De nieuwe energie-eisen vanaf 2016
Onze Vlaamse EPB-regelgeving is constant in beweging. Ook vanaf 1 januari 2016 verstrengen de eisen. Naast de verstrenging werken de verschillende gewesten samen aan het verfijnen van de EPB-rekenmethode. Deze verfijning is gewenst gezien de evolutie naar steeds energiezuinigere woningen. Architect Benny Craenhals brengt tijdens deze infosessie een duidelijk overzicht van deze verstrengingen en aanpassingen. Aansluitend worden de aangescherpte eisen en de gevolgen hiervan praktijkgericht toegepast op het buitenschrijnwerk en ondergrondse constructies. Voor het buitenschrijnwerk bekijkt dr. ir-arch. Nathan Van Den Bossche de luchtdichtheid van en rond het kader, de thermische prestaties van de profielen, de waterdichtheid en de bouwknopen. Kunnen bepaalde keuzes in verband met het buitenschrijnwerk een belangrijke impact hebben op het E-peil? Waarmee moet u rekening houden om de nieuwe U-waarden te halen? Door de steeds strengere U-waarden is het isoleren van scheidingsconstructies in contact met de grond niet altijd eenvoudig. Architect Benny Craenhals zal dit onderwerp dieper behandelen.
Programma 19u00: Nieuwe energie-eisen 2016 en wijzigingen binnen de rekenmethode • Strengere EPB-eisen vanaf 2016 • Ook gemeenten kunnen strengere eisen opleggen • Enkele wijzigingen binnen de EPW-rekenmethode - Belonen van energetisch performante sanitair warm water-systemen - Wijzigingen rond opengaande delen en het inbraakrisico - Aanpassingen in verband met externe warmtelevering en hulpenergieverbruik voor ventilatoren • Enkele wijzigingen binnen de EPU-rekenmethode • Vanaf 2016 wordt de STS-ventilatie geïntegreerd in de EPB-regelgeving. Wat zijn hier de belangrijkste krijtlijnen? Door arch. Benny Craenhals 19u45: Praktijkoplossingen Door ir-arch. Koen Willem 19u55: Doordachte EPB-keuzes rond het buitenschrijnwerk • Luchtdichtheid van en rond het buitenschrijnwerk: - Welke klasse van buitenschrijnwerk opnemen in uw bestek om te kunnen voldoen aan de strengere EPB-eisen? - Bijkomende aandachtspunten voor een luchtdichte montage. Zijn kaders en folies nodig voor een luchtdichte aansluiting? Aandachtspunten op de werf? • Thermische prestaties van verschillende profielen - Voor- en nadelen van de verschillende materialen in teken van het energetische verhaal - Hoe kan je een raamprofiel thermisch verbeteren: isolatie? dichtingen? - Zijn slanke profielen nog mogelijk in het energetische verhaal? • Extra aandacht voor de bouwknopen rond het buitenschrijnwerk • Waterdichting: algemene principes Door dr. ir-arch. Nathan Van Den Bossche 20u55: Praktijkoplossingen Door ir-arch. Koen Willem 21u05: Isoleren van ondergrondse constructies vanaf 2016 • Vanaf 2016 kan men niet meer kiezen voor de minimale R-waarde. Welke gevolgen heeft dit voor u als ontwerper? Wat was het verschil tussen de U- en R-waarden? • Welke aandachtspunten en mogelijkheden zijn er om te voldoen aan de nieuwe U-max-eis bij het isoleren van vloeren op volle grond en ondergrondse constructies? • Welke impact hebben de transmissieverliezen via ondergrondse constructies? Door arch. Benny Craenhals 21u20: Praktijkoplossingen Door ir-arch. Koen Willem 21u30: Afsluitende receptie
3
energie-eisen vanaf 2016
buitenschrijnwerk en ondergrondse constructies Benny Craenhals architect – energieconsulent NAV
1
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
EPB-eisen 2016 wijzigingen vanaf 2016 1. 2. 3.
strengere eisen eisen opgelegd door gemeenten wijzigingen EPW • performante warm watersystemen • zomerventilatie & inbraakrisico • externe warmtelevering & hulpenergieverbruik voor ventilatoren
4. 5.
wijzigingen EPU STS ventilatie / wanneer - wie - wat – hoe 2
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
5
2016 2018 2020 2021
2015
2016
- 10% E
zonder H.E.
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
minimum aandeel H.E. (indien met PV)
60
54
50
45
KANTOOR PUBLIEK
60
54
50
45
SCHOLEN
60
54
55
49
60
54
55
49
KANTOOR PRIVAAT
minimum aandeel H.E. (indien PV)
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
WONEN
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
PV : 7 kWh/m2.j
PV : 10 kWh/m2.j
PV : 10 kWh/m2.j
PV : 10 kWh/m2.j
* kantoren openbare besturen = E50 ** ook perceelgebonden P.V. 6
zonder H.E.
**
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
7
Vlaanderen is energie Vlaanderen U-waarden vanaf 2016*** vanaf 2015 U- enU-waarden R-waarden 2015 U- vanaf en R-waarden vanaf 2016
EPB
versie maart 2015 versie maart 2015
is energie is energie is energie is energie
1
U-waarden vanaf 2016 MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN
EPB EPB EPB11
EPB 1
1
U max �������������� MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN OF U-WAARDEN MINIMAAL TE REALISEREN OF MINIMAAL R-WAARDEN TE REALISEREN R-WAARDEN (W/m²K) MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN U R U R min Umax max min max Constructiedeel Constructiedeel �������������� �������������� SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 U max �������������� (W/m²K) (m²K/W) (m²K/W) (W/m²K) (W/m²K)
1
met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume SCHEIDINGSCONSTRUCTIES SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME DIE HET OMHULLEN, BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 DIE VOLUME 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIEHET HETBESCHERMD BESCHERMD VOLUMEOMHULLEN, OMHULLEN, 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES 2015 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 met uitzondering van de scheidingsconstructies met uitzondering van diede descheidingsconstructies scheiding vormen met een die aanpalend de scheiding vormen volume met een aanpalend beschermd volume met uitzondering van die vormen met een beschermd volume met uitzondering vande descheidingsconstructies scheidingsconstructies diede descheiding scheiding vormen metbeschermd eenaanpalend aanpalend beschermd volume
1.1 met TRANSPARANTE uitzondering vanSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume
met uitzondering van deuren en poortenSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan 1.8 1.1 1.1 1.1 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, 1.1 TRANSPARANTE TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, en1.5) 1.1 TRANSPARANTE glas (zie 1.6) met uitzondering van deuren enSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, poorten (zie 1.3), gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) (zie 1.4),(zie met uitzondering vanlichte deuren enlichte poorten (zie(zie 1.3), lichte gevels glasbouwstenen (zie met uitzondering van deuren (zie 1.3), gevels glasbouwstenen 1.5) andere met uitzondering van deurenen enpoorten poorten (zie 1.3), lichte gevels (zie1.4), 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5)en en scheidingsconstructies scheidingsconstructies anderedan dan
1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6
Ug,max = 1.1 met uitzondering van en (zie poorten 1.3), lichte (zie1.6) 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan glas (zie 1.6) en scheidingsconstructies dan glas 1.6) (zie andere en deuren scheidingsconstructies dangevels glas (zie glas (zie 1.6) andere (zie 1.6) 1.2 glas OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, deuren (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzonderinguitzondering van deuren envan met poorten uitzondering (zie en 1.3)poorten envan lichte deuren gevels en (zie poorten 1.4) (zie 1.3) en1.4) lichte gevels (zie 1.4) 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) daken en plafondsdaken en plafonds 1.2.1 daken en plafonds 1.2.1 daken en plafonds 1.2.1 daken enplafonds plafonds 1.2.1 daken en 1.2.1 muren niet inmet contact met dein grond, met uitzondering van de muren muren bedoeld inmuren 1.2.4 bedoeld in 1.2.40.24 1.2.2 niet in contact met de grond, met uitzondering van de bedoeld 1.2.4 1.2.2 muren muren niet in contact muren de grond, niet met uitzondering contact met van dede grond, murenmet bedoeld uitzondering in 1.2.4 van dein 1.2.2 muren niet in contact met de grond, met uitzonderingvan vande demuren murenbedoeld bedoeldinin1.2.4 1.2.4 1.2.2 niet in de contact de grond,met metdeuitzondering 1.2.2 in met de