DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN OVERPELT
*2011-11-24* 2011-11-24
OPENBARE ZITTING VAN 24 NOVEMBER 2011 Aanwezig : Jaak Fransen, burgemeester-voorzitter; Dirk Vanseggelen, Patrick Van Baelen, Marleen Kuppens, Roel Verachtert en Nele Gutschoven, schepenen; Jef Van Bree, Gerard Bloemen, Guido Renckens, Yvo Maussen, Jos Kerkhofs, Jurgen Snoekx, Gerard Schuurmans, Johan Van de Broek, Stijn Peeters, Ronny Dreesen, Marleen Clijsters, Dominiek Heylen, Jan Vanduffel en Wouter Van Mierloo, raadsleden; Peter Spooren, gemeentesecretaris. DE GEMEENTERAAD: De voorzitter opent de vergadering in afwezigheid van de raadsleden Linda Vissers en Gerard Geerts (beiden verontschuldigd), Charlotte Vrijsen, Yvo Maussen en Jurgen Snoekx. 01)
Notulen van de vorige vergadering. De notulen van de vergadering van 27 oktober 2011 worden goedgekeurd met éénparigheid van stemmen. Raadslid Yvo Maussen voegt zich bij de vergadering.
02)
Plaatsing van zonnepanelen op de gemeentewerf - opdrachtverlening aan Inter-energa cvba. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid artikel 42, § 1; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 12, § 1; Gelet op de omzendbrief BA/2002/01 van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en de Omzendbrief BA 2003/09 betreffende de toepassing van artikel 11 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (hierna het 'Energiedecreet' genoemd), inzonderheid artikel 4.1.20; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (hierna het 'Energiebesluit' genoemd), inzonderheid artikel 6.4.11; Gelet op ons besluit van 28 april 2011, waarbij Inter-energa opdracht werd gegeven tot uitvoering van een detailstudie voor het gemeentehuis en de gemeentewerf; Gelet op de voorontwerpnota voor de gemeentewerf, opgemaakt op 23 september 2011 door Cenergie, in opdracht van Infrax; Gelet op het lastenboek “Photovoltaïsche Installatie Gemeentewerf Overpelt 10.11.2011”, opgemaakt door Cenergie, in opdracht van Infrax; Overwegende dat de gemeente aandeelhouder is van de opdrachthoudende vereniging Inter-energa zijnde de distributienetbeheerder voor elektriciteit die voor haar grondgebied aangewezen werd door de VREG conform de bepalingen van artikel 4.1.1 van het Energiedecreet; Overwegende dat op de distributienetbeheerder voor elektriciteit op grond van die hoedanigheid een openbaredienstverplichting rust inzake de voortgangscontrole van de energieboekhouding, de ondersteuning en uitvoering van energieaudits, de begeleiding van energiezorgsystemen van het lokale bestuur (hieronder wordt o.m. begrepen de financiële en organisatorische ondersteuning bij de uitvoering van de energiebesparende investeringen) en het aanbieden van formules van derdepartijfinanciering of andere financieringsmechanismen voor de uitvoering van energiebesparende investeringen; Overwegende dat Inter-energa statutair gemachtigd is deze opdrachten uit te voeren voor de lokale besturen en tevens over de nodige knowhow beschikt om in het kader van haar wettelijke opdracht van het bevorderen van energieefficiëntie deze opdracht met gegarandeerd resultaat te verwezenlijken, Overwegende dat de gemeenteraad bij beslissing van 23 december 2010 de lijst van gebouwen heeft vastgelegd die in aanmerking kunnen komen voor de dienstverlening van het ESCO basispakket;
2011-11-24 (1/25)
Overwegende dat Inter-energa voor de gemeentewerf een haalbaarheidsstudie heeft uitgevoerd voor het aanbrengen van toepassingen die het energieverbruik kunnen doen dalen; Overwegende dat uit de haalbaarheidsstudie gebleken is dat het uitvoeren van energie-efficiëntie maatregelen in deze gebouw besparingen kunnen opleveren; Overwegende dat in de vermelde voorontwerpnota de plaatsing van een photovoltaïsche installatie op de daken van de gemeentewerf is voorzien, rekening houdend met de economische kost en de duurzaamheid; Overwegende dat Inter-energa voor de plaatsing van de installatie beroep doet op een derde; Overwegende dat de raming voor de plaatsing van een photovoltaïsche installatie op de gebouwen van de gemeentewerf, inclusief studiekosten en stabiliteitsberekening, 291.242 €, exclusief BTW, bedraagt; Overwegende dat ingevolge de toetreding van de gemeente tot Inter-energa een beheersoverdracht met betrekking tot deze aangelegenheden heeft plaatsgevonden waardoor de gemeente dergelijke opdracht kan toewijzen aan Interenerga zonder hiervoor een afzonderlijke mededinging te hoeven organiseren; Overwegende dat de gemeente bijgevolg kan beslissen de opdracht voor het uitvoeren van de hierna vermelde diensten toe te wijzen aan Inter-energa; Overwegende dat Inter-energa overeenkomstig artikel 4.1.5 van het Energiedecreet voor de uitvoering van deze opdrachten beroep doet op haar werkmaatschappij Infrax CVBA die optreedt in naam en voor rekening van onder meer Inter-energa; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Aan Inter-energa wordt de opdracht gegeven tot plaatsing van een photovoltaïsche installatie op de gebouwen van de gemeentewerf, volgens de bepalingen van het lastenboek “Photovoltaïsche Installatie Gemeentewerf Overpelt 10.11.2011”, opgemaakt door Cenergie, in opdracht van Infrax cvba. De opdracht, inclusief studiekosten en stabiliteitsberekening, wordt geraamd op 291.242 €, exclusief BTW. Artikel 2.- Aan Inter-energa wordt tevens de opdracht gegeven tot het organiseren van een toewijzingsprocedure voor de uitvoering van de hierboven vermelde opdracht. Artikel 3.- De opdracht zal gefinancierd worden via een lening. Artikel 4.- Een afschrift van deze beslissing zal worden verzonden aan het secretariaat van Inter-energa cvba, Trichterheideweg 8 , 3500 Hasselt. Raadslid Jurgen Snoekx voegt zich bij de vergadering. 03)
Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van de staat - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Gelet op de artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal neen-stemmen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen; BESLUIT: Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2012 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2.- De belasting wordt vastgesteld op 6 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3.- De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.
2011-11-24 (2/25)
04)
Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaamse Gewest - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de artikelen 298 en 464 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen voor wat betreft de onroerende voorheffing; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal neen-stemmen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen; BESLUIT: Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2012 wordt ten behoeve van de gemeente het aantal opcentiemen geheven op de hoofdsom van de onroerende voorheffing, vastgesteld op 1176. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- Voormelde opcentiemen zullen ingevorderd worden overeenkomstig de regels bepaald voor de heffing van de onroerende voorheffing. Artikel 3.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.
05)
Algemene gemeentebelasting voor gezinnen - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253§1,3°; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het koninklijk besluit van 16 april 1997 houdende maatregelen om het recht op een verhoogde tegemoetkoming uit te breiden tot andere categorieën van rechthebbenden met toepassing van de artikelen 11,1° en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal neen-stemmen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen; BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een algemene gemeentebelasting per gezin geheven tot dekking van het algemeen onderhoud van de gemeente. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van elk gezin dat zijn hoofdverblijfplaats heeft in de gemeente Overpelt op 1 januari van het aanslagjaar. "Referentiepersoon", "gezin" en "hoofdverblijfplaats" worden gebruikt in dezelfde zin als in het Koninklijk Besluit dd. 16 juli 1992, betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, en zo als nader toegelicht in de Ministeriële Omzendbrief dd. 7 oktober 1992, betreffende het houden van het bevolkingsregister en het vreemdelingenregister.
