UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN OVERPELT
*2014-06-26* 2014-06-26
OPENBARE ZITTING VAN 26 JUNI 2014 Aanwezig : Jaak Fransen, burgemeester-voorzitter; Dirk Vanseggelen, Patrick Van Baelen, Nele Gutschoven, Katrijn Conjaerts en Roel Verachtert, schepenen; Jef Van Bree, Linda Vissers, Stijn Peeters, Ronny Dreesen, Johan Van de Broek, Anita Horions, Ann Van Dorpe, Carine Van Gerven, Katrien Kenis, Koen Hendriks, Marie-Anne Pinxten-Willemyns, Johan Kosten, Cindy Schildermans, Ilse Verhoeven, Valerie Plessers en Bart Schepens, raadsleden; Peter Spooren, gemeentesecretaris. DE GEMEENTERAAD: De voorzitter opent de vergadering in afwezigheid van de raadslid Corrie Gielen (verontschuldigd). De voorzitter opent de vergadering, in aanwezigheid van de leden van de gemeenteraad, de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de raad van bestuur van AGB GO en geeft een toelichting bij het opzet van de simultane vergaderingen van de drie raden. Omwille van de onderlinge samenhang van een aantal geagendeerde dossiers, werd er opnieuw voor gekozen om de vergaderingen te laten doorgaan op hetzelfde moment en in elkaars aanwezigheid. Formeel gezien vinden er verschillende vergaderingen plaats, volgens de eigen procedureregels van gemeente- en van OCMW-decreet. 01)
Notulen van de vorige vergadering. De notulen van de vergadering van 22 mei 2014 worden goedgekeurd met éénparigheid van stemmen.
02)
OCMW - jaarrekening 2013 - kennisneming. Gelet op artikel 174, §2, van het OCMW-decreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd; Gelet op het ministerieel besluit van 01 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden houdende vaststelling van de jaarrekening van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor het dienstjaar 2013, dewelke van bij verzending van de agenda voor deze raadszitting analoog en digitaal ter inzage lag voor de gemeenteraadsleden; Overwegende dat de gemeenteraad binnen vijftig dagen na overzending, zijn opmerkingen over deze jaarrekening ter kennis kan brengen van de provinciegouverneur; Overwegende dat jaarrekeningen van het gemeentebestuur, van het OCMW en van AGB GO op 23 juni 2014 gezamenlijk werden voorgesteld aan de leden van de gemeenteraadscommissie Financiën, waarvoor ook de overige leden van de gemeenteraad en de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn werden uitgenodigd; Overwegende dat de gemeenteraad geen opmerkingen heeft bij de juistheid en volledigheid van de jaarrekening; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekening 2013 van het OCMW, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in vergadering van heden. Het resultaat op kasbasis bedraagt : 765 605,00 euro. De autofinancieringsmarge bedraagt : -292 836,51 euro. De gemeentelijke bijdrage bedraagt : 700 000,00 euro. Er worden geen opmerkingen geformuleerd.
2014-06-26 (1/23)
Artikel 2.- Afschrift van dit besluit zal gelijktijdig verzonden worden aan de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de provinciegouverneur voor de uitoefening van het bestuurlijk toezicht. 03)
AGB GO - jaarrekening 2013 - goedkeuring en verlening van kwijting aan de bestuurders en commissarissen. Gelet op artikel 243bis en 243ter van het Gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd; Gelet op het ministerieel besluit van 01 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd; Gelet op het besluit van de raad van bestuur van AGB GO van heden houdende vaststelling van de jaarrekening van het AGB voor het dienstjaar 2013, dewelke van bij verzending van de agenda voor deze raadszitting analoog en digitaal ter inzage lag voor de gemeenteraadsleden; Gelet op het verslag van de commissaris, waaruit blijkt dat de jaarrekening juist en volledig is en een waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand van het AGB; Overwegende dat de jaarrekening van het AGB GO voor het dienstjaar 2013 derhalve goedgekeurd kan worden Overwegende dat de gemeenteraad geen opmerkingen heeft bij de juistheid en volledigheid van de jaarrekening; Overwegende dat jaarrekeningen van het gemeentebestuur, van het OCMW en van AGB GO op 23 juni 2014 gezamenlijk werden voorgesteld aan de leden van de gemeenteraadscommissie Financiën, waarvoor ook de overige leden van de gemeenteraad en de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn werden uitgenodigd; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de jaarrekening 2013 van AGB GO, vastgesteld door de raad van bestuur van AGB GO in vergadering van heden. Het resultaat op kasbasis bedraagt : 886 226,95 euro. De autofinancieringsmarge bedraagt : 244 997,25 euro. De gemeentelijke bijdrage bedraagt : 863 177,73 euro. Er worden geen opmerkingen geformuleerd. Artikel 2.- De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de commissaris, waaruit blijkt dat de jaarrekening juist en volledig is en een waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand van het AGB, en verleent kwijting aan de leden van de raad van bestuur voor het afgelopen boekjaar. Artikel 3.- Afschrift van dit besluit zal verzonden worden aan de raad van bestuur van AGB GO.
04)
Gemeentefinanciën - jaarrekening 2013 - vaststelling. Gelet op artikel 173 van het Gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd; Gelet op het ministerieel besluit van 01 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd; Gelet op de jaarrekening 2013, zoals digitaal aan de raadsleden bezorgd op 11 juni 2014, bestaande uit een beleidsnota, een financiële nota en een samenvatting van de algemene rekeningen; Overwegende dat jaarrekeningen van het gemeentebestuur, van het OCMW en van AGB GO op 23 juni 2014 gezamenlijk werden voorgesteld aan de leden van de gemeenteraadscommissie Financiën, waarvoor ook de overige leden van de gemeenteraad en de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn werden uitgenodigd; Overwegende dat er geen bemerkingen geformuleerd worden bij de in de jaarrekening opgenomen verrichtingen; Aantal ja-stemmen: 18; Aantal onthoudingen: 4, nl. van de raadsleden Jef Van Bree, Linda Vissers, Ilse Verhoeven en Bart Schepens;
2014-06-26 (2/23)
BESLUIT: Artikel 1.- De jaarrekening van het dienstjaar 2013 wordt goedgekeurd. Het resultaat op kasbasis bedraagt: 4 833 691,28 euro. De autofinancieringsmarge bedraagt: 2 019 055,95 euro. Artikel 2.- De jaarrekening 2013, met bijbehorende verslagen en bewijsstukken, wordt voor verder gevolg aan de heer gouverneur verzonden voor de uitoefening van het bestuurlijk toezicht. 05)
Gemeentepersoneel - rechtspositieregeling - aanpassing. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel, zoals gewijzigd bij besluit van 9 januari 2009; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op ons besluit van 29 juni 2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Gelet op het voorontwerp van rechtspositieregeling opgemaakt door de gemeentesecretaris, in overleg met het managementteam; Gelet op het protocol waarin de conclusies zijn vermeld van de onderhandelingen gevoerd in het bijzonder onderhandelingscomité van 6 juni 2014; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De hierna vermelde artikelen in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel zoals vastgelegd bij besluit van 29 juni 2009 en gewijzigd bij latere besluiten, worden als volgt aangepast: Artikel 97 Zowel het contractuele als het statutaire personeelslid is onderworpen aan het vormingsreglement dat als bijlage toegevoegd wordt aan het arbeidsreglement. Artikel 252 Zowel het contractuele als het statutaire personeelslid met ziekteverlof is onderworpen aan het reglement op het geneeskundig toezicht dat als bijlage toegevoegd wordt aan het arbeidsreglement. Artikel 2.- Een eensluidend verklaard afschrift van dit besluit wordt aan de provinciegouverneur verzonden voor de uitoefening van het bestuurlijk toezicht.
