Nummer 3 | juni 2015
E I T A FO R M
S N A r g in o z R n e t p T a c DE G e h a n di d o m e in h et s o c ia
al
In dit e-zine: Vught
Uitgelicht Aan de keukentafel over integraal werken in het sociaal domein
Kettingvraag over opleiden medewerkers
Portret Esmee
Hoe doen ze het in Vught?
Een dag bij Fietsdiensten Philadelphia
Toolkit
Inhoudsopgave
i
A R T E D
E I T A M N SF O R n zo r g i n e t p a c i d n G eha l d o m e in a a i c o s t he
Vernieuwing De vernieuwing in het sociaal domein, ook wel de transformatie genoemd, komt bij veel gemeenten en aanbieders steeds hoger op de agenda te staan. Die vernieuwing wordt gezocht in het versterken van sociale netwerken, het betrekken van vrijwilligers en mantelzorgers, het ontwikkelen van integrale arrangementen, het inzetten van nieuwe technologie en wijkgericht werken. Veelal is vernieuwing ook een onderdeel van de contractvoorwaarden.
INHOUD
3
Uitgelicht
4
Aan de keukentafel over integraal werken in het sociaal domein
5
Kettingvraag over opleiden medewerkers
Vooral medewerkers in de gehandicaptenzorg zullen deze vernieuwing vorm gaan geven. Hun rol verandert hierdoor. Ze moeten bijvoorbeeld veel meer het netwerk van iemand met een beperking betrekken dan voorheen. Daarnaast zijn er ook andere ontwikkelingen die ervoor zorgen dat de rol van de medewerker verandert. Denk bijvoorbeeld aan technologische ontwikkelingen waardoor mensen met een beperking steeds vaker zelfstandig kunnen reizen, doordat begeleiding op afstand mogelijk is. Opleiding en ontwikkeling zijn belangrijke elementen bij deze uitdaging waar de gehandicaptensector voor staat. De aanpak van de Amarant Academie, die beschreven staat in de rubriek 'Kettingvraag' is hier een mooi voorbeeld van. Maar ook de overige rubrieken staan bol van de vernieuwingen die in het sociaal domein plaatsvinden. Bijvoorbeeld de manier waarop de gemeente Someren bezig is met integraal werken, de Vughtse aanpak van zeer specialistische ondersteuning voor mensen met een visuele beperking en de Fietsdiensten Philadelphia in Amsterdam, een kleinschalig leerwerkproject voor mensen met een beperking en afstand tot de arbeidsmarkt. Maartje van der Rijt, projectleider Jeugd,
[email protected]
6
Portret Erica
7
Hoe doen ze het in Vught?
Vught
10
Een dag bij Fietsdiensten Philadelphia
13
Toolbox
Abonnement Aanmelden: www.vgn.nl/detransformatie/aanmelden Afmelden: www.vgn.nl/detransformatie/afmelden
3 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Uitgelicht
Unieke samenwerking gemeente, kinderopvang en zorgorganisatie
Uitgelicht
Puzzelen met zorg en onderwijs
Tien ‘Gouden Gemeenten’ na decentralisaties op goede weg
Almere, Alphen aan de Rijn, Deventer, Ede, Heerenveen, Heerlen, Oss, Vlaardingen, Wijk bij Duurstede en Zaanstad. Dit zijn volgens de MOgroep de tien zogeheten ‘Gouden Gemeenten’ die sinds de decentralisaties van zorg naar gemeenten op de goede weg zijn. Volgens de brancheorganisatie grijpen deze gemeenten de grote veranderingen in het sociaal domein aan om op een slimme manier te vernieuwen, samen met bewoners en organisaties. Lees verder
Met de afschaffing van de AWBZ en herindeling van de jeugdzorg, is er een grijs gebied ontstaan: de financiering van zorg op school. ‘Niemand, maar dan ook echt niemand kon me een antwoord geven op de vraag hoe de zorg voor onze dochter Elise op school zou worden geregeld’, vertelt Marieke Plaggenmersch. ‘De gemeente niet, het Centrum Indicatiestelling Zorg niet en andere organisaties ook niet.’ Lees het achtergrondartikel over passend onderwijs in de juni-editie van tijdschrift Markant.