grond 1.2.3 muren muren in contact met grond muren contact grond 1.2.3 1.5 0.40 of muren in contact contact met met dein grond 1.2.3 muren contact met grond 1.2.3 verticale muren inin contact met dedegrond 1.2.3 en hellende scheidingsconstructies in contact met een of met een buiten het kelder beschermd volume 1.2.4 verticale en hellende scheidingsconstructies verticale en hellende in contact scheidingsconstructies met een kruipruimte in ofkruipruimte contact met een met kelder een buiten kruipruimte hetkelder of met een buiten het 1.2.4 verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een kelder buiten het beschermd volume 1.2.4 1.4 verticale enhellende hellende scheidingsconstructies contactmet meteen eenkruipruimte kruipruimteofofmet meteen eenkelder kelderbuiten buitenhet hetbeschermd beschermdvolume volume 1.2.4 vloeren beschermd volume beschermd volume verticale scheidingsconstructies inincontact 1.2.4 inen contact met de buitenomgeving 1.2.5 vloeren inincontact contact met de buitenomgeving 1.2.5 contact metde de buitenomgeving 1.2.5 vloeren in met buitenomgeving 1.2.5 andere vloeren (vloeren op volle grond, een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd 1.2.6 vloeren invloeren contact met de buitenomgeving vloeren in contact metboven de buitenomgeving 1.2.5 0.30 volume, ingegraven andere vloeren (vloeren opvolle volle grond, boven een kruipruimte ofboven boven een kelder buiteneen hetkelder beschermd volume, ingegraven 1.2.6 keldervloeren) andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.2.6 andere vloeren op grond, boven een kruipruimte of een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.2.6 andere vloeren (vloeren op andere volle grond, vloeren boven (vloeren een kruipruimte op volle grond, of boven boven een kelder een kruipruimte buiten het beschermd of boven buiten het beschermd 1.2.6 (vloeren 1.75 0.30 of keldervloeren) keldervloeren) volume,keldervloeren) ingegraven keldervloeren) volume, ingegraven keldervloeren)
1.3 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) DEUREN ENPOORTEN POORTEN (met inbegrip vankader) kader) 1.3 DEUREN EN (met inbegrip DEUREN EN POORTEN DEUREN (met inbegrip EN POORTEN van kader)van (met inbegrip van kader) 1.3 1.3 1.3 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) 1.4 GORDIJNGEVELS (volgens prEN(volgens 13947) prEN 13947) 1.4 GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) GORDIJNGEVELS (volgens GORDIJNGEVELS prEN 13947) 1.4 1.4 1.4
2.0 2.0 en Ug,max = 1.1
1.4 GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947)
1.5 GLASBOUWSTENEN GLASBOUWSTENEN 1.5 1.5 1.5 GLASBOUWSTENEN GLASBOUWSTENEN 1.5 GLASBOUWSTENEN TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6
2.0
met uitzondering van SCHEIDINGSCONSTRUCTIES deuren en poorten (zie 1.3) en lichte ANDERE gevels (zie 1.4) GLASBOUWSTENEN 1.5 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, DAN ANDERE 1.6 1.6 1.6 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DANGLAS, GLAS, DAN GLAS, 1.6 TRANSPARANTE en met uitzondering van (zie lichte (zie 1.4) met uitzondering van deuren met endeuren poorten uitzondering (zie 1.3) van endeuren lichte gevels enen poorten (zie 1.4)gevels (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) met uitzondering van deurenen enpoorten poorten (zie1.3) 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, OP AANGRENZENDE 1.6 Url,max = 1.6 PERCELEN 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES
met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 2 TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES AANGRENZENDE PERCELEN SCHEIDINGSCONSTRUCTIES 2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES TWEE BESCHERMDE VOLUMES 3 VOLGENDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HETOP BESCHERMD VOLUME OF OP PALEND AAN EEN 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEETUSSEN BESCHERMDE VOLUMESOP OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 AANGRENZENDE PERCELEN AANGRENZENDE PERCELEN metBESCHERMD uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, 3 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET VOLUME OF PALEND AAN VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OF PALEND AANEEN EEN 2 BESTAAND SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 3 3.1 3 BESCHERMD VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME BINNENOF HET PALEND BESCHERMD VOLUME OF PALEND met VOLUME OP EIGEN PERCEEL, TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN metuitzondering uitzonderingvan vandeuren deurenen enpoorten poorten(zie (zie1.3): 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, AAN EEN BESTAAND BESCHERMD AAN EEN BESTAAND VOLUME OP BESCHERMD EIGEN PERCEEL, VOLUME OP EIGEN PERCEEL, 33.1uitzondering VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN RUIMTEN HET BESCHERMD VOLUME OFgangen, PALEND TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 (trappenhuis, inkomhal, ...) AAN EEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE 3.2 met van deuren met enuitzondering poorten (zie 1.3): van deuren en poorten (zie 1.3): TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL,RUIMTEN inkomhal, gangen, ...) WOONEENHEDEN EN 3.2 TUSSEN WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) WOONEENHEDEN ENGEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN(trappenhuis, 3.2 TUSSEN TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 3.3 3.1 TUSSEN WOONEENHEDEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 TUSSEN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 RUIMTEN MET EENEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN TUSSEN WOONEENHEDEN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 3.4 3.2 WOONEENHEDEN EN RUIMTENEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 TUSSEN NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING TUSSEN RUIMTEN MET EENEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN METinkomhal, EEN 3.4 (trappenhuis, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 1.0 WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING TUSSEN WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 TUSSEN 3.3 3.4 TUSSEN RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN gangen, 4 NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING NIET-INDUSTRIËLE RUIMTEN EEN BESTEMMING INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN BESTEMMING TUSSEN RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN 3.4 TUSSEN 3.4MET WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE 3.3 TUSSEN 4.1 NA-ISOLEREN OPAKE CONSTRUCTIES 4 VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING 4 NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN 4.1.1 BESTAANDE DAKEN EN PLAFONDS MET NA-ISOLATIE tussen of aan deEN buitenzijde van de draagconstructie TUSSEN RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING RUIMTEN MET EEN 3.4 OPAKE 4.1 CONSTRUCTIES 4 4.1.2 NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET VOLUME 4 NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan de buitenzijde van deBESCHERMD bestaande constructie in contact met de buitenomgeving 4.1 NIET-INDUSTRIËLE OPAKE CONSTRUCTIES 4.1.1 BESTAANDE DAKEN ENBESTEMMING PLAFONDS MET NA-ISOLATIE tussen of aan de buitenzijde van de draagconstructie 4.1.3 MET NAVULLING, met uitzondering vande spouwmuren contact met de grond OMHULLEN OMHULLEN 4.1.1 BESTAANDE BESTAANDESPOUWMUREN DAKEN EN PLAFONDS MET NA-ISOLATIE tussen of aan buitenzijde in van de draagconstructie
2
4.1.2
BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan de buitenzijde van degebouwen) bestaande constructie in contact met de buitenomgeving (enkel voor ingrijpende energetische renovatie van residentiële
44.1.2NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HETconstructie BESCHERMD VOLUME BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan demet buitenzijde van de bestaande in contact deOMHULLEN buitenomgeving 4.1 4.1.3 OPAKE CONSTRUCTIES 4.1SPOUWMUREN OPAKE CONSTRUCTIES BESTAANDE MET NAVULLING, uitzondering van spouwmuren in contact met demet grond 4.1.4 BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan de binnenzijde van de bestaande constructie
Vanaf 2016 kunnen gemeenten strengere eisen opleggen
(W/m²K)
2016
