Wie wat bewaart die heeft wat: sparen
Bescherm uw spaargeld tegen onheil
Door slim om te gaan met eigen geld zijn veel doelen ondanks de crisis toch haalbaar Vermogens dreigen te krimpen door de lage rente, inflatie, hogere belastingen, kortingen op pensioenen en ook de dalende huizenprijzen. Beleggen is riskant omdat het crisis is. Hoe houdt u uw vermogen intact?
Mensen die met hard werken en ijverig sparen een behoorlijk vermogen hebben opgebouwd, hebben het niet makkelijk om het in stand te houden. De meeste banken bieden nog maar 1,8 procent rente op een gewone spaarrekening: minder dan de inflatie. De Belgische bank Argenta is een van de weinige banken die in Nederland nog een rente bieden van bijna 2 procent. Dat is alweer 0,6 procentpunt minder dan een jaar geleden, en de trend is - helaas voor spaarders - nog steeds omlaag. De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde begin mei de zogeheten geldmarktrente opnieuw, tot 0,5 procent, om de economie in de eurozone te stimuleren. Nooit eerder was die rente zo laag. Banken stemmen hun rentetarieven af op het lage ECB-tarief, Iedereen met vermogen heeft daar last van: pensioenfondsen, verzekeraars, en ook vermogende particulieren - inmiddels een behoorlijk aantal. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er in Nederland 2,2 miljoen huishoudens met een vermogen tussen 100.000 euro en een half miljoen euro - inclusief het huizenbezit. Ruim 1,3 miljoen huishoudens hebben een vermogen tussen 20.000 en 100.000 euro. Economen noemen het monetaire beleid van de ECB 'financiële repressie'. Dat is het uitknijpen van spaarders om de problemen van schuldenaars te verlichten. Het ziet er niet naar uit dat de Centrale Bank zijn beleid binnenkort verandert. ECB-president Mario Draghi heeft aangegeven dat hij de rente nog geruime tijd laag houdt. Draghi's beleid kost de Nederlandse spaarders, die 350 miljard euro op spaarrekeningen en spaardeposito's hebben gezet, veel geld. In 'normale tijden' is de spaarrente ongeveer gelijk aan de inflatie, plus 2 procent. Bij een inflatie van 2,6 procent (in april) zou dus een spaarrente van 4,6 procent passen, in plaats van de huidige 1,8 procent. Spaarders derven door de financiële repressie bijna 10 miljard euro per jaar aan rente-inkomsten - bijna 1 miljard per maand. De kortingen van april dit jaar op pensioenaanspraken, die grotendeels het gevolg zijn van de lage rente, zijn daarbij nog niet eens meegeteld. Wat te doen? Geld korte tijd vastzetten op een deposito is voor spaarders geen optie meer. 'Als je nu geld voor één jaar vastzet, levert dit zelfs 0,1 procent minder rente op dan een spaarrekening,' signaleert financieel adviseur Amanda Bulthuis op de website geld.nl. Alleen zeer langlopende deposito's bieden nog een enigszins aantrekkelijke rente. Uitwijken naar veilige Duitse of Nederlandse staatsobligaties is ook geen optie. Het rendement op zo'n obligatie bestaat uit de rentevergoeding plus de koersstijging. Die koersen zijn inmiddels zo hoog dat topanalist Francesco Garzarelli van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs speculeert op een forse koersdaling. Ze leveren bovendien nog minder rendement dan een gewone spaarrekening. Beleggers die hun geld voor korte tijd aan de Nederlandse overheid uitlenen, leggen er zelfs geld op toe. Rijkere spaarders, die onvermijdelijk te maken hebben met de vermogensrendementsheffing, betalen ook nog elk jaar 1,2 procent belasting over hun spaargeld en beleggingen, ongeacht het werkelijke rendement. Slechts 21.139 euro per persoon is vrijgesteld van deze omstreden heffing. Een spaarder die nu genoegen neemt met 1,8 procent rente, betaalt door de heffing bijna 67 procent belasting over zijn rente-inkomsten. Bij een inflatie van 2,6 procent daalt de reële waarde van het vermogen van zo'n spaarder elk jaar met liefst 2 procent. Aan de vermogensrendementsheffing is alleen te ontkomen door met spaargeld de hypotheek af te lossen. Of door te emigreren. 'Wie aan de financiële repressie van Draghi wil ontsnappen, moet gaan beleggen, met alle risico's van dien. Beleggen is juist voor mensen die vermogensopbouw nastreven. Veelal is het geen optie voor mensen die hun vermogen alleen in stand willen houden, en wars zijn van alle beleggingsrisico's. Van nature zijn overigens alle Nederlanders tamelijk risicomijdend. Niet alleen de 65-plussers, die circa 20 procent van al het particuliere vermogen van Nederlanders bezitten. Daarom beschrijft
Elsevier wat vermogenden kunnen doen om hun vermogen - in totaal 1.200 miljard euro, na aftrek van schulden- te beschermen. Er blijken nog genoeg mogelijkheden. Het vergt een realistische visie op het vermogen - of u er nu voor hebt gewerkt en gespaard, of het hebt verkregen uit een erfenis of loterij. Drie fundamentele vragen moeten worden beantwoord: waarvoor is het vermogen nodig? Wanneer is het vermogen nodig? En wat wilt u overdragen aan de kinderen?