Vernieuwing staat bij gehandi-
captenzorgaanbieders en gemeenten hoog op de agenda en is in veel gevallen ook opgenomen als contractvoorwaarde. Dat blijkt uit de vierde meting van de Monitor Sociaal Domein van de VGN. Deze monitor, die in totaal uit vijf metingen in de periode 2014-2015 bestaat, gaat over de voortgang en gevolgen van de transities voor leden van de VGN. In het rapport van deze vierde meting blijkt verder dat de gegevensuitwisseling en facturatie iets lijkt verbeterd ten opzichte van januari. Eind juni verschijnt het vervolg op het rapport van de vierde meting. Daarin zijn ook de diepteinterviews opgenomen die met enkele VGN-leden zijn gehouden. Lees verder
De gemeente Hilversum is een samenwerking aangegaan met Mediakinderopvang en Sherpa. Door die samenwerking is het nu mogelijk dat kinderen die extra zorg nodig hebben naar een reguliere kinderopvang kunnen. Dankzij extra subsidie vanuit de gemeente betalen ouders niet meer dan voor reguliere opvang. Voor de ouders van Pepijn was dit een uitkomst. ‘Hij kan naar hetzelfde kinderdagverblijf als zijn twee oudere zussen.’ Lees verder
Gehandicaptenzorg en gemeente ontmoeten elkaar in de gevangenis In gevangenissen zitten veel mensen met een licht verstandelijke beperking. Om hen straks een nieuwe kans te bieden in de samenleving, moeten gemeenten, de gehandicaptensector en het gevangeniswezen goed met elkaar samenwerken. ‘We kunnen de samenwerking nu opnieuw vormgeven. Dat is de transformatie’, zegt VNG-directeur Jantine Kriens. Op uitnodiging van en samen met Hans Schirmbeck, directeur van de VGN, bracht ze een bezoek aan de Penitentiaire Inrichting Zuyderbos in Heerhogowaard. In de komende editie (augustus) van tijdschrift Markant een reportage over dit bezoek.
i
Inhoudsopgave
4 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Aan de keukentafel met
Keukentafelgesprek over integraal werken in het sociaal domein
Naam: Theo Maas Functie: Wethouder gemeente Someren
i
Inhoudsopgave
5 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Kettingvraag
Kettingvraag over opleiden medewerkers medewerker wijkzorg ontwikkeld, op basis van het beroepscompetentieprofiel van de VGN. Hierin staat beschreven wat een medewerker nieuwe stijl moet kunnen om een cliënt te ondersteunen bij wonen, werken en dagbesteding in de wijk. De belangrijkste functie van het competentieprofiel is dat we aan het onderwijs kunnen laten zien welke competenties nodig zijn. Het onderwijs kan haar opleidingen hieraan spiegelen en op basis daarvan nieuwe opleidingen ontwikkelen.
Kettingvraag van zorgorganisatie Prisma (uit De Transformatie 2, april 2015) De transformatie vraagt om een omslag in denken en doen. Hoe helpt u uw medewerkers om deze omslag in hun ondersteuning te maken?
Robert van Berkel, manager Amarant Academie: ‘De Amarant Academie heeft speciaal voor medewerkers twee leergangen ontwikkeld, die gericht zijn op het sociaal domein: de leergang Wijkzorg en de leergang Werk en dagbesteding in de wijk. In beide leergangen leren onze zorgprofessionals hun nieuwe rol in te vullen. Deze nieuwe rol houdt in dat ze veel meer coachend en verbindend te werk gaan volgens de uitgangspunten van ‘participatie, klantgericht samenwerken en inzet van het sociale netwerk’. De professional vervult de rol van coach en regisseur. Het is de uitdaging voor de professional om zijn cliënt zo zelfstandig mogelijk te maken en te laten deelnemen aan de maatschappij. En om te zorgen dat de cliënt en het netwerk dit samen gaan doen. Onze medewerkers leren dan ook intensief samen te werken met het netwerk en dit nog verder uit te breiden, het liefst in de wijk. Iedere zorgprofessional die met het nieuwe sociaal domein te maken heeft, krijgt de kans om een leergang te volgen. De leergangen zijn modulair opgebouwd en bestaan uit vijf lesdagen op de Amarant Academie, vijf praktijkdagen en vijf
zelfstudiedagen. Aan het einde van de leergang heeft de deelnemende zorgprofessional een praktijkopdracht uitgevoerd samen met een collega en het formele en informele netwerk van de cliënt. Medewerkers en cliënten zijn erg tevreden over de leergangen. Ze worden uitgedaagd om samen nieuwe oplossingen te bedenken om de cliënt zo volwaardig mogelijk te laten meedoen aan de samenleving. En dat werpt zijn vruchten af. Steeds vaker krijgt een cliënt een waardevolle en zichtbare rol in de wijk: koffie schenken in het buurthuis, het park onderhouden of kopieerwerk op een basisschool. De nieuwe manier van werken vraagt om andere competenties van medewerkers, zoals durf, innovatie, creativiteit, aanpassingsvermogen, klantgerichtheid en netwerken. Binnen de Amarant Academie hebben Margot Quaden en Sigrid Kemp daarom een competentieprofiel
Verder zijn we betrokken bij de proeftuin IXELF die binnenkort in de gemeente Tilburg start. In deze proeftuin onderzoeken we met elkaar hoe de professional met minder hulpverlening de eigen kracht van de cliënt kan versterken. Het idee achter deze focus op de eigen kracht is dat dit een positieve bijdrage levert aan de geluksbeleving van de cliënt. We noemen dit de IXELF-factor ‘geluk’. Medewerkers gaan in de proeftuin met vier verschillende perspectieven van geluk aan de slag, waarbij ze worden bijgestaan door een onderzoeker. We gebruiken de opbrengsten van deze proeftuin om een IXELF-opleiding te realiseren, die in het aanbod van de Amarant Academie kan worden opgenomen.’
