Weekly, 9 december 2010. 97 “Litafādī junūdihā min al-muḥākamah ʾIsrāʾīl taʿruḍ taʿwīḍ lil-ʾatrāk”, Al Jazeera, 9 december 2010. 96
43
“We mogen niet vergeten dat er partijen zijn binnen de VN, die onze mannen graag gearresteerd zouden zien.” 98
Nog volgens Ron Dermer is het doel van de Israëlische premier Netanyahu de bescherming van de Israëlische mariniers en leiders.99 Ondanks de diplomatieke inspanningen in Genève, Ankara en Tel Aviv, gingen er in Turkije nog steeds stemmen op die Israëlische excuses en compensaties aan de families van de Turkse slachtoffers onvoldoende vonden om het dossier van de Vrijheidsvloot af te sluiten. De families van de slachtoffers organiseerden een persconferentie in het hoofdkantoor van één van de humanitaire organisaties in Istanbul, die het hulpkonvooi hielpen organiseren. Ze verduidelijkten hun positie ten opzichte van de beweegredenen van de Turkse regering die de oude bladzijde in de betrekkingen met Israël wilde omslaan. Volgens de families van de slachtoffers moest Israël naast het aanbieden van excuses en compensaties ook de belegering van de Gazastrook opheffen.100 Tijdens die persconferentie vroegen ze ook een verduidelijking van de Turkse regering over de vertraging van de door Ankara beloofde juridische maatregelen tegen Israël. Bulent Yildiz, de voorzitter van de Turkse Humanitaire Hulporganisatie, benadrukte dat tal van niet-gouvernementele internationale organisaties en instellingen op 31 mei 2011 een nieuwe vloot naar de Gazastrook wilden sturen. Een nieuwe poging met andere woorden om de Israëlische blokkade van de Gazastrook te doorbreken, precies een jaar na het vertrek van de eerste Vrijheidsvloot in 2010.101
3.4
TURKIJE HERNIEUWT ZIJN EIS VOOR VERONTSCHULDIGING
De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoğlu benadrukte dat zijn staat een sterke relatie met Israël wilde behouden. Hij herhaalde echter zijn verzoek om Israëlische verontschuldigingen voor het gebeuren op de Mavi Marmara, het Turkse schip dat deel uitmaakte van de Vrijheidsvloot die de blokkade van de Gazastrook wilde doorbreken. Dat zou volgens hem de enige oplossing zijn om een einde te maken aan de crisis tussen beide staten. Ahmet Davutoğlu maakte zijn opmerkingen vóór de terugkeer van de Mavi Marmara naar Istanbul. waar een groots welkom werd voorbereid.102
98
Idem, Al Jazeera, 9 december 2010. Ibidem. 100 ʿA.N. Sankī, “Diblūmāsiyyet al-ḥarīq bayna ʾisrāʾīl wa turkiyyā tuthīr ʾistiyāʾ dhawī ḍaḥāyā ʾusṭūl al-ḥurriyyah”, BBC Arabic, Istanbul, 7 december 2010. 101 Ibidem. 102 “Turkiyyā tujaddid maṭālabit ʾIsrāʾīl bil-ʾiʿtidhār”, Al Jazeera, 28 december 2010. 99
44
De Israëlische premier Netanyahu liet tijdens een interview met de Israëlische zender Channel 10 weten dat er eerder eerder in Genève besprekingen hadden plaatsgevonden om de betrekkingen tussen beide staten te verbeteren. Hij betreurde dat ze uiteindelijk niet echt het gewenste doel bereikt hadden. “Zij (de Turken, nvdr.) verwachten van ons een verontschuldiging maar wij willen ons natuurlijk niet verontschuldigen. Wij zijn alleen maar bereid om onze spijt te betuigen over het verlies van Turkse levens.”
103
103
“Nitinyāhū: lan naʿtadhir li Turkiyyā”, Al Jazeera, 28 december 2010.
45
4
4.1
VISIES IN DE VERENIGDE STATEN, ISRAËL EN TURKIJE OP DE HUIDIGE CRISIS TUSSEN ANKARA EN TEL AVIV
HOE KIJKEN DE VERENIGDE STATEN NAAR DE HUIDIGE BETREKKINGEN TUSSEN ANKARA EN TEL AVIV?
Turkije was tot het einde van de Koude Oorlog een hechte vriend van de Verenigde Staten. Na het succes zowel in zijn binnenlands als in zijn buitenlandse beleid, besefte Ankara terdege dat het zijn belangen via een eigen strategie kon realiseren. Dit zal hoe dan ook botsen met het beleid van zowel Washington als Tel Aviv.
Politiek analist Graham Fuller merkte op dat de Turken de politiek van de Verenigde Staten soms zien als reden van instabiliteit in het Midden-Oosten. Hij toonde dat aan aan de hand van enkele gebeurtenissen, zoals de ineenstorting van de Sovjet-Unie, het uitbouwen van de Europese politiek en het verdwijnen van zowel geopolitieke risico’s als strategische bedreigingen. Ook het toenemende conflict tussen de Turkse belangen in de regio met die van de Verenigde Staten en Israël speelde een belangrijke rol. Een heel belangrijke factor tenslotte vormde de succesvolle uitbouw door Ankara van nieuwe groeiende strategische betrekkingen met heel wat staten, vooral dan in de islamitische wereld.104
De politieke lijn die Ankara onder leiding van de AK- partij nu volgt, plaatst Turkije terug op de wereldkaart. Goede banden met veel staten, vooral dan de buurlanden, zijn daarbij instrumenteel. Dit nieuwe beleid valt samen met de oorlog die de voormalige Amerikaanse president George W. Bush tegen enkele moslimlanden ontketende na de aanslagen van 11 september 2001.105
Eerste voerden de Verenigde Staten oorlog tegen Afghanistan als reactie op de aanslagen van 11 september om de Taliban en Al-Qaida uit te schakelen. Irak had dan wel niets te maken met deze aanslagen, maar werd toch aangevallen door de Verenigde Staten met als argument dat massavernietigingswapens zou bezitten. Turkije verwierp van in het begin de Amerikaanse aanval op Irak omdat het de Verenigde Staten ervan verdacht de intentie te hebben om de landen in het Midden-Oosten etnisch en sektarisch te versnipperen om de hand op de olie in de regio te kunnen leggen. Volgens Al Arabiya blijft de bescherming van Israël echter het ultieme doel van
104
G. Fuller, The new Turkish republic: Turkey as a pivotal state in the Muslim world, US Institute of Peace Press, Washington, 2008. 105 T.ʿA. Al-Jalīl, “Al-jumhūriyyah al-turkiyyah al-Jadīdah, lāʿib ‘iqlīmī mutanāmin”, Al Jazeera, 27 januari 2010.
46
Washington. Dit opzet zou alleen maar gerealiseerd kunnen worden door de regio te ontmantelen in kleine entiteiten en de samenleving in interne rivaliteiten te doen ontaarden.106
De sociale, religieuze, sektarische en etnische structuur van Turkije verschilt niet veel van die in Irak en in de andere landen van de regio: diversiteit op alle niveaus. Voor de chronische problemen van de minderheden zijn er nog altijd geen moderne oplossingen gevonden, noch in Turkije noch in de Arabische landen. Turkije wou dan ook niet meedoen aan de Amerikaanse oorlog in Irak. De Verenigde Staten namen tot nu toe nog geen standpunt in tegen Turkije. Ze lieten Ankara zijn eigen weg gaan, tot de Turks-Braziliaanse bemiddeling voor het sluiten van een nucleair akkoord met Teheran toe. Israël en de Verenigde Staten vonden dat Turkije op dat moment een grens overschreed. De Verenigde Staten en Israël hadden toen buiten de Koerdische PKK-partij geen kaarten om tegen Turkije uit te spelen. De PKK hervatte zijn militaire operaties in verschillende regio’s in Turkije. De Koerdische operaties waren niet nieuw voor de Turken maar vielen wel samen met de harde retoriek die Israël en de Verenigde Staten hanteerden tegen Turkije.107
Enkele leden van het Amerikaanse Congres waarschuwden Turkije voor zijn vijandige houding tegenover Israël. De betrekkingen tussen Washington en Ankara zouden sowieso schade oplopen indien Turkije Tel Aviv bleef bekritiseren. Tijdens een persconferentie veroordeelden enkele Republikeinen en Democraten Ankara omwille van zijn steun aan het hulpkonvooi.
De Republikein Mike Pence uitte als grote voorstander van de Turks-Amerikaanse alliantie zijn verontrusting. Hij beschuldigde Turkije ervan om agressief op te treden tegen Israël. Mike Pence zei daarover ook: " Er bestaat geen humanitaire crisis in Gaza, aangezien Israël dagelijks voedsel en medicijnen toelaat. De Israëlische blokkade beschermt zelfs veel mensen, zowel in de Gazastrook als in Israël. Turkije moet de kostprijs berekenen. Turkije moet beslissen of zijn huidige koers op lange termijn in zijn belang is. Maar Amerika staat aan de kant van Israël.” 108
Met zijn dreigement verwees Pence naar de mogelijke veroordeling door het Congres van de Ottomaanse genocide van de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog. Volgens Pence zou het geïsoleerde Gaza een kleinere versie van een terroristische staat worden. Pence benadrukte tijdens 106
M.N. Al-Dīn, “‘Irdūgān fi al-muwājahah”, Al Arabiya, 27 juni 2010. Ibidem. 108 M. Pence, “Turkey Needs To Decide”, www.mikepence.house.gov, 9 juni 2010. 107
47
een interview op het CNN dat de Verenigde Staten achter Israël zouden staan om zichzelf te verdedigen tegen de aanslagen van Hamas. 109
Eliot L. Engel, een Democratisch Kamerlid, was ook niet overtuigd dat de Vrijheidsvloot bezig was met een humanitaire missie om goederen en medicijnen aan de Gazastrook te leveren. Als dat het doel ervan was, dan zou de Vrijheidvloot het Israëlische aanbod aanvaard hebben om eerst naar de haven van Ashdod te varen zodat Israël kon controleren of er wapens aan boord waren. Volgens Engel wilden de organisatoren van de Vrijheidsvloot een internationaal incident veroorzaken met de bedoeling het geweld tegen Israël aan te wakkeren. 110
Engel sprak zijn teleurstelling uit dat Turkije stemde tegen de sancties tegen Iran. Hij vond dat Turkije zijn ogen dichthield over de Iraanse spanningen om een atoombom te ontwikkelen om landen over de hele wereld te bedreigen. In een brief aan de Amerikaanse president Obama vroeg Engel samen met zes andere Congresleden een dringende herziening van de Amerikaanse betrekkingen met Turkije. Die Congresleden vonden dat Ankara een vijandig beleid voerde ten aanzien van Cyprus, Griekenland en Israël. In die brief stond te lezen: “Terwijl Turkije nu de Israëlische ambassadeur verdreef, was het regime van Assad, naast de deur in Syrië, bezig met het doden van meer dan 2000 mensen van zijn eigen volk. De Syrische ambassadeur werd daarentegen nooit bedreigd met uitwijzing. Terwijl Turkije onlangs de druk op Syrië heeft opgevoerd, behield het zijn ware woede tegen Israël, de enige echte democratie in het Midden-Oosten.”111
Engel omschreef de houding van Turkije dan ook als schandelijk, want Ankara overschreed keer op keer de Irakese grens bij het bestrijden van de Koerden terwijl het tezelfdertijd Israël dit recht wilde ontnemen bij de Gazastrook. Politieke analisten linkten de verklaring van enkele leden van het Amerikaanse Congres aan de behoefte van de joodse lobby om de volgende Amerikaanse verkiezingscampagnes te financieren. 112
109
M. Pence, “Pence Discusses Gaza Flotilla Incident and Oil Spill on CNN”, www.mikepence.house.gov, 2 juni 2010. E. L. Engel, “Rep. Engel stands up for US-Israel alliance and Israeli right to self defense”, www.engel.house.gov, 11 juni 2010 111 Eliot L. Engel, “Engel leads senior house members in calling for review of policy toward Turkey”, www.engel.house.gov, 2 november 2011. 112 Reuters, “Bi-sabab mawqifihā min 'Isrā'īl wa 'Irān, Nuwwāb 'amrikiyyūn: Turikiyyā satadfaʿ al-thaman”, Al Jazeera, 17 juni 2010. 110
48
Turkije besefte dit heel goed en de Verenigde Staten beseften op hun beurt dat Turkije niet meer het oude Turkije was. Turkije was een groot land geworden, centraal gelegen in de regio. Ondanks het succes in het overstijgen van alle geschillen met zijn buurlanden, was Turkije helemaal niet bang meer voor de gevolgen van het spaak lopen van de Israëlisch-Turkse betrekkingen. De oude wijsheid die zegt dat een goede relatie met Washington gerealiseerd kon worden door een goede relatie met Tel Aviv en zijn lobby, ging voor de Turken niet meer op.
4.2
HET STANDPUNT VAN DE ISRAËLISCHE ELITE OVER DE DIPLOMATIEKE CRISIS 4.2.1 HET NIEUWE EXTERNE BELEID VAN TURKIJE IN DE OGEN VAN ISRAËL
Turkije heeft met meer dan 700.000 soldaten één van de grootste legers ter wereld. Met een jaarlijks budget van ongeveer 12 miljard USD koopt het grote hoeveelheden militair materiaal en technologie aan. Israël exporteert jaarlijks slechts 1,5 miljard USD aan goederen en diensten naar Turkije en importeert voor meer dan 1 miljard USD. Het hoeft bij de eventuele voor- of nadelen veroorzaakt door een verandering in de diplomatieke betrekkingen dan ook niet uitsluitend rekening te houden met de grootte van deze bedragen.113
Turkije is ook het enige moslimland dat uitstekende handelsbetrekkingen en diplomatieke betrekkingen onderhoudt met Iran, Syrië, Irak en Israël, zonder dat het door één van hen verplicht wordt zijn betrekkingen te verbreken met één van de andere. Turkije kan op die manier fungeren als informeel verband tussen jarenlange vijanden.
Nog belangrijker is echter de strategische visie van Turkije zelf. De Turkse macht zorgt voor de veiligheid van de volkeren van de regio. Het is nauw betrokken bij de gebeurtenissen in het Midden-Oosten, op de Balkan en de Kaukasus, en zelfs in andere islamitische en Afrikaanse.
Turkije ziet, net zoals Israël, de Iraanse nucleaire dreiging als een direct gevaar. Toch voert het een onafhankelijk beleid ten aanzien van Teheran; het sluit met Iran bijvoorbeeld olie- en gasovereenkomsten af, ook al ziet Washington dat niet echt zitten. Turkije zit samen met de Hamasleiders en veroorzaakt hierdoor kopzorgen voor Israël. Turkije is ook een goede vriend van Pakistan. Het heeft begin 2009 bovendien een vriendschapsverdrag met Saoedi-Arabië ondertekend.
113
Z. Bar'el, idem, 22 februari 2009.
49
Israël heeft voor zijn bescherming altijd naar een niet-Arabische buffer gestreefd. Nu beschadigt het de bilaterale relatie met Turkije, en laat het zich beledigen door Erdoğan. Dat is strategisch gezien geen wijs besluit.114
4.2.2 DEBAT BINNEN ISRAËL OVER DE RELATIE MET TURKIJE Er is binnen Israël een groot debat gaande over de toekomstige betrekkingen met Turkije. De ene partij gaat ermee akkoord excuses aan te bieden en compensaties te betalen aan de families van de slachtoffers van de Israëlische agressie op het Turkse schip Mavi Marmara, maar de andere partij verwerpt deze idee en stelt vragen bij het nut ervan.
Tot het eerste kamp behoren de directeur-generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de voormalige Israëlische ambassadeur in Ankara Alon Li’iel. Beiden vinden het belangrijk om de relatie tussen Turkije en Israël te herstellen. De VN zullen immers een rapport bekendmaken waarin Israël veroordeeld wordt voor zijn aanval op de Vrijheidsvloot, een aanval die in internationale wateren plaatsvond. Alon Li’iel vraagt zich af waarom Israël het initiatief niet zou nemen om zijn excuses aan te bieden aan de Turken. Tel Aviv heeft strategische vrienden nodig in de regio. Het mag niet vergeten dat het in het Midden-Oosten ligt, een realiteit waaraan niet te ontsnappen valt. Israël kan niet blijven voortbestaan in een zee van haat en bedreigingen. Misschien is Turkije niet echt bereid om opnieuw aan te knopen bij zijn bijzondere relatie met Israël. Verontschuldigen zullen echter de mogelijkheid bieden tot een hernieuwde dialoog tussen de twee landen. Hierdoor zal Turkije zijn relaties met Iran misschien herbekijken. Tot het tweede kamp behoort onder anderen de onderzoeker Ya’ez Händel, verbonden aan de universiteit van Bar-Ilan. Hij is gekant tegen het aanbieden van verontschuldigingen omdat dat de Israëlische versie van het verhaal over het terroristische schip teniet doet. Het zou bovendien een slechte impact hebben op het zelfvertrouwen en op het moreel van de Israëlische soldaten. Verontschuldigingen zouden het faillissement betekenen van het Israëlische beleid. Nog volgens Händel is Turkije een aartsrivaal geworden. Het verder zetten van het huidige beleid ten aanzien van Israël zal het prestige en de belangen van Turkije dienen. Israëlische verontschuldigingen aan Ankara zullen dit alleen maar
114
Idem, Haaretz, 22 februari 2009.
50
bevestigen in de islamitische wereld. De samenwerking tussen Israël en Turkije zal nooit meer zijn zoals vroeger.115
Naast deze twee kampen bestaan er in Israël ook nog andere standpunten over de nieuwe politieke lijn die Turkije volgt. Tel Aviv interpreteert het nieuwe externe beleid van Ankara aan de hand van verschillende factoren, die hieronder worden uiteengezet. 4.2.2.1 TURKIJE SCHUIFT OP RICHTING ISLAMITISCH FUNDAMENTALISME?!
De in Turkije regerende AK-partij wordt als gematigd islamitisch gezien. Israël beweert echter dat Turkije onder leiding van die partij meer en meer naar het fundamentalisme neigt. Efraim Inbar, de directeur van het Israëlische Begin-Sadat Centre for Strategic Studies aan de universiteit Bar-Ilan, zegt daarover: “In tegenstelling tot velen in het Westen, dacht ik dat deze partij in staat was om een rijk religieus erfgoed met moderniteit te verenigen, en zo als toonaangevende gematigde islamitische partij te functioneren die de islamitische wereld kan volgen. Door het huidige interne en externe beleid van deze partij moet ik toegeven dat ik mij heb vergist.”
116
Dit is uitvoerig aan bod gekomen in de Arabische pers, met verwijzingen naar Israëlische krantenartikels. Zo vermeldt Al Jazeera: 117 dat Turkije volgens Inbar in een identiteitscrisis verkeert, zoekend naar zijn islamitische roots en naar antwoorden op de uitdagingen van de 21ste eeuw. Door dit historische dilemma beschouwt Turkije zijn relatie met het Westen als secundair. Inbar vindt dat het verlies van Turkije aan de radicale islam een zware strategische klap zou zijn, niet alleen voor Israël en het Westen, maar ook voor het Turkse volk. dat de Israëlische krant Haaretz op haar beurt Israël zou beschuldigen van fundamentalisme. 45 % van de Joodse studenten gaat nu naar officiële religieuze scholen. Dat is 13 % meer dan bij het einde van vorige millennium. Op dit moment zijn er zowel in Ankara als in Jeruzalem regeringen die hun doctrine voeden met religie, en ernaar streven om het erfgoed van respectievelijk Kemal Atatürk en Ben Gurion te ontmantelen. “We moeten ons niet laten bedotten als Erdoğan en Netanyahu kostuums en stropdassen dragen!”
