Inleiding
INLEIDING
De bedrijfsatleet Tot waar reikt de psychische weerstand van elk individu? Hoe ga ik met druk en stress om? Hoe blijf ik efficiënt presteren zonder mijn gezondheid te schaden én met behoud van mijn levenskwaliteit? Hoe kan ik de impact van druk op mijn mentale, fysieke en emotionele batterijen verlichten? Deze en soortgelijke vragen stellen vele mensen zich bijna dagelijks. Heen en weer geslingerd tussen prioriteiten en urgenties, in een werkkader dat steeds meer van ons eist, lijkt alles vaak sneller te gaan dan ons begrip. De laatste decennia hebben vele mensen – onder impuls van een economie met vele groeimogelijkheden – hun grenzen steeds maar verlegd. Maar laat ons eerlijk zijn: zelfs indien de ‘snelheid van ons bestaan’ ons in haar klem houdt, kunnen we een marathon nog altijd niet als een sprint lopen! Met als voornaamste doel het behoud van de delicate balans tussen gezondheid, welzijn en doeltreffendheid wil dit boek u begeleiden om te kunnen blijven voldoen aan de eisen die aan u gesteld worden. In het verleden hebben wij het geluk gehad om jarenlang de mentale begeleiding van topsporters te mogen verzorgen. Dit boek is een samenvoeging van onze ervaringen, gekruid met tal van anekdotes uit de realiteit gegrepen. Onze kennis en ervaring werden aangepast aan de eisen en het specifieke prestatievermogen van elk individu in zijn hoedanigheid van «bedrijfsatleet». Wij schrijven vanuit een invalshoek die door de bedrijfswereld vaak over het hoofd gezien wordt: de optimalisatie van het individuele energieverbruik waardoor mensen efficiënter kunnen (blijven) reageren wanneer het echt belangrijk wordt. Wij gaan er van uit dat élke werknemer als een "bedrijfsatleet" kan beschouwd worden en zichzelf dus ook als dusdanig kan trainen. De algemene werkomstandigheden zijn zonder twijfel door de eeuwen heen sterk verbeterd, maar het helse tempo van onze huidige maatschappij bezorgt ons steeds weer nieuwe bronnen van stress. De uitdagingen waar u bijna dagelijks mee geconfronteerd wordt, kunnen als volgt omschreven worden: het beleven en overleven van intense pieken van stress, het presteren van lange werkdagen en vele overuren, werken in ploegverband (houdt iedereen zich aan de spelregels?), productief blijven gedurende ongeveer 40
21
lange jaren, steeds meer verantwoordelijkheden nemen in een klimaat van voortdurende onzekerheid tegenover een steeds grotere concurrentie en we zouden zo nog wel even kunnen doorgaan. Wist je dat een topsporter 90 % van de tijd traint om dan zijn prestaties neer te zetten. Zijn/haar carrière duurt gemiddeld slechts 10 jaar. Hoeveel uren traint u voor uw job? En hoeveel uren zet u prestaties neer per dag? Klopt de verhouding? Hoe lang duurt uw carrière? Wanneer men hierover nuchter nadenkt, heeft elke werknemer er dus alle belang bij zich een beetje meer zoals een "bedrijfsatleet" op te stellen. Want enkel door een strikte organisatie van ons leven en het regelmatig oefenen van lichaam en geest kunnen wij op lange termijn de hoge druk en het helse tempo overleven zonder (al te veel) fysieke of psychische schade. De analogie tussen sport- en bedrijfswereld is sowieso frappant. Vele strategieën van persoonlijke versterking zijn trouwens afgeleid uit de sportwetenschappen en komen uitstekend van pas in het hedendaagse bedrijfsleven.
De wet van de vitale afwisseling Ons organisme wordt gedirigeerd door een aantal natuurwetten. Het zijn "fysiologische wetten". Ze zijn universeel en beïnvloeden elkaar. Ze spelen niet alleen mee in ons beroeps - en ondernemingsleven, maar ook in ons persoonlijke en gezinsleven. De wisselvalligheid van het dagelijks leven beïnvloedt de afwisseling tussen ontladen en heropladen van vitale energie. Deze energie vormt de basis voor het vervullen van onze fysiologische behoeften, zowel op lichamelijk als op geestelijk vlak. Figuur 1: De energiecurve
22
Inleiding
Een ideale dagelijkse energiecurve zorgt voor een goed evenwicht tussen het ontladen en heropladen van energie: dit kan perfect door een afwisseling te voorzien tussen fasen van spanning en van recuperatie. Onze grootste prioriteit bestaat er dus in onze energie regelmatig terug op peil te brengen. Anders blijven we putten uit onze reserves met als uiteindelijk gevolg dat onze batterijen leeg geraken en er aan prestatievermogen wordt ingeboet. Hoe bewaar ik een positieve energie onder spanning? Hoe realiseer ik energiebesparingen? Hoe laad ik mijn energie snel weer op na ontladingen? De oplossing is eenvoudig: "maak golven!" Denk aan de geruststellende "bieb" van een elektrocardiogram en zijn golvende beweging. Een teken van leven! De eerste fysiologische wet herinnert ons aan het vitale principe van de schommeling: elke "piek" van spanning moet gecompenseerd worden door een equivalent "dal" van recuperatie.