Kettingvraag van Amarant aan een gemeente Gemeenten werken veelal met wijkteams om ondersteuning te organiseren en/of door te zetten naar specialistische hulpverlening. Hoe heeft de gemeente de doorverwijzing van burgers met een verstandelijke beperking naar gespecialiseerde zorg precies georganiseerd?
i
Inhoudsopgave
6 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Portret
Dit is Esmee De moeder van Esmee merkte al vroeg dat haar dochter niet snel leerde. Ze liet Esmee onderzoeken en Esmee bleek een achterstand te hebben, ook in haar spraak- en taalontwikkeling.
Esmee zit nu twee jaar in de schoolvoorbereidende groep. Hier bereidt een vakkundig team kinderen met een achterstand voor op school. Esmee krijgt hier intensieve logopedie en veel individuele aandacht.
Voornaam: Esmee Beperking: Ontwikkelingsachterstand, sociaal-emotionele beperking Zorg en onder- Esmee gaat vijf dagen per steuning: week naar een school- voorbereidende groep
Esmee maakte de afgelopen twee jaar een flinke ontwikkeling door. Ze praat nu heel erg goed en ze heeft veel meer zelfvertrouwen. Het gaat zo goed dat Esmee binnenkort proefstage gaat lopen op een gewone basisschool.
i
Inhoudsopgave
7 DE TRANSFORMATIE juni 2015
aan Hoede doen keukentafel ze het in
Vught
Zo doen we het in Vught
Inkoopafspraken zeer specialistische ondersteuning voor mensen met een zintuiglijke beperking Eén van de nieuwe doelgroepen waar gemeenten sinds begin dit jaar mee te maken hebben, zijn mensen met een zintuiglijke beperking en daarnaast andere beperkingen. Naast dat ze blind, doof, slechtziend en slechthorend zijn of een spraaktaalstoornis hebben, hebben ze bijvoorbeeld ook een verstandelijke of psychische beperking. De ondersteuning aan deze mensen is zo specialistisch dat er slechts een beperkt aantal organisaties is dat gespecialiseerde hulp biedt. Om te voorkomen dat deze zorgaanbieders met 393 gemeenten afspraken moeten maken, heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) landelijke inkoopafspraken gemaakt. Dat betekent dat gemeenten deze gespecialiseerde hulp inkopen onder dezelfde landelijk afgesproken voorwaarden. In Vught wonen relatief veel mensen met een visuele beperking en bijkomende problematiek, omdat de Robert Coppes Stichting er van oudsher zit. Wat betekent dit uw Wmo-beleid? Het grote voordeel van Vught is dat we een relatief grote groep inwoners hebben met visuele beperkingen. Onze openbare ruimte bijvoorbeeld is daar echt op ingericht. Blinde of slechtziende mensen horen bij het Vughtse straatbeeld. Bij het zwembad, in het winkelcentrum. Overal kom je ze tegen. Zo hebben we goede geleide lijnen in de stoepen en oversteekplekken en bij spoorwegovergangen is de signalering niet alleen zichtbaar, maar ook extra goed hoorbaar. Hoe weet u waar u op moet letten? In Vught hebben we een werkgroep ‘Toegankelijkheid’. Als wij
De Robert Coppes Stichting biedt specialistische zorg en ondersteuning aan mensen een visuele beperking. Waarom is uw dienstverlening specialistisch? Onze cliënten hebben naast hun visuele beperking allemaal één of meerdere bijkomende beperkingen. Denk bijvoorbeeld aan een licht verstandelijke beperking, een psychische beperking, een autisme spectrum stoornis of een psychiatrische stoornis. Het probleem is dat hun compensatiemogelijkheden meestal strijdig zijn met elkaar en dat de problematiek elkaar versterkt. Iemand met autisme bijvoorbeeld probeer je te ondersteunen door alles te visualiseren. Maar als je dan ook nog blind bent, werkt dit niet. Dit leidt tot een nieuwe en nog grotere beperking met nog minder mogelijkheden.