06)
Gemeentepersoneel - arbeidsreglement - aanpassing. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 8 april 1965 en latere wijzigingen betreffende de instelling van arbeidsreglementen;
2014-06-26 (3/23)
Gelet op ons besluit van 2 maart 2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, zoals gewijzigd bij besluit van heden, met betrekking tot de overheveling van het reglement van medische controle en vormingsreglement van de rechtspositieregeling naar het arbeidsreglement; Gelet op ons besluit van 22 december 2011 houdende vaststelling van het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel; Gelet op het protocol afgesloten met de representatieve vakbondsorganisaties tijdens de vergadering van het bijzonder onderhandelingscomité op 6 juni 2014; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel zoals vastgelegd bij besluit van 22 december 2011, worden als volgt aangevuld: DEEL 22. Voertuigvolgsysteem Een aantal van de gemeentelijke dienstvoertuigen wordt uitgerust met een voertuigvolgsysteem “track and trace” (of T&T). T&T houdt in, dat de positie en de verplaatsing van het voertuig (in real-time) op afstand bepaald en gevolgd kan worden, teneinde een efficiëntere inzet van personele en technische middelen te bekomen. T&T laat het gemeentebestuur toe controles uit te voeren en analyses te maken aan de hand van de verkregen gegevens. Het systeem heeft vooral de bedoeling de arbeidsorganisatie efficiënter te maken door de rijtijden en afstanden te optimaliseren en waar mogelijk in te korten. Op die manier wordt een bijdrage geleverd aan een rationalisatie van het wagenpark en wordt de gemeentelijke CO2-afdruk in kaart gebracht. Uitzonderlijke trajecten (vb. strooiroutes) kunnen beter geprogrammeerd en opgevolgd worden. Daarnaast draagt het systeem bij tot de beveiliging van de dienstvoertuigen, verhoogt het de veiligheid van de chauffeurs, biedt het objectieve gegevens bij betwistingen en zorgt het voor administratieve vereenvoudiging. Vertrekkend vanuit de behoeften van de goede werking van het gemeentebestuur worden waarborgen die essentieel geacht worden voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ingebouwd. Het bestuur staat garant voor het feit dat de persoonsgegevens conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, met de grootste zorg behandeld worden. Het gemeentebestuur doet aangifte bij de privacycommissie van de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig art 17 van voornoemde wet. De beheerders van het voertuigvolgsysteem zijn de hiërarchische oversten van het personeelslid. In de voertuigen die met dit systeem zijn uitgerust, wordt een zelfklever op een zichtbare plek aangebracht. Het personeel dat gebruik maakt van deze voertuigen is via deze weg op de hoogte van het feit, dat de bewegingen van het voertuig kunnen opgevolgd worden. Bij het starten van het voertuig moet de bestuurder zich identificeren aan de hand van zijn (persoonlijke) badge. Zonder deze identificatie kan het voertuig starten maar er wordt een geluidsignaal geproduceerd om de chauffeur te herinneren aan de verplichte identificatie. Alle daaropvolgende handelingen van het voertuig worden gekoppeld aan die bestuurder. De beheerders van het voertuigvolgsysteem hebben (een real-time) zicht op de actuele status en locatie van de voertuigen, inclusief de identificatie van de chauffeurs en de inzittenden. Dit wordt o.a. gebruikt voor het opzoeken van het dichtstbijzijnde voertuig voor een interventie. De gegevens van het voertuigvolgsysteem worden 1 jaar bijgehouden. Daarna kunnen deze gegevens anoniem, dit is zonder link naar een personeelslid, onbeperkt worden bijgehouden. Het voertuigvolgsysteem kan bewijsmateriaal aanbrengen ter staving van inbreuken op de rechtspositieregeling of het arbeidsreglement. Het systeem dient te allen tijde te beantwoorden aan het finaliteits- en het proportionaliteitsbeginsel. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de hiërarchische lijn. Artikel 2.- Volgende bijlagen worden toegevoegd aan het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel :
2014-06-26 (4/23)
Bijlage 2 Reglement op het geneeskundig toezicht Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 Elk personeelslid dient de bepalingen van onderhavig reglement evenals elke behandeling voorgeschreven door de behandelende geneesheer strikt na te leven. De niet-naleving van een of andere hierna vermelde bepaling heeft voor gevolg het aan het bestuur berokkend nadeel ten laste van het personeelslid te leggen o.m.: 1. verlof zonder wedde in plaats van ziekteverlof; 2. terugbetaling der onkosten van een controle, die niet kan uitgevoerd worden wegens verkeerde aanduidingen ten gevolge van zorgeloosheid van het personeelslid of van zijn ongegronde afwezigheid uit zijn woonplaats. Artikel 2 Het personeelslid moet zijn dienst hernemen zodra zijn gezondheidstoestand het hem veroorlooft, zelfs wanneer het attest van de behandelende geneesheer een langere afwezigheid voorziet. Indien het personeelslid zich onbekwaam voelt zijn dienst te hernemen bij het verstrijken van de voorziene afwezigheid, dient het, ten laatste op de vooravond, zijn/haar diensthoofd van de verlenging op de hoogte te brengen. Indien het personeelslid op de vastgestelde datum zijn/haar dienst niet herneemt, en indien zijn diensthoofd geen enkele kennisgeving daaromtrent heeft ontvangen, dient deze laatste onmiddellijk de gemeentesecretaris op de hoogte te stellen. Hoofdstuk II. Onderzoeken door de behandelende geneesheer Artikel 3 Elk personeelslid dat, ten gevolge van ziekte of ongeval belet is zich naar zijn werk te begeven, moet hiervan, zijn/haar diensthoofd op de hoogte brengen, ten einde deze toe te laten onverwijld maatregelen te treffen met het oog op zijn vervanging. Het personeelslid zal, zijn/haar diensthoofd telefonisch verwittigen voor aanvang van de dienst of ten laatste tijdens het eerste uur van zijn afwezigheid, ongeacht de duur van de afwezigheid. Artikel 4 Het arbeidsongeschikte personeelslid moet zich ten laatste in de loop van de eerste dag van zijn of haar afwezigheid, op eigen kosten, laten onderzoeken door een geneesheer naar keuze. De behandelend geneesheer maakt een medisch getuigschrift op met vermelding van de arbeidsongeschiktheid, de waarschijnlijke duur ervan en of het personeelslid al dan niet zijn verblijfplaats kan verlaten gedurende deze periode. Behoudens in geval van overmacht, zendt de werknemer het geneeskundig getuigschrift onverwijld op of geeft het af aan de personeelsdienst. Het personeelslid wordt geacht te verblijven in zijn verblijfplaats, zoals deze door hem werd opgegeven aan de personeelsdienst. Het personeelslid dat zich buiten zijn gewone verblijfplaats laat verzorgen, is ertoe gebonden zijn tijdelijk adres op het getuigschrift te laten vermelden door de behandelende geneesheer. Iedere latere adresverandering dient eveneens meegedeeld te worden aan de personeelsdienst. Het verblijf in het buitenland moet door de controlegeneesheer voorafgaand worden toegelaten. Hoofdstuk III. Onderzoeken door de controlegeneesheer Artikel 5 De controlegeneesheer of het organisme, door het college van burgemeester en schepenen aangesteld, oefent het geneeskundig toezicht op elk personeelslid uit overeenkomstig de hierna vermelde bepalingen.
2014-06-26 (5/23)
Artikel 6 §1. Indien de verblijfplaats niet mag verlaten worden, moet het personeelslid zich aan het bezoek van de controlegeneesheer verwachten en mag het zich niet van zijn in artikel 4 bedoelde verblijfplaats verwijderen, zodat het zich immer vlug ter beschikking van de geneesheer kan stellen. §2. Indien het verlaten van zijn in artikel 4 bedoelde verblijfplaats toegelaten is, dient het personeelslid zich de dag van de melding van de ziekte aan het diensthoofd en de daaropvolgende dag in deze verblijfplaats voor controle aan huis ter beschikking te houden van 13 uur tot 17 uur. Deze verplichting om zich aan huis ter beschikking te houden, vervalt na het gebeurlijk onderzoek door de controlegeneesheer. De verplichting om zich aan huis ter beschikking te houden, kan gedurende één uur opgeschort worden aan het personeelslid dat hierom verzoekt, teneinde hem in staat te stellen dringende en noodzakelijke boodschappen te doen (medicijnen, levensmiddelen, ...). Het verzoek tot opschorting dient gedaan te worden op het ogenblik dat de ziekte gemeld wordt en kan enkel toegestaan worden door de gemeentesecretaris. Artikel 7 De controlegeneesheer gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is, verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en, in voorkomend geval, de andere medische gegevens. Artikel 8 De controlegeneesheer overhandigt zo spoedig mogelijk zijn bevindingen schriftelijk aan het personeelslid. Wanneer de controlegeneesheer bij een toezicht oordeelt dat het personeelslid zonder bezwaar zijn dienst kan waarnemen, overhandigt hij het een verzoek tot dienstherneming. In dit geval begeeft het personeelslid zich onmiddellijk tot bij zijn of haar diensthoofd om overleg te plegen