1.5 �� 1.8 1.5 1.5 Ug,max en ��= 1.1 1.5
• steeds per wijk
��
U ��= 1.1 Ug,max g,max = 1.1 Ug,max = 1.1
0.24 0.24 0.24 0.24 0.40
• alleen voor nieuwe wijken of verkavelingen of
0.24 0.24 0.24 0.24 0.30
0.30 of 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 �� 2.0 2.0 Ug,max 2.0 ��= 1.1 �� en
1.5 1.4
• aanvraag vergunning na 2016
keuzevrijheid R < > U vervalt
2 pakketten :
1.75
• Pakket 1: max. E30 (BEN)
UUg,max ��= 1.1 g,max 2.0= 1.1
Ug,max = 1.1
2.0 2.0 2.0 �� 2.0 2.0 2.0= 1.4 Utp,max �� en �� 2.0===1.6 1.4 U U rl,max 1.4 Utp,max 0.6 tp,max
• Pakket 2: max. E20, max. K25
�� 0.6 0.6 Utp,max 0.6 0.6= 1.4
Informatie & handhaving
0.6
gemeente > VEA >
1.0
1.0 1.0 1.0
sancties ? > identiek a. sancties Vlaams gewest
1.0 0.24
taak architect : informeren stedenbouwk. voorschriften
0.24 0.55 0.24
0.55 4.1.3 (enkel BESTAANDE MET NAVULLING, met uitzondering van contact met de grond voor ingrijpende energetische renovatie residentiële gebouwen) 4.1.1 BESTAANDE 4.1.1 DAKEN ENSPOUWMUREN PLAFONDS BESTAANDE MET NA-ISOLATIE DAKEN EN PLAFONDS tussenvan of aan MET de buitenzijde NA-ISOLATIE vanspouwmuren tussen de draagconstructie of aaninde buitenzijde van de draagconstructie 0.55 4.1.5 BESTAANDE VLOEREN MET NA-ISOLATIE aan de buitenzijde van de bestaande constructie in contact met de buitenomgeving 0.24 4.1 OPAKE CONSTRUCTIES (enkel voor ingrijpende renovatie van residentiële gebouwen) 4.1.2 4.1.4 4.1.2 BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE BESTAANDE aan MUREN de buitenzijde MET NA-ISOLATIE van de bestaande aan deconstructie buitenzijde in contact van de met bestaande de constructie 0.24 in contact met de 0.24 0.24 BESTAANDE MUREN METenergetische NA-ISOLATIE aan de binnenzijde van de bestaande constructie Ten hoogste 2 % van de totale oppervlakte van alle scheidingsconstructies die het beschermde volume omhullen, zoals vermeld onder 1.1 t/m 1.6, mag afwijken van deze eisen. buitenomgeving buitenomgeving 4.1.1 BESTAANDE DAKEN ENMET PLAFONDS MET NA-ISOLATIE tussenvan of aan de buitenzijde van de draagconstructie 4.1.4 BESTAANDE BESTAANDEVLOEREN MUREN NA-ISOLATIE aan de constructie 4.1.5 de binnenzijde buitenzijde de bestaande in contact met de buitenomgeving 0.24 0.24 4.1.3 4.1.2 4.1.3 BESTAANDE SPOUWMUREN BESTAANDE MET NAVULLING, SPOUWMUREN metaan uitzondering MET NAVULLING, van spouwmuren in uitzondering contactconstructie met de van grond spouwmuren inmet contact met de grond MUREN MET NA-ISOLATIE de de buitenzijde vanvan demet bestaande in in contact met dede buitenomgeving 4.1.5 BESTAANDE BESTAANDE VLOEREN MET NA-ISOLATIE aan buitenzijde de bestaande constructie contact buitenomgeving 0.24 Ten hoogste 2 % van de totale oppervlakte van alle scheidingsconstructies die het beschermde volume omhullen, zoals vermeld deze eisen. 0.55onder 1.1 t/m 1.6, mag afwijken van 0.55 (enkel voor ingrijpende energetische (enkel voor renovatie ingrijpende van residentiële energetische gebouwen) renovatie van residentiële gebouwen) 4.1.4 4.1.5
taak VG :
4.1.3 BESTAANDE SPOUWMUREN MET met uitzondering spouwmuren contact zoals met de grond Ten hoogste 2 % van de totale oppervlakte vanNAVULLING, alle scheidingsconstructies die hetvan beschermde volumeinomhullen, vermeld onder 1.1 t/m 1.6, mag afwijken van deze eisen. 0.55 4.1.4 BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan de binnenzijde van bestaande BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan deconstructie binnenzijde (enkel voor ingrijpende energetische renovatie vanderesidentiële gebouwen) van de bestaande constructie 4.1.5METBESTAANDE BESTAANDE VLOEREN NA-ISOLATIE VLOEREN aan de buitenzijde MET NA-ISOLATIE van de bestaande aan de constructie buitenzijde in contact van demet bestaande de constructie in contact met de 0.30
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 4.1.4 BESTAANDE MUREN MET NA-ISOLATIE aan 2016 de binnenzijde van de bestaande constructie buitenomgeving buitenomgeving 4.1.5
BESTAANDE VLOEREN MET NA-ISOLATIE aan de buitenzijde van de bestaande constructie in contact met de buitenomgeving
handhaving tot eis gemeente handhaving vanaf eis VL.
informeren + controleberekening vooraf als toets
(niet geïmplementeerd in software !)
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
0.30 0.24
0.24
Ten hoogste 2 % van de totaleTen oppervlakte hoogste van 2 % alle vanscheidingsconstructies de totale oppervlakte dievan het alle beschermde scheidingsconstructies volume omhullen,die zoals hetvermeld beschermde onder 1.1 volume t/m 1.5, omhullen, mag afwijken zoals van vermeld deze eisen. onder 1.1 t/m 1.5, mag afwijken van deze eisen.
Ten hoogste 2 % van de totale oppervlakte van alle scheidingsconstructies die het beschermde volume omhullen, zoals vermeld onder 1.1 t/m 1.6, mag afwijken van deze eisen.
EPB-eisen 2016
EPB-eisen 2016
wijzigingen vanaf 2016
wijzigingen vanaf 2016
gelden er enkel nog eisen voor de U-waarden en niet meer voor de R-waarden. 1.: vanaf 2016 strengere eisen 2. eisen opgelegd door gemeenten 3. wijzigingen EPW
1. 2. 3.
*
: vanaf 2016 gelden er enkel nog eisen voor de U-waarden en niet meer voor de R-waarden.
*
: vanaf 2016 gelden er enkel nog eisen voor de U-waarden en niet meer voor de R-waarden. * : vanaf 2016 gelden er enkel nog eisen voor de U-waarden en niet meer voor de R-waarden.
*
• performante warm watersystemen
• performante warm watersystemen
• zomerventilatie & inbraakrisico
• externe warmtelevering & hulpenergieverbruik voor ventilatoren
• externe warmtelevering & hulpenergieverbruik voor ventilatoren
4. 5.
strengere eisen eisen opgelegd door gemeenten wijzigingen EPW (wonen)
• zomerventilatie & inbraakrisico
wijzigingen EPU STS ventilatie / wanneer - wie - wat – hoe
• wijzigingen EPU
4. 8
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
STS ventilatie / wanneer - wie - wat – hoe 10
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
8
9
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016 PERFORMANTE WARM WATER SYSTEMEN
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016
η opwekking & opslag
Ecodesign en Ecolabeling: • SWW opwekkingstoestellen: • rendementsklasse (tussen G en A+++) • voor één van de tapprofielen (3XS tot 4XL)
η opwekking & opslag
richtlijn ecodesign
Ecodesign
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Ecolabel
Reglement Opwektoestel enkel SWW Combitoestel (evt met opslagvolume)
Tapprofielen
x
811/2013
3XS tot XXL
x
812/2013
x
813/2013
x
814/2013
< 70kW < 70kW en/of 500l < 400kWCombitoestel en/of 2000l
3XS tot XXL < 400kW
3XS tot 4XL 3XS tot 4XL
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
afb : climavent.be
zonne-energiesystemen
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016 PERFORMANTE WARM WATER SYSTEMEN
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016
η opwekking & opslag
Dossiers met vergunning of melding nà 1/1/2016 & Toestel onder ecodesign of ecolabeling: ➡ EPB gebruikt gegevens ecodesign.
Ecodesign en Ecolabeling:
Europese richtlijnen voor ‘space & combination heaters’ en ‘water heaters and hot water storage tanks’
• SWW opwekkingstoestellen:
➡ product opwekkings- en opslagrendement
=> huidige vaste waarden.
Andere toestellen:
• Vanaf 26 september 2015
• Verplichting producenten : gegevens publiek
η opwekking & opslag
Ecodesign en Ecolabeling:
Een harmonieuze oplossing voor elk dak Het zonnepaneel kan zowel horizontaal als verticaal geïnstalleerd worden, zowel op hellende daken (in opbouw of inbouw) als op
Montage in opbouw Afhankelijk van het type dakpan zijn er aangepaste montagesets beschikbaar met een speciaal schroefsysteem waarmee de panelen
platte daken. Bovendien werden bij de ontwikkeling van deze zonnepanelen ook nieuwe montagesystemen ontworpen voor een snelle en eenvoudige montage.
eenvoudig en stevig gemonteerd kunnen worden. Wat u hiervoor nodig hebt? Eén enkel werktuig!
(ook voor zonthermische systemen)
• rendementsklasse (tussen G en A+++) • voor één van de tapprofielen (3XS tot 4XL) • SWW toestellen voor opslag: • klasse ifv opslagverliezen
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Montage in inbouw
Montage op een plat dak
De panelen hebben een ‘slimline’-ontwerp: ze zijn slechts 80 mm diep en garanderen dan ook een harmonieuze integratie in uw dak.