De drie batterijen De fysiologie van de mens is een gestructureerd en coherent geheel. Deze steunt op drie batterijen die we zorgvuldig moeten onderhouden: een mentale, een emotionele en een fysieke. Figuur 2: De drie batterijen van energie
23
De sport heeft uiteraard steeds grote interesse getoond voor de werking van deze drie batterijen. De eerste die daarvan "geprofiteerd" heeft is natuurlijk de fysieke. Sedert de jaren ’50 wanneer fysieke trainers in de wereld van de kampioenen opdoken, hebben de prestaties het oorspronkelijke puur technisch talent van de deelnemers vaak ruimschoots overschreden. We weten ondertussen tot welke ontsporingen prestatiedrang, geldgewin en druk van sponsoren geleid heeft. Wanneer de energiebehoefte groter wordt dan ons productievermogen, komen sommige atleten in de verleiding om een beroep te doen op grotere externe energiebronnen. Op het ogenblik dat doping immers een substituut wordt voor het natuurlijke doorzettingsvermogen, wordt de mens een wandelende chemische fabriek in handen van "Panoramix" met zijn magische drankjes, die zich dan vaak nog durven voordoen als succesgoeroes. Gelukkig is niet elke sporter aan deze verleiding bezweken en heeft men ook naar andere manieren gezocht om zijn prestaties te verbeteren. Zo is men zich gaandeweg gaan interesseren voor de tweede batterij, de mentale. In het begin van de jaren ’80 zijn de eerste referentiewerken verschenen die deze denkpiste verder uitstippelen. Timothy Gallwey en Jim Loehr waren pioniers op dit vlak. Loehr had een schitterende visie op de psychische dimensie van het menselijk prestatievermogen. Ook onze belangstelling voor deze mentale batterij werd toen gewekt. Talloze congressen volgden en alle mogelijke publicaties werden verslonden. Wij hebben bovendien het geluk gehad onze kennis ter zake aan de praktijk te kunnen toetsen. Onze jarenlange coaching van topatleten en teams deed ons tot het volgende besluiten: de mentale batterij kan net zoals de fysieke via eenvoudige methodes getraind en sterker gemaakt worden, zodat ze ons op momenten van grote druk door moeilijke situaties leidt. We zullen onze ideeën verderop uitwerken. Ondanks alle middelen die de sportlabo’s gebruikten om prestaties te verbeteren, was er één belangrijke factor waar ze geen vat op kregen: de emotionele. In ons opvoedingssysteem werd de voorbije decennia vooral de nadruk gelegd op een degelijke ontwikkeling van onze mentale batterij: intellectueel en rationeel begrijpen van situaties werd belangrijker geacht dan de emotionele beleving ervan. Vooral de ontwikkeling van de linkerhersenhelft wordt in ons onderwijssysteem (nog steeds) gestimuleerd. Sommige "specialisten" van het hart hadden weliswaar reeds baanbrekend werk verricht in onderzoek naar de rol van emoties. Het was echter wachten op de werken van Daniel Goleman over emotionele intelligentie, die
24
Inleiding
ons in 1995 pas echt een pragmatische kijk en een duidelijk inzicht gaven in deze "ontbrekende schakel". Het ging hier niet zozeer om een ontdekking, maar veeleer om een glasheldere en coherente voorstelling van elementen die men eigenlijk al langer aanvoelde. Goleman leerde ons luisteren naar de boodschap die emoties voor ons hebben. Begrip van het emotionele leven is sowieso een recente wetenschap die zich nog sterk moet en zal ontwikkelen.
