1
DE NIEUWE WETGEVING VAN TOEPASSING OP HOUTBEWERKINGSMACHINES DE NIEUWE FILOSOFIE De veiligheidsfilosofie die reeds verschillende jaren op Belgisch niveau bestond wordt nu ook op Europees niveau overgenomen. Hierbij (werd) wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds de uitvoeringsbesluiten betreffende het op de markt brengen van veilige machines, ... en anderzijds de uitvoeringsbesluiten betreffende de bescherming van de werknemers. De eerste groep uitvoeringsbesluiten wordt genomen op basis van de wet van 1961 en zal niet meer in het A.R.A.B. of de nieuwe CODEX opgenomen worden, maar verschijnen als afzonderlijke koninklijke besluiten. Daarentegen zullen alle uitvoeringsbesluiten betreffende het veilige gebruik van arbeidsmiddelen in casu houtbewerkingsmachines - genomen op basis van de veiligheidswet van 10 juni 1952 (of de nieuwe wet van 8 augustus 1996) -opgenomen worden in de nieuwe CODEX onder titel VI Arbeidsmiddelen.
DE ECONOMISCHE ASPECTEN: HET OP DE MARKT BRENGEN VAN HOUTBEWERKINGSMACHINES. HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 9 JANUARI 1976 (GEWIJZIGD BIJ HET K.B. VAN 24 NOVEMBER 1978). Voor het omzetten van de machinerichtlijn en haar wijzigingen bestond er in de Belgische wetgeving reeds een Koninklijk Besluit met een opsomming van de veiligheidswaarborgen die houtbewerkingsmachines moesten bieden. Het was het K.B. van 9 januari 1976 (B.S. 3 februari 1976), later gewijzigd bij het K.B. van 24 november 1978. In dit besluit waren de algemene en bijzondere veiligheidseisen geciteerd waaraan houtbewerkingsmachines moesten voldoen. Het was tevens verboden elke houtbewerkingsmachine, elk beschuttingstoestel, elk spouwmes of elk aanvoerapparaat ervan in te voeren, te koop aan te bieden, af te staan, zij het onder kosteloze titel, te leveren na herstelling, te verhuren, uit te lenen of te gebruiken dat niet voldeed aan de gestelde veiligheidseisen! Belangrijk om weten is dat houtbewerkingsmachines die voldeden aan dit K.B. nog mochten verkocht en in dienst gesteld worden tot 31 december 1994.
2
HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 MEI 1995. Sinds haar ontstaan probeert de Europese Unie een interne markt tot stand te brengen waarbinnen de handelsbelemmeringen tot een minimum herleid worden. De Unie heeft daarbij volgende documenten tot haar beschikking: verordeningen, richtlijnen, beschikkingen, resoluties, aanbevelingen en adviezen. De richtlijn is het instrument dat in het domein van de veiligheid en gezondheid van de werknemers het meest gehanteerd wordt. De wettelijke basis voor de economische richtlijnen is het artikel 95 van de geconsolideerde versie van het Verdrag van Rome (d.i. het vroegere artikel 100A). Van alle Europese economische richtlijnen die tot doel hadden de technische handelsbelemmeringen op te heffen is de machinerichtlijn de meest ingrijpende. Wat valt er immers niet onder de definitie van "machine"? Volgens het K.B. van 5 mei 1995, de omzetting van de machinerichtlijn in Belgisch recht, dient men onder "machine" te verstaan: -
een samenstel van onderling verbonden onderdelen of organen waarvan er ten minste één kan bewegen, alsmede, in voorkomend geval, onder meer van aandrijfmechanismen, bedienings- en vermogenschakelingen, die in hun samenhang bestemd zijn voor een bepaalde toepassing, met name voor de verwerking, de bewerking, de verplaatsing en de verpakking van een materiaal;
-
een samenstel van machines die, ten einde tot een zelfde resultaat bij te dragen, zodanig zijn opgesteld en worden bediend dat zij in samenhang functioneren;
-
een verwisselbaar uitrustingsstuk waardoor de functie van de machine wordt gewijzigd en dat in de handel is gebracht om door de bediener zelf aan een machine of een aantal verschillende machines, dan wel aan een trekker te worden gekoppeld, voor zover dit uitrustingsstuk geen vervangingsonderdeel of werktuig is.
-
een veiligheidscomponent. Hieronder wordt verstaan een component, voor zover die geen verwisselbaar uitrustingsstuk is, die door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde op de markt wordt gebracht om bij gebruik een veiligheidsfunctie te vervullen en die bij een gebrekkige of slechte werking een gevaar vormt voor de veiligheid of de gezondheid van de blootgestelde personen.
Ook de houtbewerkingsmachines vallen onder de definitie van een machine. Het K B. is vanaf 31 december 1994 van toepassing op de machines die op de markt gebracht worden en voor het eerst in gebruik gesteld worden. Tijdens de periode van 01.01.93 tot 31.12.94, de zgn. overgangsperiode, was de toepassing ervan facultatief voor zover de (houtbewerkings)machine in deze periode besteld, op de markt gebracht en vervolgens in dienst genomen werd. Werden in deze periode de bepalingen van de richtlijn niet nageleefd, dan moest de aankoper er wel voor zorgen dat de machine voldeed aan de algemene A.R.A.B.-bepalingen die hierop eventueel zouden van toepassing zijn.
3
SAMENVATTENDE TABEL. Ten einde een beter overzicht te krijgen van de van toepassing zijnde wetgeving inzake de veiligheidswaarborgen op houtbewerkingsmachines, hebben we alles nog eens samengevat in een overzichtstabel en bekijken we geval per geval in functie van de datum van bestelling, de datum van het op de markt brengen en de datum van indienststelling.
GEVAL 1 Een houtbewerkingsmachine besteld, op de markt gebracht en in dienst genomen voor 1 januari 1993. Ö naleving van de algemene A.R.A.B.-bepalingen.
GEVAL 2 Een houtbewerkingsmachine besteld, op de markt gebracht en in dienst genomen na 1 januari 1993 en voor 1 januari 1995. Ö - ofwel naleving van de algemene A.R.A.B.-bepalingen. - ofwel naleving van het K.B. van 5 mei 1995.1
GEVAL 3 Een houtbewerkingsmachine besteld en op de markt gebracht voor 1 januari 1995 maar in dienst gesteld na 1 januari 1995. Ö naleving van het K.B. van 5 mei 1995.