Voor dit soort Infosessie installatie ontvangt u een raamwerk dat u NAV Nieuwe energie-eisen gemakkelijk openklapt en dat kan worden gemonteerd naar de
gewenste hellingsgraad van 30, 45 of 60°.
afb : climavent.be
10
2016
11
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016
HULPENERGIE VOOR VENTILATOREN
EXTERNE WARMTELEVERING : WBO (EPW & EPU) WBO opgenomen in rekenmethode => geen gelijkwaardigheidsaanvraag meer noodzakelijk
Bij berekening hulpenergieverbruik ven0latoren -‐ 2 op0es: ofwel : Methode bij ontstentenis (= methode 1) ofwel : Detailberekening (methode 2 of methode 3) Methode 2: bepaling van een rekenwaarde bij een representa0ef werkingspunt op basis van het geïnstalleerd vermogen; Methode 3: bepaling van een rekenwaarde bij een representa0ef werkingspunt op basis van het gemeten vermogen bij het nominale werkingspunt
Keuze berekening (methode) gebeurt per EPW-‐volume
Document inbraakrisico 1.0
versie 1.0 - oktober
Inleiding
In §7.8.6 van bijlage V bij het Energiebesluit van 19 november 2010 wordt de warmteoverdrachtscoëfficië door het manueel openen van opengaande delen berekend. Hiervoor wordt het gecorrigeerd ventilatiedebi voor het manueel openen van opengaande delen bepaald. Dat hangt af van de totale netto oppervlakte van d opengaande delen die deel uitmaken van de uitwendige schil in contact met de buitenomgeving.
Bij het bepalen van de totale netto oppervlakte van de opengaande delen wordt per venster een fact ingerekend die rekening houdt met het inbraakrisico. Deze factor r win,overh,j is afhankelijk van het type openi en het inbraakrisico. Zie onderstaande tabel.
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
HCV toestel geïnstalleerd in een kast 60x60
tegenstroom Energiezuinige technologie Wijzigingen rekenmethodeDantherm’s vanafnieuwe 2016 warmtewisselaar De EPB regelgeving, die ventilatie in woningen verplicht, vraagt ook om
Dantherm besliste om een nieuwe warmtewisselaar te ontwikkelen die tegemoet komt aan de zeer vooruitstrevende doelstellingen van de nieuwe HCV/HCH reeks. Het is een lichtgewicht aluminium tegenstroom warmtewisselaar. De warmtewisselaar werd speciaal ontworpen met twee doelstellingen voor ogen. Ten eerste de warmterecuperatie die plaatsvindt door de inkomende lucht te verwarmen met de uitgaande lucht, te optimaliseren tot een niveau van 95%. Ten tweede, de warmtewisselaar zo ontwerpen dat het drukverlies en zodoende het energieverbruik minimaal is.
HULPENERGIE VOOR VENTILATOREN tegenstroom het energieverbuik zo laag mogelijk te houden. Dit betekent dat de ventilatie zo efficiënt mogelijk moet zijn. De Dantherm HCV/HCH toestellen bevatten daartoe de recentste ventilatietechnologie. De EC motoren werden gekozen op basis van hun laag elektriciteitsverbruik. Het toestel is gebouwd met optimale luchtkanalen in licht gewicht Styreen. Samen met het bedieningspaneel, werd het laagst mogelijk energieverbruik (SFP) bekomen.
Vraaggestuurde ventilatie De Dantherm HCV/HCH toestellen hebben een ingebouwde vochtsensor die de lucht automatisch regelt in verhouding tot de relatieve vochtigheid van de volledige woning. Zo is het niet nodig om externe sensoren aan te sluiten op het systeem.
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Type opening
Problemen met het binnenklimaat schaden zowel mens als woning en worden meestal veroorzaakt door een
HCH toestel geïnstalleerd op zolder
te hoge vochtigheid. Anderzijds kan een te droge lucht in huis ook voor de nodige problemen zorgen in de winter. De vochtsensor controleert het systeem zodat de hoeveelheid toegevoerde lucht altijd aangepast wordt aan de specifieke omstandigheden in huis. Op deze manier wordt gezorgd voor een maximum aan comfort zonder onnodig energieverbruik. In de praktijk komt het erop neer dat de gebruiker niet meer moet bijstellen eenmaal de installateur het toestel heeft ingesteld op de automatische stand in functie van vocht. Bypass module De HCV5, HCH5 en HCH8 modellen hebben een ingebouwde bypass module die de automatische verse luchtkoeling van het huis verzekert, bijvoorbeeld tijdens een warme zomernacht. De bypass module is zo ontworpen dat de luchttoevoer voor 100 % omgeleid wordt langs de wisselaar om zo een optimale koeling te bekomen.
foto : Healthbox II Smartzone - Nightbreeze
12
reëel inbraakrisico
gering inbraakrisico
geen inbraakrisico
element met enkel kipstand
0
1/3
1/3
element met draai-kipstand
0
1/3
1
element met enkel draaistand
0
0
1
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016
Het type opening is een eigenschap van het venster dat kan worden vastgesteld door de verslaggever. Nade specificaties voor het bepalen van het inbraakrisico (reëel, gering of geen) moeten nog door de minist worden vastgelegd.
ZOMERVENTILATIE & INBRAAK-RISICO
In afwachting van het ministerieel besluit omtrent de specificaties voor het bepalen van het inbraakrisico, hee het Vlaams Energieagentschap dit document uitgewerkt als leidraad voor de verslaggever voor het bepalen va het inbraakrisico van de opengaande delen.
1. Stroomschema voor het bepalen van het inbraakrisico Bepaal het inbraakrisico volgens het volgende stroomschema:
niet meegerekend als opengaand deel :
• deuren (1) Volgende vensters mogen niet meegerekend worden als opengaand deel: • opengaande vensters zonder kipstand op grondniveau
& t.h.v. maaiveld (althans voorlopig) • schuiframen & -deuren
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
13
zonne-energiesystemen
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016
Wijzigingen rekenmethode vanaf 2016 voor EPU
Hernieuwbare energie m.b.v. Thermische zonnecollector
Hernieuwbare energie m.b.v. Thermische zonnecollector 1. fout in formule
η zonnecollector ∼ η
fout in formule
eïnstalleerd w) als op n deze
Montage in opbouw Afhankelijk van het type dakpan zijn er aangepaste montagesets beschikbaar met een speciaal schroefsysteem waarmee de panelen eenvoudig en stevig gemonteerd kunnen worden. Wat u hiervoor nodig
en voor een
hebt? Eén enkel werktuig!
hts 80 mm diep en dak.
η zonnecollector ∼ η
klassiek opwekkingstoestel
voor C.V.
voor C.V.
klassiek opwekkingstoestel voor S.W.W.
voor S.W.W. 2. perceelgebonden P.V. In EPW: tot 1/11/2013 enkel inrekenen van gebouwgebonden PV-installaties
Vanaf 1/11/2013 ook PV mogelijk In EPU : wijziging nog niet doorgevoerd
=> In EPU : Op dit moment: enkel gebouwgebonden PV-installaties
Vanaf 1/01/2016: perceelgebonden PV-installaties ook mogelijk
Montage op een plat dak Voor dit soort Infosessie installatie ontvangt u een raamwerk dat u NAV Nieuwe energie-eisen gemakkelijk openklapt en dat kan worden gemonteerd naar de
2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
gewenste hellingsgraad van 30, 45 of 60°.
EPB-eisen 2016
EPB-eisen 2016
wijzigingen vanaf 2016
wijzigingen vanaf 2016
1. 2. 3.
1. 2. 3.
12 / 13
4. 5.
strengere eisen eisen opgelegd door gemeenten wijzigingen EPW
strengere eisen eisen opgelegd door gemeenten wijzigingen EPW
• performante warm watersystemen
• performante warm watersystemen
• zomerventilatie & inbraakrisico
• zomerventilatie & inbraakrisico
• externe warmtelevering & hulpenergieverbruik voor ventilatoren
• externe warmtelevering & hulpenergieverbruik voor ventilatoren
wijzigingen EPU (kantoor - school) STS ventilatie / wanneer - wie - wat – hoe
4. 5. 20
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
wijzigingen EPU STS ventilatie / wanneer - wie - wat – hoe 22
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
14
15
STS ventilatie
Eengemaakte technische specificaties
Wat ?
Eengemaakte technische specificaties
Waar ?
STS 37 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
STS 37 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
Versie MXOL
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Versie MXOL
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Eengemaakte technische specificaties
Waar ?
Eengemaakte technische specificaties
Waarom ?
STS 37 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
STS 37 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
Versie MXOL
Versie MXOL
www.ventibel.be
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
16
17
Eengemaakte technische specificaties
Eengemaakte technische specificaties
Waarom ?
Voor Wie ?
STS 37 Prestaties ventilatiesystemen in de praktijk 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
STS 37 van toepassing op residentiële ventilatiesystemen 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ Inhoudelijk : 4 peilers :
•basis : “tekst” • beschrijft minimum kwaliteitseisen • werkt “normerend”
1000 EN installaties wél OK
•ventilatie “plannen” = noodzaak Versie MXOL
Versie MXOL
•meten = weten •administratieve last beperken • maximale integratie in EPB
A HEALTHY AND COMFORTABLE INDOOR CLIMATE
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
- fully automatically
Eengemaakte technische specificaties Easy maintenance and service Dantherm HCV/HCH range is a ventilation system that is neither seen nor heard. It takes care of itself.
Door Wie ?