115
“Jadal fī ’Isr ā’īl ḥawla ‘alāqatihā ma‘ Turkiyyā”, Al Jazeera, Haifa, 26 december 2010. M. Kayyālī, “Qirā’ah ’isrā’īliyyah li al-azmah ma‘a al-dawla al-turkiyya”, Al Jazeera, 15 juni 2010. 117 Ibidem. 116
51
4.2.2.2
IS DEMOCRATIE GOED VOOR HET MIDDEN-OOSTEN?
Sommige analisten geloven dat de democratie de reden is voor de breuk in de IsraëlischTurkse betrekkingen. Ondanks de democratie is de Turkse islamitische AK-partij in november 2002 aan de macht gekomen. De vroegere opvatting dat Bagdad en Damascus gezamenlijke vijanden vormden voor zowel Turkije als Israël, bestond niet meer bij de AKpartij.
Men zou vanuit een bepaald opzicht kunnen stellen dat een Midden-Oosten zonder democratie Israël waarschijnlijk beter uitkomt. Alle normalisatie- en vredesakkoorden tussen Israël en andere staten in de regio zijn immers ondertekend door autocratische regimes, die met ijzeren hand regeren en zeker niet via de stembus aan de macht gekomen waren. Het zal dan ook geen toeval zijn dat een democratische regering in het MiddenOosten naar de gevoelens van de Arabische straat luistert, en ook naar de Palestijnen, vanuit hun islamitische identiteit. 118
Israël is bevreesd voor de huidige Arabische revoluties. Het ziet zichzelf gevangen in een wedloop met de Iraanse atoombom, de Palestijnse demografie, en dus nu de Arabische democratie. 4.2.2.3
IS HET EEN STRIJD OM EEN REGIONALE POSITIE?
Israël staat alleen in een vijandige omgeving. Dertig jaar geleden verloor het Iran als islamitische bondgenoot en nu verliest het ook Turkije. Voor Israël is de huidige relatie met Turkije echter belangrijker dan eertijds die met Iran. Turkije maakt deel uit van de gematigde islamitische wereld; het is ook lid van de NAVO en heeft uitstekende relaties met de Verenigde Staten. Het streeft bovendien naar EU-lidmaatschap. Het is voor Israël gênant dat Turkije de confrontatie met vreedzame en civiele middelen aangaat binnen de grenzen van het internationaal recht. Turkije verdedigt de Palestijnen, maar pleit niet zoals Iran voor de vernietiging van Israël.119
Turkije wordt in het Midden-Oosten een concurrent voor Israël op diverse terreinen, zowel politiek als economisch. Turkije heeft hiervoor dan ook alle middelen. Het heeft misschien 118 119
M. Kayyālī, idem, 15 juni 2010. Ibidem.
52
ook de toestemming van de westerse wereld voor zijn toenemende rol in de regio, vooral nu Israël veeleer een last geworden is voor het Westen.120
4.2.2.4
DE INVESTERING IN DE PALESTIJNSE ZAAK
De Israëlische haviken zien de Turkse premier Erdoğan als een gevaarlijk demagoog, een listige politicus, een strategische ramp, een tweede Ahmadinajad die alles wil doen om het gezicht van Turkije te veranderen. Premier Erdoğan wil de geschiedenis ingaan als stichter van een neo-Ottomaans imperium. Het Israëlische beveiligingscomité is ervan overtuigd dat de val die voor de Israëlische strijders op het hulpkonvooi opgezet was, de vrucht was van een bewuste tactiek van Erdoğan. Volgens een gelijkaardige interpretatie wil Erdoğan zich door zijn vijandige houding ten aanzien van Israël profileren in de Palestijnse zaak en zo zijn positie versterken. ‘Waarom geen buitenlandse vijand creëren om meer legitimiteit te hebben? Je kan toch de aandacht van miljoenen mensen vestigen op een zionistische vijand.’
Los van deze interpretaties beseft Tel Aviv dat het Israëlische tijdperk in het Midden-Oosten ten einde loopt. De tijd dat Israël de absolute macht had, is voorbij en komt wellicht nooit meer terug.121 Het is daarom enorm belangrijk voor Israël – een staat met een conflictueuze geschiedenis met veel van zijn Arabische buren – om goede betrekkingen met Turkije te onderhouden, een staat die 99 % moslims telt. Voor Israël is dat een manier om het regionale isolement te doorbreken en de religieuze dimensie van het conflict met de Arabieren te minimaliseren.122
4.3
HET TURKSE STANDPUNT TEN AANZIEN VAN DE RELATIE ANKARA-TEL AVIV 4.3.1 VOLGENS DE ELITE
Turkse leiders hebben zich sinds 1924, in navolging van Atatürk, meermaals op een strikte scheiding tussen leger en staat beroept. Volgens de opvattingen van Atatürk moest het leger boven 120
Ibidem. Ibidem. 122 E. Inbar, p. 40. 121
53
de politiek staan en de nationale belangen verdedigen. Maar aan die scheiding kan echter maar beperkt waarde gehecht worden.123 Zowel in het Ottomaanse Rijk als in de Republiek Turkije speelde het leger een dominante rol in de politieke ontwikkelingen, zowel binnenlands als buitenlands.124
Toen Israël in 2003 de ondertekening van de overeenkomst voor de aankoop van water uit de Turkse Manavgat rivier om politieke redenen uitstelde, dreigde Turkije de gezamenlijke militaire projecten op te schorten. Dat stond echter nooit op de agenda. Een hoge functionaris van de Nationale Veiligheidsraad van Turkije zei daarover: “Erdoğan dacht dat hij deze dreiging kon gebruiken. We legden hem uit dat hij kon zeggen wat hij wilde en dat het Turkse militaire establishment zou doen wat het moest doen.” 125
Toen de chef-staf van de Israëlische grondtroepen Avi Mizrahi Turkije hard bekritiseerde, bleek het Turkse leger de kant van Erdoğan te kiezen tegen Israël. Avi vroeg premier Erdoğan om eerst naar zichzelf te kijken vooraleer Israël te bekritiseren. Hij verwees hiermee naar de Turkse genocide tegen de Armeniërs. Het Turkse leger veroordeelde de woorden van Avi Mizrahi en stelde hem verantwoordelijk voor het beschadigen van de Israëlisch-Turkse betrekkingen.
Ian Lesser van het Germain Marshall Fund in Washington benadrukte dat Turkije en Israël niet meer zouden verdergaan met hetzelfde strategische partnerschap. Ze zouden wel blijven samenwerken maar op een meer bescheiden schaal. Lesser zei daarover: “De relatie tussen Turkije en Israël was het gevolg van een zeer speciale samenloop van omstandigheden die nu niet meer bestaat.”
126
De alliantie tussen Turkije en Israël werd in de jaren 1990 aangemoedigd door de legers van beide landen. In die periode bestond de gezamenlijke wens om Syrië onder druk te zetten. Syrië had de woede van Ankara opgewekt door het opvangen van separatisten van de PKK die Turkije bestreed. Israël verschafte Turkije militair materiaal en inlichtingen over de activiteiten van de PKK. Het kon Turkije ervan overtuigen dat de Koerdische leider Abdullah Öcelan zijn PKK-partij vanuit de
123
S. Wicher, “Het Turkse leger: macht, belangen en politieke invloed, in: Turkije in crisis”, Het wereldvenster Bussum, Antwerpen, 1982, p.157. 124 Idem, p.162. 125 Z. Bar'el, “Why we need Turkey, Israel can choose to blow off ties with Turkey amid the current diplomatic brouhaha, but it simply wouldn't be wise”, Haaretz, 22 februari 2009. 126 Ibidem.
54
Syrische hoofdstad Damascus leidde. Aan het einde van de jaren 1990 overwoog Turkije om die reden oorlog te voeren tegen Syrië.127
Verschillende factoren maakten dat Turkije zijn betrekkingen met Tel Aviv als minder belangrijk beschouwde. De belangrijkste elementen waren zowel de afname van het geweld van de PKK tegen Turkije als de verbeterde betrekkingen tussen Ankara, Teheran en Damascus. Ook de afgenomen invloed van de Turkse seculiere generaals die hun relatie met Israel zagen als een strijd tegen de politieke islam, speelde een niet te onderschatten rol.
Gareth Jenkins, een Turkse veiligheidsanalist, zei dat de relatie tussen Tel Aviv en Ankara al jaren op het sterfbed lag en dat geen van beide landen iets zou verliezen bij het beëindigen ervan. 128
Sinan Ooghann van het Instituut van Istanbul voor Economische Studies en Buitenlands Beleid vond de toelating om het hulpkonvooi vanuit Turkije naar de Gazastrook te laten vertrekken, een indicatie van de escalerende spanningen tussen de Turkse en de Israëlische regering. Dat paste immers heel goed in de interne agenda van Turkije.129
Israël viel door zijn aanval op het hulpkonvooi in het moeras van het Midden-Oosten. Negen Turken lieten het leven, duizenden Turken kwamen op straat om wraak te eisen op Israël.
Volgens het motto van Kemal Atatürk "Vrede thuis, vrede in de wereld" dient Turkije ernaar te streven niet betrokken te raken bij internationale conflicten en te zorgen voor goede relaties met de landen in zijn regio. In goede relaties met de staat Israël geloofden de Turken niet. Politieke waarnemers zagen in de Israëlische aanval op het Turkse schip een reactie op Erdoğans pogingen om de internationale sancties tegen Iran af te houden. Zelfs als dat waar was geweest, dan nog blijft het een feit dat Israël Turkije meer nodig had dan omgekeerd. Afgevaardigden van de regerende AK-partij vochten om een tekst te laten schrappen uit een gezamenlijke parlementaire verklaring waarin de regering om herziening vroeg van de economische en militaire banden met Israël. De imams in dienst van de staat streefden ernaar om anti-semitisme te voorkomen.130 Dat waren
127
Ibidem. “ ’Usṭūl al-ḥuriyyah yaduq al-mismār al-’akhīr fī na‘sh taḥāluf Turkiyyā wa ’Isrā’īl ”, Al Arabiya, Reuters – Ankara, 3 juni 2010. 129 Ibdem. 130 “From talk to action, Turkey’s prime minister likes to scold Israel but things have now gone too far”, The Economist, Istanbul, 3 januari 2010. 128
55
allemaal indicaties dat Turkije de intentie had om zijn relatie met Israël te herstellen.
4.3.2 VOLGENS DE TURKSE REGERENDE PARTIJ Tijdens een interview op Al Jazeera liet de Turkse premier Erdoğan weten geen vertrouwen meer te hebben in Israël en in de toekomst van de Israëlisch-Turkse betrekkingen. Israël had immers helemaal niet de intentie om vrede na te streven met zijn buurlanden. Premier Erdoğan verwees naar het jaar 2008 toen de relatie tussen beide staten nog stabiel was. Hij vertelde dat de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Lieberman Turkije vroeg om te bemiddelen in de Syrisch-Israëlische besprekingen. De gesprekken konden dankzij de Turkse bemiddeling de vijfde ronde bereiken. De besprekingen waren met andere woorden succesvol. Iedereen was erg optimistisch over het resultaat. Vrede tussen Syrië en Israël was zeer belangrijk om een alomvattende vrede te bereiken in de regio, dus inclusief een oplossing voor de Palestijnse zaak en vrede met Libanon.
Twee dagen na de laatste ronde van de Syrisch-Israëlische besprekingen startte Israël met zijn aanval op de Gazastrook. De Syrische president, Bashar Al-Asad, besliste dan ook te stoppen met de gesprekken. Hij zag het niet zitten om met Israël over vrede te praten terwijl Gaza werd gebombardeerd. Premier Erdoğan vond dat hij gelijk had en verklaarde: “Tijdens de 15 dagen dat Gaza onder vuur werd genomen, kregen we geen enkele Israëlische leider of functionaris aan de lijn die met ons wou praten. Is dat een land? Is dat een regering?”131
Tegelijkertijd stelde Erdoğan veel vragen bij de democratie waar Israël zo fier op was. In Palestina was Hamas op een democratische wijze en onder toezicht van het Westen verkozen. Israël aanvaardde Hamas echter niet en omschreef het als een terroristische beweging. Erdoğan vroeg zich van de weeromstuit af hoe de Israëlische oorlog tegen de Gazastrook dan wel te omschrijven viel. Die oorlog resulteerde in nauwelijks 15 dagen in ongeveer 1350 doden en meer dan 5000 gewonden. Erdoğan zei daarover: “We hebben enkele gewonden overgebracht naar onze ziekenhuizen in Turkije en we hebben met onze eigen ogen de sporen van de fosforbommen op de slachtoffers gezien. Hoe kunnen we nog geloven dat Israël aan vrede wil meewerken?”132
131 132
Bilā Ḥudūd, Al Jazeera, 12 januari 2011. Ibidem.
56
Nadien viel Israël nog het hulpkonvooi aan, waaraan onderdaden van meer dan 36 staten deelgenomen hadden om de onmenselijke blokkade van de Gazastrook te doorbreken. Negen Turken stierven bij dat incident. Ondanks die agressie was Israël nog steeds overtuigd van zijn gelijk. Dat vond premier Erdoğan onwaarschijnlijk. Hoe kon het dat Israël – dat toch de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijft – van de Gazastrook een open gevangenis maakte? Volgens Erdoğan kende Israël vandaag weinig geluk met zijn regering, wat hij kwalificeert als ‘de slechtste ooit in de geschiedenis van Israël’. Op de vraag of Turkije Hamas ondersteunde of niet, antwoordde premier Erdoğan als volgt: “We zijn aan het onderhandelen met Hamas. Turkije steunt Hamas en zal hen altijd blijven steunen. We willen dit niet ontkennen. Hamas is een verzetsbeweging maar ook een politieke partij die op democratische wijze verkozen is. Israël ontneemt echter al zijn kansen en creëert veel belemmeringen op zijn weg waardoor Hamas op politiek vlak faalt. Over welke democratie spreekt men in deze wereld? Deze wereld heeft gefaald in het onderzoek naar de democratie” 133
Volgens premier Erdoğan zou er nooit vrede komen zolang men met Hamas niet aan de tafel wilde toelaten. Tel Aviv keurde echter alle bijeenkomsten met Hamas af en wilde deze beweging isoleren. Dat deed twijfels rijzen over de Israëlische wil om vrede te sluiten met de Palestijnen.
Wat met de meer dan 60 overeenkomsten die beide staten ondertekend hadden, mocht Israël zich niet willen verontschuldigen? In zijn antwoord benadrukte premier Erdoğan dat Turkije zijn eis tot verontschuldigen nooit zou opgeven. Indien Israël dit bleef negeren, zouden de gezamenlijke overeenkomsten niet meer worden verlengd. Volgens de Turkse overheid was Israël hier de grote verliezer, want geen enkel staat in de regio wilde met Tel Aviv samenwerken. Op de vraag of Israël dan meer met Athene zou gaan samenwerken, zei premier Erdoğan dat Griekenland geen deel uitmaakt van het Midden-Oosten. Hij voegde eraan toe: “Israël kan doen wat het wil, Turkije is een onafhankelijk en machtig land en heeft goede relaties met al zijn buren. Zolang de huidige situatie voortduurt, willen wij, de Turken, niet met Israël aan tafel gaan zitten, tenzij het over noodsituaties gaat zoals de bosbranden die Israël onlangs heeft meegemaakt. Dat is een islamitische en menselijke verplichting.”134
133 134
Bilā Ḥudūd, Al Jazeera, 12 januari 2011. Ibidem.
57
Het is duidelijk dat Turkije met zijn neo-Ottomaanse instelling nationalistischer en conservatiever is geworden. Volgens Oğuz Alyanak, de hoofdredacteur van het Turkish Policy Quarterly, zijn de Turkse politici ‘megalomaner’ geworden en de Israëlische politici ‘autistischer’. Turkije voerde op regionaal vlak een meer interventionistische politiek en streefde ernaar om permanente machtsspeler in het Midden-Oosten te worden. De nationalistische en islamitische voorstanders van deze visie argumenteerden dat Turkije elke mogelijkheid moest gebruiken om meer betrokken te worden bij de gebeurtenissen die zich in de regio afspeelden. Het andere, seculaire en liberale kamp beschouwde dat veeleer als Turks geflirt met de islamisering.135
135
O. Alyanak, idem, pp.156-157.
58
5
DE TURKS-ARABISCHE CONVERGENTIE: GEVOLG VAN DE TURKS-ISRAËLISCHE DIVERGENTIE?
De Turks-Israëlische betrekkingen zijn problematisch geworden. In dezelfde mate heeft Ankara een groot succes gescoord met het bevorderen van zijn relatie met veel Arabische staten en met de regio Syrië-Palestina in het bijzonder. Het blijft nochtans een open vraag waarom Turkije er nu voor kiest om zijn relatie met de Arabische wereld te versterken. De vraag is ook of het ene het gevolg is van het andere en waarom dat zo zou zijn.
Bij het terugblikken op de geschiedenis van de Turkse relatie met de Arabische wereld zou het interessant zijn om te kijken naar de scheiding van de Turkse en de Arabische identiteit. De Vrede van Westfalen (1648) was de eerste stap naar de geboorte van verschillende nationaliteiten.136 De Franse Revolutie versterkte dat verder. Ook de islamitische beschaving kende een evolutie, vergelijkbaar met deze volgend op de Vrede van Westfalen. Na de ondergang van het Ottomaanse Rijk, werden nieuwe natiestaten gecreëerd. De politieke inrichting van die staten stond niet model voor de islamitische beschaving: noch structureel, noch inhoudelijk, sloten ze aan bij de islam. Onder die omstandigheden was elke natiestaat gedwongen om zijn eigen geschiedenis te creëren. Die ontwikkeling schond de integriteit van de islamitische beschaving en creëerde hiaten in de Arabisch-Turkse identiteit. Het internationale systeem genereerde een andere code voor de omschrijving van identiteiten. Arabieren en Turken gingen zich identificeren door hun eigen nationale staat. Hierdoor verminderde het belang van de gedeelde (islamitische) gemeenschappelijke waarden en dreven beide bevolkingsgroepen weg van de islamitische bronnen die hen ooit verenigd hadden.
De nationalistische Jonge Turken, die tijdens de laatste decennia van het Ottomaanse Rijk opgeleid waren in het Westen, waren vervreemd van hun eigen cultuur. Ze speelden een belangrijke rol bij de differentiatie van de Arabische en de Turkse identiteit. Ze vernietigden het idee van het Ottomaanse Rijk als een multiculturele entiteit en versnelden de differentiatie van identiteiten.137
136
De Vrede van Westfalen is een serie van vredesverdragen die getekend werden in1648 om de Dertigjarige Oorlog (1618–1648) in het Heilig Roomse Rijk en de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648) tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te beëindigen. Deze verdragen worden gezien als de eerste voortkomend uit moderne diplomatische onderhandelingen, waarbij het begrip soevereine staat in Europa opnieuw gedefinieerd werd. De Vrede van Westfalen symboliseert ook de geboorte van een nieuw stelsel van buitenlandse relaties. 137 M.F. Seyhanoglu, “The Lost Connection and Divergent Identities: The Case of Turks and Arabs”, Centro Argentino de Estudios Internacionales Programa Medio Oriente / Middle East Program, februari 2006.
