Levensloop. Wat is levensloop? De levensloopregeling (of: levensloop) is een fiscale regeling die vanaf 1 januari 2006 in Nederland bestaat om het sparen voor een vervangend inkomen tijdens een periode van onbetaald verlof voordeliger te maken. Dit onbetaald verlof kan bijvoorbeeld zijn ouderschapsverlof, zorgverlof of een sabbatical. Ook een periode van onbetaald verlof voorafgaand aan het pensioen is mogelijk. "Onbetaald" wil zeggen dat geen salaris uitbetaald wordt, in plaats daarvan ontvangt de werknemer een uitkering uit zijn eigen levenslooptegoed. U kunt bijvoorbeeld verlof opnemen als: • • • • •
U moet zorgen voor een ernstig ziek kind of ouders (langdurend zorgverlof); U een jaar vrij wilt om tot rust te komen of te reizen (sabbatical); U voor kinderen onder de acht jaar moet zorgen (ouderschapsverlof); U een opleiding of cursus wilt volgen; U verlof wilt opnemen voordat u met pensioen gaat.
Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren. Voor wie is levensloop bedoeld? Iedereen die in loondienst is, kan meedoen aan levensloop. Dus ook als u uitzendkracht of oproepkracht bent. Of als u een nul urencontract hebt. Ook voor directeur grootaandeel houder BV (DGA). Heeft u een eigen bedrijf of werkt u zelfstandig? Dan kunt u helaas nog niet meedoen aan levensloop. Zelf regelen. U bepaalt zelf of u meedoet aan levensloop. Het is een individuele regeling. Als u wilt meedoen aan levensloop, vraag dan wel aan uw werkgever of hij/zei speciale afspraken heeft gemaakt met een bank of verzekeraar. Dan kunt u onder beter voorwaarden meedoen aan levensloop. Verlof opnemen/verlofbeleid. Als u onbetaald verlof wilt opnemen, heeft u toestemming nodig van uw werkgever. Dit geldt niet als u ouderschapsverlof wilt opnemen. Voor langdurend zorgverlof geldt dat uw werkgever dit alleen kan weigeren als uw verlof het bedrijf of de organisatie in ernstige problemen brengt. Uw werkgever moet hiervoor goede argumenten hebben. Binnen uw bedrijf of in samenwerking met andere bedrijven kan uw werkgever een verlofbeleid hebben opgesteld. Hierin kunnen bijvoorbeeld regels staan over hoe lang u verlof mag opnemen en hoe uw verlof moet aanvragen. Deze regels worden vaak opgenomen in een CAO. Hoeveel mag u sparen? Er mag maximaal 12 procent van het bruto jaarloon worden ingelegd op een speciale levensloopspaarrekening of in een levensloop verzekering. Afhankelijk van de mogelijkheden van de bank of verzekeraar en van uw eigen keuze kunt u kiezen om te sparen of te beleggen of een combinatie hiervan. Als de waarde op de spaarrekening of van de verzekering aangegroeid is tot 210 procent van het bruto jaarloon mag er niet worden gespaard. Het saldo mag wel door blijven groeien.
1
Meer sparen voor oudere werknemers. Als u op 31 december 2005 51 jaar of ouder was, maar nog geen 56 jaar, geldt de beperking van 12 procent niet meer, in totaal mag u maximaal 210 procent van het bruto jaarsalaris sparen. Als u voor 31 december 2005 56 jaar of ouder was dan geldt er voor u geen overgangsregeling. U kunt gebruikmaken van de VUT en prepensioenregelingen met bijbehorende fiscale voordelen. Als er geen VUT of prepensioenregeling in uw bedrijf geldt, valt u onder de reguliere regeling. Hoeveel geld mag u opnemen. Het bedrag dat u wilt opnemen mag niet meer zijn dan het maandloon dat u direct voorafgaand aan de verlofperiode ontving. Houdt hierbij rekening met een eventuele loondoorbetaling door de werkgever. Een voorbeeld: U verdient in juli €2000. U mag in augustus niet meer dan €2000 aan spaartegoed opnemen voor de financiering van één maand onbetaald verlof. Krijgt u tijdens het verlof al €500 van uw werkgever, dan mag u nog maar €1500 uit de ‘levensloopspaarpot’ halen. Betaalt de werkgever mee? Uw werkgever is niet verplicht om mee te betalen, tenzij hierover afspraken in de CAO zijn gemaakt. Deelname aan de levensloopregeling is niet verplicht. Als u niet meedoet aan de levensloopregeling krijgt u de werkgeversbijdrage als brutosalaris uitbetaald. Hoe zit het met ouderschapsverlof? Als ouderschapsverlof (gedeeltelijk) onbetaald is, kan de levensloopregeling gebruikt worden om het loon aan te vullen. Ook dan geldt de levensloop verlofkorting. Als u spaart in de levensloopregeling, heeft u daarnaast in uw aangifte inkomstenbelasting recht op een aanvullende heffingskorting: de ouderschapsverlofkorting. Deze korting bedraagt de helft van het minimumloon per opgenomen ouderschapsverlofuur. Dat komt in het jaar 2008 neer op een bedrag van € 30,81 per opgenomen dag of afgerond € 3,85 per opgenomen uur. u kan in een