STS 37 Low operating costs Sector zelf gebaat met goede uitvoeringskwaliteit 6\VWHPHQYRRU A Dantherm home ventilation unit is virtually maintenance-free . The only => draagvlak binnen andere sectoren = even belangrijk EDVLVYHQWLODWLHLQ thing you need to do regularly, is replacing the air filters and cleaning the outside UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ with a cloth. initiatiefnemer : FOD-economie redactie :
WTCB
werkgroepen : - onderzoek / onderwijs
- beroepsorganisaties
- Ventibel
- installateurs
- VMWS
- Testaankoop
- Passiefhuisplatform
-…
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
18
All home ventilation units come with 50mm G4 compact filters as standard for both supply air and extract air. This will cater for the majority of air cleaning needs.The advantage of compact filters is that they have a considerably larger filter surface area than fibrous filters and small bag filters. If you experience any discomfort or allergic reactions, you can replace the standard G4 filter by an R7 pollen filter which ensures that allergens do not enter the house through the ventilation system.
Versie MXOL
Eengemaakte technische specificaties
front panel. After replacing the filters the filter timer must be reset.
Wat staat er in ?
Apart from changing the air filters and cleaning the outside of the unit, any other form of service will have to be carried out by qualified personnel. Local Dantherm technicians and Dantherm partners are always available to solve any problem with the unit that might arise.
STS 37 Hoofdstuk 4 : kwaliteitscritria 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ §2 ventilatievoorontwerp … UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
Easy initial commisisioning In connection with installation and commissioning of the unit, the installer will make measurements and adjustments of air volumes so that the home ventilation unit matches the actual house precisely. Correct air adjustments ensures that no moist air is floating into the buildings structure, that else could cause serious permanent damages. The installer fills in a performance graph label with air volumes, backpressure and fan speeds, to which the actual unit has been adjusted. This label must be kept with the unit for later reference.
Avoid allergy with an F7 pollen filter, which removes pollen from the supply air.
§4
gemeten debieten / ruimte
§6-8
eisen voor de RTO / DO / RAO
§ 9-10
specificaties ventilatoren & luchtfilters
§ 11-15
luchtkanalen
(luchtdichtheid, thermisch &akoestisch)
(< 3m/s o/d eindtakken)
Filter change A built-in filter timer is set to notify you of filter change twice a year. Filter change takes place quickly and FBTJMZ0OUIFWFSUJDBMXBMMNPEFMT UIF filters are accessible by opening the topIJOHFEMJE0OUIFIPSJ[POUBMBUUJDNPEels, filters are accessible by removing the
wordt geïntegreerd in EPB !
§16
contaminatie & interactie
§ 17
bodem-warmtewisselaars
§ 18-19
onderhoudsaspecten
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
19 Pollen filter
Versie MXOL
Eengemaakte technische specificaties
hoe ? A.
hoe ? B.
STS 37 voorontwerp (VVO): WAT ? 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ plannen + beschrijving systeem UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ
voorontwerp (VVO): WIE ?
“VERSLAGGEVER VENTILATIE VOORONTWERP” • o/d hoogte v/h kwaliteitskader
• pdf-formaat met minstens:
• ID gebouw (epb-eenheid-) / opdrachtgever / VG & Arch
• gde kennis EPB / STS
• ID verantwoordelijke VVO
• geslaagd vr examen
• ID verantwoordelijke coördinatie & prestatieverslag
• lijst minimale prestaties • Plan :
• ID gebouw (epb-eenheid-) / opdrachtgever / VG & Arch • ID verantwoordelijke VVO
(=XTRA niet EPB-verplichte specificaties)
- toevoer / doorstroom / afvoer
• ID verantwoordelijke coördinatie & prestatieverslag
Versie MXOL
- tracé kanalen / positie groep /aanzuig / uitblaas
• lijst minimale prestaties
- plaats ventielen
• Plan :
- visuele & akoest. aspecten (roosters i/d gevel / op dak / enz.)
VOORBEELDPLANNEN
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
(=XTRA niet EPB-verplichte specificaties)
- toevoer / doorstroom / afvoer - tracé kanalen / positie groep /aanzuig / uitblaas
42
- plaats ventielen NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
- visuele & akoest. aspecten (roosters i/d gevel / op dak / enz.)
Eengemaakte technische specificaties
hoe ?
hoe ? C.
STS 37 prestatieverslag (vPV) 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ = rapportering TIJDENS en NA de werken UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ • verschillende partijen • bv. constructeur ramen / installateur unit / schrijnwerker binnendeuren / rapporteur-debieten …
• => ONLINE RAPPORTEREN via WEBAPPLICATIE
galva kanalen opbouw
• PRINCIPE : V.V.O opent het dossier, ander partijen Versie MXOL
loggen in en vervolledigen • vPV blijft beschikbaar in databank • Integratie in EPB = wenselijk NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016 voorbeeldplan ventilatie-voorontwerp
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
20
21
Eengemaakte technische specificaties
EPB-rapportering vraaggestuurd ventilatiesysteem
hoe ? D.
STS 37 : in de epb-aangifte 6\VWHPHQYRRU EDVLVYHQWLODWLHLQ • Integratie in EPB = wenselijk UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ • effectief gemeten debieten rapporteren vlg. STS
vanaf aangifte 1/1/2016
Versie MXOL
freduc
freduc
via gelijkwaardigheid
via forfaitaire tabel
2015
2016
2014 NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
beeld : bluemink.nl
Eengemaakte technische specificaties
EPB-rapportering vraaggestuurd ventilatiesysteem Rapport freduc – Avril 2014 – CSTC/UGent
CONCREET :
STS 37 6\VWHPHQYRRU • EPB-verslaggever rapporteert VVO
EDVLVYHQWLODWLHLQ bij voorafberekening & bij startverklaring UHVLGHQWLOHWRHSDVVLQJHQ • EPB-verslaggever rapporteert EPB-gerelateerde zaken
uit Vent.PrestatieVerslag in EPB-aangifte
• VG-ventilatie tekent VVO
Figure 2 : Illustration de la méthode de calcul des pertes par ventilation d’un système à la demande, comparé à un système standard, sur base d’une extrapolation à infiltrations nulles.
Versie MXOL
Au fur et à mesure des études d’équivalence réalisées dans le cadre des ATG‐E, cette méthodologie a progressivement évolué au cours du temps. Les principales évolutions sont les suivantes : x A côté du critère de qualité de l’air basé sur l’exposition au CO2, d’autres critères de qualité de l’air ont été pris en compte : risque de condensation dû à une humidité relative trop élevée, dispersion d’odeur provenant de l’utilisation des toilettes sur base d’un polluant fictif, voir guide d’évaluation UBATC6 pour plus de détails. x Calcul des pertes par ventilation par comparaison avec un système de référence fictif, interpolé entre les résultats obtenus pour les systèmes A, C et D, et présentant une qualité de l’air (pour le CO2) équivalente au système à la demande étudié. Ainsi, la performance de qualité de l’air (pour laquelle il n’existe pas de critère absolu) est également prise en compte dans le résultat énergétique, voir Figure 3.
freduc
freduc
via gelijkwaardigheid
M.B. in de maak !
via forfaitaire tabel
2015
2016
2014 NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
beeld : bluemink.nl
22
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
11
23
l’objet d’une étude ATG‐E avant fin décembre 2013 : x x
En bleu à gauche : les facteurs ATG‐E En rouge à droite : les facteurs forfaitaires tels que prévu pour intégration dans la PEB.
EPB-rapportering vraaggestuurd ventilatiesysteem 3.3.
3.3. Karakterisatie van de ventilatie verliezen Karakterisatie van de ventilatie verliezen
De warmteverliezen door bewuste ventilatie van de configuraties 1 en 2 van het vraaggestuurde ventilatiesysteem De warmteverliezen door bewuste ventilatie van de configuraties 1 en 2 van het vraaggestuurde ventilatiesysteem Renson "Systeem C+ EVO II Smartzone CO2" bedragen respectievelijk gemiddeld 45% en 40% van de warmteverliezen + EVO Renson "Systeem C II Smartzone CO2" bedragen respectievelijk gemiddeld 45% en 40% van de warmteverliezen door bewuste ventilatie van een systeem met gelijkwaardige binnenluchtkwaliteit. door bewuste ventilatie van een systeem met gelijkwaardige binnenluchtkwaliteit.
