Het beste halen uit ieder kind Twee eindniveaus voor basisonderwijs Referentieniveaus zichtbaar verwerkt
DE REFERENTIENIVEAUS
559072
en De wereld in getallen
De wereld in getallen en de referentieniveaus Sinds augustus 2010 is de ‘Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen’ van kracht. Voor het basisonderwijs zijn daarmee de referentieniveaus 1F en 1S verplicht. Wat betekenen de referentieniveaus precies en hoe zijn ze in De wereld in getallen verwerkt? U leest het in deze brochure.
Wat zijn referentieniveaus?
Over 1F en 1S
Om de prestaties van leerlingen op het gebied van
Voor rekenen in het basisonderwijs gelden twee
taal en rekenen te verhogen zijn door het ministerie
niveaus: 1S (streefniveau) en 1F (fundamenteel
van OCW referentieniveaus vastgesteld. Deze
niveau). Het ministerie heeft bepaald dat bij rekenen
geven aan wat kinderen in verschillende fasen van
75% van de kinderen niveau 1S moet behalen
hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen.
aan het eind van het basisonderwijs. Kinderen op
Daarnaast zorgen de referentieniveaus voor een
1S-niveau stromen uit naar vwo, havo en vmbo
betere aansluiting van het basisonderwijs op het
gemengde en theoretische leerweg.
vervolgonderwijs. Het geheel aan referentieniveaus wordt het referentiekader genoemd.
Als de leerkracht en andere betrokkenen vaststellen dat bepaalde kinderen niveau 1S niet aankunnen,
De eerdere kerndoelen hebben slechts een
dan volstaat niveau 1F. Deze kinderen krijgen
aanbodverplichting. De nieuwe referentieniveaus
minder leerstof en werken met eenvoudigere
hebben een opbrengstverplichting: de kinderen
doelen. Het ministerie stelt voor rekenen als eis
moeten de beschreven kennis en vaardigheden
dat 85% van de kinderen niveau 1F moet behalen.
dus echt beheersen. De referentieniveaus helpen
Kinderen op dit niveau stromen uit naar de kader- en
ook om de beheersing van taal en rekenen beter
beroepsgerichte leerwegen in het vmbo.
toetsbaar te maken, zodat het prestatieniveau per leerling goed zichtbaar is. Dit levert een goede basis
Meer informatie over referentieniveaus staat op
voor opbrengstgericht werken in het onderwijs.
www.taalenrekenen.nl.
Door de invoering van referentieniveaus is ook meer eenduidigheid in het hele onderwijs ontstaan en één gemeenschappelijke taal.
De wereld in getallen en de referentieniveaus • 1
De referentieniveaus in De wereld in getallen Vanaf het prilste begin
Groep 7 en 8
Nog voordat de wet in werking trad was Malmberg
Het streven is uiteraard om alle kinderen op een zo
bij de veranderingen betrokken. Een van onze
hoog mogelijk niveau te laten uitstromen. De wereld
methodeauteurs zat in de commissie Meijerink, die
in getallen helpt leerkrachten hierbij met uitgebreide,
al in 2008 de referentieniveaus benoemde. Bij de
maar praktische differentiatie voor zowel sterke als
ontwikkeling van De wereld in getallen konden de
zwakke rekenaars. Dit betekent in groep 7 en 8 het
nieuwe eindniveaus direct in de methode worden
volgende.
geïntegreerd. De wereld in getallen voldoet dus volledig aan het referentiekader rekenen. Binnen het
Minimumniveau
referentiekader zijn vier rekendomeinen beschreven:
Werkt toe naar het 1F-niveau eind basisschool.
getallen, verhoudingen, meten en meetkunde,
Kinderen die op het minimumniveau werken
verbanden.
krijgen na de reguliere instructie verlengde instructie vanuit het bijwerkboek. Daarna
Zichtbaar verwerkt
maken zij minimaal de
De referentieniveaus zijn zichtbaar verwerkt in
opdrachten en
weektaak.
