Quarterly
PERSPECTIVES ON BANKING
Zet uw spaargeld aan het werk Martine Reynaers en Peter De Keyzer over conservatieve spaarders en roekeloze beleggers Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect.
scherpgesteld
4 Spaarders en beleggers staan nog altijd afkerig tegenover elke vorm van risico. We parkeren ons kapitaal op een spaarrekening. Door de depositogarantie is daar geen enkel risico aan verbonden, maar hetzelfde geldt niet voor de bedrijfsobligaties die beleggers nog altijd gretig inslaan. Beleggers hebben wel eens een verkeerd beeld van de risico’s die ze nemen. De mokerslag van de crisis in 2008 speelt daar een belangrijke rol. Maar er is meer. Veel mensen zijn onzeker over de toekomst. Dat weerspiegelt zich in de manier waarop we sparen en beleggen. Het kortetermijndenken verwijst elke langetermijnvisie naar de achtergrond en spaargeld moet vooral beschikbaar blijven. Bovendien speelt ook het zogenoemde Ricardo-effect: we slaan massaal aan het sparen als de overheidsschuld oploopt. Want vroeg of laat krijgen we die rekening gepresenteerd in de vorm van hogere belastingen. We sparen om te anticiperen op toekomstige belastingen. De crisis en de bijhorende risicoaversie zijn nog lang niet van de baan. Nochtans hebben bedrijven een grote nood aan risicokapitaal. Om te investeren, banen te creëren en de economie weer aan te zwengelen. Daarom is het ontzettend belangrijk om mensen weer te verzoenen met de beurs. Maar omdat de risicoaversie nog zo groot is, moet de overheid investeringen in risicokapitaal stimuleren. Hoe? Bijvoorbeeld door een fiscaal voordeel te koppelen aan investeringen in aandelen of beleggingsfondsen. Het idee van de uitbreiding van de fiscale vrijstelling voor het spaarboekje naar andere activa, waaronder aandelen, is een stap in de goede richting. Maar dat gaat nog altijd niet ver genoeg. Want wie geld parkeert op een spaarrekening neemt minder risico’s dan wie een aandeel koopt. En wie meer risico’s neemt, zou ook een groter fiscaal voordeel moeten krijgen. Natuurlijk moet de overheid daar voorwaarden aan koppelen. Zo bevatte de wet Cooreman-De Clercq uit 1982 een belastingvermindering voor wie aandelen kocht en die aandelen minstens vijf jaar in zijn portefeuille hield. Zulke beperkingen kunnen duurzame aandelenbeleggingen alleen maar ten goede komen. In dat opzicht is het ook heel treurig dat de overheid recentelijk de beurstaks en roerende voorheffing fors heeft opgetrokken. Want zo maak je aandelenbeleggingen niet aantrekkelijker. En uiteindelijk zijn die toch broodnodig.
Bruno Colmant Partner adviesbedrijf Roland Berger
B NK situering B NK is een crossmediaal contentplatform over maatschappelijk verantwoord en modern bankieren. Door te informeren wil B NK het debat en de dialoog aangaan met opmerkelijke, vernieuwende en concrete verhalen. Deze editie is gepubliceerd op 11 december 2013. www.tijd.be/bnk
Beleggen voor zelfverzekerde mensen
8 Financiële opvoeding moet spaarcenten aan het werk zetten
20 Nieuwe regels bieden meer bescherming en inzicht
0 10
0 10
0 10
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100 100
6 Belg hoopt slapend rijk te worden
100
“Meer luxe”
14 De psyche van de belegger
“Het is crisis” “Te weinig intrest”
17
Ons feilbare denken
18 De opbrengst van uw spaargeld
28 Beleggen met een persoonlijke toets
Colofon Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect. Coördinatie: Veronique Soetaert Lay-out: Björn De Greef, Christine Dubois Foto: Frank Toussaint VU: Walter Torfs, Stuiversstraat 2, 1000 Brussel
Tijd Connect biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. De betrokken partner is zelf verantwoordelijk voor de inhoud.
CONNECT
Beleggen voor zelfverzekerde mensen Marc De Ceuster, Universiteit Antwerpen
I Sparen en beleggen I
Beleggen: een zaak van alleen maar cijfertjes en ratio? Helemaal niet, vindt Marc De Ceuster, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en academic director Personal Financial Planning aan de Antwerp Management School. Mensen - en dus ook beleggers - maken nu eenmaal systematisch fouten. En leren daar bijna nooit van.
et Nobelprijscomité erkende het belang van de psychologie door de Nobelprijs Economie in 2002 toe te kennen aan Daniel Kahneman (zie p.17). Ondanks de vurige pleidooien van de huidige Nobelprijswinnaar Eugene Fama om uit te gaan van rationeel denkende mensen, zijn velen ervan overtuigd dat de rol van psychologie maar beter niet onderschat wordt. Mensen zijn nu eenmaal niet altijd even rationeel en ze maken systematisch fouten. De Romeinse filosoof Seneca poneerde al dat vergissen menselijk is (‘Errare humanum est’), maar volharden beschouwde hij des duivels. En toch lijkt het erop dat het duiveltje in ons allen zit. Tijdens lezingen herhaal ik vaak het experiment van Ola Svenson (1981). Ik vraag de toehoorders hun kwaliteiten als autobestuurder in te schatten. En dan stel ik keer op keer vast dat veel meer dan een kwart van de mensen vindt dat ze behoren tot de 25 procent beste chauffeurs. Het hoeft niet te verbazen dat slechts een beperkte minderheid zichzelf classificeert bij de 25 procent slechtste bestuurders. Hoe komt het toch dat de meeste mensen zoveel zelfvertrouwen aan de dag leggen? Abnormaal schijnt dit gedrag niet te zijn, want elke groep van toehoorders gedraagt zich net zo. Gewapend met deze kennis, start ik dan een tweede experiment, een miniquiz met tien vragen. Naast ‘weggevers’ zoals het jaar waarin Leonardo Da Vinci de Mona Lisa schilderde (1513) of de afstand die een vliegtuig aflegt tussen Parijs en Sydney (16.964 km), peil ik ook naar het aantal transistors dat de Pentium III bevatte (9,5 miljoen). Omdat ik niet verwacht dat mijn proefkonijnen zulke antwoorden met de grootste nauwkeurigheid kunnen geven, stel ik voor dat ze een interval geven waarvan zij 90 procent zeker zijn dat het juiste antwoord daarbinnen valt. Met andere woorden: stel het interval zo ruim dat je 9 op de 10 vragen juist beantwoordt. Tot verbazing van velen slagen de meeste mensen er niet in meer dan 4 à 5 vragen correct te beantwoorden. Het wordt duidelijk dat het menselijk is om fouten te maken en dat we blijkbaar bij het beantwoorden van deze vragen niets geleerd hebben uit het eerste experiment.
H
I5I
Rendement Wat heeft dit nu met beleggen te maken? Alles! Te veel zelfvertrouwen doet ons te rooskleurig kijken naar het verwachte rendement van beleggingen en het doet ons het risico substantieel onderschatten. Niet overtuigd? Stel dat u uw vermogen belegd had in de Belgische aandelenbeurs over de hele 20ste eeuw. Hoe groot schat u – met een zekerheid van 95 procent - het interval in van de geobserveerde jaarlijkse reële rendementen? Kijken we naar de Belgische aandelenmarkt, dan bedroeg over de periode 1900-2000 de groeivoet van het aandelenvermogen in reële termen slechts 3 procent, met een volatiliteit van 22 procent. (De inflatie bedroeg over die periode bijna 7 procent.) Voor een betrouwbaarheid van 99 procent impliceren deze cijfers ruwweg een interval tussen -63 procent en +70 procent. De meeste mensen verwachten niet dat de waarde van hun gediversifieerde aandelenportefeuille in één jaar tijd kan halveren. Maar de economische realiteit is anders. Hoewel het vandaag populair is om op de kap van de banken te zitten, helpt juist de bankier ons om kapitaalbescherming te realiseren via zijn productaanbod. ||
VEEL MEER DAN EEN KWART VAN DE MENSEN VINDT DAT ZE BEHOREN TOT DE 25 PROCENT BESTE CHAUFFEURS. Marc De Ceuster - Universiteit Antwerpen
l Sparen en beleggen l
Belg hoopt slapend rijk te worden Samen hebben we zo’n 245 miljard euro op onze spaarboekjes staan - een recordbedrag. Vier op de tien Belgen beleggen op lange termijn. Toch vinden we vaak dat we onvoldoende sparen en stellen we belangrijke beslissingen uit voor later, omdat ze te ingewikkeld lijken. Dat blijkt een B NK-enquête rond sparen en beleggen.
95% van de Belgische gezinnen heeft een spaarrekening. 100
3+ Vier op de tien gezinnen hebben drie of meer rekeningen, als buffer voor onvoorziene uitgaven.
100
100 100
+ 4,4%
100
100
100 100 100
Drie op de tien gezinnen leggen maandelijks tussen de 100 en 300 euro opzij.
Een Belg verwacht gemiddeld een hoog rendement op zijn spaargeld.
Maar niet iedereen spaart even stipt. 3 op de 10 Belgen sparen maandelijks niets.
43% van de Belgen doet niet aan pensioensparen.
31% van de Belgen volgt zijn spaarportefeuille amper op.
35-54-jarigen, Franstaligen en mensen uit de lagere sociale klasse geven aan minder te sparen.
Een minderheid van de Belgen doet niet aan pensioensparen. Waarom niet?
23 procent van de Belgen volgt zijn portefeuille minstens wekelijks op. Wat zijn de populairste bronnen?
Geen geld over
30%
PC-banking
56%
Te laag inkomen
29%
Rekeningafschriften
32%
Nog niet mee bezig
24%
Website van mijn bank
26%
Geld nodig
18%
Contactpersoon bij de bank
13%
Nutteloos
9%
Gespecialiseerde websites
7%
“Meer luxe” “Het is crisis” “Te weinig intrest”
I6I
l Sparen en beleggen l
Vier op de tien Belgen hebben een belegging, vooral voor doelen op lange termijn. 100
0 10 100
100
Top 5 populairste beleggingsproducten
0 10
100
100
0 10
100
100
+5,5%
100
100
100
100
100
100 100
37%
Termijnrekening
35%
Aandeel
26%
Tak 21-levensverzekering
22%
Producten met kapitaalsgarantie
21%
Beleggingsfondsen
100
Drie op de tien Belgen hebben een spaarrekening met meer dan zes keer hun maandelijks nettoinkomen.
Een belegger verwacht een hoger rendement dan bij een spaarboekje door het hogere risico en de instapkosten.
Maar toch blijft de drempel hoog en staren we ons blind op rendement. “Geen interesse” “Ingewikkeld kluwen”
“Te weinig info”
4 op de 10 beleggers schatten hun eigen kennis van beleggingen laag in. Eén op de twee wil wel graag meer weten over de financiële markten.
