CENTRE FOR EUROPEAN CONSTITUTIONAL LAW
THEMISTOKLES AND DIMITRIS TSATSOS FOUNDATION
Victims Protection eu
Protecting Victims’ Rights in the EU:
The theory and practice of diversity of treatment during the criminal trial
De ”slachtoffers"-richtlijn De bescherming van slachtoffers voorafgaand, tijdens en na strafproces staat bovenaan de agenda van de Europese Commissie. Het kaderbesluit van de Raad inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure van 2001 stelde minimumnormen voor de rechten en noden van slachtoffers in het strafproces binnen de EU. In rapporten over de uitvoering van het Kaderbesluit uit 2001 (uit 2004 en 2009 ) werd geconcludeerd dat de EU-wetgeving niet doeltreffend was geweest om een adequate bescherming van slachtoffers in de hele EU te garanderen. De Richtlijn 2012/29/EU van 25 oktober 2012, tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten en de
bescherming van slachtoffers van misdrijven en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (Slachtoffer-richtlijn) gaat een stap verder bij, niet alleen doordat het besluit tot een werkelijk verbindende richtlijn wordt, maar ook door verder voort te bouwen op de resultaten van het kaderbesluit in de vorm van de introductie van nieuwe rechten. De richtlijn, vastgesteld in november 2012, vervangt het kaderbesluit en regelt het nieuwe kader voor de erkenning, respectvolle behandeling, bescherming en ondersteuning van slachtoffers en hun toegang tot de rechter. De termijn voor de omzetting van de richtlijn verloopt in 16 november 2015.
De Slachtoffer-richtlijn erkent de noodzaak voor individuele bescherming van slachtoffers en vergt de volgende categorieën van maatregelen: a) maatregelen met betrekking tot respectvolle behandeling en erkenning van slachtoffers waaronder de geïndividualiseerde erkenning van een individu als slachtoffer en zijn/haar respectvolle behandeling binnen het nationale rechtssysteem en in de maatschappij ; b) beschermingsmaatregelen tegen intimidatie, vergelding en verdere schade door de verdachte of verdachten in de richting van het slachtoffer alsmede ter voorkoming van verdere slachtofferschade gedurende het strafrechtelijke onderzoek en strafrechtelijke procedures; c) ondersteunende maatregelen gericht op directe hulp na een misdrijf en fysieke en psychologische steun op langere termijn en praktische hulp tijdens de strafrechtelijke procedure om de slachtoffers te helpen het proces te doen begrijpen en ze in staat te stellen er aan deel te nemen om zo hun leed te verminderen; d) maatregelen om de toegang van slachtoffers tot het strafproces in brede zin te waarborgen, en e) maatregelen tot compensatie en herstel van de ondervonden schade in de vorm van financiële schadevergoedingbetaald hetzij door de staat hetzij door de dader . With financial support from the Criminal Justice Programme of the European Union
Het project Het project "Bescherming van de rechten van slachtoffers in de EU: de theorie en praktijk van de diversiteit van de behandeling tijdens het strafproces" (JUST/2011/JPEN/AG/2919 ) is uitgevoerd door het Centre for European ConstitutionalLaw - Themistokles en DimitrisTsatsos Foundation (www.cecl.gr), in samenwerking met het Institutefor Advanced Legal Studies, School of Advanced Study, University of London (www.ials.sas.ac.uk).
Het project bestond uit een vergelijkend onderzoek naar de specifieke wijze waarop de juridische en institutionele kaders in de lidstaten zijn vormgegeven (de juridische en institutionele context) op het terrein van de onderwerpen die aan de orde zijn in de slachtoffer-richtlijn. Dit om ex-antemogelijke tekortkomingen in de uitvoering en de doeltreffendheid van de richtlijn op het spoor te komen. Meer in het bijzonder was het doel van het project gericht op:
a) een inventarisatie van wettelijke maatregelen, instituties en praktijken om op deze wijze de kennisbasis te verbreden voor de uitvoering van de richtlijn; b) een inventarisatie van de maatregelen ter ondersteuning van slachtoffers, de identificatie van kwetsbare slachtoffers en verbetering van de bescherming van slachtoffers tijdens de strafprocedure; c) proberen om voorafte bepalen hoe de richtlijn bepalingen tegemoet komen aan specifieke problemen in de lidstaten; d) proberen om potentiële tekortkomingen in de uitvoering en de doeltreffendheid van de richtlijn te identificeren.
Het project resulteerde in een vergelijkend rapport en concrete beleidsaanbevelingen voor de doeltreffende uitvoering van de slachtoffer-richtlijn, zowel vanuit het perspectief van de Europese Commissie als dat van de lidstaten.