2011-11-24 (3/25)
Artikel 3.- De belasting bedraagt 75,00 euro per jaar en per gezin. Artikel 4.- De belasting bedraagt 37,50 euro per jaar en per gezin indien, op 1 januari van het aanslagjaar, voldaan wordt aan één van de volgende voorwaarden : de referentiepersoon of een gezinslid is opgenomen in het personenrepertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid onder één van de hoedanigheidscodes: * 001: weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen; Residenten ouder dan 65 jaar; De leden van het overheidspersoneel die sinds één jaar in disponibiliteit zijn gesteld wegens ziekte of gebrekkigheid * 006 : Gerechtigden die ten minste 50 jaar zijn en sedert minstens één jaar de hoedanigheid van volledig werkloze * houder van het omnio-statuut; de hoofdverblijfplaats van de belastingplichtige is gelegen langs een openbare weg waar het ophalen van het huisvuil niet gebeurt; de woongelegenheid van de belastingplichtige ligt op ten minste 100 meter van de openbare weg waar de ophaaldienst passeert. Artikel 5.- Er wordt een volledige vrijstelling verleend aan de referentiepersoon indien hijzelf of één van zijn gezinsleden opgenomen is in het personenrepertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid onder één van de hoedanigheidscodes 002: Rechthebbenden op maatschappelijke integratie (leefloon) en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat 003: Rechthebbenden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of die het recht op rentebijslag behouden of rechthebbenden op de inkomensgarantie voor ouderen 004 : Gerechtigden aan wie een tegemoetkoming voor personen met een handicap wordt verleend 005 : Kinderen met een handicap Artikel 6.- Voor het opmaken van het belastingkohier zal beroep gedaan worden op de informatie, zoals verstrekt door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De belastingplichtige kan eveneens een attest voorleggen aan het gemeentebestuur, waaruit blijkt dat hij of één van zijn gezinsleden voldoet aan de voorwaarden voor de verminderde aanslagvoet of voor de vrijstelling van de belasting maar door een materiële vergissing niet ambtshalve werd vrijgesteld . Artikel 7.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Artikel 8.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen, en in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder.
2011-11-24 (4/25)
De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 9.- Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 10.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. 06)
Algemene gemeentebelasting op de economische entiteiten - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal neen-stemmen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen; BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een algemene gemeentebelasting per economische entiteit geheven tot dekking van het algemeen onderhoud binnen de gemeente. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door elke natuurlijke of rechtspersoon die een vrij beroep uitoefent of in het kader van een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming, op het grondgebied van de gemeente gevestigd is op 1 januari van het aanslagjaar. Als "rechtspersoon die een vrij beroep uitoefent of in het kader van een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming, op het grondgebied van de gemeente gevestigd is op 1 januari van het aanslagjaar" kunnen niet beschouwd worden de socio-culturele verenigingen zonder winstoogmerk, zelfs indien zij een bijkomende winstgevende bedrijvigheid uitoefenen om een belangeloos doel te verwezenlijken. Artikel 3.- De belasting bedraagt 27 euro per jaar en per activiteitskern voor de uitoefening van een vrij beroep of per bedrijfsvestiging. Voor de belastingberekening wordt enkel de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen. Artikel 4.- De belasting is niet verschuldigd door: a. openbare besturen; b. de instellingen die van de belasting zijn vrijgesteld op grond van wettelijke beschikkingen. Artikel 5.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Artikel 6.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst.
2011-11-24 (5/25)
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 7.- Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 8.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. 07)
Gemeentebelasting op de motoren - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Aantal ja-stemmen: 12; Aantal neen-stemmen: 8, nl. van de raadsleden Jef Van Bree, Yvo Maussen, Jurgen Snoekx, Gerard Schuurmans, Stijn Peeters, Ronny Dreesen, Dominiek Heylen en Jan Vanduffel; BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een belasting geheven van 16,50 euro per eenheid en per breuk van kilowatt gevestigd op de motoren, ongeacht de krachtbron die deze motoren in beweging brengt. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door de nijverheids-, handels- en landbouwondernemingen, voor motoren die door de belastingplichtige gebruikt worden voor de uitbating van de zetel of een exploitatie-eenheid van de onderneming. De belasting is niet verschuldigd aan de gemeente waar de zetel van de onderneming gevestigd is, voor de motoren gebruikt in een exploitatie-eenheid in de mate waarin die motoren kunnen belast worden door de gemeente waar de exploitatie-eenheid gevestigd is. Wanneer hetzij de zetel, hetzij een exploitatie-eenheid geregeld en op duurzame wijze een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer exploitatie-eenheden of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd indien hetzij de zetel, hetzij de voornaamste exploitatie-eenheid gevestigd is in de gemeente. De door een tijdelijke vennootschap verschuldigde belasting wordt ten laste van deze ingevorderd of ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen die er deel van uitmaken. Na de ontbinding van de tijdelijke vennootschap zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die er deel van uitmaakten, hoofdelijk mede de nog in te vorderen belasting verschuldigd.
2011-11-24 (6/25)
Artikel 3.- Dient als exploitatie-eenheid beschouwd, iedere inrichting of werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken periode van tenminste drie maanden op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. Artikel 4.- De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motoren, uitgedrukt in kW en geplaatst of gebruikt tijdens het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de belasting slaat. Ze wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Bij stopzetting van het bedrijf in de loop van het jaar wordt er een bijzondere bijkomende aanslag gevestigd, berekend op basis van de belastbare motoren geplaatst tijdens het jaar of jaargedeelte waarin de bedrijfsstopzetting plaats heeft. De belastingplichtigen die onder toepassing vallen van deze bepaling zijn verplicht na de stopzetting van het bedrijf hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen of dit te vermelden bij de eerstvolgende aangifte. Iedere buitengebruikstelling dient binnen de maand gemeld te worden aan het college van burgemeester en schepenen. De verdwijning of het definitief buiten gebruik stellen van motoren geeft recht op een belastingvermindering. Deze vermindering gaat in vanaf de maand, volgend op het bericht gezonden aan het college van burgemeester en schepenen betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen. Deze vermindering zal verrekend worden in de berekening van het volgende aanslagjaar. Artikel 5.- De grondslagen van de belasting zijn de volgende: a. Beschikt de onderneming slechts over één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de motorenkracht opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van de motor verleend of akte van die plaatsing gegeven wordt. b. Beschikt de onderneming over verscheidene motoren, dan wordt de belastbare motorenkracht vastgesteld op grond van de som der krachten, vermenigvuldigd met een simultaancoëfficiënt die verandert volgens het aantal motoren. Deze coëfficiënt, gelijk aan de eenheid voor één motor wordt tot en met dertig motoren, met 1/100 van de eenheid, per bijkomende motor verminderd en blijft daarna vast en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer. Voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het jaar dat onmiddellijk voorafging aan het jaar waarop de belasting slaat, of in geval van stopzetting van het bedrijf op 1 januari van het jaar waarop de stopzetting plaats heeft, of voor een nieuwe onderneming met de datum van inwerkingstelling. De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg tussen de belastingplichtige en het College van Burgemeester en Schepenen. Bij onenigheid staat het de belastingplichtige vrij een tegenonderzoek uit te lokken. De bepalingen van dit artikel zijn toepasselijk door de gemeente naar rata van het aantal door haar belaste motoren. c. De tractoren, terreinvoertuigen (zoals autobussen, auto’s en dergelijke die enkel voor intern gebruik op het terrein benut worden), trekkers, nijverheidsvoertuigen (zoals asfaltmachines, rupskranen, pletwalsen, bulldozers, graafmachines, laadschoppen en zonder dat deze opsomming limitatief is) locomotieven, nijverheidsmachines (zoals mobiele compressoren, trilplaten, ladderliften en zonder dat deze opsomming limitatief is) worden in uitzondering van artikel 4 belast volgens volgende tabel: Cilinderinhoud van de motoren op diesel/benzine/gas Van 0 cm³ tot 2499 cm³ = 7 kW Van 2500 cm³ tot 4999 cm³ = 15 kW Van 5000 cm³ tot 7499 cm³ = 22 kW Van 7500 cm³ tot 9999 cm³ = 29 kW Van 10000 cm³ tot onbeperkt = 37 kW De hefvoertuigen worden in uitzondering van artikel 4 belast volgens hun maximum hefvermogen zoals vermeld in volgende tabel : Maximaal hefvermogen: Van 0 kg tot 999 kg = 5 kW Van 1000 kg tot 1999 kg = 8 kW Van 2000 kg tot 3999 kg = 15 kW Van 4000 kg tot 5999 kg = 20 kW Van 6000 kg tot 19999kg = 25 kW Van 20000 kg tot 29999 kg = 30 kW Van 30000 kg tot 44999 kg = 35 kW Van 45000 kg tot onbeperkt = 40 kW Artikel 6.- Is van de belasting vrijgesteld: a. Er wordt een vrijstelling verleend voor de eerste 5 kW.
