Nota ten behoeve van de lezer
Hersenfeest 25 jaar ITON ! -
De sociale voorkant van ons brein
-
Lustrumcongres 23/11/2013 Aula VU Amsterdam
Prof. Dr. Evert THIERY Universiteit Gent
Deze powerpoint mag enkel gezien worden als een addendum bij de voordracht op het Lustrumcongres op 23/11/2013. Het voorgestelde neuropsychologische model (Prof. Dr. Evert Thiery & Ma. Sc. Chris Anthonis) wordt door de auteurs uitgewerkt in het Fabiola Centrum voor Gedragsneurologie en Neuropsychologie te Gent en aansluitend is publicatie ervan voorzien. De tekst richt zich tot de toehoorder die het een en ander nog wil nalezen en is dus enkel bedoeld voor persoonlijk gebruik.
Overzicht
Disclosure belangen auteur * Geen belangenverstrengeling * Geen voor de tekst mogelijk relevante relaties met bedrijven
I. Uitgangsstelling A. In het dagelijks leven zijn wij betrokken bij complexe sociale interacties met naasten, collega’s, vrienden en vreemden B. We hanteren daarbij diverse sociale vaardigheden C. We bundelen die onder de overkoepelende term sociale cognitie D. De sociale cognitie wordt opgebouwd in het sociale brein E. Een heel uitgebreid netwerk in het bijzonder aan de voorkant van het brein staat hiervoor in
I. II. III. IV.
Uitgangsstelling De sociale cognitie Het sociale brein Opbouw van de sociale cognitie in het sociale brein V. Ontwikkeling van de sociale voorkant VI. Stoornissen van de sociale voorkant VII. Conclusies
II. De sociale cognitie A. De capaciteit te denken over en je in te leven in de ideeë ideeën, gevoelens, intenties, attitudes en ververwachtingen van anderen. Het laat je toe te participeren aan wat voor mensen het belangrijkste is: familie, vriendschap, liefde, samenwerking, spel en gemeenschap (Carla Sharp)
II. De sociale cognitie B. De gave te doorvoelen waarom mensen handelen als ze het doen, individuele verschillen te begrijpen en hiervoor begrip op te brengen om aldus samen met hen op stap te gaan en een gemeenschap op te bouwen (Judy (Judy Dunn) Dunn)
III. Het sociale brein A. De structuren en netwerken die onontbeerlijk zijn voor de opbouw van de sociale cognitie B. Drie grote hersendelen: 1. onderkant van het brein 2. achterkant van het brein 3. voorkant van het brein C. Drie grote sociaal cognitieve functies: 1. voorbereiden tot sociale interactie 2. waarnemen van het sociale gebeuren 3. vaardig sociaal handelen
IV. Opbouw van de sociale cognitie in het sociale brein A. Onderkant/voorbereiden B. Achterkant/waarnemen C. Voorkant/handelen
II. De sociale cognitie C. Bij stoornis van de sociale cognitie verlies je het gevoel voor “hoe het hoort” hoort”. In het sociaal verkeer leidt dit tot de ene misstap na de andere (Evert Thiery) D. Ook raak je geï geïsoleerd van je medemens en gaandeweg uitgesloten uit de maatschappij Joke Spikman) Spikman)
III. Het sociale brein D. Hersendelen en sociale functies
IV.A. Onderkant SB/voorbereiden SC 1. Gedeelde aandacht (shared (shared a., joint a.) a. Samen de aandacht richten op objecten en gebeurtenissen b. Bron van samenzijn en samenhorigheid (closeness) closeness) 2. Emotioneel geheugen a. Prioriteit aan sociaal relevante informatie b. Maatschappelijke sensitiviteit
IV.A. Onderkant SB/voorbereiden SC 1. Gedeelde aandacht (shared (shared a., joint a.): samenzijn a. hersenstam areas b. cerebellum 2. Emotioneel geheugen: sensiviteit a. subcorticale limbische areas b. amygdala
IV.A. Onderkant SB/voorbereiden SC
IV.A. Onderkant SB/voorbereiden SC
1. Hersenstam area
2. Subcorticaal limbische area
IV.B. Achterkant SB/waarnemen SC 3. Sociale herkenning a. Aangezichtsperceptie en oogcontact b. Een zoektocht naar je medemens 4. Sociale pragmatiek a. Gebruik van taal en prosodie op gespreksniveau b. Het achterhalen van ideeë ideeën en gevoelens 5. Motorische simulatie a. Spiegelneuronen: gedrag waarnemen en nabootsen b. Anticipatie en attunement
IV.B. Achterkant SB/waarnemen SC 3. Sociale herkenning: zoektocht a. Temporaal b. OccipitoOccipito-temporaal en ventromediaalventromediaal-temporaal 4. Sociale pragmatiek: achterhalen a. Parië Pariëtaal b. TemporoTemporo-parië pariëtaal 5. Motorische simulatie: attunement a. Spiegelneuronen areas b. FrontoFronto-parië pariëtaal
IV.B. Achterkant SB/waarnemen SC 3. Ventromediaal-temporaal
IV.B. Achterkant SB/waarnemen SC 5. Fronto-pariëtale area (area van spiegelneuronen)
