De globes van Blaeu gerestaureerd Publieksdag
Nottebohmzaal, 15 september 2013 13u00 – 17u00
Restauratie globes: Van Daalen Papierrestauratie (Francien van Daalen, Antje Penz), Daan Brouwer en Jurjen Creman Coördinatie restauratiedossier: An Renard, Ellen Vercauteren, Dorrit Van Camp Advies restauratiedossier: Dorrit Van Camp, Elke Van Herck, Riet De Coninck, Dirk Aerts Met medewerking van: Universiteit Gent, Vakgroep Geografie, cluster 3D-data acquisitie; Adri Verburg, KMSKA; Mario De Munck Realisatie tentoonstelling: Dorrit Van Camp, Inga Malatsidze, Francien Van Daalen, Koen Peeters, Hamsa Al–Taie, Mouhamed Shariff Ali Mustafa, Nashwan Dahar, Baruch Engländer, Steven Van Impe, Ellen Vercauteren, Peter Baetes, Leni Albertyn, Wim Bouw, Chantal De Roovere en Blanche Van Hoof
2
Willem Jansz. Blaeu (1571–1638) Door Steven Van Impe
In 1595 vertrok Willem Jansz. Blaeu, 23 jaar oud, op studiereis naar Denemarken. Tot dan had hij een baantje gehad in de haringrokerij van zijn oom, maar dat vond hij toch niet zo’n aantrekkelijke carrière. In Denemarken kon hij zijn interesse in wiskunde en sterrenkunde botvieren bij de beroemde astronoom Tycho Brahé (1546– 1601), die van de Deense koning een eigen eiland had gekregen om een sterrenwacht op te bouwen. Blaeu bleef een paar jaar bij Brahé, en leerde er instrumenten bouwen, astronomische waarnemingen uitvoeren en boeken drukken. Brahé had immers zijn eigen drukkerij. Na zijn terugkeer in Nederland begon de jonge Willem zelf navigatie–instrumenten te bouwen, eerst in Alkmaar, maar spoedig verhuisde hij naar Amsterdam. Die stad was toen uit haar voegen aan het barsten, niet in het minst door de toestroom van tienduizenden immigranten uit Antwerpen. Kort daarvoor was Antwerpen heroverd door de Spanjaarden en werden de protestanten uit de stad verdreven. Dit bracht een ware brain drain op gang en Amsterdam begon aan zijn Gouden Eeuw. Willem Blaeu wilde daar zijn graantje van meepikken. Voor een producent van navigatie–instrumenten en kaarten was een havenstad natuurlijk de ideale plek. Bovendien was Blaeu een goeie netwerker. Via zijn opleiding bij Tycho Brahé kende hij veel wetenschappers, en zijn neef Pieter Corneliszoon Hooft introduceerde hem in de literaire wereld. Blaeu’s eerste belangrijke boek verscheen in 1608: Het licht der zeevaart. Het is een handleiding voor het navigeren op zee, en werd een commercieel succes. De beroemde dichter Vondel schreef het opdrachtgedicht. Blaeu’s grootste succes waren zijn atlassen en globes. Toen hij zich in Amsterdam vestigde was de markt grotendeels in handen van Jodocus Hondius (1563–1612) en later van diens erfgenamen. Hondius was afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden en gaf onder meer de atlas van Mercator uit. Hondius en Blaeu werden geduchte concurrenten en probeerden elkaar keer op keer te overtreffen. Het pleit werd beslecht toen Blaeu in 1616 twee globes uitbracht met 3
een diameter van 68 centimeter, de grootste die er toen waren. De concurrentie gooide de handdoek in de ring. Zeventig jaar lang bleven dit de grootste globes op de markt. Ook in de boekdrukkerij was de concurrentie niet mals. In 1615 vestigde kaartenmaker Johannes Janssonius (1588–1664) zich in Amsterdam, pal naast de winkel van Blaeu. In 1627 werd het nog erger, want toen kwam aan de andere kant de drukker Jacob Colom (1600–1673) wonen. De drie uitgevers hebben elkaar stevig beconcurreerd, onder meer door elkaars publicaties na te drukken. Willem Blaeu heette tot dan toe gewoon Willem Janszoon. Om verwarring met zijn buurman Janssonius te vermijden, koos hij nu de bijnaam van zijn grootvader ‘Blauwe Willem’ als achternaam. Om de wurgende concurrentie op het vlak van zeekaarten en –atlassen te ontzenuwen, gooide Blaeu zijn strategie om. Voortaan zou hij vooral landatlassen produceren. Die mikten niet op een publiek van praktische gebruikers, maar op de rijke en prachtlievende burgerij van Amsterdam. Vanaf 1634 tot in 1655 werd er gewerkt aan de zogenaamde Atlas Novus, Nieuwe Atlas. Die zou uiteindelijk bestaan uit zes volumes en werd in