1
Bij het lezen van de data in de tekst lijkt het enigszins onlogisch dat men een K.B. van mei ‘95 reeds moest toepassen in januari 1995. De reden hiervoor is dat op januari ‘95 reeds een omzetting van de machinerichtlijn bestond evenwel niet zo compleet als die van mei ‘95 maar die toch al van toepassing was op de houtbewerkingsmachines. Voor de juistheid van de tekst MOET evenwel de referentie van 5 mei 1995 aangehouden worden.
4 GEVAL 4 Een houtbewerkingsmachine besteld voor 1 januari 1995 maar op de markt gebracht en in dienst gesteld na 1 januari 1995. Ö naleving van het K.B. van 5 mei 1995.
5
DE MACHINERICHTLIJN DE GROTE PRINCIPES VAN DE MACHINERICHTLIJN Daar de veiligheidswaarborgen opgenomen in het K.B. van 9 januari 1976 en zijn wijziging opgeheven zijn, wensen wij enkel de grote principes van de machinerichtlijn te belichten. a) De richtlijn viseert de machines die voor de eerste maal in de handel worden gebracht en in bedrijf gesteld na de datum van inwerkingtreding van de bepalingen. Zij bepaalt de daarop van toepassing zijnde fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen beschreven in de bijlagen van het K B. b) De lidstaten mogen het in de handel brengen en in bedrijf stellen op hun grondgebied van machines die voldoen aan de bepalingen van de richtlijn, niet verbieden, beperken of verhinderen. c) De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om er voor te zorgen dat de machines waarop de richtlijn van toepassing is uitsluitend in de handel kunnen gebracht en in bedrijf gesteld worden indien zij geen gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van personen, als zij op passende wijze worden geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt. Machines die niet conform zijn met de richtlijn mogen evenwel tentoongesteld worden op jaarbeurzen, exposities, demonstraties, enz. op voorwaarde dat goed zichtbaar wordt aangegeven dat zij niet in overeenstemming zijn met de richtlijn en niet te koop zijn zolang zij niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van de richtlijn. d) Machines die in overeenstemming zijn met de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen worden voorzien van de CE-markering en zijn vergezeld van de E.G.-verklaring van overeenstemming. Omgekeerd worden de machines die voorzien zijn van de CE-markering en vergezeld van de E.G.verklaring van overeenstemming geacht te beantwoorden aan de fundamentele eisen. Een machine die gebouwd is volgens een geharmoniseerde of een nationale norm die de omzetting is van een geharmoniseerde norm, en waar een of meerdere fundamentele veiligheidsen gezondheidsvoorschriften zijn vervat, wordt geacht te beantwoorden aan de desbetreffende fundamentele voorschriften. De lidstaten moeten de referenties van nationale normen, die een omzetting van een geharmoniseerde norm zijn, publiceren. e) Alleen de fabrikant of zijn gevolmachtigde in de E.U. mag de CE-markering aanbrengen en de E.G.-verklaring van overeenstemming opstellen en afleveren.
6
DE CE - MARKERING Zoals reeds gezegd mag alleen de fabrikant of zijn in de E.U. gevolmachtigde de CE-markering aanbrengen nadat de E.G.-verklaring van overeenstemming is opgesteld en afgeleverd. Voorbeeld:
Belangrijk om weten is dat elk ander keurmerk, label of gelijkvormigheidsmerk deze CE-markering NIET kan vervangen! Nemen we als voorbeeld het G.S.-label (Geprufte Sicherheit) toegekend door in Duitsland erkende organisaties. Dit label garandeert enkel de gelijkvormigheid met bepaalde Duitse normen en bijhorende veiligheidseisen. Dit garandeert niet in alle gevallen de conformiteit met de Belgische reglementering!
DE E.G.-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Er bestaan 3 types van E.G. - verklaringen van overeenstemming : IIA
E.G.-verklaring van overeenstemming voor alle machines uitrustingsstukken die een CE-markering moeten krijgen.
IIB
E.G.-verklaring van overeenstemming (verbod op ingebruikstelling) voor alle machines die zijn bestemd te worden ingebouwd in een groter geheel en die niet zelfstandig kunnen werken.
IIC
E.G.-verklaring van overeenstemming voor veiligheidscomponenten die afzonderlijk op de markt worden gebracht.
en
verwisselbare
Om geen verwarring te zaaien wordt hieronder enkel de inhoud gegeven van de E.G.-verklaring van overeenstemming type IIA die aanwezig moet zijn bij alle houtbewerkingsmachines: -
naam en adres van de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde. beschrijving van de machine (merk, type, serienummer, enz.) of het machinedeel of de veiligheidscomponent. alle relevante bepalingen waaraan de machine of het machinedeel voldoet. in voorkomend geval, naam en adres van de aangemelde instantie en nummer van het E.G.typeonderzoek. in voorkomend geval, naam en adres van de aangemelde instantie waaraan het dossier is toegezonden. in voorkomend geval, naam en adres van de aangemelde instantie die de controle van het dossier heeft verricht. in voorkomend geval, de verwijzing naar de geharmoniseerde normen. in voorkomend geval, de verwijzing naar de nationale technische normen of specificaties. de identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is verplichtingen voor de fabrikant of de in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde aan te gaan.
Voor de machines die bestemd zijn om ingebouwd te worden (type IIB-verklaring) in een andere machine werd volgend punt toegevoegd nl. ‘het verbod op het in gebruik stellen van de machine waarin het product wordt ingebouwd, vooraleer het in overeenstemming is verklaard met de bepalingen van de richtlijn.’ De CE-markering mag slechts aangebracht en de E.G.-verklaring van overeenstemming slechts opgesteld en afgeleverd worden als een technisch dossier is opgesteld overeenkomstig de bepalingen van bijlage V van het K.B.
7
CERTIFICATIEPROCEDURE MACHINE MET MOGELIJKHEID VOOR MANUELE AANVOER Daar de houtbewerkingsmachines met mogelijkheid voor manuele aanvoer opgenomen zijn in de zogenaamde lijst van "gevaarlijke machines" moeten zij voldoen aan één van volgende certificatieprocedures: 1° Ofwel is de machine niet of slechts gedeeltelijk volgens de geharmoniseerde normen gebouwd of er bestaan geen geharmoniseerde normen (dit laatste is momenteel vaak het geval) : -
een technisch dossier wordt samengesteld en een model van de machine wordt aan een E.G.typeonderzoek onderworpen.