38% van de beleggers vindt het rendement het belangrijkste argument.
43% van de beleggers vindt investeren in duurzame projecten belangrijk.
•Slechts 12 procent van de be-
Maar slechts weinigen zijn bereid hiervoor een extra inspanning te leveren.
leggers laat zich leiden door kennis over de belegging.
•Vooral het verwachte rendement verleidt een belegger bij een aankoopbeslissing.
•Eerder dan een hoog rendement willen beleggers vooral een zeker rendement.
42%
“Ik aanvaard hiervoor geen lager rendement”
60%
“Ik aanvaard hiervoor geen hoger risico”
53%
“Ik wil hiervoor geen deel van het rendement afstaan”
80% van de beleggers vertrouwt op de rol van de bank. Wie geeft het belangrijkste advies bij de aankoop van een beleggingsproduct? 43%
Adviseur bij mijn bank
24%
Vrienden, familie, kennissen
8%
Financiële vergelijkingssites
8%
Adviseurs bij andere banken
6%
Gespecialiseerde media
Bron: enquête bij 1.225 Belgische consumenten door Insites Consulting, oktober 2013
I7I
Financiële opvoeding moet spaarcenten aan het werk zetten Wat mogen spaarders en beleggers verwachten voor de toekomst? En wat is er nodig om de financiële en economische wereld naar rustiger vaarwater te loodsen? Vijf specialisten laten er hun licht over schijnen.
I8I
Vlnr: Philippe Gijsels (BNP Paribas Fortis), Jos Walravens (VFB, Philippe Janssens (Stadim), Koen De Leus (KBC) en Frank De Mol (De Belegger).
r schort iets aan de financiële kennis van veel spaarders en beleggers. Dat begint al op de schoolbanken, waar er amper aandacht is voor de financiële keuzes die we later moeten maken. Het zorgt ervoor dat niet iedereen realistisch is over de rendementen die hij van zijn spaar- en beleggingsproducten mag verwachten. En een gebrek aan inzicht over de risico’s verhindert ook dat de immense Belgische spaarberg zijn weg vindt naar de reële economie. Financiële opvoeding én fiscale stimulansen om de investering in risicokapitaal aan te moedigen zijn basisingrediënten voor een economische heropleving. Dat is een van de belangrijkste conclusies nadat vijf doorwinterde experts de koppen bij elkaar gestoken hadden: Koen De Leus (senior econoom KBC), Frank De Mol (adjuncthoofdredacteur van het adviesblad De Belegger), Philippe Gijsels (hoofdstrateeg BNP Paribas Fortis), Philippe Janssens (gedelegeerd bestuurder van vastgoedconsultant Stadim) en Jos Walravens (gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Federatie van Beleggers).
E
Er lijkt maar geen einde te komen aan het klimaat van lage rentes en meer dan ooit gaan spaarders op zoek naar extra rendement. Is dit nog wel een gezonde situatie? De Leus: ‘Door de rente zo laag te houden, probeert de Europese Centrale Bank mensen te stimuleren om te consumeren of om te investeren in meer risicovolle beleggingen. Daarmee
I9I
probeert de instelling natuurlijk om de economie weer op toerental te krijgen. Beleggers die op zoek zijn naar een hoger rendement hebben daardoor geen andere keuze dan te investeren in meer risicovolle beleggingen, zoals aandelen of hoogrentende obligaties in groeimarkten.’ Gijsels: ‘Hoewel we voetbalvelden vol geld in het financiële systeem pompen, komt de inflatie maar niet op gang. Dat is momenteel het grootste probleem, want zonder inflatie is het niet mogelijk om spaargeld te activeren en te transfereren naar de reële economie. Logisch ook: door de lage inflatie is er ondanks de lage rente nog altijd sprake van een positief reëel rendement. Daardoor is er wel een opwaartse druk op de prijzen van activaklassen zoals vastgoed en aandelen, maar blijven prijsstijgingen in de reële economie achterwege. En daar ben ik toch wel wat bang voor, want het is nog niet duidelijk of we afstevenen op een inflatoire of een deflatoire wereld.’ Walravens: ‘Net daarom moeten we ervoor opletten om van het ene uiterste in het andere
>
l Sparen en beleggen l
BANKEN MOETEN OOK INFORMEREN OVER DE MANIER WAAROP INFLATIE SPAARCENTEN KAN OPVRETEN. Philippe Gijsels, BNP Paribas Fortis
>
terecht te komen door spaargeld in één klap om te zetten in heel risicovolle beleggingen. Het is belangrijk om het spaargeld te activeren, maar we mogen te grote risico’s nemen ook niet cultiveren. We mogen niet uit het oog verliezen dat er tussen spaargeld en speculatieve beleggingen nog een tussenweg ligt, gaande van de aankoop van een eigen huis of investeringen in beleggingsfondsen met kapitaalgarantie tot meer risicovollere beleggingsproducten, zoals aandelen.’ De lage rentes volstaan dus niet om het immense spaarkapitaal aan het werk te zetten in de reële economie. Welke maatregelen zijn er dan nodig om het spaargeld te activeren? De Leus: ‘Met meer fiscale stimulansen voor aandelenkapitaal zou de overheid ondernemingszin stimuleren. Meer ondernemingen impliceert meer concurrentie en vernieuwing, en dus een hogere productiviteit. En dat is cruciaal omdat in de toekomst onze economische groei nog meer dan nu afhankelijk wordt van de productiviteitstoename Want door de vergrijzing is er geen groeiende arbeidsbevolking die de groei zal ondersteunen.’ Walravens: ‘Ik pleit voor een opgepoetste versie van de wet Cooreman-De Clercq. Die wet uit 1982 stimuleerde de aankoop van Belgische aandelen door er een fiscaal voordeel aan te koppelen. Dat heeft toen gezorgd voor een boom van de economie. Die wet kun je natuurlijk niet op dezelfde manier introduceren als toen, alleen al omdat banken nu gebonden zijn aan de risicoprofielen van hun klanten. Daarom is het verstandig om dat fiscaal voordeel ruimer te bekijken en niet alleen toe te spitsen op aandelen, maar bijvoorbeeld ook op Belgische fondsen en obligaties. Maar je kunt er niet omheen dat een toename van het aandelenkapitaal een goede manier is om de economie weer aan te zwengelen. Zowel onze bedrijven
als onze economie hebben zoiets heel hard nodig. En uiteindelijk zal ook de belegger er zijn voordeel mee kunnen doen.’ Janssens: ‘Je moet het succes van de wet Cooreman-De Clercq natuurlijk wel in de juiste context plaatsen. Op dat moment stond de Brusselse beursindex op een dieptepunt, terwijl de recordrente de jaren erna weer langzaam naar beneden gleed.’ Zijn de vooruitzichten voor de aandelenmarkten voldoende positief om mensen in die richting te stuwen? Gijsels: ‘De situatie lijkt vandaag toch nogal op die in 1982. Het klopt dat de rente nu heel laag staat en toen niet. Maar momenteel zijn aandelen toch wel iets beter gewaardeerd dan op andere bodems. Daardoor ben ik ervan overtuigd dat het nu geen slecht instapmoment is voor aandelen. Zowel de Amerikaanse beursindex S&P als de Duitse DAX-index heeft al een historisch record bereikt. De Brusselse index staat daar nog een heel eind af, maar dat heeft vooral te maken met de samenstelling van de Bel20. Ik heb dus echt het gevoel dat de trein vertrokken is en dat we evolueren naar een periode die structureel beter zal zijn dan de voorbije dertien jaar.’ De Mol: ‘Daarbij moet je er natuurlijk wel rekening mee houden dat de grootste winsten telkens worden gerealiseerd in de beginfase van een hausse. Er is dus al een groot stuk afgelegd. Dit betekent niet dat we negatief geworden zijn voor aandelen. De kapitaalstromen ten gunste van aandelen zien we immers nog een tijdje aanhouden.’ Toch staan beleggers nog heel argwanend tegenover aandelen en geven ze nog vaak de voorkeur aan obligaties. Schatten ze de risico’s van hun beleggingskeuzes verkeerd in? Walravens: ‘Veel bedrijven zijn momenteel niet alleen schuldenvrij, ze zitten ook vaak op een immense berg cash. Dat is een gigantisch groot verschil met de situatie in de jaren tachtig. De kwaliteit van een aandeel is sindsdien dus substantieel verbeterd. Voor beleggers is dat een belangrijke garantie en dat moeten we hen toch eens duidelijk maken. Nu zie je vaak dat bedrijven hun aandeel van de beurs halen en vervolgens een obligatie uitgeven waarop beleggers massaal intekenen. Maar zeg mij eens wat het verschil is tussen dat aandeel en die obligatie, want het blijft wel dezelfde onderneming. Toch beschouwen beleggers die obligatie
I 10 I
Peter Adams
Het bankadvies van de toekomst
als een meer veilige belegging. Ondertussen nemen ze in hun zoektocht naar een hoger rendement vaak hun toevlucht tot tweederangsobligaties, waarmee ze grotere risico’s nemen dan met aandelen.’
‘De banksector boezemt bij de consument nog maar weinig vertrouwen in. Banken hebben dus nog een hele weg af te leggen om dat vertrouwen weer te herstellen.’ Dat zegt Peter Adams, partner van The Boston Consulting Group. Hij volgt de banksector op de voet en adviseert retailbanken bij hun beleidskeuzes. Hij is er van overtuigd dat banken uit een ander vaatje moeten tappen. ‘De meeste mensen verdiepen zich meer in een technisch product zoals hun iPhone, dan in een bancair product. Net daarom moeten banken hun aanbod vereenvoudigen. Het huidige aanbod is vaak ongelooflijk uitgebreid en daardoor ook veel te complex. Klanten hebben nu bijvoorbeeld de keuze uit honderden fondsen verspreid over de hele wereld, maar in dat overaanbod vindt bijna niemand nog zijn weg’, zegt Adams. Maar niet alleen het aanbod moet eenvoudiger. ‘Hetzelfde geldt voor de producten die banken aanbieden. Het moet perfect duidelijk zijn hoe die functioneren, wat de risico’s zijn en hoe het kostenplaatje er uitziet. Op dat vlak is er vaak nog te weinig transparantie.’ Het is volgens de consultant ook geen toeval dat banken sleutelen aan hun kantorennetwerk. Voor hun verrichtingen worden klanten steeds vaker doorverwezen naar bankautomaten of pc-banking. En dat is volgens Adams geen slechte beslissing. ‘Banken moeten blijven investeren in hun kantorennetwerk, maar dan vooral om de expertise van de kantoormedewerkers te gebruiken om advies op maat te verlenen. De Europese MiFID-regels verplichten banken om beter te begrijpen wat het risicoprofiel is van hun klanten. Op basis daarvan kunnen ze al beter beleggingsadvies geven. Maar dat is slechts een eerste stap. Er moet ook plaats zijn voor onder meer fiscaal advies, om vervolgens de klanten te adviseren over de structuur van hun vermogen en de manier waarop ze dat zo optimaal mogelijk kunnen overdragen naar de volgende generaties. Dat is deel van de totaalaanpak waar banken zich op moeten concentreren’, besluit Adams.