vier talen uitgegeven: Nederlands, Frans, Latijn en Duits. De atlassen werden ingekleurd door de beste ‘afzetters’ van Amsterdam, en door de befaamde boekbinder Albert Magnus stevig ingebonden in fraai wit perkament met gouden details en groene zijden linten. Willem Blaeu zou zelf de voltooiing van de Atlas Novus niet meer meemaken: hij overleed in 1638, 67 jaar oud. Zijn zoon Joan Blaeu (1596–1673) nam de firma verder over. Joan was veel minder een wetenschapper dan zijn vader, maar had wel diens commerciële inzicht geërfd. Hij zou zich specifiek toeleggen op het uitgeven van prestigieuze, luxueuze en dure werken. De drukkerij bereikte een hoge graad van technische perfectie. Toen de jezuïetenmissionaris Martino Martini uit China terugkeerde met koffers vol kaartmateriaal, verwees Balthasar Moretus hem door naar Blaeu voor het uitgeven van de Novus Atlas Sinensis, de eerste Westerse atlas van China. Die atlas werd de sluitsteen van een megalomaan project: de Atlas Major of Grote Atlas. Na de zesdelige Atlas Novus, waar 21 jaar aan gewerkt was, bracht Joan Blaeu in 1662 in één klap een atlas van elf delen uit. Het was de meest magnifieke atlas die ooit was gepubliceerd. Nog steeds wordt de Atlas Major als een van de hoogtepunten van de boekdrukkunst beschouwd. Joan Blaeu bleef globes produceren, op basis van de bestaande koperen platen, maar die werden niet meer geactualiseerd met nieuwe ontdekkingen. Dat de productie op peil bleef, blijkt uit de aantallen van nog bewaarde exemplaren: van de globes van 68 centimeter bestaan er nu nog 102 aardglobes en 97 hemelglobes, de overgrote meerderheid gedrukt in de periode van Joan Blaeu. Ook de globes van de Erfgoedbibliotheek werden door Joan Blaeu geproduceerd.
4
Een complex restauratiedossier Door Dorrit Van Camp
De hemel– en aardglobe zijn ongeveer 375 jaar oud. Gezien hun hoge leeftijd vertoonden ze slijtage en beschadigingen door gebruik, oude herstellingen en langdurige blootstelling aan lucht en licht. De beide globes waren dan ook dringend aan restauratie toe. Dankzij de steun van het Dotatiefonds voor boek en letteren (de vriendenvereniging van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en het Letterenhuis); het Fonds Léon Courtin–Marcelle Bouché, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting; BASF Antwerpen NV en Umicore NV kon de Erfgoedbibliotheek de globes hun hoognodige restauratiebehandeling geven en nieuwe vitrines kopen om ze verder te bewaren en te presenteren. Constructie van een globe Een globe bestaat uit twee halve bollen in papier–maché, die aan elkaar gelijmd worden. Binnenin de globe zit een houten asconstructie die met metalen krammen aan de binnenzijde van de schil bevestigd is. De meeste globes worden in balans gebracht door zakjes met loden kogeltjes in de schil. Uit onderzoek is gebleken dat bij onze globes geen loodzakjes aanwezig zijn. Op het papier–maché komt een krijtlijmlaag om het oppervlak glad te maken. Op die laag worden papieren panden of ‘geren’ aangebracht waarop de cartografische afbeelding van de globe gedrukt is. Het papier wordt met de hand ingekleurd en eventueel met bladgoud afgewerkt. Een vernislaag beschermt de tekening en vormt de buitenste laag. In de houten hoofdassen, die van de zuidpool naar de noordpool van de globe lopen, worden metalen pennen aangebracht. Deze kunnen draaien in de metalen meridiaan, zodat de globe kan ronddraaien. Bij de globes van 68 cm zijn ook dwarse assen aangebracht om de constructie te verstevigen. Tijdens het vooronderzoek bleek dat er oude restauraties waren uitgevoerd. De pennen die vast in de houten as zitten, waren afgezaagd. Een globe kan niet op zichzelf staan en wordt daarom in een stoel geplaatst. De metalen meridiaan rond de bol rust op een gedraaide steun in het midden van de bodemplaat van de stoel. Onder de bodemplaat loopt een kruis naar de vier poten. Het kruis onder de grondplaat rust draaibaar op een driehoekig onderstel met eivormige pootjes. Dit onderstel draagt het volledige gewicht van de globe en de stoel. Op de grondplaat zit ook nog een kompas.