Saskia Heijboer Wethouder gemeente Vught
Monique Beukers Bestuurder bij Robert Coppes Stichting
i
Inhoudsopgave
8 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Hoe doen ze het in
Zo doen we dat in Vught met Saskia Heijboer
Zo doen we dat in Vught met Monique Beukers
bijvoorbeeld een nieuwe weg aanleggen of een nieuwe openbare ruimte inrichten, betrekken we deze werkgroep altijd. De werkgroep bestaat onder andere uit ervaringsdeskundigen, maar ook uit mensen van de Robert Coppes Stichting. Obstakels, of het nu binnen of buiten is, nemen we zoveel mogelijk weg en ook over de bewegwijzering denken we goed na.
Heeft u het idee dat gemeenten uw doelgroep kennen? Totaal niet, een paar uitzonderingen daar gelaten, zoals de gemeente Vught. Gemeenten kijken vaak niet verder dan alleen de visuele beperking. Die zie je, die zit aan de buitenkant. Ze zien dat iemand blind is en regelen huishoudelijke hulp. Maar als ze hadden herkend dat diegene ook een angststoornis heeft, dan was een hoop ellende bespaard gebleven. Als de hulp schoonmaakt bij iemand die blind is en een angststoornis heeft en spullen niet op exact dezelfde plek terugzet, dan kan diegene al snel een paniekaanval krijgen.
Wat is kenmerkend voor uw Wmo-aanbod? Ons Wmo-aanbod is vergelijkbaar met de omliggende - zogeheten Meierijgemeenten dus ik vind het lastig om iets kenmerkends voor Vught te noemen. Wat ik graag wil noemen, is het online loket ‘SpecialSport’ dat de Meierijgemeenten pasgeleden hebben geopend. Met dit loket willen we sport en bewegen voor mensen met een beperking beter mogelijk en beter zichtbaar maken. Sporters met een beperking vinden er een overzicht van sporten en sportaanbieders met passend aanbod in de regio. Voor sportaanbieders bieden wij hulp om een passend sportaanbod te realiseren. Indien iemand een sportvraag stelt en er is geen ‘apart’ aanbod, dan gaan we kijken of diegene in een reguliere groep kan aansluiten en wat daarvoor nodig is. U werkt met een sociaal team, waarin alle disciplines uit het maatschappelijk veld betrokken zijn. Hoe zorgt u ervoor dat dit team voldoende kennis heeft van visuele en bijkomende beperkingen? Onze medewerkers kennen allemaal het handboek ‘Specialistische begeleiding voor mensen met een visuele beperking en bijkomende problematiek’ van de Robert Coppes Stichting, Visio en Bartiméus. Maar goed, dat blijft papieren informatie. Daarom hebben wij alle organisaties in het maatschappelijk veld in Vught gevraagd om ‘iets’ voor onze medewerkers van het sociaal team te organiseren. Zo zijn ze een ochtend bij de Robert Coppes Stichting geweest, waar ze hebben ervaren hoe het is om een visuele beperking te hebben. Hoe verloopt de toegang met cliënten met een visuele beperking? In de basis verloopt het gesprek niet anders dan bij mensen met andere beperkingen, behalve dat er een tolk bij aanwezig is. Door de introductie die Robert Coppes voor onze medewerkers heeft verzorgd, zijn onze medewerkers zich wel meer bewust van de impact van een visuele beperking. Zij hebben bijvoorbeeld geleerd iets meer over zichzelf te vertellen, zodat de blinde of slechtziende persoon zich een beter beeld kan
Maar hoe weet je als gemeente dat er sprake is van bijkomende beperkingen? Waar het eigenlijk op neerkomt, is dat je de visuele beperking als het ware van de cliënt af moet halen, maar dat is natuurlijk heel lastig. Om het simpeler te maken, zeggen we daarom tegen gemeenten: als je merkt dat de communicatie niet goed loopt, als je een verschil van mening hebt over wat er is afgesproken, als de ondersteuning die je biedt steeds niet de oplossing is; bel ons dan. Ook bij twijfel, laat ons meekijken. U noemt Vught als uitzondering. Wat is kenmerkend voor deze gemeente? Vught is een ‘blindendorp’. Wij hebben hier de ideale omstandigheid dat de wethouder onze doelgroep goed kent en zich er echt in verdiept heeft. Ze vond ook dat alle medewerkers die