59
Het Comité voor Eenheid en Vooruitgang (İttihat ve Terakki Cemiyeti, een politieke beweging beter gekend als ‘Making Turkish’) heeft zo bijgedragen tot de verslechtering van de ArabischTurkse betrekkingen. De Jonge Turken vormden de meest invloedrijke groep onder de leden van dat comité. Hun streven naar Turks nationalisme leidde op zijn beurt tot Arabische nationalisme.
5.1
HOE KIJKEN TURKEN EN ARABIEREN NAAR ELKAAR?
Naties die geen band meer hadden met het Ottomaanse Rijk, begonnen hun eigen identiteit op te bouwen. Sociologisch gezien een natuurlijk proces: eenmaal de gehechtheid aan een bepaalde plaats verdwijnt, wordt deze vervangen door een nieuwe, andere identiteit.
Het Turkse beeld over de Arabieren veranderde volledig na de Eerste Wereldoorlog . Tijdens de eerste Wereldoorlog hielpen een aantal Arabische leiders de westerse mogendheden om een einde te maken aan het Ottomaanse Rijk. Die steun bracht heel de Arabische wereld in verlegenheid en leidde bij de Turken tot een slecht imago van de Arabieren. Arabieren werden vaak omschreven als honden, als boosdoeners of andere pejoratieve idiomen.
De Arabieren hadden soortgelijke gevoelens ten aanzien van de Turken. Arabische overvallers van karavanserais werden beschouwd als helden, die het aandurfden in opstand te komen tegen de Ottomaanse overheersing. De Turken zagen de Arabische overvallers als verraders. Wreed gedrag of een snelle beslissing werden vaak omschreven als Turks gedrag.138
Zowel het kolonialisme als het postkolonialisme versterkten de scheiding van identiteiten. Ze maakten de weg vrij voor de differentiatie van de Arabisch-Turkse identiteit. De aard van het internationale systeem speelde ook een belangrijke rol in het onderscheid tussen de identiteit van beide volkeren. Om die reden hadden de Turken de neiging zich te onderscheiden van de Arabieren.
Arabieren en Turken die goed naar hun verleden kijken, beseffen echter dat ze tot dezelfde politieke cultuur behoren. Beide volkeren zijn zich bewust van de radicaal veranderende omgeving waarin ze leven en de noodzaak voor een frisse, drastische aanpak. Anders zullen ze niet in staat zijn om zich aan de moderne en veranderende tijden aan te passen.
Arabieren en Turken beseffen dat ze niet naar het verleden mogen blijven kijken. Alleen aan de 138
Centro Argentino de Estudios Internacionales Programa Medio Oriente / Middle East Program, idem, februari 2006.
60
hand van een nieuwe interpretatie van de islamitische bronnen zullen ze als moslims een nieuwe identiteit kunnen reconstrueren. Beide volkeren beseffen dat ze als moslims zonder een dergelijke stap altijd een lijdend voorwerp zullen blijven binnen het bestaande internationale systeem.139
5.2
HOE ZIEN DE TURKS-ARABISCHE BETREKKINGEN ER NU UIT?
Hoe dan ook, de Turks-Arabische relaties kunnen bogen op een lange geschiedenis en zijn diep geworteld in sociale, politieke en economische uitwisselingen die door de eeuwen heen evolueerden. Zoals hierboven uiteengezet, lieten de afgelopen jaren een duidelijke heropleving in de relaties tussen Turken en Arabieren zien. Ondanks de effecten van de natievormingsprocessen was er sprake van een herontdekking van een gedeelde erfenis.
In de periode tussen de Ottomaanse terugtrekking uit de Arabische landen en de vestiging van de moderne Republiek Turkije, werkten Turken en Arabieren onder het geestelijk gezag van de kalief samen tegen het imperialisme. Turken en Arabieren accepteerden elkaar als twee afzonderlijke politieke entiteiten. Ze aanvaardden geen totale breuk en probeerden hun relaties te herstellen.
De westerse ideologie openbaarde zich het duidelijkst in Turkije tijdens de periode van de Koude Oorlog . Turkije werd gedwongen zich samen met het Westen onder de paraplu van de NAVO te positioneren tegen de Sovjetdreiging. Hierdoor vond Turkije een internationaal platform dat zijn westers georiënteerde buitenlandse politiek legitimeerde.
Tijdens de Koude Oorlog stond de Turkse politiek onverschillig tegenover het interregionale evenwicht in het Midden-Oosten. Toch was Turkije eerder anti-Arabisch. Dat versterkte de vervreemding in de Turks-Arabische relaties tijdens de republikeinse periode. Het feit dat Turkije in 1949 als eerste islamitisch staat Israël had erkend, had een slechte invloed op de Turkse betrekkingen met de Arabische landen. 140
139
Centro Argentino de Estudios Internacionales Programa Medio Oriente / Middle East Program, idem, februari 2006. 140 T. Küçükcan, “Arab Image in Turkey”, SETA Foundation for Political, Economic and Social Research, rapport nr. 1, juni, 2010, pp. 8-10.
61
Ook een aantal gebeurtenissen in de jaren 50 hadden nadelige gevolgen voor de Turks-Arabische relaties. In 1957-1958 onthield Turkije zich bij de stemming over het voorstel tot Algerijnse zelfbeschikking in de Algemene Vergadering van de VN.141 Eerder, in 1954, had Turkije ook al gestemd voor het niet-agenderen van de Algerijnse kwestie in de VN. Latere ontwikkelingen, zoals de Suezcrisis in 1956 en de Syriëcrisis in 1957, verslechterden verder de betrekkingen met de Arabische landen.142
De verslechtering van de relaties tussen Damascus en Ankara was mede-verantwoordelijk voor het nieuwe militaire akkoord dat Turkije met Israël in februari 1996 heeft ondertekend. De belangrijkste doelstelling van dit akkoord was militaire samenwerking tussen de twee staten door middel van gezamenlijke opleidingen voor de luchtmacht, marinebezoeken, uitwisseling van militair personeel en gezamenlijke opleidingen in militaire academies.
Turkse functionarissen probeerden de strategische implicaties van deze overeenkomst met Israël te bagatelliseren. Ze benadrukten herhaaldelijk dat het noch een formele alliantie was, noch gericht tegen een derde partij. Het was eerder vergelijkbaar met militaire opleidingsakkoorden die Turkije met meer dan een dozijn andere landen heeft ondertekend.
Het was duidelijk dat Turkije door de toegenomen militaire samenwerking met Israël een aantal strategische doelstellingen wou bereiken. Dat akkoord kwam er namelijk ook als reactie op de verhoogde militaire banden tussen Syrië en Griekenland. De Turkse relatie met die twee buurlanden was toen niet denderend. Een ander opzet van dat akkoord was het zoeken naar alternatieve bronnen voor wapensystemen en militaire uitrusting. Dat gebeurde in het licht van de toenemende problemen bij het verkrijgen van geavanceerde wapens uit de Verenigde Staten, een gevolg van de tegenwerking van anti-Turkse lobbies en mensenrechtenorganisaties in de Verenigde Staten. Via het uitbreiden van de militaire banden met Israël wilde Turkije bovendien aan Syrië het signaal geven dat Damascus door zijn vijandig beleid voor verhoogde veiligheidsrisico’s zorgde.143
141
United Nations General Assembly, “The question of Algeria, Resolution 1184 (XII)”, 10 december 1957. T. Küçükcan, pp. 8-10. 143 S. Sayari, “Turkey and the Middle East in the 1990s”, Journal of Palestine Studies, (volume 26, nr.3), Spring, 1997, pp. 48-49. 142
62
Het Turkse leger had op deze nieuwe overeenkomst aangestuurd. Door de wijdverbreide perceptie dat deze Israëlisch-Turkse samenwerking ook zou helpen in de strijd tegen de PKK, kreeg dat akkoord extra steun van het grote publiek. Toch werd de overeenkomst in Turkije sterk bekritiseerd, zowel door de media als door islamitische politieke krachten.
Tijdens de parlementsverkiezingen van december 1995 veroordeelde de leiding van de Turkse Refah-partij de toegenomen politieke en economische betrekkingen met Israël. Na de ondertekening van de overeenkomst in februari 1996 beloofden de leiders van Refah om het akkoord met Israël te zullen schrappen mochten ze aan de macht komen.
Het Turks-Israëlische militaire akkoord werd ook hard bekritiseerd door de Arabische staten en Iran. Egypte, waarmee Turkije in de afgelopen tien jaar relatief goede relaties had opgebouwd, vroeg Ankara officieel om uitleg over de aard en het doel van dat akkoord. Na een tweedaagse top in juni 1996 in Damascus, gaven de leiders van Egypte, Saoedi-Arabië en Syrië een gezamenlijke verklaring uit waarin ze hun bezorgdheid uitten en waarin ze van Turkije een herziening van de overeenkomst eisten.144
Sinds de oprichting van Israël stond de status van de Turks-Arabische relaties veelal in correlatie met de Turks-Israëlische betrekkingen. Elke stap die Turkije en Israël dichterbij bracht, lokte een reactie van de Arabische staten uit. Van de weeromstuit zorgde elke spanning tussen Turkije en Israël voor een toenadering tot de Arabische staten.
Na 1960 vonden er positieve veranderingen plaats in het Turkse beleid ten aanzien van de Arabische staten. Dat verliep parallel met een verandering in de Arabische perceptie ten aanzien van Turkije als gevolg van de nieuwe opties in het buitenlandss beleid van die laatste. Zowel het protest van Turkije tegen de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden in 1967 als de sluiting van de Turkse ambassade in Israël, hadden een positief effect op de betrekkingen met de Arabieren. De oliecrisis in de jaren 1970 vormde een tweede waterscheiding. Turkije zag op dat moment economische en politieke belangen in een goede relatie met de Arabische olielanden. Een belangrijke reden dus om zijn relaties met de Arabische wereld aan te halen.145
144 145
Ibidem. T. Küçükcan, pp. 8-10.
63
Met de Turkse minister van economische zaken Turgut Özal evolueerden de Turkse betrekkingen met Saoedi-Arabië, Egypte en de staten van de Perzische Golf vanaf de jaren 1980 in een positieve richting.146 Met de komst van de AK-partij in het najaar 2002 werd een nieuwe fase geopend in de Turks-Arabische relaties. Interacties die vroeger werden gekenmerkt door vooroordelen en politiek geconstrueerde beelden, werden nu vervangen door meer constructieve beelden in het licht van de nieuwe sociopolitieke realiteit.147
5.2.1 TURKIJE OVERHEERST DE MEDIA IN DE ARABISCHE WERELD De Arabische media benadrukken dikwijls de opkomst van Turkije als een belangrijke geopolitieke en diplomatieke speler in het Midden-Oosten. Turkije is nu door zijn media de hof van de Arabische harten en geesten geworden. Sommige waarnemers gebruiken hiervoor het label neoOttomaans. Dit is duidelijk te zien in de recente pan-Arabische populariteit van Turks tventertainment en films. In de afgelopen vijf jaar vestigden Turkse tv-drama’s kijkcijferrecords in de Arabische wereld. Dat is te wijten aan de individuele rechten van de personages (zonder verwesterd te worden) binnen de consumptiemaatschappij die de moderne Turkse drama’s laten zien. Bovendien brengen de Turkse tv-series, die later ook als film uitgebracht worden, kritiek op het Amerikaanse en Israëlische beleid in de Arabische wereld. Ze laten bij herhaling de verschuiving van het Turkse buitenlandse beleid zien. De Turkse publieke omroep TRT lanceerde in 2010 haar Arabischtalige zender TRT-7, ook ‘TRTArabic’ genoemd. Dat wordt niet alleen gezien als een ijkpunt voor de terugkeer van Turkije in de regio, maar ook als een officiële deelname aan de wereldwijde strijd om de opinie van het Arabische publiek te winnen. In tegenstelling tot de Arabischtalige rivalen het Franse ‘France 24’, het Amerikaanse ‘Al-Ḥurrah’, het Iraanse ‘Al-'Aālam’, en het Russische ‘Rūsyā al-Yawm’, richt TRT-7 zich op entertainment en sociale kwesties. Die zender geeft gestalte aan het neo-Ottomanisme en verkoopt het imago van Turkije op een zachte manier aan de Arabieren.148 Het volgende artikel laat zien wat de bedoeling is van de lancering van TRT-7.
146
Özal was minister in de militaire regering-Evren, die in 1980 aan de macht kwam. Hij was ook eerste minister en de achtste president van Turkije. 147 T. Küçükcan, pp. 8-10. 148 M.M. Kraidy & O. Alghazzi, “Cool Neo-Ottomans: The Rise of Turkey in Arab Media Space”, 25 maart 2011.
64
التركية ..أول فضائية تركية بالعربية سعد عبد المجيد -إسطنبول
0707/70/70 )الـــجــــــــــزيـــــــرة(
افتتحت هيئة اإلذاعة والتلفزيون التركية أول محطة تركية ناطقة بالعربية تحمل اسم "التركية" ,وذلك بموجب قرار حكومة حزب العدالة والتنمية لتدعيم التواصل الثقافي واألخوي بين تركيا والعالم العربي. وقال مدير المحطة سفر طوران للجزيرة نت إن مشروع القناة الناطقة بالعربية التي افتتحت االثنين الماضي جاء متأخرا وخصوصا أن هناك دوال ال تجمعها جغرافية مع العالم العربي أقامت مثل هذا النوع من القنوات منذ زمن لكنه أردف قائال "كل تأخيرة فيها خيرة". وذكر طوران أن الهدف األساسي من إطالق المحطة هو إنشاء جسر تواصل مباشر مع العالم العربي ,ليتعرف كل من الطرفين اآلخر دون وسيط .وأضاف "نريد تقديم القهوة التركية لكل بيت عربي ,ساعين للتقريب واالبتعاد عن كل ما يثير الخالفات".
ليست للدعاية وقال طوران إن المحطة ليست للدعاية التركية ,وإنما ستتناول القضايا السياسية المشتركة بين تركيا والعالم العربي .أما ما يخص القضية الفلسطينية فاعتبر أن موقف تركيا من القضية الفلسطينية واضح وال يحتاج إليضاح ،الفتا إلى أن المحطة لن تكون طرفا في الخالف الفلسطيني الداخلي. وتبث التركية الفضائية على ثالثة أقمار هي عربسات ونايل سات وتركيا سات ,3وتقدم نشرات إخبارية وبرامج سياسية. وسيقدم أحد البرامج من دولة عربية ويتناول قضايا المنطقة والقضايا الدولية ،في حين يناقش برنامج آخر من إسطنبول القضايا واألحداث السياسية والعالقات الدولية وخاصة مع العالم العربي ،كما سيقدم برنامج يومي بعنوان "صباح الخير من إسطنبول". وأعرب أسامة الشافعي وهو مخرج مصري في القناة عن سعادته لوجوده بتركيا متوقعا نموا للمحطة في المستقبل ،ومعربا عن تفاؤله باجتماع العرب واألتراك في مكان واحد .والبرامج الرياضية لها مكان واضح في المحطة كما هو الحال في القنوات التركية والعربية. وعبر مقدم النشرة الرياضية التونسي محمد إسالم للجزيرة نت عن فرحه بهذه التجربة الجديدة وسط األتراك مشيرا إلى التاريخ الطويل مع األتراك وإلى أن العالقات الشخصية أهم من المهنية ،وأعرب عن أمله في نيل إعجاب المشاهد العربي بتقديم الصورة الصحيحة لتركيا. ومن جهته أعرب رئيس الحكومة التركية الذي حضر حفل افتتاح أعمال المحطة مع أبرز الشخصيات التركية والعربية عن أمله في استمرار العمل بالمحطة وقيامها بدورها المأمول حتى بعد حكومة العدالة والتنمية. 65
يذكر أن إطالق هذه المحطة باللغة العربية جاء ضمن ثانية الحمالت اإلعالمية الرسمية للبث بلغات غير تركية " بالكردية ضمن القنوات الرسمية لهيئة اإلذاعة والتلفزيون6 حيث سبقها بث "القناة،التي أطلقتها الحكومة .)التركية (تي آر تي
Al-Turkiyyah, het eerste Turkse tv- satellietkanaal in het Arabisch 07/04/2010 AL JAZEERA | 07.04.2010
Sa’īd ’Abdul-Majīd - Istanbul
De Turkse radio- en televisieomroep lanceerde de eerste Turkse zender in het Arabisch. Die draagt de naam ‘Al-Turkiyyah’. Dit kwam tot stand na een besluit door de regering van de AK-partij ter versterking van de culturele en broederlijke communicatie tussen Turkije en de Arabische wereld. Touran zei dat het hoofdzakelijke doel van de lancering van deze televisiezender een brug is voor directe communicatie met de Arabische wereld, zodat beide kanten elkaar beter leren kennen zonder bemiddelaar. Hij voegde eraan toe: „We willen Turkse koffie aanbieden aan elk Arabisch huis, waarbij wordt gestreefd om de kloof te overbruggen en om gelijk welke oorzaak van geschillen te vermijden.” De directeur van deze tv-zender, Safar Touran, vertelde aan Al Jazeera Net dat het project van de Arabischtalige tv-zender, die vorige maandag werd gelanceerd, reeds te laat kwam. Dat is vooral omdat er andere landen zijn, die geografisch geen deel uitmaken van de Arabische wereld, al een tijdje geleden dit soort tv-zenders hebben gecreëerd. Hij voegde er echter aan toe dat elke vertraging wel een voordeel met zich meebrengt. Niet voor propaganda Deze tv-zender is niet bestemd voor Turkse propaganda, zei Touran. TRT-Arabic zal ingaan op de gezamenlijke politieke aangelegenheden tussen Turkije en de Arabische wereld. Wat de Palestijnse kwestie betreft, vindt hij dat de Turkse houding hierover heel duidelijk is en geen verklaring meer behoeft, erop wijzend dat deze tv-zender onpartijdig blijft wat het interne Palestijnse geschil betreft. De Turkse satelliet-tv zendt uit via drie satellieten, namelijk Arabsat, Nilesat en Turksat-3, en brengt nieuwsberichten en politieke programma’s. Een van de programma’s dat zowel op regionale als op internationale zaken ingaat, zal gepresenteerd worden vanuit een Arabisch land. 66
Een andere programma wordt gepresenteerd vanuit Istanbul, waarin politieke zaken en gebeurtenissen uit de Arabische wereld, alsook de internationale betrekkingen worden uiteengezet. Er wordt ook een dagelijks programma gepresenteerd met als titel ‘Goedemorgen vanuit Istanbul’. ʼUsāmah El-Shāfi‘ī, een Egyptische regisseur op deze tv-zender, uitte zijn vreugde om in Turkije te zijn en verwacht een bloeiende toekomst voor deze tv-zender. Hij uitte vooral zijn optimisme over het samenbrengen van Arabieren en Turken op één plaats. Sportprogramma’s krijgen, net als op Arabische en Turkse zenders, duidelijk ook ruimte. De Tunesische presentator van sportnieuws, Muḥammad ʼIslām, uitte ook bij Al Jazeera Net zijn vreugde over deze nieuwe presentatie-ervaring met de Turken. Hij wees op het belang van de lange geschiedenis met de Turken en op het feit dat de persoonlijke relaties belangrijker zijn dan de professionele. Hij uitte ook zijn optimisme over de waardering door de Arabische kijkers, door hen het juiste beeld van Turkije te kunnen weergeven. De voorzitter van de Turkse regering, die samen met de meest prominente Turkse en Arabische figuren het openingsfeest van de tv-zender heeft bijgewoond, hoopte op een voortzetting van deze tv-zender, ook na de regering met de AK-partij, om haar verwachte rol te realiseren. De lancering van deze tv-zender in het Arabisch kwam binnen de tweede officiële mediacampagne van de regering om uit te zenden in andere talen dan het Turks. De uitzending van TRT-6 in het Koerdisch, die voordien werd gelanceerd, was reeds één van de officiële tv-zenders van de Turkse radio- en televisieomroep.
