SVBP Nieuwsflash Stremersch, Van Broekhoven & Partners legt de basisnota van formateur Elio Di Rupo onder het vergrootglas. Deze onrustwekkende nota met als misleidende titel ‘Een efficiëntere federale staat en een grotere autonomie voor de deelstaten’, heeft weliswaar een belangrijk communautair luik, maar kondigt vooral een aantal ingrijpende sociale en fiscale maatregelen aan waarmee de overheid de lege staatskas wil vullen. Niet te vergeten: er moet volgens de EU in België in alle geval 22 miljard Euro worden gespaard. Dit is een operatie die niet pijnloos kan verlopen. De volgende regering kan kiezen met welke saus deze besparingen zullen worden geserveerd. De nota van ‘formateur’ di Rupo geeft een aanwijzing hoe de Franstalige socialisten erover denken, zij willen ‘besparen’ door de lasten te verhogen. Dit is gelukkig nog geen regeringsverklaring. Toch werden we reeds gecontacteerd inzake de mogelijkheden om te ‘delocaliseren’, dwz België als permanente verblijfsplaats te verlaten.
De nota Di Rupo: een aanval op spaarders, beleggers en grote vermogens Als het van de Franstalige socialistische politicus Elio Di Rupo afhangt, dan zullen spaarders, beleggers en grote vermogens het grootste deel van het gat in de Belgische begroting opvullen. Zijn opgave is 22 miljard euro te vinden om de overheidsfinanciën tegen 2015 uit het rood te halen. Volgens Di Rupo moet een derde van de sanering gebeuren via besparingen bij de overheid, een derde via nieuwe inkomsten (lees: extra belastingen) en een derde via diverse maatregelen zoals de strijd tegen sociale en fiscale fraude. In de praktijk komt het erop neer dat de staat amper 37 procent bespaart en dat de rest van het noodzakelijke geld uit de burgers en de bedrijven wordt geperst. De politieke onderhandelingen slepen aan en de nota Di Rupo is hierbij de nieuwste stap in een moeizame regeringsvorming. Belangrijk is dat deze nota ons een unieke blik biedt op de interne keuken van de regeringsonderhandelaars en de pistes die ze volgen om de Belgische overheidsschuld weg te werken. Het staat dan ook vast dat delen van deze formateursnota vroeg of laat opnieuw zullen opduiken om uiteindelijk te worden uitgevoerd. Stremersch, Van Broekhoven & Partners is daarom zeer alert en waakzaam. Een overheid die noodgedwongen de buikriem moet aanhalen, kan twee dingen doen: minder uitgeven (besparen) en proberen meer inkomsten te genereren (belastingen heffen). Formateur Elio Di Rupo concentreert zich in zijn basisnota vooral op die extra belastingen. Zijn opvallendste voorstellen zijn de verhoging van de roerende voorheffing, een meerwaardebelasting op aandelen en de invoering van een tijdelijke vermogensbelasting. Hiermee zijn de spaarders, beleggers en grote vermogens in ons land duidelijk de kop van Jut. Ook de bedrijven worden getroffen omdat de notionele intrestaftrek wordt beperkt. Een toelichting:
De spaarder geviseerd: een hogere roerende voorheffing Er komt een ‘harmonisering’ (lees: verhoging) van het tarief van de roerende voorheffing. De roerende voorheffing op interesten (rente) stijgt van 15 procent naar 20 procent. Dat tarief is van toepassing op zichtrekeningen, termijnrekeningen, obligaties, kasbons en obligatiefondsen met een Europees paspoort. Het goede nieuws is dat voor de spaarrekeningen, ons klassiek ‘spaarboekje’, het huidige tarief van 15 procent roerende voorheffing behouden blijft. Ook aan de belastingvrijstelling van de eerste intrestschijf (1.770 euro voor het jaar 2011) wordt niet geraakt. Je zal bij een spaarboekje tegen bijvoorbeeld 1,75 procent rente zo’n 100.000 euro kunnen sparen zonder belasting te moeten betalen. MAAR! Deze vrijstelling wordt in de toekomst toegekend via de belastingaangifte. De banken zullen aan de fiscus moeten melden hoeveel rente ze uitkeren aan hun klanten. Zo worden de spaarders aangepakt die spaarboekjes hebben bij meerdere banken om zo het plafond van