De wereld in getallen. In groep 7 en 8 staat één ster gelijk aan uitstroom aan het eind van het
Basisniveau
basisonderwijs op het fundamenteel niveau 1F, twee
Werkt toe naar het 1S-niveau eind basisschool.
sterren aan streefniveau 1S en drie sterren aan 1S+
Deze kinderen maken na de instructie minimaal
(boven streefniveau).
de
opdrachten en de
weektaak.
Plusniveau Werkt toe naar het niveau 1S+ eind basisschool. Kinderen op het plusniveau gaan na de instructie aan de slag met de
en
opdrachten en weektaak en werken door in het groene pluswerkboek.
2 • De wereld in getallen en de referentieniveaus
Week 3
Blok 3
1
Taak
Reken uit. Op de speelgoedbeurs verkoopt het bedrijf 36 auto’s. Inkomsten: 36 × € 57 =
57 36 ×
€ 57,-
36 × 57 =
26 × 47 =
18 × 37 =
27 × 67 =
13 × 54 =
32 × 54 =
33 × 62 =
19 × 48 =
28 × 46 =
34 × 73 =
Ga verder met opgave 1 op pagina 22 van je werkboek. 2
Kies het juiste antwoord. Controleer je antwoord met de rekenmachine. b 14,25 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 5 uur?
a 4,5 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 4 uur?
5 × 14,25 km =
4 × 4,5 km = 0,18 km
7,125 km
1,8 km
71,25 km
18 km
712,5 km d 14,75 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 2 uur?
c 8,5 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 3 uur?
2 × 14,75 =
3 × 8,5 km = 0,25 km
2,95 km
2,55 km
29,5 km
25,5 km
295 km
Taak 1
Week 3
Blok 3
Bereken de schaal. Meet met je liniaal de lengte van de pijl.
3
Zoek een breuk met gelijke waarde. Schrijf het zo op: 2 = 6 1
3
R
24 cm
3 4
2 5
5 6
1 6
4 6
2 8
8 10
4 10
3 6
10 12
2 12
2 3
6 8
4 5
1 4
2 6
E
R
W
A
G
C
N
E
A a schaal 1 : …
56
b schaal 1 : …
1,80 m
1 3
50 cm
1 2
25 m
Wat lees je?
c schaal 1 : …
d schaal 1 : …
3m
e schaal 1 : …
weektaak is onderdeel van het
2m
300 m
De
70 cm
600 m
Voorbeeld Eindniveau 1F.
4m
minimumniveau en zorgt in groep 7-8 voor uitstroom op eindniveau 1F.
f schaal 1 : … 2
g schaal 1 : …
h schaal 1 : …
i
schaal 1 : …
j schaal 1 : …
Reken uit. Kies 4 sommen die je uit je hoofd uitrekent. Zet bij de andere sommen de getallen onder elkaar. 1
421 17 × 2947 4210 + … De rallyauto rijdt gemiddeld 421 km per dag.
17 × 421 =
42 × 139 =
40 × 50 =
8 × 399 =
20 × 345 =
63 × 457 =
53 × 279 =
16 × 250 =
69 × 257 =
72 × 646 =
De rally duurt 17 dagen. Hoeveel kilometer in totaal? Ga verder met opgave 2 op pagina 22 van je werkboek. 57
Voorbeeld Eindniveau 1S. Met de
weektaak werken de kinderen toe naar
het 1S-eindniveau in groep 7-8. De meeste kinderen Zie ook uitgebreide illustraties vanaf pagina 6.
moeten dit basisprogramma kunnen volgen.