over de dienstherneming. Het verzoek tot dienstherneming betekent geen blaam t.o.v. het personeelslid en kan geen aanleiding geven tot ongunstige uitleg tenzij bijzondere omstandigheden door de controlegeneesheer zouden meegedeeld worden. Indien het personeelslid niet ingaat op het verzoek, kan het college bevel geven tot dienstherneming. De gemeentesecretaris of het diensthoofd die op de hoogte zouden zijn van een misbruik in geval van afwezigheid wegens ziekte, zullen het nodige doen om dit de eerste dag der afwezigheid ter kennis te brengen van de controlegeneesheer. Een beroepsmogelijkheid wordt voorzien zoals vermeld in artikel 11. Hoofdstuk IV. Geschiktheidsonderzoeken Artikel 9 §1. Behalve de onderzoeken, gedaan in uitvoering van paragraaf 2 van artikel 117 van de wet van 14 februari 1961, voorbehouden aan de arbeidsgeneesheer, kunnen tijdens de loopbaan van het personeelslid geschiktheidsonderzoeken worden ingesteld, welke tot doel hebben te bepalen of het in functie zijnde personeelslid nog in staat is de dienst waaraan het verbonden is, zonder nadeel voor zijn gezondheid of de goede gang van de betrokken dienst, waar te nemen. §2. De in de vorige paragraaf bedoelde onderzoeken mogen aangevraagd worden: 1. door het personeelslid: wanneer het wenst ingelicht te worden omtrent een vraag die op zijn werk en tevens op zijn gezondheidstoestand betrekking heeft. Deze aanvraag geschiedt door tussenkomst van het bestuur aan de arbeidsgeneesheer; 2. door het bestuur: wanneer het rendement van het personeelslid te wensen overlaat en het bestuur wenst te vernemen of betrokkene lichamelijk en psychisch in staat is steeds "een normale en regelmatige dienst waar te nemen": deze aanvraag geschiedt rechtstreeks aan de arbeidsgeneesheer;
2014-06-26 (6/23)
3. door de arbeidsgeneesheer: wanneer hij ter gelegenheid van zijn tussenkomst, te gelijk welke titel meent dat een personeelslid de vereiste voorwaarden niet meer vervult om zijn functie op normale wijze waar te nemen. De arbeidsgeneesheer laat aan het Bestuur weten dat het past het betrokken personeelslid eventueel te belasten met een betrekking die met de lichamelijke geschiktheid overeenstemt. Ingeval er bevonden wordt dat belanghebbende geschikt is om zijn oorspronkelijke dienst terug waar te nemen, wordt het bestuur en het personeelslid hiervan in kennis gesteld. Hoofdstuk V. Beroepsprocedure Afdeling I. Beroepsprocedure bij afwezigheid wegens ziekte of ongeval Artikel 10 Wanneer het personeelslid zich door een beslissing van de controlegeneesheer benadeeld voelt, moet het zich binnen de 48 uur rechtstreeks door tussenkomst van zijn behandelende geneesheer tot de controlegeneesheer wenden met het oog op het houden van een beroepsconsult. Het beroep moet noodzakelijk plaats hebben binnen de 48 uur die op de ontvangst van het verzoek vanwege de behandelende geneesheer zullen volgen. Iedere beroepsprocedure gebeurt in het kabinet van de controlegeneesheer als het personeelslid in staat is zich te verplaatsen en in het andere geval ten huize van het personeelslid. Ingeval er tijdens het beroepsconsult geen akkoord onder de geneesheren bereikt wordt, wordt het geval aan de scheidsrechterlijke uitspraak van een derde door de gemeentesecretaris, onder het gezag en toezicht van het college, aan te duiden geneesheer-scheidsrechter onderworpen. De geneesheer-scheidsrechter moet voldoen aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 en later wijzigingen. De scheidsrechterlijke onderzoeken moeten altijd binnen de 48 uur plaats hebben. De geneesheer-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist in het medisch geschil binnen drie werkdagen na zijn aanwijzing en brengt zowel de behandelende geneesheer, de geneesheercontroleur, het bestuur en het personeelslid op de hoogte van zijn beslissing. De kosten van deze procedure vallen ten laste van de verliezende partij. Afdeling II. Beroepsprocedure bij geschiktheidsonderzoeken Artikel 11 De controlegeneesheer laat aan het onderzocht personeelslid het afschrift van de notificatie van de uitslag van het geneeskundig onderzoek geworden, dat aan het bestuur wordt overgemaakt. Indien het zich benadeeld voelt, mogen het personeelslid en zijn behandelende geneesheer binnen de 10 dagen na ontvangst der notificatie beroep aantekenen volgens de hierna vermelde procedure: het personeelslid dient aan de controlegeneesheer te vragen dat de redenen van zijn beslissing aan de behandelende geneesheer of een andere geneesheer naar zijn keuze worden medegedeeld, zodat deze laatste zal kunnen oordelen of er redenen bestaan om het hierna vermelde beroepsconsult aan te vragen. Ingeval er tijdens het beroepsconsult geen akkoord onder de geneesheren bereikt wordt, wordt het geval aan de scheidsrechterlijke uitspraak van een derde door de gemeentesecretaris, onder het gezag en toezicht van het college, aan te duiden geneesheer-scheidsrechter onderworpen. De geneesheer-scheidsrechter moet voldoen aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 en latere wijzigingen. De scheidsrechterlijke onderzoeken moeten altijd binnen de 10 werkdagen plaats hebben. De geneesheer-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist in het medisch geschil binnen 10 werkdagen na zijn aanwijzing en brengt zowel de behandelende geneesheer, de geneesheercontroleur, het bestuur en het personeelslid op de hoogte van zijn beslissing. De kosten van deze procedure vallen ten laste van de verliezende partij. Beroepsconsult zowel als scheidsrechterlijk onderzoek hebben plaats in het kabinet van de controlegeneesheer als het personeelslid in staat is zich te verplaatsen en in het ander geval ten huize van het personeelslid.
2014-06-26 (7/23)
Afdeling III. Bepalingen gemeen aan afdeling I en II Artikel 12 Het personeelslid moet zorgen dat de door hem aangeduide geneesheer op straffe van uitsluiting de vastgestelde termijn in acht neemt. De onkosten der consulten en scheidsrechterlijke onderzoeken worden door het bestuur gedragen naar de normale voorgeschreven tarieven. Bijlage 3 Vormingsreglement Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied Artikel 1 Het vormingsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van het gemeentebestuur van Overpelt. Hoofdstuk 2: Definities Artikel 2 Voor een correcte toepassing van het vormingsreglement worden volgende begrippen gedefinieerd: Vorming: alle begeleide en gestructureerde leeractiviteiten die als doel hebben de kennis, vaardigheden en bekwaamheden van personeelsleden te ontwikkelen met het oog op een betere werking van de organisatie, ongeacht of het intern of extern georganiseerd wordt en ongeacht de duur ervan. Een vorming kan zowel individueel als in groepsverband georganiseerd worden. Interne vorming: vorming die het gemeentebestuur zelf organiseert (al dan niet in samenwerking met externe organisaties en/of andere diensten) en waarbij de deelnemers personeelsleden van het gemeentebestuur zijn. Afhankelijk van de vorming kan deze doorgaan op de werkplek, in een lokaal van het gemeentebestuur of in de opleidingslokalen van een externe organisatie. Externe vorming: vorming waarbij open inschrijvingen gehanteerd worden. Het zijn opleidingen, seminaries, studiedagen, enz… die ook voor andere organisaties en bedrijven openstaan en waarbij de medewerker(s) van het gemeentebestuur slechts 1 van de deelnemers zijn of een beperkte groep. Aanstellingsopleiding: de vorming die een personeelslid moet volgen met het oog op het behalen van een diploma, getuigschrift, brevet of een attest dat vereist is vooraleer het personeelslid vast aangesteld kan worden in de functie waarvoor hij/zij werd aangesteld. De aanstellingsopleiding vormt voor betrokkene een verplichte vorming. Onthaalvorming: de vorming die wordt gegeven tijdens de proeftijd van het personeelslid. Het is de vorming die het personeelslid nodig heeft om in het bestuur en in zijn functie te worden ingeleid. Deze vorming omvat: Vorming met betrekking tot de werking van het bestuur en de algemene wetgeving die op het bestuur van toepassing is; Vorming met betrekking tot de werking van de dienst waarin het personeelslid tewerkgesteld wordt Vorming met betrekking tot de specifieke functie waarin het personeelslid werd aangesteld. De vormingsverantwoordelijke stelt met het oog op de inwerking in de functie de vormingsbehoefte vast van het op proef benoemde personeelslid of van het contractuele personeelslid dat zich in de proefperiode bevindt. De vormingsverantwoordelijke geeft op grond van deze vaststelling een advies aan het hoofd van het personeel. Deze bepaalt op grond van dit advies welk vormingspakket het personeelslid dient te volgen. De onthaalvorming is een verplichte vorming voor het betrokken personeelslid. Goed gevolg: een vorming wordt met goed gevolg beëindigd op basis van: aanwezigheid op 75% van de vormingstijd (indien geen bijkomende voorwaarden of proeven voorzien zijn) of slagen voor de tussentijdse en/of eindproeven
2014-06-26 (8/23)
-
of voldoen aan specifieke voorwaarden die aan de vorming gekoppeld zijn.