Waar liggen kansen? Vijf mogelijkheden om te ontsnappen aan de lage rente Langlopende deposito's Alternatief voor een spaarrekening. Alleen met langlopende deposito's, waarbij geld voor langere tijd vaststaat bij de bank, krijgt u een hogere rente dan de inflatie. U bent wel kwetsbaar als de inflatie stijgt. Als de rente omhoog gaat, profiteert u daar namelijk niet van. Deposito's zijn geschikt voor het sparen voor de studie van kinderen. Obligaties van sterke bedrijven Bedrijfsobligaties leveren nu een iets hoger rendement op (vooral rente) dan Duitse en Nederlandse staatsobligaties, omdat u een iets groter kredietrisico loopt. Veel concerns staan er ondanks de crisis financieel goed voor. Pas wel op met valutarisico's bij obligaties van buiten de eurozone. Staatsobligaties uit de periferie Wie denkt dat de eurozone over tien jaar nog bestaat, kan Italiaanse of Spaanse staatsobligaties kopen. Die geven een rendement dat 2 tot 2,5 procentpunt hoger ligt dan Nederlands staatspapier. Als echter de eurocrisis escaleert, dalen de koersen sterk. Pas op met Griekse obligaties. Als de Griekse schuld deels wordt kwijtgescholden, zijn de verliezen groot. Staatsobligaties opkomende landen Deze boden afgelopen jaar rendementen van ruim 11 procent, terwijl de overheidsfinanciën in Azië prima op orde zijn. Maar de inflatie is er hoog. Valutakoersdalingen zijn een risico. De markt is gevoelig voor zeepbellen. Als beleggers er plotseling massaal uitstappen, klappen de koersen in elkaar. Japanse aandelen De Nikkei-lndex is sinds november 2012 bijna 70 procent gestegen na jarenlange koersverliezen, vooral door het beleid van de Japanse centrale bank en premier Shinzo Abe. Zij trachten de koers van de yen te drukken, om Japanse exportbedrijven een betere concurrentiepositie te geven. Ook proberen de autoriteiten de inflatie aan te jagen. Aanvankelijk lukte het plan en stegen de beurskoersen hard, maar eind mei gingen beleggers toch weer twijfelen. Wie nu instapt, kan weleens te laat zijn. Spaargeld veilig dankzij garanties Spaargeld is gegarandeerd tot 100.000 euro per persoon Dankzij het depositogarantiestelsel is spaargeld op spaarrekeningen, deposito's en betaalrekeningen gegarandeerd tot een bedrag van 100.000 euro per persoon, als de bank failliet gaat. Als twee partners een en/of-rekening hebben, is het dubbele bedrag gegarandeerd. De garantie geldt per bank. Dus wie meerdere rekeningen hij dezelfde bank aanhoudt, kan slechts éénmaal een beroep doen op het garantiestelsel. Wie meer spaargeld heeft, kan zijn geld over meerdere banken verdelen. Bij Rabobank kan vermogen worden verdeeld over verscheidene lokale Rabobanken, omdat die elk een aparte bankvergunning hebben. Let op bij buitenlandse banken, zoals de Belgische bank Argenta. Die kunnen onder een buitenlands garantiestelsel vallen, dat soms een lagere garantie biedt. In dat geval vult het Nederlandse stelsel de garantie aan tot 100.000 euro, maar bij problemen moet u dan bij twee instanties aankloppen. De beruchte casus rond de IJslandse bank Landsbanki (Icesave) in 2008 maakte duidelijk dat buitenlandse garantiestelsels soms minder stevig zijn dan het Nederlandse. Als in Nederland een bank failliet gaat, draaiende andere banken op voor de schade. Bij een faillissement van een grote bank zou dit het hele bankwezen kunnen ontwrichten. Daarom zijn Rabobank, ING Bank, ABN AMRO en SNS Bank als zogeheten systeembanken aangeduid. Zij worden gered door de overheid als ze in de problemen komen. Voor spaarders is dit een tweede waarborg dat ze hun geld terugkrijgen. Het depositogarantiestelsel is niet van toepassing op zogeheten achtergestelde deposito's, die vaak een hogere rentevergoeding bieden. Ook obligaties van een bank vallen niet onder de