De Mol: ‘Beleggers vergeten wel eens dat ook de risicoperceptie van activa kan veranderen. Vroeger waren overheidsobligaties zogezegd risicoloos, maar intussen ziet dat beeld er toch ook al heel anders uit.’ Gijsels: ‘Ik zie het ook te vaak gebeuren dat beleggers hun risicoprofiel aanpassen in functie van de marktomstandigheden. Ze kopen veel aandelen als het goed gaat met de beurs om vervolgens alles weer te verkopen als het een periode wat minder gaat. Net daarom is het een ontzettend belangrijke taak van de bankier om steeds opnieuw te wijzen op het oorspronkelijke risicoprofiel. En het is niet altijd gemakkelijk om die boodschap te verkondigen, want je moet mensen afremmen of net een duwtje in de rug geven op een moment dat ze zelf geneigd zijn het tegenovergestelde te doen. Het is nu eenmaal belangrijk om dat risicoprofiel in het oog te houden. Wie in aandelen investeert, weet dat er ook momenten komen waarop de beurs wat minder presteert. Maar dat is dan een kans om goedkoper aandelen te kopen. Dus eigenlijk zou je risicoprofiel alleen mogen veranderen als je ouder wordt of wanneer je een grote erfenis verwacht.’ Is er ook voldoende realisme over de rendementen die we mogen verwachten van spaaren beleggingsproducten? Een spaarder verwacht een rendement van 4,4 procent en een belegger stelt een rendement van 5,5 procent voorop, zo blijkt uit onze enquête. De Mol: ‘De vooropgestelde rendementen van spaarders zijn onrealistisch. Voor een deel kun je
>
I 11 I
HET IS ONBEGRIJPELIJK DAT NIET MEER MENSEN PENSIOENSPAREN. Jos Walravens, VFB
die verwachtingen verklaren door de historische achtergrond, want het zijn rendementen die vroeger wel mogelijk waren. Maar dat is niet meer van deze tijd en spaarders moeten zich aanpassen aan de huidige omstandigheden. En daarbij mogen we toch ook niet vergeten dat de reële rente – dus gecorrigeerd voor inflatie – wel op het hoogste niveau zit van de voorbije drie jaar. Maar dat zie je natuurlijk niet in de naakte cijfers.’ Walravens: ‘Het toont ook dat er nood is aan een betere opleiding van spaarders en beleggers, zodat ze beter beseffen wat een realistisch rendement is. Dat kan ook helpen om hen duidelijk te maken dat er een behoorlijk risico is verbonden aan de cash die ze massaal aanhouden. Ik hoop dat we het in ons land nooit zullen meemaken, maar de toestanden in Griekenland en Cyprus hebben dat alvast bewezen.’ Gijsels: ‘Banken moeten niet alleen informatie geven over producten, maar ook over de manier waarop inflatie spaarcenten kan opvreten. En eigenlijk zou dat al in de middelbare scholen aan bod moeten komen. Dat gebeurt nu amper, terwijl die financiële kennis een basisvak zou moeten zijn. Het zou ook de dialoog tussen de bankier en zijn cliënt veel makkelijker maken, omdat er dan al enige voorkennis aanwezig is waarop een bank kan voortbouwen.’ Een van de adviezen die in ons land wel van generatie tot generatie wordt meegegeven, is dat vastgoed altijd een goede belegging is. Maar is vastgoed wel de veilige haven die velen er in zien? De Leus: ‘Een eigen woning blijft de beste belegging, maar wie weinig andere activa heeft zou ik niet aanraden om nog extra in vastgoed te investeren. We schatten dat het Belgische vastgoed ongeveer 10 procent overgewaardeerd is. Dat valt natuurlijk nog wel mee, maar in de zoektocht naar een hoger rendement komen steeds meer mensen bij vastgoed terecht. Vroeg of laat zal die lichte overwaardering steeds grotere proporties aannemen en riskeer je uiteindelijk toch een grote correctie.’ Janssens: ‘Daar ben ik het niet mee eens. Wie in ons land vastgoed koopt, doet dat traditioneel met het oog op de lange termijn. Dat heeft te maken met de hoge registratierechten, waardoor het herverkoopritme lager ligt. Daardoor is het Belgische vastgoed ook fundamenteel van een betere kwaliteit. Voor wie zijn vastgoedportefeuille op een verstandige manier beheert, ligt het rendement toch op ongeveer 4,5 procent op jaarbasis. Voor veel mensen is dat genoeg om aan hun pensioenbehoeften te voldoen, zonder dat ze daarvoor hun kapitaal moeten aantasten.’
I 12 I
l Sparen en beleggen l
Mensen hopen wel om na hun pensioen hun inkomen op peil te houden, maar intussen doet 43 procent van de Belgen nog altijd niet aan pensioensparen. Is dat een gemiste kans? De Mol: ‘Veel mensen blijken niet te beseffen hoe aantrekkelijk het rendement is van pensioensparen ondanks de verschillende crisissen van de voorbije jaren. Sinds 1989 spreken we toch over een gemiddeld jaarlijks rendement van ongeveer 7 procent, zonder daarbij zelfs rekening te houden met het fiscale voordeel. Bovendien is het een regelmatige investering, gespreid over zowel aandelen als obligaties. Je koopt dus activa ongeacht het sentiment op de financiële markten. Daarin schuilt het echte voordeel van pensioensparen.’ Walravens: ‘Het is echt onbegrijpelijk dat niet meer mensen pensioensparen. Ook dat heeft ongetwijfeld te maken met een gebrek aan financiële opvoeding. Het zou me niet verbazen als mensen met minder financiële draagkracht – voor wie pensioensparen in eerste instantie toch is bedoeld – er ook de minste aandacht voor hebben. Als bankier moet je die mensen kunnen overtuigen van het belang van pensioensparen, maar dat is niet gemakkelijk omdat veel mensen nog hoogstens één keer per jaar bij hun bankier over de vloer komen.’ Betekent dat niet dat er ook iets moet veranderen aan de manier waarop banken beleggingsadvies geven? De Leus: ‘Er heerst nog altijd een grote risicoaversie. De crisis die nog vers in het geheugen ligt, speelt daarbij ongetwijfeld een grote rol. Daarom moeten banken nog meer dan nu een proactief beleid voeren. Mensen verwachten niet alleen dat ze regelmatig een beleggingsvoorstel krijgen, ze zijn ook op zoek naar informatie om zelf goed onderbouwde beslissingen te nemen. En banken moeten niet alleen meer advies geven, we moeten ook heel transparant communiceren over de risico’s van een belegging. Hier is al een hele weg afgelegd, maar er is altijd ruimte voor verbetering.’ Walravens: ‘Het klopt dat banken proactiever moeten worden. Maar het bankcliënteel neemt ook een heel afwachtende houding aan tegenover de bankiers. De crisis is nog niet helemaal verteerd en mensen hebben nog niet de openheid om het totaalplaatje van hun vermogen open en bloot op tafel te leggen. Daardoor krijgen ze vaak een advies dat niet strookt met de samenstelling van hun portefeuille. En dat kun je de banken ook niet kwalijk nemen, want ze kunnen zich alleen baseren op gedeeltelijke informatie. Banken moeten dus vooral heel veel tijd investeren in het herstel van die vertrouwensband.’ ||
Estate planning, meer dan een fiscaal luik Het uitgangspunt van estate planning? Uw vermogen zo constructief mogelijk structureren en controleren. En de fiscale en juridische regels toepassen met het oog op een gunstige belastingregeling.
ver estate planning bestaan enkele vooroordelen. ‘Mensen denken dat estate planning alleen maar voor rijkelui is’, zegt Luc Jonckheere, gedelegeerd bestuurder JGA Consult. ‘Maar estate planning is voor iedere burger nuttig, of zijn vermogen nu groot of bescheiden is. De zorg voor het vermogen van welstellende mensen is wel ingewikkelder. En ook duurder, omdat je een beroep moet doen op specialisten en experts.’ Het is ook meer dan successieplanning, wat maar een onderdeel is van estate planning. Estate planning houdt het beheer van het vermogen in, schenkingen aan de volgende generatie. ‘De bedoeling? Je vermogen zo structureren dat het kan blijven bestaan. Controle is ook een belangrijk onderdeel, zeker in een ouder-kindrelatie. Dit betekent niet alleen controle over de opbrengsten, maar ook zorgen dat je inspraak behoudt. Ten slotte is estate planning ook een manier om op een zo economisch mogelijke manier aan successie te doen.’ Estate planning is dus voor iedereen nuttig, maar soms staren mensen zich blind op het fiscale luik. ‘Ze vergeten dat het belangrijk is om zekerheden te hebben. Daarom geef ik altijd het advies om een financieel plaatje te maken voor jezelf. Wat kan ik, wat heb ik en wat zal ik de komende jaren nodig hebben om dezelfde levensstandaard te behouden?’ Mensen maken wel berekeningen voor hun successie, maar staan er niet bij stil dat ze zelf behoorlijk oud kunnen worden en dat hun kosten voor verzorging zullen toenemen. ‘Daarover moet je nadenken. Wat heb ik zelf nodig, vooraleer ik het een en het ander financieel structureer, met het oog op de overdracht naar de volgende generatie. Daarbij komt dat estate planning ook een ingewikkelde structuur heeft, met een kostenplaatje. Het leidt een eigen leven, waardoor je je op tijd moet afvragen of het geld zal blijven kosten. Ik krijg ook vaak de vraag of de estate planning omkeerbaar is. Hou daar rekening mee’, besluit Luc Jonckheere.
O
CONTROLE IS EEN BELANGRIJK ONDERDEEL, ZEKER IN EEN OUDER-KINDRELATIE. Luc Jonckheere, JGA Consult
I 13 I
De psyche van de belegger
Werner De Bondt: ‘Het gokinstinct is enorm sterk en de verleiding van snelleI winsten oefent een ontzettend grote aantrekkingskracht uit.’ 14 I
© Thierry du Bois
De roekeloosheid van enkele jaren geleden is omgeslagen in overdreven voorzichtigheid. Spaarders en beleggers nemen niet altijd rationele beslissingen. We blijken al te vaak kuddebeesten die zich laten misleiden door massahysterie en onze eigen psychologie.
l Sparen en beleggen l
eleggers verliezen vaak de diversificatie van hun beleggingen uit het oog, omdat ze de winnaars van gisteren najagen. Meestal is hun beleggingsportefeuille slechts een opeenstapeling van toevalligheden uit het verleden, waardoor van een systematische financiële planning zelden sprake is.’ Dat zegt Werner De Bondt, sinds 2002 professor aan de DePaul University in Chicago. De Vlaming die al ruim dertig jaar in de Verenigde Staten woont, geldt samen met Richard Thaler als een van de grondleggers van de ‘behavioral finance’. De gedragseconomie is een stroming in de economie die zich toelegt op de manier waarop financiële beslissingen tot stand komen. Want hoewel de traditionele economie ervan uit gaat dat we met z’n allen rationele beslissingen nemen, blijken we in de praktijk vooral wezens met psychologische drijfveren die niet altijd tot de beste financiële beslissingen leiden. ‘Onze financiële intuïtie is heel fragiel en kan soms breken. De behavioral science bestudeert wanneer onze eigen psychologie ons zal verleiden’, legt De Bondt uit.