2011-11-24 (7/25)
b.
De motor die heel het jaar stilligt. Het tijdelijk stilleggen voor een ononderbroken periode gelijk aan of langer dan één maand, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motor heeft stilgelegen. De verplichte vakantieperiode wordt niet in aanmerking genomen voor het bekomen van deze gedeeltelijke vermindering. In geval van vermindering wegens tijdelijk stilliggen, blijft voor deze motor de simultaancoëfficiënt gelden die op de onderneming van toepassing is.
Om op de belastingvermindering aanspraak te kunnen maken moet de belastingplichtige het gemeentebestuur in kennis stellen van: - de datum waarop de motor werd stilgelegd; - de datum waarop hij weer in werking wordt gesteld. De kennisgevingen dienen schriftelijk te gebeuren. Het gemeentebestuur moet de datum van de melding ontegensprekelijk kunnen vaststellen. De belastingvermindering gaat slechts in vanaf de datum van ontvangst van de eerste kennisgeving. De aannemingsbedrijven die een regelmatige boekhouding bijhouden, kunnen na een uitdrukkelijk verzoek, gemachtigd worden het stilliggen van de motoren te rechtvaardigen door het bijhouden van een inschrijvingsboekje waarin de begin- en einddatum van het stilliggen van elke motor en de werf waar hij normaal gebruikt wordt, zijn opgenomen. Op het einde van het jaar vult de aannemer zijn verklaring in op basis van de aanduidingen in dit inschrijvingsboekje. De nauwkeurigheid van deze inschrijvingen kan op elk ogenblik nagegaan worden. c. De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld en voor zo ver deze motor uitsluitend zijn kracht gebruikt voor het vervoer van goederen of personen op de openbare weg. d. De motor van een draagbaar toestel dat maximaal 25 kg weegt en dat door één persoon bediend en gedragen wordt. e. De motor die een generator drijft, voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met wat nodig is voor het drijven van de generator. f. De door perslucht aangedreven motoren. g. De motor die uitsluitend gebruikt wordt voor het leegpompen van werkplaatsen, en de motor die gebruikt wordt om reden van hygiënische ventilatie. h. De hulpmotor, d.w.z. deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, wanneer zijn werking niet voor gevolg heeft de productie te verhogen. i. De wisselmotor, d.w.z. die welke uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere die hij tijdelijk moet vervangen. De hulp- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om gelijktijdig met de normaal gebruikte motoren te werken en dit gedurende de tijd nodig om de voortzetting van de productie te verzekeren. j. De motoren die gebruikt worden voor de centrale verwarming. k. De motoren van een airco installatie. l. De motoren van een sprinklerinstallatie. m. De motoren van rolpoorten. n. Al de belastingplichtigen waarvoor, op basis van de ingediende aangiften, het belastingbedrag minder dan 25 euro bedraagt. Deze maatregel steunt op het principe dat de kostprijs om deze bedragen te innen uitstijgt boven de opbrengst. Artikel 7.- De motoren die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilleggen gedurende het ganse jaar, evenals degene die bij de toepassing van de leden b. tot m. van artikel 6 vrijgesteld zijn, komen niet in aanmerking voor het vaststellen van de simultaancoëfficiënt van de installatie van de belastingplichtige. Artikel 8.- Aan nieuw opgerichte nijverheidsbedrijven of fabrieken wordt gedurende maximum 5 opeenvolgende jaren, teruggave of vrijstelling van de belasting verleend. Dit laatste is enkel het geval als de volgende voorwaarden vervuld worden: a. In de loop van het belastingjaar een bezoldigingsbedrag aan in België gedomicilieerde werknemers vereffend hebben, overeenstemmende met ten minste 2.500 werkdagen of hiermee gelijkgestelde dagen. b. Vrijgesteld zijn van de onroerende voorheffing op de onroerende goederen, in het kader van de expansiewetgeving, opgericht op het grondgebied van de gemeente en die werkelijk het voorwerp uitgemaakt hebben van de investeringen, zowel voor de gebouwen als voor de materieel en de outillage, onroerend van nature of door bestemming, ingeschreven in de kadastrale documenten.
2011-11-24 (8/25)
c.
Binnen twee maanden na het verstrijken van het belastingjaar een verzoek om ontheffing doen bij het College van Burgemeester en Schepenen en dit verzoek kunnen staven met bewijsstukken. Kunnen niet genieten van deze vrijstelling: - bedrijven die zich binnen het grondgebied van de gemeente verplaatsen; - bedrijven gesticht door wijziging, samenvoeging of splitsing, juridisch of hoe dan ook, van bestaande bedrijven, op het grondgebied van de gemeente. Artikel 9.- Wanneer de installaties wegens een ongeval niet in staat zijn om meer dan 80% van de door een belastbare motor geleverde kracht te gebruiken, zal de belastingplichtige slechts belast worden op de verbruikte kracht van de motor uitgedrukt in kilowatt, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit ten minste drie maanden geduurd heeft en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden aangewend werd. Om aanspraak te kunnen maken op vermindering moet de belastingplichtige telkens binnen de acht dagen het gemeentebestuur kennis geven van: - de datum waarop het defect is ontstaan; - de datum waarop de kracht opnieuw benuttigd wordt. De belastingvermindering gaat slechts in vanaf de datum van ontvangst van de eerste kennisgeving. Op verzoek van het gemeentebestuur is de belastingplichtige gehouden alle stukken voor te leggen waardoor de juistheid van zijn verklaringen kan nagegaan worden. Artikel 10.- De exploitant dient de eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren, die zich in de loop van het jaar voorgedaan hebben, binnen de maand aan het gemeentebestuur bekend te maken. Artikel 11.- De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 30 juni van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven formulier. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier gekregen heeft, moet er zelf een vragen. De administratie kan aan de belastingplichtige een voorstel van aangifte bezorgen. Als de gegevens op dit voorstel onjuist of onvolledig zijn of niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige ten laatste op 30 juni van het aanslagjaar het voorstel verbeterd en vervolledigd terugsturen. Het tijdig teruggezonden en gecorrigeerde of aangevulde voorstel tot aangifte, geldt in dat geval als aangifte. Als de gegevens op dit voorstel overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, is de belastingplichtige niet verplicht dit formulier tegen 30 juni terug te sturen. In dat geval is automatisch aan de aangifteplicht voldaan en wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens vermeld op het toegestuurde voorstel van aangifte. Artikel 12.- Bij gebrek aan de gewijzigde aangifte op 30 juni van het aanslagjaar, bij laattijdige aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen of een daartoe aangesteld personeelslid, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Artikel 13.- Door het gemeentebestuur worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door deze beëdigde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 14.- De ambtshalve aanslag voor dit aanslagjaar wordt verhoogd met 10%, met een maximum van 2.500 euro indien geen ambtshalve aanslag werd gevestigd voor het voorafgaand aanslagjaar; met 20%, met een maximum van 3.500 euro indien een ambtshalve aanslag gevestigd werd voor het voorafgaand aanslagjaar; met 30%, met een maximum van 5.000 euro indien ambtshalve aanslagen gevestigd werden voor de twee voorafgaande aanslagjaren. De ambtshalve aanslag wordt ingekohierd.