garantieregeling. Leer kinderen sparen Wat is optimaal voor de kinderen en kleinkinderen? Voorkom problemen later Ouders en grootouders sparen vaak voor hun kinderen en kleinkinderen. Prima, want met kleine bedragen - twee tientjes per maand - wordt in achttien jaar bij 2 procent rente bijna ongemerkt een spaarpotje van 5.194 euro opgebouwd. ABN AMRO en SNS Bank spelen daarop in met premie of bonusspaarregelingen, zoals de bekende Zilvervloot. Na jaren sparen krijgen kinderen een aantrekkelijke eenmalige premie van 10 of 15 procent van hun spaartegoed. Kinderspaarrekeningen kennen ook vaak een hogere rente dan gewone. Kinderen het sparen jong aanleren, heeft veel voordelen. Ze leren spelenderwijs dat sparen synoniem is aan 'niet consumeren'. Zo Ieren ze met geld om te gaan. Als ze consequent 5 procent van hun bescheiden inkomen uit bijbaantjes sparen, kunnen ouders als beloning bijvoorbeeld nog 5 procent van de verdiensten op de spaarrekening storten. Krijgen kinderen in de puberteit het sparen onder de knie, dan verkleint dit de kans dat ze zich op latere leeftijd in de schulden steken, en bij hun ouders aankloppen als deurwaarders in hun nek hijgen. Dertig procent van de huidige jongvolwassenen (21 tot 34 jaar) kampt met schulden van meer dan 5.000 euro, meldde onlangs het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Vaak ontstaan de schulden doordat jongeren hun levensstijl handhaven, die ze zich in het ouderlijk huis net konden veroorloven, maar als ze zelfstandig wonen niet meer. Financiële problemen voorkomen is goedkoper dan genezen - ook voor de spaarpot van de ouders. Gebukt onder schulden Welke problemen moeten jongvolwassenen overwinnen? Hypotheken zijn vaak hoog Passende woonruimte vinden, heeft voor de meeste jongvolwassenen een veel hogere prioriteit dan sparen of vermogen opbouwen. Het netto-inkomen is meestal nog laag vergeleken met de woonlasten. Veel twintigers zijn de helft van hun netto-inkomen kwijt aan woonlasten: de huur of hypotheek, inclusief energie, verzekeringen en belastingen. Als ze met een vast dienstverband een huis kunnen kopen, dan gebeurt dat vaak met een hoge hypotheek. De afgelopen jaren was de gemiddelde startershypotheek opgelopen tot meer dan 110 procent van de aankoop- waarde van het huis van zo'n 130.000 euro, blijkt uit cijfers van De Nederlandsche Bank. Als er dan ook nog een studielening van 15.000 euro is, dan begint de jonge volwassene met een negatief eigen vermogen van maar liefst 28.000 euro, in een tijd dat huizenprijzen eerder dalen dan stijgen. Geen benijdenswaardig begin, want zelfs als ze gedisciplineerd 300 euro per maand zouden kunnen aflossen, dan zitten ze na vijf jaar nog steeds met een netto schuld van 12.000 euro. De overheid heeft met ingang van dit jaar de leenmogelijkheden beperkt voor starters op de koopwoningenmarkt. Ze mogen nog maximaal 105 procent van de aankoopwaarde van het huis lenen. Dat percentage gaat de komende jaren elk jaar een procent- punt omlaag, totdat de 100 procent bereikt is. Bovendien moeten huizenkopers hun hypotheek minimaal volgens een annuÏtair schema in dertig jaar aflossen. De maatregelen zijn bedoeld om problematische schulden te