Hans Bollebakker
Ontstoring als dimensie van restauratie
"DE ONBESCHAAMDE" IN DORDRECHT GERESTAUREERD II
Timpaan met putto en wapenschilden Abraham van Beveren en Elisabeth Ruysch. Dia's Marco de Nood.
De Onbeschaamde is gewetensvol gerestaureerd. De Vereniging Hendrick de Keyser, telt ca 2000 leden en restaureert uit overtuiging, in de opvatting dat de integriteit van een pand niet aangetast, de oorspronkelijke architectuur gehandhaafd en latere toevoegingen gerespecteerd dienen te worden. De zorgvuldige benadering van Pieter Posi's schepping toont aan hoe essentieel kleur- en bouwhistorisch onderzoek daarbij is.
De Wijnstraat is "chique" Het is geen toeval dat Abraham van Beveren en Elisabeth Ruysch de Wijnstraat begeren [zie ook Heemschut 1997/2, pp 8-13]. De straat heeft status: daar wonen tot in de 20ste eeuw: adel, regenten, patriciërs en koop10
Heemschut
december 1997
lieden. Vooral aantrekkelijk is de aanwezigheid van de vrijwel naastgelegen grafelijke herberg, het huis Henegouwen, daar immers was het onderkomen van Floris 1^(1254-96) en Jan van Avesnes, Graaf van Henegouwen, als deze in 1299 ook graaf van Holland
en Zeeland wordt. Daarnaast op het terrein dat tot de grafelijke herberg behoorde ligt "de Beverenburg" [Wijnstraat 127] een laat- gotisch pand, dat algemeen als stamhuis van de familie wordt beschouwd. Een fraaie gevelsteen met vier bevers op een kasteel getuigt daar nog van. Ridder Roelof van Bevere (ca 1255), is de eerstgenoemde van dit oude Dordtse regentengeslacht dat door de eeuwen heen cruciale functies in het openbaar bestuur inneemt en zich door huwelijken geparenteerd weet aan vrijwel alle belangrijke Hollandse regentenfamilies. Abraham (1604-63) trouwt de vermogende Elisabeth Ruysch, wat hem in staat stelt de Onbeschaamde te laten bouwen. Zijn broer Jacob huwt in 1637 Johanna de Witt, zuster van Johan en Kornelis, hetgeen de contacten met het Haagse vergemakkelijkt (stamhuis Grotekerksbuurt). Tenslotte is de zuster van Elisabeth gehuwd met een telg uit het wijnkopersgeslacht Berck (stamhuis de Berckepoort) dat in de 16de eeuw persoonlijke relaties heeft onderhouden met Prins Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon en in de 17de eeuw belangrijke diplomatieke missies uitvoert. Abraham bekleedt in Dordrecht de functies van schout, burgemeester en schepen, maar heeft Haagse ambities die hij vooral na 1647 -het jaar waarin Johan
de Witt raadspensionaris wordt - verwezenlijkt ziet. Zo is hij gemachtigd in de Raad van Staten, het college van de Staten Generaal en dat van de Gecommitteerde Raden en als ordinaris bevoegd tot 'de Vergaderinge van de Heeren Staten van Holland en WestVriesland'. Met deze achtergrond is een palazzo in classicistische stijl, rond 1633 de Hofstijl gebaseerd op de italiaanse tractaten, duidelijk statusbevestigend. Aan de kosten van de bouw heeft Abraham zich misschien wel wat vertild want na zijn overlijden schijnt het dat er van het eens zo riante vermogen van Elisabeth niet echt veel meer over is. Zijn Haagse functies brengen hem niets op: landsbestuur is dienend, geld werd op andere wijze verkregen.
Groote Zaal na restauratie in 1997. Architect B. van Bilderbeek(1910); gebouwd in opdracht van Fa.Hooghwinkel en Co, commissionairs in effecten. Hiervoor werd het hele achterhuis van Pieter Post afgebroken.