2011-11-24 (9/25)
Artikel 15.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van dit reglement. Artikel 16.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 17.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. 08)
Gemeentebelasting op de bank- en financieringsinstellingen - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°,; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Gelet op de verplichting van de gemeenten om de veiligheid van haar inwoners te verzekeren. Gelet op het feit dat een verscherpt politietoezicht dient te worden voorzien rond de bank- en financieringsinstellingen teneinde de veiligheid te kunnen garanderen. Gelet op het feit dat dit bijkomende lasten met zich meebrengt voor het gemeentebestuur, dat dient bij te dragen in de kosten van de lokale politiezone; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal onthoudingen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen;
2011-11-24 (10/25)
BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een belasting geheven op de bank- en financieringsinstellingen. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aanzien, elke bank-, financierings-, kredietinstelling, spaarbank of wisselkantoor en alle andere inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken, de geldautomaten en de elektronische self-banking automaten, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn. Met eenmanszaak wordt bedoeld de inrichting die spaar-, wissel-, leen- en/of hypotheekverrichtingen aanbiedt en door één persoon in hoofd- of nevenberoep wordt geëxploiteerd onder eigen naam en/of als waarnemer van een agentschap of bijkantoor van een bank- of financieringsinstelling. Onder nevenberoep wordt in het raam van deze verordening verstaan het aanbieden van voornoemde diensten door een loon- of weddetrekkende onderworpen aan het stelsel van de rijksmaatschappelijke zekerheid; in het andere geval wordt dergelijke dienstverlening als de uitoefening van een hoofdberoep beschouwd. Onder geldautomaten wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen en/of spaarverrichtingen te doen. Onder elektronische self-banking automaten wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen rekeninguittreksels op te vragen en af te drukken. Een inrichting wordt door deze belasting als publiek toegankelijk beschouwd wanneer de cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht of het grootste deel van bedoelde verrichtingen al dan niet ter plaatse wordt afgehandeld. Artikel 3.- De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen, onder wiens handelsnaam de hoger vermelde instellingen, agentschappen of bijkantoren worden geëxploiteerd. Artikel 4.- Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op: 991 euro per instelling met een personeelsbestand van meer dan 20 personen; 743 euro per instelling met een personeelsbestand van 11 tot en met 20 personen; 446 euro per instelling met een personeelsbestand van 6 tot en met 10 personen; 247 euro per instelling met een personeelsbestand van 1 tot en met 5 personen; 99 euro per éénmanszaak die voor de exploitant enkel een nevenberoep uitmaakt; 247 euro per geldautomaat en per elektronische self-banking automaat. Het hierboven bedoelde personeelsbestand omvat eveneens de perso(o)n(en) verantwoordelijk voor de exploitatie. Artikel 5.- De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de dienstverlening aanvangt of eindigt, tenzij de aanvangsdatum valt na 30 november, in welk geval voor het lopende jaar geen belasting wordt toegepast. Bij overname van de instelling of automaat is de overnemer eveneens belastingplichtig. Artikel 6.- Ieder belastingplichtige moet aangifte doen door middel van het formulier dat hem ten huize zal besteld worden door het gemeentebestuur. De belastingplichtige moet de aangifte terugsturen voor de in het formulier vermelde datum. De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben moet deze aangifte uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar spontaan doen. In het aangifteformulier wordt een opgave gedaan waar de belastbare instellingen zich bevinden op 1 januari van het aanslagjaar . Indien de exploitatie aanvangt of overgenomen wordt, moet aangifte gedaan worden binnen de maand na de aanvang of overneming van de exploitatie. De aangifteformulieren worden, op verzoek, door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld. Van de verandering van de houder of van de definitieve stopzetting van de bedrijvigheid dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het college van burgemeester en schepenen. Artikel 7.- Bij gebrek aan aangifte op 30 juni van het aanslagjaar, in geval van laattijdige aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen of een daartoe aangesteld personeelslid, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
2011-11-24 (11/25)
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar . Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Artikel 8.- Door het gemeentebestuur worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de deze beëdigde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 9: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met het forfaitaire bedrag van 250 €, zonder dat dit bedrag het dubbel van de ambtshalve ingekohierde belasting mag overstijgen, en wordt ook ingekohierd. Artikel 10.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar . Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Artikel 11.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 12.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. 09)
Gemeentebelasting op de aanplakborden - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Met eenparigheid van stemmen;
2011-11-24 (12/25)
BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een belasting geheven op de aanplakborden, geplaatst op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg of op een plaats zichtbaar van op de openbare weg. Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het recht heeft gebruik te maken van het aanplakbord en, in bijkomende orde, als de gebruiker onbekend is, de eigenaar van de grond of van de muur waarop zich het aanplakbord bevindt. Artikel 3.- Onder "aanplakborden" wordt verstaan elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel. Worden gelijkgesteld met genoemde borden: de muren, of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren of gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht, moet de bedekte totale oppervlakte beschouwd worden als één reclamebord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Artikel 4.- Deze belasting wordt bepaald per aanplakbord en zij wordt vastgesteld op 24 euro per m² of gedeelte van een m². Voor de berekening van de belasting dient de publicitair nuttige oppervlakte van het aanplakbord in aanmerking te worden genomen, d.w.z. de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting. Voor de muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame gebruikt wordt. Artikel 5.- De belasting is verschuldigd voor heel het jaar ongeacht het tijdstip in de loop van het jaar waarop het bord geplaatst wordt, in gebruik wordt genomen of wordt weggenomen, met uitzondering van hetgeen bepaald wordt in artikel 6 letter b. van dit reglement. De verwijdering van het aanplakbord tijdens het aanslagjaar geeft geen recht op terugbetaling van de belasting. Artikel 6.