67
5.2.2 TURKIJE SCHAFT VISUMPLICHT AF VOOR DE BURGERS VAN VERSCHILLENDE ARABISCHE LANDEN De grotere toenadering in de Turks-Syrische en in de Turks- Saoedische relaties geeft aan dat Turkije nu in grote mate afziet van het vorige buitenlandse beleid, dat vroeger op denkbeeldige vooroordelen was gebaseerd. Een ander gevolg van de verschuiving van het paradigma in de TurksArabische relaties is de zichtbare toename van de economische investeringen met kapitaal uit Arabische Golflanden in Turkije.149 Het volgende artikel laat zien welke acties de Turkse regering onder leiding van de AK-partij onderneemt om haar economische investeringen en betrekkingen met andere landen te bevorderen.
149
T. Küçükcan, pp. 8-10.
68
نسعى إللغاء المسافات بين تركيا والدول العربية:أردوغان ()جريدة الرياض
أ.ب. ي- أنقرة
ربيع اال91 االحد
.قال رئيس الوزراء التركي رجب طيب أردوغان أمس السبت ان بالده لن تدير ظهرها لجيرانها في آسيا وإفريقيا ونقلت وكالة أنباء األناضول عن أردوغان قوله أمس في الجمعية العامة التحاد الصناعيين ورجال األعمال ال يمكننا أن نكون غير مبالين. " ال يمكننا أن ندير ظهرنا لجيراننا في آسيا أو أفريقيا،المستقلين في اسطنبول ."أو ننأى بأنفسنا عنهم الفتاً إلى ان إجراءات تأشيرات،وقال ان حكومته أطلقت جهوداً إللغاء المسافات بين تركيا والدول العربية وأضاف "لم نكن في حياتنا قصيري النظر في. دولة في السنوات السبع األخيرة03الدخول ألغيت بين تركيا و ."سياستنا الخارجية قال رئيس الوزراء التركي ان بالده ستواصل العمل،وفي ما يتعلق بعملية انضمام تركيا إلى االتحاد األوروبي وأشار إلى.من أجل الوصول إلى المعايير العالمية والحديثة بغض النظر عن العقبات التي قد تعترض الطريق سلسلة النجاحات التي حققتها تركيا في السنوات الماضية مثل عضويتها في مجلس األمن وانتخاب النائب التركي مولود تشاووش اوغلو رئيسا ً للجمعية البرلمانية للمجلس األوروبي وتسلم تركيا الرئاسة المشتركة .لمبادرة "تحالف الحضارات" مع أسبانيا
Erdoğan streeft ernaar om de afstand tussen Turkije en de Arabische wereld af te schaffen AL-RIYADH KRANT N° 15259| 04.04.2010
APE- ANKARA
De Turkse premier Recep Tayip Erdoğan zei gisteren dat zijn land zijn rug niet zal toekeren naar zijn buurlanden in Azië en Afrika. Het persbureau Anadolu vermeldde wat Erdoğan gisteren zei op de algemene vergadering van de Unie voor Industriëlen en Zelfstandige Zakenlieden in Istanbul: “We kunnen onze rug niet toekeren naar onze buurlanden in Azië en Afrika. We kunnen niet onverschillig zijn en ons niet van hen afzonderen”.
Volgens Erdoğan levert zijn regering inspanningen om komaf te maken met de afstand tussen Turkije en de Arabische landen. Hij verwees onder meer naar maatregelen van de voorbije zeven jaar waarmee visumverplichtingen tussen Turkije en 23 landen werden afgeschaft. Erdoğan voegde eraan toe: “Ons buitenlandse beleid ging nooit uit van een kortetermijndenken.”
Over het Turkse toetredingsproces tot de EU zei de Turkse premier dat zijn land eraan zou blijven werken om de moderne en internationale normen te bereiken, ongeacht de obstakels onderweg. Hij verwees naar de reeks successen die Turkije de afgelopen jaren heeft behaald, zoals het 69
lidmaatschap van de Veiligheidsraad, de verkiezing van de Turkse afgevaardigde Çavuşoğlu als voorzitter van de Parlementaire Vergadering van de Europese Raad [sic]150 en het covoorzitterschap met Spanje van de Alliantie der Beschavingen.
150
De Arabische tekst vermeldt ‘’المجلس األوروبي, wat in het Nederlands vertaald wordt als ‘Europese Raad’, terwijl hier wellicht ‘Raad van Europa’ wordt bedoeld, wat in correct Arabisch ‘ ’مجلس أوروباwordt genoemd. De Europese Raad is immers een instelling van de Europese Unie, waarvan Turkije tot dusver geen lidstaat van is. Turkije is wel een lidstaat van de Raad van Europa, waarvan de Parlementaire Vergadering sinds 2010 inderdaad wordt voorgezeten door de Turk Çavuşoğlu.
70
5.2.3 DE TURKS-ARABISCHE ECONOMISCHE RELATIES De gemeenschappelijke overtuiging dat Turkije een slecht imago in de Arabische wereld heeft, komt voornamelijk als gevolg van het Ottomaanse verleden en het draaien van zijn gezicht naar het secularisme na de oprichting van de Republiek. Die Turkse consensus wordt niet aanvaard in de regio. De resultaten van een opiniepeiling, uitgevoerd in zeven Arabische landen door de Turkse Stichting voor Economische en Sociale Studies (TESEV), tonen echter iets anders. De interessantste vaststelling daarvan is dat 87 % van de deelnemers in Palestina en Syrië een goed beeld heeft over Turkije in het Midden-Oosten. De respondenten werden ook bevraagd over welk land het best de rechten van de Palestijnen in het Israëlisch-Palestijnse conflict verdedigt. Het meest gegeven antwoord was Turkije. Alle Arabische landen kwamen pas na Turkije. Blijkbaar geloven Palestijnen meer in de oprechtheid van de Turken dan in die van de Arabieren. In de oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict keurde 79 % van de respondenten de Turkse bemiddeling goed. Ook 77 % steunde Turkije in het opnemen van een effectieve rol in het Midden-Oosten. Dat was een belangrijke indicator van het feit dat Turkije een ‘positieve uitstraling’ had bij velen.151
De bijzondere samenwerking tussen Turken en Arabieren wordt niet alleen belichaamd in het proPalestijnse beleid van Turkije, maar ook in de economische betrekkingen tussen beide. Hun commerciële banden bereikten snel een nieuw hoogtepunt onder de regering van de AK-partij. De Arabieren, die vroeger in Turkije geld kwamen spenderen als toeristen, begonnen voortaan grote bedragen te investeren door het oprichten van bedrijven. Tussen 1954 en 1999 bedroeg het totale aantal in Turkije gevestigde bedrijven afkomstig uit het Midden-Oosterse slechts 842. In 2000 werden 65 bedrijven opgericht, 74 in 2001, 112 in 2002, 270 in 2003, 380 in 2004, 415 in 2005 en 438 in 2006. In de eerste vier maanden van 2007 werden reeds 159 nieuwe bedrijven opgericht.
Niet alleen het aantal bedrijven nam toe, maar de Arabische investeringen in Turkije begonnen ook aanzienlijk te groeien. In 2005 werd 1,675 miljard USD geïnvesteerd door Turkije. In 2006 bereikte het inkomende kapitaal al 1,780 miljard USD. De opwaartse trend in de kapitaalstroom tussen Turkije en de Arabische landen is ook te zien in de import- en exportvolumes: 11,9 miljard USD van de totale Turkse export van 86,1 miljard USD in 2007 waren gericht op de landen van het Midden-Oosten. De Golfstaten staan dan ook aan de top van de rangschikking van de Turkse export. In de eerste negen maanden van 2007 exporteerde Turkije ter waarde van 1,2 miljard USD naar Saoedi-Arabië en 2,4 miljard USD naar de Verenigde Arabische Emiraten. In ruil daarvoor 151
S. Ergin, “A big change in the perception of Turkey in the Arab World”, Hürriyet Daily News, Ankara,13 januari 2010.
71
importeerde Turkije 983.000 USD uit Saoedi-Arabië en 1,9 miljard USD uit de Verenigde Arabische Emiraten.152
5.2.4 TURKIJE EN SYRIE: VAN CONFLICT NAAR SAMENWERKING In oktober 2009 annuleerde Turkije de deelname van Israël aan de reeds lang bestaande trilaterale militaire oefeningen en kondigde tegelijkertijd aan om militaire trainingsoefeningen met Syrië te willen uitvoeren. Voor velen kwam die beslissing over als een schok. 153
De laatste tijd stuurde de AK-partij de eens zo seculiere staat echter een totaal andere richting uit. Die ontwikkeling was, gelet op de ideologie van de AK-partij, voorspelbaar. De toenadering tussen Ankara en Damascus is slechts het hoogtepunt van het steeds meer controversiële beleid van de AK-partij. David Schenker heeft de indruk dat er twee factoren zijn die Turkije deed verschuiven van Israël in de richting van Syrië.154
Ten eerste heeft Turkije geen Israëlische hulp meer nodig om de Syrische regering onder druk te zetten, zodat Damascus zijn beleid moest veranderen voor wat betreft het verstrekken van een veilige haven voor de terroristische Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Het was geen toeval dat, slechts één maand voordat de Israëlisch-Turkse verdedigingsovereenkomst werd ondertekend, Turkije zijn eerste officiële memorandum uitgaf waarmee het van Damascus eiste om PKK-leider, Abdullah Öcalan, aan te geven. Eind oktober 1998 – geconfronteerd met een mogelijke Turkse invasie tegen Syrië – stuurde Damascus de Koerdische leider weg, waardoor zijn steun aan de PKK werd beëindigd. Dat zorgde later voor betere bilaterale betrekkingen.
Ten tweede, en misschien nog belangrijker, onderging de Turkse seculiere politiek (volgens Schenker) in de afgelopen zeven jaar een diepgaande islamitische transformatie. In het verleden was het paradigma van het buitenlandse beleid vooral gericht op de bevordering van goede betrekkingen met het Westen ter verdediging van de nationale belangen. Turkije, onder leiding van de AK-partij, ziet nu zijn belangen meer door een religieus prisma. Tegelijkertijd is de dynamiek tussen het Turkse leger en de civiele leiding van de staat veranderd. Niet langer hebben de Turkse militairen de overhand in de overheid. Het leger, dat zichzelf lang had beschouwd als hoeder van de Turkse 152
T. Küçükcan, pp. 18-19. D. Schenker, “Syria and Turkey: Walking Arm in Arm Down the Same Road?”, Jerusalem Center for Public Affairs, (volume 9, nr.13), 1 december 2009. 154 David Schenker is directeur van het Programma op Arabische politiek in het Washington Instituut voor MiddenOosten-beleid. 153
72
democratie, kan vandaag de dag weinig doen aan het beleid van de AK-partij, die de solidariteit met islamitische en antiwesterse regimes bevordert.
In zeven jaar tijd werden maar 46 samenwerkingsovereenkomsten ondertekend tussen Turkije en Syrië. Damascus werd de hoofdstad die het vaakst bezocht wordt door de AK-minister van Buitenlandse Zaken.155 Hoewel, sinds de Arabische Lente echter ook in Syrië is uitgebroken, zal die laatste zich daar nu wellicht niet meer zo welkom voelen.
Hoewel er wantrouwen bestond op politiek vlak, wijzen de bevindingen erop dat er een hoge mate van vertrouwen was ontstaan voor wat de economische betrekkingen betreft.156 De relatie tussen Damascus en Ankara kon voortaan gezien worden als een toonaangevend voorbeeld van samenwerking op hoog niveau tussen de Arabische landen en Turkije. Het volgende artikel geeft in belangrijke mate een idee over die bilaterale relaties tussen Ankara en Damascus.
155 156
Ibidem. T. Küçükcan, pp. 18-19.
73
العالقات السورية التركية: رغبة مشتركة في االرتقاء بالتعاون الثنائي وتنسيق في مختلف ملفات المنطقة دمــشــق -ســـانا
)وكـــــالــة األنـبــــاء الســــــــوريــــة(
94أيــار 2009
اتسمت العالقات السورية التركية بتطور متنام خالل السنوات الخمس الماضية مستندة إلى الثقة المتبادلة والرغبة المشتركة في االرتقاء بكل أشكال التعاون الثنائي والبناء على ما تم إنجازه في هذا المجال لتحقيق مصالح الشعبين الصديقين وتعزيز العمل اإلقليمي لتوفير متطلبات األمن واالستقرار في المنطقة. ويبرز التنسيق السوري التركي إزاء مختلف ملفات المنطقة وخاصة القضية الفلسطينية والوضع في العراق وتحقيق السالم العادل والشامل على أساس انسحاب إسرائيل الكامل من الجوالن واألراضي العربية المحتلة تنفيذاً لقرارات مجلس األمن ذات الصلة ومرجعية مؤتمر مدريد ومبدأ األرض مقابل السالم. وفي هذا اإلطار أيضاً كان التحرك السوري التركي الفوري خالل العدوان على غزة لوقف المذبحة اإلسرائيلية بحق الشعب الفلسطيني والعمل على رفع الحصار وفتح المعابر وضرورة أن يتحمل المجتمع الدولي مسؤولياته إلرغام إسرائيل على الوقف الفوري للمحرقة ضد شعب أعزل من السالح. واتخذت تركيا مواقف حازمة تجاه العدوان اإلسرائيلي معتبرة أن ما يحدث في غزة أمر خطير على الصعيد اإلنساني ويهدد السالم واالستقرار في المنطقة برمتها وأنها التستطيع الوقوف متفرجة على مايحدث وأن العدوان على غزة إهانة لجهود السالم التركية. وتجسد ذلك على المستوى السياسي من خالل مواقف المسؤولين األتراك إزاء هذا العدوان وخاصة انسحاب رئيس الوزراء التركي رجب طيب أردوغان من قاعة النقاش في منتدى دافوس بشأن الوضع في غزة احتجاجاً على مداخلة الرئيس اإلسرائيلي شمعون بيريز. وبالتوازي مع هذه المواقف شهدت تركيا مظاهرات شعبية حاشدة تضامناً مع الشعب الفلسطيني في غزة وتنديدا بالمجازر اإلسرائيلية بحقه طالبت بالتصدي للعدوان الوحشي اإلسرائيلي ورفع الحصار الجائر المفروض على غزة كما استقال معظم النواب األتراك من عضوية مجموعة الصداقة البرلمانية التركية اإلسرائيلية. ويشكل التعاون اإلقليمي الذي تبني نواته سورية وتركيا األساس للعمل المشترك مع دول المنطقة من أجل حل مشاكل المنطقة والتعامل مع األزمات بما يسهم في تخفيف اآلثار المترتبة عليها وذلك انطالقاً من األهمية الكبرى للدور الذي يضطلع به البلدان ومن موقعهما االستراتيجي كصلة وصل بين أوروبا والعالم العربي وآسيا. وتعكس اللقاءات والزيارات المتبادلة بين مسؤولي البلدين عمق العالقات الطيبة التي تربط سورية وتركيا وشكلت زيارة الدولة التي قام بها السيد الرئيس بشار األسد إلى تركيا في كانون الثاني عام 0224نقطة تحول تاريخية في العالقات الثنائية حيث أسست لبناء عالقات متينة بين البلدين الجارين كما ساهمت زيارات الرئيس األسد عامي 0222و 0222وزيارة الرئيس عبدهللا غل وزيارات رئيس الوزراء رجب طيب أردوغان وكبار المسؤولين االقتصاديين ولقاءات رجال األعمال التالية في ترسيخ هذه العالقات ودفعها إلى األمام. 74
وأثمر سعي قيادتي البلدين لالرتقاء بالعالقات االقتصادية نمواً مطرداً في حجم التبادل التجاري واالستثمارات المشتركة والمتبادلة في زمن قياسي واتخذت العالقات االقتصادية مسارات جديدة ومختلفة والسيما بعد دخول اتفاقية التجارة الحرة السورية التركية حيز التنفيذ اعتباراً من مطلع 0222والتي شكلت مفتاح العالقات االقتصادية والتجارية التركية السورية من خالل فتح آفاق جديدة لالستثمارات المشتركة بين رجال األعمال السوريين واألتراك إضافة إلى أنها أتاحت من خالل شراكاتهما إمكانية دخولهما معا ً إلى األسواق العالمية كما وضعت هذه االتفاقية حيز التنفيذ مقولة تركيا هي بوابة سورية إلى أوروبا وسورية هي بوابة تركيا إلى الشرق األوسط. وساعدت هذه االتفاقية في تعزيز العالقات التجارية واالقتصادية بين سورية وتركيا كونها سمحت بتبادل جميع السلع والبضائع بين البلدين كما نصت على تخفيض الرسوم الجمركية بشكل تدريجي منذ اليوم األول لدخولها حيز التطبيق بنسب محدودة وبصورة تدريجية لتصل إلى الصفر خالل مدة أقصاها 90عاماً. وعقدت خالل السنوات األخيرة العديد من الملتقيات والمؤتمرات والمنتديات السورية التركية المشتركة بهدف وضع إستراتيجية لمستقبل العالقات االقتصادية القائمة بين البلدين ودعم التعاون الثنائي والمبادالت التجارية وتوطين التقنيات والتكنولوجيا في سورية كما عمل الجانبان على تبادل الخبرات الفنية في جميع المجاالت وإقامة الجسور وتحسين المعابر الحدودية وتطوير الطرق البرية بين البلدين وتطوير المناطق الحدودية لتصبح منطقة جذب لالستثمارات بما يجعلها مستقرة إلقامة مشاريع مشتركة تشكل نموذجاً للتعاون الثنائي حيث تم اعتبار المنطقة الشمالية الشرقية في سورية والمنطقة المقابلة لها في تركيا منطقة تنمية واحدة يعمل الجانبان على توفير األسس الكفيلة بتسريع الخطوات بهذا االتجاه من خالل وضع هدف مشترك يركز على تنويع مصادر االستثمار بما يحسن مستوى المعيشة والتنمية فيها. وتحتل تركيا حالياً المرتبة األولى بين الدول المستثمرة في سورية بواقع 122مليون دوالر وتتميز هذه االستثمارات بأنها تتجه في معظمها نحو القطاع الصناعي ذي القيمة المضافة العالية مثل تصنيع األبراج المعدنية وغلفنة المعادن وتصنيع وصيانة كافة أنواع القاطرات والعربات والشاحنات وتصنيع آالت ومعدات المعامل الصناعية وإنتاج خيوط البولي بروبيلين وتكرير وتعبئة زيت الزيتون والزيوت النباتية واإلسمنت وإنشاء البنية التحتية للخط الحديدي وتصنيع قاطرات وعربات الركاب والشاحنات وتتوزع االستثمارات التركية على مختلف القطاعات السورية. وتسهم اللقاءات األسرية المتبادلة بين السوريين واألتراك وصالت القربى بين الشعبين في توسيع قنوات التواصل االجتماعي واألسري بشكل ينعكس إيجاباً على عالقات التبادل التجاري والسياحي واالقتصادي وتوفر مناخاً مالئماً لعالقات أكثر تميزاً يعززها وحدة الموقف السياسي والتطابق في وجهات النظر والتنسيق المشترك في المحافل الدولية بما يعكس إرادة الجماهير من كال البلدين الجارين. وفي تصريح لوكالة سانا قال خالد تشفيك سفير تركيا في دمشق إن اتفاقية التجارة الحرة المبرمة بين سورية وتركيا أدت دوراً أساسياً في تطوير حجم التبادل التجاري حيث ازداد بين البلدين بشكل ملحوظ وخاصة الصادرات السورية إلى تركيا موضحاً أن حجم التبادل التجاري بين سورية وتركيا بلغ وفقاً لإلحصائيات التركية
75
حوالي 2ر 9مليار ليرة سورية عام 0222األمر الذي يؤكد أن العالقات التجارية مستمرة على قدم وساق مع التركيز على ضرورة أن تكون العالقات التجارية بين البلدين متوازنة. وأشار السفير التركي إلى أن الجانبين السوري والتركي وصال ً في شتى القطاعات التجارية إلى مرحلة تبادل جميع المنتجات مع إمكانية توجيهها إلى أطراف أخرى وقال :عندما نتحدث هذه األيام عن زيادة حجم التبادل التجاري إلى أكثر من 0مليار دوالر فإن هذا يؤكد أن العالقة التجارية بين البلدين مبنية على أسس صحيحة. وأوضح تشفيك أن بالده تولي أهمية كبيرة لالستثمارات التركية في سورية والسيما أن المستثمرين األتراك عندما يدخلون السوق السورية يكون في ذهنهم السوق السورية واتفاقية منطقة التجارة العربية الكبرى والسوق التركية واألوروبية في آن معاً. وأكد استعداد بالده للدخول في جميع القطاعات التي تساهم في تطوير االقتصاد السوري بما فيها تطوير برنامج اإلصالح االقتصادي والسيما أن سورية تولي أهمية كبيرة للتجربة التركية فيما يتعلق في هذا المجال وقال ..إن المشاكل التي تعترض سورية في عملية اإلصالح االقتصادي هي نفس المشاكل التي اعترضت تركيا في السابق والخبراء األتراك لديهم الحلول الناجعة لذلك ولديهم خبرات واسعة جدا األمر الذي يمكنهم من المساهمة في إنجاح هذه العملية ..وبالمحصلة فإن العالقات السورية التركية تسير قدما ً في سائر المجاالت االقتصادية والسياسية واالجتماعية والثقافية كما تتطور العالقات االجتماعية الطبيعية التاريخية لتصبح أكثر رسوخا ً في الوقت الذي أثبت فيه الشعبان في البلدين أن بإمكانهما من خالل تعاونهما أن يحددا المستقبل الذي يطمحان إليه والذي يخدم مصالحهما ومصالح المنطقة المتمثلة بتحقيق االستقرار واالزدهار واألمن لشعوبها.
