Gemeenschapskrant Almere Jaargang 8, nummer 2 25 maart 2007
Een nuance
De Parel
B. Sikkema
Ruim een maand nadat we het boekje ontvingen met het thema voor het jaar 2007: leven = samen leren, begon in Den Haag een nieuwe regering haar werk onder de slagzin: samen werken, samen leven. Je zou haast denken dat er -ergens in een achterkamertje?- overleg moet zijn geweest. Zo’n overleg is er natuurlijk nooit geweest, toch is de overeenkomst bij de woordkeus opvallend.
Ruim Samen en leven zijn de woorden die in beide motto’s het meest opvallen en die, als we bewust willen leven, er steeds om vragen erover na te denken. Om te ontdekken dat we er nooit mee klaar komen, dat het gevaar van oppervlakkigheid voortdurend op de loer ligt en iedere gedachte nieuwe -en vaak tegenstrijdige- gedachten oproept. Geschenk ‘Geen mens heeft zichzelf het leven gegeven.’ Zo begint de inleiding van ons boekje en het vervolgt: ‘Als je dat doorvoelt kan het leven als een geschenk worden ervaren.’ Alleen deze twee zinnen al geven gespreksstof, waar je avonden mee kunt vullen. De eerste zin is een axioma, waar je niets tegenin kunt brengen, maar de tweede.... Het woord geschenk impliceert eigenlijk, dat je er blij mee moet zijn. Leven begint bij de geboorte en omdat de geboorte van ieder kind een wonder is, spreken we zelfs wel van een godsgeschenk, al kunnen we verder niet goed onder woorden brengen
wat daar precies mee bedoeld wordt. Ook staan we er niet bij stil, voor wie de geboorte een geschenk is: voor het kind of voor zijn ouders. Die ouders realiseren zich in hun euforie niet, dat hun kind niet om het leven heeft gevráágd. Het heeft geen inspraak gehad, zouden we met een moderne term kunnen zeggen. In deze gedachtegang is het leven voor ieder mens het eerste geschenk en het wordt hem onvrijwillig gegeven. Hij mag dit geschenk, net zoals bij een gegeven paard, niet in de bek kijken -wat betekent dat hij er niet ondankbaar voor mag zijnen het is ook niet de bedoeling, dat hij er op één of ander moment vrijwillig afstand van doet. Dit klinkt somber, maar zo is het niet bedoeld. Het probeert alleen maar aan te geven welke gedachten mogelijk zijn, als je probeert te doorvoelen dat je jezelf het leven niet hebt gegeven. Het leven ervaren begint voor ieder mens pas als hij wat ouder is en soms zal hij het niet als een geschenk zien, maar als een last. Gelukkig is het meestal niet zo en hebben de meesten van ons een ingebouwde eigenschap, Pagina:
om de minder plezierige belevenissen dieper in hun herinnering op te bergen dan de plezierige. Of dat goed lukt hangt niet alleen van je zelf af, maar ook van je omgeving en de mensen daarin. Anders-zijn Ik heb mezelf het leven niet gegeven. En dat hebben de mensen, die om me heen leven, ook niet.
In dit nummer: 1 - Een nuance 2 - Kijken naar wat je wel hebt 3 - Heeft u het al gehoord? - Waar zijn we eigenlijk mee bezig ~ Een mantel van liefde 4 - Plaatselijke voorbereiding van de eredienst 5 - Het nieuwe redactielid - Een bericht van de OGA 6 - Spreuk 7 - Drukkerij ‘de Parel’ verhuisd 8 - Gemeenschapsmutaties Colofon
Toch moet ik met al die mensen samen leven, samenleven. Al die mensen zijn anders dan ik en ik zal moeten aanvaarden dat ze anders zijn. Niet me erbij neerleggen, erin berusten, of me ertegen verzetten, dat is negatief. Nee, positief, dat is aanvaarden, accepteren. Dat is niet eenvoudig. Lang geleden las ik een vraag, misschien op
een kaart van Loesje, dat weet ik niet meer. Die vraag luidde: ‘hoe anders mag de ander zijn?’. Met andere woorden: laat je de ander ook echt anders zijn, hoe groot is je acceptatie-vermogen? In het leven van ieder mens is de ander niet weg te denken, zoals de voorkant van de medaille niet
kan zonder de achterkant en er geen schaduw kan zijn zonder het licht. Het leven als een geschenk ervaren is onder meer afhankelijk van de mate, waarin je de ander in je leven toelaat. En dat is een leerproces. We zouden ‘leven = samen leren’, het thema voor het jaar 2007 kunnen nuanceren: ‘leven is leren samenleven’. ■
Kijken naar wat je wel hebt B. v.d. Linden
D
e deur zwaait, op afstand bediend, open en heel welkom word ik ontvangen door zr. B. Nieman. Zij woont in een geheel aangepaste woning in de Stedenwijk. Zij laveert in haar elektrische rolstoel rond in haar kamer en kan zich zo te zien goed redden. Maar hoe redt zij het en wat is haar geschiedenis? Om daar achter te komen ging ik bij haar op bezoek.