kalenderjaar maximaal aanspraak maken op dertien weken ouderschapsverlof. Als u dit verlof volledig opneemt, bedraagt de totale ouderschapsverlofkorting 13 x 5 dagen x € 30,81 = € 2.002,65. De ouderschapsverlofkorting kan ook niet hoger zijn dan het jaarloon in 2007 min het jaarloon in 2008. Levensloop verlofkorting. U heeft bij opname uit de levensloopregeling recht op de levensloop verlofkorting. De levensloop verlofkorting is gelijk aan het opgenomen bedrag uit de levensloopregeling met een maximum van € 191 (2008) per gespaard kalenderjaar. Als u geld opneemt uit de levensloopregeling en u daarvoor 2 jaar heeft gespaard, krijgt u maximaal 2 x € 191 = € 382. Welke gevolgen heeft de deelname aan de levensloop voor de sociale uitkeringen? Bij het aanvragen van een bijstandsuitkering blijft uw opgebouwde spaartegoed van de levensloopregeling buiten beschouwing. Dit tegoed telt niet mee bij het vaststellen van uw vermogen of inkomen. WW. Het sparen in de levensloopregeling heeft geen gevolgen voor uw eventuele WW. Als u werkloos bent kunt u het levenslooptegoed niet opnemen. Ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het sparen in de levensloopregeling heeft geen gevolgen voor uw eventuele ziektewetuitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering. AOW. Uw opgebouwde levenslooptegoed heeft geen gevolgen voor uw AOW-uitkering. In bepaalde gevallen kan opname van uw levenslooptegoed wel van invloed zijn op de AOW-partnertoeslag die uw partner voor u ontvangt. 2
Heeft u het spaartegoed nog niet opgenomen als u met pensioen gaat, krijgt u het opgebouwde tegoed op de dag voordat u met pensioen gaat in één keer uitbetaald of onder bepaalde voorwaarden kan het gebruikt worden om het pensioen te verbeteren. Wat is het verschil tussen een bankrekening een beleggerrekening en verzekering? Bij een levensloopspaarrekening ontvangt u alleen rente. Bij een levensloopbeleggersrekening kunt u ervoor kiezen uw inleg te beleggen om zo meer rendement uit uw geld te halen. Bij een levensloopverzekering heeft u deze keuzes ook, maar kunt u ervoor kiezen om géén uitkering bij overlijden te ontvangen of 90% van de aanwezige waarde. Bij de spaar- en beleggerrekening komt bij overlijden altijd het volledige bedrag voor de nabestaanden beschikbaar. Bij de verzekeraar staat daar wel een hogere opbrengst tegenover en bieden sommige verzekeraars in hun levensverzekering de mogelijk een minimale gegarandeerde opbrengst te kunnen ontvangen en loopt u niet het risico bij tegenvallende beleggingsresultaten een deel van inleg kwijt te raken. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de betreffende verzekeraar (info via ons kantoor op te vragen). Wat als je van werkgever verandert. Het geld wordt op een rekening - of eventueel polis- gestort bij een erkende verzekeraar, bank of dochter van een pensioenfonds. Jij hebt als werknemer de volledige vrijheid je financiële instelling te kiezen. Bij verandering van werkgever kan je dan de rekening 'meenemen'. Wat gebeurt er met het levenslooptegoed bij overlijden? Spaarrekening. Bij overlijden van de werknemer mag zijn levenslooptegoed ineens ter beschikking worden gesteld aan de erfgenamen. Voor de loonheffingen, met uitzondering van de werknemersverzekeringen, wordt het levenslooptegoed in dat geval beschouwd als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de overleden werknemer. Voor de inkomstenbelasting hebben de erfgenamen de keuze om dit postuum loon in de aangifte van de overledene op te nemen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking of in hun eigen aangifte als loon uit vroegere dienstbetrekking van een ander. Verzekering. Als u ervoor heeft gekozen te sparen/beleggen in een levensloopverzekering, dan heeft u de keuze kunnen maken om bij overlijden geen uitkering te ontvangen. In dat geval krijgt u een hogere opbrengst, maar ontvangen de nabestaanden dus geen uitkering. Heeft u gekozen om ook bij overlijden een uitkering te ontvangen, dan ontvangen uw nabestaanden bij uw overlijden een bruto uitkering. Mag u deelnemen aan de levensloopregeling en de spaarloonregeling? Elk jaar kunt u kiezen aan welke regeling u wilt deelnemen: de spaarloonregeling of de levensloopregeling. U kunt niet tegelijkertijd aan beide regelingen deelnemen. U kunt wel in één jaar uit beide regelingen geld opnemen. Bij de spaarloonregeling spaart u niet voor een bepaald doel. U kunt uw spaargeld dus overal voor gebruiken. Spaargeld uit de levensloopregeling moet u gebruiken voor een periode van onbetaald verlof. U mag elk jaar wisselen van regeling.
