De redders van uw spaargeld Nog maar een week geleden stonden Britse spaarders urenlang in de rij om hun geld weg te halen bij hypotheekbank Northern Rock. Dat bracht de uitlopers van de Amerikaanse subprimecrisis wel erg dichtbij. Moeten we ook in België berucht zijn voor zo'n scenario? En wat gebeurt er wanneer een Belgische bank in acute geldnood verkeert? Antwerpen, zaterdagochtend 15 maart 2008. Dit deel van de stad ligt er op een gemiddelde zaterdag verlaten bij. Maar nu staat er voor het hoofdkantoor van Belgofin op de Brialmontlei een immense rij mensen aan te schuiven . Met honderden zijn ze. Sommigen hebben zich duidelijk voorbereid op een lange dag. Met plooistoeltjes, dekens en een thermos koffie trotseren ze de frisse ochtend. Het is al de tweede dag dat klanten massaal hun deposito's komen opvragen bij de Antwerpse bank- en verzekeringsgroep. De paniek sloeg vrijdagochtend toe. Toen maakte Belgofin in een mededeling bekend dat het gebruikgemaakt had van de liquiditeitsfaciliteiten van de Europese Centrale Bank. Die extra middelen had de bank nodig om haar kortetermijnverplichtingen na te komen. Dat Belgofin hulp moest zoeken in de armen van de ECB was voor veel spaarders het signaal om hun geld naar veiliger oorden te brengen. Hun zenuwen stonden al gespannen sinds Leo Hermans, de voorzitter van het directiecomité, in het begin van de week in verdenking gesteld werd van fraude en schriftvervalsing. De topman zou toestemming gegeven hebben voor het openen van fictieve buitenlandse rekeningen. Door het vervalsen van de boekhouding kon Belgofin jarenlang het prudentieel toezicht van de Bankcommissie omzeilen. Het bovenstaande voorbeeld is fictie. Belgofin bestaat niet, en Leo Hermans verwijst niet naar een echte topbankier. En klanten die aanschuiven om hun geld op te vragen bij een Belgische bank? Dat is een scène die we niet meer gezien hebben sinds de jaren 30, toen de Antwerpse Boerenbank - voorloper van KBC - kapseisde. Maar vandaag? Toch toonden beelden uit Groot-Brittannië ons vorige week dat ook banken kunnen wankelen en dat de bankruns uit jaren 30 zelfs vandaag nog actueel zijn. Wie durft dus hardop te zeggen dat we een van de volgende maanden geen Belgische versie van Northern Rock te zien krijgen? 'Dat is natuurlijk nooit uit te sluiten', zegt Rudi Vander Vennet, hoogleraar Financiële Economie aan de Universiteit Gent, 'maar het is toch een zwaar doemscenario.' Vander Vennet herinnert zich uit de recente geschiedenis maar één Belgische bank die daadwerkelijk failliet verklaard is, de kleine Antwerpse instelling Max Fischer. Dat was in 1997. Enkele jaren daarvoor was het ei zo na de beurt aan Anhyp. Die ging bijna ten onder aan een portefeuille slechte vastgoedkredieten, maar werd in extremis gered door de verzekeraar Royale Belge, nu een onderdeel van AXA. De Gentse hoogleraar heeft minstens twee goede redenen om niet te geloven in een 'Belgische Northern Rock'. 'Ten eerste gaat het bij Northern Rock om heel specifieke omstandigheden. Die bank is voor drie vierde van haar geldbehoeften afhankelijk van middelen die het bij andere financiële instellingen ophaalt via kortlopende leningen. Toen de markt voor dat soort leningen plots krapper werd als gevolg van de hypotheekcrisis in de Verenigde Staten, schoten de risicopremies de hoogte in en kwam Northern Rock in acute cashproblemen.' In België financieren de meeste, zo niet alle banken, zich in ruime mate met cliëntendeposito's, spaargeld dus, zegt Vander Vennet, waardoor ze aan de passiefkant van hun balans minder onder druk komen te staan in tijden van kredietschaarste.