‘B
Hoe ziet de huidige financieel-economische crisis er uit door de bril van een gedragseconoom? Werner De Bondt: ‘Voor de crisis zag je bij veel mensen een grote roekeloosheid en was er een grote bereidheid om risico’s te nemen. Dat was overal merkbaar: in de vastgoedsector, in het verpakken en verhandelen van hypotheken of in de manier waarop banken zich met veel te weinig kapitaal financierden. In Europa heerste dezelfde sfeer, kijk maar naar het minieme renteverschil voor de crisis tussen Duitse en Griekse overheidsobligaties. Vandaag daarentegen kunnen mensen geen hypotheek meer krijgen, moeten banken aan kapitaaleisen voldoen die amper haalbaar zijn en loopt het verschil tussen de Duitse en Griekse rente ontzettend hoog op. Mensen overreageren, waardoor de roekeloosheid van enkele jaren geleden is omgeslagen in overdreven voorzichtigheid.’ Kunnen de inzichten van de ‘behavioral science’ vermijden dat dergelijke crisissen ons nog overdonderen? De Bondt: ‘Ik word daarover steeds pessimistischer, omdat ik in mijn 30 loopbaanjaren al zoveel zeepbellen heb zien ontstaan en uit elkaar spatten. De crisis in Latijns-Amerika, de Aziatische bubbel, de internetzeepbel, de vastgoedhausse: ze lijken alleen maar te illustreren hoe de wereld werkt. De gedragseconomie kan wel nuttig zijn om te begrijpen wat er aan de hand is, maar we moeten daarin ook realistisch zijn. Slechts een beperkt aantal mensen is vertrouwd met die inzichten, maar tegelijkertijd worden de financiële markten gedreven door het gedrag van honderden miljoenen mensen die geen econoom zijn. Uiteindelijk leidt daardoor de ene zeepbel tot de andere. Als een zeepbel uiteen spat, vragen mensen zich af waar ze vervolgens met hun
I 15 I
geld naartoe moeten. Mensen zijn nu eenmaal gericht op de korte termijn, zelfs als ze een investeringsbeslissing nemen voor de lange termijn. Het gokinstinct is enorm sterk en de verleiding van snelle winsten oefent een ontzettend grote aantrekkingskracht uit.’ Hoe komt het toch dat we altijd opnieuw in dezelfde valkuil trappen? De Bondt: ‘We trekken geen lessen uit het verleden, omdat we onszelf wijsmaken dat we het verleden goed begrijpen. Achteraf lijkt alles heel logisch, maar die logica is er niet op het moment dat een gebeurtenis zich voordoet. Zo was het in 1915 of 1916 lang nog niet duidelijk of Duitsland de oorlog zou winnen of verliezen. Nu weten we natuurlijk wel hoe dat is geëindigd, waardoor we alleen de feiten selecteren die passen in het eindresultaat en we de gebeurtenissen pas achteraf in een logisch geheel gieten. Maar uiteindelijk heeft toen van alle mogelijke scenario’s er slechts één zich gerealiseerd en niemand heeft oog voor de realistische scenario’s die net niet hebben plaatsgevonden.’ Maar wat drijft spaarders en beleggers dan om altijd dezelfde verkeerde keuzes te maken? De Bondt: ‘We denken vooral in stereotypen en we proberen alles wat ons overkomt in hetzelfde mentale frame te plaatsen. Als er aan de oppervlakte raakpunten zijn, vergroten we die uit, waardoor we de ene gebeurtenis al heel snel op gelijke voet zetten met een andere. Dat zie je ook bij beleggers. Ze kunnen een bedrijf waarvan ze nog nooit hebben gehoord omdopen tot het nieuwe Apple, zolang ze er maar enkele oppervlakkige overeenkomsten in zien.’ ‘Daarnaast mag je ook het menselijke kuddegedrag niet onderschatten. Want naarmate meer mensen veel geld verdienen met dezelfde activa, willen mensen daar deel van gaan uitmaken. Je ziet dat nu ook. Veel mensen zijn nog altijd bang van de aandelenmarkt, maar ze voelen wel de druk om terug te keren omdat de aandelenkoersen de voorbije twee jaar fors zijn gestegen. Die beleggers vrezen vooral dat ze iets zullen missen. Op basis van de recente goede prestaties veronderstellen ze dan maar dat de aandelenmarkt ook in de toekomst nog fors zal stijgen.’
>
© Thierry du Bois
Werner De Bondt
>
DE ‘MUST READS’ OVER BEHAVIORAL FINANCE VOLGENS WERNER DE BONDT
Kan een belegger zijn eigen psychologie omzeilen? De Bondt: ‘Het is heel moeilijk, maar je kunt de psychologische valkuilen wel vermijden met een systematische investeringsstrategie die je bijna mechanisch toepast. Je systeem moet niet perfect zijn, maar je moet het op de lange termijn wel consequent toepassen.’ Hoe kan zo’n strategie er uitzien? De Bondt: ‘Om te beginnen kun je het beleggingsuniversum beperken tot de hele grote bedrijven, om dan meer gewicht toe te kennen aan bedrijven die de voorbije 3 à 5 jaar slecht presteerden. We hebben het dan over bedrijven die zo groot zijn dat het onwaarschijnlijk is dat ze failliet gaan, maar waarvan het slechte nieuws de voorbije jaren de koersen fors heeft gedrukt. En er zullen zich altijd wel rampen voordoen als je grote verliezers koopt. Maar de bedrijven die overleven, stuiteren weer fors hoger en kunnen binnen een ruime beleggingsportefeuille veel geld opbrengen. Maar dat is geen gemakkelijke strategie: je moet opboksen tegen het slechte nieuws terwijl vrienden pochen met hun zogenaamde succesaandelen. Het is goed voor het rendement, maar niet voor je nachtrust.’||
GOED VOOR HET RENDEMENT, NIET VOOR JE NACHTRUST. Werner De Bondt, DePaul University Chicago
I 16 I
1
Hersh Shefrin, Beyond Greed and Fear. Understanding Behavioral. Finance and the Psychology of Investing. (Oxford University Press)
2
Robert Shiller, Irrational Exuberance. (Princeton University Press)
3
Adam Szyszka, Behavioral Finance and Capital Markets. How Psychology Influences Investors and Corporations. (Palgrave Macmillan)
4
Urs Staeheli, Spectacular Speculation. Thrills, The Economy, and Popular Discourse. (Stanford University Press)
5
William Forbes, Behavioural Finance. (Wiley)
l Sparen en beleggen l
DE EUFORIE NA EEN WINST VAN 1.000 EURO IS KLEINER DAN DE STRESS NA 1.000 EURO VERLIES.
Daniel Kahneman
© IMAGEGLOBE
verlies en tijdshorizon tegen elkaar af te wegen. In werkelijkheid blijkt dat absoluut niet het geval te zijn. Neem nu de ‘loss aversion’-strategie of de verliesaversie. Biologisch en psychologisch is de mens door de eeuwen heen geconditioneerd om slechte ervaringen zoveel mogelijk te vermijden. En zelfs meer dan om goede ervaringen zoveel mogelijk op te zoeken.