2° Ofwel is de machine volledig volgens de geharmoniseerde normen gebouwd. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde past dan één van de volgende procedures toe : -
een techisch dossier wordt samengesteld en toegezonden aan een aangemelde instantie waarna deze zo spoedig mogelijk een bericht van ontvangst afgeeft en het dossier bewaart;
-
een technisch dossier wordt samengesteld en toegezonden aan een aangemelde instantie die nagaat of de bedoelde normen correct zijn toegepast. Deze instantie stelt een verklaring van geschiktheid van het dossier op;
-
een technisch dossier wordt samengesteld en een model van de machine wordt onderworpen aan een E.G.-typeonderzoek.
Daarna wordt elk exemplaar van de machine afgeleverd met een E.G.-verklaring van overeenstemming en voorzien van een CE-markering. MACHINE MET AUTOMATISCHE AANVOER. Voor alle andere houtbewerkingsmachines (i.c. de houtbewerkingsmachines met automatische aanvoer) die niet geviseerd worden door de lijst van gevaarlijke machines, geldt volgende algemene certificatieprocedure: -
per machine wordt een technische dossier
-
voor elk exemplaar stelt de fabrikant of zijn in de Europese Unie gevolmachtigde verantwoordelijke een E.G.-verklaring van overeenstemming op en brengt deze de CE-markering erop aan.
OPMERKINGEN UITZONDERINGEN Er zijn drie belangrijke uitzonderingen inzake de aanwezigheid van de CE-markering : -
machines en machineonderdelen die op zich geen bepaalde toepassing hebben maar die bestemd zijn om ingebouwd te worden in houtbewerkingsmachines.
-
houtbewerkingsmachines tentoongesteld op jaarbeurzen, exposities, demonstraties, enz. op voorwaarde dat de machines niet te koop aangeboden worden en dat duidelijk vermeld wordt dat de machine niet in overeenstemming is met de richtlijn.
-
de veiligheidscomponenten.
8 TWEEDEHANDSE HOUTBEWERKlNGSMACHINES Tevens is het ook interessant de problematiek van tweedehandse houtbewerkingsmachines te belichten: a) tweedehandse houtbewerkingsmachines ingevoerd uit een land dat geen lid is van de E.U., aangekocht en in dienst gesteld in de E.U. na 1 januari 1995 moeten volledig voldoen aan de machinerichtlijn (daar de houtbewerkingsmachine voor het eerst op de markt gebracht en in dienst gesteld wordt in de Europese Unie). b) tweedehandse houtbewerkingsmachines ingevoerd uit een land dat geen lid is van de E.U., aangekocht voor 1 januari 1995 en in dienst gesteld na 1 januari 1995 moeten eveneens aan de machinerichtlijn voldoen. c) tweedehandse houtbewerkingsmachines ingevoerd uit een land dat geen lid is van de E.U., aangekocht en in dienst gesteld voor 1 januari 1995 moeten niet voldoen aan de machinerichtlijn. d) tweedehandse houtbewerkingsmachines verhandeld binnen de E.U. onafgezien van de datum waarop dit gebeurt of gebeurd is moeten evenmin voldoen aan de machinerichtlijn. BELANGRIJK OM TE ONTHOUDEN: Het in overeenstemming brengen van de houtbewerkingsmachines uit punt a) en b) met de machinerichtlijn zal in de praktijk heel moeilijk zijn en een kosteijke zaak. Vandaar dat het ook globaal af te raden is om tweedehandse houtbewerkingsmachines aan te kopen in landen van de E.U.
VERKOOP UIT STOCK Tot eind december 1994 werd aangenomen dat alle houtbewerkingsmachines verkocht uit stock na 1 januari 1995 moesten voldoen aan de machinerichtlijn. Per 1 januari 1995 echter waren een aantal machines, die reeds op de markt werden gebracht door de fabrikant of zijn vertegenwoordiger, nog in voorraad bij de distributeurs. Bijgevolg zijn een aantal noch vervaardigd noch gecertificeerd geweest overeenkomstig de richtlijn, alhoewel deze reeds had kunnen toegepast worden sinds 1 januari 1993. Teneinde bovenmatig lasten voor het bedrijfsleven te vermijden hebben de diensten van de Commissie een brief gericht aan de Permanente Vertegenwoordigers van de lidstaten, voorgesteld dat voor de hierboven vermelde machines de nationale diensten die belast zijn met het toezicht op de markt, blijk van administratieve verdraagzaamheid zouden tonen door machines op de markt en in dienst toe te staan zonder de CEmarkering en zonder conformiteitsverklaring voor zover zij voldoen aan de twee volgende voorwaarden: - dat zij beschikken over een veiligheidsniveau in overeenstemming ofwel met de machinerichtlijn ofwel met de nationale voorschriften; - dat zij werkelijk in voorraad waren bij de distributeurs en groothandelaars op de datum van 31 december 1994. De diensten van de Commissie zijn van mening dat de duur van deze verdraagzaamheid aan de beoordeling van elke lidstaat zou moeten worden overgelaten. Zij veronderstellen evenwel dat na een jaar de bestaande voorraden uitgeput zijn. De Belgische Administratie van de Arbeidsveiligheid heeft zich bij dit voorstel van de Commissie dan ook aangesloten. BELANGRIJK OM TE ONTHOUDEN: Op de datum dat deze tekst gepubliceerd wordt is het verboden dat nog houtbewerkingsmachines verkocht worden zonder CE-markering en E.G.-verklaring van overeenstemming.
9
DE SOCIALE ASPECTEN: HET INDIENSTSTELLEN EN GEBRUIK VAN HOUTBEWERKINGSMACHINES. KONINKLIJK BESLUIT VAN 20 JUNI 1975 Voor het omzetten van de arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG bestond er in de Belgisch wetgeving reeds een Koninklijk Besluit dat o.a. het aankoopbeleid inzake arbeidsmiddelen moest regelen met name het K.B. van 20 juni 1975. Dit K.B. had betrekking op het voorkomingsbeleid en betekende een belangrijk gebeuren inzake de aanpassing van arbeid en arbeidsmilieu aan de gezondheid en veiligheid van de arbeiders. Krachtens artikel 54 quater van het A.R.A.B. moesten volgende basisprincipes door de werkgever nagestreefd worden: - het tijdig opsporen van de risico's en hierop aansluitend het nemen van materiële veiligheidsmaatregelen noodzakelijk voor de bescherming van de werknemer tegen de ontwaarbare risico's die inherent zijn aan de activiteit die zij uitoefenen. - het aanpassen van de arbeid aan de mens. - de voorlichting en de opleiding van de toekomstige gebruiker van het arbeidsmiddel. - de bestelprocedure inzake veiligheid (procedure in drie stappen - de drie groene lichten). De veiligheidschef en de arbeidsgeneesheer hadden hierbij de belangrijke rol van raadgever van de werkgever, de hiërarchische lijn en de werknemers inzake de maatregelen die dienen genomen in overleg met het comité V.G.V. Belangrijk om weten is dat indien de procedure 54quater (voorkomingsbeleid) correct uitgevoerd werd gedurende de periode 1975 - 1993 men er NIET mag van uitgaan dat deze houtbewerkingsmachines ook nu nog voldoende veiligheidsgaranties bieden.