De wereld in getallen en de referentieniveaus • 3
De referentieniveaus in de Wereld in getallen Groep 3, 4 en 5 De
basisstof moet door alle kinderen in deze
Het kind werkt vervolgens gericht toe naar het
groepen worden beheerst. Sommige kinderen
eindniveau 1F. De praktijk wijst namelijk uit dat het
hebben extra rekentijd en extra instructie nodig
voor kinderen in de bovenbouw, die alleen op het
om het tempo van hun klasgenootjes te kunnen
minimumniveau werken, heel lastig is om hen terug
volgen. Tot eind groep 5 hebben de sterren nog geen
te krijgen op het basisniveau.
directe relatie met de officiële referentieniveaus. Een kind, dat in groep 4 opgaven op
niveau maakt,
Het plaatsen van een kind op het minimumniveau is altijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
stroomt dus niet automatisch uit op 1F-niveau aan het eind van de basisschool. Het sterrenniveau in
De leerkracht beslist dit niet alleen, maar samen
groep 3, 4 en 5 zorgt vooral voor een ideale balans
met bijvoorbeeld de IB-er, directie en ouders.
tussen uitdaging en succeservaring. Het is dan ook goed om kinderen, die makkelijk een hoger niveau aankunnen, daartoe uit te dagen.
Wat vindt Malmberg van de referentieniveaus? Wij staan er vierkant achter. Het idee van
Groep 6
niveauverhoging en een betere aansluiting op het
Groep 6 is het overgangsjaar tussen de
vervolgonderwijs ondersteunen wij zeer. Ook is het
methodedifferentiatie om de groep bijeen te
goed dat de referentieniveaus voor rekenen duidelijk
houden en de differentiatie op basis van de
beschrijven wat de kinderen aan het eind van de
referentieniveaus. In deze groep gaan de niveaus
basisschool moeten beheersen. Daardoor kan het
meer uiteenlopen en worden de verschillen
gehele onderwijs gericht toewerken naar de juiste
tussen leerlingen groter. Nu wordt duidelijk welk
opbrengst op het juiste niveau. Bovendien stimuleert
referentieniveau de kinderen aankunnen.
deze aanpak elk kind om het beste uit zichzelf te halen. Élk kind dus, ook kinderen die sneller of
Voor sommige rekenzwakke kinderen is het
langzamer leren. Zo valt niemand buiten de boot.
verstandig om te kiezen voor het minimumniveau . Deze kinderen kunnen in groep 6, met behulp
Deze filosofie past bij de werkwijze van Malmberg.
van verlengde instructie en het bijwerkboek, bij
Ook onze methodes zijn er op gericht om elk kind
bepaalde onderwerpen nog wel enkele opgaven op
op een zo hoog mogelijk niveau het basisonderwijs
het basisniveau
maken. Maar vanaf groep 7
te laten verlaten. Daarom is De wereld in getallen
gaan de niveaus in de leerstof sterk uiteenlopen.
zorgvuldig opgebouwd en differentieert de methode
Pas als een kind duidelijk niet meer mee kan op het
consequent op drie niveaus. Op deze manier biedt
basisniveau, dan moet het uitstroomperspectief 1S
De wereld in getallen voor alle kinderen een goede
worden losgelaten.
balans tussen uitdaging en succeservaring én
4 • De wereld in getallen en de referentieniveaus
worden ze gestimuleerd om steeds een stapje hoger te zetten. Zo laten ze zien wat ze kunnen en groeit elk kind tot het best haalbare niveau.
Verstandig omgaan met niveaus
Daarnaast bestaat er het 1F-routeboekje voor
Het afleveren van kinderen op een zo hoog mogelijk
De wereld in getallen, dat te downloaden is op
niveau betekent niet dat het een voortdurende race
de site van het nationaal expertisecentrum
bergop is. Dat geldt vooral voor zeer zwakke rekenaars.
leerplanontwikkeling SLO. Het routeboekje is een
In het vak rekenen bouwt elk onderdeel voort op het
co-productie van de auteurs van De wereld in getallen
vorige. Als een kind al moeite heeft met breuken zoals
en rekenspecialisten van SLO. Zij hebben gekeken
½ en ¼, dan wordt het rekenen met lastiger breuken
welke leerstof uit de methode, die bij de 1F-doelen
nog frustrerender. Dat kan zelfs het rekenen met de
past, deze kinderen wel en niet moeten maken
eenvoudige breuken nadelig beïnvloeden.