Pieter Post (1608-69)
Pieter Post behoort tot de toonaangevende architecten van het Hollands classicisme. De kring van bouwmeesters die het beeld bepalen is klein doch select; ze kennen elkaar en werken soms aan hetzelfde gebouw. Centraal staat Jacob van Campen (l 596-57), ontwerper van het Amsterdamse stadhuis, gebouwd onder leiding van de Amsterdamse stadsbouwmeester Daniel Stalpaert (1615-76) in wiens ontwerpvan het Admiraliteitszeemagazijn veel van het stadhuis is te herkennen. Pieter Post werkt met Jacorj van Campen, bij wieArentvan 's-Gravesande (ca 1600-51) en december 1997
Heemschut
11
Huis Bever-Schaap, Korte Engelenburgerkade 18. Foto's Marco de Nood.
vermoedelijk ook Philips Vingboons (l 607-78) leerling zijn. Pieter Post, uit het Haarlemse afkomstig, is evenals Van Campen en Vingboons begonnen als kunstschilder. Als bouwmeester van ondermeer het paleis Huis Ten Bosch, het stadhuis van Maastricht en als assistent vanjacob van Campen bij de bouwvan hetMauritshuis in Den Haag, is Pieter Post de aangewezen architect voor Abrahams nieuwe huis. De Onbeschaamde vertoont wel overeenkomst in stijl met het Mauritshuis, doch is zowel in volume als plattegrond en detaillering aanzienlijk eenvoudiger. Het heeft geen onderhuis en bij vergelijking met het timpaan (zie ook pag. 21, rubriek Jargon) van het Mauritshuis bijvoorbeeld, doet dat van de Onbeschaamde wat provinciaals aan, maar is dat niet juist zijn charme?
Enkele gegevens
'Giften: t.n.v. Hendrickdc Kcyser (postbank rek nr. 48718) vermelden: De Onbeschaamde Object/Pand: De Onbeschaamde, Wijnstraat 125, Dordrecht Architect: Bureatt Lngten en Malscbaeititv, Dordrecht Opdrachtgever: Vereniging Hendrick de Kcyser, Herengracht 284, Amsterdam Aannemer: Van der Sluis en Van Dijkbv Dordrecht/Ameide Kleurhistorisch onderzoek & advies: Bcrtjoliker, Zwolle Monumentenzorg gemeente Dordrecht: Alben van Engeleilhoven. Gemeentearchief Dordrecht referent: Emile Haven Stadsrestauratie bouwmeester e.t.: Ing W. van den Berg v.m. Dordrechtsche Drukkerij: de heer H.C. Brandt, Dordrecht
12
Heemschut
Het Hollands classicisme: pilastergevels in Dordrecht
Het loont de moeite om iets langer stil te staan bij het Hollands classicisme dat midden 17de eeuw slechts een korte bloeiperiode heeft beleefd tussen ca 1630 en 1665. Het is een reactie op het maniërisme van Hendrick de Keyser en Lieven de Key, door terug te grijpen op de strenge ordonnantie van de renaissance, wat in de vormentaal tot uitdrukking komt in het streven naar versobering en harmonieuze verhoudingen. Goed te herkennen aan tegen de voorgevel geplaatste halve of driekwart pilasters, bekroond met driehoekig fronton (zie ook pag. 21). Het Hollands classicisme heeft ondanks zijn korte bloei een enorme produktie gekend, waarvan de resultaten nu nog het stadsbeeld uit de gouden eeuw in belangrijke mate bepalen. In Dordrecht zijn behalve de Onbeschaamde vijf andere panden uit die periode bekend, waarvan ons nog drie resten: Bever-Schaap, Kleyn Cruysenburgh en Oldenborgh. Het meest spectaculair van deze drie is het huis Bever-Schaap, Korte Engelenburgerkade 18. december 1997
Gerestaureerd begin jaren '60, door ir. H. Basten, voorganger van bureau Lugten en Malschaert. In het timpaan de wapenschilden van Willem van Beveren andere tak dan Abraham - en diens echtgenote Kornelia Schaap gedragen door een Bever en een Schaap. De van Beverens moeten een goed gevoel voor het saillante detail hebben gehad want hier vinden we boven de voordeur liefdevol in elkaar verstrengeld een zeemeermin met zeemeerman, in zandsteen, dat wel. Bij de Onbeschaamde is dat de blote putto waarvan, bij een rijtour van Prinses Wilhelmina in 1897 door Dordrecht, het onderlijf tijdelijk werd afgedekt met een oranje draperie. Het