Het begin Ze is geboren in Amsterdam en ze was vier jaar toen de oorlog uitbrak. Toen was het oorlog buiten en oorlog binnen, vertelt ze. In het gezin ontving ze geen liefde en warmte, integendeel zelfs. Daarbij kwamen nu nog traumatische ervaringen zoals het voor je ogen zien hoe onderwijzers van school en een overbuurman werden doodgeschoten. Op acht-jarige leeftijd werd ze in een kindertehuis geplaatst. Daar werd ze wel verzorgd maar ook daar was van aanhankelijkheid geen sprake. Elke week kwam op zaterdag de dominee om te horen of het opgegeven lied geleerd was en werd uit de bijbel gelezen. En op zondag dreigde hij met Gods straf. Van zo’n God kon ze alleen bang zijn. Na het kindertehuis kwam ze in een internaat in Diepenheim. Daar
heeft ze betere herinneringen aan en ze kreeg steeds meer het idee dat ze later kinderverzorgster wilde worden. Toen ze dan ook in een gezin werd geplaatst met een baby en een jongetje van 2½ jaar kon ze haar hart ophalen. Inmiddels hadden haar ouders begrepen dat ze geld ging verdienen en moest ze daarom thuiskomen. Ze werkte acht jaar in een kapperszaak en ook daar zat het haar niet mee. Na weer een aantal traumatische ervaringen kwam ze uiteindelijk in Bussum terecht, waar ze in een bejaardentehuis ging werken. Daar leerde ze haar man kennen. Liefde en warmte Eindelijk ervaart ze de liefde waar ze zo naar heeft gehunkerd. Ze trouwen en krijgen na een paar jaar een zoon. Zeven jaar later wordt er een dochter geboren. Als die dochter vier jaar is en ze haar naar de kleuterschool brengt, blijkt ze Greetje Slok als onderwijzeres te krijgen. Ze herkent de naam Slok omdat haar man van oorsprong Apostolisch is. Van het een komt het ander en al snel krijgen ze huisbezoek van pr. Scherer en pr.Decnop. Pagina: 2
In die tijd krijgt ze problemen met haar gezondheid en er wordt Multiple Sclerose geconstateerd. Nogal ingrijpend als je je gezin wilt verzorgen. Als ze in 1971 door Apostel Slok wordt geëigend, ligt ze op een bed in de dienst. Maar ook liggend kan ze haar bijdrage leveren aan de gemeenschap en voelt ze de warmte die ze van haar ouders zo heeft gemist. Als haar dochter negen jaar is wordt er nog een zoon geboren. In 1989 merkt ze dat het gedrag van haar man verandert en bespreekt het met haar huisarts. Die beschouwt het als overbezorgd gedrag en schenkt er verder niet veel aandacht aan. De klachten verergeren en uiteindelijk kunnen ook de artsen er niet meer omheen en wordt er een hersentumor geconstateerd. Op 1 augustus 1992 overlijdt hij op 61 jarige leeftijd. Nu De kinderen zijn inmiddels de deur uit en de gezondheid van zr. Nieman heeft nog meer knauwen gekregen zoals artrose, hernia’s, tia’s, operaties. De artsen verbazen zich soms over de veerkracht en noemen haar een “duikelaartje” omdat ze er steeds bovenop weet te klauteren. Ook het feit dat haar oudste zoon herseninfarcten heeft gehad, betekent nogal wat voor haar. Kon hij haar eerst nog weleens spontaan mee uit nemen,
is ook hij nu aan huis gebonden. Ze belt hem wel op en zegt dan “denk erom, die gouwe stoel is voor mij” om hem te waarschuwen vooral niet eerder dood te gaan dan zij. Hoe zij er dan toch de moed inhoudt? “Kijken naar wat je wel hebt” is haar motto. Ze krijgt hulp onder andere om uit bed te komen en gewassen en