Een tweede reden waarom Rudi Vander Vennet niet gelooft in een doemscenario voor de Belgische banken is de kwaliteit van het toezicht op de financiële sector. 'Die is minstens zo goed als in de rest van Europa.' De Bankcommissie - voluit de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen of CBFA - en de Nationale Bank geven volgens de hoogleraar blijk van een gedegen prudentieel toezicht: de commissie volgt banken individueel op, de Nationale Bank zorgt voor de zogenaamde macro-economische controle. De twee instellingen wisselen hun gegevens uit in het Comité voor Financiële Stabiliteit. 'Van de CBFA is geweten dat ze banken regelmatig op de vinger tikt. Ze aarzelt niet de instellingen te dwingen maatregelen te nemen wanneer ze meent dat hun solvabiliteit in het gedrang komt.' Zo gebeurt het dat de CBFA toplui van de Belgische banken ontbiedt om toelichting te geven bij hun boekhouding. Ook heel wat andere specialisten roemen de kwaliteit van het Belgische financiële toezicht. De enige kanttekening die daarbij te maken is, is dat we erover moeten waken de CBFA niet te veel met andere taken te belasten, zegt Luc Willems, die als senator voor Open VLD de financiële sector opvolgde. 'We hebben aan de Bankcommissie bijvoorbeeld ook gevraagd zich in te laten met ethisch bankieren. Op zich is dat geen probleem, maar het zou goed zijn mocht de instelling zich op haar echte kernactiviteit, het prudentiële toezicht, kunnen concentreren.' Als de CBFA dan toch zo'n ijzersterke reputatie heeft, hoe komt het dan dat ze toch niet wist te verhinderen dat de kleine Antwerpse bank Max Fischer tien jaar geleden over de kop ging? 'Dat was een manifest geval van fraude', zegt Vander Vennet. Max Fischer wist met een vervalste boekhouding de controleurs van de CBFA jarenlang een rad voor ogen te draaien. Dan wordt het zelfs voor een goede waakhond moeilijk onraad te ruiken. Laat ons, bij wijze van gedachte-experiment, toch eens veronderstellen dat de fictieve Belgofin-bank, na fraude van voorzitter Leo Hermans, in acute geldnood zit? Zou de bank dan onmiddellijk de liquiditeiten van de Europese Centrale Bank aanspreken, zoals Northern Rock dat een paar weken geleden bij de Bank of England deed? Nee, zegt Vander Vennet. 'De ECB is een lender of last resort. De bank stelt middelen ter beschikking als laatste redmiddel, om zo de stabiliteit in het financiële systeem overeind te houden.' Belgische banken die het moeilijk krijgen te voldoen aan hun kortetermijnverplichtingen spreken in de eerste plaatst hun eigen cashvoorraad aan. Zo zijn ze wettelijk verplicht 2 procent van de waarde van hun deposito's op een rekening bij de ECB aan te houden. 'Maar bijna allemaal hebben ze een cashbuffer die groter is dan die 2 procent', zegt Vander Vennet. 'Bovendien hebben ze heel wat activa die op korte termijn inruilbaar zijn voor cash, zoals schatkistpapier.' Pas wanneer die eerste buffers opgebruikt zijn, zal Belgofin externe redders moeten opzoeken. Maar zelfs dan komt de ECB nog niet onmiddellijk in beeld. 'Banken kunnen bij elkaar lenen', zegt Vander Vennet. 'Maar het hangt van de kredietwaardigheid van een instelling af tegen welke rentevoet ze bij collega's kan lenen.' Precies die eigen kredietwaardigheid ging er in het geval van Northern Rock razendsnel op achteruit. Daardoor belandde de instelling in haar zoektocht naar cash uiteindelijk toch bij de Bank of England. Het recente gedrag van de Bank of England toont hoe delicaat de opdracht van een centrale bank is. Terwijl gouverneur Mervyn King luttele dagen daarvoor nog gezegd had dat de Bank of England niet zou tussenkomen, stopte de bank op 14 september Northern Rock plots wél geld toe. De dreiging van een faillissement deed de gouverneur van gedachten veranderen. Die beslissing was terecht, zegt de Leuvense hoogleraar internationale economie Paul De Grauwe. 'Je wil geen domino-effect uitlokken. Dat een bank zoals Northern Rock failliet gaat, is op zich niet onoverkomelijk, het was alle verhoudingen in acht genomen een kleine bank. Maar door zo'n faillissement wordt de kredietschaarste alleen nog maar erger. Banken zullen