keukentafelgesprekken voeren deze kennis moesten hebben. Al die medewerkers zijn vervolgens een ochtend bij ons geweest. In de communicatie van de gemeente naar burgers merk ik ook dat de gemeente aan onze doelgroep denkt. Laatst communiceerde de gemeente bijvoorbeeld iets over armoedebestrijding in het plaatselijke krantje. De wethouder vroeg toen aan mij hoe de gemeente onze doelgroep het beste kan bereiken, omdat deze mensen vaak de krantjes helemaal niet kunnen lezen. De informatie is toen doorgespeeld naar onze ambulant begeleiders, zodat zij cliënten konden informeren. Daarnaast kan de gemeente belangrijke informatie in aangepaste leesvorm bij ons laten vervaardigen (braille of daisy) Op welke manier is uw organisatie betrokken bij de eerste lijn in Vught? Wij komen in actie als een wijkteam bij ons aanklopt, omdat er meer deskundigheid nodig is om iemand te kunnen helpen. We kijken dan of iemand het beste door ons kan worden ondersteund, of dat er elders geschikter aanbod is.
i
Inhoudsopgave
9 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Hoe doen ze het in
Zo doen we dat in Vught met Saskia Heijboer
Zo doen we dat in Vught met Monique Beukers
vormen van zijn gesprekspartner. Dat lijken kleine dingen, maar het helpt wel in het elkaar beter begrijpen.
Voor uw organisatie gelden landelijke inkoopafspraken met de VNG. Waarover gaan die afspraken? Het gaat om afspraken tussen gemeenten en instellingen. Het gaat dan niet alleen om rechten en plichten, maar ook om afspraken over bijvoorbeeld de levering van de ondersteuning, kwaliteit en innovatie. Naast de Robert Coppes Stichting zijn er nog twee andere aanbieders die gespecialiseerde zorg en ondersteuning bieden aan mensen met een visuele beperking en bijkomende problematiek. Voor alle drie gelden dezelfde afspraken.
Wat is uw ervaring met de landelijke afspraken van de VNG met aanbieders van specialistische begeleiding aan mensen met een visuele beperking? Hoewel wij heel goed begrijpen dat er landelijke afspraken gemaakt zijn, zit er voor ons als gemeente wel een lastig aspect aan. De landelijke afspraken zijn namelijk anders dan de afspraken die wij met aanbieders hebben gemaakt. Wij hebben in onze regio namelijk lumpsumafspraken gemaakt. Dat betekent dat organisaties niet meer op cliëntniveau factureren. In de landelijke afspraken daarentegen gebeurt dat wel op die manier. Dat moeten we dus lokaal extra organiseren. Er zijn opstartproblemen rondom de facturatie. Zowel aan de kant van de gemeente als aan de kant van de aanbieders. Maar daar hebben cliënten gelukkig geen last van. De ondersteuning gaat gewoon door. In onze regio is een groot aanbod aan ondersteuning. Historisch is dat zo gegroeid, vanwege het relatief grote aantal inwoners met zintuigelijke beperkingen. Wel hebben wij, aanvullend aan de landelijke overeenkomsten, regionaal nog afspraken gemaakt over dagbesteding voor blinde mensen. Dat was onvoldoende geborgd in de landelijke afspraken. Omdat de partijen al zo bekend zijn met Vught wisten we elkaar daarin goed te vinden en was het snel geregeld. Wat is er volgens u nodig om de decentralisaties tot een succes te maken? Gemeenten en organisaties in het maatschappelijk veld moeten nog meer naar buiten treden, de wijk in. Door ons daar meer te laten zien, weten inwoners ons sneller te vinden en kunnen we eerder en beter preventief te werk gaan. Daarnaast vind ik dat gemeenten de instelling moeten hebben om snel en adequaat te handelen en lef te hebben als de situatie daar om vraagt. Toen de Robert Coppes Stichting de kans kreeg om een dagbesteding te beginnen in een oude drukkerij in Vught, hebben wij als gemeente meteen positief gereageerd en daarnaar gehandeld. Gemeenten hebben allerlei regels en procedures, maar soms moet je daar op verantwoorde wijze vooral praktisch mee omgaan in het belang voor de cliënt. Wij vonden dat die dagbesteding er moest komen en die is er nu dus ook!