en beheersen, en wat ze mogen overslaan. Vanaf groep 6 zijn sommige rekenonderdelen namelijk iets
Rekenen is een blokkentoren: de onderste blokken
minder belangrijk. Andere onderdelen zijn juist heel
moeten stevig staan voordat je verder bouwt,
belangrijk, omdat kinderen er in hun latere dagelijks
anders kan de hele toren instorten. Het structureel
leven veel mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld meten,
aanbieden van leerstof op een té hoog niveau kan
omgaan met tijdsduur en werken met percentages.
er dus juist voor zorgen dat het niveau daalt. Dat is niet alleen zonde van de al geïnvesteerde tijd, maar
Als deze kinderen de route in het 1F-routeboekje
schaadt ook het zelfvertrouwen van het kind. Daarom
volgen kunnen ze lastige stof overslaan en meer tijd
is het bij zeer zwakke rekenaars vaak verstandig om
besteden aan belangrijke onderdelen. Zo behalen ze
te kiezen voor het lagere eindniveau 1F.
toch het minimumniveau.
Routeboekje voor kinderen die 1F moeilijk vinden
Meer weten?
Er zijn soms kinderen in de bovenbouw (groep 6-8)
de verwerking daarvan in De wereld in getallen?
die zelfs moeite hebben met de
Heeft u nog vragen over de referentieniveaus of
minimumroute.
Onze methodespecialisten beantwoorden ze graag
Deze kinderen willen we toch graag op 1F-niveau
via 073 628 8722 of
[email protected].
brengen. Voor deze rekenzwakke kinderen kan de speciale methode Maatwerk rekenen worden ingezet. In de handleiding van De wereld in getallen staan standaard verwijzingen naar deze methode.
De wereld in getallen en de referentieniveaus • 5
Voorbeeldpagina's groep 8 Handleiding Handleiding groep 8, katern blok 3a
Week 3
Blok 3
Les 2
100 € 80,€ 40,€ 8,€ 4,€ 20,-
€ 130,€ 65,€ 13,€ 6,50 € 32,50
€ 750,-
€ 4,€ 2,€ 1,€ 9,€ 10,-
50
100 10 50
50 5 40
100,-
60 km
200,100,200,-
Uit handleiding groep 8:
750,-
opgave 2
250 m2
240 l
750,-
800,-
400,800,-
op 1S-niveau. € 400,€ 600,€ 125,€ 250,€ 5.000,€ 5.500,€ 1.500,-
Uit handleiding
€ 50.000,€ 60.000,-
€ 800,€ 240,€ 240,€ 500,€ 850,-
120,-
150,-
150,-
240,-
300,-
300,-
225,-
40,-
30,-
450,-
200,-
150,-
400,-
300,-
groep 8: opgave 5
Lesinhoud • Percentages: rekenen met percentages • Percentages: uitrekenen van het totaal aan de hand van een percentage (van deel naar geheel)
op 1F-niveau.
Lesopbouw: instructie 1
• Bij 2,5% is het het handigst om de helft van 5% te nemen, dan krijg je € 30 : 2 = € 15. Daarna maken de kinderen opgave 1.
Start U schrijft het volgende rijtje op het bord:
2 10% van € 600,– 5% van € 600,– 1% van € 600,– 0,5% van € 600,– 2,5% van € 600,-
Uit handleiding groep 8: reguliere instructie op 1S-niveau bij
Laat de kinderen uitrekenen welke bedragen bij de percentages horen. In de nabespreking gaat u na hoe ze te werk zijn gegaan: 1 1 deel, het 10 deel van € 600 is € 60. • 10% is het 10 • Bij 5% kun je uitgaan van 10%, je neemt daar de helft van: € 60 : 2 = € 30. Of je gaat uit van 1%, dat is € 600 : 100 = € 6, en dan doe je dat vijf keer: 5 × € 6 = € 30. 1 deel van € 600, dat is € 6. • Bij 1% neem je 100 • Bij 0,5% neem je dan weer de helft van 1%, dus € 6 : 2 = € 3.
opgave 2 (lesboek).