E Energetische kara akterisatie e vraagg gestuurd ventilatie v esysteem type C
140000 120000
BCCA Belgia an Construc ction Certifica ation Associa ation 100000Aarlenstraaat 53 - 10400 Brussel http://www.b h bcca.be -
[email protected]
80000
Ve erdeler: Renson Ventilattion N. V. dustriezone 2 – Vijverdam Ind 60000 Ma aalbeekstraat 10 B–8 8790 – Wareg gem E-m mail : info@re nson.be 40000 Tel.: +32 56 627111 2851 Faxx : +32 56 602
20000
(gemiddelde voor de verschillende luchtheden)
Fabrrikant: Rensson Ventilatio on N. V. Indu ustriezone 2 – Vijverdam Maa albeekstraat 10 B–87 790 – Warege em E-ma ail :
[email protected] Tel.: +32 56 62711 11 Fax : +32 56 6028 851
160000
Blootstelling aan CO2 concentratieverschillen hoger dan 600 ppm [ppm.h]
Geldig van 1 0.02.2012 2 tot 12.02 .2012
(gemiddelde voor de verschillende luchtheden)
12/E0 011
RENSO ON "Syssteem C+ EVO II Sm martzon ne CO2"
Blootstelling aan CO2 concentratieverschillen hoger dan 600 ppm [ppm.h]
ATG A G-E
180000
Goedkeuringss- en Certifica atie-operatorr
180000
160000
Limiet
140000
Configuratie 1
120000
Limiet Configuratie 1 Configuratie 2
Configuratie 2
100000 80000 60000 40000 20000
0 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 Warmteverlies door bewuste ventilatie (voor een perfecte luchtdichtheid) [MWh/jaar] Warmteverlies door bewuste ventilatie (voor een perfecte luchtdichtheid) [MWh/jaar] De A ATG‐E beooggt een karakkterisering va an producteen en system men in het ka ader van inn novatieve bo ouwconcepte en of 1.
Drraagwijdtte
1.1.
AT TG-E
Figure 47: Comparaison des valeurs freduc pour les systèmes ayant obtenu un ATG‐E avant fin décembre 2013: en bleu à gauche, les valeurs freduc obtenues dans le cadre des ATG‐E ; en rouge à droite, les valeurs freduc tels que prévus pour intégration dans la PEB suite à la présente étude.
0
0.0
Figuur 3: Prestaties voor warmteverlies en binnenluchtkwaliteit reduc reduc Figuur 3: Prestaties voor warmteverlies en binnenluchtkwaliteit De ATG‐E A beperrkt zich tot een e karakterrisering op vvlak van ene ergetische asspecten (zie §3), behand delt geen an ndere inno ovatieve tech hnologieën, d die in het kader van gew westelijke reggelgevingen m met betrekkiing tot de im mplementatie e van de E Europese Richtlijn 2002/9 91/EG betrefffende de ennergieprestattie van gebouwen EPBD, kan worden n aangewend d.
f
f
via gelijkwaardigheid
Geldigheidsduur4.
f
Geldigheidsduur
In he et kader van n de kwaliteittsbewaking vvan de ATG‐ E zal er doorr de fabrikan nt een regelm matige produ uctiecontrole e van de energetisch e relevante eiigenschappe en van de coomponenten n worden ge eorganiseerdd aangevuld met een exxtern toezzicht hierop d door een doo or de BUtgb toegewezenn certificatie‐‐instelling.
De geldigheidsduur van deze ATG‐E bedraagt 1 jaar na goedkeuring. 2015De geldigheidsduur van deze ATG‐E bedraagt 1 jaar na goedkeuring. 2016
2014 5.
Voorwaarden
5.
2015
5.2 Deze ATG‐E geeft geen aanleiding tot machtiging tot gebruik van het ATG beeldmerk. Tegen inbreuken zullen 5.2 Deze ATG‐E geeft geen aanleiding tot machtiging tot gebruik van het ATG beeldmerk. Tegen inbreuken zullen initiatieven genomen worden overeenkomstig het BUtgb reglement m.b.t. het gebruik van en het toezicht op het initiatieven genomen worden overeenkomstig het BUtgb reglement m.b.t. het gebruik van en het toezicht op het ATG beeldmerk. ATG beeldmerk.
Rapport freduc – Avril 2014 – CSTC/UGent
EPB-rapportering vraaggestuurd ventilatiesysteem
Tableau 3: Caractéristiques des systèmes de ventilation à la demande ayant fait l’objet d’une demande d’ATG‐E avant juillet 2013. Valeurs au 12/02/2014. 5.3 Deze ATG‐E mag niet voor technisch‐commerciële doeleinden worden gebruikt en mag evenmin door de houder
105086
5.3 Deze ATG‐E mag niet voor technisch‐commerciële doeleinden worden gebruikt en mag evenmin door de houder ervan verspreid worden (bv. door publicatie op de website van de aanvrager), niet verwijzen naar BCCA, noch naar ervan verspreid worden (bv. door publicatie op de website van de aanvrager), niet verwijzen naar BCCA, noch naar Régulation Détection de BUtgb m.b.t. hun betrokkenheid bij het tot stand brengen ervan. Rapport freduc – Avril 2014 – CSTC/UGent freduc Centrale ou Locale Espaces secs Espaces humides de BUtgb m.b.t. hun betrokkenheid bij het tot stand brengen ervan. ATG‐E Alimentation Evacuation Evacuation
Living
2016
2014
Voorwaarden
5.1 De ATG‐E heeft slechts tot doel te worden gevoegd bij het aanvraagdossier voor het beoordelen van innovatieve NAV Infosessie5.1 De ATG‐E heeft slechts tot doel te worden gevoegd bij het aanvraagdossier voor het beoordelen van innovatieve Nieuwe energie-eisen 2016 bouwconcepten of technologieën in het kader van een gewestelijke energieprestatieregelgeving. Het afleveren van
bouwconcepten of technologieën in het kader van een gewestelijke energieprestatieregelgeving. Het afleveren van een ATG‐E gaat daarom niet gepaard met de verplichting tot publicatie wat voor de ATG wel het geval is. Om ATG‐‐E 12/E011 ‐ 1/13 een ATG‐E gaat daarom niet gepaard met de verplichting tot publicatie wat voor de ATG wel het geval is. Om dezelfde reden is deze tekst niet consulteerbaar op de BUtgb website. dezelfde reden is deze tekst niet consulteerbaar op de BUtgb website.
n° Nom
f
La Figure ci‐dessous montre ces mêmes valeurs sous reduc reducforme d’un graphique X/Y. Les points entourés en rouge, notamment, sont commentés en détail via gelijkwaardigheid via plus forfaitaire tabeldans les paragraphes qui suivent.
via forfaitaire tabel
tech hnische presttatiekenmerken en spree ekt zich niet uit over de algemene off specifieke ggebruiksgescchiktheid voo or de toep passing.
4.