tweede, oorspronkelijk gotische pand ligt aan het Grotekerksplein 5. Partiële restauratie is in 1962 uitgevoerd onder leiding van stadsrestauratiebouwmeester ing. W. van den Berg. Het zou hier gaan om het huis Kleyn Cruysenborgh, wat wordt bevestigd door een nazaat van de laatste eigenaar van de daar van 1745 tot 1929 gevestigde Dordrechtsche Drukkerij. Achter de voorgevel bevindt zich nog in tact: een oorspronkelijke trappentoren en de houten constructie -standvinken, moer- en kinderbinten en consoles. De voorgevel, heeft gemetselde pilasters, guirlandes onder en frontons boven de ramen. Er wordt gegist naar de architect: Arent van 's-Gravesande oïMaerten Gilleszoon van der Pijpen, die als aannemer de Onbeschaamde bouwde? Het derde pand, duidelijk minder herkenbaar omdat het een halsgevel heeft, is het huis Oldenborgh, Wijnstraat 83, dat toebehoorde aan de wijnkopersfamilie Van Oldenborgh, die aan de achterzijde aan de Kuipershaven hun wijnpakhuizen bezaten (Bordeaux). Overwegingen en uitgangspunten bij restauratie
De gevel van Pieter Post's Onbeschaamde is ondanks de door empire ramen verdreven kruiskozijnen, een stijlbloempje van Hollands classicisme. Wat is het denken achter deze restauratie: de voorgevel herstellen conform de nog bestaande originele tekeningen van de hand van Pieter Post of de, ook inpandig aangetroffen dominante architectuur herstellen en de verstoringen daarin opheffen? Gekozen is voor het laatste, gebaseerd op voorafgaand bouwhistorisch en kleurhistorisch onderzoek. Hoe en op grond waarvan vindt vervolgens de afweging plaats? De directeur van Hendrick de Keyser, bouwhistoricus dr.ir. Carlo Huijts hanteert bij de beoordeling van voorgenomen ingrepen als beginsel: 'Volg het gebouw in zijn bouwgeschiedenis, bezie iedere voorgenomen verwijdering steeds opnieuw en stel jezelf de vraag: is dit eigenlijk wel nodig en waarom? (...) Als ik over veertig jaar door het pand loop en de nu gedane toevoegingen, herstellingen en ingrepen weer worden verwijderd, wat blijft er dan over van de authentieke delen? Dat is de essentie, ledere architect kan het zo maken dat het er nu gelikt uitziet, maar dat is geen restauratie, evenmin als het pand aanpassen aan de wensen van de gebruiker, dit laatste heeft met restauratie niets van doen: het is het laatste wat je doet vóór sloop. Bij restauratie staat de
authenticiteit van het gebouw voorop.' Huyts sluit in deze opvatting direct aan bij die van Temminck Groll, die deze historische gebouwen beschouwt als driedimensionale ruimtelijke structurele objecten in plaats van als een front langs straat of gracht. De uitvoering
ledere restauratie valt of staat met de vakbekwaamheid van de uitvoerder. Uitvoerder de heer B. de Groot- bijna veertig jaar in het vak - komt uit de Alblasserwaard waar traditioneel veel ambachtelijke kennis aanwezig is. 'Wat je nu ziet is dat die in hoog tempo verdwijnt wat een groot probleem is voor ons werk.' Hij ziet als grootste opgaaf voor de komende jaren, de jongere generatie op te leiden in het restauratievak: 'We doen daar wat aan door samen met andere aannemers een eigen restauratieopleiding te geven in de stichting vakgroep restauratie (...) Op deze bouw valt het nogal mee omdat hier onze meest ervaren mensen werken, maar of dat in de toekomst zo zal blijven, kan ik alleen maar hopen. Dit is een leuke klus waaraan veel plezier te beleven valt. De schaduwzijde is datje als aannemer geld moet meebrengen: in restauratiewerk wordt door de aannemer niet meer verdiend. De kosten worden aanvankelijk wel gezien en ook opgenomen, maar in de bezuinigingsronden daarna wordt het budget drastisch teruggebracht. Bij de uitvoering loop je daar toch weer tegen aan en je doet het dan maar, want je wilt tenslotte ook goed werk afleveren.'