aangekleed te worden. Ze heeft nog hobby’s, zoals legpuzzels maken, lezen en Cd's luisteren. Helaas is haar tv stuk gegaan maar van de webradio kan ze erg genieten. Ze voelt de warme deken van de gemeenschap. Maar het blijft elke dag een worsteling om alles alleen te moeten beleven. ■
Heeft u het al gehoord B. v.d. Linden
D
e dienende kring en jeugdverzorgers hebben een gezamenlijke vergadering gehad. Daarin is gebrainstormd over diverse onderwerpen en een van de concrete ideeën die daaruit kwamen is deze nieuwe rubriek. Daarvoor is input nodig van u allemaal!!
Soms zijn het kleine dingen die je van elkaar weet waardoor je contact kan maken. Daar zijn we naar op zoek, een ingang voor een gesprekje, echt contact met jeugd, ouderen en iedereen daar tussenin. Heeft u het al gehoord: Dat Matthijs Doorenspleet een medaille heeft verdiend met schaatsen? Dat Sebastiaan Nijboer gitaar speelt? Dat Sanne van der Werf een beugel heeft? Dat Lucas van Erven op de basisschool zit? Dat de zangers van zangzaad zijn voorzien? Dat de eerste kring een potje met lavendelzaad heeft gekregen? Dat de onderwerpen voor de gespreksavonden op het mededelingenbord hangen? Dat er op 18 april, 16 mei en 15 juni een gespreksavond is? Dat br. Baars en zr. Behrens 16 mei gaan trouwen?
Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Een mantel van liefde B. Sikkema
E
en paar dagen geleden waren mijn vrouw en ik in Twente deelgenoot van een crematie. Na de plechtigheid zou in de woning van één van de familieleden iets te eten en te drinken worden aangeboden. Toen we in het huis kwamen bleek een buurvrouw alles te hebben klaargezet en voor koffie en thee te hebben gezorgd. Ik sprak daar mijn waardering voor uit, waarop ze heel simpel reageerde met de woorden: ‘Dat is noaberplicht’. Vervlogen? Het lijkt een woord uit een vervlogen tijd en ik moest eraan denken op weg naar zr. Boomhouwer om met haar te praten over het vrijwilligerswerk wat ze doet. Dit in het kader van een plannetje van de redactie om in de komende nummers van De Parel aandacht te besteden aan de activiteiten waar sommige leden van onze gemeenschap in hun dagelijks leven ‘mee bezig zijn’. Vrijwilligerswerk, het woord klinkt modern en het element plicht komt er niet in voor. Dat is een woord, waar we niet zo op gesteld zijn. Toch werd ook in die vervlogen tijd noaber-
plicht niet als een plicht ervaren, als iets wat moest. Er stonden geen sancties op als je het niet deed. Noaberplicht was iets wat je gewoon deed, niet omdat het moest, maar omdat het vanzelf-
Pagina: 3
sprekend was, omdat het bij het leven met anderen hoorde. Vanzelfsprekendheid is een merkwaardig begrip. Iemand kan het vanzelfsprekend vinden dat hij iets voor een ander doet, maar dat betekent niet dat de ander het vanzelfsprekend mag vinden dat het voor hem gedaan wordt. Vrijwilligerswerk is in onze moderne samenleving niet meer weg te denken, zonder vrijwilligers zouden veel activiteiten erg moeilijk kunnen worden uitgevoerd. Het is zelfs zo dat we het maatschappelijk vanzelfsprekend zijn gaan vinden en daarbij vergeten dat het dat nog steeds niet is.