de fiscale vrijstelling te omzeilen. Dat zal niet meer mogelijk zijn. Belastingplichtigen met verschillende spaarboekjes worden voortaan wel degelijk belast op al hun inkomsten. Bovendien berekende de krant De Tijd dat de burgers via dit terugbetalingssysteem een grote renteloze lening geven aan de Belgische staat. De staat verkrijgt immers eerst de volledige roerende voorheffing op ALLE spaartegoeden op de spaarrekeningen. Terwijl de overheid pas bij de berekening van de personenbelasting, minstens één jaar later, de roerende voorheffing moet terugbetalen. De Belgische gezinnen hebben naar schatting 200 miljard euro op spaarboekjes staan. Tegen een rente van bijvoorbeeld 1,75 procent en met een taks van 15 procent, zullen zij op het einde van het jaar 525 miljoen euro roerende voorheffing moeten betalen. Pas één jaar later, na de behandeling van de fiscale aangifte, krijgen de Belgische gezinnen dat bedrag terug. Belangrijk is dat ook de interesten op de rekening-couranten (dat wil zeggen: alle soorten leningen die we aan onze eigen vennootschappen toestaan, ongeacht de benaming of de vorm) worden geviseerd! Voortaan zal u van deze opbrengsten niet 85 procent, maar slechts 80 procent netto verkrijgen. De overheid roomt hier dus voortaan iets meer af. Wel is het aanhouden van een rekening-courant die interesten opbrengt, nog steeds een goede manier om op een eenvoudige en fiscaal vriendelijke wijze geld uit uw vennootschap(pen) te halen. Wie hierover meer wil weten neme even contact met ons op. De nota Di Rupo legt het tarief voor dividenden op aandelen en effecten op 25 procent. Weliswaar was dat voor heel wat dividenden vandaag al het geval. Maar op de beurs en daarbuiten worden ook heel wat dividenden uitgekeerd die onderworpen zijn aan een roerende voorheffing van 15 procent. Dit betreft aandelen die kunnen genieten van het zogenaamde VVPR-regime (Verminderde Voorheffing – Précompte Réduit). De roerende voorheffing op dividenden van aandelen met een VV-strip stijgt van 15 tot 25 procent. Dat betekent dat VV-strips waardeloos worden. Vermits de roerende voorheffing momenteel nog ongewijzigd is, en je beter voorkomt dan geneest, kan het aangewezen zijn om uw persoonlijke situatie te onderzoeken en na te gaan of in uw vennootschap(pen) geen ‘tussentijdse’ afrekening van uw interesten kan worden gemaakt, of na te gaan of er misschien zelfs een tussentijds dan wel interimdividend kan worden uitgekeerd.
De belegger geviseerd: een meerwaardebelasting op aandelen Inzake de personenbelasting stelt de nota Di Rupo een meerwaardebelasting van 25 procent voor bij de verkoop van aandelen en effecten binnen een termijn van 1 tot 8 jaar na hun aankoop. Dat is revolutionair, want vandaag zijn de meerwaarden die een natuurlijk persoon realiseert op de verkoop van aandelen (behalve in enkele uitzonderlijke omstandigheden) volledig vrijgesteld. Het tarief van de nieuwe taks bedraagt zelfs 50 procent voor meerwaarden op aandelen die gerealiseerd worden binnen een termijn korter dan 1 jaar. (In vele landen is dergelijke belasting het marginaal tarief, dus dat is niet zo speciaal.) De meerwaarden op aandelen en effecten die binnen een termijn van één tot acht jaar na aankoop worden gerealiseerd worden belast aan 25 procent. Minwaarden kunnen worden verrekend op het bedrag van de belastbare meerwaarden. Hoe de overheid dit gaat controleren, is nog niet duidelijk. Stel dat iemand via makelaar A een pakket aandelen koopt in New York (in dollar) om dit pakket later via makelaar B op Euronext, in euro en na het ontvangen van een dividend, snel terug te verkopen. Het zal veel rompslomp meebrengen. Inzake de vennootschapsbelasting zal de vrijstelling op de meerwaarden voortaan verlopen volgens dezelfde voorwaarden als die voor de dividenden. Het is momenteel niet geheel duidelijk of Di Rupo hier ook de niet-genoteerde aandelen van familiebedrijven viseert. Momenteel is