De Syrisch-Turkse betrekkingen: Een gemeenschappelijke wens tot bevordering van de bilaterale samenwerking en de coördinatie in verschillende regionale dossiers SANA (HET SYRISCHE PERSAGENTSCHAP) |14.05.2009
DAMASCUS
De Syrisch-Turkse betrekkingen werden gedurende de vijf afgelopen jaren gekenmerkt door een groeiende ontwikkeling, gesteund op wederzijds vertrouwen, de gemeenschappelijke wens om alle vormen van de bilaterale samenwerking te bevorderen, om verder te bouwen op wat er al gerealiseerd werd voor het nastreven van de belangen van beide bevriende volkeren en om de regionale samenwerking te consolideren om de veiligheids- en stabiliteitsvereisten in de regio te verzekeren. De Syrisch-Turkse coördinatie betreft verschillende regionale dossiers, vooral de Palestijnse zaak, de toestand in Irak en het realiseren van eerlijke vrede op basis van een volledige Israëlische terugtrekking uit de Golanhoogvlakte en uit de bezette Arabische gebieden door de betreffende VN76
resoluties uit te voeren door terug te keren naar de Conferentie van Madrid en het beginsel van ‘land voor vrede’. In deze context werd er tijdens de aanval op Gaza een Syrisch-Turkse actie ondernomen om het Israëlische bloedbad tegen het Palestijnse volk te stoppen, om te werken aan de opheffing van de blokkade, om de grensovergangen te openen en om de internationale gemeenschap verantwoordelijk te stellen, teneinde Israël te dwingen onmiddellijk te stoppen met de holocaust tegen een ongewapend volk. Turkije nam een assertieve houding aan tegen de Israëlische agressie en beschouwde wat er in Gaza gebeurde als een gevaarlijke zaak op humanitair vlak en als bedreiging van de vrede en de stabiliteit in de regio als geheel. Het kon niet zomaar blijven toekijken op wat er gebeurde. Het zag de aanval op Gaza als een belediging van de Turkse vredesinspanningen. Op politieke niveau wordt dit belichaamd door de houding van de Turkse functionarissen tegen de aanval [op Gaza] en vooral ook door de terugtrekking van de Turkse premier Recep Tayyib Erdoğan uit het Davos-forum van uit het debat over de situatie in de Gaza. Dit was als protest tegen de tussenkomst van de Israëlische president Shimon Peres. En parallel aan deze houding vertoonde Turkije van grote volksprotesten uit solidariteit met het Palestijnse volk en om de Israëlische bloedbaden tegen dit volk te veroordelen. Die protesten eisten de barbaarse Israëlische aanval aan te pakken en de onrechtvaardige Gaza-blokkade op te heffen. De meeste Turkse afgevaardigden namen ook ontslag door het lidmaatschap van de TurksIsraëlische parlementaire vriendschappelijke groep op te zeggen. De regionale samenwerking, waarvan Syrië en Turkije de kernlanden zijn, vormt de basis voor de samenwerking met landen uit de regio, bedoeld om de regionale problemen op te lossen en om de crisissen aan te pakken zodat eventuele gevolgen ervan beperkt worden. Dat komt vooral door de belangrijke rol die beide landen spelen en door hun strategische ligging als brug tussen Europa, de Arabische wereld en Azië. De wederzijdse vergaderingen en bezoeken door de functionarissen van beide landen weerspiegelen de goede relaties tussen Syrië en Turkije. Het staatsbezoek van president Bashar Al-Aassad in januari 2004 aan Turkije vormde een historisch keerpunt in de bilaterale betrekkingen. Dat resulteerde in het bouwen van een stevige relatie tussen beide buurlanden. Ook de andere bezoeken van president Al-Assad in 2007 en 2008, het bezoek van president Abdullah Gül, de bezoeken van 77
premier Recep Tayyip Erdoğan en van grote economische functionarissen en zakenmannen consolideerden die relatie en gaven haar een impuls. Het streven van beide leiders om de economische betrekkingen te bevorderen resulteerde in een recordtijd in een gestage groei van de wederzijdse handelsbetrekkingen en ook in de gemeenschappelijke en wederzijdse investeringen. De economische relatie sloeg nieuwe en verschillende wegen in, vooral na de uitvoering van de Syrisch-Turkse vrijhandelsovereenkomst vanaf begin 2007. Dat vormde de sleutel voor de Turks-Syrische economische en handelsbetrekkingen. Door het openen van nieuwe perspectieven voor gezamenlijke investeringen tussen Turkse en Syrische zakenlieden verleende hun partnerschap mogelijke toegang tot de wereldmarkt. Die overeenkomst verwezenlijkte het gezegde dat Turkije de Syrische poort is naar Europa en Syrië de Turkse poort naar het Midden-Oosten. Die overeenkomst hielp de economische en handelsbetrekkingen te consolideren tussen Syrië en Turkije door de uitwisseling van goederen en producten toe te laten tussen beide landen. Dit voorzag tevens in een geleidelijke vermindering van de douanerechten vanaf de eerste dag van inwerkingtreding ervan, met de bedoeling dat de douanerechten geleidelijk zouden worden verlaagd en op termijn van 12 jaar zouden worden herleid tot nul. Turkije bekleedt nu, met 900 miljoen USD, de eerste plaats op de lijst van de landen die in Syrië investeren. Die investeringen situeren zich meestal in de industriële sector met een hoge toegevoegde waarde. In een verklaring voor het agentschap Sana zei de Turkse ambassadeur, Khaled Chwic, in Damascus dat het ondertekend vrijhandelsakkoord tussen Syrië en Turkije een grote rol speelde om het volume van wederzijdse handel te bevorderen. De Syrische export naar Turkije bereikte volgens Turkse statistieken 1,8 miljard Syrische pond in het jaar 2008, wat bevestigde dat de handelsbetrekkingen in volle gang waren. Er wordt de nadruk gelegd op het realiseren van een evenwicht in de handelsbetrekkingen tussen de twee landen. Chwik verklaarde ook dat zijn land een groot belang hecht aan de Turkse investeringen in Syrië. Wanneer de Turkse investeerders op de Syrische markt komen, denken ze vooral aan een grote Arabische handelszone die de Syrische markt met zich meebrengt, alsook aan de Europese en Turkse markt. Hij benadrukte ook de bereidheid van zijn land om mee te werken aan alle sectoren die bijdragen tot het bevorderen van de Syrische economie en de ondersteuning van de economische hervormingen, aangezien Syrië een groot belang hecht aan de Turkse ervaring op dat gebeid. Hij zei dat de 78
problemen van het proces van de economische hervorming waarmee Syrië nu kampt, dezelfde problemen zijn waarmee Turkije vroeger af te rekenen had. Hij zei ook dat de Turkse deskundigen daarvoor effectieve oplossingen hebben zodat het proces zal slagen. De Syrisch-Turkse betrekkingen lopen uiteindelijk zeer goed op alle gebieden, zowel op economisch, politiek, sociaal als cultureel vlak. De historisch sociale relaties ontwikkelen zich ook zeer goed. Beide volkeren werken samen aan een toekomst met de ambitie om hun belangen en die van hun regio te dienen, om stabiliteit, welvaart en veiligheid van hun volkeren te bezorgen.
79
5.3
HOE REAGEERT ISRAËL OP DE ARABISCH-TURKSE TOENADERING?
Het is duidelijk dat het jaar 2009 een zeer succesvol jaar was voor de relaties tussen Turkije en Syrië, en een jaar van tegenslagen voor de Israëlisch-Turkse betrekkingen. Terwijl de implicaties op lange termijn nog te bezien zijn, gaf die ontwikkeling toen al geen reden tot optimisme. (Ondertussen, enkele jaren later, heeft de opstand tegen het Syrische regime en de gevolgen daarvoor voor Turkije de situatie nog complexer gemaakt.) Toen stond de Turkse beweging richting Syrië symbool voor de veranderingen in de Turkse politiek onder de AK-partij. Voor Washington riep die transformatie veel vragen op over de loyauteit van Turkije als NAVO-lidstaat. Die politieke verschuiving van Turkije had ook gevolgen op de militaire en economische relaties tussen Israël en Turkije die zich in de afgelopen decennia hadden ontwikkeld.157
De parameters waarop de Turks-Israëlische betrekkingen waren gebaseerd, waren gewijzigd. Staten als Iran, Irak en Syrië vormden niet meer een ernstige bedreiging voor Turkije. Ook de westerse relaties werden minder belangrijk voor Ankara. Het Turkse leger verloor ook zijn gewicht (invloed) binnen het buitenlandse beleid. Turkije heeft zich tot een zelfverzekerde regionale macht ontpopt. Het Turkse regime wenst hoe dan ook zowel die heersende publieke opinie als die herwonnen invloed in de Arabische landen verzekerd zien. De samenwerking op veiligheidsgebied met Israël is bijgevolg niet langer een prioriteit voor Ankara.158
Het volgende artikel bespreekt de wet die het Franse parlement onlangs heeft aangenomen waarin de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar is gesteld. Israël heeft die kwestie namelijk aangegrepen om te reageren op de vijandige politiek van Turkije.
157
D. Schenker, idem, 1 december 2009. A. Almuedo, “New Turkish Foreign Policy towards the Middle East: Neither so New, Nor so Turkish”, European Institute of the Mediterranean (IEMed.), september 2011, p. 22. 158
80
إسرائيل تبحث االعتراف بتعرض األرمن لإلبادة في العهد العثماني البرلمان اإلسرائيلي يبحث االعتراف بإبادة األرمن
أخبار | DEUTSCHE WELLE 1122121.22 تلفزيون دويـتــشه فـيـلـيـه األلـمــانــي
بعد أن صادقت باريس الخميس الماضي على مشروع قانون يجرم إنكار اإلبادة في حق األرمن ،هاهي لجنة برلمانية إسرائيلية تبحث صباح اليوم االثنين ( 62ديسمبر) االعتراف بإبادة األرمن في خطوة يفترض أن تؤدي إلى تفاقم التوتر في العالقات مع تركيا .وتجتمع لجنة التعليم في الكنيست في الصباح لمناقشة اقتراح "اعتبار 62من نيسان/أبريل الذي بدأت فيه اإلمبراطورية العثمانية بقتل األرمن" يوم ذكرى ما يوصف ب"مجزرة الشعب األرمني". وكانت الكنيست رفضت اقتراحا مماثال عام 6002عندما كانت العالقات بين إسرائيل وتركيا جيدة ،إال أن العالقات دخلت أزمة كبيرة العام الماضي عندما قتلت القوات اإلسرائيلية تسعة أتراك في هجوم على سفينة تركية ضمن أسطول يحمل مساعدات إنسانية في طريقه لقطاع غزة في محاولة لكسر الحصار البحري اإلسرائيلي المفروض عليه. وقالت جورجيت أفاكيان من لجنة األرمن الوطنية في القدس لإلذاعة العامة "عملنا سنوات عديدة من أجل ذلك .آمل أن يكون الوقت قد حان" .يشار إلى أن تركيا طردت في تشرين األول/أكتوبر الماضي السفير اإلسرائيلي وألغت الروابط العسكرية بينما ألغت إسرائيل األسبوع الماضي عقدا لبيع معدات مراقبة جوية إلى أنقرة يعود إلى عام .6002 من جهتها ،رأت عضو الكنيست زهافا غالؤون من حزب ميريتس اليساري المؤيدة لمشروع القانون ،أن التغييرات على الساحة الدبلوماسية قد تعني أن المشروع قد يحصل على تأييد هذه المرة .وقالت غالؤون لصحيفة هآرتس "لسنوات عديدة رفضت حكومة إسرائيل االعتراف باإلبادة ألسباب إستراتيجية واقتصادية مرتبطة بعالقاتها مع تركيا" .وأضافت "اآلن ونظرا لوضع العالقات بين الدولتين ال أستبعد إمكانية أن تكون وزارة الخارجية تستغل األوضاع" الستفزاز تركيا. وأدت المجازر وعمليات تهجير األرمن في عهد اإلمبراطورية العثمانية بين 9191و 9192إلى سقوط أكثر من مليون ونصف المليون قتيل حسب األرمن وبين 610و 100ألف حسب تركيا التي ترفض اإلقرار بحدوث "إبادة".
نائب الرئيس التركي يتهم ساركوزي باإلخالل بوعده لتركيا توتر في العالقات التركية الفرنسية إثر مصادقة الجمعية الوطنية في فرنسا على مشروع قانون يجرم إنكار اإلبادة بما في ذلك إبادة األرمن.
وقد أقرت الجمعية الوطنية في فرنسا الخميس الماضي مشروع قانون يجرم إنكار أي إبادة من ضمنها اإلبادة األرمنية ،مما دفع تركيا إلى سحب سفيرها من باريس وتعليق تعاونها السياسي والعسكري مع فرنسا .وقد اتهم نائب رئيس الوزراء التركي ،علي باباجان ،أمس األحد الرئيس الفرنسي نيكوال ساركوزي بأنه أخل بوعد
81
وأوضح باباجان أن.قطعه بعدم قيام الجمعية الوطنية الفرنسية بالتصويت على قانون يجرم إنكار اإلبادة األرمنية .ساركوزي قطع هذا الوعد أمام الرئيس التركي عبدهللا غول ورئيس الوزراء رجب طيب أردوغان " هاجم أردوغان فرنسا بشدة واتهمها بارتكاب "إبادة،وعقب مصادقة الجمعية الوطنية الفرنسية على القرار وقال رئيس الحكومة التركية الجمعة الماضي "تعرض الجزائريون إلى عمليات حرق جماعية في.في الجزائر ."األفران والى االضطهاد بال رحمة وأضاف "إذا كان الرئيس الفرنسي (نيكوال ساركوزي) ال يعلم بحصول إبادة فبإمكانه أن يسأل والده بال وقال أردوغان إن.") الذي خدم في القوات األجنبية في الجزائر في أربعينات القرن الماضي..( ساركوزي .""الرئيس الفرنسي ساركوزي بدأ يبحث عن مكاسب انتخابية مستخدما مشاعر كراهية المسلم والتركي .يذكر أن كندا والبرلمان األوروبي كانا قد اعترفا أيضا بتعرض األرمن في اإلمبراطورية العثمانية إلى اإلبادة ) رويترز/ ب.ف. أ/ أ.ب. د/ ع.(ش عبد الرحمن عثمان:مراجعة
Israël onderzoekt de erkenning van de Armeense genocide in de Ottomaanse tijd De Israëlische parlement onderzoekt de erkenning van de Armeense genocide DEUTSCHE WELLE | 1122121.22
Parijs stemde afgelopen donderdag in met een wetvoorstel om het ontkennen van de Armeense genocide strafbaar te stellen. Een Israëlische parlementaire commissie begon daarop, op maandagmorgen (26 december), de erkenning van de uitroeiing van de Armeniërs te onderzoeken. Die stap zou naar verwachting leiden tot een toename van de spanningen in de betrekkingen met Turkije. Een onderwijscommissie vergaderde ´s ochtends in de Knesset om ‘24 april, de dag waarop het Ottomaanse Rijk de Armeniërs begon te vermoorden’ als herdenkingsdag van ‘de massamoord op het Armeense volk’ te bespreken. De Knesset verwierp in 2007 een gelijkaardig voorstel toen de betrekkingen tussen Israël en Turkije nog goed waren. Vorig jaar echter bereikten de relaties een grote crisis na het doden van negen Turken door de Israëlische strijdkrachten. Dit gebeurde tijdens de aanval op een van de Turkse schepen die deel uitmaakten van het humanitaire hulpkonvooi dat naar de Gazastrook vaarde in een poging om de Israëlische zeeblokkade te doorbreken. Georgette Avagian van het Armeens Nationaal Comité in Jeruzalem zei aan de openbare radioomroep: “We hebben hier jarenlang voor gewerkt. Ik hoop dat de tijd gekomen is.”
82
Turkije wees in oktober de Israëlische ambassadeur uit en verbrak de militaire banden. Israël op zijn beurt trok vorige week een in 2008 afgesloten contract met Ankara in voor de verkoop van radarapparatuur. Zahava Gal-On, lid van de Knesset en van de linkse Meretz-partij, steunt dit wetvoorstel. Zij vindt dat de veranderingen binnen de diplomatieke arena deze keer wellicht zullen leiden tot de goedkeuring van het voorstel. Gal-On zei tegen de krant ‘Haaretz’: “Jarenlang weigerde Israël de genocide te erkennen omwille van strategische en economische redenen verbonden aan de betrekkingen met Turkije.” Zij voegde eraan toe: “Als gevolg van de huidige situatie van de betrekkingen tussen de twee landen, sluit ik de mogelijkheid niet uit dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken van dit voorstel gebruik maakt om Turkije te provoceren.” De bloedbaden aangericht tegen de Armeniërs en hun verdrijving ten tijde van het Ottomaanse Rijk in 1915-1917 hebben volgens de Armeniërs tot anderhalf miljoen doden geleid. Turkije weigert echter die genocide te erkennen en houdt het bij tweehonderdvijftig- tot vijfhonderdduizend slachtoffers.
Turkse vice-president beschuldigt Sarkozy ervan zijn belofte aan Turkije te schenden Spanning in de Turks-Franse betrekkingen na de goedkeuring van een wetvoorstel door de Assemblée Nationale dat de ontkenning van genocide in het algemeen en dus ook van de Armeniërs strafbaar stelt.