"Ontstoring"
Huis Kleyn Cruysenborgh,
Architect ir. Andries Lugten herkent veel in het citaat ontleend aan Temminck Groll: 'Laat niet voor het werk van een ander doorgaan, wat je eigen werk is en spiegel geen andere geschiedenis voor, dan die welke er heeft plaats gevonden'. M.a.w. maak geen historiserende toevoegingen, die de indruk kunnen wekken uit een vroegere periode te zijn. Naast de dominante stijl zijn de bij restauratie gehanteerde criteria ontleend aan de uitkomsten van het bouw- en kleurhistorisch onderzoek. Wat hiermee niet in overeenstemming is, verstoort. Het begrip restauratie krijgt hierdoor een extra dimensie: 'ontstoring'.
Grotekerksplein 5.
Kleurstelling
nCÖATIE. «HOf-IO •
Uitgangspunt voor het gehele interieur is dat de gekozen kleurstelling moet overeenstemmen met de architectuurperiode waarin deze wordt toegepast, per vertrek soms verschillend. Uitzondering daarop is de bijzonder gave 19de eeuwse okergele kleur in de 18de eeuwse keuken, die zó goed de sfeer van zijn tijd uitstraalt, dat deze onaangeroerd blijft. Ieder kleuradvies berust altijd op analyse en interpretatie van de minutieus blootgelegde en verkleurde verflagen. Zo ook hier: Pieter Post's zandstenen pilastergedecember 1997
Plattegrond met uitbreiding 1916, architect B.van Bilderbeek, thans kantoor Lugten Malschaert.
Heemschut
13
zijds het boeiende contrast tussen zandsteenkleur en standgroen wordt onderkend. De keuken: het vindingrijke utiliteitscentrum De nog vrijwel oorspronkelijke 18de eeuwse keuken wordt integraal gehandhaafd. Deze bevindt zich achter het naastgelegen huis de Beverenburg en laat ons zien hoe vindingrijk de samenhang tussen energievoorziening, voedselbereiding en conservering is opgelost. Onder de stenen oven is een warmwater reservoir ingebouwd. Boven in de schouw zijn aparte rookkamers voor vlees (hoge temperatuur) die via een afzonderlijke deur te bereiken zijn. Het water wordt in de keuken opgepompt; in de bijkeuken bevindt zich de waterput. Het rookkanaal boven de schouw heeft - twee verdiepingen hoger - onder het dak nog een naastgelegen separaat gemetseld compartiment met onderin de bouwsporen van een dichtgezet rookgat waardoor de rook naar binnen komt. Op die plaats was de temperatuur niet meer zo hoog en dat is uitstekend geschikt voor het roken van vis. In dat kamertje bevinden zich nog de houten latten waarop de smeedijzeren pinnen rusten waar de vis aangeregen en op rij opgehangen werd. Voor het stoken van het fornuis wordt turf gebruikt waarvoor een turfkast in de keuken gemaakt is. Aparte vermelding verdient de werking van de zich in de schouw bevindende bakoven: het vuur wordt gestookt met open deur waardoor de rook in de schouw verdwijnt; de gebruikte houtsoort is bepalend voor de smaak. Is de oven op temperatuur dan wordt de as verwijderd, het brooddeeg op de ovenvloer gelegd en pas dan de deur gesloten. Na enkele uren is het "vloerbrood" gaar.
•l Trappenhuis, raampartij 19de eeuw, gemarmerde houten treden.
vel, later in een neo- classicistische opvatting ten onrechte wit geschilderd, heeft zijn Bentheimer zandsteenkleur -een vergrijsde lichtgele teint- herkregen evenals de houten kozijnen. Op het in de 19de eeuw vernieuwde raamhout werd standgroen gevonden; het advies om dat opnieuw aan te brengen is niet gevolgd. De monumentencommissie geeft de voorkeur aan wit onder meer op grond van de overweging, dat de kleurstelling van de totale gevel dan beter in het straatbeeld past. De discussie daarover is nog gaande omdat ander-
Monogram Abraham van Beveren en Elisabeth Ruysch, ontwerp Pieter Post. Gem.Archief Dordrecht.