Verlies minimaliseren
Ons feilbare denken obelprijswinnaars zijn meestal bijzonder zeker van hun stuk. Of het nu gaat over geneeskunde, natuurkunde of scheikunde - winnaars worden gekenmerkt door zekerheid: over de resultaten, over de beschreven processen, over de effecten van hun onderzoek op mens en natuur. Niet zo voor Daniel Kahneman en Amos Tversky, winnaars van de Nobelprijs Economie in 2002. Zij hebben zowat hun hele academische carrière besteed aan de studie van de feilbare mens. De mens die denkt bijzonder rationeel te zijn, maar die vaak op het verkeerde been gezet wordt door zijn instinctieve brein... Daniel Kahneman bracht drie decennia van dat onderzoek samen in een magistraal - en bijzonder leesbaar - boek: ‘Thinking, Fast and Slow’. De Nederlandse titel ‘Ons feilbare denken’ sluit nog veel nauwer aan bij de thematiek van het boek: de mens die ten onrechte denkt in staat te zijn om op elk moment rationele en weloverwogen keuzes te maken. In werkelijkheid brengt zijn feilbare denken hem voortdurend van de wijs. Die conclusie is niet zonder gevolgen. De meeste politici, consumenten, beleggers of investeerders - en de economische modellen die hun gedrag beschrijven - gaan er vanuit dat de mens rationeel handelt. Dat hij perfect in staat is om kosten, opbrengsten, kans op winst of
N
In een beleggingsportefeuille zullen een winst van 1.000 euro en een verlies van 1.000 euro elkaar perfect compenseren - althans mathematisch. Maar dat is niet het geval voor de menselijke gevoelens die hiermee gepaard gaan. De euforie die volgt op de winst van 1.000 euro is kleiner dan de stress als gevolg van het verlies van 1.000 euro. Wat betekent dat in de praktijk? Dat het gedrag van mensen vaak wordt gedreven door de ambitie om verlies te minimaliseren in plaats van winst te maximaliseren. Als markante illustratie van deze theorie beschrijft Kahneman een onderzoek van de golfsport. Wanneer een golfer zijn bal kan putten binnen het voorziene aantal slagen, spreken we van een ‘par’. Wie meer slagen nodig heeft, zit ‘boven par’ en lijdt verlies - wie minder slagen nodig heeft zit ‘onder par’ en boekt winst. Volgens de theorie van de verliesaversie, zouden golfers dus meer hun best doen om een ‘boven par’ te vermijden dan om een ‘par’ te halen. Alleen maar omdat verlies vermijden meer voldoening oplevert dan winst behalen. Uit de wetenschappelijke analyse van 2,5 miljoen (!) speelfases bleek die veronderstelling correct te zijn. De slaagkans van een gemiddelde golfer om zijn bal te putten bleek groter te zijn wanneer hij speelde om een ‘boven par’ te vermijden dan om een ‘onder par’ of een ‘par’ te behalen. Intuïtief zou je denken dat alleen de speelkwaliteiten van een golfer zijn precisie en zijn winstkans bepalen. Maar dat is gerekend buiten het feilbare denken. Kahnemans boek is een aaneenschakeling van fascinerende voorbeelden over hoe de mens beslissingen neemt. Over hoe de intuïtie van een brandweerman hem vertelt wanneer hij een brandend huis moet verlaten tot de manier waarop mensen identieke risico’s van een operatie toch fundamenteel anders inschatten. Al die boeiende voorbeelden maken dit werk niet alleen heel leesbaar, maar ook bijzonder toepasbaar. ‘Ons feilbare denken’ is een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die wil weten wat de drijfveren zijn van de mens. Als beslissingsnemer of als politicus, als consument of als belegger. ||
I 17 I
l Sparen en beleggen l
De opbrengst van 1202 elgische spaarboekjes brachten nog nooit zo weinig op. Tegelijkertijd staat er een recordbedrag op die spaarboekjes, zowat 250 miljard euro. En de rentevergoeding? Die was nog nooit zo laag. Hoe lager de rente zakt, hoe meer de Belg spaart. En ondertussen blijven consumptie en investeringen bijzonder pover en draait de economische motor stationair. Om die motor zuurstof te bieden, handhaaft de centrale bank de beleidsrente op recorddieptes, waardoor ook de spaarrente laag blijft... Hoe doorbreken we die vicieuze cirkel? Door minder te sparen en meer risico’s te nemen. Hoe lager de rente daalt, hoe meer geld de angstige Belg bijstort. De media schotelen ons dagelijks risico’s voor: onbespoten groenten eten, in de zon wandelen, ademen in de buurt van autosnelwegen, te veel werken, te weinig werken,… Als een konijn voor een lichtbak zien we vandaag in België, Europa en het Westen alleen risico’s: van global warming tot wereldwijd terrorisme, van Japans scenario voor Europa tot Grieks scenario voor België, van plofkip tot ontploffende kerncentrales. Maar een risicoloze wereld is een illusie. Het is zelfs een ronduit gevaarlijk idee. Risico is een deel van ons maatschappelijk en menselijk DNA. Politieke revoluties, medische doorbraken, atletische prestaties of zakelijke successen? Onmogelijk zonder risico’s. De Verenigde Staten? Die kennen we dankzij de risicovolle beslissing van Columbus om een westelijke doorvaart naar India te zoeken. En Henry Ford had al vijf faillissementen achter de kiezen toen hij doorbrak met de massaproductie van personenwagens. Ondernemers en bedrijven creëren elke dag welvaart - door risico’s te nemen: een klant betalingsuitstel verlenen, een product ontwikkelen, een werknemer aanwerven, nieuwe afzetmarkten zoeken, een bedrijf overnemen. Allemaal risico’s die voor welvaart kunnen zorgen. Onze maatschappij is het misschien verleerd om risico te nemen, we rekenen wel expliciet op zelfstandigen, ondernemers, bedrijfsleiders, jonge starters of onderzoekers om dat wél te doen. Ons wegennet en onderwijs, onze sociale zekerheid, politiediensten, gezondheidszorg en cultuur: allemaal betaald door mensen die van risico’s hun vak hebben gemaakt. Een hogere rente op spaargeld komt er niet als een deus ex machina. Ze zal het gevolg zijn van meer economische groei en een grotere bereidheid om risico’s te nemen. Zowel bij burgers als bedrijven - door meer consumptie en meer investeringen. Wie meer wil verdienen op zijn spaargeld, kan zijn spaargeld maar beter uitgeven. || Peter De Keyzer Chief Economist - BNP Paribas Fortis
B
De financiële theorie ontstaat In 1202 schreef de Italiaan Leonardo Fibonacci ‘Liber Abaci’, of ‘Het Boek van de Rekenkunde’. Dat introduceerde niet alleen de cijfers van 0 tot 9 in Europa, het legde ook uit wat winstmarges zijn, wat de huidige waarde van toekomstige geldstromen is en hoe je renteaflossingen kunt berekenen. Het onbetwiste oerwerk voor de beursadepten.
De beurs, een Belgische primeur
1400
Het Brugse ‘beursplein’, naar de herbergiersfamilie Van der Buerse, was de eerste plaats waar wisselkoersen uit alle belangrijke handelscentra werden genoteerd, op basis waarvan werd gehandeld. Het werd tegen 1400 een trekpleister voor al wie wilde handelen. De term ‘Ter Buerze gaan’ werd synoniem voor ‘financiële zaken doen’.
Het eerste grote beursschandaal
1716
Zo’n 300 jaar geleden was de South Sea Company het populairste beursgenoteerde bedrijf ter wereld. Zijn hoofdactiviteit? De financiering van het transport van Afrikaanse slaven. SSC was een zuiver piramidebedrijf. Toen het schandaal in 1720 aan het licht kwam, verloren zelfs de knapste bollen, zoals Isaac Newton, heel wat geld.
De fundamenten van de beleggingstheorie De Fransman Louis Bachelier schreef in 1900 ‘Théorie de la Spéculation’, de basis voor zowat alle onderdelen van de financiële wetenschap. Zelfs de bewegingsleer van Einstein stond er al in. Helaas focuste Bachelier op de beweging van beurskoersen in plaats van chemische deeltjes, en raakte hij in de vergetelheid.
I 18 I
1900
l Sparen en beleggen l
uw spaargeld Nobelprijs voor Fama en Shiller
2013
Het Nobelprijscomité bracht een eresaluut aan de beurs, door twee ‘trendspotters van beurskoersen’ te onderscheiden. Twee antipoden bovendien. Eugene Fama poneert dat de beurs efficiënt werkt en dus niet te kloppen of te voorspellen valt. Robert Shiller benadrukt dat de beurs een speelbal is van irrationele dierlijke instincten. Wie heeft gelijk? Allebei.Niemand weet waar de beurs heen koerst (Fama), maar al te vaak wijkt de beurswaarde ver af van de intrinsieke ‘billijke’ waarde van aandelen, waarop een correctie volgt (Shiller).
Buffett koopt Berkshire Hathaway
1965
‘Geld creëert geld. En het geld dat geld creëert, creëert meer geld.’ Nog een quote van Benjamin Franklin. Niemand bracht die wijsheid beter in praktijk dan Warren Buffett, de grootste menselijke geldmachine uit de recente geschiedenis. In 1965 kocht hij de zwalpende textielonderneming Berkshire Hathaway en maakte er zijn beleggingsvehikel van met een startwaarde van 3.000 dollar. Dat is inmiddels zo’n 285 miljard dollar geworden. Berkshire is vandaag ongeveer evenveel waard als Microsoft en Google en behoort tot de vijf meest waardevolle bedrijven ter wereld.
De kracht van het herbeleggen
1938
‘Samengestelde intrest is de grootste kracht van het universum’, zei Albert Einstein. Hoe langer kapitaal kan profiteren van de rente op de rente op de rente, hoe groter die kracht wordt. Een twintigjarige die 5.000 euro belegt tegen een rente van 8 procent per jaar, heeft op zijn 65ste 160.000 euro. Wie op zijn 39ste dat bedrag tegen dezelfde rente vastzet, heeft op zijn 65ste 40.000 euro. Die deugdzaamheid van het consequent herbeleggen werd in 1938 door John Burr Williams in theorieën en formules gegoten.
Time is Money
€ 1930
‘Tijd is geld’ was het motto van de 18de-eeuwse politicus Benjamin Franklin, eerste uitgever van een soort beleggingsblad. Pas in 1930 volgde de uitleg. De econoom Irving Fisher verklaarde waarom de waarde van geld afhankelijk is van tijd. Hij definieerde het begrip rente als ‘tegelijk de uitdrukking van het ongeduld om meteen te consumeren en van de opportuniteit de opbrengst te vermeerderen via uitstel van consumptie’.
I 19 I
Wist u dat… … het principe van de dubbele boekhouding, de hoeksteen voor beurs en beleggen, al in 1494 door ene Luca Pacioli werd bedacht? … aandelen, na gedurende honderd jaar de jaaropbrengsten steeds te herbeleggen, honderd keer beter presteren dan obligaties? … Zuid-Afrikaanse aandelen sinds begin deze eeuw het meest opbrachten en Italiaanse aandelen het minst? … David Tepper, een hefboomfondsbeheerder, vorig jaar circa 1,7 miljard dollar verdiende op de beurs? … de rente op een kasbon met een looptijd van 5 jaar, nu minder dan 2 procent opbrengt en dertig jaar geleden 14 procent kon bedragen? … al het goud ter wereld in een kubus met zijdes van amper 21 meter past? En dat die kubus, veel kleiner dan een gezinswoning, vandaag ruim 5.700 miljard euro waard is? (bron: GFMS Thomson Reuters & BBC)
BELEG ELKE MAAND 200 EURO IN EEN FONDS, OOK ALS DE WERELD IN BRAND STAAT. ZO SCHAKEL JE EMOTIE UIT. Professor Pascal Paepen, Thomas More Hogeschool en VRT
MIFID ZORGT ERVOOR DAT DE CLIËNT MEER BELEGT IN WAT BIJ ZIJN WENSEN AANSLUIT. Professor Veerle Colaert, KU Leuven
NIETS IS 100 PROCENT VEILIG. OOK EEN LAND KAN FAILLIET GAAN. André-Pierre André-Dumont, advocaat Buyle Legal
I Sparen en beleggen I
Nieuwe regels bieden meer bescherming en inzicht De spaarder spaart vandaag meer dan ooit, hoewel de rentes historisch laag staan. Dat is nog niet zo onlogisch. De financiële wereld moet het vertrouwen van de spaarder terugwinnen, na meerdere debacles. Dan kan hij weer meer beleggen. Ondertussen is de bescherming alvast verbeterd.
ndanks voortdurende rentedalingen parkeren Belgen steeds meer geld op hun spaarrekeningen. ‘Dat lijkt onlogisch, maar wie alleen een spaarrekening aanvult om daarvan later 1.000 euro per maand als extra pensioen te gebruiken, moet meer sparen om de lagere rente te compenseren’, schetst Pascal Paepen, financieel analist voor Radio 1 (VRT) en hoogleraar aan de hogeschool Thomas More Kempen. ‘Mensen vrezen dat de overheid hun pensioen niet zal uitbetalen. Zij heeft daarvoor geen reserve en de pensioenbehoeften stijgen door de vergrijzing. Wat politici of economen beweren, vertrouwen mensen niet meer. De staatsschuld blijft maar groeien en moeten we ooit terugbetalen. Dus zetten ze hiervoor wat opzij.’