30
6 • De wereld in getallen en de referentieniveaus
Instructie In deze les leren de kinderen het totaal te berekenen in situaties waarin door middel van een percentage een deel van het geheel gegeven is. Bijvoorbeeld: 25% van de fietstocht is 15 km, hoe lang is dan de hele tocht? Samen kijkt u naar opdracht a van opgave 2. Wat moet je hier doen? (Je weet dat 10% van het spaargeld € 75 is, je moet uitrekenen wat het totale bedrag is.) ▶ Hoeveel procent is dat totale bedrag? Het is belangrijk dat kinderen het inzicht hebben dat het geheel (het totaal) altijd 100% is. Laat de kinderen de opdracht nu eerst zelf uitrekenen. ▶
Les 2
4 € 750,-
0 10%
100%
5
Als voorbereiding kijkt u samen met de kinderen nog even naar opgave 4. Lukte het om de aantallen uit te rekenen? Kunnen de kinderen ook aangeven welk deel 10% en 5% zijn? En als ze 1% weten, kunnen ze dan ook snel uitrekenen hoeveel bijvoorbeeld 8% is?
De overige opdrachten maken de kinderen zelf. Aandachtspunten voor de nabespreking: • Opdracht b: zien de kinderen direct dat 25% het 1 4 deel van 100% is en dat de totale lengte van de etappe dus 4 × 15 km = 60 km is? • Opdracht e: hier is het handig om verhoudingstabellen te gebruiken. Bijvoorbeeld bij 30% is € 180: 100%
€ 180
€ 60
€ 600
Samen kijkt u naar opdracht a van opgave 5. Wat wordt hier gevraagd? (Je weet dat 25% van het bedrag € 50 is, je moet het hele bedrag uitrekenen.) 1 deel is. ▶ Bij de strook in je boek zie je dat 25% het 4 1 Welk deel is dan 50%? ( 2 deel) En welk bedrag hoort daar dan bij? En hoeveel is dan 100%? Als het 14 deel € 50 is, dan is het hele bedrag 4 × zoveel: 4 × € 50 = € 200.
Uit handleiding
▶
Als afsluiting constateert u samen met de kinderen dat je bij dit soort sommen altijd het best kunt teruggaan naar een bekend (gemakkelijk) percentage: bij 30% naar 10%, bij 15% naar 5%, enzovoort.
€0
€ 50
€ 100
€ 200
0%
25%
50%
100%
groep 8: verlengde instructie op 1F-niveau bij opgave 5. (bijwerkboek).
Daarna kijkt u samen naar opdracht b en c. Laat de kinderen eerst zelf – bij voorkeur in tweetallen – uitzoeken wat er gevraagd wordt. Kunnen ze aangeven hoe je 100% kunt uitrekenen? Als je 10% weet is 100% dus 10 × zoveel. En als je 5% weet is 100% zelfs 20 × zoveel. U sluit af met een oefening waarbij de kinderen moeten zeggen welk deel (welke breuk) hoort bij het percentage dat u noemt: 25% is ...deel 20% is ... deel 10% is ... deel 5% is ... deel 1% is ... deel enzovoort.
Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave 3.
3
Verlengde instructie Ook in de verlengde instructie is met een percentage het deel gegeven en rekenen de kinderen het totaal uit. Alleen zijn nu de gebruikte percentages en getallen wat eenvoudiger gehouden. Ook stimuleert u de kinderen gebruik te maken van de strook.
100% = 10 × 10% óf 1 deel van 100% 10% is het 10 10 × € 75 = € 750
10%
Overstap De kinderen rekenen de aantallen auto’s en motoren uit. Laat ze eerst goed kijken naar 100%.