voorkomen en vermogensvorming te stimuleren, maar ze verhogen wel aanzienlijk de woonlasten. Ouders met flink wat spaargeld op de bank kunnen behulpzaam zijn. Met een lening van hun ouders van circa 57.000 euro tegen 2 procent rente, kunnen starters een 0,4 procentpunt lager rentepercentage bij de bank bedingen, als de hypotheek dankzij de lening van de ouders onder de 70 procent van de executiewaarde blijft. De ouders ontvangen van hun kind in dit voorbeeld dezelfde rente als hij de bank. Eventueel kunnen ze de rente jaarlijks belastingvrij schenken. Fiscaal wijzigt er voor ouders niets, maar het kind kan alle rente wel fiscaal aftrekken. Het kind bespaart door zo'n constructie ruim 1.700 bruto per jaar - circa 1.100 euro netto. Daarmee kan hij extra aflossen op de hypotheek. Ouders kunnen, in plaats van een lening, ook kiezen voor een belastingvrije, eenmalige schenking van maximaal 51,407 euro, als hun kind tussen 18 en 40 jaar oud is en de schenking gebruikt voor de aankoop van een huis. Dan krijgt het kind de financiële ruimte om zelf te sparen, terwijl de ouders na de gift jaarlijks 617 euro vermogensrendementsheffing besparen. Veel jonge mensen hebben nu vaak weinig budgetruimte om te sparen. Toch is het hard nodig, want het pensioensparen wordt door de overheid vanaf 2015 sterk beperkt. Volgens berekeningen van het Verbond van Verzekeraars kan een startende werknemer met een gebruikelijk carrièrepatroon in het huidige fiscale stelsel een pensioen (inclusief AOW) opbouwen van bijna 61 procent van zijn laatste salaris. Na de versobering komt dezelfde werknemer niet verder dan bijna 53 procent van zijn eindsalaris. Werknemers, die een steile carrière maken, en meer dan 100.000 euro gaan verdienen, worden nog veel harder getroffen door de versobering van de pensioenopbouw.
Door de versobering van de pensioenopbouw daalt overigens wel de pensioenpremie. Volgens schattingen van De Nederlandsche Bank valt er circa 6 miljard euro per jaar aan pensioenpremies vrij, waarvan bijna de helft via de inkomstenbelasting in de schatkist vloeit. De rest kunnen Nederlandse werknemers gebruiken om zelf een extra buffet aan te leggen voor het pensioen. Jonge mensen zijn vaak ambitieus, maar ook gevoelig voor aanlokkelijke aanbiedingen van gereputeerde én obscure financiële dienstverleners. Denk aan de beruchte woekerpolissen en aan Legio Lease. In de jaren negentig van de afgelopen eeuw vielen twintigers en dertigers massaal voor de valse charmes van aandelenleasecontracten van onder meer Legio Lease. Bij fors stijgende aandelenkoersen beloofden die contracten gouden bergen, maar de aanbieders vertelden er niet duidelijk bij dat dalende koersen tot grote verliezen konden leiden. Na de val van de beurskoersen in 2001 en 2002 zaten honderdduizenden mensen met een forse strop. Financiële dienstverleners blijven het proberen - nu weer met goudrekeningen en met kavels landbouwgrond die fors in waarde kunnen stijgen bij een mogelijke bestemmingswijziging. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) waarschuwde in mei expliciet voor aanbieders van bepaalde verzekeringsproducten, die in reclames worden vergeleken met spaarrekeningen. 