O
Spreid ook in de tijd Bij dit trage herstel van de economie liggen geen hogere rentevoeten in het verschiet. Beleggen, dan maar? ‘Goede huisvaders hebben veel geld verloren met aandelen. We hadden snel na elkaar de internetzeepbel, het Lernout&Hauspie-debacle en de bankencrisis. Dat maakte mensen zeer voorzichtig. Er tekent zich wel stilaan een kentering af. Mensen durven iets meer naar obligaties te grijpen. Maar wie nu in aandelen stapt, heeft de beursstijgingen sinds maart 2009 gemist. Aandelenbeurzen gaan al omhoog wanneer de verwachtingen verbeteren. Als de economie dan echt verbetert, zit dat al in de koersen. Wie dan aandelen koopt, betaalt meer.’ Toch ontraadt Pascal Paepen aandelen niet. ‘Het beste blijft: spreiden. Op een spaarboekje, via aandelen, obligaties, vastgoed
I 21 I
en goud. Om aandelen niet altijd duur aan te kopen, spreid je de aankoop ook in de tijd. Zo doe ik het. Je geeft je bank een permanente opdracht om elke vijftiende van de maand 200 euro in een beleggingsfonds te stoppen; altijd, ook als de wereld in brand staat. Zo verkrijg je een goede gemiddelde aankoopprijs en schakel je emotie uit.’ Als aandelen nu hoog staan, verkoop je ze dan niet beter? ‘Verkoop niet plots, als je nog lang reserve wilt opbouwen. De beheerder van je beleggingsfonds maakt een dip wel goed. Ik verkoop niet vaak. En ik ben een gewezen beurshandelaar! Wanneer je moet verkopen, hangt ook sterk af van je leeftijd. Het percentage in aandelen in je portefeuille is het best hooguit 100 min je leeftijd. Voor wie 35 is: 100 - 35 = 65 procent. Wie 60 is: 100 – 60 = 40 procent in aandelen. Hoe ouder je bent, hoe sneller je de reserve zal aanspreken voor je oude dag of je kinderen. Jonge gezinnen hebben vaak hoge lasten aan vastgoed en voor de kinderen. Dat zijn prima investeringen’, vindt Pascal Paepen. ‘Aarzel niet om kleine bedragen te sparen of te beleggen in obligaties of zelfs aandelen. Dat geld is niet geblokkeerd, want je kunt ze snel verkopen. Na een verkoop herstel je wel het evenwicht in de spreiding.’
>
l Mobiel betalen l
AANDELEN VAN BEDRIJVEN MET VELE KLEINERE AANDEELHOUDERS, BRENGEN MEER OP. Professor Alexia Autenne, ULB & UCL
>
Uw temperament is bekend Hoe banken vandaag producten aanbieden, is sterk beïnvloed door nieuwe wetten en regels. Europa voerde MiFID in, de richtlijn voor markten in financiële instrumenten. Die wil de belegger beter beschermen en meer concurrentie en transparantie creëren. ‘MiFID legt de banken een zorgplicht voor hun cliënt op. Zij stellen nu via een vragenlijst een risicoprofiel op. Zo weet een bank hoeveel financiële kennis iemand heeft, wat zijn doelen zijn en wat hij financieel aankan. De bank moet producten adviseren die daarmee overeenstemmen, en een resem nuttige informatie hierover bezorgen, al leidt dat laatste soms tot overdaad’, schetst professor Veerle Colaert van de KU Leuven. Een bank weet zo wie voorzichtig of ‘defensief’ wil sparen en beleggen en wie meer risico’s voor hoger rendement zoekt, en dus ‘dynamisch’ is. ‘Maar de meeste banken hebben slechts vier tot zes profielen. Noch die typering, noch de koppeling van producten aan een profiel is zeer verfijnd. Zo kunnen beleggingen worden uitgesloten die wel geschikt zijn voor de belegger’, vreest professor Colaert. ‘Ook kan een bankier een cliënt beïnvloeden, zodat zijn risicoprofiel niet overeenstemt met de werkelijkheid. Maar al bij al zorgt MiFID ervoor dat de cliënt toch meer belegt in wat bij zijn wensen aansluit. Adviesverstrekking binnen een profiel remt ondoordachte beslissingen af, waarbij je mee gaat in de waan van de dag op de beurs.’
Ook veiliger sparen en verzekeren Sinds kort moeten banken ook over spaarproducten meer informatie verstrekken, zodat de cliënt spaarrentes en –voorwaarden beter kan vergelijken. Verder wil Europa ook levensverzekeringen aan MiFID-achtige regels onderwerpen. ‘De meeste levensverzekeringen zijn eigenlijk beleggingsproducten, maar daar gelden de MiFID-regels niet. Dat achterpoortje wil Europa sluiten. België heeft al in juli hierover een wet ingevoerd. Wie een levensverzekering wil kopen, kan ook daarover binnenkort een vragenlijst verwachten’, aldus nog de Leuvense hoogleraar. Er komen ook extra verplichtingen voor banken om hun cliënten nog actiever op te volgen. ‘Er ontstond meer handel in producten die niet onder MiFID vallen. MiFID2 wil markten zoals obligaties en afgeleide producten in een strikter kader stoppen. Bepaalde risicovolle producten zou men zelfs verbieden, zoals beleggen in grondstoffen. Banken moeten de portefeuilles strikter beheren en moeten preciezer adviseren’, weet professor Alexia Autenne
I 22 I
van de ULB en UCL. ‘Ook zouden voor pensioenfondsen dezelfde regels gelden als voor levensverzekeringen, zodat deze concurrerende producten gelijk worden behandeld. ‘De Bazel III-regelgeving voor banken verplicht hen al een tijdje om hun eigen financiële situatie almaar gezonder en veiliger te maken. Idem voor verzekeraars via Solvency II.’ Dat kan ertoe leiden dat het rendement op producten wat daalt, want de instellingen moeten grotere reserves bijhouden. Als deskundige in goed bestuur heeft professor Autenne een tip voor de belegger. ‘Als kleinere aandeelhouders beter beschermd zijn door de wet, gaan ze sneller investeren, en zorgen ze voor goedkoper risicokapitaal voor bedrijven. Gevolg? Die bedrijven, met vele kleinere aandeelhouders of een gespreid aandeelhouderschap, leggen betere prestaties voor. Hun aandelen brengen meer op.’
Profiel + info = keuze André-Pierre André-Dumont, jurist bij advocatenkantoor Buyle Legal, merkt dat de invoering van de regelgeving, met MiFID voorop, wel degelijk impact heeft op de keuze van producten. ‘Wie altijd direct over zijn middelen wil beschikken, heeft naast de spaarrekening alleen een ietwat riskante belegging op wisselkoersen als alternatief. Voor meer rendement zijn op langere termijn aandelen nog altijd het best. Obligaties renderen wat minder, maar zijn minder riskant.’ ‘De regels zorgen ervoor dat een cliënt met meer kennis van zaken kan beslissen’, aldus nog de jurist. ‘Hij kent nu de risico’s beter voor hij ze neemt. Hij kan ook vrij snel zien hoe riskant een product is. Maar hij moet beseffen dat niets 100 procent veilig is. Zelfs een land kan failliet gaan, maar in je matras kan het geld ook worden gestolen. Al bij al zal een goed profiel in combinatie met goede informatie leiden tot betere keuzes.’ ||
l Sparen en beleggen l
© Thomas De Boever
© Belga
Belgen behoren tot de beste spaarders ter wereld. Het gemiddelde gezin in ons land beschikt over een vermogen van 446.000 euro, waarvan 213.000 euro uit financiële middelen bestaat. De kans is groot dat ook u een stevig spaarcentje hebt. Wat doet uw bank met die deposito's?
Wat doet een bank met uw spaargeld?
Wanneer een bank meer kredieten verleent dan er deposito's zijn, kan ze ook zelf lenen. Dat kan ze bijvoorbeeld bij een andere bank of bij een centrale bank. Aangezien elke spaarder of lener zijn eigen behoeften heeft, komen de vervaldagen van al die deposito's en kredieten uiteraard niet overeen. Maar een bank moet wel altijd aan haar verplichtingen kunnen voldoen. Daarom moet de bank er voor zorgen dat ze altijd over voldoende liquiditeit beschikt. De toezichthouder bepaalt hoe groot die liquiditeitsbuffer minimaal moet zijn.
© Bloomberg
Wanneer er meer deposito's op de bank worden geplaatst dan er kredieten worden verleend, worden die overschotten op korte termijn belegd. Daarbij geven banken de voorkeur aan veilige producten als staatsobligaties of beleggingen bij een centrale bank. Als er opnieuw meer kredietaanvragen zijn, kan dat geld weer snel worden vrijgemaakt.
© Marcel van den Bergh/Hollandse Hoogte
Het overgrote deel van alle deposito's gebruikt de bank om kredieten te verlenen. Alle vormen van krediet die u kunt bedenken, horen daarbij: kortetermijnleningen, langetermijnleningen, consumentenkredieten, hypothecaire leningen, investeringskredieten aan bedrijven...
Een ander risico vormen rentewijzigingen. Doordat spaargeld overwegend op korte termijn wordt belegd, en heel veel kredieten op lange termijn worden verstrekt, verschillen die rentes. Op dit moment is dat renterisico heel laag, omdat de rentecurve bijzonder plat is. Wanneer de rente minder stabiel wordt, kan dat veranderen. Dat renterisico wordt in de bank beheerd met bijvoorbeeld hedginginstrumenten. De rente die een bank kan bieden op deposito's, kan ze maar in beperkte mate zelf bepalen. Allereerst is er natuurlijk de monetaire strategie van de Europese Centrale Bank. Ook de hoeveelheid deposito's waarover een bank beschikt, speelt een rol. Ten slotte moet een bank ook rekening houden met de markt: welke rente biedt de concurrentie?
I 23 I
Welke rente kunnen spaarders krijgen op kasbons of staatsobligaties? En er zijn ook haar eigen kosten: intresten betaald aan de houders van depositorekeningen, lonen, IT-investeringen en structuurkosten, risicokosten, zoals niet-terugbetaalde kredieten, en tot slot belastingen en de winst die aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd. Geld dat op een spaarboekje staat, kan elk moment afgehaald worden door de spaarder, terwijl kredieten in een gestaag tempo worden terugbetaald. Ook dat vormt een potentieel risico op liquiditeitsproblemen. In het extreme geval van een bankrun bijvoorbeeld, kan dat een bank zelfs de kop kosten. Daarom is langetermijnsparen voor een bank bijzonder interessant. Denk dan aan termijnrekeningen en kasbons.
l Sparen en beleggen l
Discretie en expertise De private banker beheert het vermogen van welstellende cliënten en staat hen bij met gepersonaliseerd advies. Hij omringt zich met specialisten en experts, zodat hij de gepaste oplossing kan kiezen om het patrimonium van zijn cliënt te optimaliseren. Discretie en expertise staan hierbij centraal.
rivate banking gaat niet alleen over beleggingen, maar ook over adviesverstrekking inzake fiscaliteit, erfrecht, kredieten en beschermen. Het beheer van dossiers van private bankingcliënten is bijgevolg zeer complex, ook omdat het aanbod de laatste jaren sterk is uitgebreid. Onder de relaties bevinden zich traditiegetrouw cliënten op rust die tijdens hun carrière een vermogen hebben opgebouwd en dit willen investeren. Daarnaast zijn er ook de professioneel actieve cliënten, vaak ondernemers met veel projecten, waarvoor ze ondersteuning en advies nodig hebben. Deze cliënten gebruiken de toegevoegde waarde van de private banker om hun plannen te kunnen uitvoeren via beleggingen of kredieten.