- De belasting is niet verschuldigd voor: a) de aanplakborden met een oppervlakte kleiner dan 10 m²; b) de aanplakborden geplaatst op of aan de handelshuizen, welke dienen voor het maken van reclame die betrekking heeft op de handel die in deze huizen wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat de afstand tussen het aanplakbord en het handelshuis in kwestie niet meer dan 20 meter bedraagt; c) de aanplakborden die opgericht worden na 30 november van het jaar waarop de belasting slaat; d) de aanplakborden geplaatst door openbare besturen op openbare diensten voor zover geen winst beoogd wordt; e) de aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worde voor notariële aankondigingen; f) de aanplakborden die enkel en alleen gebruikt worden bij gelegenheid van wettelijke verkiezingen; g) de aanplakborden, alhoewel zichtbaar van op de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening; Artikel 7.- Ieder belastingplichtige moet aangifte doen door middel van het formulier dat hem ten huize zal besteld worden door het gemeentebestuur. De belastingplichtige moet de aangifte terugsturen voor de in het formulier vermelde datum. De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben, moet deze aangifte uiterlijk op 30 juni van het aanslagjaar spontaan doen. De aanplakborden dienen op de aangifte nauwkeurig te worden gelokaliseerd. De belastingplichtige die, na inzameling van de aangiften door het gemeentebestuur, belastingplichtig wordt terzake of die het oorspronkelijk opgegeven aantal belastingobjecten vermeerdert of de oppervlakte van deze objecten vergroot, is verplicht uit eigen beweging hiervan binnen de 30 dagen aangifte te doen bij het gemeentebestuur. Voor de verplaatsbare aanplakborden moet de belasting, voor de ingebruikneming, worden betaald bij de gemeenteontvanger. De natuurlijke of rechtspersonen wier woonplaats of bedrijfszetel niet op het grondgebied van de gemeente gelegen is, dienen de belasting voor hun verplaatsbare aanplakborden te betalen bij de gemeenteontvanger, de eerste dag waarop de mobiele constructie in de gemeente wordt aangewend. Zo deze dag een zondag of een wettelijke feestdag is, geldt de eerstvolgende werkdag als uiterste datum. De kwijting van de gemeenteontvanger maakt het bewijs uit van de betaling van de belasting voor de verplaatsbare constructie. Artikel 8.- Bij gebrek aan aangifte op 30 juni van het aanslagjaar, in geval van laattijdige aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen of een daartoe aangesteld personeelslid, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
2011-11-24 (13/25)
De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Artikel 9.- De belastingplichtige die zijn aanplakbord(en) verkoopt of overdraagt is verplicht dit binnen de maand mede te delen aan de gemeenteontvanger. In dit geval mag de voor het lopend jaar betaalde belasting overgedragen worden op naam van de persoon die het nieuw beschikkingsrecht heeft over het aanplakbord. Artikel 10.- Door het gemeentebestuur worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door deze beëdigde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 11.- De ambtshalve aanslag voor dit aanslagjaar wordt verhoogd met 10%, met een maximum van 250 euro indien geen ambtshalve aanslag werd gevestigd voor het voorafgaand aanslagjaar; met 20%, met een maximum van 350 euro indien een ambtshalve aanslag gevestigd werd voor het voorafgaand aanslagjaar; met 30%, met een maximum van 450 euro indien ambtshalve aanslagen gevestigd werden voor de twee voorafgaande aanslagjaren. De ambtshalve aanslag wordt ingekohierd. Artikel 12.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Artikel 13.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 14.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.
2011-11-24 (14/25)
10)
Gemeentebelasting op de milieuvergunningsaanvragen - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning; Overwegende dat het billijk is de kosten voor de decretaal verplichte publicatie van de milieuvergunningsaanvragen ten laste te leggen van de aanvrager; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal onthoudingen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen; BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een belasting gevestigd op de aanvragen tot het bekomen van een milieuvergunning, zoals opgelegd door van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem). Deze belasting is een kohierbelasting. Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is tot het indienen van de aanvraag tot het bekomen van een milieuvergunning of het veranderen ervan. Artikel 3.- De belasting wordt bij het verkrijgen van een (tijdelijke) vergunning vastgesteld: voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse en onderworpen aan een milieueffectrapport en/of een veiligheidsrapport op 2.000 euro per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in eerste klasse op 1.500 euro per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de tweede klasse op 250 euro per inrichting. Artikel 4.- De belasting wordt bij een weigering van de vergunning vastgesteld op: voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse op 700 euro per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de tweede klasse op 180 euro per inrichting. Artikel 5.- Zijn van de belasting vrijgesteld: inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen; opvang- en verzorgingscentra voor gekwetste, verdwaalde en verzwakte vogels. Artikel 6.- Deze belasting wordt ingevorderd d.m.v. een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen; Artikel 7.- De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8.- Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 9.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van dit reglement. Artikel 10.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
2011-11-24 (15/25)
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 11.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. 11)
Gemeentebelasting op overdekte markten - vaststelling voor het aanslagjaar 2012. Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 10, 11, 170, §4, 172 en 173; Gelet op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op artikel 298 van het wetboek op de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken; Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 42,§3, 43,§2,15°, 186, 187 en 253,§1,3°; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Overwegende dat het noodzakelijk is gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Overwegende dat overdekte markten voor de gemeente extra financiële lasten met zich meebrengen, o.a. omwille van parkeeroverlast, milieuoverlast, zwerfvuil; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal onthoudingen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Dominiek Heylen; BESLUIT: Artikel 1.- Er wordt voor het aanslagjaar 2012, ten voordele van de gemeente Overpelt, een belasting geheven op overdekte markten die in de loop van het dienstjaar ingericht worden op het grondgebied van de gemeente. Als overdekte markt wordt beschouwd de gebouwen die ingericht zijn en ter beschikking worden gesteld om personen samen te brengen die ambulant producten of diensten verkopen, te koop aanbieden of uitstallen met het oog op de verkoop aan de consument, exclusief de aanhorigheden die de promotie voeren voor deze activiteiten zoals daar zijn restaurants, eetgelegenheden en randanimatie. De genoemde aanhorigheden zijn niet limitatief. Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door de exploitant van de overdekte markt. Artikel 3.- De belasting wordt vastgesteld op 7,50 euro/m² per jaar voor het publiek toegankelijke ruimte waarbinnen de overdekte markt ingericht wordt. De belasting wordt geheven op basis van het aantal, al dan niet voor verkoop bestemde, voor het publiek toegankelijke vierkante meter oppervlakte van de overdekte markt. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd. De oppervlakte van de overdekte markt zoals gekend op 1 januari van het belastingjaar geldt als basis. Indien de overdekte markt pas in de loop van het jaar ingericht wordt, geldt als basis de bebouwde oppervlakte van de overdekte markt bij aanvang van de activiteit.