De Franse Assemblée Nationale keurde afgelopen donderdag een wetvoorstel goed dat het ontkennen van genocide strafbaar stelt, dus ook de Armeense genocide. Daarop besloot Turkije zijn ambassadeur uit Parijs terug te trekken en de politieke en militaire samenwerking met Frankrijk stop te zetten. De Turkse vice-eerste minister Ali Babacan beschuldigde er gisteren (zondag) de Franse president van zijn belofte niet na te komen. Volgens Babacan had Sarkozy aan de Turkse president Abdullah Gül en de eerste minister Recep Tayyip Erdoğan toegezegd dat de Franse Assemblée Nationale niet zou instemmen met het voorstel tot het strafbaar stellen van de ontkenning van de Armeense genocide. Na het goedkeuren van dit besluit door de Franse Assemblée Nationale, viel Erdoğan Frankrijk hard aan, en beschuldigde het op zijn beurt ervan genocide gepleegd te hebben in Algerije. Het hoofd van de Turkse regering zei afgelopen vrijdag:
83
“Algerijnen werden onderworpen aan massale verbrandingen in ovens en aan een genadeloze onderdrukking.” Hij voegde er aan toe: “Indien de Franse president Nicolas Sarkozy niet op de hoogte zou zijn van deze genocide, dan kan hij het altijd vragen aan zijn vader Pal Sarkozy, die in de jaren veertig in dienst was van de buitenlandse troepen in Algerije. Nog volgens Erdoğan wil “de Franse president Sarkozy met het aansturen van haatgevoelens tegen moslims en Turken electorale winst boeken.”
Ook Canada en het Europees Parlement hebben de Armeense genocide tijdens het Ottomaanse Rijk erkend. )sh-a/dpa/AFP/Reuters(
Bewerkt door: ‘Abdul-Raḥmān ‘Uthmān
84
5.4
DE TURKS-ARABISCHE CONVERGENTIE ALS ALTERNATIEF VOOR TOETREDING TOT DE EU?
Turkije en de EU hebben zich bijna vijftig jaar in dubbelzinnige termen met elkaar verstaan. Turkije had al in 1964 een associatieovereenkomst ondertekend met de Europese Economische Gemeenschap (EEG). In dat verdrag werd namelijk letterlijk erkend ‘dat de steun van de EEG bij het streven van het Turkse volk naar verbetering van zijn levensstandaard in een later stadium de toetreding van Turkije tot de Gemeenschap zal vergemakkelijken’.159
Pas op 31 december 1995 trad de douane-unie tussen Turkije en de Europese Gemeenschap in werking. De Turkse regering beschouwde de deelname aan de douane-unie als een opstapje naar volledig lidmaatschap van de EU. Voor Turkije schepte dit ook onduidelijkheid over de koers van de gekozen strategie in zijn buitenlandse beleid, want in 1997 werd besloten dat Turkije nog steeds (na de afwijzingen in 1987 en 1993) geen volwaardig lid kon worden van de EU. 160 Ondertussen had de EU minimale voorwaarden opgesteld, de zogenaamde ‘Kopenhagen-criteria’ waaraan staten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor lidmaatschap. De Kopenhagen-criteria omvatten politieke voorwaarden (zoals respect voor de mensenrechten en bescherming van minderheden) en economische voorwaarden (een functionele markteconomie zijn). 161 In het geval van Turkije, waren de belangrijkste redenen voor de afwijzingen de vaststellingen dat Turkije de mensenrechten niet voldoende respecteerde en zijn minderheden (met name de Koerden) niet afdoende beschermde. Voor de alliantie ‘Amerika-Israël’ waren die kwesties geen obstakel, maar voor de EU wel. 162
Door de afwijzingen voelde Turkije zich door de EU niet behandeld als gelijkwaardig partner en niet erkend als deel van Europa. Het is onmiskenbaar een gegeven dat de EU aan andere staten boven Turkije de voorrang heeft verleend bij het beginnen van een pretoetredingsstrategie (denk bijvoorbeeld aan het aan Turkije grenzende Bulgarije). Dat betekende dat Turkije achteraan in de rij was komen te staan, ondanks de ‘belofte’ uit de associatieovereenkomst van al meer dan veertig jaar geleden.163 159
Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, “Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije”, vierde overweging, 29 december 1964, Ankara, p. 3687/64. 160 “Naar rustiger vaarwater: Een advies Over betrekkingen tussen Turkije en de Europese Unie”, Adviesraad Internationale Veiligheidsvraagstukken (AIV), nr.9, Den Haag, pp. 47-48. 161 Europese Raad, “Conclusies van het voorzitterschap”, Kopenhagen, 21-22 juni 1993, punt 7, A, iii, tweede alinea, p.14. 162 Idem, Adviesraad Internationale Veiligheidsvraagstukken (AIV), pp. 47-48. 163 Idem, p. 47.
85
In de tweede helft van 1999 was het klimaat tussen Turkije en de EU zichtbaar verbeterd. Als een van de voornaamste oorzaken kan de verbetering van de relaties tussen Turkije en Griekenland genoemd worden. Deze toenadering kwam er pas nadat beide landen geteisterd werden door een reeks aardbevingen. Tevens waren er bilaterale gesprekken op ambassadeursniveau met betrekking tot onderwerpen van gemeenschappelijk belang die ook hun steentje bijdroegen tot dat verbeterende klimaat. Griekenland sprak op de top van Helsinki (12-13 december 1999) geen veto uit tegen de Turkse kandidatuur.
Met betrekking tot de EU spelen zowel statische als dynamische factoren een rol. De geostrategische positie maakt dat Turkije een brug richting het Midden-Oosten kan vormen. Politieke en economische factoren zijn misschien wel belangrijker. Ten eerste is er de mate waarin Turkije westerse idealen deelt. Ten tweede is er steeds meer economische integratie tussen de EU en Turkije.164
Maar sommige analisten en waarnemers, zelfs in Turkije, twijfelen eraan of Ankara een sterke brug kan vormen tussen de EU en het Midden-Oosten. Turkije volgde de afgelopen jaren een politiek zonder noemenswaardige problemen ten aanzien van veel staten, in het bijzonder ten aanzien van zijn buurlanden. De Turks-Arabische toenadering kan gezien worden als een succesvol voorbeeld van het buitenlandse beleid van de AK-partij. De samenwerking tussen Turkije en de Arabische wereld ging gepaard met het spaak lopen van de relatie tussen Ankara en Tel Aviv.
Aangezien Israël deel uitmaakt van de regio en zijn relaties met Ankara nog steeds problematisch zijn, kan Turkije geen sterke brug vormen voor de EU. Het kan eerder als tolk of vertaler optreden voor de staten van het Midden-Oosten. Uiteraard zal dat verschillen van staat tot staat.
In het algemeen zal de Turkse toetreding tot de EU de belangen van het buitenlandse beleid van de EU uitbreiden naar de omliggende regio’s. Het Midden-Oosten is echter in ieder geval een voor de EU belangrijke regio, zowel op vlak van buitenlandse beleid als van veiligheid. Eens Turkije binnen de EU zou zijn, zal de EU één stem vragen in het buitenlandse beleid ten aanzien van het MiddenOosten. Turkije zal dat mogelijk moeilijk accepteren en de vraag is in welke mate Turkije er dan in zou slagen om het gemeenschappelijke EU-standpunt te laten beïnvloeden door de eigen
164
Ibidem.
86
standpunten ter zake.
Voor de EU zou een Turkse toetreding tot de EU ook een belangrijk signaal zijn naar de moslimlanden in de regio. De EU zou dan immers niet langer kunnen worden beschouwd als een ‘christelijke club’. Een toetreding van het overwegend islamitische Turkije zou in ieder geval aantonen dat de EU een seculiere en multiculturele organisatie is. Ook op strategisch en geopolitiek gebied zou een toetreding van Turkije belangrijke positieve gevolgen kunnen hebben voor de EU.165
Het volgende artikel bespreekt wat er in de Wikileaks-documenten stond over de Turkse toetreding tot de EU en hoe Israël zelf dit idee in de diplomatieke fora ondersteunt, met het argument dat de Turkse toetreding zou bijdragen om het buitenlandse beleid van Ankara meer westers dan islamitisch te houden, wat de betrekkingen tussen Ankara en Tel Aviv zouden kunnen versterken.
Dit artikel verwoordt de stelling dat Turkije niet echt welkom is binnen de EU. De hindernissen die enkele Europese staten creëren, bemoeilijken zeker de Turkse weg tot toetreding tot de EU. Het Franse wetgevende initiatief over het strafbaar stellen van het ontkennen van de Armeense genocide is hiervan een goed voorbeeld. Turkije moet daarom alternatieven zoeken. Volgens die stelling zou Turkije onder invloed van de religieuze vleugel binnen de AK-partij deze alternatieven kunnen vinden in islamitische landen in het Midden-Oosten.
165
K. Hughes, “Turkey and The European Union: just another enlargement? Exploring the implications of Turkish accession”, Friends of Europe, juni 2004, pp. 28-30.
87
0707/00/07
ويكيليكس :ال أمل لتركيا في أوروبا
الـــجـــــــزيــــــرة
خالد شمت -برلين
سلطت برقيات دبلوماسية أميركية سرية نشرتها صحيفة ديرتاجسشبيغيل األلمانية ،األضواء على حقائق جديدة تتعلق برفض االتحاد األوروبي لقبول تركيا في عضويته ،وحالة االمتعاض المتصاعدة بين األتراك تجاه أوروبا ،ووصفت الرئيس الفرنسي نيكوال ساركوزي بالمهووس بالعداء لتركيا. وذكرت البرقيات -التي نشرتها الصحيفة األلمانية نقال عن موقع ويكيليس -أن مسؤولين أميركيين خرجوا من لقاءات عديدة مع دبلوماسيين أوروبيين بانطباع مفاده أن أنقرة ال أمل لها في دخول االتحاد األوروبي ،وأشارت إلى أن سعي الواليات المتحدة الدائب منذ فترة طويلة إلقناع الدول األوروبية بقبول تركيا في صفوفها ،واجه باستمرار استيا ًء شديدا من األوروبيين. وأوضحت البرقيات األميركية أن واشنطن لديها قناعة بأن حصول أنقرة على عضوية االتحاد األوروبي سيعمق ارتباطها بالغرب ،ويسهم في إقناع العالم بأن اتحاد الديمقراطيات األوروبية ليس ناديا قاصرا على المسيحيين فقط. واعتبرت الصحيفة أن تكرار رئيس الوزراء التركي رجب طيب أردوغان دعوته لألوروبيين لإلعالن بوضوح عن موقفهم بشأن ما إذا كانوا يرفضون قبول بالده في اتحادهم ،يعكس أجواء استياء متزايد في تركيا من وقوف دول كألمانيا وفرنسا والنمسا حجر عثرة أمام مساعيها لالنضمام إلى االتحاد األوروبي. إصرار فرنسي ولفتت برقية نشرتها الصحيفة األلمانية إلى قول رئيس قسم أوروبا السياسي في وزارة الخارجية األميركية فيليب غوردان إن األوروبيين ال يبدون أدنى تأييد لتصور بالده الداعم لدخول تركيا االتحاد األوروبي، وأوضح غوردان أن الفرنسيين هم أكثر المجاهرين بموقفهم في هذا الموضوع. ونقل الدبلوماسي األميركي عن جان ديفد ليفي مستشار الرئيس الفرنسي نيكوال ساركوزي قوله له -خالل اجتماع جرى بينهما في سبتمبر/أيلول " -0221نأمل تخلي األتراك أنفسهم عن السعي للحصول على عضوية االتحاد األوروبي ،وإذا نجحوا رغم كل المعارضات في استيفاء المعايير المطلوبة منهم للحصول على هذه العضوية ،فإن هذا سيكون سيناريو مرعبا لباريس التي ستواجه هذا الوضع باستفتاء شعبي سيرفض فيه الفرنسيون قبول تركيا في أوروبا". وسجل الدبلوماسيون األميركيون في برقياتهم السرية أن الحكومات األوروبية غضبت بشدة من محاولة أنقرة لعب دور صوت العالم اإلسالمي داخل حلف شمال األطلسي (الناتو) أوائل عام ،0221ورفضها حينذاك انتخاب رئيس الوزراء الدانماركي أندرياس فوغ راسموسن أمينا عاما جديدا للحلف ،بسبب موقفه من قضية الرسوم الكاريكاتورية المسيئة إلى النبي محمد (ص). 88
موقف إسرائيل وذكرت البرقيات األميركية أن مسؤولين إسرائيليين عبروا أيضا لباريس عن امتعاضهم من الموقف األوروبي سيسهم في تخلي األخيرة عن االهتمام، واعتبروا أن إظهار أوروبا مشاعر الترحيب ألنقرة،الرافض لتركيا .بتعزيز عالقاتها العربية واإلسالمية على حساب العالقة مع تل أبيب وحمل الدبلوماسيون األميركيون في برقياتهم السرية ساركوزي والمستشارة األلمانية أنجيال ميركل وكشفوا عن تحفظ الجناح،المسؤولية عن تنامي مشاعر الصدمة والغضب لدى المواطنين األتراك تجاه أوروبا وتخوفه من أن يؤدي،المتدين في حزب العدالة والتنمية التركي الحاكم على مساعي االقتراب من أوروبا . إلى محو اإلسالم والهوية الحضارية من البالد،تناغم تركيا مع االتحاد األوروبي وحصولها على عضويته إنه "رغم-كانون الثاني الماضي/في برقياتهم السرية العائدة إلى يناير- وقال الدبلوماسيون األميركيون فإن،المخاوف الغربية من سعي تركيا لالقتراب من العالم اإلسالمي وانتهاجها سياسة خارجية مستقلة هي التعاون مع حلف،سياسة أنقرة العالمية ستبقى معتمدة في المستقبل على ثالثة محددات مركزية ." والسعي للحصول على عضوية هذا االتحاد، والتعاون مع االتحاد األوروبي في المجال الجمركي،الناتو
Wikileaks: geen hoop voor Turkije in de EU AL JAZEERA |10.12.2010
KHĀLED SHAMAT - BERLIN
Geheime Amerikaanse telegrammen, gepubliceerd door de Duitse krant Der Tagesspiegel, brachten nieuwe feiten aan het licht over de afwijzing van de EU om het Turkse lidmaatschap te accepteren en over stijgende wrevel bij de Turken tegen Europa. Die telegrammen beschreven de Franse president, Nicolas Sarkozy, als geobsedeerde vijand tegen Turkije. Die telegrammen, die de Duitse krant Der Tagesspiegel van Wikileaks heeft overgenomen en gepubliceerd, vermeldden dat Amerikaanse functionarissen na verschillende vergaderingen de indruk hadden dat er voor Ankara geen hoop was om binnen de EU te komen. Zij wezen erop dat de Verenigde Staten aanhoudend streefden om de EU ervan te overtuigen Turkije te accepteren in haar gelederen, maar dat streven botste voortdurend op publieke verontwaardiging van de Europeanen. De Amerikaanse telegrammen verklaarden dat Washington ervan overtuigd was dat het verkrijgen van Ankara van EU-lidmaatschap haar associatie met het Westen zou verdiepen en het ook zou bijdragen om de wereld ervan te overtuigen dat de Unie van Europese democratieën geen club is voor christenen alleen. De krant vond dat het herhaalde verzoek van de Turkse eerste minister, Recep Tayyip Erdoğan, aan de Europeanen om hun standpunt duidelijk te maken of zij zijn land weigeren in hun Unie de sfeer weergeeft van een toenemende ontevredenheid in Turkije. Enkele landen, zoals Duitsland, Frankrijk 89
en Oostenrijk, zorgen voor een struikelblok om toe te treden tot de EU, ondanks zijn inspanningen.
Een Franse aandrang In de door de Duitse krant gepubliceerde telegram, werd er verwezen naar het hoofd van de afdeling Europese politiek van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, Philip Gordan. Hij zei dat de Europeanen zelfs niet bereid waren om de minste ondersteuning te bieden voor Turkse toetreding. Gordan verklaarde dat de Fransen het meest actief waren in het afblokken van dit onderwerp. Een Amerikaanse diplomaat vertelde wat Jean-David Levitte, adviseur van de Franse president Nicolas Sarkozy, had gezegd tijdens een vergadering in september 2009: “Wij hopen dat de Turken het streven naar het EU-lidmaatschap zullen opgeven. Indien ze er echter in zouden slagen om aan de gevraagde eisen voor dat lidmaatschap te voldoen, zal dat een beangstigend scenario zijn voor Parijs, die in dat geval zal geconfronteerd worden met een referendum, waarin de Fransen het lidmaatschap van Turkije zouden verwerpen.”
De Amerikaanse diplomaten namen in hun geheime telegrammen op dat de Europese regeringen begin 2009 ontzettend boos waren op Turkije, die de rol van de islamitische wereld binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) vertegenwoordigde, aangezien het de Deense eerste minister, Anders Fogh Rasmussen, verwierp bij de verkiezing als nieuwe secretaris-generaal van de NAVO. Dit kwam door zijn standpunt omtrent de kwestie van de spotprenten over de profeet Mohamed (v.z.m.h.).
Positie van Israël De Amerikaanse telegrammen vermeldden ook dat Israëlische functionarissen hun frustratie aan Parijs uitten over de Europese houding, waarmee Turkije verworpen wordt. Zij vinden dat een Europese verwelkoming van Ankara zou bijdragen tot een afname van de Turkse belangstelling voor zijn Arabische en islamitische relaties, ten koste van zijn relatie met Tel Aviv. De Amerikaanse diplomaten stelden in hun geheime telegrammen zowel Sarkozy, als de Duitse kanselier, Angela Merkel, verantwoordelijk voor de toename van de woedegevoelens onder de Turken tegen Europa. Ze onthulden ook de voorzichtigheid van de religieuze vleugel binnen de regerende AK-partij omtrent het toenaderingstreven naar Europa. De religieuze vleugel vreest namelijk dat de harmonie tussen Turkije en de EU zou leiden naar het verdwijnen van de islam en de identiteit van de beschaving van hun land. De Amerikaanse diplomaten zeiden ook in hun geheime telegrammen van afgelopen januari: 90
“Ondanks de westerse bezorgdheid van het Turkse streven naar de toenadering tot de islamitische wereld en het voeren van een onafhankelijk buitenlands beleid, zal de internationale politiek van Ankara in de toekomst altijd gebaseerd blijven op drie centrale determinanten. Dit zijn de samenwerking met de NAVO, de samenwerking met de EU op douanegebied en het streven naar het EU-lidmaatschap.”
91
6
BESLUIT
Na enkele decennia van optimale relaties tussen Tel Aviv en Ankara dient zich een crisis aan met veelzijdige en complexe dimensies. Deze crisis laat duidelijk haar sporen na op de Turks-Israëlische betrekkingen, en zal naar verwachting verergeren naarmate de geschillen tussen beide staten groter worden. Na de Turkse erkenning van Israël in 1949 voerde Turkije een prowesters en pro-Israëlisch beleid. Dat werd versterkt door de Turkse toetreding tot de NAVO in 1952. De betrekkingen tussen beide staten zijn in 1996 opgeklommen tot het niveau van een strategische alliantie door de ondertekening van belangrijke veiligheidsovereenkomsten en militaire akkoorden. Een van de problemen in de huidige betrekkingen tussen Turkije en Israël is het overheersen van verwijten en wederzijds onbegrip.