De methodologie Het project werd uitgevoerd door een team van nationale correspondenten uit de 27 EU lidstaten en een coördinerend team bestaande uit vijf deskundigen. De studie omvatte twee verschillende niveaus van het verzamelen en analyseren van gegevens: a) het verzamelen en analyseren van gegevens op nationaal niveau (nationale rapporten) en b) vergelijkende analyse uitgevoerd op basis van de nationale verslagen. Nationale verslagen waren gebaseerd op een narratieve (desktop) analyse van het beleid,de wetgeving en secundaire bronnen en (beperkte),
kwalitatieve gegevens, verzameld door middel van een klein aantal interviews (3-4) met de politie, openbare aanklagers, praktijkbeoefenaars, NGO's en andere instanties die betrokken zijn bij slachtoffers. Het vergelijkende rapport is er op gericht de trends in wetgeving ter bescherming van slachtoffers in de EU-lidstaten met betrekking tot de bepalingen van de richtlijn te identificeren om zo vooraf de effectiviteit van de omzetting te kunnen bepalen en op basis daarvan concretebeleidsaanbevelingen te doen voor het verbeteren van de uitvoering en de doeltreffendheid van de richtlijn.
With financial support from the Criminal Justice Programme of the European Union
Belangrijkste bevindingen De belangrijkste bevindingen van de vergelijkende analyse waren de volgende:
Slachtoffers: een nieuwe actor in strafrechtelijke systemen
De richtlijn voert vergaande veranderingen door in de inrichting en functioneren van strafrechtelijke systemen. In verschillende Europese landenzijn strafrechtelijke systemen monocentrisch opgetrokken rondom de figuur van de verdachte met een focus op diens rechten. Deze systemen moeten nu 'polycentrisch' worden en plaats maken voor een andere actor met andere behoeften en in de meeste gevallen, een minder duidelijk afgebakende rol in het strafrecht. Het definiëren van een duidelijk de rol van het slachtoffer in alle fasen van de strafrechtelijke procedure vormt een belangrijke uitdaging voor de lidstaten ligt.
Maar, wie is slachtoffer?
Het antwoord op de fundamentele vraag ' wie is het slachtoffer?' is niet eenvoudig te geven. Er ontstaan complicaties vanwege het feit dat de term 'slachtoffer' in de richtlijn in algemene, generieke wordt gebruikt terwijl in veel nationale rechtsstelsels een specifieke betekenis heeft, een betekenis die onderling in de lidstaten ook van elkaar afwijkt. Een andere complicatie komt voort uit het feit dat in nationale wetgeving verschillende andere termen die verband houden met het begrip slachtoffer of het overlappen. Dat veroorzaakt problemen daar waar de relatie tussen deze verschillende termen niet altijd evident of duidelijk is. Een duidelijke definitie van diegene die wordt beschouwd als een slachtoffer in het nationale recht en diens relatie tot de andere actoren van het strafrechtelijk systeem is een van de belangrijkste voorwaarden voor de doeltreffendheid van de richtlijn.
Een nieuwe benadering in het aanbieden van bescherming: gepersonaliseerde aanpak en holistische diensten
De richtlijn introduceert een nieuwe benadering bij het aanbieden van diensten aan slachtoffers: de verplichting tot een individuele beoordeling van de behoefte van het slachtoffer voor betreft diens beschermingsbehoefte, geïndividualiseerde behandeling en de noodzaak van ‘holistische’ (i.e. alomvattende) beschermingsmaatregelen voor en tijdens de strafrechtelijke procedure. Deze twee pijlers komen vooralsnog niet voldoende tot uiting in de nationale wetgeving en daarmee gepaard gaande praktijken. Dit omdat de lidstaten danwelniet de benodigde beoordelingsprocedures hebben, danwel zich louter beperken tot specifieke kwetsbare groepen; en dat terwijl vaak ook nog verwarring bestaat over welke beschermende maatregelen bestemd zijn voor getuigen of andere actoren. Bij de huidige stand van zaken lijkt geen enkele van de bestaande geïndividualiseerde slachtofferbenaderingen direct en onvoorwaardelijk verbonden met de holistische bescherming en erkenning van de status van slachtoffer. Het verzekeren van die verbinding is een belangrijke uitdaging voor de daadwerkelijke uitvoering van slachtoffer-richtlijn.
Gemeenschappelijke standaarden voor steun en bescherming?
Slachtofferhulpdienstenlopen aanzienlijk uiteen in de lidstaten: ze variëren van ‘onbestaand’ tot rudimentair, tot zeer verfijnd. De methoden van aanbieding, de structuur en organisatie van de diensten verschillen ook sterk. Geharmoniseerde slachtofferhulpverlening is bij deze stand van zaken een utopie tegen de achtergrond van de onderling sterk verschillende vormen van slachtofferhulp, de aanbieders ervan en structurele financiering ervan. Het is desalniettemin belangrijk dat de lidstaten With financial support from the Criminal Justice Programme of the European Union
duidelijk aangeven hoe ze op de middellange en lange termijn denken invulling te gaan geven aan de minimumnormen die de richtlijn stelt aan het recht van slachtoffers optoegang tot ondersteunende slachtofferhulpverlening, een en ander met het oog op een uiteindelijk meer geharmoniseerde slachtofferhulpverlening in heel Europa.