3
De verschillen tussen levensloop en spaarloon. U kunt kiezen tussen twee regelingen: levensloop en spaarloon. Aan beide tegelijk meedoen mag niet. Ieder jaar kun u opnieuw kiezen. Hieronder de belangrijkste verschillen op een rij: Spaarloon Het stimuleren van sparen
Levensloop Langer doorwerken, mogelijk gemaakt door het beter combineren van tijd voor werk, zorg en vrije tijd. Een betere combinatie wordt bereikt door te sparen voor verlof, Doel op te nemen wanneer de werknemer dat wil (bijvoorbeeld vakantie of studieverlof) of moet (bijvoorbeeld zorgverlof). Maximaal € 613 per jaar. De inleg De inleg wordt door de werkgever wordt door de werkgever ingehouden op het bruto loon en Inleg ingehouden op het bruto loon en maakt het over naar de uitvoerder. maakt het over naar de uitvoerder. De inleg staat minimaal 4 jaar vast. Het levenslooptegoed kan op elk moment worden Daarna kan vrij over het tegoed gewenst worden beschikt. Tijdens de periode opgenomen. Dit moet worden dat de inleg vast staat, kan het tegoed besteed, in overleg met de wel worden gebruikt voor werkgever, voor (onbetaald) verlof Besteding bijvoorbeeld de aankoop van een zoals vakantie, studieverlof, eigen woning en het betalen van zorgverlof en ‘eerder stoppen met premies voor een lijfrente of werken’. Het kan ook worden levensverzekering. gebruikt als aanvulling op het pensioen. (a) De inleg vermindert het bruto (a) De inleg vermindert het bruto loon (besparing loonbelasting en loon (besparing loonbelasting en premies volksen premies volksverzekeringen). Over werknemersverzekeringen). de inleg worden wel premies (b) Het tegoed is tot maximaal € werknemersverzekeringen geheven. 17.025 vrijgesteld van de heffing in Voor elk jaar dat wordt ingelegd box 3. ontstaat aanspraak op een (c) Het tegoed kan na de belastingkorting van €191,-(2008) . blokkeringtermijn door de Deze korting komt in mindering op werknemer vrij van heffing worden de belasting die bij opname moet worden betaald. Fiscale behandeling opgenomen. (b) Het tegoed is geheel vrij van de heffing in box 3. (c) Een opname wordt via de werkgever uitbetaald. De werkgever houdt over de opname loonbelasting en premies volksverzekeringen in. Er worden geen premies werknemersverzekeringen ingehouden. Het netto bedrag wordt uitgekeerd aan de werknemer.