'Deze producten kennen juist grotere risico's en in sommige gevallen hogere kosten,' waarschuwt de toezichthouder op de website afm.nl. Ook stelt de AFM dat 'grond- en goudbeleggingen' geen goed alternatief zijn voor sparen, ook al wordt dat door sommige aanbieders wel gesuggereerd. De top van de hypotheek aflossen, is voor jonge volwassenen ongetwijfeld het beste advies om vermogen op te bouwen, zeker zolang de huizenprijzen onder druk staan. Het maakt ze minder kwetsbaar voor tegenslag, zoals tijdelijke werkloosheid. Daarnaast kunnen ze het best een buffet opbouwen via een spaarrekening. Op de website nibud.nl staan adviezen over de omvang van de minimale buffers voor verschillende typen huishoudens. Beperk de studiekosten Als het inkomen piekt, moeten de hoge studiekosten van kinderen worden betaald Rond 45 À 50 jaar piekt de carrière, en dus ook het inkomen van de meeste werknemers. Vaak is dan echter ook de kostenpost voor studerende kinderen relatief hoog. Is tegen die tijd de hypotheek voor een groot deel afgelost, dan komt er meestal voldoende geld vrij om extra te sparen, of de hypotheek versneld af te lossen. Dat laatste kan fiscaal voordelig zijn. Zodra de hypotheek is afgelost, hoeft een woningeigenaar geen eigen woningforfait meer op te tellen bij zijn belastbaar inkomen. Op een woning met een WOZ-waarde van 350.000 euro scheelt dat een fiscale inkomensbijtelling van 2.100 euro per jaar. De stijgende studiekosten vormen een bron van financiële zorgen voor veel ouders met studerende kinderen. Zeker nu het kabinet-Rutte met ingang van het studiejaar 2015/2016 het mes zet in de studiefinanciering. Een sociaal leenstelsel vervangt dan de huidige basisbeurs van 3.264 euro per jaar voor uitwonende studenten. Als kinderen alle studiekosten en kosten van levensonderhoud moeten lenen, bouwen ze al snel studieschulden van vele tienduizenden euro's per persoon op. Als ouders zelf voldoende vermogen hebben opgebouwd, kunnen ze hen helpen om dat te voorkomen. Ouders kunnen bijvoorbeeld overwegen een appartement te kopen voor de (twee) kinderen als ze in dezelfde stad studeren. In populaire studentensteden als Amsterdam of Utrecht zijn ze anders voor de huur van twee studentenkamers al gauw 1.000 euro per maand kwijt. Huizen lijken, na de prijsdaling van gemiddeld 19 procent ten opzichte van de piek in 2008, nu redelijk geprijsd. De Nederlandsche Bank vreest dat de prijzen nog zeker 10 tot 15 procent omlaaggaan, maar analisten van Rabobank verwachten dat de markt in 2014 stabiliseert. Wie een driekamerappartement van bijvoorbeeld 150.000 euro met eigen middelen aanschaft, blijft wel 1,2 procent vermogensrendementsheffing, ofwel 1.800 euro per jaar, betalen over dit bedrag. Het appartement komt namelijk in box 3, omdat de ouders er niet zelf wonen. Bovendien derven ze maximaal 2 procent spaarrente, ofwel 3.000 euro. Voor in totaal 4.800 euro per jaar hebben de ouders dan twee studerende kinderen onderdak verschaft. Dat lukt niet met huren. Wie onvoldoende spaargeld heeft om een appartement van 150.000 euro voor studerende kinderen te kopen, kan overwegen een deel te financieren met een aflossingsvrije hypotheek van 100.000 euro en 50.000 euro spaargeld. De hypotheekrente is momenteel betrekkelijk laag: 3,5 procent, ofwel 3.500 euro per jaar. Aftrekbaar is die rente echter niet. Het appartement kost dan, inclusief 600 euro vermogensrendementsheffing en 1.000 euro rentederving, in totaal 5.100 euro per jaar, ofwel 425 euro per maand. Als het appartement elk jaar 2 procent in waarde stijgt, is er na vier jaar bij verkoop een belastingvrije winst van ruim 12.000 euro. Daarmee kan de helft van de woonlasten voor de kinderen worden terugverdiend. Uiteraard is zo'n waardestijging niet gegarandeerd.