Verplaatsingskosten: vervoerskosten die men maakt om zich van en naar de plaats van de vorming te begeven. Verplaatsingstijd: Verplaatsingstijd is de tijd die men onderweg is naar de plaats van de vorming en omgekeerd. Vormingskosten: de kostprijs van de deelname aan de vorming. Deze kosten worden beperkt tot volgende zaken: inschrijvingskosten (met inbegrip van eventuele examengelden), syllabus (indien die niet in de inschrijvingskosten is inbegrepen) en ander cursusmateriaal. Vormingstijd: de tijd waarop het personeelslid aanwezig is op een vorming. Hiermee wordt dus de cursus- of lestijd bedoeld (= de tijd waarop effectief vorming gegeven wordt, inclusief de pauzes). Hoofd van het personeel: Hiermee wordt de gemeentesecretaris bedoeld. Vormingsverantwoordelijke: Hiermee wordt de stafmedewerker personeelsaangelegenheden bedoeld. Hoofdstuk 3: Vormingsrecht en vormingsplicht Artikel 3 § 1. De personeelsleden hebben recht op informatie over alle aspecten die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie die hun is opgedragen. Zij hebben onder de voorwaarden bepaald in dit vormingsreglement recht op opleiding die vereist is om te kunnen voldoen aan de wervings- en bevorderingsvereisten. § 2. Indien het vormingsrecht niet gerespecteerd wordt, dan treedt de vormingsverantwoordelijke op als bemiddelaar en is het advies van het hoofd van het personeel doorslaggevend. Artikel 4 § 1. Het personeel houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen en de nieuwe inzichten en materies waarmee zij beroepshalve belast zijn. § 2. Het personeelslid heeft de plicht de vorming te volgen die noodzakelijk is voor een betere uitoefening van de functie of het functioneren van de dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie van de afdeling of bij invoering van nieuwe werkmethodes en infrastructuur. § 3. Het hoofd van het personeel kan opleidingen verplicht stellen voor personeelsleden. Artikel 5 De vormingsverantwoordelijke zorgt in samenwerking met het hoofd van het personeel voor de concrete invulling van het vormingsrecht en de vormingsplicht op basis van de vastgestelde vormingsbehoeften. Hoofdstuk 4: Deelname aan vorming Afdeling I: voorrangsregeling Artikel 6 Volgende personeelsleden hebben voorrang voor het volgen van vorming indien het inwilligen van vormingsaanvragen voor gevolg zou hebben dat de continuïteit van de dienstverlening in het gedrang komt: 1. de kandidaten die een eenmalig georganiseerde vorming moeten volgen; 2. de kandidaten die samen met collega’s van de dienst een vorming moeten volgen; 3. de kandidaten die een opgelegde vorming moeten volgen en dat in volgende volgorde: de kandidaten die een ongunstige evaluatie kregen; de kandidaten die vorming volgen in het kader van hun proeftijd; de kandidaten die een bijscholing moeten volgen;
2014-06-26 (9/23)
Afdeling II: Vormingsbeslissing Artikel 7 De beslissing tot het opleggen van , het toelaten tot of het weigeren van vorming wordt afdoende gemotiveerd. Een vorming kan geweigerd worden in onder meer de volgende situaties: wanneer de afwezigheid van het personeelslid voor het volgen van de vorming de continuïteit van de dienstverlening in gevaar brengt; wanneer de vorming niet rechtstreeks dienstig is voor de functie waarin het personeelslid aangesteld werd; op basis van de kostprijs van de opleiding. Artikel 8 Het personeelslid kan tegen de weigering tot het volgen van de gewenste vorming in beroep gaan bij het college van burgemeester en schepenen. Daartoe richt het personeelslid zich schriftelijk tot dit orgaan. Het college beslist over de aangelegenheid op zijn eerstvolgende vergadering. Afdeling III. Deelname aan vorming Onderafdeling 1. Deelname aan interne vorming Artikel 9 § 1. Personeelsleden kunnen deelnemen aan interne vorming die noodzakelijk of dienstig is voor de uitoefening van de huidige functie. § 2. Personeelsleden kunnen deelnemen aan interne vorming die nodig is voor uitoefening van een andere functie indien dit kadert binnen een specifiek loopbaantraject. § 3. Voor deelname van een personeelslid aan een interne vorming is steeds de goedkeuring van de betrokken diensthoofd vereist. § 4. De vormingsverantwoordelijke behoudt zich het recht voor om de deelname aan een opleiding te weigeren op basis van relevantie, kostprijs of duurtijd en dit in overleg met de betrokken diensthoofd en de medewerker(s). Artikel 10 De deelname van personeelsleden aan interne vorming is als volgt geregeld: § 1. De opleidingen die het gemeentebestuur zelf organiseert, worden door de vormingsverantwoordelijke bekend gemaakt. § 2. Personeelsleden dienen hun interesse voor interne vorming kenbaar te maken aan de vormingsverantwoordelijke. § 3. De personeelsleden worden door de vormingsverantwoordelijke uitgenodigd wanneer de opleidingen georganiseerd worden. § 4. De deelname van personeelsleden aan vorming wordt geregistreerd en geattesteerd voor beëindiging met goed gevolg. Onderafdeling 2: Deelname aan externe vorming Artikel 11 § 1. Personeelsleden kunnen deelnemen aan externe vormingen die noodzakelijk of dienstig zijn voor de uitoefening van de huidige functie. Hiermee worden zowel opleidingstrajecten met open inschrijving bedoeld als studiedagen, seminaries, conferenties, congressen en andere externe vormingsinitiatieven met een kortdurend karakter. § 2. Personeelsleden kunnen deelnemen aan externe, verplichte opleidingen met een langdurig karakter die noodzakelijk of dienstig zijn voor de huidige functie.
2014-06-26 (10/23)
§ 3. Personeelsleden kunnen deelnemen aan externe, niet-verplichte opleidingen die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling (categorie 1 en 2: zie verder artikel 20 en volgende). Artikel 12 Aanvragen van externe vorming: § 1. Informatie over het aanbod van externe opleidingen wordt via de vormingsverantwoordelijke bekend gemaakt aan de betrokken personeelsleden en diensthoofden. Personeelsleden en diensthoofden kunnen zelf ook voorstellen voor externe vorming aanbrengen. § 2. De inschrijving voor een externe vorming verloopt via de vormingsverantwoordelijke. § 3. De vormingsverantwoordelijke behoudt zich het recht voor om de deelname aan een opleiding te weigeren op basis van relevantie, kostprijs of duurtijd en dit in overleg met het diensthoofd en betrokkenen. § 4. In geval van onenigheid over de deelname van een personeelslid aan een externe vorming is het advies van het hoofd van het personeel doorslaggevend. Het hoofd van het personeel beslist uiteindelijk over de deelname aan de vorming. Afdeling IV. Arbeidstijd en kosten Onderafdeling 1. Interne, verplichte vorming Artikel 13 De kosten verbonden aan interne vorming worden volledig betaald door het bestuur. Deze kosten worden al naargelang het geval rechtstreeks betaald aan het vormingsinitiatief of aan het personeelslid op voorlegging van de nodige bewijsstukken. Artikel 14 Dienstvrijstelling en inhaalrust: § 1. Dienstvrijstelling in het kader van vorming betekent dat men toestemming krijgt van het bestuur om afwezig te zijn van de dienst of werkplek zodat men opleidingsactiviteiten kan volgen die tijdens de diensturen vallen. § 2. Bij deelname aan vorming buiten de diensturen (’s avonds, rustdag, zaterdag, zon- of feestdag) wordt voor de vormingstijd uur per uur inhaalrust voorzien volgens de uurregeling die voor de personeelsleden van toepassing is. Inhaalrust naar aanleiding van de deelname aan een vormingsinitiatief is de recuperatie van de tijd die buiten de normale werktijd (volgens uurrooster van het personeelslid) aan de vorming wordt besteed. § 3. Voor vorming van twee of meer aaneensluitende dagen met overnachting ter plaatse wordt de tijd toegekend per dag volgens de uurregeling die van toepassing is op de personeelsleden. § 4. Wanneer de vormingstijd vóór de normale uurregeling of glijtijden begint en/of doorloopt na de normale uurregeling of uiterste glijtijden, dan wordt inhaalrust verleend voor de volledige aanwezigheid buiten de normale diensturen. Dit is niet van toepassing in het geval van 2 aaneensluitende opleidingsdagen met overnachting ter plaatse. Artikel 15 Tijdsregistratie: § 1. Verplaatsingstijd wordt niet meegerekend als vormingstijd. § 2. Personeelsleden die deelnemen aan vorming tijdens de diensturen dienen hun begin- en einduren van de arbeidsprestatie niet te registreren via tikking. Er wordt hen automatisch een halve of volledige dag prestaties toegekend conform de uurregeling die voor hen van toepassing is, ongeacht of het personeelslid van thuis of van op de dienst naar de vorming vertrekt.