P
Chinese muur De cliënten die aankloppen bij een private banker beschikken over een voldoende groot roerend vermogen, bij de meeste banken schommelt dat tussen de 250.000 à 500.000 euro. Aangezien het om hoge bedragen gaat, voert de private banker discretie en expertise hoog in het vaandel. Zijn discretieplicht houdt in dat de persoonlijke en financiële gegevens van de cliënt vertrouwelijk behandeld worden en niet aan de andere afdelingen van de bank doorgegeven worden. Er bestaat dus een Chinese muur tussen de private bank en de andere afdelingen van de bank, inclusief het kantorennet. Gegevens over het patrimonium van de private banking-cliënt zijn dus niet zichtbaar voor de medewerkers in de gebruikelijke
I 24 I
bankkantoren. Bovendien vinden de meeste contacten met cliënten plaats in aparte private banking centres, en dit in volle discretie.
Ethisch beleggen Sinds enkele jaren is ethisch beleggen aan een opmars bezig. Mensen willen niet alleen met hun hoofd, maar ook met het hart beleggen. Ze willen dat hun investeringen bijdragen tot een betere wereld voor mens en milieu, en dat grondstoffen en energie duurzamer gebruikt worden. De private banker stelt eveneens een groeiende interesse vast naar ethisch beleggen. Daarom ontwikkelde de bank een aanbod op maat voor cliënten die duurzaam willen beleggen. Ethisch beleggen is niet alleen de voorbije jaren sterk gegroeid, maar bewijst zijn waarde ook door de extra rendementen die de private bank er mee kan voorleggen. Deze resultaten doorstaan vandaag zeker de vergelijking met andere klassieke beleggingen.
l Sparen en beleggen l
Hoe selecteert u een private banker? Een private banker luistert naar de behoeften van zijn cliënten en stelt oplossingen voor om hun vermogen zo goed mogelijk te beheren. Maar hoe selecteert u een private banker?
rivate bankers zijn generalisten met een ruime bancaire ervaring. Ze scholen zich voortdurend bij over de verschillende soorten investeringen, de technische aspecten ervan en de recentste ontwikkelingen op juridisch en economisch vlak. Daarnaast worden ze bijgestaan door een team van hoogopgeleide specialisten.
P
Luisterbereidheid en discretie Hoe selecteert u nu een private banker? De opdracht van een private banker bestaat erin om de meest geschikte oplossing te vinden in alle domeinen die betrekking hebben op het vermogen. Daarom gaat u hem alles moeten vertellen want, zoals een meester-kleermaker voor een maatpak al uw maten moet kennen, moet uw private banker heel goed weten hoe uw vermogen is opgebouwd. Het spreekt voor zich dat de private banker met die informatie uiterst discreet omgaat. Eén van de belangrijkste voorwaarden is dus dat het moet klikken tussen de cliënt en de private banker. Hij komt immers veel te weten over het vermogen van de cliënt, zijn familiesituatie, zijn behoeften, zijn projecten in de toekomst. De private banker moet daarom heel goed kunnen luisteren. Hij moet echt gepassioneerd zijn, want anders
I 25 I
houdt hij zijn werk nooit vol. De job van de private banker is bovendien bijzonder arbeidsintensief. Hij moet ook altijd bereikbaar zijn voor zijn cliënt.
Empathie en wederzijds vertrouwen Daarnaast zijn twee andere eigenschappen essentieel: de private banker moet het vertrouwen van zijn cliënt verdienen en moet heel goed kunnen aanvoelen wat mensen al dan niet willen.
Openheid De private banker moet ook de perfecte gesprekspartner zijn. Hij geeft alle gefundeerde opinies een kans, bekijkt alle opties zonder enig vooroordeel en bespreekt die op een open manier met zijn cliënt zodat samen met hem de meest geschikte keuzes gemaakt kunnen worden.
l Sparen en beleggen l
Eerste hulp bij financiën Op de schoolbanken krijgen we weinig of geen lessen in financiën. En nochtans is kennis een eerste vereiste om spaargeld aan het werk te zetten. Daarom dit beknopte overzicht van enkele vaak voorkomende geldtermen; een eerste hulp voor wie met kennis van zaken wil praten over zijn geld.
Beursindex Een aandelenkorf die wordt verondersteld de schommeling van alle beursgenoteerde aandelen weer te geven. De index kan een representatief aantal grote beursgenoteerde ondernemingen bevatten of, wanneer het over een sectorale index gaat, bestaan uit ondernemingen met gelijkaardige activiteiten. In België is de Bel20 (uitgegeven door de NYSE Euronext) de index van de grootste 20 kapitalisaties op de Brusselse Beurs.
Beleggers profiel De Europese MiFID-richtlijn verplicht banken en hun cliënten om een beleggersprofiel op te maken. De manier waarop de portefeuille wordt beheerd moet daarop worden afgestemd. Het profiel is ook bepalend voor de soort activa die een belegger mag kopen. Er zijn vijf categorieën beleggers: conservatieve, defensieve, neutrale, dynamische en offensieve.
Koers-winst
Deposito garantie Als een Belgische bank of spaarkas failliet zou gaan, is voor particulieren, verenigingen en kmo’s een terugbetaling van deposito’s gegarandeerd tot 100.000 euro. De garantie is van toepassing op alle deposito’s van gelden die deposanten aanhouden in de vorm van bedragen op zicht-, spaar- of termijnrekeningen. Ook kasbons vallen onder die bescherming voor zover ze op naam staan, gedematerialiseerd zijn en op een effectenrekening staan.
Optie
De koers-winstverhouding of price earning ratio (PER) geeft een beeld van hoe duur een aandeel is, door de koers te delen door de nettowinst per aandeel van een onderneming. De PER wordt meestal berekend op basis van het laatste volledige boekjaar, maar kan bijvoorbeeld ook op basis van kwartaalgegevens worden bepaald of naar de toekomst worden geprojecteerd op basis van vooruitzichten. Een goedkoop aandeel heeft een lage PER.
Wie een optie verwerft, koopt het recht – niet de plicht – om tegen een vooraf bepaalde prijs (strike) en gedurende een vooraf bepaalde periode of op een bepaald tijdstip een actief te verkopen (put) of te kopen (call). Om dat recht te bekomen, betaalt de koper een premie aan de verkoper van de optie.
I 26 I
l Sparen en beleggen l
Roerende voorheffing Pensioen spaarfondsen
Een belasting die geheven wordt wanneer de inkomsten op financiële producten, zoals dividenden of intresten, worden geïnd. Als de roerende voorheffing niet in de belastingaangifte moet worden vermeld, is ze ‘bevrijdend’. Maar wanneer de inkomsten worden aangegeven, wordt de voorheffing in rekening genomen bij de berekening van de te betalen belasting voor dat jaar.
Beleggingsfondsen met als doel: individuele pensioenreserves opbouwen, ook wel ‘derde pijler’ genoemd. Zij bieden een dubbel voordeel: vrijstelling van roerende voorheffing op de intresten en dividenden en geen beurstaks. De activa waarin die financiële producten met een langetermijnhorizon mogen beleggen, zijn door strikte regels beperkt. De spaarder kan die investering ook gedeeltelijk fiscaal inbrengen, wat een extra voordeel is.
Volkslening
Vastgoed certificaat Vastgoedcertificaten zijn schuldbewijzen die beursgenoteerd kunnen zijn en een variabele rente bieden. Houders van zulke certificaten hebben recht op de netto-inkomsten van het onderliggende vastgoed en op de netto-uitkeringen bij verkoop daarvan. Een deel van de jaarlijkse coupon bestaat uit de terugbetaling van kapitaal en is dus vrijgesteld van roerende voorheffing. Dat in tegenstelling tot de intresten. Het risico is over het algemeen geconcentreerd rond een beperkt aantal onroerende goederen. Dat risico, alsook de evolutie van de financiële en vastgoedmarkten, bepaalt de waarde van het vastgoedcertificaat, samen met de verwachte opbrengst.
De officiële naam is ‘thematische volkslening’. Doel? Het vele spaargeld van de Belgen kanaliseren om ‘socio-economische en maatschappelijk verantwoorde’ projecten in de vorm van langlopende kredieten te kunnen financieren. Het geld wordt belegd in kasbons of termijndeposito’s voor een duurtijd van minimaal vijf jaar, en is onderhevig aan een roerende voorheffing van 15 procent in plaats van 25 procent.
Risicoloze rentevoet Rentevoet van een 100 procent veilige belegging, zonder enig risico op faillissement. De rente wordt berekend in een bepaalde munt en voor een bepaalde periode. Zo’n ‘risicoloos’ product bestaat natuurlijk niet. Analisten baseren zich daarvoor op de rentevoet van overheidsobligaties met de beste ‘rating’, omdat het faillissement van een land als hoogst onwaarschijnlijk wordt beschouwd.
Tak 21, tak 23 en tak 26 Producten van het type tak21 en 23 zijn levensverzekeringen. Bij tak21 zijn de kapitalen en de rendementen gewaarborgd. In tak23 wordt voor de eindvervaldag geen enkele rendementsgarantie gegeven. Zulke producten zijn namelijk gelinkt aan beleggingsfondsen en aan een mand van onderliggende aandelen. Producten van het type tak26 zijn kapitalisatiecontracten die eerder bestemd zijn voor ondernemingen. Zij bieden een gewaarborgd rendement en de mogelijkheid op een winstdeelname.
Financiële repressie Geheel van maatregelen waarmee overheden die diep in de schulden zitten, de spaarders dwingen om rentevoeten te aanvaarden die lager liggen dan de inflatie, de centrale banken verplichten effecten die ze uitgeven op te kopen, of de commerciële banken ertoe dwingen om een deel van de cliëntendeposito’s te herbeleggen in diezelfde effecten. Samengevat, maatregelen die het vrij verkeer van kapitaal beperken.
I 27 I
l Gedeelde visie l
Beleggen met een persoonlijke toets ‘Bij een investeringsbeslissing laat ik me leiden door mijn intuïtie. Want uiteindelijk beschouw ik de aankoop van een aandeel toch vooral als een persoonlijk engagement tegenover bedrijfsleiders voor wie ik veel respect heb.’ Dat zegt Martine Reynaers, CEO van Reynaers Aluminium in een gesprek met Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis.