Ch princ. autre Ch
Plenum
Cuisine Buanderie
WC
SDB
SDB‐WC
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
109
105086
BELGISCH STAATSBLAD — 23.12.2014 — MONITEUR BELGE
BA vanaf 1/1/2015 => FF-tabel BELGISCH STAATSBLAD — 23.12.2014 — MONITEUR BELGE
Plenum
5.4 Uitsluitend het in de voorpagina als ATG‐E‐houder vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) dat (die) het espace secs espaces vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) dat (die) het 5.4 Uitsluitend het in de voorpagina als ATG‐E‐houder onderwerp van de ATG‐E commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze humides Tableau 3: Caractéristiques des systèmes de ventilation à la demande ayant fait l’objet d’une demande d’ATG‐E avant juillet 2013. Valeurs au 12/02/2014. onderwerp van de ATG‐E commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze 1 Jaga Oxygen klok D 0.94 Locale energetische karakterisering. ‐ Centrale Time Time Time Time Time Time Time Time energetische karakterisering. 2 Aldes C‐hygro C 0.91 Régulation ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés Détection 3 ‐ D freduc 0.83 Centrale ou Locale Centrale ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés Espaces secs Espaces humides 4 Nom Bemal A+ A ATG‐E 0.8 Alimentation ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH + Prés RH Prés RH + Prés RH + Prés n° Evacuation Evacuation Living Ch princ. autre Ch Plenum Cuisine Buanderie WC SDB SDB‐WC Plenum 5 Duco Classic C 0.71 ‐ ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés espace secs espaces 6 ‐ C 0.82 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ CO2 RH Prés RH RH + Prés humides 7 C ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH + Prés RH Prés RH RH + Prés 1 Renson C+ Jaga Oxygen klok D 0.94 Locale Centrale Time Time Time Time Time Time Time Time 8 C 0.67 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 2 Renson C+ EVO config 1 Aldes C‐hygro 0.91 9 C 0.83 0.72 ‐ ‐ ‐ RH RH + Prés 3 Renson C+ EVO config 2 ‐ D Centrale Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés 10 Renson C+ EVO config 3 C 0.82 RH ‐ RH RH 4 Bemal A+ A 0.8 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH + Prés RH Prés RH + Prés RH + Prés 11 Renson C+ EVO II config 1 0.73 Locale ‐ 5 Duco Classic C 0.71 ‐ ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés ATG‐E 12/E011 ‐ 12/13 12 0.66 RH Prés/VOC 6 ‐Renson C+ EVO II config 2 C 0.82 ‐ ‐ ATG‐E 12/E011 ‐ 12/13 Locale ‐ ‐ ‐ ‐ CO2 RH Prés RH RH + Prés 13 Renson C+ EVO II config 3 0.65 CO2 Prés/VOC 7 Renson C+ C 0.94 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH + Prés RH Prés RH RH + Prés 14 Soler & Palau C‐hygro 0.91 8 Renson C+ EVO config 1 C 0.67 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 15 Thermelec GLC config S 0.82 Centrale Prés 9 Renson C+ EVO config 2 C 0.72 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH ‐ RH RH + Prés 16 Renson C+ EVO config 3 Zehnder Comfofan S Opti‐Air config 1 0.74 Centrale Prés RH + Prés 10 C 0.82 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH ‐ RH RH 17 Renson C+ EVO II config 1 Zehnder Comfofan S Opti‐Air config 2 0.74 Centrale ‐ Prés 11 C 0.73 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH ‐ RH RH + Prés 18 Renson C+ EVO II config 2 Renson C+ Cube config 1 0.77 Centrale ‐ ‐ Prés ‐ Prés RH 12 C 0.66 ‐ ‐ Locale ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés/VOC RH RH + Prés C 0.74 ‐ ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ CO2 ‐ Prés ‐ Prés RH 19 Renson C+ EVO II config 3 Renson C+ Cube config 2 13 0.65 Locale RH Prés/VOC RH RH + Prés 20 C 0.79 ‐ ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ Prés ‐ Prés RH 14 Renson C+ Cube config 3 Soler & Palau C‐hygro 0.91 Locale RH RH RH RH + Prés 21 D Centrale ‐ Centrale CO2 CO2 ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ RH 15 Brink Renovent Thermelec GLC config S C 0.54 0.82 ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 22 D Locale ‐ Centrale CO2 Time Time Time Time Time Time Time 16 Jaga Oxygen CO2 config 1 Zehnder Comfofan S Opti‐Air config 1 C 0.85 0.74 ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 23 D Locale ‐ Centrale CO2 CO2 CO2 Time Time Time Time Time 17 Jaga Oxygen CO2 config 2 Zehnder Comfofan S Opti‐Air config 2 C 0.69 0.74 ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ RH Prés RH RH + Prés 24 C 0.65 Locale ‐ Locale CO2 CO2 CO2 ‐ CO2 RH Prés RH RH + Prés 18 ‐Renson C+ Cube config 1 0.77 ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ Prés RH 25 0.46 Locale CO2 CO2 CO2 RH RH RH + Prés RH + Prés C 0.74 ‐ ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ CO2 ‐ Prés ‐ Prés RH 19 Duco Tronic Renson C+ Cube config 2 26 Renson C+ Cube config 3 Duco Tronic Plus 0.26 Locale Chaque ch. Locale CO2 CO2 CO2 RH RH RH + Prés RH + Prés 20 C 0.79 ‐ ‐ Centrale ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ Prés ‐ Prés RH 27 Brink Renovent Duco Comfort C 0.54 0.75 ‐ CO2 RH RH Prés RH + Prés RH + Prés 21 D Centrale ‐ Centrale CO2 CO2 ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ RH 28 Jaga Oxygen CO2 config 1 Thermelec GLC config FO C 0.85 0.84 ‐ CO2 ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 22 D Locale ‐ Centrale CO2 Time Time Time Time Time Time Time 29 Jaga Oxygen CO2 config 2 Zehnder Comfofan S Opti‐Air config 3 C 0.69 0.74 ‐ ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 23 D Locale ‐ Centrale CO2 CO2 CO2 Time Time Time Time Time 30 ‐Duco Confort Plus config 2 0.56 ‐ Plenum ch. ‐ ‐ ‐ CO2 24 C 0.65 Locale ‐ Locale CO2 CO2 CO2 ‐ CO2 RH Prés RH RH + Prés 31 Duco Tronic Renson C+ EVO II Smartzone CO2 config 1 C 0.46 0.45 ‐ Plenum ch. Locale ‐ Plen Plen CO2 CO2 Prés/VOC RH 25 Locale ‐ Centrale CO2 CO2 CO2 RH RH Prés RH + Prés RH + Prés 32 Duco Tronic Plus Duco Confort Plus config 1 0.48 ‐ ‐ CO2 RH 26 C 0.26 Locale Chaque ch. Locale CO2 CO2 CO2 RH RH Prés RH + Prés RH + Prés 33 Duco Comfort Duco Tronic 2014 (Focus Box) 0.39 (living) Chaque ch. Locale 27 C 0.75 ‐ ‐ Centrale CO2 CO2 CO2 RH RH Prés RH + Prés RH + Prés Infosessie Nieuwe energie-eisen 34 NAV Renson C+ EVO II Smartzone CO2 config 2 0.4 2016 ‐ Chaque ch. Locale ‐ CO2 CO2 Prés/VOC 28 Thermelec GLC config FO C 0.84 ‐ Centrale CO2 CO2 ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 35
Zehnder Comfofan S Opti‐Air config 3 Codumé demandflow 0.72 Locale Locale Plen Plen Plen CO2 Plen Plen Plen + PrésPlen + PrésPlen + Prés CO2 29 C 0.74 ‐ ‐ Centrale CO2 CO2 ‐ ‐ RH RH Prés RH RH + Prés 30 Duco Confort Plus config 2 C 0.56 ‐ Plenum ch. Locale ‐ ‐ ‐ CO2 CO2 RH Prés RH RH + Prés 31 Renson C+ EVO II Smartzone CO2 config 1 C 0.45 ‐ Plenum ch. Locale ‐ Plen Plen CO2 CO2 RH Prés/VOC RH RH + Prés 32 Duco Confort Plus config 1 C 0.48 ‐ Chaque ch. Locale ‐ CO2 CO2 CO2 RH Prés RH RH + Prés 33 33 Duco Tronic 2014 (Focus Box) C 0.39 (living) Chaque ch. Locale CO2 CO2 CO2 RH RH Prés RH + Prés RH + Prés 34 Renson C+ EVO II Smartzone CO2 config 2 C 0.4 ‐ Chaque ch. Locale ‐ CO2 CO2 ‐ CO2 RH Prés/VOC RH RH + Prés
freduc
freduc
via gelijkwaardigheid
via forfaitaire tabel
2015
2016
2014
24
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
25
BA vanaf 1/1/2015 => FF-tabel
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
105086
BELGISCH STAATSBLAD — 23.12.2014 — MONITEUR BELGE
bvb.
freduc
freduc
via gelijkwaardigheid
via forfaitaire tabel
2015
2016
2014 NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
26
27
TOEPASSINGSGEBIEDEN
NAV Infosessie
NAV Infosessie
principevoorbeeld schrijnwerkaansluiting
microporeuze kern – luchtdicht omhulsel 600x200 1300x600 d=10 mm – 40 mm λD 0,0061 W/(m.K) EPB2016 daken/muren/plafonds/vloeren/binnenwanden
NAV Infosessie
NAV Infosessie
28
29
Bernard Boeckx E
[email protected] T 0470 23 15 94
NAV Infosessie
30
31
®
0,72 W/m2.K
32
33
Nathan Van Den Bossche UGent
NAV Infosessie
• Luchtdichtheid
• • Raamaansluitingen • In situ
• Thermische prestaties • Waterdichting
NAV Infosessie
34
35
Buitenschrijnwerk
Buitenschrijnwerk
Alle ramen n=365
Grenzen luchtdichtheid schrijnwerk: Klasse 1: 31.5 m³/h/m² @ 50Pa Klasse 2: 17.0 m³/h/m² @ 50Pa Klasse 3: 5.67 m³/h/m² @ 50Pa Klasse 4: 1.89 m³/h/m² @ 50Pa
draai-kip n=150 NAV Infosessie
dubbel-opendraaiend n=101
(hef)schuif n=56
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk
Buitenschrijnwerk
NBN B250021 vroegere STS 52.0
Prestaties ~ hoogte gebouw ~ omgeving
n50 =
Klasse 4
q50 =
~ gebouwen kust > 25m ~ andere > 50m
NAV Infosessie
V50 V50
Vn At
NAV Infosessie
36
37
[h ] −1
[m³ / h / m²]
Samengesteld n=58
Buitenschrijnwerk
Buitenschrijnwerk
Aandeel =
luchtlekkage raam * oppervlakte raam n50 * binnenvolume gebouw
Beslag is allesbepalend! Test gelijkmatige aandrukking
Berekend voor 200 woningen
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk
• Luchtdichtheid luchtlekkage raam * oppervlakte raam Aandeel = n50 * binnenvolume gebouw
• Buitenschrijnwerk • • In situ
• Thermische prestaties • Waterdichting
Klasse 4 2030% bij zeer luchtdichte Gebouwen Klasse 5?