Wat zijn uw ervaringen met de afspraken? Het is heel goed dat er een landelijk inkoopkader is. Het proces dat we daarvoor met de VNG hebben doorlopen, is goed verlopen. Alle gemeenten waar wij cliënten hebben, hebben de ‘raamovereenkomst visueel’ ingeroepen en daarmee kon de zorg in 2015 worden gecontinueerd. Wat moeizamer gaat, is het declaratieproces en de communicatie daarover met gemeenten. Iedere gemeente regelt de declaratie weer anders en dat vraagt enorm veel energie van onze relatief kleine organisatie. Maar daar wordt momenteel hard aan gewerkt. Hoe kijkt u terug op de eerste maanden na de decentralisatie? Het is opvallend dat wij nog geen enkele nieuwe cliënt doorverwezen hebben gekregen. Niet vanuit Vught, maar ook niet vanuit andere gemeenten. Dat heeft, geloof ik met de onbekendheid van de doelgroep te maken. Dit baart mij zorgen, want voor je het weet, escaleert de situatie en moet zwaardere zorg worden ingezet dan aanvankelijk nodig zou zijn. Ik zou dus graag zien dat gemeenten meteen aan de bel trekken als ze ook maar een licht vermoeden hebben dat ze iemand tegenover zich hebben die tot onze doelgroep behoort. Daarvoor is het nodig dat we nog meer aan gemeenten duidelijk maken wie onze cliënt is. Hoe gaat u dat aanpakken? Daar zijn we nu al heel intensief mee bezig, en dat moeten we de komende tijd dus blijven doen. We benaderen alle gemeenten persoonlijk en brengen ons handboek ‘Speciaal waar het moet ...’ onder de aandacht. Die persoonlijke benadering slaagt het beste bij gemeenten waar al een cliënt van ons woont. Dan kunnen we het gesprek vanuit die cliënt voeren. Daarnaast bieden wij aan al onze partners aan om een dagdeel met ons mee te lopen, net zoals de gemeente Vught bij ons gedaan heeft.
i
Inhoudsopgave
10 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Een dag bij
Een dag bij Fietsdiensten Philadelphia Koffie en ontbijtkoek om kwart voor negen. Deelnemers en begeleiders in verschillend gekleurde overalls druppelen de kantine van Fietsdiensten Philadelphia binnen. Een man of twintig, en een enkele dame, zitten aan tafel. De meesten raken onmiddellijk aan de praat, anderen drinken eerst rustig hun bakje koffie. Om negen uur slaat de bedrijfsleider met een theelepel op de gebutste lamp boven de tafel en verdeelt de taken van de ochtend. Samen beginnen ze alle fietsen, die over de bewaartermijn zijn, van het veld te halen. Zo begint de ochtend bij Fietsdiensten Philadelphia, onderdeel van Stichting Philadelphia Zorg. Het is een kleinschalig leerwerkproject in Amsterdam voor mensen met een beperking en een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Fietsdiensten verwerkt voor de gemeente Amsterdam zo’n 4.000 fietsen per maand. Deze fietsen zijn gestolen, onbeheerd achtergelaten of fout geparkeerd. Op het fietsdepot in het Westelijk Havengebied werken begeleiders en deelnemers samen om deze fietsen te registreren en zorgen ze voor diefstalpreventie. Ook helpen ze Amsterdammers hun fiets weer terug te vinden en bezorgen ze fietsen bij de eigenaren aan huis. Sommige deelnemers werken bij andere fietswerkplaatsen in Amsterdam. En als ze niet van fietsen houden, dan kunnen ze aan de slag in de kantine van de werkplaats of helpen bij het onderhoud van het terrein.
Herman Stukker is werkbegeleider zeer intensieve zorg bij Fietsdiensten. ‘Bij Fietsdiensten geloven wij in een nuchtere, bedrijfsmatige aanpak. Met een gezonde structuur en een positieve sfeer, waar veel gelachen wordt, hebben wij veel mogelijkheden voor deelnemers om (weer) deel te nemen aan het arbeidsproces. We willen dat ze het beste uit zichzelf halen.’ Ze leren vaardigheden op fietstechnisch gebied, maar ook hoe ze met klanten om moeten gaan. Deze worden te
woord gestaan door medewerkers van de gemeente, maar het uiteindelijke van het veld halen, wordt door Fietsdiensten gedaan. Herman: ‘Omdat klanten niet altijd even opgewekt zijn – vaak om begrijpelijke redenen – kan dit om de nodige tact vragen. Het streven is om iedere klant vrolijk van het terrein te laten gaan, wat meestal lukt! Van iedere deelnemer wordt wel eerst gecheckt of hij dit werk kan, maar dat geldt natuurlijk voor alle taken.’