2011-11-24 (16/25)
Artikel 4.- Indien de belastbare overdekte markt niet gedurende 12 maanden werd ingericht, dan wordt de belasting verrekend in verhouding tot het aantal kalendermaanden waarbinnen de overdekte markt minstens één keer effectief werd ingericht. Het tijdelijk stilleggen van de overdekte markt gedurende een ononderbroken periode van minder dan één kalendermaand geeft geen aanleiding tot belastingvermindering. Geen belastingvermindering kan aan de belanghebbende verleend worden, tenzij op grond van ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten die aan het gemeentebestuur enerzijds de datum van het stilleggen van de overdekte markt en anderzijds de datum van het opnieuw inrichten van de overdekte markt bekend maken. Voor het berekenen van de vermindering gaat de onderbreking pas in na ontvangst van het eerste bericht. Artikel 5.- Zijn van de belasting vrijgesteld: verkoop in het kader van handels- of landbouwbeurzen; verkoop in het kader van kunsttentoonstellingen; verkoop door culturele verenigingen, socio-culturele verenigingen, jeugd- en sportverenigingen, alsook liefdadigheidsverkoop, voor zover deze verkoop geschiedt in het kader van de doelstellingen van de betreffende vereniging of instelling en de opbrengst van de verkoop integraal naar de betreffende vereniging of instelling gaat of naar een liefdadigheidsdoel. Artikel 6.- De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 30 juni van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Indien de exploitatie aanvangt of overgenomen wordt in de loop van het belastingjaar moet de aangifte worden gedaan binnen de maand na de aanvang of overneming van de exploitatie. Van de verandering van houder of van de definitieve stopzetting van bedrijvigheid dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het college van burgemeester en schepenen. Artikel 7.- Bij gebrek aan aangifte op 30 juni van het aanslagjaar, in geval van laattijdige aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen of een daartoe aangesteld personeelslid, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25% en wordt ook ingekohierd. Artikel 8.- Door het gemeentebestuur worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door deze beëdigde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 9.- De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier, ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van dit reglement. Artikel 10.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een verhoging of een administratieve geldboete een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
2011-11-24 (17/25)
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens, tegen ontvangstbewijs, overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan de personeelsleden die het speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen en, in voorkomend geval, de melding dat men gehoord wil worden. Het bezwaarschrift kan eveneens rechtsgeldig worden ingediend via het digitaal loket op de gemeentelijke website www.overpelt.be, na authentificatie door middel van de elektronische identiteitskaart van de belastingplichtige of zijn hiertoe gemachtigde vertegenwoordiger. Het elektronisch bezwaar wordt gelijkgesteld met een gedagtekend en ondertekend bezwaar bedoeld in het vorige lid. De hoger vermelde bepalingen betreffende de schriftelijke aangifte zijn van toepassing op de elektronische aangifte voor zover deze bepalingen omwille van hun aard of hun modaliteiten er niet strijdig zouden mee zijn. Het college van burgemeester en schepenen of het een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 11.- Dit besluit zal naar de heer gouverneur van de provincie Limburg verzonden worden voor de uitoefening van het algemeen bestuurlijk toezicht en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. 12)
Industriepark - toekenning van een recht van opstal door Staf beheer nv aan Force Solar Alfa nv. Gelet op het gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid het artikel 43 § 3, 12; Gelet op het verzoek van 17 oktober 2011 van Force Company bv en Staf Beheer nv om toestemming van de gemeente te bekomen voor het vestigen van een recht van opstal door Staf Beheer nv aan Force Solar Alfa nv in oprichting, op de gebouwen die opgericht werden op het perceel industriegrond, gekadastreerd sectie E, nummer 102/H/133; Gelet op de verplichting, opgenomen in de oorspronkelijke verkoopsakte, om toelating te bekomen van de gemeente Overpelt voor het vestigen van zakelijke rechten; Overwegende dat het recht van opstal wordt gevestigd met het oog op het plaatsen van zonnepanelen; Dat het recht van opstal bijgevolg niet tot doel heeft om een nieuw bedrijf te vestigen met eigen handelsactiviteiten; Dat de bestemming van het betreffende pand ongewijzigd zal blijven; Dat, gelet op de bestemming die gegeven wordt aan het recht van opstal, de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in de oorspronkelijke verkoopsakte, in de akte tot vestiging van het recht van opstal niet dienen te worden overgenomen ten aanzien van de opstalhouder; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.-. De gemeente Overpelt geeft toestemming tot het vestigen van een recht van opstal door Staf Beheer nv aan Force Solar Alfa nv in oprichting, op de gebouwen die opgericht werden op het perceel industriegrond, gekadastreerd sectie E, nummer 102/H/133. Artikel 2.- De bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in de oorspronkelijke verkoopsakte dienen in de akte tot vestiging van het recht van opstal niet overgenomen te worden ten aanzien van de opstalhouder Artikel 3.- De aanvrager en Nolimpark cv zullen in kennis gesteld worden van dit besluit.
13)
Kerkfabriek Sint-Martinus - budget voor het dienstjaar 2012 - akteneming. Gelet op artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten; Gelet op ons besluit van 17 december 2007 houdende goedkeuring van het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Martinus voor de periode 2008-2013; Gelet op het budget van kerkfabriek Sint-Martinus voor het dienstjaar 2012 met bijgevoegd geactualiseerd meerjarenplan, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 25 augustus 2011;
2011-11-24 (18/25)
Gelet op het advies van de bisschop van Hasselt van 21 oktober 2011, luidende als volgt : - "M" (Overzicht): exploitatietoelage voorzien t.b.v. 141.016,98 zodat exploitatieresultaat in evenwicht is. Overwegende dat het budget bij de gemeente werd ingediend op 26 oktober 2011; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget 141 016,98 euro bedraagt en derhalve binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, zijnde 163 305,00 euro; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad neemt akte van het budget van kerkfabriek Sint-Martinus voor het dienstjaar 2012, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 25 augustus 2011. De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie bedraagt 141 016,98 euro. Artikel 2.- Het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en de bisschop zullen van dit besluit in kennis gesteld worden. 14)
Kerkfabriek Sint-Cornelius - budget voor het dienstjaar 2012 - akteneming. Gelet op artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten; Gelet op ons besluit van 17 december 2007 houdende goedkeuring van het meerjarenplan van kerkfabriek SintCornelius voor de periode 2008-2013; Gelet op het budget van kerkfabriek Sint-Cornelius voor het dienstjaar 2012 met bijgevoegd geactualiseerd meerjarenplan, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 24 juni 2011; Gelet op het advies van de bisschop van Hasselt van 21 oktober 2011, luidende als volgt : “gunstig advies”, onder voorbehoud van de bedragen in de rekening(en): - NIHIL. Overwegende dat het budget bij de gemeente werd ingediend op 26 oktober 2011; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget 51 000,00 euro bedraagt en gelijk is aan het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad neemt akte van het budget van kerkfabriek Sint-Cornelius voor het dienstjaar 2012, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 24 juni 2011. De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie bedraagt 51 000,00 euro. Artikel 2.- Het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en de bisschop zullen van dit besluit in kennis gesteld worden.
15)
Kerkfabriek Sint-Jozef - budget voor het dienstjaar 2012 - akteneming. Gelet op artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten; Gelet op ons besluit van 17 december 2007 houdende goedkeuring van het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Jozef voor de periode 2008-2013; Gelet op het budget van kerkfabriek Sint-Jozef voor het dienstjaar 2012 met bijgevoegd geactualiseerd meerjarenplan, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 27 juni 2011; Gelet op het advies van de bisschop van Hasselt van 21 oktober 2011, luidende als volgt : “Gunstig advies, onder voorbehoud van de bedragen in de rekening(en): - NIHIL”; Overwegende dat het budget bij de gemeente werd ingediend op 26 oktober 2011; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget 31 657,28 euro bedraagt en derhalve gelijk is aan het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad neemt akte van het budget van kerkfabriek Sint-Jozef voor het dienstjaar 2012, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 27 juni 2011. De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie bedraagt 31 657,28 euro.
2011-11-24 (19/25)
Artikel 2.- Het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en de bisschop zullen van dit besluit in kennis gesteld worden. 16)
Kerkfabriek Sint-Barbara - budget voor het dienstjaar 2012 - akteneming. Gelet op artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten; Gelet op ons besluit van 17 december 2007 houdende goedkeuring van het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Barbara voor de periode 2008-2013; Gelet op het budget van kerkfabriek Sint-Barbara voor het dienstjaar 2012 met bijgevoegd geactualiseerd meerjarenplan, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 21 augustus 2011; Gelet op het advies van de bisschop van Hasselt van 21 oktober 2011, luidende als volgt : "M" (Overzicht): exploitatietoelage voorzien t.b.v. 8.206,08 zodat exploitatieresultaat in evenwicht is. Overwegende dat het budget bij de gemeente werd ingediend op 26 oktober 2011; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget 8 206,08 euro bedraagt en derhalve binnen de grenzen blijft van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, zijnde 14 098,00; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad neemt akte van het budget van kerkfabriek Sint-Barbara voor het dienstjaar 2012, goedgekeurd door de kerkraad in vergadering van 21 augustus 2011. De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie bedraagt 8 206,08 euro. Artikel 2.- Het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en de bisschop zullen van dit besluit in kennis gesteld worden.