Sparen of toch aflossen Dan bent u 55-plusser, en bemiddeld. Hypotheek aflossen is niet altijd voordelig Voor veel 55-plussers vormen de over- waarde op hun huis en hun pensioenaanspraken de grootste vermogensposten. Beide zijn kwetsbaar, want tegen prijsdalingen van het eigen huis en kortingen op pensioenaanspraken valt helaas niet te verzekeren. De verliezen zijn al hoog opgelopen door de kredietcrisis, bankencrisis en eurocrisis. De Nederlandsche Bank schat dat na afloop van de crisisperiode, naar verwachting in 2015, ongeveer 300 miljard euro aan overwaarde op huizen als verloren moet worden beschouwd. In april dit jaar is voor circa 10 miljard euro aan pensioenaanspraken 'afgestempe1d ,en komend jaar zullen tientallen pensioenfondsen opnieuw moeten korten op de aanspraken. Het zijn voor het grootste deel papieren verliezen, die u niet direct in uw portemonnee voelt, maar dat maakt het niet minder zuur. Doorgaan met vermogen opbouwen, is de enige optie om forse papieren verliezen op pensioen en huis wat te neutraliseren. Zijn de kinderen het huis uit, en kunnen ze zichzelf bedruipen? Dan is de keuze: de resterende hypotheek verder aflossen, of extra sparen. Het is lastig om te bepalen wat beter is. Wie naast 200.000 euro spaargeld een aflossingsvrije hypotheek heeft van 200.000 euro tegen 4,5 procent rente, betaalt netto 4.320 euro rente, als hij in het 52-procenttarief van de inkomstenbelasting valt. Wie spaargeld voor aflossing gebruikt, derft jaarlijks netto 0,8 procent rente (2 procent min 1,2 procent vermogensrendementsheffing). Dat is slechts 1.600 euro. Aflossen lijkt dus voordelig, zeker als ook de bijtelling wegens het eigen woningforfait vervalt voor het hypotheekvrije huis. Maar wie zijn hypotheek aanhoudt, profiteert van de inflatie. De waarde van de hypotheek daalt bij een jaarlijkse inflatie van 2 procent in tien jaar tijd met ongeveer 22 procent. Dat is 44.000 euro. Over tien jaar aflossen lijkt dan toch aantrekkelijker. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft eenderde van de 60-plussers zijn hypotheek volledig afgelost. Tweederde heeft dat - veelal bewust - niet gedaan. De helft van hen heeft een aflossingsvrije hypotheek, wegens de relatief lage maandlasten. Een alternatief is het (te) grote huis verkopen en vervolgens kleiner gaan wonen - al nodigt de situatie op de huizenmarkt daar op dit moment bepaald niet toe uit. Een ruim huis is uiteraard comfortabel, maar de kosten voor onderhoud, verzekeringen, belastingen, en de energielasten maken dat comfort wel erg prijzig. Verhuizen naar een aangenaam appartement scheelt al snel vele duizenden euro's per jaar. Het geld dat hij de verkoop is vrijgekomen, kan op een spaarrekening worden gezet, maar dat levert momenteel door de lage rente weinig op. Bovendien maakt dat kwetsbaarder voor toenemende inflatie. Inflatie is voor bemiddelde 55-plussers de komende jaren de grootste vijand. Zelfs als de inflatie beperkt blijft tot 2 3 procent per jaar, kunt u door de lage rente na tien jaar 25 tot 35 procent minder kopen van uw financiële vermogen. Pensioenfondsen staan er bovendien financieel zwak voor. De kans is groot dat pensioenaanspraken de komende jaren niet kunnen worden aangepast aan de inflatie. De inflatie komt dan dubbel zo hard aan. Dat proces gaat heel geleidelijk, dus bijna ongemerkt. Er zijn helaas weinig financiële producten die vermogen beschermen tegen inflatie. Er is een beperkt aanbod van Franse en Italiaanse staatsobligaties, die een rentevergoeding bieden die oploopt als de inflatie aantrekt. De Nederlandse overheid verkoopt zulke inflation-linked bands niet. Voor wie absoluut niet wil beleggen, zijn er alternatieven voor de spaarrekening. Koop bijvoorbeeld een starterswoning