i
Inhoudsopgave
11 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Unieke mix aan begeleiding Een team met een unieke mix van deskundigheid en ervaring verdeelt de activiteiten en begeleidt de deelnemers. Een aantal begeleiders komt uit Deelnemers Per dag kunnen zo’n twintig mensen aan de slag. Het bijzondere is dat de groep zeer divers is, deelnemers hebben vaak een meervoudige en complexe ondersteuningsvraag. Een groot deel heeft een licht verstandelijke beperking met bijkomende gedrags-, verslavings- of psychiatrische problemen. Soms zorgt hun gedrag voor overlast. Een deel van de jongeren wordt doorverwezen vanuit het speciaal onderwijs: ZMLK, ZMOK- en praktijkscholen. Ook werken er jongens die de opleiding tweewielertechniek volgen aan het ROC. Fietsdiensten werkt samen met Pantar, een groot werk- en leerbedrijf voor de regio Amsterdam, en met zorgaanbieders die mensen met een Wmo- of Wlz-indicatie plaatsen. Werken bij de Fietsdiensten is voor sommigen een leerwerkproject en voor anderen een werkproject voor langere tijd.
Een dag bij
het bedrijfsleven en weer anderen uit buurtwerk, verslavings- en gehandicaptenzorg of psychiatrie. Iedereen kent de logistiek van het bedrijf en kan alle werkzaamheden uitvoeren. Er zijn twee medewerkers met een diploma erkend leermeester. De gekleurde overalls staan symbool voor verschillende rollen. Begeleiders dragen rode overalls en deelnemers blauwe. Grijs wordt gedragen door medewerkers die zelfstandig kunnen functioneren.
Wij geloven dat iedereen kan leren werken
In de begeleiding is gekozen voor een integrale benadering waarin alle leefgebieden van een deelnemer betrokken worden. Begeleiding is niet alleen gericht op het arbeidsmatige aspect, maar ook op wonen en het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk. De meeste deelnemers wonen zelfstandig. Als het thuis niet goed gaat, dan wordt of Philadelphia of de gemeente ingeschakeld. En zo gebeurt dit op allerlei gebieden, zo komt het ook voor dat mensen doorverwezen worden naar de schuldhulpverlening. Herman: ‘Samenwerking en sfeer is erg belangrijk. Het is een uitdaging om het leuk te houden. Dit vergt een actieve inzet. Voor iedere deelnemer geldt ondersteuning op maat. Als iemand een mindere dag heeft, is er ruimte voor een gesprek en kunnen we het werk aanpassen.’ Samenwerking Fietsdiensten Philadelphia werkt samen met veel instanties in de gemeente Amsterdam, zoals welzijnswerk, UWV, Pantar, zorgaanbieders, justitie en reclassering. In de komende jaren kan Fietsdiensten nog meer voor de gemeente Amsterdam betekenen. Met name als het gaat om de ervaring die met de groep overlastgevers
en veelplegers is opgebouwd. Op dit moment worden mogelijkheden voor uitbreiding besproken, zodat nog meer deelnemers kunnen instromen.
i
Inhoudsopgave
12 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Een dag bij
dag komen er rond de 200 nieuwe fietsen binnen. Het totaal aantal fietsen bedraagt rond de 15.000 en ieder exemplaar moet terug te vinden zijn als de eigenaar zich meldt. 12.30 uur De lunch wordt gezamenlijk genuttigd in de kantine. De tafel wordt opvallend huiselijk gedekt voor een mannenhuishouden met brood, allerlei beleg, groente, melk en sapjes. Het moet gezond zijn, maar zo af en toe wordt er een kroketje of gebakken visje gehaald. De sfeer is jolig. De pindakaas maakt wel eens drie rondjes voor hij bij degene terechtkomt die erom vraagt. En als de doorgaans stille Arnold weer even niets zegt, dan wordt er geklaagd dat ‘ie zo’n herrie maakt vandaag. Nooit gaat dit echter werkelijk ten koste van iemand. Met humor wordt de sfeer ontspannen gehouden. De werkomgeving moet veilig zijn.
