COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS -----A.R. M10-3-0914 B.R. 7607 Beslissing van 20 november 2012
De derde kamer van de Commissie, samengesteld uit: -
de heer P. DRAULANS, voorzitter, mevrouw H. MELOTTE en de heer D. DESREUMAUX, leden, bijgestaan door mevrouw M. STEYAERT, secretaris a.i.,
spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van: de heer Bob Y. qualitate qua Jasmine X. geboren op ../../1996
De Commissie nam kennis van de stukken, onder meer van: -
het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 9 augustus 2010, waarbij verzoeker in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc over Jasmine X. om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp voor schade als gevolg van een opzettelijke gewelddaad;
-
de uitgevoerde onderzoeksverrichtingen;
-
het verslag opgemaakt door de verslaggever op 10 mei 2012 overeenkomstig artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986;
-
het advies van de Minister van Justitie, neergelegd op 21 mei 2012;
-
de schriftelijke reactie van verzoeker, neergelegd op 27 juni 2012. De regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 23 oktober 2012 De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 23 oktober 2012:
-
de verslaggever in het verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen;
-
de verzoeker in zijn opmerkingen vertegenwoordigd door mr. Stijn S., advocaat bij de balie te ... . De Minister van Justitie is ter zitting niet verschenen noch iemand voor haar.
*
Beslissing inzake M10-3-0914 – p. 2
I. Feiten Jasmine X. werd tussen 14 november 2001 en 6 december 2002 slachtoffer van zware mishandelingen gepleegd door Name Z., de toenmalige samenwonende partner van haar moeder. II. Vervolging - Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 5 november 2004 werden Name Z. (opzettelijke slagen en verwondingen) en Brenda X. (schuldig verzuim) bij verstek respectievelijk veroordeeld tot 4 jaar en tot 18 maanden hoofdgevangenisstraf wegens: Name Z. “op niet nader te bepalen data, tussen 14 november 2001 en 6 december 2002, meerdere malen, met voorbedachten rade, opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toege-bracht aan een minderjarige, Jasmine X., de slagen of verwondingen een ziekte, of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hebben gehad, de feiten gepleegd zijnde door haar vader, moeder of andere bloedverwanten in de opgaande lijn, of door enig andere persoon die gezag heeft over de minderjarige of door een persoon die haar onder zijn bewaring heeft, of door een persoon die occasioneel of gewoonlijk samenleeft met het slachtoffer”. Op burgerlijk gebied werd een provisioneel bedrag toegekend van € 2.500. - Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 23 december 2004 (bij verzet) werd ten aanzien van Name Z. de onmiddellijke aanhouding bevolen. Hij tekende hier-tegen hoger beroep aan. - Bij arrest van het Hof van beroep te ... d.d. 15 juni 2005 werd het hoger beroep niet ontvankelijk verklaard wegens laattijdigheid. - Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 12 mei 2006 werd Brenda X. (op verzet) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden met uitstel voor 3 jaar. - Bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 9 oktober 2008 werden Name Z. (bij verstek) en Brenda X. solidair veroordeeld tot betaling van € 70.000 (te verminderen met het reeds toegekende bedrag van € 2.500) aan de voogd ad hoc qualitate qua. - Bovenvermeld vonnis is definitief. III. Gevolgen van de feiten -
Uit PV nr. .../2002 van mevrouw Brenda X. d.d. 5 februari 2002: “Ik ben de moeder van Jasmine. Ik moet toegeven dat het wel eens voorviel dat ik mijn dochtertje ‘s morgens niet naar school bracht. Als dat gebeurde hield ik haar thuis opdat ze dan ‘s middags met mij warm kon eten. Ik leef van het OCMW. Zowat half januari 2002 had Jasmine een blauwe vlek op haar gelaat, haar oor en een verwonding aan haar neus. Ik herinner mij dat ze die dag nogal rumoerig was en Z. kon dat niet langer verdragen. Ik zag dat Z. Jasmine vastgreep en nogal brutaal neerzette op een dressoirkast. Hij sloot toen de keukendeur. Als ik enkele minuten later terugkwam zag ik dat Jasmine een verwonding had aan haar neus die tevens rood was verkleurd. De dag nadien bemerkte ik dat Jasmine aan de linkerzijde van het hoofd een blauwe vlek had alsook was haar oorschelp blauw gekleurd.”