6.1
WIE IS VERANTWOORDELIJK VOOR DE VERSLECHTERING VAN DE RELATIES TUSSEN BEIDE STATEN?
Het is niet waar – en wordt ook niet ondersteund door de feiten – dat de door de islam geïnspireerde conservatieve partij van Erdoğan de reden was van de achteruitgang van de Israëlisch-Turkse betrekkingen. Tijdens de eerste jaren dat de AK-partij in Turkije aan de macht was, was de relatie tussen Ankara en Tel Aviv nog goed. Officiële bezoeken op hoog diplomatiek niveau tussen beide landen waren schering en inslag. Turkije ging bemiddelen tussen Israël en de Palestijnen en later tussen Israël en de Syriërs.
De Gaza-oorlog van 2008, waarin 1350 Palestijnen omkwamen, was het begin van de achteruitgang van de Turks-Israëlische betrekkingen. Ankara veroordeelde die oorlog sterk en beschuldigde Israël van staatsterrorisme. Daarna volgde het incident tijdens het World Economic Forum in Davos met ernstige gevolgen voor de relatie tussen beide staten, waardoor een mediaoorlog tussen Ankara en Tel Aviv op gang kwam. De excuses die Israël heeft aangeboden aan Ankara voor de vernedering van de Turkse ambassadeur in Tel Aviv, hebben niet echt geholpen om terug te keren tot de goede betrekkingen van voorheen. Israël bleek niet in staat te zijn om het Turkse standpunt in de nieuwe interne en regionale constellatie goed te interpreteren. Israël heeft eigenlijk de haperende betrekkingen met Turkije niet op een ernstige manier aangepakt. Wel integendeel, Israël heeft bij meer dan één gelegenheid rechtstreeks bijgedragen tot een verder afglijden van de relaties. Tel Aviv is blind voor 92
de toenemende uitholling van de internationale positie van Israël, zowel op het niveau van de publieke opinie als bij zijn traditionele bondgenoten. De Israëlische beslissing om een directe militaire aanval te lanceren op de Vrijheidsvloot, geeft twee zaken weer: ten eerste de omvang van de Israëlische koppigheid om de veranderingen van het regionale en mondiale klimaat te zien, en ten tweede de wil van de Israëlische leiders om hun macht en kracht te laten zien.
De Turkse regering, die eerder bij verschillende gelegenheden haar verzet had uitgesproken tegen de blokkade van de Gazastrook door Israël, kon haar ogen niet meer sluiten voor de gevolgen van die aanval. Met de lancering van het grootschalige anti-Israëlische volksprotest in de grote Turkse steden, realiseerde de regering van de AK-partij zich dat Turkije deze kans niet mocht laten voorbijgaan. De regering-Erdoğan heeft het incident met de Vrijheidsvloot aangewend tot behartiging van haar eigen belangen en wist de situatie van een grote diplomatieke crisis om te buigen tot een nog grotere politieke opportuniteit. De crisis tussen Tel Aviv en Ankara heeft de regionale positie en de rol van Turkije versterkt. Waarschijnlijk hadden de betrekkingen tussen Tel Aviv en Ankara er anders uitgezien mocht er na de Turkse verkiezingen in 2011 een andere regering dan die gevormd door de AK-partij aan de macht zou zijn gekomen. Het feit dat een democratische meerderheid voor de ideeën van de AKpartij kiest, maakt wel duidelijk dat de kloof tussen het Turkse volk en Israël groter wordt. Op basis van die vaststelling ziet het er niet naar uit dat regeringen die in de toekomst aan de macht zouden kunnen komen meteen in staat zouden zijn om terug te keren naar de goede relaties met Israël van de jaren 1990.
Er bestaan veelvuldige twijfels over het samenvallen van een raketaanval op een marinebasis in de Turkse haven van Iskenderun door de Koerdische PKK-partij en de Israëlische aanval op de Vrijheidsvloot diezelfde dag. Dat heeft een groot vermoeden met zich meegebracht dat Israël geheime banden onderhoudt met de PKK-partij, wat de crisis tussen beide staten nog heeft verdiept.
6.2
ISRAËL RAAKT MEER GEÏSOLEERD IN DE REGIO
De crisis tussen Turkije en Israël dwingt Washington tot een moeilijke keuze tussen beide bondgenoten. De Verenigde Staten kiezen uiteindelijk voor Israël, al is de voorkeur deze keer niet 93
zo openlijk en overtuigend. Uit de houding van de Verenigde Staten tijdens de Turks-Israëlische crisis blijkt dat Washington Israël nu meer als een last ziet dan voorheen.
Israël wordt door de Turken gezien als de agressor van het Midden-Oosten. De agressie en de reacties zullen waarschijnlijk toenemen, mochten zowel Turkije als de Verenigde Staten (onder president Obama) kritischer worden jegens de Israëlische acties tegen de Palestijnen. Dat zou betekenen dat de banden tussen Israël en zijn bondgenoten verder verzwakken. Een verandering van de Turks-Amerikaanse benadering van het Midden-Oosten zou Israël vervreemden en verder isoleren binnen een uitdagende geografische context. Dat zal tezelfdertijd resulteren in een toenemend Israëlisch nationalisme en politieke radicalisering. Het antagonisme zal hierdoor zonder twijfel toenemen en zijn schaduw werpen over de vooruitzichten tot samenwerking in de regio.
6.3
TURKIJE WINT MEER GELOOFWAARDIGHEID IN DE ARABISCHE EN ISLAMITISCHE WERELD
De crisis tussen Ankara en Tel Aviv en vooral de Turkse pogingen om de blokkade van de Gazastrook te doorbreken laten op hun beurt zien hoe de Arabische staten de blokkade oogluikend toelaten. Egypte weigerde onder de afgezette president Mubarak steeds de grensovergang bij Rafah te openen voor de Palestijnen; het niet-Arabische Turkije daarentegen doet zijn uiterste best om de blokkade van de Gazastrook op te heffen en zelfs te doorbreken met een hulpkonvooi. Dat heeft de geloofwaardigheid van het Turkse beleid zowel in de Arabische als in de islamitische wereld enorm versterkt. De geloofwaardigheid in de regio van het Turkse beleid stelt Ankara bovendien in staat om invloed uit te oefenen op sommige islamitische stromingen en bewegingen in de regio die door Israël als radicaal omschreven worden. De Verenigde Staten beschouwen dit als een positieve ontwikkeling in het Midden-Oosten, want dit biedt nu ook Washington toegang via een betrouwbaar Turks kanaal. De toenemende Turkse rol zal ook een obstakel vormen voor Iran, wiens invloed de Verenigde Staten graag ziet afnemen in de regio.
Ondanks het economische succes en de grote hervormingen van Turkije om zijn wetten aan te passen aan die van de EU ziet de toekomst van de Turkse toetreding tot de EU er onduidelijk uit. Volgens paus Benedictus XVI is de EU een christelijke club. Hij ziet de komst van 70 miljoen 94
moslims binnen de EU dan ook niet zitten. Wikileaks-documenten brachten aan het licht dat ook sommige EU-leiders geen plaats zien voor Turkije binnen de EU. Dit blijkt ook uit de obstakels die sommige Europese landen creëren op de Turkse weg tot de EU. Het laatste Franse wetvoorstel over de Armeense genocide is daarvan een voorbeeld. Ankara gaat zijn beleid ongetwijfeld aanpassen aan deze nieuwe realiteit. Turkije beseft nu onder leiding van de AK-partij dat het deel uitmaakt en blijft uitmaken van de islamitische wereld en zijn respect in deze wereld enkel terug kan krijgen door een actieve rol te spelen in het Midden-Oosten.
6.4
IS ER NU NOOD AAN EEN HERSTEL VAN DE RELATIES TUSSEN BEIDE STATEN?
Het is van belang voor zowel Turkije als Israël om de relatie tussen beide staten te herstellen. Aan Turkse kant verliest Ankara nu met het uitbreken van de Arabische revoluties een groot deel van de successen die het de laatste10 jaar boekte. Het Turkse beleid, waarmee Ankara met alle landen en vooral met zijn buren streefde naar probleemloze relaties, wordt nu gecontesteerd door zijn officiële houding ten aanzien van de Arabische Lente. Turkije aarzelde bij het begin van de Egyptische revolutie niet om de voormalige president Mubarak op te roepen om naar zijn volk te luisteren en te vertrekken. De houding omtrent de Libische revolutie was echter niet zo duidelijk. Mogelijk kan de late reactie van Ankara toe te schrijven zijn aan zijn economische belangen in Libië. Dat is ook het geval met de Syrische revolutie. Het probleem ligt hier voor Turkije nog moeilijker. Ankara investeerde de afgelopen jaren op grote schaal in Syrië. Niet alleen economisch, maar ook op militair en politiek vlak bestond er een bijzondere samenwerking. In het begin van de Syrische revolutie sprak Turkije de Syrische president Bashar Al-Assad toe als een vriend, en riep hem op om zijn hervormingen snel uit te voeren. Ankara wou hem helpen zogezegd om zijn goede wil ten opzichte van het Syrische volk te bewijzen. De militaire oplossing waarvoor president Al-Assad koos om de revolutie te onderdrukken, bracht Turkije echter in een moeilijke positie. Volgens mensenrechtenorganisaties kwamen 20.000 Syriërs om het leven en zijn er duizenden vermisten. Turkije kon niet anders dan Syrische vluchtelingen ontvangen en het regime van president Al-Assad veroordelen. Premier Erdoğan liet de Syrische vluchtelingen op Turks grondgebied onlangs weten dat hun overwinning nabij is. Het regime van Al-Assad probeert de revolutie in eigen land te rechtvaardigen door erop te wijzen dat enkel zij de sektarische tegenstellingen tussen de overwegende soennieten 95
en de alawieten kan tegengaan. Het overwegend soennitische Turkije is bang voor de gevolgen van de aanslepende Syrische crisis, in het bijzonder voor een mogelijk aanwakkeren van de bestaande religieuze tegenstellingen binnen de Turkse maatschappij. Turkije wil in samenwerking met de internationale gemeenschap een snelle oplossing vinden voor de Syrische kwestie. Die oplossing zal hoe dan ook echter het vertrek van Al-Assad inhouden. Damascus beschouwt Turkije als een deel van een westers complot ten dienste van Israël dat het regime van Al-Assad wil omverwerpen. De betrekkingen tussen beide staten werden op veel gebieden verbroken. Dat de eerste conferentie van de Syrische oppositie uitgerekend in Istanbul plaatsvond, heeft nog meer olie op het vuur gegooid en dat vijandbeeld versterkt. Syrië trok als reactie zijn enige kaart tegen Turkije, namelijk invloed uitoefenen op de Koerdische PKK-partij, om aanslagen te plegen binnen Turkije, zodat de Turken Syrië met rust zouden laten. Ankara reageerde daarop door zijn aandacht te richten op de PKK in Noord-Irak, wat op zijn beurt leidde tot luide Iraakse protesten. De Turkse houding ten aanzien van de Syrische revolutie zorgt niet alleen voor een teloorgang van de goede relaties met Syrië, maar leidt ook tot spanningen met Irak en Iran. Teheran steunt duidelijk het regime van president Al-Assad omwille van ideologische en geopolitieke redenen.166 Op deze manier verloor Turkije in twee maanden tijd de resultaten die het de voorbije 10 jaar bereikt had met zijn beleid van ‘probleemloze’ relaties met de buurlanden. Waarom zou Turkije ervoor kiezen zijn relatie met Tel Aviv te laten escaleren in een tijd van de Arabische Lente die de toekomst van de regio de komende jaren zeker nog onzeker zal houden?
Bovendien blijft ook de toekomst van een Turkse toetreding tot de EU vaag. Turkije verliest geleidelijk aan zijn rol als bemiddelaar in de regio. De Palestijnse partijen Fatah en Hamas voelden zich door de nieuwe uitdagingen in het Midden-Oosten genoodzaakt om tot een akkoord te komen. Beide kwamen hiervoor samen in Caïro en later ook in Doha. Turkije speelt ook geen rol van betekenis meer in de bemiddeling tussen Teheran en het Westen over de vermeende Iraanse aanmaak van kernwapens. De Turkse bemiddeling tussen Syrië en Israël dateert ondertussen ook al van de Israëlische oorlog tegen de Gazastrook in 2008.
166
Al-Assad behoort tot de Alawieten, een minderheid in Syrië die een variant van het sjiisme aanhangt. Om die reden krijgt zijn regime steun van het sjiietische Iran.
96
De escalatie van de spanningen in de betrekkingen tussen Tel Aviv en Ankara is ook niet in het belang van Israël. De toekomst van de regio na de Arabische revoluties blijft niet alleen voor Turkije maar ook voor Israël vaag en verrassend. Na de revoluties komen islamitisch geïnspireerde partijen, de ene al radicaler dan de andere, zowel in Tunesië, Egypte en Libië aan de macht, wat nieuw is voor die staten. Soortgelijke partijen komen ook in landen als Koeweit en Marokko, die ervoor kiezen om via hervormingen revoluties te voorkomen. Een goede relatie met Turkije zal voor Israël meer zekerheid en stabiliteit garanderen in de regio. Turkije kan zich profileren als soft power-model voor de Arabische landen. Het kan zijn gematigd islamitisch en democratisch model exporteren naar de Arabische landen. De Moslimbroeders in Egypte lieten verschillende keren weten dat ze de Camp-David-overeenkomst met Israël zouden kunnen herzien. Israël zou dus kunnen rekenen op Turkije om nieuwe extreemislamitische regimes in de regio te voorkomen, die model zouden kunnen staan voor andere landen en die later een vijandig beleid tegen de staat Israël zouden kunnen voeren.
6.5
SLOTCONCLUSIE
Uit de bewoordingen die Ankara hanteert tegenover Tel Aviv blijkt dat Turkije niet kiest voor escalatie. Turkije wil zijn betrekkingen met Israël niet volledig verbreken, maar probeert wel een einde te maken aan de Israëlische positie van ‘een staat boven de wet’. Zolang de AK-partij de komende jaren aan de macht blijft, zullen de Turks-Israëlische betrekkingen wellicht niet echt verbeteren. Hieraan liggen niet noodzakelijk ideologische redenen ten grondslag, maar veeleer het open beleid dat Turkije zowel economisch als politiek voert ten aanzien van zijn buurlanden. Dat zal uiteindelijk hoe dan ook botsen met het Israëlische beleid. Israëlische politici lieten vorig jaar herhaaldelijk weten te willen wachten op het resultaat van de Turkse verkiezingen om (op basis daarvan) hun relatie met Ankara te herzien. De AK-partij won echter ook de laatste verkiezingen in 2011. Een voortzetting van de politieke lijn niet alleen ten opzichte van Israël, maar ook van de Arabische en islamitische landen, dient zich dan ook aan. De nieuwe uitdagingen die de Arabische Lente de regio in belangrijke mate oplegt, vormen een onderpand voor de toekomstige relatie tussen Ankara en Tel Aviv. Turkije en Israël hebben de wil om hun betrekkingen te herstellen. Toch zal Turkije zijn eisen aan Israël, namelijk het opheffen van de blokkade van de Gazastrook en een officiële verontschuldiging voor wat er op het Turkse schip Marmara gebeurde, nooit opgeven. Indien Israël dat niet doet, dan zal de relatie tussen de twee
97
staten vervallen tot een bevroren status-quo tot op een dag de nieuwe gelaatstrekken van het Midden-Oosten duidelijk zullen verschijnen.
98
BIBLIOGRAFIE
ACADEMISCHE BRONNEN
Adviesraad Internationale Veiligheidsvraagstukken (AIV) (1999). “Naar rustiger vaarwater: Een advies over betrekkingen tussen Turkije en de Europese Unie”, (nr. 9). Den Haag.
Almuedo, Ana. (september 2011). “New Turkish Foreign Policy towards the Middle East: Neither so New, Nor so Turkish”, European Institute of the Mediterranean (IEMed.).
Alyanak, Oğuz. “TPQ roundtable: Turkey and Israel - Old Friends, New Enemies?”, Turkish Policy Quarterly, (volume 8, nr.4).
Bengio, Ofra. (2009). “Altercating Interests and Orientations between Israel and Turkey: A View from Israel”, Insight Turkey, (volume 11, nr.2).
Bölme, Selin M. (2009). “Charting Turkish Diplomacy in the Gaza Conflict”, Insight Turkey, (volume 11, nr.1).
Bolukbasi, Suha. (1999). “Behind the Turkish-Israeli Alliance: A Turkish View”, Journal of Palestine Studies, (volume 29, nr.1), Autumn.
Bosscher, D.F.J. (1992). De Wereld Na 1945, Het Spectrum, Utrecht.
Bouwman, Bernard. (2009). Tussen God en Atatürk? Turkije achter de schermen, Prometheus / NRC Handelsblad, 99
Amsterdam / Rotterdam.
De Vos, Luc & Sterkendries, Jean-Michel. (2010). De grote geopolitieke problemen na de Tweede Wereldoorlog, Davidsfonds, Leuven.
Fuller, Graham. (2008). The new Turkish republic: Turkey as a pivotal state in the Muslim world, US Institute of Peace Press, Washington.
Hughes, Kirsty. (juni 2004). “Turkey and The European Union: just another enlargement? Exploring the implications of Turkish accession”, Friends of Europe.
Inbar, Efraim. “Israeli-Turkish tensions and beyond”, Turkish Policy Quarterly, (volume 8, nr.3).
Koch, K. / Soetendorp, R.B. / van Staden, A. (red.) (1994). Internationale betrekkingen: theorieën en benaderingen, Het Spectrum B.V. , Utrecht.
Küçükcan, Talip. (juni 2010). “Arab Image in Turkey”, SETA Foundation for Political, Economic and Social Research, rapport nr: 1.
Sayari, Sabri. (1997). “Turkey and the Middle East in the 1990s”, Journal of Palestine Studies, (volume 26, nr.3), Spring.
Schenker, David, (december 2009). “Syria and Turkey: Walking Arm in Arm Down the Same Road?”, Jerusalem Center for Public Affairs, (volume 9, nr.13).
100
Seyhanoglu, Mehmet Fatih. (2006). “The Lost Connection and Divergent Identities: The Case of Turks and Arabs”, Centro Argentino de Estudios Internacionales Programa Medio Oriente / Middle East Program.
Smelik, Klaas A.D. (2011). Herleefde Tijd, Een Joodse geschiedenis, Acco, Leuven, Den Haag.
Smit, Wicher. (1982). “Het Turkse leger: macht, belangen en politieke invloed”, in: Turkije in crisis, Het wereldvenster Bussum, Antwerpen.
The Washington Institute for Near East Policy (2006). Timeline of Turkish-Israeli Relations, 1949–2006.
Yildiz, Kerim / Muller, Mark. (2008). The European Union and Turkish Accession, p.xvi. (Foreword: Noam Chomsky), Pluto Press, Londen.
Zürcher, Erik Jan. (2006). Een geschiedenis van het moderne Turkije, Sun, Amsterdam.