een nog hogere risicopremie vragen voor leningen. En zo kunnen problemen van één instelling leiden tot een crisis van het systeem.' Er lijkt overheden dus wel erg veel aan gelegen het faillissement van een bank te voorkomen. Een strikte opvolging door waakhonden, de verplichting uitgebreide cashbuffers aan te leggen en de mogelijkheid extra geld toegestopt te krijgen van de centrale bank: in geen enkele sector worden zo'n extreme voorzorgsmaatregelen genomen. Renault-Vilvoorde mag de deuren sluiten, Lernout & Hauspie kan in rook opgaan, maar de dag dat KBC de boeken neerlegt, lijkt onvoorstelbaar. Maar dat de overheid er alles aan doet om banken overeind te houden, klopt ook weer niet, zegt professor De Grauwe. Of beter, de overheid en de centrale bankiers mogen nooit de indruk geven dat ze bereid zijn banken altijd te ondersteunen. 'Als ze dat zouden zeggen, dan zouden banken dat als een signaal kunnen interpreteren nog meer risico's te nemen. Ze weten dan toch dat ze een beroep kunnen doen op de diepe zakken van de centrale bank mochten ze in liquiditeitsnood komen.' Daardoor moeten ministers van Financiën en centrale bankiers op een dunne lijn wandelen, zegt De Grauwe. 'Ze moeten waken over de stabiliteit van het systeem, maar ze moeten individuele banken tegelijk de indruk kunnen geven dat ze niet straffeloos risico's mogen opstapelen.' Precies op die dunne lijn leek de Britse gouverneur Mervyn King vorige week te wankelen. Woensdag schreef hij in een brief aan leden van het parlement nog dat een liquiditeitsinjectie banken zou helpen die - zoals Northern Rock - overdreven risico's hadden genomen. Twee dagen later stond hij toch paraat met een reddende kredietlijn. Brand Terug naar het hoofdkwartier van Belgofin op de Antwerpse Brialmontlei. Wat gebeurt er wanneer we het doemscenario nog zwarter maken en onze fictieve bank na enkele dagen belegering door spaarders finaal kapseist? Recente financiële crisissen, zoals die in Argentinië in 2002, geven aan dat maar weinig banken bestand zijn tegen zo'n massale opvraging van spaartegoeden. 'Haast geen enkele bank beschikt over zoveel liquide middelen dat ze in staat is in enkele dagen al haar spaarders terug te betalen', zegt Jan Longeval, de algemeen directeur van Bank Degroof. Hij vindt het kuddegedrag dat veel spaarders in tijden van crisis vertonen begrijpelijk. 'Het is een bijna genetische reflex. We hebben al honderdduizenden jaren geleerd dat onze overlevingskansen in tijden van gevaar het grootst zijn als we ons in een kudde begeven.' Bovendien is die angstreactie die ontstaat na slecht nieuws niet eens onterecht. 'Als het gebouw in brand staat, ben je liever als eerste bij de uitgang.' De melding van Northern Rock dat het geld moest opnemen bij de Bank of England is goed te vergelijken met zo'n brand. 'Die mededeling is een kantelmoment. Bij bijna elke run op een bank zie je dat daarna een zelfvoedend mechanisme op gang komt dat een bank uiteindelijk naar het faillissement kan brengen.' Het enige dat de directie van een bedreigde bank op dat moment nog kan doen, is communiceren en totale transparantie tonen, zegt Longeval. 'Als ik de topman van Northern Rock was, zou ik de mensen op straat gaan toespreken. Ik zou vijf persconferenties per dag houden en volledige inzage geven in de risico's waaraan het geld van de spaarders blootgesteld is. Alleen geloofwaardigheid kan je in die omstandigheden redden.' Maar zelfs wanneer Belgofin uiteindelijk toch begeeft onder een belegering van zijn klanten is nog niet alles verloren. Zo zet het Beschermingsfonds voor Deposito's en Financiële Instrumenten sinds 1999 elk jaar geld opzij voor klanten van een bank of beursvennootschap dat ten onder gegaan is. Zij kunnen tot 20.000 euro per rekening recupereren bij een faillissement.