-
Uit het deskundig verslag van Dr. A. G., kinder- en jeugdpsychiater: “Jasmine verblijft een eerste maal in het jaar 2000, op vrijwillige basis, in home G. E.. Daarvóór verbleef ze reeds in het tehuis der K. in 1999 en 2000. Nadat bijt- en striemwonden waren vastgesteld door de schoolarts werd het kind bij hoogdringendheid geplaatst in CKG G. E. in februari 2002.
Beslissing inzake M10-3-0914 – p. 3
In maart 2003 werd de zaak overgedragen naar de Jeugdrechter. Sedert 16 september 2002 verblijft zij in Hof Ter H. te ... . Dit is een plaatsing via de Jeugdrechter omdat de veiligheid niet kon gegarandeerd worden thuis bij de moeder. Jasmine zou meermaals getuige geweest zijn van agressieve partners van haar moeder en slachtoffer van deze agressieve daden. Het lukt moeder (die zelf een verleden heeft van drugsabusus) niet altijd voldoende veiligheid te bieden voor Jasmine en bescherming te bieden tegen haar agressieve partners. Jasmine is een heel gesloten kind; ze is onzeker en maakt een gelaten indruk. Zij ziet haar mama graag en geniet van haar bezoeken. De op haar gepleegde feiten van agressie benoemt zij als mishandeling. Zij heeft een ernstige emotionele problematiek. Daarnaast is er ook sprake van zwakbegaafdheid. Omwille van de verwaarlozing, de mishandeling en de onveilige thuissituatie waarin ze in haar eerste levensjaren vertoefd heeft, kent haar emotionele ontwikkeling geen normaal verloop en sluit zij alle emoties in zich op. Hoe Jasmine zich momenteel presenteert, is niet alleen het gevolg van de mishandeling door Z. maar werd tevens veroorzaakt door het gebrek aan basisveiligheid in het ouderlijk milieu, het getuige zijn van de agressieve daden tov haar moeder, getuige zijn van de man die eerst als haar vader aanzien werd, de instabiele aanwezigheid van de moeder en de wisselende vaderfiguren. Jasmine is hierdoor een zeer introvert meisje geworden met een zeer laag zelfwaardegevoel en weinig eigen identiteit, dat geleerd heeft gevoelens op te kroppen en depressief decompenseerde. De gebeurde feiten (mishandeling door Z.) zorgen voor extreme gevoelens van angst, slaapproblemen en nachtmerries. Er is sprake van depressie (dysthymie) en een post-traumatische stressstoornis, die een ernstige hypotheek leggen op de verdere ontwikkeling van het kind. Vooral op emotioneel vlak stagneert zij maar ook haar schoolse vorderingen lijden onder die problematiek. Zij zal nooit geheel helen van de haar opgedane psychische letsels. Omdat hier sprake is van een kind kan niet in termen van werkonbekwaamheid gesproken worden. Dit kind kan zich niet optimaal ontwikkelen omwille van de op haar gepleegde feiten. Speltherapie is ten zeerste aan te raden. Mits een psychotherapeutische begeleiding kunnen de emotionele letsels behandeld worden, doch de feiten zullen gans haar leven een impact hebben op haar algemeen functioneren. Prognostisch is het niet goed. Verwacht wordt dat in de puberteit, bij het verder ontwikkelen van de persoonlijkheid en het in vraag stellen van zichzelf en haar context, er grote problemen kunnen ontstaan waardoor een psychiatrische opname en/of therapie nodig zal zijn. -
Op het vlak van psychologische schade: blijvende gedeeltelijke schade (70 %).