14
Heemschut
december 1997
Herstel en majeure wijzigingen Herstel vond in beginsel plaats in de aangetroffen dominante stijl, dat wil zeggen in hoofdzaak 18de-eeuws met als belangrijkste uitzondering de art nouveau zaal uit 1910. De voorgevel, zoals bij zoveel Dordtse panden door trillingen van het zware verkeer losgeraakt van zijn bouwmuren, is nu met grote ankers onzichtbaar daaraan verankerd. De indeling is ongewijzigd: de ruimtelijke structuur en 18de eeuwse kapconstructie zijn in tact gebleven. Steeds weer wordt de afweging gemaakt: 'in hoeverre is er sprake van verstorende elementen ten aanzien van de dominante stijl?' versus de vraag: 'is het verstorende element zodanig van kwaliteit en betekenis dat dit desondanks gehandhaafd dient te blijven?' Zo is de achteraanbouw uit 1916 afgebroken. Deze ontbeert iedere architectonische kwaliteit, verstoort de verhouding van de bouwmassa en tast de strenge maatgeving van Post's platte- grond aan. Ook verwijderd is een ornamentloos stucwerkplafond uit ca 1900. Het daaronder nog aanwezige houten 18de-eeuws afgetimmerd plafond, versterkt het aanwezige 18de-eeuwse interieur en herstelt de harmonieuze verhoudingen
van deze in oorsprong 17de-eeuwse ruimte. Tenslotte bleek de manneren vloer in de hal zo ernstig beschadigd dat deze in zijn geheel vervangen moest worden, nog bruikbare resten worden hergebruikt voor herstel in het achterliggende trappenhuis. Wat weg is komt nooit meer terug! Niet terug komt de voor pand en straat karakteristieke hardstenen stoep ter weerszijden van de bordestrap. De zwaar beschadigde Namense hardsteen is in 1984 door de gemeentelijke dienst openbare werken zonder monumentenvergunning geruisloos gesloopt en vervangen door betonnen trottoirtegels. Hendrick de Keyser wil graag de Namense steen terug, maar het budget is op en de benodigde 30.000 gulden ontbreekt. De gemeente wil de andere helft subsidiëren. Er is nog één kans: uw hulp! Als alle lezers van dit blad ƒ 2,50 overmaken kan het!* Want we weten het allemaal: wat weg is, komt nooit meer terug, maar misschien kunnen we bij dit stijlbloempje van architectuur het tij toch keren. Het bedreigde interieur Knelpunt bij ieder te restaureren pand zijn de hoge stichtingskosten. Om die te kunnen dekken wordt er
zoveel mogelijk verkaveld. Dat is de grootste bedreiging voor interieurs. De gemeente Dordrecht is dat welbewust tegen gegaan, door de koopsom te verlagen tot één gulden. De restauratiekosten, in de orde van drie miljoen gulden, worden elk voor de helft opgebracht door Hendrick de Keyser en het Rijk. Een in dit verband gesignaleerd probleem is dat het monumentenbestand in toenemende mate ten prooi valt aan commerciële projectontwikkeling met als gevolg dat de aankoopsom steeds hoger wordt en onbetaalbaar voor ideële restauratie. Een ander gevolg is dat de indeling geheel wordt gewijzigd teneinde zoveel mogelijk "luxe appartementen" te realiseren. Deze ontwikkeling is zorgwekkend omdat dit de wordingsgeschiedenis uitwist, het bouwhistorisch archief vernietigt en het authentieke ontwerp, waarin verhoudingen van het interieur in evenwicht zijn met die van het exterieur, verwoest. De vereniging Hendrick de Keyser waakt daartegen: zorgvuldig en gewetensvol!
Keuken ca. 1757, (achter de Beverenburg).
Literatuur W. Kltyper; - Dutch classicist architecture. Delft
1980 - The triumphant entry ot renaissance architecture into the Nethcrlands. Alphen a/d Rijn 1994. Deel2,afb.264. R. Mtixhkc, H.J. Zantkuijl, P.T.E.E. Rosenberg; - Huizen in Nederland III. Zwolle 1997. pp 95-97; 277-291; 269-276. bitieti Ottftibcym; - Jacoh van Campcn. Amsterdam 1995. p
167.
Drs. Hans Bollebakker is lid van de redactieraad en vicevoorzitter van de provinciale commissie Heemschut ZuidHolland. * Zie pag. 12: Enkele gegevens (geheel links). Zie ook de brief op pag. 33. december 1997
- Philips Vingboons, architect 1607-78. Zutphen 1989. p 20 J.J. Teru'en, K.A. Ottenbeym; - Pieter Post Architect. Zutphen 1993. pp l 18/119; I30-141;240;
Heemschut
15