Met een strook wordt nog eens gevisualiseerd dat als 10% van het spaargeld € 75 is, het totale bedrag (100%) dus 10 × zoveel is, oftewel 10 × € 75 = € 750. • Of hebben de kinderen direct al de relatie tussen 10% en 100% gezien?
30%
Blok 3
Lesopbouw: verlengde instructie
Controleer dan: • Hebben de kinderen gebruikgemaakt van een strook? € 75,-
Week 3
Zelfstandig werken De kinderen rekenen het totale bedrag (100%) uit. Als ze hiermee klaar zijn, werken ze verder aan hun weektaak.
6
Zelfstandig werken De kinderen rekenen de bedragen uit. Als ze hiermee klaar zijn, werken ze verder aan hun weektaak.
31
De wereld in getallen en de referentieniveaus • 7
Voorbeeldpagina's groep 8 Rekenboek, taken Rekenboek groep 8, Taken
Week 3
Blok 3
1
Taak
Reken uit. Op de speelgoedbeurs verkoopt het bedrijf 36 auto’s. Inkomsten: 36 × € 57 =
57 36 ×
Uit lesboek groep 8: weektaak op
€ 57,-
36 × 57 =
26 × 47 =
18 × 37 =
27 × 67 =
13 × 54 =
32 × 54 =
33 × 62 =
19 × 48 =
28 × 46 =
34 × 73 =
1F-niveau. Ga verder met opgave 1 op pagina 22 van je werkboek. 2
Kies het juiste antwoord. Controleer je antwoord met de rekenmachine. b 14,25 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 5 uur?
a 4,5 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 4 uur?
5 × 14,25 km =
4 × 4,5 km = 0,18 km
7,125 km
1,8 km
71,25 km
18 km
712,5 km d 14,75 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 2 uur?
c 8,5 km in 1 uur. Hoeveel kilometer in 3 uur?
2 × 14,75 =
3 × 8,5 km =
3
0,25 km
2,95 km
2,55 km
29,5 km
25,5 km
295 km
Zoek een breuk met gelijke waarde. Schrijf het zo op: 2 = 6 1
3
R
Wat lees je? 1 2
1 3
3 4
2 5
5 6
1 6
4 6
2 8
8 10
4 10
3 6
10 12
2 12
2 3
6 8
4 5
1 4
2 6
E
R
W
A
G
C
N
E
A
56
8 • De wereld in getallen en de referentieniveaus
Taak 1
Week 3
Blok 3
Bereken de schaal. Meet met je liniaal de lengte van de pijl.
Uit lesboek groep 8:
24 cm 1,80 m d schaal 1 : …
3m
e schaal 1 : …
70 cm
2m
c schaal 1 : …
1S-niveau.
300 m
b schaal 1 : …
600 m
a schaal 1 : …
50 cm
25 m
weektaak op
4m f schaal 1 : … 2
g schaal 1 : …
h schaal 1 : …
i
schaal 1 : …
j schaal 1 : …
Reken uit. Kies 4 sommen die je uit je hoofd uitrekent. Zet bij de andere sommen de getallen onder elkaar. 1
421 17 × 2947 4210 + … De rallyauto rijdt gemiddeld 421 km per dag.
17 × 421 =
42 × 139 =
40 × 50 =
8 × 399 =
20 × 345 =
63 × 457 =
53 × 279 =
16 × 250 =
69 × 257 =
72 × 646 =
De rally duurt 17 dagen. Hoeveel kilometer in totaal? Ga verder met opgave 2 op pagina 22 van je werkboek. 57
De wereld in getallen en de referentieniveaus • 9
Voorbeeldpagina's groep 8 Rekenboek, taken Rekenboek groep 8, Taken
Week 3
Blok 3
3
Taak
Reken de afstand of prijs uit.