2014-06-26 (11/23)
§ 3. De tijdsregistratie wordt steeds ingevoerd door de personeelsverantwoordelijke op de dienst of door de personeelsdienst. Bij de toekenning van de uren wordt voor de personeelsleden die niet werken in een glijdende uurregeling of een vaste uurregeling rekening gehouden met de voorziene dagprestatie van hun uurrooster. Artikel 16 Verplaatsingen voor vorming: § 1. Verplaatsingskosten worden integraal terugbetaald. De kilometervergoeding wordt enkel toegekend volgens de geldende regelingen. Artikel 17 In geval van deelname aan vorming worden onregelmatige prestaties uitbetaald in de zin van artikel 193 tem 196 van de rechtspositieregeling. Onderafdeling 2. Externe, verplichte vorming – kortdurend karakter Artikel 18 § 1. De kosten verbonden aan interne vorming worden volledig betaald door het bestuur. Deze kosten worden al naargelang het geval rechtstreeks betaald aan het vormingsinitiatief of aan het personeelslid op voorlegging van de nodige bewijsstukken. § 2. Indien de externe vorming in het buitenland plaatsvindt dan is de regeling voor buitenlandse reizen uit de rechtspositieregeling van toepassing. De deelnemers zorgen zelf voor de eventuele reservatie van vervoersmiddelen en verblijfsaccommodatie. Deze reis- en verblijfkosten moeten binnen redelijke perken blijven. § 3. Voor deelname aan de vorming worden dezelfde faciliteiten verleend als voor deelname aan interne opleidingen, zoals beschreven in artikel 13 t.e.m. 17 met uitzondering van artikel 14 § 5. In uitzonderlijke gevallen kan het diensthoofd beslissen om volledig dezelfde faciliteiten toe te kennen als voor deelname aan interne opleidingen. Onderafdeling 3. Externe, verplichte vorming – langdurig karakter Artikel 19 § 1. Voor deelname aan externe vormingen met een langdurig karakter die dienstig zijn voor de huidige functie en waarbij de vorming met goed gevolg beëindigd wordt na slagen voor een examen of proef, is de goedkeuring van het diensthoofd vereist. § 2. Voor deze vorming worden volgende faciliteiten verleend: vormingskosten: de helft van de vormingskosten wordt betaald door het gemeentebestuur, de andere helft wordt pas terugbetaald na beëindiging van de opleiding met goed gevolg. Het gemeentebestuur betaalt tot maximum 1.500 euro vormingskosten per opleiding. dienstvrijstelling: er wordt maximum 1 dag per week dienstvrijstelling verleend voor deelname aan lessen tijdens de diensturen (gerekend voor voltijdse tewerkstelling). Voor personeelsleden die deeltijds werken wordt dit verrekend volgens hun prestatiebreuk. Er wordt dienstvrijstelling voorzien voor deelname aan examens die tijdens de diensturen plaatsvinden. Er wordt geen inhaalrust voorzien voor vorming buiten de diensturen. § 3. In het kader van een specifiek loopbaantraject kunnen voor deelname aan externe opleidingen met een langdurig karakter faciliteiten worden toegekend zoals beschreven in artikel 13 tot en met 17, met uitzondering van artikel 14 § 5. Hiervoor is goedkeuring van het diensthoofd en/of van de vormingsverantwoordelijke nodig. Onderafdeling 4. Niet-verplichte vorming Artikel 20 § 1. Deelname aan niet-verplichte vorming die gericht is op de persoonlijke ontwikkeling van het personeelslid gebeurt buiten de diensturen. § 2. De vormingskosten zijn ten laste van het betrokken personeelslid.
2014-06-26 (12/23)
Artikel 21 Verplaatsing: De verplaatsingskosten bij deelname aan niet-verplichte opleidingen worden niet terugbetaald door het gemeentebestuur. Artikel 22 Dienstvrijstelling: § 1. Er wordt geen dienstvrijstelling gegeven voor de vormingstijd in geval van niet-verplichte opleidingen. § 2. Er wordt geen dienstvrijstelling verleend voor deelname aan de examens die tijdens de diensturen plaatsvinden. Artikel 23 Alle niet-verplichte opleidingen die gestart zijn voor de datum van inwerkingtreding van de rechtspositieregeling blijven onderhevig aan de bepalingen van de vormingsmodaliteiten die golden op de datum van de aanvraag van de opleiding. Hoofdstuk 5. Verplichtingen bij deelname aan een vormingsactiviteit Artikel 24 Het personeelslid is verplicht aanwezig te zijn bij de vormingsactiviteit gedurende alle vormingsuren. Indien men de vormingsactiviteit niet kan bijwonen, dient men dit vooraf en uiterlijk voor aanvang van de activiteit te melden aan de personeelsdienst of het diensthoofd en indien van toepassing aan de externe opleidingsinstantie. In verband met de afwezigheid tijdens de verplichte vorming gelden dezelfde regels als voor verloven en afwezigheden. Artikel 25 Misbruik of oneigenlijk gebruik van onderhavig vormingsreglement en/of vormingsrecht heeft, onverminderd eventuele tuchtstraffen, het verlies van alle vormingsvoordelen tot gevolg. Artikel 3.- De personeelsleden zullen individueel van dit besluit in kennis gesteld worden. 07)
Gemeentepersoneel - personeelsformatie - aanpassing. Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en latere wijzigingen van 9 januari 2009 en 23 november 2012; Gelet op ons besluit van 3 maart 2008 houdende vaststelling van de personeelsformatie voor het gemeentepersoneel en latere wijzigingen bij besluiten van 1 februari 2010, 27 januari 2011, 1 september 2011, 22 december 2011, 28 juni 2012 en 30 januari 2014; Gelet op ons besluit van 29 juni 2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, zoals gewijzigd bij latere besluiten; Overwegende dat het aangewezen is om één voltijdse equivalent verantwoordelijke klantencontactcenter te voorzien, gelet op de wijzigingen in het organogram; Gelet op het voorontwerp van aanpassing van de personeelsformatie, opgemaakt door de gemeentesecretaris, in overleg met het managementteam, overeenkomstig artikel 87 §4 van het Gemeentedecreet; Gelet op de protocollen van akkoord vanwege de vakorganisaties, dd. 6 juni 2014; Aantal ja-stemmen: 20; Aantal onthoudingen: 2, nl. van de raadsleden Ilse Verhoeven en Bart Schepens; BESLUIT: Artikel 1.- De personeelsformatie wordt als volgt vastgesteld: FUNCTIE Administratieve graden Gemeentesecretaris
STAT./CONTR.
FTE
statutair
1
NIVEAU & RANG
2014-06-26 (13/23)
Financieel beheerder Diensthoofd vrije tijd en evenementen Diensthoofd projectbeheer Stedenbouwkundig ambtenaar Diensthoofd interne zaken Diensthoofd patrimoniumbeheer Informatieambtenaar (uitdovend) Financieel adviseur
statutair statutair statutair statutair contractueel contractueel contractueel contractueel
1 1 1 1 1 1 1 1
Av Av Av Av Av Av Av
Verantwoordelijke klantencontactcenter Bibliothecaris Boekhouder Systeembeheerder Cultuurfunctionaris-directeur Informatieambtenaar Sportfunctionaris Stafmdw personeelsaangelegenheden Boekhouder Coördinator buitenschoolse kinderopvang Cultuurbeleidcoördinator Cultuurfunctionaris – programmatie Cultuurfunctionaris – educatie Deskundige overheidsopdrachten Deskundige ruimtelijke ordening Educatief deskundige Sportfunctionaris-promotie Systeembeheerder Toepassingsbeheerder Verantwoordelijke secretariaat Verantwoordelijke burgeradministratie Welzijnsconsulent Milieuambtenaar Duurzaamheidambtenaar (uitdovend) Technisch deskundige
statutair statutair statutair statutair statutair statutair statutair statutair contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel statutair contractueel contractueel
1 1 1 1 1 1 1 1 2 1,5 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 3 1 1 3
Bx Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv Bv
Administratief hoofdmedewerker Administratief medewerker Administratief medewerker Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang Bibliotheekassistent Bibliotheekassistent (uitdovend) Bibliotheekassistent Bibliotheekassistent (uitdovend)
statutair statutair contractueel contractueel statutair statutair contractueel contractueel
1 7 14,5 8 1,5 0,5 0,5 0,5
Cx Cv Cv Cv Cv Cv Cv Cv
Uitvoerend bediende (uitdovend) Assistent begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang Werfcoördinator Theatertechnicus
contractueel contractueel
0,5 3
Dv Dv
statutair contractueel
1 1
Cv Cv
contractueel contractueel contractueel statutair
1 0,75 3 2
Dv Dv Dv Dx
Werkliedengraden Assistent theatertechnicus Technisch assistent Toezichter sportcentrum Ploegbaas
2014-06-26 (14/23)
Geschoold arbeider Geschoold arbeider Toezichter cultuurcentrum Ongeschoold arbeider Schoonma(a)k(st)er
statutair contractueel contractueel contractueel contractueel
12 20 0,5 3 9,68
Dv Dv Dv Ev Ev
Artikel 2.- Dit besluit zal vermeld worden op de lijst van besluiten die overeenkomstig artikel 252 van het Gemeentedecreet aan de gouverneur zal verzonden worden. 08)
Verkoop projectgronden Astridlaan/Beekstraat - vaststelling lastvoorwaarden. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 42 en 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de verkavelingsvergunning die op 06 juli 2011 werd afgeleverd voor het terrein gelegen Astridlaan/Beekstraat e 2 afd., sectie D, nrs 35A, 36B en 37A, waaronder de loten 1 t/m 8; Overwegende dat de bouwpercelen in vermelde verkaveling kunnen verkocht worden met het oog op de realisatie van bijkomende woongelegenheden; Overwegende dat door de specifieke verkavelingsvoorschriften met gekoppelde woningbouw een gelijktijdige realisatie van de bebouwing op de percelen in de verkaveling een meerwaarde kan betekenen, zowel op stedenbouwkundig als op bouw-economisch vlak; Dat de betreffende percelen dan ook best gezamenlijk te koop worden aangeboden met bouwverplichting; Overwegende dat te dien einde een oproep tot prijsbieding kan georganiseerd worden; Gelet op het aangehechte ontwerp van lastenkohier; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad beslist om de loten 1 t/m 8 in de verkavelingsvergunning van 06 juli 2011 voor het terrein e gelegen Astridlaan/Beekstraat 2 afd., sectie D, nrs. 35 A, 36 B en 37 A te koop aan te bieden volgens de voorwaarden, opgenomen in het aan dit besluit gehechte lastenkohier. Artikel 2.- Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om de oproep tot bieding te doen in minstens 2 vakbladen voor de publicatie van overheidsopdrachten of vastgoedprojecten. Artikel 3.- De gemeenteraad zal beslissen over de verkoop aan de hoogste bieder, voor zover de geboden prijs voorzien kan worden van het visum van het daartoe bevoegd personeelslid van de FOD Financiën. Artikel 4.- Ons besluit van 01 september 2011 houdende vaststelling van de verkoopvoorwaarden voor de percelen in de verkaveling Astridlaan/Beekstraat wordt opgeheven.