De financiën zijn vaak struikelblok
De verschillende rechten die zijn verankerd in de richtlijn vereisen investeringen en hebben kostenimplicaties,hetzij in de vorm van noodzakelijke infrastructuur of in vorm middelen om diensten in te stellen, te onderhouden of te kopen. ‘The Devil is not in the detail, the Devil is the Finances’. Financiën zijn een struikelblok bij de uitvoering van de richtlijn. Het mag niet zo zijn dat de bescherming van slachtoffers op een zijspoor raakt vanwege beperkte financiële middelen of andere prioriteiten. In dit verband is een belangrijke voorwaarde voor de doeltreffendheid van de richtlijn dat de lidstaten fondsen oormerken voor de uitvoering van de richtlijn.
Slachtofferrechten moeten doordringen in de praktijk van de bevoegde autoriteiten
Verscheidene lidstaten hebben de slachtofferrechten uit de richtlijn nog in detail omgezet in hun nationale rechtssysteem. Echter, de daadwerkelijke en effectieve uitvoering van de richtlijn gaat verder dan de formele omzetting van de bepalingen van de richtlijn; ze vereist dat de slachtofferrechten ook doordringen in de dagelijkse praktijk van politie, openbaar ministerie en alle andere instanties die met slachtoffers te maken hebben. Dit is in de praktijk een van de belangrijkste uitdagingen voor de doeltreffende uitvoering van de richtlijn en dit vereist een consistente monitoring van de lokale situatie, waaronder de terugkoppeling van het geluid van de slachtoffers zelf.
Bewustzijn van de rechten waarborgen
De rechten van de slachtoffers zijn op dit moment vastgelegd in een veelheid van nationale instrumenten van verschillende normatieve aard en praktisch belang. Deze verspreiding en fragmentatie kan zowel het bewustzijn van de rechten van de slachtoffers en de daadwerkelijke handhaving ervan de bevoegde autoriteiten hinderen. Het is belangrijk dat de lidstaten ervoor te zorgen, met inachtneming van hun wetgevende cultuur en tradities, toch een samenhangend en toegankelijk wetgevingskader verzekeren alsookgaranties bieden voor voldoende kennis van relevante wetgeving voor alle betrokken partijen en in het bijzonderslachtoffers.
Een gemeenschappelijke cultuur tussen actoren en instellingen
Slachtofferbescherming en -ondersteuning betreft het werk een aantal instellingen, waaronder de politie, het Openbaar Ministerie, slachtofferhulpverlening, gezondheidszorg, etc. Deze actoren moetenhun handelen coördineren om zo in te spelen op de dubbele uitdaging die ontstaat bij het aanbieden van een adequaat niveau van slachtofferbescherming en slachtofferhulp enerzijds en het bereiken van kostenefficiëntie anderzijds. De effectieve uitvoering van de richtlijn gaat verder dan gemeenschappelijke opleiding en doorverwijzingsmechanismen: het vergt een gemeenschappelijke cultuurbij het aanbieden van bescherming en diensten bij alle betrokken actoren, publiek en privaat. With financial support from the Criminal Justice Programme of the European Union
Meer weten over de bescherming van slachtoffers in de EU De website van het project biedt uitgebreidinformatie over de bescherming van slachtoffers in de EU-27. Het materiaal omvat wetgeving, informatie over wetgeving en instellingen in de lidstaten, de nationale verslagen, het vergelijkend rapport en de uiteindelijke conclusies en aanbevelingen. De site is te bereiken op www.victimsprotection.eu
CENTRE FOR EUROPEAN CONSTITUTIONAL LAW
THEMISTOKLES AND DIMITRIS TSATSOS FOUNDATION
Neem contact met ons op Centre for European Constitutional Law 43 ,Akadimiasstr , 10672 Athene, Griekenland Tel: +30 210 3623089, 3623506, 3623634, 3623736, 3623029, 3623391 Fax: +30 210 3390522 e-mail:
[email protected]
Disclaimer: "Deze nieuwsbrief is tot stand gekomen met financiële steun van de CriminalJusticeProgramme van de Europese Unie . De inhoud ervan is uitsluitend de verantwoordelijkheid van het Centre for European ConstitutionalLaw - Themistocles&DimitrisTsatsos Foundation en het Institutefor Advanced Legal Studies van de Universiteit van Londen en kan op geen enkele wijze worden uitgelegd als zijnde het standpunt van de Europese Commissie."
With financial support from the Criminal Justice Programme of the European Union