Noaber in Almere Zr. Boomhouwer doet al meer dan 13 jaar vrijwilligerswerk in het Flevoziekenhuis en ze is de enige niet. Er zijn vrijwilligers via de Vrijwilligerscentrale Almere, van het Rode Kruis, bij de Flevo Ziekenomroep en vanuit religieuze instellingen. Eén keer per jaar wordt aan de vrijwilligers als blijk van waardering een etentje aangeboden en dan blijken er meer dan tweehonderd te zijn. Stel je voor: alleen al in het Flevoziekenhuis…. Sommige vrijwilligers brengen de post rond, anderen zorgen voor het vervoer van patiënten binnen het ziekenhuis, weer anderen verzorgen de bloemen, die patiënten van hun bezoek hebben gekregen. En dan zijn er nog de sociale contacten, gesprekken met patiënten. Naast het rondbrengen van de post doet zr. Boomhouwer ook dit laatste. ‘Dat is best moeilijk.’ zegt ze, ‘je moet jezelf niet opdringen. Je begint met belangstelling min of meer aan de oppervlakte en soms duurt het lang voordat je contact krijgt. Maar dan hoor je af en toe verhalen, waarvan je merken kunt dat de patiënt het fijn vindt dat hij
het aan iemand kwijt kan. Soms word je verlegen van de dankbaarheid, die je toestraalt. Soms vindt een patiënt het jammer om weer naar huis te moeten, omdat daar weer de eenzaamheid wacht. Kinderen, die geen tijd hebben, bijvoorbeeld, iets wat dan afgedaan wordt met de verzuchting ‘maar ze hebben het ook zo druk…’ Ja, ja.
Mantel En dan spreken we soms ook nog van mantelzorg. Daar bedoelen we mee vrijwilligerswerk dichter bij huis: kinderen die voor hun ouders zorgen als die dat niet meer zo goed zelf kunnen, of mensen, die een handje helpen bij familieleden of vrienden, die zich niet goed kunnen redden. Ook iets dat in vroegere tijden vanzelfsprekend was en dat de samenleving min of meer kunstmatig probeert terug te halen. Mantelzorg, best een mooi woord eigenlijk. We kennen ook de uitdrukking ‘met de mantel der liefde bedekken’. Als je daarover nadenkt kom je tot de conclusie dat hier het woord liefde eigenlijk misbruikt wordt. We willen daarmee zeggen: ergens -meestal iets wat niet zo plezierig is- niet over praten, iets verdoezelen, onder het tapijt vegen. Ondanks de vaak goede bedoelingen blijft de vraag of dit wel een goede gang van zaken is. Het lost nooit iets op. In feite is alle vrijwilligerswerk een vorm van mantelzorg. Iemand, die hulp nodig heeft met een mantel van liefde omringen. Het zou meer vanzelfsprekend moeten zijn! ■
Plaatselijke voorbereiding van de eredienst S. Koelewijn
I
edere maand is er in de gemeenschap plaatselijke voorbereiding. In plaats dat de priesters vrijdagavond naar de districtvergadering gaan, bereiden zij in onze gemeenschap de eredienst voor.
tot een waardevolle invulling van de dienst. Degene die voorgaat vindt het heel belangrijk om niet alleen zijn eigen gevoel te raadplegen maar ook aanvulling van anderen te krijgen.