het zo dat in de vennootschapsbelasting de meeste meerwaarden op aandelen volledig zijn vrijgesteld. Of het nu om aandelen gaat die gekocht worden op de beurs, of aandelen die belangrijke participaties vertegenwoordigen in dochtervennootschappen: de gerealiseerde meerwaarden zijn vrij. De nota van Elio Di Rupo zegt dat voortaan de meerwaarden pas vrijgesteld zullen zijn wanneer aan alle voorwaarden inzake de vrijstelling van dividenden (de zogenaamde definitief belaste inkomsten, de DBI-aftrek) zijn voldaan. Dat wil zeggen dat enkel de meerwaarden op aandelen in vennootschappen fiscaal worden vrijgesteld wanneer de vennootschap een deelneming bezit van ten minste 2.500.000 euro of van ten minste 10 procent. Bovendien moeten de aandelen de aard hebben van financiële vaste activa (er moet een verbondenheid zijn) en gedurende één jaar in volle eigendom zijn. Meer nog, er komt een verstrenging van het regime van de definitief belaste inkomsten (zowel voor de dividenden als voor de meerwaarden), waarbij de bezitstermijn die nodig is om van het regime te kunnen genieten, verlengd wordt van één naar twee jaar. Een snelle meerwaarde op de beurs is niet meer vrijgesteld. Moet u dan iets ondernemen? Velen gebruiken een holdingstructuur waarbij ze de (recente) waarde van hun aandelen vastklikken in kapitaal. Hierbij hebben ze voor hun persoonlijke situatie ook een regeling inzake successieplanning uitgewerkt. Zij die deze stap nog niet hebben gezet, kunnen overwegen om op deze manier de aangekondigde belastingen te vermijden. Stremersch, Van Broekhoven & Partners beschikt over de nodige expertise om u daarbij te adviseren. Tot slot is er hier ook een ‘reactualisering’ van de Taks Op de Beursverrichtingen (TOB). Om de rol van speculatie in de financiële crisis in rekening te brengen, wordt voorgesteld de rentevoet en de plafonds per transactie te verhogen. Deze beurstaks bracht in 2010 zo’n 135 miljoen euro op.
Het taboe doorbroken: een ‘tijdelijke’ vermogensbelasting ‘Laat de Rijken de crisis betalen!’, is een populistische kreet die door Elio Di Rupo in zijn nota wordt omgezet als ‘een tijdelijke crisisbelasting op de grote vermogens.’ Maar wat is een ‘groot vermogen’? Dit wil zeggen: vermogens groter dan 1,25 miljoen euro waarbij het woonhuis en het vermogen dat bestemd is voor de beroepsactiviteit niet in rekening worden gebracht. En wat dan met patrimoniumvennootschappen, aandelen in vennootschappen, aandelen in holdings… ? De crisisbijdrage zou ongeveer 0,5 procent bedragen. Het is hier overigens niet duidelijk of enkel het gedeelte boven het bedrag van 1,25 miljoen euro, dan wel het volledige bedrag aan de nieuwe belasting zou worden onderworpen. De nota van de formateur Di Rupo zegt ook niet wat ‘tijdelijk’ betekent. Volgens consultant Capgemini en vermogensbeheerder Merrill Lynch hebben 75.600 Belgen minstens 1 miljoen dollar (695.000 euro) beschikbaar. Dat gaat over het vermogen zonder de eigen woning. Hoe gaat de overheid hier alles in kaart brengen en waarderen? Een vermogensbelasting dreigt voorts tot kapitaalvlucht te leiden. Buurlanden Frankrijk en Nederland kennen al langer een vermogensbelasting, maar daar is nu juist kritisch onderzoek bezig naar de effectiviteit van een dergelijke belasting. Andere Europese landen schaften recent hun vermogensbelasting af. Andere maatregelen De formateursnota van Elio Di Rupo somt ook nog een aantal andere maatregelen op, zoals daar zijn: - De notionele intrestaftrek wordt ‘geoptimaliseerd.’ Hiertoe wordt het huidige reële tarief van 3,425 procent verminderd naar 3 procent. Daarbij worden de verplichte eigen middelen voor alle ondernemingen uitgesloten. We veronderstellen dat het hier gaat om de wettelijke reserves (10 procent van het geplaatst kapitaal) die voor de berekening niet meer worden bijgeteld. Voorts schaft de overheid de huidige mogelijkheid af om de nog niet afgetrokken notionele intresten in de tijd (naar één van de volgende zeven jaren) uit te stellen. De aftrek mag dus niet meer worden overgedragen naar een ander jaar. De KMO’s behouden een vermeerdering met 0,5 procent van de referentievoet. - Positief is de terugkeer van de investeringsaftrek voor onze KMO’s. Ironisch genoeg is precies deze aftrek geschrapt toen de notionele intrestaftrek werd ingevoerd. - Bedrijfswagens worden meer belast: er is een aanpassing van het voordeel in natura in functie van de CO2-uitstoot en de waarde van het voertuig. Lees: zware bedrijfswagens betalen meer belasting. - Er komt een speciale taks op vliegtuigtickets in eerste klas en business class. - De sociale bijdragen voor een zelfstandige stijgen. De nota Di Rupo wil een verhoging van het inkomensplafond dat als basis wordt genomen voor de berekening van de sociale bijdrage. Het plafond van het bedrag waarop de sociale bijdrage wordt berekend wordt van ongeveer 77.000 euro opgetrokken tot 100.000 euro/jaar. Dit moet leiden tot meer solidariteit onder zelfstandigen. Die stijging zorgt er wel voor dat bij de hoogste verdieners onder de zelfstandigen de extra last van hun sociale bijdrage kan oplopen tot 30 procent! Voor deze categorie zelfstandigen wordt het dan ook belangrijk om grondig te onderzoeken
of er geen betere alternatieven bestaan, bijvoorbeeld de oprichting van een vennootschap. - De nota Di Rupo streeft ook naar een veralgemening van de 2de pensioenpijler (= het beroepsmatig opgebouwd aanvullend pensioen). Het doel van de tussenkomst van de staat in de 2de en de 3de pijlers (de aanvullende particuliere pensioenen, respectievelijk beroepsmatig en persoonlijk) is om voldoende aanvulling te verzekeren bij het wettelijk pensioen (de 1ste pensioenpijler). Personen die momenteel een hoog inkomen en dus een hoger pensioen hebben, kunnen ook een grotere 2de pensioenpijler opbouwen. De stortingen om een 2de pijler op te bouwen, worden momenteel beperkt: het wettelijke en aanvullende pensioen mogen samen niet meer dan 80 procent van het bruto-inkomen van het laatste loopbaanjaar overschrijden. Om de fiscale voordelen gelinkt aan de 2de pijler beter toe te spitsen, wordt het laatste inkomen dat in rekening wordt gebracht voor het fiscale voordeel geplafonneerd tot 82.500 euro. De fiscale behandeling van de 2de pijler mag ook niet aanzetten tot vervroegd pensioen. De belastingvoeten van de 2de pijler, opgebouwd op basis van de werkgeversbijdragen, zullen op deze manier herzien worden: 20 procent op 60 jaar, 18 procent op 61 jaar, 16,5 procent op 62 tot 64 jaar en 10 procent op 65 jaar. Bovendien zullen de belastingsverminderingen op de 2de en de 3de pijler, die momenteel berekend worden op basis van een bijzondere gemiddelde aanslagvoet, voortaan op basis van een percentage van 30 procent voor alle belastingplichtigen berekend worden, ongeacht wat hun inkomen bedraagt. Wanneer dat alles wet wordt, zal het herbekijken van de persoonlijke pensioenplanning zich opdringen. Stremersch, Van Broekhoven & Partners beschikt over de nodige modellen die voor u kunnen worden uitgewerkt. - Nog een kleine uitsmijter: het beste voorbeeld dat de Belgische staat wispelturig en eenzijdig de regels wijzigt, is de aangekondigde afbouw van de succesvolle dienstencheques. Het fiscaal voordeel van deze cheques wordt afgeschaft en de prijs zal afhangen van de aangekochte hoeveelheid cheques. Opvallend is dat Di Rupo de afschaffing van de fiscale aftrekbaarheid van de dienstcheques onderbrengt in de post uitgavenbeperking (de 37 procent die de staat bespaart), maar is dit niet veleer een belastingverhoging? En wat met de vele jobs die er dankzij het ‘witte’ circuit van de dienstencheques bijkwamen? Zijn deze nu niet in gevaar? - Tot slot verwacht de staat opnieuw veel van de strijd tegen fiscale fraude. Met de nu aangekondigde vermogensbelasting valt het echter te bezien of die aanpak niet contraproductief zal zijn.