IV.B. Achterkant SB/waarnemen SC 4. Temporo-pariëtale area
IV.C. Voorkant SB/Handelen SC 6. Sociale interactie a. Komen tot vlotte sociale informatieverwerking b. Opbouw van een sociale attitude en participatie 7. Theory of Mind (ToM) ToM) a. Het begrijpen van andermans ideeë ideeën en gevoelens (mentalising, mentalising, mind reading) b. Groeiende interesse voor elkaar 8. Emotionele empathie a. Het emotioneel inleven, inleven, het delen van emoties b. Betrokken zijn en op elkaar inspelen
IV.C. Voorkant SB/Handelen SC 6. Sociale interactie: sociale attitude a. Dorsolateraal prefrontaal b. Gyrus cinguli 7. Theory of Mind (ToM): ToM): begrijpen a. Mediaal prefrontaal b. FrontoFronto-temporale areas 8. Emotionele empathie: empathie: inleven a. Orbitomediaal prefrontaal Orbito b. Insula
IV.C. Voorkant SB/Handelen SC 7. Mediaal prefrontale area
IV.C. Voorkant SB/Handelen SC 6. Dorsolateraal prefrontale area
IV.C. Voorkant SB/Handelen SC 8. Orbito-mediale prefrontale area
IV. Opbouw van de sociale cognitie in het sociale brein A. Voorbereiden/onderkant 1. Gedeelde aandacht (samenzijn) 2. Emotioneel geheugen (sensitiviteit) B. Waarnemen/achterkant 3. Sociale herkenning (zoektocht) 4. Sociale pragmatiek (achterhalen) 5. Motorische simulatie (attunement) C. Handelen/voorkant Handelen/voorkant 6. Sociale interactie (sociale attitude) 7. Theory of Mind (begrijpen) 8. Emotionele empathie (inleven)
IV. Opbouw van de sociale cognitie in het sociale brein
V. Ontwikkeling van de sociale voorkant
Acht deelvaardigheden in uitgebreid hersennetwerk A. Normatieve ontwikkeling van de sociale cognitie evolueert van baby tot volwassene B. Het sociale handelen in sociale voorkant van het brein start al van bij de baby (Sharp et al.)
V. Ontwikkeling van de sociale voorkant C. Sociaal cognitieve ontplooiing (Sharp et al)
V. Ontwikkeling van de sociale voorkant D. Neuropsychologische testbatterij E. Theory of Mind (ToM) ToM) testen (Baron (Baron--Cohen et al.)
* Reading the mind in the eyes * False belief test (foute visie) * Faux pas test (misplaatste uitspraak)
VI. Stoornissen van de sociale voorkant A. Aangeboren en verworven stoornissen 1. Ontwikkelingsstoornissen 2. Niet-aangeboren hersenstoornissen 3. Psychiatrische stoornissen 4. Neurodegeneratieve stoornissen B. Autisme 1. brede waaier van vroege stoornissen in sociale cognitie
VI. Stoornissen van de sociale voorkant 2. Alternatieve verklaringen a. bottom-up: brede waaier neurocognitieve stoornissen in onderkant/achterkant/voorkant b. top-down: specifieke stoornis in aansturing vanuit de sociale voorkant van het brein: - Theory of Mind (Frith et al.) - Sociale empathie (Baron-Cohen et al.) - Sociale motivatie (Dawson en al.) :gestoorde dopaminerge reward orbitofrontaal (Risperidone, Aripiprazole)
VI. Stoornissen van de sociale voorkant D. Theory of mind (ToM) ToM) in neurodegeneratieve ziektes 1. FrontoFronto-temporale dementie * vroege en aanzienlijke stoornissen van de mentalisatie 2. Dementie van het Alzheimer type * mind reading pas laat gestoord, in het stadium van globaal cognitief verval 3. Ziekte van Parkinson * Stoornissen bij complexer mentalisatie (2de orde ToM) ToM) en bij het zich instellen van dementie (door prefrontale uitbreiding)
VI. Stoornissen van de sociale voorkant C. Neurodegeneratieve ziektes * FrontoFronto-temporale dementie * Dementie van het Alzheimer type * Ziekte van Parkinson
VI. Stoornissen van de sociale voorkant E. Emotionele empathie in neurodegeneratieve ziektes 1. FrontoFronto-temporale dementie *Een pathologisch egocentrisme is een vroeg symptoom 2. Dementie van het Alzheimer type *Een zich niet kunnen inleven in gevoelens (angst of weerzin) van de andere is een relatief laat symptoom 3. Ziekte van Parkinson *Een emotionele verstarring is wisselend vroeg of laat aanwezig en vaak pas een voorteken van dementering
VII. Conclusies A. De sociale voorkant van ons brein laat ons toe ons in een complexe maatschappij weerbaar en vaardig op te stellen. B. De sociale voorkant van ons brein ontplooit zich al heel vroeg in het leven. leven. C. Inzicht in de werking van de sociale voorkant van het brein draagt ertoe bij tal van stoornissen beter te begrijpen en adequater te behandelen. D. Het ultieme existentië existentiële doel van de sociale voorkant van het brein: samen sterk zijn en fijn samen zijn. zijn. ____________________