Hoe gaat dat? Meestal geeft de Apostel ons de gelegenheid om een weekbrief te kiezen van de voorgaande weken om die nog eens uit te diepen. Op een avond gaan we ons dan voorbereiden op de eredienst. We lezen de weekbrief met elkaar en spreken daarover onze gedachten of gevoelens uit. Wat de een aanspreekt, heeft de ander soms nog niet aan gedacht en samen kom je dan tot verdieping. Ook gedachten aan liederen of muziek komen dan aan bod en samen kom je dan
Voor wie is het? Voor iedereen!! Juist aan plaatselijke voorbereiding kan iedereen meedoen. Tenslotte heeft ieder mens bepaalde gevoelens of gedachten bij het horen van de weekbrief. Soms bestaat er een drempel want niet iedereen vindt het gemakkelijk om zijn of haar gevoel onder woorden te brengen. Maar de ervaring leert dat je zo in gesprek bent met elkaar dat je als vanzelf gaat meepraten. En gelooft u mij: als je meehelpt aan de voorbereiding zit je op zondag Pagina: 4
anders in de dienst. Meehelpen is namelijk fijn! Op de verhoging? Betekent meedoen aan de plaatselijke voorbereiding, dat je ook op zondag achter de dientafel wordt verwacht? Zeker niet! Degene die op zondag voorgaat zal altijd vragen wie hij of zij eventueel mag vragen om mee te helpen en wie dat niet wil zal daar niet voor worden gevraagd. Dat hoeft dus geen drempel te zijn……….. Wie eens wil komen luisteren of wil meemaken hoe plaatselijke voorbereiding in zijn werk gaat………..we zien u graag komen! Hoe meer zielen……………hoe meer vreugd! Echt!! ■
Het nieuwe redactielid M. Brondijk
S
inds eind vorig jaar ben ik actief als redactielid voor de Parel. Tijdens de 'kunst tentoonstelling' in november vorig jaar werd ik hiervoor gevraagd door broeder Sikkema, de 'Parel voorman'. Ik was verrast door deze vraag, maar hoefde er niet lang over na te denken.
In de vorige editie van De Parel heeft u de eerste pennenvruchten van mijn hand mogen bewonderen en in deze editie een stukje over mijzelf. Tja, wat moet je dan over jezelf schrijven. Dat ik man ben, 1,85 meter lang, schoenmaat 43 heb, af en toe in mijn neus peuter? Nee, dan maar over een andere boeg. Sinds de zomer van 2005 volgen wij (mijn vrouw Charlotte, Anne, Gaia en ik zelf) in Almere. Daarvoor hebben wij gevolgd in Amsterdam-Watergraafsmeer, onder de bezielende leiding van
herder Weeda. Ik ben geboren in Meppel, op mijn zestiende ben ik 'op kamers' gaan wonen in Den Haag (Den Haag 3, herder Kamphuis) en drie jaar later Amsterdam 6 (herder van Eik) wat later AmsterdamWGM is gaan heten. Daar heb ik Charlotte leren kennen, op de confirmantenkring. Een stotterende, verlegen jongen met een gezicht vol met jeugdpuisten, dat je daar verliefd op kan worden! Toch zijn wij nu zo'n elf-en-eenhalf-jaar getrouwd en mag ik de vader zijn van Anne en Gaia. In het dagelijkse leven werk ik als IT projectleider bij een grote pensioen- en verzekeringuitvoerder in Amsterdam. In mijn vrije tijd wandel ik graag in de natuur, ik mag graag lezen (Tolkien), LEGObouwen en ik geloof in sprookjes.
Modelbouwen is mijn passie en zoals dat gaat met passies heb je er altijd te weinig tijd voor. Wij hebben in Vasse (Twente) een caravan op een camping midden in een groot bos. Erg primitief, geen stroom, veel natuur en je mag er zelf houthakken en kampvuur maken. Heerlijk! Sinds begin 2006 mag ik bij de tweede kring zijn. Dat laatste is werkelijk fantastisch om te doen. Acht jonge mensen, heerlijk puberend, lekker eigenwijs. Eén keer in de week komen wij samen op de vrijdagavond en in dat uurtje geven zij mij veel energie. Zij vinden het leuk en zijn er eigenlijk elke vrijdag, allemaal. Sinds enige tijd komen wij één keer per maand samen (meestal op de derde zondag van de maand) en beleven wij met elkaar de Dienst op Maat. ■
Een bericht van de OGA J. de Horde
H
oewel het nog niet zo heel lang geleden is dat er een uitgebreid artikel in de Parel heeft gestaan over de OGA, is het toch noodzakelijk om u even een kleine update te geven.