Als ondernemer neemt u dagelijks berekende risico’s. Maar doet u dat ook op het vlak van sparen en beleggen?
glazen bol die voorspelt hoe een aandeel zal evolueren. Als er een fout wordt gemaakt, dan maak ik die liever zelf.’
Martine Reynaers: ‘Ik ben vrij conservatief. Mijn vermogen is gespreid over verschillende spaarrekeningen en eerder defensieve beleggingsfondsen. Met slechts een heel beperkt deel van mijn portefeuille neem ik wat meer risico’s door te investeren in een tiental individuele aandelen. Het gaat dan vooral om grote Belgische bedrijven, zoals Barco, Umicore en Ackermans & van Haaren. Ik ben niet alleen heel erg geïnteresseerd in die ondernemingen, ik heb ook ontzettend veel respect voor de mensen die er aan het roer staan. Daardoor beschouw ik die beleggingen ook als een engagement tegenover die bedrijfsleiders. En daarbij heb ik geen adviseurs nodig, want niemand heeft een
U hecht veel belang aan persoonlijke betrokkenheid. Maar hebt u al spijt gehad van een individueel aandeel? Martine Reynaers: ‘Mijn slechtste beleggingen zijn minderheidsparticipaties in bedrijven waar ik niets van ken, geleid door mensen die nog niets bewezen hebben. Dergelijke investeringen doe ik nooit meer. Als minderheidsaandeelhouder heb je geen inspraak en moet je hopen dat er tussen de andere aandeelhouders mensen zitten die logisch kunnen nadenken. Maar dat is niet altijd het geval. Het is soms ontzettend frustrerend om te zien hoe mensen zich laten verblinden door mooie praatjes over grote winsten van mensen die niet
ALS ER EEN FOUT WORDT GEMAAKT, MAAK IK DIE LIEVER ZELF.
weten hoe ze geld moeten verdienen. In zo’n situatie maak ik snel een kruis over mijn investering, wat natuurlijk veel makkelijker is als je vermogen voldoende gediversifieerd is samengesteld.’ U bent aandeelhouder van Incofin, een fondsbeheerder die investeert in microfinancieringsinstellingen. Hecht u veel belang aan ‘duurzame’ beleggingen? Martine Reynaers: ‘Incofin is al een hele goede investering geweest: de waarde van het aandeel is niet gedaald en het biedt een dividendrendement van zo’n 2 procent. Daarbovenop is het nog eens een bedrijf met een hele mooie doelstelling. Maar dat betekent nog niet dat ik expliciet op zoek ga naar duurzame of groene investeringen. Elk goed bedrijf beperkt zijn ecologische voetafdruk en behandelt klanten, leveranciers en aandeelhouders op een correcte manier. Het lijkt me dus logisch dat bij elke onderneming maatschappelijk verantwoord ondernemen vanzelfsprekend is.’ Reynaers Aluminium is actief in de vastgoedsector. Speelt vastgoed ook een rol in uw persoonlijke portefeuille?
Martine Reynaers, Reynaers Aluminium
I 28 I
Sparen en beleggen wordt vaak gedaan voor de volgende generatie. Hoe bereidt u hen voor op de keuzes en afwegingen die horen bij het ondernemerschap of bij het beheer van een portefeuille?
Peter De Keyzer en Martine Reynaers: ‘Beleggingen beschouw ik als een engagement tegenover bedrijfsleiders.’
Martine Reynaers: ‘Ik houd heel erg van bouwen en verbouwen. Het is nu eenmaal de sector waarin onze onderneming actief is en waar ik een groot deel van mijn welvaart aan te danken heb. Bovendien is het een motor van werkgelegenheid en staat het garant voor vrij stabiele rendementen.’ ‘Vastgoed maakt dus zeker deel uit van mijn vermogen. Daarbij focus ik me vooral op residentieel en logistiek vastgoed, zowel in België als in Frankrijk. Door die geografische spreiding maak ik me geen zorgen over een eventuele vastgoedzeepbel. Ik ben er ook van overtuigd dat vastgoed zijn waarde kan behouden,
maar dan alleen als je er voortdurend in investeert.’
Martine Reynaers: ‘Ik heb vier kinderen – de jongste is 21 en de oudste is 28 jaar – en ik hoop natuurlijk dat ze op een bepaald moment minstens als aandeelhouder betrokken raken bij het bedrijf. Ze zullen dan een deel van de aandelen samen moeten beheren.’ ‘Omdat zoiets niet vanzelfsprekend is, wil ik kijken hoe ze daarmee zullen omgaan. Daarom zijn mijn twee oudste zoons ieder verantwoordelijk voor een klein project waarvan ze samen met de andere kinderen eigenaar zijn: de ene beheert een chalet in Frankrijk, de andere een appartement in Parijs. Ze moeten zorgen voor huurinkomsten en ook de waarde van het vastgoed op peil houden door regelmatige investeringen. Zo leren ze niet alleen omgaan met een budget, ze leren daarover ook communiceren met hun broers en zus. Zo kan ik inschatten op welke manier ik mijn vermogen het best aan hen doorgeef. Want op een bepaald moment zal ik toch moeten beslissen hoe en eventueel met welke beperkingen ik mijn aandelen aan hen doorschenk.’ Ondanks de lage rentevergoeding staat er een recordbedrag op de spaarboekjes van de Belg. Nochtans lijkt het stimuleren van meer risicoappetijt de enige weg om uit de economische crisis te geraken. Zou het dus geen goed idee zijn om beleggingen in aandelen fiscaal aantrekkelijker te maken?
Belegt u ook in kunst? Martine Reynaers: ‘Ik houd van kunst, maar dat is voor mij meer dan een investering. Ik koop alleen dingen die ik zelf mooi vind. Neem nu dit schilderij (wijst naar de muur tegenover haar bureau): het is van Peter Halley, en binnenkort leen ik het uit aan een museum in SaintEtienne dat een tentoonstelling over hem organiseert. Zoiets maakt me ontzettend blij. Aan zo’n kunstwerk beleef ik meer plezier dan aan een aandeel of obligatie.’
I 29 I
Martine Reynaers: ‘Ik heb zelf niet het gevoel dat er een groot probleem is met de financiering van vennootschappen. Wat mij betreft is er geen nood aan fiscale stimulansen om aandelen aantrekkelijker te maken. Wel moet de regering veel zwaarder inzetten op ondernemerschap. We moeten weer risicoappetijt creëren en jongeren aanmoedigen om zelf te ondernemen. Dat zal ons veel verder brengen dan een fiscaal gunstregime voor aandelen.’||
Geld en geluk
AAN WIE GEVEN WE ONZE RIJKDOM DOOR? AAN ONZE EIGEN KINDEREN? OF VIA BELASTINGEN AAN KINDEREN MET MINDER KANSEN? Toon Vandevelde, KU Leuven
‘Geld alleen maakt niet gelukkig’, schreef Aristoteles, ‘we hebben het nodig, maar met mate: niet te veel, niet te weinig.’ Geld en rijkdom zijn verslavend. Hoe meer je er van hebt, hoe meer je nodig hebt. Bezittingen kunnen een last worden. Mensen sparen om egoïstische en om altruïstische redenen. Egoïsme heeft hier niet noodzakelijk een negatieve bijklank. Mensen sparen in goede tijden voor wanneer ze ooit oud, ziek of hulpbehoevend worden. Maar hoeveel moet je dan sparen? Als je echt chronisch ziek of gehandicapt wordt, zijn je spaarcenten meteen op. En wie een leven lang relatief gezond blijft, heeft eigenlijk te veel gespaard. Economen leggen dan ook uit dat het rationeler is om je te verzekeren tegen allerlei risico’s. Sommige mensen sparen om altruïstische redenen. Ze willen een deel van hun rijkdom doorgeven aan hun kinderen: het familiebedrijf, een huis of gewoon een bom geld. Ethici hebben hier ambivalente gevoelens bij. Altruïstisch geven is mooi. Bovendien is rijkdom – opnieuw volgens Aristoteles – uiteindelijk niet bestemd om op te potten, maar om uit te delen. Maar erfenissen bestendigen maatschappelijke ongelijkheid. Elk mensenkind wordt op dezelfde manier geboren. Het toeval bepaalt welke baby alle kansen zal krijgen en welke geen enkele. ‘Wegbelasten dus, die erfenissen’, zeggen John Rawls en andere politieke filosofen. Maar die drastische erfenisbelasting druist in tegen de ethische overtuigingen van vele gewone mensen, en niet alleen van de rijken. Mensen willen de vrijheid om te werken voor hun kinderen en voor wie hen dierbaar is. Daarnaast stimuleren zware erfenisbelastingen kortzichtigheid: mensen geven hun hele vermogen uit, gaan het misschien zelfs verspillen. Nog erger is een pervers effect op kansengelijkheid. Als de erfenis grotendeels wegbelast wordt, gaan mensen nog meer investeren in hun kinderen, en hen naar de beste en duurste universiteiten sturen. Misschien versterkt dit de kansenongelijkheid meer dan een erfenis die kinderen ontvangen op hun 60ste. Kent u het verhaal van de miljardair die zelfmoord pleegde, omdat hij de helft van zijn vermogen verloor na beleggingen? Hij had nog 1 miljard dollar over, maar de gedachte aan zijn verlies maakte leven onmogelijk. Wetenschappers die menselijk geluk onderzoeken weten: had deze man de helft van zijn vermogen niet vergokt maar weggegeven, dan had dat ‘verlies’ hem net heel gelukkig gemaakt. De discussie over erfenisbelastingen draait om de finaliteit van ons sparen. Aan wie geven we onze rijkdom door? Aan onze eigen kinderen? Of via herverdelende belastingen aan kinderen met minder kansen? Beide partijen in deze discussie verdedigen hun punt met passie. Ondertussen hopen wij toch dat onze kinderen en vrienden zich ons zullen herinneren om wie we zijn en niet om wat we hadden. || Toon Vandevelde Centrum voor Economie en Ethiek, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, KU Leuven
Hoe uw spaargeld aan het werk zetten? Beleggen: een zaak van alleen maar cijfertjes en ratio?
Chat met Philippe Gijsels, hoofdstrateeg BNP Paribas Fortis over sparen en beleggen.
Stel uw vraag op donderdag 9 januari om 12u online via www.tijd.be/BNK of volg de chat via twitter @BNK_Bank
Voor ons blijft de mooiste award uw vertrouwen.
BNP PARIBAS FORTIS VERKOZEN TOT “BEST PRIVATE BANK BELGIUM 2013” Financial Times Groep beloont BNP Paribas Fortis voor het gepersonaliseerd beheer van uw vermogen waarbij uw private banker kan steunen op een breed netwerk van experten en dit zowel in België als binnen de BNP Paribas Groep.
V.U.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702.
bnpparibasfortis.be/privatebanking