en verhuur die. Zo'n verhuurd huis biedt de komende jaren waarschijnlijk een betere bescherming tegen inflatie dan een spaarpot. Goede zorg wordt duur Gepensioneerden zijn, terecht, vooral bezorgd over hoge zorgkosten en erfbelastingen Na het werkzame leven begint de renteniersfase, althans voor wie zijn zaken goed op orde heeft. Wie alleen een bescheiden pensioen heeft opgebouwd, gaat het de komende jaren moeilijk krijgen door stijgende huren, energielasten, belastingen en zorgkosten. De kosten stijgen jaarlijks, maar het aanvullende pensioen (boven op de AOW) blijft de komende jaren vaak hetzelfde. Behoort de gepensioneerde tot deze categorie, dan kan hij overwegen naar het zonnige Algarve te verhuizen. In Portugal wordt pensioen niet belast. Brutopensioen is nettopensioen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek namen de afgelopen vijf jaar ruim vijfduizend pensionado's die stap. Ook Spanje en Frankrijk zijn populair onder gepensioneerden, omdat pensioenen laag worden belast. In Spanje zijn bovendien, na huizenprijsdalingen van 35 tot 40 procent, fraaie villa's te koop voor de prijs van een eenvoudige doorzonwoning in de Randstad. Wie een goed pensioen heeft opgebouwd van 60 tot 70 procent van het laatstverdiende salaris, en
ook een goed gevulde spaarrekening en een (bijna) hypotheekvrij huis bezit, hoeft zich weinig zorgen meer te maken over zijn vermogensopbouw. Dankzij het pensioen is het financiële risico dat hij of zij zeer oud wordt, wel afgedekt. Maar niet alle risico's voor het opgebouwde vermogen zijn weg. Ouderen van wie de gezondheid plotseling sterk achteruitgaat, en die in een verpleegtehuis terechtkomen, kunnen hun vermogen in hoog tempo zien afnemen door een hoge eigen bijdrage aan de verpleeg(tehuis)kosten. Voor de berekening van die eigenbijdrage telt de overheid namelijk sinds begin dit jaar 8 procent van het vermogen (exclusief de vrijstelling van 21.139 euro) in box 3 op bij het inkomen, om te bepalen hoe hoog de eigen bijdrage is. De maximum eigen bijdrage is in 2013 ruim 26.270 euro per jaar. Vooral ouderen met een laag pensioeninkomen maar een goed gevulde spaarrekening zijn dit jaar onaangenaam verrast door de nieuwe vermogenstoets. Ze trachten de hoge eigen bijdrage te vermijden door geleidelijk vermogen via schenkingen over te dragen aan hun kinderen. Jaarlijks is aan kinderen 5.141 euro belastingvrij te schenken. Hiermee besparen de ouderen de jaarlijkse vermogensrendementsheffing van 1,2 procent, en op termijn besparen hun kinderen erfbelasting. Dit is de populairste methode om bescheiden vermogens op een fiscaal vriendelijke manier aan kinderen over te dragen. Wil de ouder de beschikking houden over het geld, dan kan hij het op papier aan de kinderen schenken en direct teruglenen tegen maximaal 6 procent rente. De kinderen krijgen dan een vordering op de ouder, waarover ze - afgezien van een beperkte vrijstelling vermogensrendementsheffing moeten betalen. De ouder bespaart dankzij de schuld aan de kinderen op deze heffing. Door de rentebetalingen wordt het vermogen uitgehold, en besparen de kinderen op termijn erfbelasting. Zo'n schenking op papier moet wel via de notaris. Anders accepteert de Belastingdienst de populaire constructie beslist niet.
Magere vergoeding Top-5 hoogste spaarrentes Zonder beperkingen procent Nationale-Nederlanden internetsparen 1,95 Argenta Internetspaarrekening 1,95 LeasePlan Bank internetsparen 1,93 MoneYou spaarrekening 1,90 NIBC Direct internetspaarrekening 1,90
Deposito (5 jaar vast) procent BIGBANK deposito 3,30 Argenta termijndeposito 2,80 Anadoluxbank Alpha depositorekening 2,80 DHB Bank depositorekening 2,80 Credit Europe Bank termijndeposito 2,75 Bron: Independener (peildatum 13 juni 2013)