10
HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 AUGUSTUS 1993 (ARBEIDSMIDDELENRICHTLIJN) INLEIDING Het in de titel geciteerde K.B. is de omzetting van de Euro-richtlijn 89/655/EEG betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats. Wat zijn nu arbeidsmiddelen ? De richtlijn geeft hier een concrete definitie van. Arbeidsmiddelen zijn alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties. Houtbewerkingsmachines zijn dus ook arbeidsmiddelen. De maatregelen voorzien in het K.B. Arbeidsmiddelen lopen volledig parallel met deze die voorzien waren in artikel 54quater van het A.R.A.B. Er worden maatregelen opgelegd betreffende : -
het ter beschikking stellen van arbeidsmiddelen die aangepast moeten zijn om het werk uit te voeren, zodat de veiligheid en gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik ervan kunnen gewaarborgd worden (art. 3). de keuze van de arbeidsmiddelen die rekening moet houden met de arbeidsomstandigheden en de specifieke kenmerken van arbeid, werkplaats en bestaande risico's (art.3). het nemen van passende maatregelen om de risico's tot een minimum te beperken indien het gebruik toch een specifiek gevaar inhoudt, b. gebruik voorbehouden aan bepaalde werknemers, specifieke opleiding (art. 4 en 5). de opleiding van de werknemers (art. 6) de informatie van de werknemers, gebruiksaanwijzing (instructiehandboek), instructies (aan te vullen en te viseren door het diensthoofd V.G.V. (art. 7) de bestelprocedure (procedure in drie stappen - drie groene lichten zoals reeds voorzien was in het A.R.A.B.) (art.8) het adequaat onderhoud tijdens de gehele gebruiksduur van het arbeidsmiddel (art. 11).
Het K.B. is vanaf 8 oktober 1993 van toepassing. De nieuwe arbeidsmiddelen, in gebruik voor de eerste maal vanaf 8 oktober 1993 moeten voldoen aan de Belgische wetgeving in uitvoering van de Europese richtlijnen. Het betreft de uitrustingen die moeten voorzien zijn met een CE-markering. De bestaande arbeidsmiddelen die voor 8 oktober 1993 reeds ter beschikking stonden van de werknemers moeten vanaf 1 januari 1997 voldoen aan de minimumvoorschriften uit de bijlage.
11
ALGEMENE PREVENTIEPRINCIPES. Het K.B. arbeidsmiddelen schrijft voor dat de werkgever de nodige maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat de arbeidsmiddelen die ter beschikking van de werknemers worden gesteld, geschikt zijn voor het uit te voeren werk of daartoe behoorlijk zijn aangepast, zodat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik van deze arbeidsmiddelen (in casu houtbewerkingsmachines) kunnen worden gewaarborgd. Bij de keuze van de arbeidsmiddelen, die zullen gebruikt worden, moet de werkgever rekening houden met de arbeidsomstandigheden, de specifieke kenmerken van de arbeid en de bestaande risico's. Wanneer het niet mogelijk is met de hoger vernoemde voorkomingsmaatregelen de veiligheid en gezondheid van de werknemers te waarborgen, moeten bijkomende maatregelen genomen worden om de risico's tot een minimum te herleiden. Deze specifieke maatregelen kunnen genomen worden ter gelegenheid van : -
de aanschaf, aankoop of bouw voor eigen gebruik; de risicoevaluatie van het bestaand machinepark; de indienststelling; het gebruik; het onderhoud; de instructies en opleiding van het personeel.
Het algemene principe om de risico's tot een minimum te beperken moet steeds voor ogen gehouden worden. Dit kan nooit door een enkele maatregel, bij de bouw of aanschaf. Er zullen in de praktijk steeds restrisico's blijven waarvoor bijkomende maatregelen moeten genomen worden. De wetgever geeft als leidraad een reeks minimumeisen waarmee in elke fase kan vergeleken worden. Het is aan de werkgever om een maximale efficiëntie te bekomen door telkens, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, de beschikbare middelen en inspanningen aan te wenden om de meest doeltreffende combinatie van maatregelen te verwezenlijken.
DE AANSCHAF VAN HOUTBEWERKINGSMACHINES DE BOUW OF ASSEMBLAGE VOOR EIGEN GEBRUIK In dit geval worden de houtbewerkingsmachines niet echt op de markt gebracht en kan men zich afvragen of het K.B. machines en de CE-procedure wel van toepassing zijn. Deze machines worden echter in elk geval "ter beschikking gesteld" van de werknemers en dus is duidelijk het K.B. arbeidsmiddelen van toepassing. Dit vermeldt in art.9 dat de nieuwe arbeidsmiddelen voor de eerste maal ter beschikking gesteld van de werknemers moeten voldoen aan de bepalingen van de besluiten genomen in uitvoering van de communautaire richtlijnen terzake. Dus in dit geval in het bijzonder aan de bepalingen van het K.B. machines. Concreet betekent dit dat de zelf gebouwde of geassembleerde machine op technisch vlak toch zal moeten voldoen aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van het K.B. machines. Daarbij zou dus ook moeten voldaan worden aan de verplichtingen i.v.m. certificatie : -
samenbrengen van het technisch constructiedossier en eventueel beschrijving van de maatregelen voor conformiteit van de serie ; opstellen van een E.G.-verklaring van overeenstemming, eventueel voor elk gebouw exemplaar ; aanbrengen van de CE-markering ; indien het gaat om een machine met mogelijkheid tot manuele aanvoer moet de bijzondere certificatieprocedure gevolgd worden. In de huidige context is een tussenkomst van een aangemelde instantie noodzakelijk.