-
Op het vlak van lichamelijke schade: geen blijvende schade, schade reeds hersteld.
Uit de schriftelijke reactie van mr. Stijn S.: -
Jasmine heeft vele jaren in het begeleidingstehuis Hof Ter H. verbleven. Tijdens dit verblijf stelde de begeleiding erg verontrustend gedrag vast. In het evolutieverslag d.d. 14 januari 2008 staat: “stemmingswisselingen, zich afsluiten, hysterische buien, andere kinderen pijn doen, gebruik van kinder -en wartaal.” Het tehuis heeft beroep gedaan op Dr . D. om tips te geven teneinde het meisje te begeleiden. Volgens Dr. D. ging het om een zwaar getraumatiseerd meisje dat eerder depressief overkwam.
Beslissing inzake M10-3-0914 – p. 4
-
Uit het verslag van de sociale dienst van de Jeugdrechtbank van 25 mei 2009 blijkt dat de wil om in therapie te gaan aanwezig was bij Jasmine zelf. De consulente van de sociale dienst stelde vast dat het meisje zich niet goed voelde: zij huilt veel, blokkeert bij emoties, heeft weinig interesse, bouwt een muur om zich heen. Zij zou soms ruzie hebben met de mama en had mama gestampt en geduwde. De voorkeur werd gegeven aan cgg. A. te ... . Deze therapie is effectief eind januari 2010 gestart doch na enkele maanden opnieuw stop-gezet omdat Jasmine hier helemaal niet klaar voor was en zij niet met emoties overweg kan.
-
Sedert enkele maanden is Jasmine teruggekeerd naar het ouderlijk milieu. De bedoeling is om Jasmine vóór haar meerderjarigheid te laten ervaren wat thuis verblijven inhoudt. Er is thans geen nieuwe therapie gepland. Gelet op de zeer gesloten persoonlijkheid van Jasmine zou een heropstart van therapie overigens weinig zinvol zijn.
-
Mr. Stijn S. vermeldt ter zitting dat de weerhouden schade ten aanzien van Jasmine X. zeer groot is.
IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling 1. Name Z. gebruikte negen aliassen! Hij is van Senegalese afkomst. 2. Het laatste vonnis (Rechtbank van Eerste Aanleg te ... d.d. 9 oktober 2008) vermeldt dat hij ambtshalve geschrapt werd. De advocaat deelt in zijn schriftelijke reactie mee dat de dader in 2008 ambtelijk geschrapt is. In 2004 had hij al een strafregister. V. Begroting van de gevraagde hulp De voogd ad hoc vraagt voor Jasmine X. de door de Commissie maximaal toe te kennen hoofdhulp, nl. € 62.000 voor blijvende psychologische schade. VI. Beoordeling door de Commissie Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande. De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden. 1. Mevrouw Brenda X., de moeder van Jasmine, werd veroordeeld wegens schuldig verzuim. Schuldig verzuim kan niet worden beschouwd als een gewelddaad. De Commis-sie kan dan ook geen rekening houden met de door mevrouw Brenda X. veroor-zaakte schade. 2. Rekening houdend met bovenvermelde opmerkingen en conform artikel 33 § 2 van de wet van 1 augustus 1985 kent de Commissie de maximale hulp toe van € 62.000.
*
*
*
Beslissing inzake M10-3-0914 – p. 5
OP DIE GRONDEN,
De Commissie, Gelet op - de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken; - de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985, houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009; - het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006;
Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoeker Bob Y. qualitate qua Jasmine X. een hulp toe van € 62.000.
Zegt dat die som zal geplaatst worden op naam van de minderjarige en dat de hoofdsom en de intresten onbeschikbaar zullen blijven tot aan haar meerderjarigheid of ontvoogding, behoudens bijzondere toelating van de bevoegde rechter.
Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 20 november 2012.
De secretaris a.i.,
De voorzitter,
M. STEYAERT
P. DRAULANS