4
De voordelen van levensloop. 1. U spaart voor vrije tijd op momenten dat u het nodig hebt. 2. Als u deelneemt aan de levensloop, krijgt u €191,- (2008) belastingkorting per spaarjaar. 3. Doet u mee aan levensloop en neemt u ouderschapsverlof? Dan krijgt u ouderschapsverlofkorting. 4. U kunt levensloop ook gebruiken om eerder te stoppen met werken. 5. Gebruikt u het opgebouwde tegoed niet voor verlof? Dan kunt u het toevoegen aan uw pensioen als u voldoende pensioenruimte hebt. De belastingkorting van € 191 (2008) per spaarjaar vervalt dan. 6. U mag het levenslooptegoed ook in een keer vlak voor u pensioen laten uitbetalen. U betaalt dan wel belasting over het bedrag. 7. Bent u geboren tussen 1950 en 1955? Dan mag u meer sparen voor levensloop. Maximaal uw volledige salaris. 8. Besluit u om te stoppen met sparen voor levensloop? Dan blijft uw tegoed gewoon staan. U krijgt er dan ook gewoon rente over. 9. Met levensloop bent u flexibel. U kunt uw inleg altijd wijzigen of (tijdelijk) stoppen. Ook kunt u levensloop voor diverse soorten van verlof inzetten.
Wat zijn de nadelen? • Het gespaarde geld kan alleen worden aangewend om betaald verlof op te nemen tijdens een dienstverband. Een periode van werkloosheid financieel overbruggen kan dus niet. Het is overigens wel mogelijk om het hele tegoed eenmalig uit te laten keren bij beëindiging van het dienstverband, maar in dat geval vervalt het recht op de gespaarde levensloop verlof korting; in dat geval zal het achteraf gezien vaak gunstiger zijn geweest om niet te hebben deelgenomen. • Voor het opnemen van het verlof heeft u toestemming van uw werkgever nodig. • U betaalt altijd belasting bij opname van het tegoed. (Dit in tegenstelling tot de spaarloonregeling waar na 4 jaar het tegoed vrij valt zonder dat er belasting over hoeft te worden betaald.) • Er kan niet tegelijkertijd aan de spaarloonregeling worden deelgenomen binnen één kalender jaar. • Het bedrag mag niet hoger zijn dat het laatste loon, en het gespaarde bedrag kan niet in één keer worden opgenomen. • Als u bij een kleine onderneming werkt kan het ook nadelig zijn. U werkt bijvoorbeeld bij een bedrijf waar 4 mensen in dienst zijn en u wilt verlof opnemen voor een wereld reis van 1 jaar. Dat is voor uw werkgever vrij lastig, want hij moet dan een vervanger gaan zoeken die nauwelijks kan worden ingewerkt en niet over voldoende ervaring beschikt. Daarnaast heeft u geen wettelijk recht om uw gespaarde verlof op te nemen. Nadeel: u spaart voor iets waar u misschien niets mee kan doen. Alleen voor zorgverlof en ouderschapsverlof ben u er zeker van dat u je gespaarde tegoed kan opnemen, maar ook daarvoor zijn weer regels vastgesteld.
5
Waar moet u op letten bij levensloop? U spaart voor verlof. Laat u het gespaarde tegoed uitbetalen, dan betaald u er belasting over. Soms moet u ook een boete betalen aan de aanbieder. Overleg met u werkgever. Als u verlof opneemt moet u dit in overleg doen met uw werkgever. Ziekte of arbeidsongeschiktheid. Als u ziek wordt of arbeidsongeschikt tijdens het levensloopverlof dan gaat het levensloopverlof gewoon door. In overleg met uw werkgever kunt u het levensloopverlof stopzetten. Werkloosheid. Als u tijdens uw levensloopverlof werkloos wordt (door bijvoorbeeld een faillissement), dan houdt het levensloopverlof op. Het saldo van uw levenslooptegoed blijft gewoon staan. Pensioenopbouw. Werkt u bij de overheid of het onderwijs dan is in de wet afgesproken dat tijdens het eerste jaar van uw levensloopverlof uw pensioenopbouw gewoon doorloopt. In de CAO is vastgelegd wie de premie betaalt. Als u langer verlof hebt, kan dat veranderen. Dat is afhankelijk van de afspraken die uw werkgever in de CAO heeft gemaakt.
TOP 5 levensloopbestedingen! 1. Tijd voor jezelf. Maak die mooie reis, pak die studie op of ga lekker klussen in en om het huis. 2. Tijd voor uw kind. Breng meer tijd door met uw kind(eren) en profiteer van ouderschapsverlofkorting van de belasting. 3. Tijd om iemand te verzorgen. Hebben uw ouders jouw zorg nodig, dan heeft u daar tijd en geld voor. 4. Vóór uw pensioen minder of zelfs helemaal stoppen met werken. Ga al vóór uw 65ste minder werken of stop zelfs helemaal. 5. Pensioen aanvullen. Gebruik uw levenslooptegoed pas ná uw loopbaan en vult uw pensioen ermee aan.
6