Een dag bij Fietsdiensten Philadelphia
8.00 uur Iedereen druppelt langzaam binnen voor een lekker bakje koffie. Sommigen nuttigen nog een ontbijtkoek als ontbijt. De één staat ’s morgens vroeg al ongeduldig voor de poort, terwijl de ander meer moeite heeft met wakker worden. Na de koffie worden de fietsen die over de bewaartermijn zijn, van het veld gehaald. Dit doen begeleiders en deelnemers het liefst met z’n allen. Ze lopen af en aan met opoefietsen, sportfietsen, racefietsen en bakfietsen. Kapot of splinternieuw, heel of half en met of zonder wielen. Piepende, krakende, zingende of kreunende fietsgeluiden vermengen zich met gebabbel. De vliegtuigen van Schiphol komen over en het A5-verkeer ruist voorbij. Vaak klinkt
er een lied. Dat is dan meestal Simon met zijn liefde voor chansons. 10.00 uur Iedereen gaat aan zijn afzonderlijke taak: inschrijven van fietsen, fietsen graveren, het bedienen van de slijptol om fietsen open te maken, het bezorgen van fietsen of het werken in de fietswerkplaatsen. Veel wordt in tweeof drietallen gedaan. De verse fietsen die zijn binnengebracht, worden ingeschreven. Bij het inschrijven leest de één per fiets de kenmerken op, tot in detail. De ander noteert op de computer en wijst de plek toe in het veld. Dit vraagt de nodige aandacht, want iedere
13.30 uur Een andere klus is het op het veld zetten van de ingeschreven fietsen. De één rijdt op een elektrische trekker. De ander loopt mee en helpt met op- en afladen. In alle weertypen. Zo glibberen ze rond in de stromende regen en moet er van tijd tot tijd een trekker uit de blubber getrokken worden en zo staan ze onder de stralend blauwe hemel het zweet van hun voorhoofd te vegen. In de winter let ‘Rood’ (begeleiders) erop dat ‘Blauw’ (deelnemers) zich warm genoeg kleedt. In de zomer draagt ‘Rood’ er zorg voor dat er petjes gedragen worden en er genoeg gedronken wordt. 16.45 uur Rond vijven is de werkdag ten einde. In de kleedkamer gaan alle blauwe, grijze en rode overalls weer uit. De dag wordt nog wat nabesproken en hier en daar klinkt nog een geintje voor ze de deur en het hek achter zich dicht trekken.
i
Inhoudsopgave
13 DE TRANSFORMATIE juni 2015
Toolbox Colofon Uitgever De Transformatie is het e-zine van de Verenging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) dat eens in de twee maanden verschijnt. Het digitale magazine gaat over de gehandicaptenzorg in het sociaal domein en is gericht op medewerkers van gehandicaptenzorgorganisaties en medewerkers van gemeenten. Doel is om inzicht te krijgen elkaars wereld. Redactie Aart Bertijn, Erie Merkus, Monique van der Meulen, Maartje van der Rijt, Dianne van der Veen en Inge Wichink Kruit. Fotografie Voorkant: Fietsdiensten Philadelphia Pagina 3: Martine Sprangers (beide foto's) Pagina 6: Adriaan Backer Pagina 10-12: Fietsdiensten Philadelphia Vormgeving Mariël Lam bno, ‘s-Hertogenbosch
aan de keukentafel Toolbox
Speciale editie 'De Transformatie' over NAH In een speciale editie van ‘De Transformatie’ wordt toegelicht wat de zichtbare en onzichtbare gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) zijn, wat gemeenten kunnen doen om mensen met hersenletsel in beeld te houden en hoe specialistische hulp er uit ziet. Handreiking ‘Zorgen over het keukentafelgesprek’ In deze handreiking staan elf zorgpunten genoemd waarover mensen zich ongerust kunnen maken met betrekking tot het keukentafelgesprek. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft per punt verheldering over de betreffende kwestie. Belangenbehartigers en Wmo-raden kunnen met deze handreiking in hun eigen gemeente de ‘misverstanden’ rond het gesprek aan de orde stellen. Website voor professioneel organiseren van wijkteams Op deze website staat hoe sociale wijkteams integrale ondersteuning kunnen bieden aan mensen in de wijk of in het dorp, hoe ze zelfredzaamheid kunnen bevorderen en zorg en ondersteuning op elkaar af kunnen stemmen. De website is bedoeld voor medewerkers en teamleiders van (sociale) wijkteams. Praktijkboek ‘Hoe doen ze ’t in?’ In dit praktijkboek delen gemeenten en regio’s hun ervaringen met het programma ‘Informatievoorziening sociaal domein’.
Aanmelden: www.vgn.nl/detransformatie/aanmelden Afmelden: www.vgn.nl/detransformatie/afmelden
i
Inhoudsopgave