De zaag slijpen Door dagelijkse uitdagingen raken onze fysieke, mentale en emotionele batterijen een deel van hun energie kwijt. Relationele conflicten zullen vooral onze emotionele batterij treffen. Een opeenstapeling van ingewikkelde dossiers en problemen zal eerder onze mentale batterij aantasten, terwijl intense of langdurige fysieke belastingen (verplaatsingen, reizen, slaapproblemen…) onze fysieke capaciteiten kunnen verminderen. Ons lichaam en onze geest reageren gelukkig wel op deze energietekorten en proberen ons in te lichten over deze "overspanning, overbelasting en stress" via alarmsignalen. Indien we goed zouden luisteren naar de boodschappen van ons organisme kunnen we de betekenis van deze signalen ontcijferen. Spijtig genoeg zijn we al te vaak nonchalant, of "willen" of "kunnen" we gewoon niet luisteren. In het stadium van de "panne" waar we dan geconfronteerd worden met fysieke en psychische schade, is het vaak te laat om nog te reageren: een burn-out vergt minimum 6 maanden tot twee jaren om te herstellen (op voorwaarde dat dit überhaupt nog wel mogelijk is). Het verhaal van de houthakker illustreert dit thema. Op wandel in het bos ontmoet je een man die een boom aan het doorzagen is. - Wat doe je? - Zie je dat niet? Ik zaag deze boom door. - Je ziet er moe uit. Hoe lang ben je al aan het zagen? - Al bijna vijf uur en ik ben uitgeput. Het is zwaar werk. - Waarom neem je niet een paar minuten pauze? Ondertussen kan je jouw zaag slijpen. Ik ben er zeker van dat het dan nog eens zo snel zal gaan. - Ik heb geen tijd om te stoppen. Ik heb teveel werk. Vaak zijn we zo druk bezig met "zagen" (resultaten produceren) dat we vergeten om onze "zaag te slijpen" (onze capaciteiten behouden of ontwikke-
25
len om toekomstige resultaten te produceren). Als we onze capaciteit in elk van de drie zones, de fysieke, mentale en emotionele, niet op tijd en stond herladen, raken we snel uitgeput door dat onevenwicht. Naarmate we meer te weten komen over de mysteries van de menselijke alchemie, decoderen we beter de wijze waarop onze drie batterijen met elkaar praten en hoe ze elkaar beïnvloeden, ondersteunen, aanvullen en verrijken.
Het Pareto principe Einde 19de eeuw bestudeerde de Italiaanse economist Vilfredo Pareto de verdeling van rijkdom in Europa. Hij ontdekte dat steeds dezelfde mathematische formule terugkeert: de curve van sociale ongelijkheid valt telkens te herleiden tot een 80 op 20 verhouding. 80 % van de rijkdom is in de handen van 20 % van de mensen. Op basis hiervan creëert hij de curve van Pareto die gebaseerd is op extremen. Dit in tegenstelling tot de curve van Gauss die gebaseerd is op gemiddelden. Het Pareto principe werd in de 20ste eeuw ook op vele andere domeinen toegepast. Zo ontdekte men dat het merendeel van de boeken wordt gekocht door een minderheid van lezers en dat een klein deel van de routes het grootste percentage wagens verwerkt . Volgens het Pareto-principe van de arbeidswereld (zie glossarium) vertegenwoordigen 20% van de klanten 80% van het omzetcijfer. Het komt er dus op aan deze 20% duidelijk te identificeren en hen alle aandacht te geven die ze verdienen. Heb je er al eens bij stilgestaan dat je deze 80/20-regel ook op je beroepsen privé-leven kan toepassen om zo beter te genieten van die 20 % activiteiten die je 80 % van je welzijn en je voldoening verschaffen?! Als je jezelf op het essentiële concentreert, zal je daar meer plezier aan beleven dan je had verwacht. We zullen deze oefening binnen elk hoofdstuk in dit boek maken: elk hoofdstuk zal vergezeld zijn van een paragraaf met als titel "Pareto". In enkele zinnen zal deze het hoofdstuk, de kerngedachte en de voornaamste praktische tips samenvatten.
Hoe moeten we "de zaag slijpen"? Naarmate je verder leest zal je de fysiologische achtergrond van de drie batterijen beter leren kennen: hun brandstof, hun pannes, kortsluitingen, ontladingen, heropladingen, onderhoud, versterking, en herstel. Om zijn vermoeidheid en zijn stress onder controle te kunnen houden en in staat te
26
Inleiding
zijn om al zijn mentale en emotionele energie te mobiliseren op het gewenste moment, moet elke bedrijfsatleet een persoonlijk trainingsprogramma bezitten dat makkelijk haalbaar, compleet en coherent is. Hoe slijpen we onze zaag, op welk moment, hoe lang en hoe dikwijls en met welk gereedschap? Dat zijn de vragen waarop we je een eenvoudig en onmiddellijk toepasbaar antwoord zullen geven.
27
28