17)
DV Pelt - buitengewone algemene vergadering - bepaling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Gelet op de brief van DV Pelt van 10 november 2011, houdende uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van 07 december 2011, met vermelding van de agenda zoals vastgesteld door de raad van bestuur: 1. Te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie 2012; 2. Begroting DV Pelt 2012; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van DV Pelt; Overwegende dat de gemeenteraad met eenparigheid kan instemmen met de voorstellen van de raad van bestuur, zoals weergegeven in hoger vermelde uitnodigingsbrief; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad stemt in met de voorstellen van de raad van bestuur van DV Pelt met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van 07 december 2011, zoals weergegeven in de brief van 10 november 2011. Artikel 2.- Het intergemeentelijk samenwerkingsverband DV Pelt zal van dit besluit in kennis gesteld worden.
18)
Nolimpark DV - buitengewone algemene vergadering - bepaling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Gelet op de brief van Nolimpark DV van 27 oktober 2011, houdende uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van 08 december 2011, met vermelding van de volgende agenda zoals vastgesteld door de raad van bestuur: 1. Goedkeuring verslag vorige vergadering; 2. Te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie voor het jaar 2012; 3. Begroting Nolimpark DV voor het jaar 2012; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van Nolimpark DV;
2011-11-24 (20/25)
Overwegende dat de gemeenteraad met eenparigheid kan instemmen met de voorstellen van de raad van bestuur, zoals weergegeven in hoger vermelde uitnodigingsbrief; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad stemt in met de voorstellen van de raad van bestuur van Nolimpark DV met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van 08 december 2011, zoals weergegeven in de brief van 27 oktober 2011. Artikel 2.- Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Nolimpark DV zal van dit besluit in kennis gesteld worden. 19)
IGL - buitengewone algemene vergadering - bepaling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Gelet op de brief van IGL van 31 oktober 2011 houdende uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van 16 december 2011, met vermelding van de agenda zoals vastgesteld door de raad van bestuur: 1. Mandatering tot vaststelling van de tarieven aan de Raad van Bestuur (artikel 62 DIS): goedkeuring; 2. Financieel rapport over het eerste semester 2011, balans, resultaat en saldo per 30 juni 2011: kennisneming; 3. Begroting 2012: goedkeuring; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van IGL; Overwegende dat de gemeenteraad kan instemmen met de voorstellen van de raad van bestuur, zoals weergegeven in hoger vermelde uitnodigingsbrief; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad stemt in met de voorstellen van de raad van bestuur van IGL met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van 16 december 2011, zoals weergegeven in de brief van 31 oktober 2011. Artikel 2.- Het intergemeentelijk samenwerkingsverband IGL zal van dit besluit in kennis gesteld worden.
20)
Limburg.net - algemene vergadering - bepaling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Gelet op de brief van Limburg.net dd. 27 oktober 2011 houdende uitnodiging voor de algemene vergadering van 14 december 2011 met volgende agenda: 1) Welkom door de voorzitter 2) Goedkeuring verslag van de algemene vergadering d.d. 15 december 2010 3) Aanduiding secretaris en stemopnemers (art. 38 statuten) 4) Begroting 2012, te ontwikkelen activiteiten en strategie 5) Ontslag en benoeming van bestuurder(s) 6) Varia Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van Limburg.net; Overwegende dat de gemeenteraad met eenparigheid kan instemmen met de voorstellen van de raad van bestuur, zoals weergegeven in hoger vermelde uitnodigingsbrief; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad stemt in met de voorstellen van de raad van bestuur van Limburg.net met betrekking tot de algemene vergadering van 14 december 2011, zoals weergegeven in de brief van 27 oktober 2011. Artikel 2.- Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Limburg.net zal van dit besluit in kennis gesteld worden.
2011-11-24 (21/25)
21)
Inter-aqua - buitengewone algemene vergadering - bepaling van het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordigers. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Gelet op de brief van Inter-aqua dd. 20 oktober 2011, houdende uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van 20 december 2011, met volgende agenda: 1. Begroting 2012; 2. Toetreding nieuwe deelnemer; 3. Benoeming Bestuurders; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van Inter-aqua; Overwegende dat de gemeenteraad met eenparigheid kan instemmen met de voorstellen van de raad van bestuur, zoals weergegeven in hoger vermelde uitnodigingsbrief; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad stemt in met de voorstellen van de raad van bestuur van intergemeentelijk samenwerkingsverband Inter-aqua met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van 20 december 2011, zoals weergegeven in de brief van 20 oktober 2011. Artikel 2.- Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Inter-aqua zal van dit besluit in kennis gesteld worden. De raad gaat vervolgens over tot het aanwijzen van de vertegenwoordigers van de gemeente in de hierna vermelde organen van samenwerkingsverbanden. de
De stemming gebeurt overeenkomstig artikel 29, 2 lid van het huishoudelijk reglement, in één stemronde en met één globaal stembiljet met vermelding van de door de fractieleiders voorgedragen kandidaten per aan te wijzen vertegenwoordiger. Na de telling van de uitgebrachte stemmen geeft de voorzitter lezing van de uitslag per aanwijzing. De aanwijzingen worden vervolgens overeenkomstig de stemmingen vastgesteld. 22)
DV Pelt - buitengewone algemene vergadering - aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van DV Pelt, waarvan de eerstvolgende buitengewone algemene vergadering zal doorgaan op 07 december 2011; Gelet op ons besluit van heden, houdende bepaling van het mandaat van de gemeentelijk afgevaardigde voor de buitengewone algemene vergadering; Overwegende dat één gemeentelijke volmachtdrager uit de gemeenteraad dient aangeduid te worden om de gemeente te vertegenwoordigen; Gelet op de geheime stemming over de aan te duiden afgevaardigde, waaraan 20 raadsleden deelnamen, en die volgende uitslag gaf: aantal geldige stembrieven: 20; aantal ongeldige en/of blanco stembrieven: 6; aantal stemmen ten gunste van Gerard Bloemen: 12; aantal stemmen ten gunste van Dominiek Heylen: 2; Overwegende dat Gerard Bloemen de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen bekomen heeft; BESLUIT: Artikel 1.- Raadslid Gerard Bloemen wordt aangesteld als stemgerechtigd volmachtdrager van de gemeente Overpelt voor de buitengewone algemene vergadering van DV Pelt van 07 december 2011.