12
AANSCHAF VAN NIEUWE HOUTBEWERKINGSMACHINES BETEKENIS VAN ARBEIDSMIDDELEN
DE
CE-MARKERING
BIJ
AANSCHAF
VAN
De hoofdbedoeling van het K.B. arbeidsmiddelen is dat op de arbeidsplaats veilige arbeidsmiddelen gebruikt worden. In principe zouden daarom alle nieuwe houtbewerkingsmachines de CE-markering als waarborg voor veiligheid en gezondheid moeten dragen en de bestaande arbeidsmiddelen zouden op termijn moeten beantwoorden aan de minimumeisen gesteld in de bijlage. Vermits echter enerzijds bestaande arbeidsmiddelen reeds dienen te beantwoorden aan de bestaande nationale wetgevingen en anderzijds nog niet voor alle nieuwe arbeidsmiddelen een CE-markering ter beschikking is, dient dit eenvoudig principe aangepast te worden. Voeg daarbij nog de overgangstermijnen die voorzien werden voor het op de markt brengen van producten met CE-markering en de nog onduidelijke situatie die bestaat in verband met certificatie, dan komt men in de praktijk tot een zeer ingewikkelde situatie. Hierbij beschikt de gebruiker vaak over onvoldoende informatie om op een eenvoudige en duidelijke manier de nieuwe bepalingen te kunnen toepassen. De huidige toestand kan voor houtbewerkingsmachines als volgt beschreven worden : -
Houtbewerkingsmachines voor de eerste maal in gebruik tussen 8 oktober 1993 en 1 januari 95 : ofwel : de Europese CE-markering dragen ofwel : in overeenstemming zijn met de wetgeving die vroeger in voege was.
-
Houtbewerkingsmachines voor de eerste maal in gebruik : de Europese CE-markering dragen op 1 januari 1995.
BESTELPROCEDURE ALGEMEEN Een specifieke procedure, identiek aan deze die vroeger opgelegd werd door het A.R.A.B., artikel 54 quater 3, wordt nu vastgelegd in het K.B. arbeidsmiddelen. De doelstelling is het voorkomen dat nieuwe risico's in het bedrijf worden binnengebracht via de aankoop van arbeidsmiddelen. Om zo goed mogelijk deze doelstelling te verwezenlijken werd in het A.R.A.B., artikel 54 quater, een procedure voorzien voor de aankoop van machines, installaties, gemechaniseerde werktuigen en individuele en collectieve beschermingsmiddelen. Deze procedure bestond en bestaat dus nog steeds uit drie stappen, de zgn. drie groene lichten, waarbij telkens de tussenkomst van het diensthoofd V.G.V. gevraagd werd : -
eerste stap
: de bestelling ;
-
tweede stap
: de levering ;
-
derde stap
: de indienststelling.
Er wordt in het K.B. arbeidsmiddelen wel een onderscheid gemaakt tussen de arbeidsmiddelen met CE-markering en deze zonder CE-markering.
13 HOUTBEWERKINGSMACHINES ZONDER CE-MARKERING (BV. TWEEDEHANDSE MACHINES BINNEN DE E.U.) 1. Bestelling (art. 8.1.). De bestelbon of het lastenkohier bevat de eis van naleving van : -
de vigerende wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne;
-
bijkomende voorwaarden, nodig om de doelstelling van het voorkomingsbeleid (artikel 54quater 2 van het A.R.A.B.) te bereiken. Het diensthoofd V.G.V. neemt deel aan de voorbereiding van het opstellen van de bestelling, voegt eventueel aanvullende eisen toe en raadpleegt indien nodig andere bevoegde personen. Hij viseert ook de bestelbon.
2. Levering (art. 8.2). De fabrikant geeft aan de klanten documenten waarin de naleving van de bij de bestelling geformuleerde eisen verantwoord wordt. 3. Indienststelling (art. 8.3.). Voor de indienststelling stelt het diensthoofd V.G.V. een verslag op betreffende : -
de naleving van de wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne ;
-
de naleving van de bijkomende eisen gesteld in de bestelbon. Het diensthoofd V.G.V. doet, indien nodig, een beroep op bevoegde personen.
Wat onder een bevoegde persoon verstaan wordt, wordt gedefinieerd in art. 8.3., nl.: "Onder bevoegde personen dient, volgens het desbetreffende domein, te worden verstaan personen met een vorming van universitair of gelijkgesteld niveau of van hoger technisch niveau, aangevuld door een ondervinding in het domein waarvoor zij geraadpleegd worden, of bij ontstentenis hiervan, de personen die door de werkgever en de vertegenwoordigers van de werknemers aangezien worden als hebbende een vergelijkbare professionele waarde om met volkomen kennis van zaken een mening uit te drukken. De werkgever waakt over de raadpleging, door het hoofd van de dienst voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen, van de bevoegde personen." Het advies van de arbeidsgeneesheer dient bij het verslag gevoegd te worden bij zijn eerstkomend bezoek in de onderneming. Deze laatste eis is in de praktijk echter moeilijk uitvoerbaar en is vanuit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen slechts verantwoord in specifieke gevallen. De documenten en attesten in verband met de drie te nemen stappen, moeten ter beschikking gehouden worden van de arbeidsinspecteur en meegedeeld worden aan het Comité V.G.V..
14 Om de sector enigszins te helpen werden door het N.A.V.B. een aantal typedocumenten opgesteld die kunnen helpen bij het naleven van de wettelijke bepalingen. In de bijlage aan deze tekst vindt men volgende formulieren terug : 1.
Een typeformulier ‘VEILIGHEIDSEISEN BIJ DE BESTELBON’ met de algemene eisen inzake veiligheid die door de leverancier moeten nageleefd worden. Voor een tweedehandse machines of een machine zonder CE-markering gaat het hier om de eis dat de A.R.A.B.-bepalingen moeten nageleefd worden en ook dat er een verantwoordingsattest inzake de naleving van de algemene en bijzondere veiligheidseisen gesteld in de bestelbon, afgeleverd wordt. Een andere belangrijke eis is de gebruiksaanwijzing (instructiehandboek) of de instructies. Het typeformulier is specifiek opgesteld in het Nederlands. Vandaar dat de eis voor een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing (instructiehandboek) of instructiekaart ook is weerhouden. Zijn er evenwel ook Franstaligen in de onderneming dat heeft men het recht ook een Franse versie te eisen. De bijzondere veiligheidseisen hangen af van het type machine.
2.
Een typeformulier ‘VERANTWOORDINGSATTEST’ Als men in punt 1 eist dat de leverancier aan verantwoordingsattest levert dan kan men bij de bestelling reeds het typedocument ‘VERANTWOORDINGSATTEST’ meesturen. Zodoende heeft de leverancier geen tegenargument meer om geen verantwoording in te vullen.