101
BRONNEN UIT DE PERS 167 AlʾAlmaniyya (2009). Al-ʾatrāk yarshuqūna al-safīr al-ʾisrāʾīlī bil-bayḍ. In: Al Jazeera, 5 november 2009. (http://aljazeera.net/news/pages/54a5b44e-7dca-4596-a59a-0c31a389490e ) Al Arabiya (2010). MBC tabuth musalsalan turkiyyan athāra ʾazmah diblūmāsiyyah maʿa ʾīsrāʾīl. In: AlArabiya, Dubai, 15 maart 2010. (http://www.alarabiya.net/articles/2010/03/15/103137.html) Alī, Aḥmad. (2009). Muʾtamar Nasawī ḥāshid bil-ʾIskandariyya taʾyīdan li Ghazzah wa daʾman li ʾIrdughān. In: Al Jazeera, 31 januari 2009. (http://www.aljazeera.net/news/pages/9dabe8f9-d71c-45ef-a7f2-7163655556cd) Al Jazeera (2009). Munāwarāt ʿaskariyyah Sūriyyah Turkiyyah. In: Al Jazeera, 14 oktober 2009. (http://www.aljazeera.net/news/pages/2684c7c4-5176-4019-a611-a7e1e59d2973) Turkiyyā wa al-duwal al-‘arabiyyah, shurūṭ al-ta‘āwun al-muthmir. In: Al Jazeera, 25 november 2009. (http://www.aljazeera.net/news/pages /D613D115-4117-41AC-846C-64) Al Jazeera (2010). ʾAshkināzī fakhūr bil-hujūm ʿalā Marmara. In: Al Jazeera, 11 augustus 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/fd477e5e-c65f-4215-a3d9-b9ce557de9bc) ʾAzmah jadīdah bayna ʾIsrāʾīl wa Turkiyyā. In: Al Jazeera, 20 december 2010. (http://aljazeera.net/news/pages/72edb908-1824-45c9-b516-9c1f81a1bbe9) ʾIsrāʾīl tadʿū li-muqāṭaʿit Turkiyyā siyāḥiyyan. In: Al Jazeera, 31 oktober 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/177f50f2-ee0d-4489-952f-ca5995420250) Jadal fī ’Isrā’ īl ḥawla ‘alāqatihā ma‘ Turkiyyā. In: Al Jazeera, 26 december 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/358po365-36c9570-d024-8n8011-8k62249)
167
De titels van de Arabischtalige bronnen staan in Latijns transcriptie. In de bijlage hierna staan ze in de oorspronkelijke Arabische spelling (in dezelfde volgorde).
102
Lībirmān: lā ʾiʿtidhār li-Turkiyyā. In: Al Jazeera, 8 december 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/7b14b027-633a-4720-abaa-b1b439934b35) Lībirmān: Muṭālabit Turkiyyā bil-ʾiʿtidhār waqāḥah. In: Al Jazeera, 26 december 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/70e2c92d-9a34-4be2-869b-5bf27c43d8d4) Litafādī junūdihā min al-muḥākamah ʾIsrāʾīl taʿruḍ taʿwīḍ lil-ʾatrāk. In: Al Jazeera, 9 december 2010. (http://aljazeera.net/news/pages/bcdedf39-0da1-412b-914a-0c4bd70dc963) Nitinyāhū: lan naʿtadhir li turkiyyā. In: Al Jazeera, 28 december 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/1de68449-1764-4967-842d-3bee4835ecd8) Nitinyāhū yushīd bil-muʿtadīn ʿala Marmarah. In: Al Jazeera, 27 oktober 2010. (http://www.aljazeera.net/mob/f6451603-4dff-4ca1-9c10-122741d17432/70fb05d1-a9eb4ea7-aec7-abc0512c774c) Turkiyyā tarfuḍ lijnet al-taḥqīq al-ʾisrāʾīliyya. In: Al Jazeera, 28 juni 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/b9e22620-9e2a-4fba-ae52-95cf0f5e9272) Turkiyyā tuhaddid bi-saḥbi safīrahā min ʾIsrāʾīl. In: Al Jazeera, 13 januari 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/c7a671e1-b764-43cc-8de9-43ef987e1e2e) Turkiyyā tujaddid maṭālabit ʾIsrāʾīl bil-ʾiʿtidhār. In: Al Jazeera, 28 december 2010. (http://aljazeera.net/news/pages/7d2f6349-3b67-485c-9bb4-314f1f9d04b4) Al Jazeera and Agencies (2009). Stormy debate in Davos over Gaza, Turkish PM walks out after verbally clashing with Israeli president over Gaza war. In: Al Jazeera English, 29 januari 2009. (http://www.aljazeera.com/news/europe/2009/01/20091291976879610.html) Al Jazeera and Agencies (2010). ʾIrdūghān yantaqid ʾIsrāʿīl wa ḍarb ʾIrān. In: Al Jazeera, 11 januari 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/a6f9e6f0-f84d-446e-a01c-541252ab89d7) Qatlā bi hujūm ʾisrāʾīl ʿalā ʾusṭūl al-ḥurriyuah. In: Al Jazeera, 31 mei 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/ee102ce4-e574-404f-8906-89c7b58c607f) Al-Khuḍur, Muḥammad. (2009). Fannanū Sūriyyah yukrimūn ʾIrdughān bil-wurūd. In: Al Jazeera, 1 februari 2009. (http://www.aljazeera.net/news/pages/b83e75fe-cc87-40d0-8242-f4f3e879f3c1) 103
Al-Makhlafy, Abduh. (2010). Tawattur al-ʿlāqāt al-turkiyya al-ʾisrāʾīliyya qabla ziyāret Bārāk li Anqarah. In: Deutsche Welle, 12 januari 2010. (http://www.dw.de/dw/article/0,,5111215,00.html) Al-Quds Al-Arabi. (2010) ʾIsrāʾīl lan tursil safīran jadīdan ʾilā Turkiyyā. In: Al-Quds Al-Arabi, 3 november 2010. (http://www.alquds.co.uk/index.asp?fname=today%5C03z46.htm&arc=data%5C2010%5C11 %5C1 1-03%5C03z46.htm) Al-Rīhāny, Nabīl (redactie). (2009). ʾAbʿād ʾinsiḥāb ʾIrdughān min Dāvos. In: Al Jazeera, 2 februari 2009. (http://aljazeera.net/programs/pages/6c5742ac-f9e6-4513-82d7-2a62f348b93f) Arsu, Sebnem. (2011). Turkey Says Israelis Used Excess Force in Flotilla Raid. In: New York Times, 24 januari 2011. (http://www.nytimes.com/2011/01/25/world/europe/25turkey.html)
Bar'el, Zvi. (2009). Why we need Turkey, Israel can choose to blow off ties with Turkey amid the current diplomatic brouhaha, but it simply wouldn't be wise. In: Haaretz, 22 februari 2009. (http://www.haaretz.com/print-edition/features/why-we-need-turkey-1.270670) BBC Arabic (2010). ʾIrdūghān yadʿū ʾisrāʾīl lil-takhalluṣ min wazīr kharijiyyatahā. In: BBC Arabic, 13 januari 2011. (http://www.bbc.co.uk/arabic/middleeast/2011/01/110113_erdogan_lieberman.shtml) Turkiyyā tughliq majālahā al-jawwī bi-wajh al-ṭayarān al-ʿaskarī al-ʾisrāʾīlī. In: BBC Arabic, 28 juni 2010. (http://www.bbc.co.uk/arabic/middleeast/2010/06/100628_turkey_israel_ban.shtml) Bilā Ḥudūd. (2011). Al-waḍiʿ al-dākhlī wa al-siyāsah al-khārijiyyah al-turkiyyah. In: Al Jazeera, 12 januari 2011. (http://www.aljazeera.net/programs/pages/f2a57db8-338f-4f74-9782-a78da320dfc6) Chebil, Mehdi. (2010) Tumultuous times: Turkish–Israeli relations over a decade. In: France 24, 31 mei 2010. (http://www.france24.com/en/20100531-tumultuous-times-turkey-%E2%80%93-israelrelations-over-decade) 104
CNN Arabic (2010). ʾIsrāʾīl: lan naʿtadhir li-Turkiyyā ʾan muhājamit ʾisṭūl al-ḥurriyyah. In: CNN Arabic, 6 juli 2010. (http://arabic.cnn.com/2010/middle_east/6/6/noapology.turkey/index.html) CNN Wire Staff (2010). Gaza aid flotilla activists arrive in Turkey. In: CNN, 2 juni 2010. (http://articles.cnn.com/2010-06-02/world/gaza.raid.activists_1_gaza-palestinian-territoryisraeli-government?_s=PM:WORLD) Dilly, Khūrshīd. (2010). Turkiyya wa ʾisrāʾīl, hal ʾintahā al-taḥluf al-ʾistrātījī?. In: Al Jazeera, 12 juni 2010. (http://www.aljazeera.net/analysis/pages/46166e82-0225-428a-8c69-f7aa313055e6) Engel, Eliot. L. (2010). Engel leads senior house members in calling for review of policy toward Turkey. In: www.engel.house.gov, 2 november 2011. (http://engel.house.gov/index.cfm?sectionid=24&itemid=2977) Rep. Engel stands up for US-Israel alliance and Israeli right to self defense. In: www.engel.house.gov ,11 juni 2010. (http://engel.house.gov/index.cfm?sectionid=24§iontree=6,24&itemid=2429) Emirates News Agency (2008). Turkiyya tudīn bishiddah al-ʿidwān al-īsrāʾīlī ʿalā Ghazzah. In: Emirates News Agency, Abu Dhabi, 27 december 2008. (http://wam.org.ae/servlet/Satellite?c=WamLocAnews&cid=1226857875842&p=113509940 0077&pagename=WAM/WamLocAnews/W-T-LAN-FullNews) Ergin, Sedat. (2010). A big change in the perception of Turkey in the Arab World. In: Hürriyet Daily News, Ankara, 13 januari 2010. (http://www.hurriyetdailynews.com/default.aspx?pageid=438&n=a-big-change-in-theperception-of-turkey-in-the-arab-world-2010-01-13) Felesteen Newspaper (2010).
105
Turkiyyā tuʿid mashrūʿ qānūn li-manʿ tamalluk al-ʾisrāʾiliyīn fī ʾarāḍīhā. In: Felesteen Newspaper, (Ankara & Agencies), 29 november 2010. (http://www.felesteen.ps/newspaper/releases/2010-11-29/p201011292.pdf) France 24 (2010). Ṣarkhit ḥajar turkiyyeh tuṣīb ʾIsrāʾīl. In: France 24 (AFP), 22 maart 2010. (http://www.france24.com/ar/20100320-Turkey-Television-Series-Israel-condemnation-antiSemitism) Head, Jonathan. (2010). Has Israel lost key Muslim ally Turkey?. In: BBC News, Istanbul, 1 juni 2010. (http://news.bbc.co.uk/2/hi/8714983.stm) Het Nieuwsblad (2009). Erdoğan bij aankomst uit Davos in Turkije warm onthaald. In: Het Nieuwsblad, (dpa,AFP) Ankara, 30 januari 2009. (http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF30012009_028) Hider, James. (2010). Deadly clashes at sea as Israel intercepts Gaza-bound aid ships. In: The Times, 31 May 2010. (www.thetimes.co.uk) ʿIṭwān,ʿAbdil-Bārī. (2009). ʾAbʿād ʾinsiḥāb ʾIrdughān min Dāvūs. In: Al Jazeera, 2 februari 2009. (http://aljazeera.net/programs/pages/6c5742ac-f9e6-4513-82d7-2a62f348b93f) Kayyālī, Mājid. (2010). Qirā’ah ’isrā’īliyya li al-azmah ma‘a al-dawla al-turkiyya. In: Al Jazeera, 15 juni 2010. (http://www.aljazeera.net/analysis/pages/bbf7a128-8e29-4e89-b7f3-ad9a01f8cf7f) Kraidy, Marwan M & Alghazzi, Omar. (2011). Cool Neo-Ottomans: The Rise of Turkey in Arab Media Space. In: www.asc.upenn.edu/news, 25 maart 2011. (http://www.asc.upenn.edu/news/Omar_Al_Ghazzi.pdf) Lawton, Michael. (2010). Israel formally apologizes to Turkey for televised diplomatic incident. In: Deutsche Welle (db/AFP/Reuters/dp), 13 januari 2010. (http://www.dw.de/dw/article/0,,5124857,00.html) 106
Muḥly, Ḥusny. (2009). Al-mawqif al-turky mina al-ḥarb ʿalā Ghazzah wa āfāq dawr ʾistrātījī jadīd. In: Al Jazeera study center, Doha, 15 januari 2009. (http://studies.aljazeera.net/reports/2009/15/200915431025886374495.htm Nūr Al-Dīn, Muḥammad. (2010). ‘Irdūgān fi al-muwājahah. In: Al Arabiya, 27 juni 2010. (http://www.alarabiya.net/save_pdf.php?cont_id=112396) Ozerkan, Fulya. (2010). Turkey, Israel Seek a Way out of Diplomatic Crisis. In: Hürriyet Daily News, Ankara (HDN), 9 december 2010. (http://www.hurriyetdailynews.com/default.aspx?pageid=438&n=turkey-israel-seek-a-wayout-of-crisis-2010-12-08) Pence, Mike. (2010). Pence Discusses Gaza Flotilla Incident and Oil Spill on CNN. In: www.mikepence.house.gov, 2 juni 2010. (http://mikepence.house.gov/index.php?option=com_content&task=view&id=4141&Itemid=71) Turkey Needs To Decide. In: www.mikepence.house.gov, 9 juni 2010. (http://mikepence.house.gov/index.php?option=com_content&view=article&id=4154:penceamerica-will-stand-with-israel&catid=94:news-statements-a-speeches&Itemid=94) Petrou, Michael. (2010). Bloodshed at sea, and a wave of global anger, Israel’s flotilla strike may mark the end of its relationship with Turkey. In: Maclean’s, 8 juni, 2010. (http://www2.macleans.ca/2010/06/08/bloodshed-at-sea-and-a-wave-of-global-anger/) Ravid, Barak. (2010). Israel-Turkey diplomatic crisis nears its end. In: Haaretz, 7 december 2010. (http://www.haaretz.com/print-edition/news/israel-turkey-diplomatic-crisis-nears-its-end1.329232) Reuters. (2010). Bi-sabab mawqifihā min 'Isrā'īl wa 'Irān, Nuwwāb 'amrikiyyūn, Turikiyyā satadfaʿ althaman. In: Al Jazeera, 17 juni 2010. (http://www.aljazeera.net/news/pages/f38722ce-5feb-4a3f-b8b1-f14d8d7dd289) 107
’Usṭūl al-ḥuriyyah yaduq al-mismār al-’akhīr fī na‘sh taḥāluf Turkiyyā wa ’Isrā’īl. In: AlArabiya, Ankara, 3 juni 2010. (http://www.alarabiya.net/articles/2010/06/03/110330.html) Shabazz, Saeed. (2010). World condemns Israel attack on humanitarian flotilla. In: The New York Amsterdam News. 10-16 juni, 2010. (http://connection.ebscohost.com/c/articles/51500311/world-condemns-israel-attackhumanitarian-flotilla), (http://www.amsterdamnews.com/) Sankī, ʿAbdil-Nāṣir. (2010). Diblūmāsiyyet al-ḥarīq bayna ʾisrāʾīl wa turkiyyā tuthīr ʾistiyāʾ dhawī ḍaḥāyā ʾusṭūl al-ḥurriyyah. In: BBC Arabic, Istanbul, 7 december 2010. (http://www.bbc.co.uk/arabic/middleeast/2010/12/101207_turkey_israel_diplomacy.shtml) Dhawabān al-jalīd fī al-ʿalāqāt al-ʾisrāʾīliyyah al-turkiyyah. In: BBC Arabic, 6 december 2010. (http://www.bbc.co.uk/arabic/middleeast/2010/12/101206_turkey_correspondent.shtml) Tavernise, Sabrina. (2010). Raid Jeopardizes Turkey Relations. In: New York Times, 31 mei 2010. (http://www.nytimes.com/2010/06/01/world/middleeast/01turkey.html) The Economist. (2010). From talk to action, Turkey’s prime minister likes to scold Israel but things have now gone too far. In The Economist, 3 juni 2010, Istanbul. (http://www.economist.com/node/16274265) Ynetnews (2008). Operation Cast Lead. In: Ynetnews, Tel Aviv, 29 december 2008. (http://www.ynetnews.com/articles/0,7340,L-3646673,00.html)
108
BRONNEN VAN INTERNATIONALE ORGANISATIES
Europese Raad. (1993). “Conclusies van het voorzitterschap”, Kopenhagen, 21-22 juni 1993. (http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/72923.pdf)
Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. (1964). “Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije”, Ankara, 29 december 1964. (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:P:1964:217:3687:3697:NL:PDF)
United Nations General Assembly. (1957). “The question of Algeria, Resolution 1184 (XII)”, 10 december 1957. (http://www.worldlii.org/int/other/UNGARsn/1957/128.pdf)
United Nations Security Council. (2009). “General Assembly resolution supporting the immediate ceasefire according to Security Council resolution 1860 (2009)”, 23 januari 2009. (http://www.securitycouncilreport.org/atf/cf/%7B65BFCF9B-6D27-4E9C-8CD3CF6E4FF96FF9%7D/Gaza%20AES10L21Rev1.pdf)
109
ملحق عن المراجع باللغة العربية
األتراك يرشقون السفير اإلسرائيلي بالبيض
MBCتبث مسلسلا تركيا ا أثار أزمة دبلوماسية مع إسرائيل
مؤتمر نسوي حاشد باإلسكندرية تأييدا لغزة وإشادة بأردوغان
مناورات عسكرية سورية تركية
تركيا والدول العربية ...شروط التعاون المثمر
أشكنازي فخور بالهجوم على مرمرة
أزمة جديدة بين تركيا و إسرائيل
إسرائيل تدعو لمقاطعة تركيا سياحيا
جدل في إسرائيل حول علقاتها مع تركيا
ليبرمان :ال اعتذار لتركيا
ليبرمان :مطالبة تركيا باالعتذار وقاحة
لتفادي جنودها من المحاكمة إسرائيل تعرض تعويض األتراك
نتنياهو لن نعتذر لتركيا
نتنياهو يشيد بالمعتدين على مرمرة
تركيا ترفض لجنة التحقيق اإلسرائيلية
تركيا تهدد بسحب سفيرها من إسرائيل ما لم تعتذر بحلول مساء اليوم
تركيا تجدد مطالبة إسرائيل باالعتذار
أردوغان ينتقد إسرائيل وضرب إيران وإسرائيل تندد
قتلى بهجوم إسرائيل على أسطول الحرية
فنانو سوريا يكرمون أردوغان بالورود
توتر العلقات اإلسرائيلية التركية مجددا قبيل زيارة باراك ألنقره
إسرائيل لن ترسل سفيراا جديداا لتركيا
أبعاد انسحاب أردوغان من مؤتمر دافوس
اردوغان يدعو اسرائيل للتخلص من وزير خارجيتها ليبرمان
تركيا تغلق مجالها الجوي بوجه الطيران العسكري االسرائيلي
الوضع الداخلي والسياسة الخارجية التركية
إسرائيل :لن نعتذر لتركيا عن مهاجمة "أسطول الحرية"
تركيا وإسرائيل هل انتهى التحالف اإلستراتيجي؟
تركيا تدين بشدة العدوان االسرائيلي على غزة
تركيا تعد مشروع قانون لمن تملك اإلسرائيليين في أراضيها
صرخة حجر تركية تصيب إسرائيل
قراءة إسرائيلية لألزمة مع الدولة التركية
الموقف التركي من الحرب على غزة وآفاق دور إستراتيجي جديد
أردوغان في المواجهة
بسبب موقفها من إسرائيل وإيران ,نواب أميركيون :تركيا ستدفع الثمن
أسطول الحرية يدق المسمار األخير في نعش "تحالف" تركيا وإسرائيل 110
BIJLAGE VAN DE ARABISCHE BRONNEN
دبلوماسية الحريق" بين تركيا وإسرائيل تثير استياء ذوي ضحايا هجوم أسطول الحرية
ذوبان الجليد في العلقات التركية االسرائيلية
111