5
Onderzoek en overleg De restauratie van globes vergt specifieke expertise en technieken. De combinatie van papieren, houten en metalen onderdelen stelt hoge eisen aan de behandeling en de restaurator. In 2009 en 2010 vond de voorbereidende fase plaats met eerste conserveringsonderzoeken, behandelingsvoorstellen en offertes van verschillende restauratoren. In 2012 werd Francien van Daalen (Van Daalen Papierrestauratie, Haarlem) aangesteld om dit grote en complexe conserveringsproject uit te voeren. Zelf nam zij de restauratie van de constructie, de krijtlaag en het papieren oppervlak voor haar rekening. Voor de behandeling van de houten en metalen onderdelen kon ze rekenen op houtrestaurator Jurjen Creman en metaalrestaurator Daan Brouwer. Op 9 mei 2012 vertrokken de hemel– en aardglobe naar Haarlem voor de restauratie. Op basis van de demontage, documentaire foto’s van de toestand van de globes en een uitgebreide voorstudie stelden de restauratoren een gedetailleerd behandelplan op. Dat voorstel werd besproken met de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en de adviserende restauratoren van de stad Antwerpen. De restauratie van de globes verliep in drie grote fases. Eerst moesten de oude afwerkingslagen verwijderd worden. Ook het oppervlaktevuil en oude herstellingen werden daarbij zo veel mogelijk verwijderd. Vervolgens werden de beschadigde delen hersteld en werd de constructie verstevigd. Tenslotte werden een nieuwe beschermlaag en nieuwe afwerkingslagen aangebracht. Elke fase in het restauratieproces ging gepaard met nieuw overleg: welke materialen zullen worden gebruikt? Hoe ver mag een herstelling gaan? Wat wordt bijgewerkt en wat niet? De restauratie De oude vernislaag van de globes bood meerdere problemen: ze was niet origineel, bestond uit verschillende lagen, was niet egaal aangebracht, was vergeeld en vertoonde veel craquelures. Doordat de vernislaag op vele plaatsen was doorgesleten, was het papier niet meer goed beschermd. Vooral op het noordelijk halfrond van beide globes waren er veel ontbrekende delen in de papierlaag. Zwartgrijs oppervlaktevuil en roet gaf de globes een grauw aanzicht, voornamelijk op het noordelijke halfrond. Bij de papierrestauratie werden de oude vernislagen verwijderd. Breuken in de schil van de globe, lacunes en ontbrekende delen werden hersteld en op kleur gebracht. Vervolgens werden er nieuwe beschermlagen op het papier aangebracht. Roet, stof en de tand des tijds hadden de eikenhouten stoelen van beide globes erg donker en vuil gemaakt. Enkele houten verbindingen van de stoelen bleken los en instabiel. Bovendien was de centrale steun van de stoel van de hemelglobe deels vervangen en niet bijgekleurd, waardoor de stoelen geen identiek uiterlijk meer hadden. De houtrestaurator voerde de nodige herstellingen uit, verwijderde het oppervlaktevuil en de donkere roetlaag en zorgde voor een nieuwe beschermende afwerkingslaag. 6
De metalen onderdelen van de globes, zoals de urencirkel en de metalen poolkappen, waren aangetast. De metaalrestaurator verwijderde het oppervlaktevuil en bracht een nieuwe beschermlaag aan. Bij het kompas van de hemelglobe ontbrak het glas. Er werd een nieuw glas in het kompas geplaatst met een nieuwe metalen ring om het glas vast te zetten in de houten sponning van het kompas. Röntgenfotografie en digitale modellen Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen was bereid om de globes te onderzoeken met röntgenstralen. Voor dit onderzoek maakten de globes op hun thuisreis begin september 2013 een tussenstop bij de depots van het museum in het Antwerpse havengebied. Uit de eerste vaststellingen blijkt dat in geen van beide globes een loodzakje zit. De opnames geven een schat aan informatie over de verborgen geschiedenis van de globeproductie en van de fabricage van deze globes van 68 cm in het bijzonder. De Vakgroep Geografie van de Universiteit Gent maakte digitale opnamen en 3D– modellen van de globes. Voor de UGent kadert dit in lopende onderzoeksprojecten rond 3D data–acquisitie. Voor de Erfgoedbibliotheek biedt het de mogelijkheid om op termijn een digitale presentatie van de globes te voorzien in de Nottebohmzaal. Terugkeer naar Antwerpen Na een verblijf van meer dan een jaar in het Nederlandse restauratieatelier keerden de globes op maandag 9 september 2013 terug naar hun vertrouwde plek in de Nottebohmzaal. Het uitpakken, monteren, fotograferen en, na een laatste afstofbeurt, in de gloednieuwe vitrines plaatsen van de globes gebeurde uiteraard met de nodige omzichtigheid. Dankzij de conserverings– en restauratiebehandeling en de nieuwe, op maat gemaakte, stofvrije en klimaatstabiele vitrines zijn de hemel– en aardglobe uit de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience helemaal klaar om verder in de best mogelijke omstandigheden te worden getoond aan hun bewonderaars van vandaag én morgen.
7
Met dank aan
Fonds Léon Courtin–Marcelle Bouché (Koning Boudewijnstichting) BASF Antwerpen NV Umicore NV Dotatiefonds voor boek en letteren
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Hendrik Conscienceplein 4 - 2000 Antwerpen Tel. 03 338 87 10 -
[email protected] www.consciencebibliotheek.be
8