3.
Een typeformulier ‘VERSLAG VOOR INDIENSTSTELLING’ Nadat de machine is geleverd moet door het diensthoofd V.G.V. of de werkgever, in het geval van bouwondernemingen met minder dan 20 werknemers, een verslag voor indienststelling opgesteld worden.
15 HOUTBEWERKINGSMACHINES MET CE-MARKERING De invoering van de CE-markering geeft aan de gebruiker en de persoon die het materiaal bestelt meer garantie betreffende de veiligheid van het product, zodat een vereenvoudigde procedure voorzien wordt waarbij de tweede en de derde stap van de bovenvermelde procedure vervalt voor producten met een CE-markering. Uitzondering Vermits niet alle veiligheids- en gezondheidsaspecten door een markering gedekt worden, wordt toch voor deze overige aspecten opnieuw de procedure van de drie groene lichten opgelegd. Dit geldt ook voor de aanvullende eisen die eventueel gesteld worden om de doelstellingen van artikel 54quater 2 te bereiken.
De ingewikkelde procedure met uitzondering op uitzonderingen roept wellicht een reeks vragen op, zowel betreffende de juridische grondslag als de praktische uitvoering ervan. De eigenlijke doelstelling van de CE-markering was immers dat de producten die in het kader van Europese wetgeving op de markt komen geen bijkomende keuring vereisen. De aankoper is natuurlijk vrij om zelf bijkomende eisen te stellen zowel aan de fabrikant als aan zijn procedure voor aankoop of indienststelling. De bovenstaande uitzondering is dan ook bedoeld voor deze bijkomende eisen, door de aankoper gesteld. Deze eisen houden verband met specifieke gebruiksvoorwaarden (bv. gebruik door linkshandigen), en specifieke installatievoorwaarden (bv. de aanwezigheid van andere machines, de noodzaak tot bijkomende verluchting of geluidsisolatie,...). Deze aspecten kunnen immers niet door de fabrikant bij voorbaat voorzien worden. Het zijn die eisen die de koper moet stellen om aan de doelstelling van het voorkomingsbeleid te kunnen voldoen. Ondanks het feit dat de machinerichtlijn de fabrikant verplicht een gebruiksaanwijzing (instructiehandboek) op te stellen gebeurt het in de praktijk dat de machine afgeleverd wordt zonder een gebruiksaanwijzing of met een gebruiksaanwijzing in een vreemde taal. Om dit element zoveel mogelijk te ondervangen en te vermijden moet bij de bestelling de eis gesteld worden dat de gebruiksaanwijzing in de Nederlandse taal (of andere landstaal) moet zijn en dat het niet naleven van deze eis bepalend zal zijn voor de aanvaarding en de betaling van de levering. Is deze eis toch niet nageleefd bij de levering dan kan men het recht afdwingen om de gebruiksaanwijzing te laten vertalen op kosten van de fabrikant. De kosten kunnen dan verhaald worden op de fabrikant mits dat de vertaling van de originele tekst afgegeven wordt aan de fabrikant. Uzelf kunt een kopie houden. Gebruik voor het opstellen van de bestelbon opnieuw het typeformulier opgesteld door het N.A.V.B.
16 HET VERSLAG VAN INDIENSTSTELLING Hoewel, zoals hierboven beschreven, dit verslag slechts verplicht blijft voor de arbeidsmiddelen zonder CE-markering en/of de aspecten die niet gedekt zijn door de CE-markering, is het vanuit veiligheidsoogpunt nuttig een verificatie bij indienststelling te behouden. Voor arbeidsmiddelen met CE-markering wordt dit verslag dan de neerslag van een onderzoek met volgende inhoud : -
-
-
-
de aanwezigheid en de kwaliteit van de conformiteitsverklaring die met de machine meegeleverd werd (type IIA) : bevat deze verklaring de door de richtlijn voorziene elementen op een correcte wijze, en is ze wel degelijk opgemaakt voor de machine zoals ze geleverd werd (met inbegrip van de eventuele aanpassingen en opties) ? het bestaan van eventuele opvallende en belangrijke veiligheidskosten of risico's die er zouden kunnen op wijzen dat veiligheidselementen ontbreken bij de levering, of dat de fabrikant slordig is te werk gegaan bij de toepassing van de richtlijn ; de aspecten die niet gedekt zijn door de CE-markering alsmede de aanpassing van de machine aan de specifieke werkingsvoorwaarden ; de globale naleving van de door de fabrikant meegeleverde instructies, met inbegrip van het door hem voorziene "normale gebruik" ; het bestaan van aangepaste instructies en van de gebruiksaanwijzing (instructiehandboek). Deze moet met de machine meegeleverd worden en vormt de basis voor de instructies en opleiding van de werknemers controle op de installatie van het arbeidsmiddel : hierbij dient rekening gehouden te worden met omgevingsvoorwaarden, ...
17 AANSCHAF VAN TWEEDEHANDSE MACHINES -
Tweedehandse machines ingevoerd van buiten de E.U., worden beschouwd als nieuwe machines en moeten dus de volledige procedure voor nieuwe machines volgen (CE-markering).
-
Een tweedehandse machine, die binnen de E.U. verhandeld wordt, valt daarentegen buiten het toepassingsgebied van het K.B. machines. Ze moet wel aan de verplichtingen van het gebruik van arbeidsmiddelen beantwoorden, in het bijzonder deze betreffende de aankoopprocedure van machines zonder CE-markering.