09)
Verkoop projectgronden pijpenkop Akkerstraat - vaststelling lastvoorwaarden. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 42 en 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de verkavelingsvergunning die op 13 februari 2013 werd afgeleverd voor de kop van Akkerstraat, waaronder de loten 2 t/m 5; Gelet op de aanleg van de weg- en rioleringsinfrastructuur; Overwegende dat de bouwpercelen in vermelde verkaveling kunnen verkocht worden met het oog op de realisatie van bijkomende woongelegenheden; Overwegende dat door de specifieke verkavelingsvoorschriften met gekoppelde woningbouw een gelijktijdige realisatie van de bebouwing op de percelen in de verkaveling een meerwaarde kan betekenen, zowel op stedenbouwkundig als op bouw-economisch vlak; Dat de betreffende percelen dan ook best gezamenlijk te koop worden aangeboden met bouwverplichting; Overwegende dat te dien einde een oproep tot prijsbieding kan georganiseerd worden; Gelet op het aangehechte ontwerp van lastenkohier; Met eenparigheid van stemmen;
2014-06-26 (15/23)
BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad beslist om de loten 2 t/m 5 in de verkavelingsvergunning van 13 februari 2013 grenzend aan de pijpenkop van de Akkerstraat, te koop aan te bieden volgens de voorwaarden, opgenomen in het aan dit besluit gehechte lastenkohier. Artikel 2.- Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om de oproep tot bieding te doen in minstens 2 vakbladen voor de publicatie van overheidsopdrachten of vastgoedprojecten. Artikel 3.- De gemeenteraad zal beslissen over de verkoop aan de hoogste bieder, voor zover de geboden prijs voorzien kan worden van het visum van het daartoe bevoegd personeelslid van de FOD Financiën. 10)
Verkoop projectgronden Akkerstraat/Zaaipad - vaststelling lastvoorwaarden. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 42 en 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de verkavelingsvergunning die op 14 januari 2013 werd afgeleverd voor het binnengebied tussen Akkerstraat en Ploegstraat, inmiddels Zaaipad genaamd, waaronder de loten 1 t/m 6, 9 t/m 10, en 15 t/m 18. Gelet op de aanleg van de weg- en rioleringsinfrastructuur; Overwegende dat de bouwpercelen in vermelde verkaveling kunnen verkocht worden met het oog op de realisatie van bijkomende woongelegenheden; Overwegende dat door de specifieke verkavelingsvoorschriften met gekoppelde woningbouw een gelijktijdige realisatie van de bebouwing op de percelen in de verkaveling een meerwaarde kan betekenen, zowel op stedenbouwkundig als op bouw-economisch vlak; Dat de betreffende percelen dan ook best gezamenlijk te koop worden aangeboden met bouwverplichting; Overwegende dat te dien einde een oproep tot prijsbieding kan georganiseerd worden; Gelet op het aangehechte ontwerp van lastenkohier; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad beslist om de loten 1 t/m 6, 9 t/m 10, en 15 t/m 18 in de verkavelingsvergunning van 14 januari 2013 voor het binnengebied Akkerstraat/Zaaipad te koop aan te bieden volgens de voorwaarden, opgenomen in het aan dit besluit gehechte lastenkohier. Artikel 2.- Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht om de oproep tot bieding te doen in minstens 2 vakbladen voor de publicatie van overheidsopdrachten of vastgoedprojecten. Artikel 3.- De gemeenteraad zal beslissen over de verkoop aan de hoogste bieder, voor zover de geboden prijs voorzien kan worden van het visum van het daartoe bevoegd personeelslid van de FOD Financiën.
11)
Verkaveling Kattestraat/Huisveldstraat - verkaveling met wegenaanleg - vaststelling tracé van de openbare wegenis met gratis grondafstand. Gelet op de aanvraag van MATEXI NV LIMBURG, Hassaluthdreef 2C te 3500 HASSELT, tot het bekomen van een wijziging van een verkavelingsvergunning voor de opdeling van een projectgebied in kavels in functie van de realisatie van een aantal groepswoningbouwprojecten die gefaseerd ontwikkeld zullen worden, gelegen in het binnengebied tussen Kattestraat en Huisveldstraat op het percelen kadastraal gekend: 72029_B_0319_A_003_00 + 72029_B_0319_E_003_00 + 72029_B_0319_T_002_00 + 72029_B_0319_Z_002_00 + 72029_B_0322_E_000_00 + 72029_B_0323_F_000_00 + 72029_B_0324_X_000_00 + 72029_B_0530_G_000_00 + 72029_B_0531_D_000_00 + 72029_B_0538_C_000_00 + 72029_B_0539_C_000_00 + 72029_B_0539_D_000_00; Gelet op het verkavelingsdossier opgemaakt door Arcadis nv; Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000, zoals gewijzigd, betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 12 mei 2014 waarbij beslist wordt dat bovenvermelde verkavelingsaanvraag zal openbaar gemaakt worden; Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek één bezwaarschrift werd ontvangen;
2014-06-26 (16/23)
Dat het bezwaarschrift handelt over het verdwijnen van een feitelijke doorgang en het niet langer bereikbaar zijn van de achtertuin van de bezwaarindiener met een auto, aanhangwagen of graafmachine; Overwegende dat uit het bezwaarschrift blijkt dat het niet zou gaan om een wettelijk of contractueel vastgelegde erfdienstbaarheid van doorgang; Dat de bereikbaarheid van de achterzijde van de percelen langs de Hoge Wegel voor voertuigen geen last is die door de gemeenteraad gebruikelijk opgelegd wordt aan ontwikkelaars van binnengebieden; Overwegende dat door de configuratie van de geplande verkaveling aan de achterzijde van het perceel van bezwaarschriftindienster aan de achterzijde van haar perceel een kruiwagenpad voorzien is voor beperkt en nietgemotoriseerd verkeer, waardoor de achterliggende tuinen blijvend ontsloten zullen zijn, wat momenteel niet afdwingbaar is; Dat de geplande toestand derhalve een juridische zekerheid van bereikbaarheid biedt, weliswaar beperkt tot nietgemotoriseerd vervoer, daar waar de huidige toegankelijkheid slechts betrekking heeft op een beweerd gedogen door de eigenaar van het achter de tuinen liggende perceel; Overwegende dat de gemeenteraad bevoegd is om een beslissing te nemen over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenend bestuursorgaan een beslissing neemt over de verkavelingsaanvraag; Gelet op de aangehechte plannen en lastenboek, opgemaakt door Arcadis nv; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Het tracé van de wegenis van de verkaveling, gelegen in het binnengebied tussen Kattestraat en Huisveldstraat op de percelen kadastraal gekend : 72029_B_0319_A_003_00 + 72029_B_0319_E_003_00 + 72029_B_0319_T_002_00 + 72029_B_0319_Z_002_00 + 72029_B_0322_E_000_00 + 72029_B_0323_F_000_00 + 72029_B_0324_X_000_00 + 72029_B_0530_G_000_00 + 72029_B_0531_D_000_00 + 72029_B_0538_C_000_00 + 72029_B_0539_C_000_00 + 72029_B_0539_D_000_00, zoals afgebeeld op de verkavelingsplannen opgemaakt door Arcadis nv, wordt goedgekeurd, mits: 1. de wegenis- en rioleringswerken dienen uitgevoerd te worden volgens de aangehechte uitvoeringsplannen en het aangehechte lastenboek, opgemaakt door Arcadis nv; 2. de verkavelaar dient de waterleiding, aardgasleiding, telefoonleiding, elektriciteitsnet en kabel voor teledistributie, de openbare verlichting, de landscaping en de beplanting aan te leggen op zijn kosten; 3. de eigendom van de in de vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen, groene of verharde ruimten, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen, of de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd worden gratis, vrij en onbelast aan de gemeente overgedragen. De gratis grondafstand gebeurt middels een notariële akte te verlijden na de definitieve oplevering der werken. Al de kosten, verbonden aan het verlijden van deze akte, vallen ten laste van de verkavelaar. De verkavelaar zal een opmetingsplan van een landmeter voorleggen dat aan de akte zal worden gehecht. Vanaf de eigendomsoverdracht aan het gemeentebestuur zal het perceel worden toegevoegd aan het openbaar domein. Artikel 2.- Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht vast te stellen of voor de volledige verkavelingsaanvraag of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten is uitgevoerd of is gewaarborgd door de storting van een afdoende financiële waarborg of een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg, en hiervan een attest af te leveren. Een verkavelingsakte kan eerst worden verleden na overlegging van dit attest van het college van burgemeester en schepenen. 12)
Verkaveling binnengebied Kattestraat/Huisveldstraat - definitieve vaststelling van drie straatnamen. Gelet op het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen, zoals later gewijzigd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op bijgevoegd inplantingsplan; Gelet op ons besluit van 24 april 2014 houdende de principiële vaststelling van drie straatnamen: - Wortelveldstraat; - Moedersveldstraat; - Koolhoekstraat; Gelet op het gunstig advies van de gemeentelijke cultuurraad dd. 14 mei 2014; Gelet op het proces-verbaal van afsluiting van het openbaar onderzoek;
2014-06-26 (17/23)
Overwegende dat naar aanleiding van dit openbaar onderzoek geen bezwaren werden ingediend; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Volgende straatnamen worden definitief vastgelegd, zoals aangeduid op het aangehecht plan: 1. Wortelveldstraat (groene kleur); 2. Moedersveldstraat (oranje kleur); 3. Koolhoekstraat (roze kleur). Artikel 2.- Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het stellen van de nodige uitvoeringshandelingen. 13)
Opmaak van het RUP Leopoldlaan - aanstelling ontwerper - vaststelling ereloonvoorwaarden. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Opmaak RUP Leopoldlaan” een bijzonder bestek met nr. OVHO140075 werd opgesteld door de dienst financiën en overheidsopdrachten; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 25.000,00 excl. btw of € 30.250,00 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 214007/610010-2014/14-01 en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Aantal ja-stemmen: 20; Aantal onthoudingen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Linda Vissers; BESLUIT: Artikel 1.- Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. OVHO140075 en de raming voor de opdracht “Opmaak RUP Leopoldlaan”, opgesteld door de dienst financiën en overheidsopdrachten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 25.000,00 excl. btw of € 30.250,00 incl. 21% btw. Artikel 2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 214007/610010-2014/14-01.