Door verhuizingen en persoonlijke omstandigheden, is het aantal OGA leden inmiddels behoorlijk afgenomen. We hebben, in overleg met de Herder, besloten om niet actief nieuwe leden te werven maar met een krachtige kerngroep door te gaan. Het idee is om vanuit deze relatief kleine groep, in voorkomende gevallen een beroep te doen op u. Per slot van rekening staat OGA voor Overige Gemeenschaps Activiteiten en in de naam ligt dus al iets gemeen-
schappelijks besloten. Uiteraard staat het u altijd vrij om actief in de OGA te participeren. Uitdagingen Jaarlijks coördineert de OGA voor onze Herder alle activiteiten, die niet rechtstreeks met de zielsverzorging te maken hebben. Voor dit jaar zijn dat de viering van de verjaardagen van onze Apostel en onze Herder. Op 22 september is de uitgaansdag voor de jeugd gepland en ook Pagina: 5
dit jaar zal de OGA voor wat betreft de organisatie het voortouw nemen. Zoals ook ieder jaar is hier weer veel enthousiaste hulp nodig. In verband met de start van de kerstactiviteiten zal de schoenen-
doosactie dit jaar al eind augustus starten, zodat hier nog in de reguliere jeugdkringbijeenkomsten de aandacht aan kan worden besteed, die deze actie verdient. Per slot van rekening maken we met iedere gevulde schoenendoos ergens op de wereld een kind blij. Dus hoe meer gevulde dozen hoe beter.
Daarnaast leeft er nog een wens om dit jaar een gemeenschapsmiddag te organiseren. Ook daar zullen we de hulp van de gemeenschap bij nodig hebben. In eerste instantie zijn we benieuwd naar uw ideeën en wensen hieromtrent. Vervolgens zullen we uw hulp nodig hebben bij
de uitvoering hiervan. Als laatste zullen we alle activiteiten die vanuit landelijke informatie naar ons toekomen en om coördinatie vragen, oppakken. Het belooft kortom weer een jaar te worden, met de nodige uitdagende activiteiten. ■
‘Hep u ut al gehoord?’ ‘ Nee…. vertel…..’ “Er is een nieuwe rubriek in de Parel…. het heet: heeft u het al gehoord’ ….
Op een grafzerk in Edam:
DE LIEFDE IS ALLES….. …..EN DAT IS ALLES WAT WE VAN DE LIEFDE WETEN.
Pagina: 6
Drukkerij ‘de Parel’ verhuisd C. Koelewijn
V
erhuizen…. Wie kent het niet…. Dozen inpakken, dozen en nog eens dozen. Tot zover niets bijzonders zou je zo zeggen. Maar wie ooit wel eens een blik heeft geworpen in de drukkerij van ‘de Parel’ begint nu wel bedenkelijk achter de oren te krabben… Al die radio’s, al die zenders, al die computers, al die schakelpanelen, printers, onderdelen, mappen, telefoonapparatuur, ja, zelfs een Johannus orgel…..
De één moet er om lachen, de ander gaat bedenkelijk naar ons kijken, een derde biedt hulp aan met de vraag op het gezicht ‘nee hè?’ Het moeilijke van dit verhaal is dat hulp in deze niet altijd even handig is. Er staat nogal wat digitale bende waarvan het toch echt de bedoeling is dat het weer allemaal gaat werken. Wat nog erger is… de Parel die u nu leest moest in diezelfde tijd worden vervaardigd. ‘Gewoon doorgaan’ zou Barry Stevens zeggen…. Voor wie de oude situatie niet kent… alle omschreven apparatuur stond op de 2e etage in een piepklein kamertje. Jawel, het orgel stond er ook in.
een picknicktafeltje in de hal. Tja, en dan moet de Parel toch ook weer uit komen. Maar…. zoals dat
dag al onze nietmachines kwijt. Geen idee waar die dingen uithangen. Voorheen grapte ik altijd door te zeggen: ‘kijk maar in het naaimandje’. Nu klinkt dagelijks de kreet in huis: ‘Kijk maar in de garage’. Inmiddels staan er dus machines te draaien in het nieuwe kamertje. Ook hier slaat de wet van Murphy toe (De Wet van Murphy luidt "Als er meer dan één manier is om een taak te doen en één van die manieren in een ramp zal resulteren, dan zal iemand het zo doen"). Het kamertje is bijzonder goed geïsoleerd. Dat is natuurlijk fijn en erg ’in’ vandaag de dag, maar het betekent wel dat als je de appara-
Het nieuwe pand Het nieuwe pand, ook in Lelystad, is bijzonder fraai maar anders.