AANPASSING VAN HET BESTAANDE MACHINEPARK De houtbewerkingsmachines die voor 8 oktober 1993 reeds ter beschikking stonden van de werknemers, moeten uiterlijk voor 31 december 1996 voldoen aan de minimumvoorschriften opgenomen in de bijlage van het K.B. arbeidsmiddelen, tenzij het A.R.A.B. in specifieke bepalingen voorziet. Opmerking: Deze houtbewerkingsmachines gebruikt voor 8 oktober 1993, dienden reeds te voldoen aan de bestaande reglementering. Daarenboven bestond artikel 54quater van het A.R.A.B. dat de werkgever verplichtte de risico's van machines, apparaten,... te voorkomen. Men kan dus aannemen dat de houtbewerkingsmachines die aan de Belgische reglementering voldeden en in de Belgische bedrijven gebruikt mochten worden, ook als veilig kunnen beschouwd worden. Nochtans kan men zich afvragen of een machine die 15 of meer jaren geleden als veilig beschouwd werd, rekening houdend met de stand van techniek, nog aan de huidige regels van goed vakmanschap op gebied van veiligheid en gezondheid voldoet. Anderzijds kan het nooit de bedoeling van de wetgever geweest zijn om constructieëisen die vastliggen met het ontwerp van de machines, aan de bestaande machines te wijzigen. Dit zou in vele gevallen neerkomen op een onmiddellijke afschrijving van de machine en zou een groot zwaar economische verlies betekenen. Daarenboven kan me niet van de gebruiker verwachten dat hij op de hoogte zou zijn van elke evolutie van de beveiligingsprincipes. De verplichting de machine te onderhouden overeenkomstig de instructies van de fabrikant en in een toestand voor veilige werking te behouden, moet een garantie inhouden voor de verdere veiligheid van het bestaand machinepark. Indien voor de afscherming van bepaalde zeer gevaarlijke risico's, nieuwe procedures of technieken bestaan, is het nuttig dat er net zoals bij een streven naar kwaliteitsverbetering, ook gestreefd wordt naar een betere bescherming van de veiligheid van de werknemers en dus een planning opgemaakt wordt voor de eventuele aanpassing van bestaande houtbewerkingsmachines.
Het K.B. arbeidsmiddelen bevat een bijlage waarin algemene principes opgesomd zijn. Men gaat ervan uit dat bestaande arbeidsmiddelen vanaf 1.1.1997 aan deze stand van de huidige beveiligingstechnieken zouden moeten kunnen beantwoorden.
18 Praktisch kan men in verschillende fasen te werk gaan. Eerste fase : opsporing van knelpunten (risicoanalyse). Per groep machines, bv. zaagmachines, schuurmachines e.d. kunnen de knelpunten vastgelegd worden. Tweede fase : evaluatie. Nagaan in hoeverre bestaande reglementering (K.B. machines) of reglementering van voor 1.1.1993 (inwerkingtreding van het K.B. machines) reeds van toepassing was en de conformiteit van de machines met deze regels nagaan. Daarbij kunnen ofwel specifiek K.B.'s gelden of kunnen bepaalde bepalingen uit het A.R.A.B. van toepassing zijn. Wanneer een arbeidsmiddel voldoet aan de Belgische reglementering die voor 8.10.1993 van toepassing was, kan men ervan uitgaan dat het voldoet aan de minimumeisen gesteld in de bijlage van het K.B. arbeidsmiddelen. Belangrijk is dus de K.B.'s en artikelen van het A.R.A.B. die vanaf 1.1.95 of 1.1.96 opgeheven worden als referentie te blijven gebruiken voor bestaande arbeidsmiddelen. Deze interpretatie is niet letterlijk in de wettekst opgenomen, maar was de interpretatie van de bevoegde ambtenaren bij de bespreking van de ontwerpbesluiten en in de Hoge Raad V.G.V.. Derde fase : planning Per machine die eventuele problemen met zich meebrengt : -
opmaken van een technische beschrijving van de noodzakelijke aanpassing;
-
schatting van de kost ;
-
vastleggen van een uitvoeringstermijn.
Vierde fase : besluitvorming en uitvoering Het nemen van de beslissing in verband met het al of niet uitvoeren van maatregelen. Daarbij moet rekening gehouden worden met de grootte van het risico, de kost van de uitvoering, de uitvoerbaarheid,... Met de bevoegde technische ambtenaren (Technische arbeidsinspectie) kunnen twijfelgevallen besproken worden om tot een eenvormige interpretatie te komen.
GEBRUIK EN ONDERHOUD Wanneer het gebruik van een houtbewerkingsmachine gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers kan opleveren, neemt de werkgever volgende maatregelen: -
enkel werknemers die daartoe een specifieke instructie of opleiding ontvangen hebben, worden belast met het gebruik van deze houtbewerkingsmachines. Het gebruik blijft aan deze werknemers voorbehouden ;
-
onderhoud, ombouwing en herstelling van deze houtbewerkingsmachines blijven voorbehouden aan werknemers die daarvoor een specifieke bekwaamheid hebben.
De arbeidsmiddelen dienen tijdens de gehele gebruiksduur door een adequaat onderhoud in zodanige staat gehouden te worden, dat zij blijven voldoen aan de oorspronkelijke fundamentele veiligheidseisen waaraan zij bij hun initiële ingebruikneming dienden te voldoen.
19
GEBRUIKSAANWIJZINGEN De werknemers dienen te beschikken over voldoende informatie over de houtbewerkingsmachines die ter beschikking gesteld worden. Het K.B. arbeidsmiddelen legt aan de werkgever de verplichting op in het voorkomend geval gebruiksaanwijzingen ter beschikking te stellen. "In voorkomend geval", wijst er duidelijk op dat niet voor om het even welk arbeidsmiddel zoals bv. een handwerktuig een gebruiksaanwijzing dient ter beschikking te zijn. De informatie van de gebruiksaanwijzingen dient minstens het volgende te bevatten : -
de normale omstandigheden waaronder de arbeidsmiddelen dienen te worden gebruikt;
-
de te voorziene abnormale situaties;
-
de conclusies in het voorkomend geval kunnen worden getrokken uit de bij het gebruik van arbeidsmiddelen opgedane ervaringen.
Deze gebruiksaanwijzing moet voor de betrokken werknemers begrijpelijk zijn. Dit wil zeggen dat afhankelijk van de kennis van de werknemers, de vorm, de taal en de stijl van het taalgebruik verschillend kan zijn. Deze gebruiksaanwijzingen moeten dus niet noodzakelijk in het Nederlands gesteld zijn, maar zij moeten wel in een voor de gebruiker verstaanbare taal geformuleerd zijn. Voor machines en apparaten die onder het toepassingsgebied van het K.B. machines vallen en waarvan dus de grootste groep vanaf 1.1.1995 de CE-markering moeten dragen, is speciale aandacht aan de gebruiksaanwijzing geschonken. Deze gebruiksaanwijzing wordt gedetailleerd beschreven in het K.B. machines en dient onder meer volgende gegevens te bevatten; -
herhaling van de gegevens van de markering;
-
de beoogde gebruiksomstandigheden;
-
instructies inzake gebruik, hanteren, installeren, monteren, demonteren, afstellen, onderhoud, reparaties, lesinstructies (indien nodig)...;
-
de noodzakelijke tekeningen en schema's;
-
gegevens inzake uitstraling van geluid en trillingen (met inbegrip van eventuele specifieke montagevoorschriften);
-
aanwijzingen (indien van toepassing) voor het gebruik in een omgeving met ontploffingsgevaar.