14)
Opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen - afsluiten van een gezamenlijk raamcontract met de gemeente Neerpelt. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 25, en inzonderheid artikel 38 die een gezamenlijke uitvoering van diensten voor rekening van verschillende aanbestedende overheden toelaat; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
2014-06-26 (18/23)
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat het wenselijk is om een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Raamcontract projecten ruimtelijke ordening”, minstens omvattend de volgende projecten : - opmaak GRUP met betrekking tot de gedeeltelijke herziening van de BPA‟s Centrum-Oost en Centrum-West - opmaak GRUP „Ballasthoeve‟ (voor zover de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zou volgen uit een planologisch attest); Overwegende dat de initiële raming van deze opdracht bij benadering € 280.000,00 incl. btw bedraagt voor een periode van 4 jaar en verder gespecifieerd zal moeten worden in een bijzonder bestek; Overwegende dat het een samengevoegde opdracht betreft waarbij de gemeente Neerpelt de procedure zal voeren en in naam van de gemeente Overpelt bij de gunning van de opdracht zal optreden; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 214007/610010-2014/14-01 en in het budget van de volgende jaren en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeenteraad beslist om een opdracht uit te schrijven “Raamcontract projecten ruimtelijke ordening” voor een bedrag indicatief geraamd op € 280.000,00 incl. btw voor een periode van 4 jaar. De opdracht zal uitgeschreven worden in één bestek, samen met de gelijkaardige opdrachten van de gemeente Neerpelt. Artikel 2.- De gemeente Neerpelt wordt gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van de gemeente Overpelt bij de gunning van de opdracht op te treden. Artikel 3.- In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht. Artikel 4.- Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de deelnemende besturen. Artikel 5.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 214007/610010-2014/14-01 en in het budget van de volgende jaren. 15)
Onderhoudswerken Sevensmolen - bestek met kostenraming. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 april 2014 betreffende de principiële goedkeuring van de verdere aanpak van de opdracht “Onderhoudswerken Sevensmolen”; Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek met nr. OVHO140065 werd opgesteld door de dienst financiën en overheidsopdrachten; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 64.500,00 excl. btw of € 78.045,00 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat een deel van de kostprijs gesubsidieerd wordt door Onroerend Erfgoed Limburg, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt, en dat dit deel wordt geraamd op € 60.000,00; Overwegende dat het bestuur alle procedurele verplichtingen op zich neemt met betrekking tot de bedoelde overheidsopdracht; Overwegende dat het bestuur dit besluit ter consultatie zal meedelen aan de partners alvorens de procedure verder te zetten;
2014-06-26 (19/23)
Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. OVHO140065 en de raming voor de opdracht “Onderhoudswerken Sevensmolen”, opgesteld door de dienst financiën en overheidsopdrachten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 64.500,00 excl. btw of € 78.045,00 incl. 21% btw. Artikel 2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3.- Een subsidie zal aangevraagd worden bij de subsidiërende instantie Onroerend Erfgoed Limburg, Koningin Astridlaan 50 bus 1 te 3500 Hasselt. 16)
Aankoop van een bestelwagen - bestek met kostenraming. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 25; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op de algemene offerteaanvraag voor het aankopen van bestelwagens bestemd voor diverse diensten van de Vlaamse overheid; Gelet op het bijzonder bestek 2010/AFM/OO/034; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht € 23.469,61 excl. btw of € 28.398,23 incl. 21% btw bedraagt; Overwegende dat het gemeentebestuur door intekening op de door de Vlaamse Overheid georganiseerde algemene offerteaanvraag kan genieten van de toegestane volumekortingen; Overwegende dat het de intentie is om de aan te kopen bestelwagen uit te rusten met een oprijplaat waarvoor een aparte prijsvraag werd uitgeschreven; Overwegende dat de uitgave voor deze bijkomende uitrusting € 2.289,00 excl. btw of € 2.769,69 incl. 21% btw bedraagt, waardoor de totale uitgave € 25.758,61 excl. btw of € 31.167,92 incl. 21% btw bedraagt; Overwegende dat de technische dienst voorstelt om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de opdrachthouder van perceel 1 van de offerteaanvraag, zijnde Beerens NV, Leuvensesteenweg 398 te 1932 Zaventem, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 25.758,61 excl. btw of € 31.167,92 incl. 21% btw; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 241000/200010-2014/13-13 en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Aantal ja- stemmen: 20; Aantal neen-stemmen: 2, nl. van de raadsleden Jef Van Bree en Linda Vissers; BESLUIT: Artikel 1.- Goedkeuring wordt verleend aan de aankoop van een bestelwagen, volgens de bepalingen van het bijzonder bestek 2010/AFM/OO/034 voor het aankopen van bestelwagens bestemd voor diverse diensten van de Vlaamse overheid. Artikel 2.- Bovengenoemde opdracht kan gegund worden door intekening op de algemene offerteaanvraag voor het aankopen van bestelwagens bestemd voor diverse diensten van de Vlaamse overheid, zoals uitgeschreven en gegund door de Afdeling Facilitair Management van de Vlaamse Overheid. De uitgave voor de opdracht bedraagt € 25.758,61 excl. btw of € 31.167,92 incl. 21% btw. Artikel 3.- De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 241000/200010-2014/13-13.
2014-06-26 (20/23)
17)
Intergemeentelijk samenwerkingsverband 'Wonen in Noord-Limburg' - goedkeuring hernieuwingsaanvraag periode 2015-2018. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007, zoals gewijzigd, houdende de subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, inzonderheid de artikelen 1, 4, 8, 18 en 22/1; Gelet op het provinciaal subsidiereglement voor projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid van 27 april 2011; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 7 april 2008 houdende de oprichting van de interlokale vereniging Wonen in Noord-Limburg, de goedkeuring van de overeenkomst tussen alle betrokken gemeenten en de afvaardiging in het beheerscomité en de stuurgroep; Overwegende dat de initiatiefnemer van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid enkel een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband conform het decreet van 6 juli 2001 kan zijn; Overwegende dat het project alleen in aanmerking komt voor een subsidie als de financiële bijdrage van de gemeenten gezamenlijk minstens 25% bedraagt van de personeelskosten en, rekening houdend met de subsidie overeenkomstig dit besluit en de mogelijke andere cofinanciering, kostendekkend is; Dat de bijdrage per gemeente ten laste van de gemeentebegroting van elke deelnemende gemeente moet zijn; Dat voordat de initiatiefnemer een subsidieaanvraag indient, hij overleg moet plegen met de provincie of provincies waarbinnen het werkingsgebied gelegen is, met het oog op een eventuele samenwerking of cofinanciering; Overwegende dat een subsidie wordt toegekend voor een periode van drie jaar; Dat de subsidiëringperiode, onder bepaalde voorwaarden, tweemaal voor eenzelfde duur verlengd kan worden; Dat de minister echter de duur van de subsidieperiode kan beperken tot achttien maanden als uit het evaluatieverslag van het agentschap blijkt dat het project dient bijgestuurd te worden; Dat de subsidie maximaal de helft bedraagt in de derde subsidiëringperiode van de subsidie zoals berekend overeenkomstig artikel 8 § 2, wat betekent dat de subsidie 30% van de personeelskosten, vermeld in artikel 8 § 1, tweede lid, bedraagt na aftrek van andere loonpremies of loonsubsidies; Overwegende dat de provincie Limburg ook een subsidie toekent wanneer de minister of zijn gemachtigde een subsidie heeft toegekend aan het project; Dat het subsidiebedrag 10% van de personeelskosten bedraagt in de derde projectperiode voor drie jaar waarbij de personeelskosten beperkt zijn tot een maximum van 50.000 euro per voltijds equivalent; Overwegende dat het project Wonen in Noord-Limburg op 1 maart 2009 van start ging en een tweede subsidiëringperiode kreeg toegekend vanaf 1 maart 2012 voor een periode van drie jaar; Gelet op het projectvoorstel “Wonen in Noord-Limburg” dat gericht is op de concrete uitvoering van de volgende doelen: het opmaken van een woonbeleidsvisie, het organiseren van woonoverleg per lidgemeente, het geven van basisinformatie aan de inwoners via de woonloketten, het verbeteren van de woonkwaliteit, het bevorderen van betaalbaar wonen rekening houdend met het decreet grond –en pandenbeleid en het werken met doelgroepen; Overwegende dat een medewerker wonen volgende twee doelen voor zijn rekening zal nemen : geven van basisinformatie aan de inwoners via de woonloketten en het verbeteren van de woonkwaliteit (al dan niet in kader van werken met doelgroepen); Dat het gemeentepersoneel invulling zal geven aan de overige vier doelen (het opmaken van een woonbeleidsvisie, het organiseren van woonoverleg per lidgemeente, het bevorderen van betaalbaar wonen rekening houdend met het decreet grond -en pandenbeleid en het werken met doelgroepen): Overwegende dat het financieringsplan van het project een vermindering inhoudt van het WIN-personeel van 6,5 VTE naar 3,9 VTE, de inbreng van 2,6 VTE gemeentepersoneel en een reductie van de werkingskosten, gezien de vermindering van de Vlaamse en provinciale subsidies in de derde projectperiode; Gelet op de goedkeuring van het projectvoorstel en het financieringsplan door het Beheerscomité van Wonen in NoordLimburg op vrijdag 23 mei 2014; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeente wenst verder deel uit te maken van de intergemeentelijke vereniging Wonen in Noord-Limburg. Artikel 2.- De gemeente keurt het als bijlage gehechte subsidiedossier goed.