2011-11-24 (22/25)
Artikel 2.- De aangestelde volmachtdrager en intergemeentelijk samenwerkingsverband DV Pelt zullen van dit besluit in kennis gesteld worden. 23)
Nolimpark DV - buitengewone algemene vergadering - aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van Nolimpark DV, waarvan de eerstvolgende buitengewone algemene vergadering zal doorgaan op 08 december 2011; Gelet op ons besluit van heden, houdende bepaling van het mandaat van de gemeentelijk afgevaardigde voor de buitengewone algemene vergadering; Overwegende dat één gemeentelijke volmachtdrager uit de gemeenteraad dient aangeduid te worden om de gemeente te vertegenwoordigen; Gelet op de geheime stemming over de aan te duiden afgevaardigde, waaraan 20 raadsleden deelnamen, en die volgende uitslag gaf: aantal geldige stembrieven: 20; aantal ongeldige en/of blanco stembrieven: 6; aantal stemmen ten gunste van Jos Kerkhofs: 12; aantal stemmen ten gunste van Jef Van Bree: 2; Overwegende dat Jos Kerkhofs de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen bekomen heeft; BESLUIT: Artikel 1.- Raadslid Jos Kerkhofs wordt aangesteld als stemgerechtigd volmachtdrager van de gemeente Overpelt voor de buitengewone algemene vergadering van Nolimpark DV van 08 december 2011. Artikel 2.- De aangestelde volmachtdrager en intergemeentelijk samenwerkingsverband Nolimpark DV zullen van dit besluit in kennis gesteld worden.
24)
IGL - buitengewone algemene vergadering - aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van IGL, waarvan de eerstvolgende buitengewone algemene vergadering zal doorgaan op 16 december 2011; Gelet op ons besluit van heden, houdende bepaling van het mandaat van de gemeentelijk afgevaardigde voor de buitengewone algemene vergadering; Overwegende dat één gemeentelijke volmachtdrager uit de gemeenteraad dient aangeduid te worden om de gemeente te vertegenwoordigen; Gelet op de geheime stemming over de aan te duiden afgevaardigde, waaraan 20 raadsleden deelnamen, en die volgende uitslag gaf: aantal geldige stembrieven: 20; aantal ongeldige en/of blanco stembrieven: 6; aantal stemmen ten gunste van Marleen Clijsters: 12; aantal stemmen ten gunste van Gerard Geerts: 2; Overwegende dat Marleen Clijsters de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen bekomen heeft; BESLUIT: Artikel 1.- Raadslid Marleen Clijsters wordt aangesteld als stemgerechtigd volmachtdrager van de gemeente Overpelt voor de buitengewone algemene vergadering van IGL van 16 december 2011. Artikel 2.- De aangestelde volmachtdrager en intergemeentelijk samenwerkingsverband IGL zullen van dit besluit in kennis gesteld worden.
2011-11-24 (23/25)
25)
Limburg.net - algemene vergadering - aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiger. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van Limburg.net, waarvan de eerstvolgende algemene vergadering zal doorgaan op 14 december 2011; Gelet op ons besluit van heden, houdende bepaling van het mandaat van de gemeentelijk afgevaardigde voor de algemene vergadering; Overwegende dat één gemeentelijke volmachtdrager dient aangeduid te worden om de gemeente te vertegenwoordigen; Gelet op de geheime stemming over de aan te duiden afgevaardigde, waaraan 20 raadsleden deelnamen, en die volgende uitslag gaf: aantal geldige stembrieven: 20; aantal ongeldige en/of blanco stembrieven: 6; aantal stemmen ten gunste van Dominiek Heylen: 2; aantal stemmen ten gunste van Guido Renckens: 12; Overwegende dat Guido Renckens de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen bekomen heeft; BESLUIT: Artikel 1.- Raadslid Guido Renckens wordt aangesteld als stemgerechtigd volmachtdrager van de gemeente Overpelt voor de algemene vergadering van Limburg.net van 14 december 2011. Artikel 2.- De aangestelde volmachtdrager en intergemeentelijk samenwerkingsverband Limburg.net zullen van dit besluit in kennis gesteld worden.
26)
Inter-aqua - buitengewone algemene vergadering - aanduiding gemeentelijke vertegenwoordigers. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 44; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43, §2, 24° lid; Overwegende dat de gemeente Overpelt aandeelhouder is van Inter-aqua, waarvan de eerstvolgende buitengewone algemene vergadering zal doorgaan op 20 december 2011; Gelet op ons besluit van heden, houdende bepaling van het mandaat van de gemeentelijk afgevaardigden voor de buitengewone algemene vergadering; Overwegende dat twee gemeentelijke volmachtdragers uit de gemeenteraad dienen aangeduid te worden om de gemeente te vertegenwoordigen; Gelet op de geheime stemming over de eerste stemgerechtigde volmachtdrager, waaraan 20 raadsleden deelnamen, en die volgende uitslag gaf: aantal geldige stembrieven: 20; aantal ongeldige en/of blanco stembrieven: 6; aantal stemmen ten gunste van Dominiek Heylen: 2; aantal stemmen ten gunste van Dirk Vanseggelen: 12; Overwegende dat Dirk Vanseggelen de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen bekomen heeft; Gelet op de geheime stemming over de tweede stemgerechtigde volmachtdrager, waaraan 20 raadsleden deelnamen, en die volgende uitslag gaf: aantal geldige stembrieven: 20; aantal ongeldige en/of blanco stembrieven:6; aantal stemmen ten gunste van Gerard Geerts: 2; aantal stemmen ten gunste van Guido Renckens: 12; Overwegende dat Guido Renckens de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen bekomen heeft; BESLUIT: Artikel 1.- Schepen Dirk Vanseggelen en raadslid Guido Renckens worden aangesteld als stemgerechtigd volmachtdragers van de gemeente Overpelt voor de buitengewone algemene vergadering van Inter-aqua van 20 december 2011. Elke vertegenwoordiger beschikt over de helft van de aan de gemeente toegewezen stemmen.
2011-11-24 (24/25)
Bij verhindering van één van beide vertegenwoordigers beschikt de aanwezige vertegenwoordiger over alle aan de gemeente toegewezen stemmen. Artikel 2.- De aangestelde volmachtdragers en intergemeentelijk samenwerkingsverband Inter-aqua zullen van dit besluit in kennis gesteld worden. 27)
Rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel - toekenning van de gunst van loopbaanvermindering aan decretale graden. Gelet op het gemeentedecreet, zoals gewijzigd, in bijzonder de artikelen 42 § 3 en 43 § 2,4°; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel, zoals gewijzigd bij besluit van 9 januari 2009; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied; Gelet op de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, zoals vastgesteld bij ons besluit van 29 juni 2009 en latere wijzigingen; Overwegende dat gemeentepersoneelsleden overeenkomstig artikel 288 van de rechtspositieregeling het recht hebben hun beroepsloopbaan te onderbreken of te verminderen overeenkomstig: - de herstelwet van 22 januari 1985, betreffende fiscale en andere bepalingen en de latere wijzigingen; - het koninklijk besluit van 2 januari 1991 en de latere wijzigingen betreffende de toekenning van een onderbrekingsuitkering; - het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 en latere wijzigingen betreffende de invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan; Overwegende dat artikel 99 van vermelde herstelwet de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger uitsluit van het recht op loopbaanonderbreking en -vermindering, tenzij de bevoegde gemeentelijke overheid de titularissen van uitgesloten ambten die erom verzoeken, toestaat aanspraak te maken op de toepassing van het recht op loopbaanonderbreking of -vermindering in de gevallen waarin de goede werking van de dienst hierdoor niet wordt verstoord; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Aan de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger wordt de mogelijkheid geboden om loopbaanvermindering aan te vragen voor zover de goede werking van de dienst niet wordt verstoord. Artikel 2.- De aanvraag om loopbaanonderbreking te bekomen dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen dat de aanvraag kan goedkeuren voor zover de goede werking van de dienst niet verstoord wordt, indien nodig door het nemen van tijdelijke maatregelen rekening houdend met de ingevolge de toegestane loopbaanvermindering ontstane budgettaire ruimte.
De voorzitter sluit vervolgens de vergadering.
De secretaris Peter Spooren
De voorzitter Jaak Fransen
2011-11-24 (25/25)