Het is belangrijk bij de aankoop van de nieuwe arbeidsmiddelen te verifiëren of deze gebruiksaanwijzing aanwezig is en volledig beantwoordt aan de gestelde eisen.
20
VORMING EN INSTRUCTIES VORMING De voorschriften inzake informatie en vorming van werknemers zijn terug te vinden in artikel 28 van het A.R.A.B. (omzetting van de kaderrichtlijn 89/391/EEG). De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer bij : - zijn indiensttreding; - een overplaatsing of verandering van functie; - de invoering van een nieuw arbeidsmiddel of verandering van arbeidsmiddel (in casu houtbewerkingsmachine) - de invoering van een nieuwe technologie. een voldoende en aangepaste veiligheids- en gezondheidsopleiding krijgt, met name in de vorm van voorlichting en instructies, welke opleiding speciaal gericht is op zijn werkpost en zijn functie. Deze opleiding moet worden aangepast aan de ontwikkeling van de risico's en aan het ontstaan van nieuwe risico's. Indien nodig moet ze op gezette tijden worden herhaald. Deze opleiding is niet ten laste van de werknemers en wordt gegeven tijdens de werktijd. De werkgever stelt voor de hiërarchische lijn en voor de werknemers, een programma op tot vorming in de arbeidsveiligheid en hygiëne. Dit programma houdt rekening met de instructies bedoeld in het K.B. arbeidsmiddelen en, waar van toepassing, met deze bedoeld in het K.B. machines.
INSTRUCTIES Voor elke houtbewerkingsmachine moeten de nodige schriftelijke instructies bestaan voor de werking, gebruikswijze, inspectie en onderhoud. De inlichtingen betreffende de veiligheidstoestellen worden gevoegd bij die instructies. De instructies worden in principe opgesteld door de hiërarchische lijn en worden indien nodig aangevuld door het diensthoofd V.G.V. en de arbeidsgeneesheer. Voor het opmaken van de instructies wordt in de eerste plaats beroep gedaan op de documenten geleverd door de fabrikant, nl. de gebruiksaanwijzing. De instructie kan verschillende vormen aannemen : Instructiehandboek : -
wordt in principe geleverd door de fabrikant; is heel volledig en bevat alle instructies over de werking, gebruikswijze, onderhoud, inspectie en de veiligheidstoestellen; de voorzorgsmaatregelen op het vlak van veiligheid en gezondheid kunnen in de instructies worden geïntegreerd en mogen niet van andere instructies worden losgekoppeld; is compleet en bevat alle informatie voor verschillende betrokkenen zoal de gebruiker, de onderhoudstechnicus, de inspectie. De instructies bij grote machines kunne echter zo uitgebreid en zo volumineus zijn dat een bijkomende samenvatting noodzakelijk is voor elke specifieke gebruiker. De samenvatting van de belangrijkste gebruiker. De samenvatting van de belangrijkste aspecten kan bij het instructiehandboek gevoegd worden of onder de vorm van een instructiekaart bij de machine worden bevestigd.
Instructiekaart : -
is uitgewerkt als een beknopte herhalingsinstructie bij het uitgebreide instructieboek; is rechtstreeks gericht naar de gebruiker en kenmerkt zich door de compactheid en het handige formaat (bv. één bedrukte bladzijde); kan zichtbaar op de machine bevestigd worden of bevindt zich in elk geval in de onmiddellijke nabijheid ervan.
21
BESLUIT. Bij het afsluiten van een bestelling of het opstellen van een bestelbon zal het zo zijn dat de aankoper de nodige eisen zal moeten stellen aan de verkoper zodat hij zelf achteraf niet met onnodige problemen en vooral kosten geconfronteerd wordt. Onderstaand overzicht geeft een idee van welke elementen allemaal kunnen geëist worden. 1. Houtbewerkingsmachines die niet voldoen aan de machinerichtlijn (i.c. niet CE-gemarkeerde machines). 1. 2.
Constructie : voldoen aan het K.B. van 9 januari 1976. Gebruik : voldoen aan de A.R.A.B.- en CODEX-bepalingen, in het bijzonder de arbeidsmiddelenrichtlijn De administratieve documenten die hier mee gepaard gaan zijn : een risicoanalyse uitgevoerd overeenkomstig de checklist opgenomen in de arbeidsmiddelenrichtlijn die ten allen tijde ter inzicht is voor de bevoegde ambtenaren. een indienststellingsverslag van de machine opgesteld door het diensthoofd V.G.V. (in bedrijven met minder dan 20 werknemers is dit de werkgever). instructies opgesteld in de taal van de gebruiker door de werkgever of in opdracht door het diensthoofd V.G.V.
2. Houtbewerkingsmachines die voldoen aan de machinerichtlijn (i.c. CE-gemarkeerde machines). 1. 2.
Constructie : voldoen aan het K.B. van 5 mei 1995. Gebruik : voldoen aan de A.R.A.B.- en CODEX-bepalingen, in het bijzonder de arbeidsmiddelenrichtlijn De administratieve documenten die hier mee gepaard gaan zijn : de E.G.-verklaring van overeenstemming IIA voor de houtbewerkingsmachine eventueel aangevuld met de E.G.-verklaring van typekeuring voor de houtbewerkingsmachines van bijlage IV van de machinerichtlijn (i.c. geldig voor de meeste houtbewerkingsmachines met manuele toevoer). een indienststellingsverslag van de machine opgesteld door het diensthoofd V.G.V. (in bouwbedrijven met minder dan 20 werknemers is dit de werkgever) dat rekening houdt met de gebruiksomstandigheden en de opstellingsomstandigheden van de machine. Voor wat betreft de technische voorzieningen en veiligheidsvoorzieningen op de machine kan de E.G.-verklaring van overeenstemming aan het indienststellingsverslag gehecht worden. de gebruiksaanwijzing (instructiehandboek) voor de machine die o.a. volgende onderwerpen moet bevatten gebruik, transport, onderhoud en opsporen van problemen (troubleshooting). De gebruiksaanwijzing moet overeenkomstig onze taalwetgeving in de taal van de gebruiker zijn dit is dus Nederlands, Frans of Duits. instructies opgesteld in de taal van de gebruiker door de werkgever of in opdracht door het diensthoofd V.G.V.