Uit lesboek groep 8: weektaak op 1S-niveau.
a 5 ronden: … km
4
b 3 repen: € …
c 4 kg: € …
d 4 weken: € …
10 ronden
10 repen
0,4 kilo
1 dag
7 ronden
30 repen
10 kilo
6 weken
Reken met kommagetallen. a Reken handig. 6×
3=
63 : 7 =
42 : 6 =
6 × 200 =
2=
5×
5 × 0,3 =
0,63 : 7 =
4,2 : 6 =
6 × 0,2 =
5 × 0,03 =
6300 : 7 =
0,42 : 6 =
b Hoeveel is het ongeveer? Kies het juiste antwoord. 32 × 1,9
5
≈
6,4
64
640
6400
72,5 : 9
≈
7
8
9
10
2,9 × 40,3 ≈
1,2
12
120
1200
789,56 : 38,9 ≈
20
30
40
50
7 × 349,98 ≈
2,45
24,5
245
2450
351,03 : 35 ≈
7
8
9
10
98,67 × 30 ≈
20
300
200
3000
1034 : 25
≈
40
41
42
43
3,05 × 5,97 ≈
1,8
18
180
1800
73,25 : 12,7 ≈
3
4
5
6
Hoeveel is het ongeveer? Zoek het antwoord bij elke som. € 13.987,15 – € 2.020,03 ≈
€ 6.452,67 + € 2.557,54 ≈
€ 12.000,–
€ 16.000,–
€ 12.978,87 + € 2.999,97 ≈
€ 15.034,02 – € 6.998,97 ≈
€ 9.000,–
€ 8.000,–
€ 127,98 + € 181,03 + € 92,01 ≈
€ 15,03 + € 124,98 + € 54,87 ≈
€ 400,–
€ 800,–
69 × € 11,95 ≈
49 × € 2,90 ≈
€ 20,–
€ 200,–
€ 603,01 : 29 ≈
€ 999,87 : 25,4 ≈
€ 150,–
€ 40,–
58
10 • De wereld in getallen en de referentieniveaus
Taak 1
Week 3
Neem over en vul in.
1
Uit lesboek
:2
×4
:8
0,5
2
0,25 of
:4 1 4
×3
groep 8:
:5
1,25
5
weektaak op
2,25
3 5
1S+ -niveau.
2
0,15
7 2
Blok 3
Bedenk keersommen. a Bedenk 4 keersommen die je uit je hoofd kunt uitrekenen. Kies hiervoor uit de cijfers die hieronder staan. Je moet per som minimaal 3 cijfers gebruiken. Reken de sommen uit. 6
4
0
7
5
2
b Bedenk 2 keersommen die er zo uitzien: ×
×
Gebruik hiervoor de cijfers die hieronder staan. Per som mag je elk cijfer maar 1 keer gebruiken. De antwoorden moeten zo groot mogelijk zijn. Reken de sommen uit. 5
1
9
4
3
2
c Doe net zo als bij b, maar zorg nu dat de antwoorden zo klein mogelijk zijn. 3
Teken op schaal. a Teken in je schrift een eenvoudig huis van 6 cm hoog en 4 cm breed. b Teken hetzelfde huis op schaal 1 : 2. c Teken het huis nu op schaal 1 : 4. d Wat gebeurt er met het huis?
59
De wereld in getallen en de referentieniveaus • 11
Meer weten? Wilt u meer weten over de referentieniveaus en De wereld in getallen? Referentieniveaus rekenen
Contact
Kijk op www.taalenrekenen.nl. Op deze website van
De methodespecialisten van Malmberg hebben
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
ruime ervaring in het onderwijs. U kunt ze bellen
vindt u informatie over de referentieniveaus en de
op (073) 628 87 22.
uitwerking daarvan.
De wereld in getallen Meer informatie over De wereld in getallen vindt u op www.dewereldingetallen.nl en op www.mijnmalmberg.nl.
Uitgeverij Malmberg Magistratenlaan 138 5223 MB ’s-Hertogenbosch
12 • De wereld in getallen en de referentieniveaus
Het beste halen uit ieder kind Twee eindniveaus voor basisonderwijs Referentieniveaus zichtbaar verwerkt
DE REFERENTIENIVEAUS
559072
en De wereld in getallen