2014-06-26 (21/23)
Artikel 3.- In het gemeentebudget van 2015 en de daaropvolgende jaren, zullen de nodige financiële middelen voorzien worden om te kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen die deze projectaanvraag met zich meebrengt en dit onder voorbehoud van de goedkeuring van deze projectaanvraag door de Vlaamse overheid en volgens de financiële verdeling die in de projectaanvraag is opgenomen. Voor de gemeente Overpelt betekent dit een effectieve financiële bijdrage van: 2015: 5.845,97 euro (derde projectperiode, eerste werkingsjaar 1 maart 2015 - 29 februari 2016) 2016: 5.970,42 euro (derde projectperiode, tweede werkingsjaar 1 maart 2016 - 28 februari 2017) 2017: 6.337,76 euro (derde projectperiode, derde werkingsjaar 1 maart 2017 - 28 februari 2018) De bovenstaande bedragen zijn de personeelskost van WIN verminderd met de Vlaamse en provinciale subsidies vermeerderd met de werkingskosten van WIN. Het gaat dan zowel om de subsidies voor het WIN-personeel als het ingebrachte gemeentepersoneel. Het aandeel werkingskosten in de effectieve financiële bijdrage bedraagt jaarlijks 1615,38 euro. De overige kost van het eigen gemeentepersoneel wordt in natura gesubsidieerd aan het project (12270,91 euro in 2015; 12620,03 euro in 2016; 12923,03 euro in 2017). Wanneer de effectieve financiële bijdrage van de gemeente opgeteld wordt met de overige kost van het eigen gemeentepersoneel komt men tot de totaalkost van het project (18.116,88 euro in 2015; 18.590,45 euro in 2016; 19.260,79 euro in 2017). Artikel 4.- Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan: de interlokale vereniging; SVK Noord-Limburg vzw. 18)
Interlokale vereniging Bossen van de Lage Kempen - jaarrekeningen en activiteitenverslag 2013. Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking, meer bepaald artikel 7 betreffende de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2006 houdende de toetreding tot het intergemeentelijk samenwerkingsverband “Bossen van de Lage Kempen”; Gelet op de statuten van de interlokale vereniging “Bossen van de Lage Kempen”, meer bepaald het artikel 13 betreffende de jaarlijkse evaluatie door middel van het jaarverslag; Gelet op het door het beheercomité van de interlokale vereniging “Bossen van de Lage Kempen” ingediende jaarverslag 2013, zoals goedgekeurd door het beheercomité in vergadering van 10 juni 2014. Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Het jaarverslag 2013 van de interlokale vereniging “Bossen van de Lage Kempen, zoals goedgekeurd door het beheercomité in vergadering van 10 juni 2014, wordt goedgekeurd. Artikel 2.- De Interlokale Vereniging “Bossen van de Lage Kempen” zal van dit besluit in kennis gesteld worden.
19)
Overzicht van de deelname van de gemeente aan verenigingen en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden - kennisneming. Gelet op het gemeentedecreet, artikel 57, §4bis, welke stelt dat het college van burgemeester en schepenen een volledig en geactualiseerd overzicht bijhoudt van alle extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente, hun statuten en hun overeenkomsten met de gemeente, alle verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin de gemeente deelneemt, alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt, hun statuten en hun overeenkomsten met de gemeente en minstens eenmaal per jaar de gemeenteraad in kennis stelt van dit geactualiseerd overzicht met een toelichting over alle wijzigingen aan deze overzichtslijst die zich sinds de vorige toelichting hebben voorgedaan; Gelet op de vergadering van de gemeenteraadscommissie “samenwerking en verzelfstandiging” op 16 juni 2014; Gelet op het overzicht in bijlage van alle rechtspersonen waarin de gemeente deelneemt en alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt; NEEMT KENNIS VAN : Het overzicht van alle rechtspersonen waarin de gemeente samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt.
deelneemt
en
alle
intergemeentelijke
2014-06-26 (22/23)
20)
Decretale graden - erkenning van plaatsvervangers bij gewettigde afwezigheid van de titularis. Gelet op artikel 81, §2, derde lid, van het Gemeentedecreet; Overwegende dat de gemeentesecretaris en de financieel beheerder in geval van gewettigde afwezigheid in hun vervanging kunnen voorzien en daartoe, voor een periode van maximaal zestig dagen, een door de gemeenteraad erkende waarnemer kunnen aanstellen; Overwegende dat het naar aanleiding van enkele uitdiensttredingen wenselijk is om een nieuwe erkenning te doen van personeelsleden die in aanmerking komen voor erkenning als plaatsvervanger van de genoemde titularissen van een decretale graad; Overwegende dat de heren Driek ten Haaf en Stein Geuens, statutaire personeelsleden van niveau A en leden van het managementteam in aanmerking komen om erkend te worden om de gemeentesecretaris te vervangen tijdens periodes van gewettigde afwezigheid; Overwegende dat mevrouw Ria Tutelaars en de heer Kay Croenen, boekhouders binnen de gemeentelijke financiële dienst, in aanmerking komen om erkend te worden om de financieel beheerder te vervangen tijdens periodes van gewettigde afwezigheid; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- Volgende personeelsleden worden erkend om de gemeentesecretaris te vervangen tijdens periodes van gewettigde afwezigheid : Driek ten Haaf en Stein Geuens. Artikel 2.- Volgende personeelsleden worden erkend om de financieel beheerder te vervangen tijdens periodes van gewettigde afwezigheid : Ria Tutelaars en de heer Kay Croenen. Artikel 3.- Dit besluit vervangt alle voorgaande besluiten in verband met de vervanging van de decretale graden
21)
Nolimpark - aanvraag toelating tot doorverkoop van percelen industriegrond met opstaande gebouwen gelegen langs de Lieven Gevaertlaan (AND Steel nv aan VB Logistics nv). Gelet op het gemeentedecreet, zoals gewijzigd, inzonderheid het artikel 43 § 3,12; Gelet op het verzoek van Marc Topff & Silvie Lopez-Hernandez - Geassocieerde Notarissen, dd. 12 juni 2014 om van de gemeente Overpelt toestemming tot doorverkoop aan VB Logistics nv en zo nodig afstand van voorkooprecht te bekomen voor de perceelnrs. 102/Y/134, 102/M/153 en 102/W/140; Gelet op de diverse aktes van aankoop; Overwegende dat de activiteit van VB Logistics nv bestaat uit de productie van hekwerkpanelen en hekwerkpalen; Gelet op de huidige en voorziene tewerkstelling door de kandidaat-koper; Met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1.- De gemeente Overpelt verleent toestemming tot doorverkoop aan VB Logistics nv, en zo nodig afstand van voorkooprecht, voor de perceelnrs. 102/Y/134, 102/M/153 en 102/W/140. Artikel 2 - De oorspronkelijke bijzondere verkoopsvoorwaarden dienen integraal te worden overgenomen in de verkoopakte en dienen te worden nageleefd. Artikel 3.- De aanvrager en Nolimpark DV zullen van dit besluit in kennis gesteld worden.
De voorzitter sluit vervolgens de vergadering.
De secretaris Peter Spooren
De voorzitter Jaak Fransen
2014-06-26 (23/23)