Hoe alles is over gekieperd wilt u ook niet weten. Er is werkelijk niets meer terug te vinden ondanks keurige verpakking, pogingen met etiketjes en weet ik al niet meer. Ondanks alles toch 3 computersystemen aan de praat gekregen. Uiteindelijk moesten AGA en ProMeuk vlekkeloos over worden gezet. Nou, helemaal vlekkeloos gaat het nooit, zoals computerfanaten weten, maar weinigen hebben hinder ondervonden omdat de overdracht zo rond een uur of vier in de nacht plaats vond. De noodbedrading liep letterlijk langs het plafond maar dat mocht de pret niet drukken. Op de foto de AGA-server op
hoort, eerst vergaderen. Nou zijn we bij de Parel wel wat gewend. De eerste vergaderingen waren bij een bekende autodealer in Almere. Welnu, deze dus tussen de dozen en andere losse attributen in Lelystad (zie foto). Na afloop van een vergadering zijn wij doorgaans wel aan een versnapering toe. Ditmaal echter werd de trog met specie weer te-
voorschijn gehaald en gingen we weer door met de muur tot in de kleine uurtjes. Wet van Murphy Wat ook interessant is te ontdekken wat er allemaal verkeerd kan gaan. Zo ben ik tot vandaag de Pagina: 7
tuur een kwartiertje aan hebt staan je direct de moord steekt, om het maar eens op z’n Amsterdams uit te drukken. Op mijn vraag aan de bazin of er een koelkast mag komen krijg ik alleen een veelbetekenende blik toegeworpen. Die komt er dus niet… Foto’s Natuurlijk wordt ook deze heftige tijding digitaal vastgelegd. U ziet er hierbij een paar om wat indrukken te geven. Het leek ons wel leuk om u even een blik te gunnen. De verbouwingen zijn overigens nog lang niet gereed. Het zal nog wel enkele maanden duren voor alles een beetje op zijn plaats is. Of er excursies gaan komen weten we nog niet maar uiteraard is een ieder welkom….. ALS HET KLAAR IS !! ■
Verhuisd
Fam. E. Olgers naar Emmeloord
Nieuw adres: Zr. B. Dufourny (en kinderen), Isadora Duncanweg 69, 1326 SN Almere Fam. C. Koelewijn, Karveel 40-20, 8231 DK Lelystad
Wilt u ‘de Parel’ digitaal ontvangen? Dat kan indien: • u behoort tot Het Apostolisch Genootschap of u heeft toestemming van de Voorganger van gem. Almere • u ‘De Parel’ op uw computer kan lezen m.b.v. ‘Acrobat Reader’ • uw pc beschikt over internetaansluiting (modem of adsl/kabel) Een mailtje naar:
[email protected] is voldoende. Het automatisch digitaal toezenden van ‘de Parel’ wordt dan gerealiseerd. Aan deze service zijn geen kosten verbonden. Meer info vindt u op de website van gemeenschap Almere. URL: www.trak.to/aga Kies hiervoor de knop: AGA-plaza (wachtwoord: fakkel). Klik vervolgens de knop: ‘Parel, de…’ Ook kunt u hier alle eerder verschenen ‘Parels’ downloaden.
De Parel Gemeenschapskrant van Het Apostolisch Genootschap te Almere. Verschijnt 5 x per kalenderjaar Redactiesecretariaat:: Linden, B.. van der Max Takstraat 60 1325 NJ Almere
[email protected]
Redactie Brondijk, H.O. Koelewijn, C. Koelewijn, S. Linden, B. van der Sikkema, B. Vormgeving Koelewijn, C. De Parel Digitaal
[email protected]
Voor inhoudelijke info inzake ‘De Parel’ wordt verwezen naar het redactiesecretariaat. Zie Colofon. Pagina: 8
Eindredactie Schaik, A.R.T. van