Het beschermingsfonds wordt gefinancierd met bijdragen van de Belgische banken en is een opvolger van het Herdisconterings- en Waarborginstituut (HWI), een instelling die de Belgische regering in de jaren 30 oprichtte als antwoord op de toenmalige financiële chaos. Toch lijkt de omvang van het rampenfonds bescheiden. Volgens het jaarverslag over boekjaar 2006 beschikt het over 735 miljoen euro. Dat is ruim onvoldoende om zelfs spaarders van een kleine bank als Argenta te vergoeden, mocht die ooit de geest geven. De waarde van de spaarinlagen bij Argenta bedroeg eind 2006 22,6 miljard euro. Bij een faillissement van Argenta kunnen spaarders, volgens de statuten van het Beschermingsfonds, er in het beste geval op hopen dat ze 20.000 euro per rekening terugkrijgen. Maar volgens secretaris-generaal Herman Debremaeker is de spaarpot van het Beschermingsfonds groot genoeg. 'Bij een faillissement gaan niet alle activa van een bank plots verloren. Ook daarmee kunnen cliënten vergoed worden.' Bovendien is het fonds, sinds het acht jaar geleden opgericht is, nog maar één keer moeten optreden, zegt Debremaeker. 'Dat was in 1999, bij het faillissement van beursvennootschap Logé.' Vierhonderd klanten kregen toen een vergoeding, een tussenkomst die 2 miljoen euro kostte. De Gentse professor Rudi Vander Vennet kan zich wel vinden in de redenering dat het Beschermingsfonds geen honderden miljarden euro's moet bevatten. 'Het fonds is eerder een onderdeel van het grote mechanisme waarmee de overheid de soliditeit van het stelsel wil benadrukken. De wetenschap dat er een vangnet is, moet spaarders geruststellen.' Too big to fail Zowel in België, met Max Fischer of Logé, als in Groot-Brittannië, met Northern Rock, blijkt dat onze bankstelsel goed weet om te gaan met crisissituaties bij eerder kleine instellingen. Maar wat gebeurt er wanneer een grootbank als Fortis over de kop dreigt te gaan? 'Dan heb je inderdaad een radicaal andere situatie', zegt professor Vander Vennet. 'Niet voor niets spreekt men in de financiële theorie over banken die zo'n schaalgrootte bereikt hebben dat we het ons niet kunnen permitteren ze failliet te laten gaan, omdat de gevolgen dan niet te overzien zouden zijn. Too big to fail.' Wanneer banken van die omvang toch in ernstige problemen geraken - zoals bijvoorbeeld het Britse Barings in de jaren 90 - merkt Vander Vennet dat nationale overheden zelf het heft in handen nemen om de banken te redden. 'Meestal zullen ze dan ervoor zorgen dat de 'gezonde' stukken van die bank ondergebracht worden bij een andere financiële instelling.' Nu steeds meer grote banken multinationale aandeelhouders hebben, lijkt het voor Rudi Vander Vennet dan ook maar logisch dat landen onderling afspraken zouden maken over hoe ze eventuele reddingsoperaties van die instellingen zouden opzetten. 'Hoe verdelen ze de kosten van zo'n operatie? Wie doet wat?' Ook het opzetten van een Europese versie van de CBFA is een goed idee, vindt de Gentse professor. 'Er komt ooit een Europees, geconsolideerd toezicht, dat staat in de sterren geschreven.' VLD-politicus Luc Willems is het idee van een superwaakhond minder genegen: 'Die dreigt alleen maar meer bureaucratie te creëren.' Maar volgens Paul De Grauwe is het dan weer wel een goed idee. 'De crisis bij Northern Rock was deels een falen van toezicht. Veel banken kunnen verrichtingen buiten de balans houden, waardoor ze voor die operaties nauwelijks kapitaal moeten opzijzetten. Of ze verschaffen kortetermijnfinanciering aan hefboomfondsen, waarmee die op hun beurt langetermijnbeleggingen aangaan.' Dat is een gevaarlijke strategie, zegt De Grauwe: de kans dat een bank die kortetermijnlening daadwerkelijk snel kan invorderen, is klein. 'Het is een voorbeeld van risico's die onvoldoende gecontroleerd zijn. Zeker nu we vaststellen hoe verweven het financieel stelsel geworden is, is dat een praktijk die beter gecontroleerd moet worden. Kijk gewoon wat er gebeurd is: onverantwoorde hypotheken in Florida leiden ertoe dat duizenden Britten enkele maanden later paniekerig op straat gaan aanschuiven om hun spaarcenten veilig te stellen.'
Jan SCHEIDTWEILER Bron: © De TIJD - 22/09/2007