NAV Infosessie
NAV Infosessie
38
39
Raamaansluitingen
Raamaansluitingen
Slecht
Middel Goed
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Raamaansluitingen
Raamaansluitingen
• Lekverlies uitgedrukt per lopende meter @ 50Pa • 14 details getest voor standaardmuur • 1 detail getest voor passiefmuur • resultaten: 0.02 tot 33.07m³/h/m 3 Klasses: • : q50 > 2.5 m³/h/m • : 0.4 m³/h/m < q50 < 2.5 m³/h/m • : q50 < 0.4 m³/h/m
NAV Infosessie
NAV Infosessie
40
41
Raamaansluitingen
Raamaansluitingen
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Raamaansluitingen
Raamaansluitingen
NAV Infosessie
NAV Infosessie
42
43
Raamaansluitingen • Luchtdichtheid
• Buitenschrijnwerk • Raamaansluitingen •
zonder voorbevochtiging
foutief opspuiten
• Thermische prestaties • Waterdichting
met voorbevochtiging NAV Infosessie
NAV Infosessie
Raamaansluitingen
onderzoek in situ – Aanvullend op labometingen werden in het kader van LBAZ uitgevoerd: in situ metingen luchtdichtheid vensters
Breedte voeg: Technische fiche Circa 4cm Minder bij koud weer
• Methodiek:
– pressurisatie gebouw (50 Pa onderdruk) – debietsmeting (afdekplaat + Flowfinder)
• Resultaten:
– Luchtdichtheid vensters in situ vaak 2 à 3x groter dan in theorie (klasse) – Het schrijnwerk zelf blijkt vaak relatief luchtopen te zijn – Aansluiting op ruwbouw blijken specifieke hulpmiddelen voor luchtdichtheid (folies e.d.) niet noodzakelijk voor het bereiken van een goed resultaat (de in situ metingen bevestigen de labometingen) – diverse oplossingen (stoppprofielen / prekader / foies) blijken vergelijkbare resultaten te geven (bij meting kort na uitvoering, dus zonder veroudering) – Belangrijke voorwaarde: zorgvuldige uitvoering, afwerking en afregeling! – De meerkost voor een luchtdichte uitvoering blijkt relatief gering te zijn
Prestatie lange termijn? Initieel n50 Literatuur: stabiel
NAV Infosessie
NAV Infosessie
44
45
onderzoek in situ
onderzoek in situ
Vooral
Frequent worden luchtlekken vastgesteld ter hoogte van de glaslatten Mogelijke oplossing: mousseband achter de glaslatten (dit is dus onder de beglazing)
– glaslatten – scharnieren
ook
– Hoeken, verbindingen, stopprofielen – onregelmatigheden pleisterwerk – schuiframen: type dichting • Rubberdichting beter dan borsteldichting Andere oplossingen: – dichting onder binnenste glasplaat, aangebracht NA plaatsing glas – nauwkeurig verzagen glaslatten • Afstelling zaagbladen: regelmatige controle en aanpassing noodzakelijk NAV Infosessie
NAV Infosessie
onderzoek in situ
onderzoek in situ
Frequent worden luchtlekken vastgesteld ter hoogte van de glaslatten Mogelijke oplossing: mousseband achter de glaslatten (dit is dus onder de beglazing)
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Volgens de Belgische referentiedocumenten voor buitenschrijnwerk (NBN S23002 en TV 221) moeten de randen van de beglazing over de volledige breedte verlucht zijn en blijven; zoniet vervalt de garantie Volgens de ATG van bepaalde raamprofielen kunnen isolerende strips geplaatst worden; dit is een bijzondere situatie, gedekt door de ATG. Plaatsing van het glas wordt bemoeilijkt Dit principe kent dus ook nadelen en is NIET algemeen toepasbaar! Het gebruik van dergelijke moussebanden verbetert weliswaar de luchtdichtheid maar blijkt niet essentieel
NAV Infosessie
46
NAV Infosessie
47
onderzoek in situ
onderzoek in situ
In ontwerpfase is het voornaamste aandachtspunt voor buitenschrijnwerk de afstemming van de luchtdichtheidsklasse van het buitenschrijnwerk op de luchtdichtheidseis voor het gebouw Uit het onderzoek (LBAZ) blijkt dat dit nog eerder uitzondering dan regel is • Vaak wordt dit niet vermeld in het bestek • Ook de aannemer weet vaak niet wat de luchtdichtheidsklasse van het gekozen schrijnwerk is • Belangrijk voor de ontwerper: het type buitenschrijnwerk heeft een impact op de luchtdichtheid
NAV Infosessie
• • •
• • • •
Uit onderzoek (LBAZ e.a.*) blijkt dat de reële luchtdichtheid van het schrijnwerk 2 tot 3 keer slechter kan zijn dan de theoretische (overeenkomstig de luchtdichtheidsklasse) De kwaliteit van de uitvoering is dus doorslaggevend Tijdens de pressurisatietest kunnen lekken opgespoord worden De bijdrage van de luchtdichtheid van een venster op de luchtdichtheid van het gebouw (en de bijhorende verantwoordelijkheid) is niet eenvoudig af te lijnen…
NAV Infosessie
onderzoek in situ
onderzoek in situ
Bij uitvoering is het (als architect) belangrijk om de zorgvuldigheid van de plaatsing te controleren •
Bij uitvoering is het (als architect) belangrijk om de zorgvuldigheid van de plaatsing te controleren
Uit onderzoek (LBAZ e.a.*) blijkt dat de reële luchtdichtheid van het schrijnwerk 2 tot 3 keer slechter kan zijn dan de theoretische (overeenkomstig de luchtdichtheidsklasse) De kwaliteit van de uitvoering is dus doorslaggevend Tijdens de pressurisatietest kunnen lekken opgespoord worden De bijdrage van de luchtdichtheid van een venster op de luchtdichtheid van het gebouw (en de bijhorende verantwoordelijkheid) is niet eenvoudig af te lijnen…
NAV Infosessie
Enkele andere vaststellingen vanuit LBAZ
– Bij gebruik : opgelet voor de compatibiliteit met het venster (maatvoering!): • scharnieren: verdoken of voldoende breedte profielen opdat ze voldoende van de rand zitten om stopprofiel te kunnen plaatsen • boven ventilatieroosters vaak onvoldoende plaats om stopprofiel te kunnen plaatsen. • bij stopprofielen is de aansluiting van de profielen onderling van belang (evt. tape leven eerst in hoeken) en de aansluiting van het pleisterwerk met het profiel • Screens/rolluiken, op of buiten het schrijnwerk, langs binnen omkasten is problematisch; bij screens op het schrijnwerk: belangrijke luchtlekken aan toezichtpaneel vooraan om onderhoud aan de screen te kunnen verrichten
NAV Infosessie
48
49
onderzoek in situ
Buitenschrijnwerk: Eisen
Enkele andere vaststellingen vanuit LBAZ
– Bij gebruik van rond ramen: • Bij bevestiging van het raamkader d.m.v. doken: praktisch moeilijk realiseerbare continuïteit van het luchtscherm ter plaatse van de doken – blijven tot op heden over het algemeen relatief luchtopen (nog ruimte tot innovatie door poortfabrikanten!) • Belangrijk aandachtspunt: 3Dhoeken poort poortkader en poortkader ruwbouw
Schrijnwerk
1,8
1,5
Glas
1,1
1,1
Deuren en poorten
2,0
2,0
Gordijngevels
2,0
2,0
Uwwaarde: eis slaat op geheel van het raam (eis geldt voor het geheel van alle ramen, niet voor afzonderlijke ramen)
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: Eisen
• Luchtdichtheid • Thermische prestaties • • Raamaansluitingen • Waterdichting
NAV Infosessie
NAV Infosessie
50
51
Buitenschrijnwerk: Eisen
Buitenschrijnwerk: aluminium
Aluminium NAV Infosessie
PVC
Hout
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: Eisen
Buitenschrijnwerk: aluminium Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K (ontwikkeld in samenwerking met BCCA)
NAV Infosessie
OPTIMALISATIE • Profieldiktes • Emissiviteit • Thermische onderbreking • Compartimentering • Centrale dichting • Isolatie • Diepte • Beglazingsrubber • Positie glas in profiel
NAV Infosessie
52
53
Buitenschrijnwerk: aluminium
Buitenschrijnwerk: aluminium
Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K (ontwikkeld in samenwerking met BCCA)
OPTIMALISATIE • Profieldiktes • Emissiviteit • Thermische onderbreking • Compartimentering • Centrale dichting • Isolatie • Diepte • Beglazingsrubber • Positie glas in profiel
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: aluminium
Buitenschrijnwerk: aluminium
Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K (ontwikkeld in samenwerking met BCCA)
OPTIMALISATIE • Profieldiktes • Emissiviteit • Thermische onderbreking • Compartimentering • Centrale dichting • Isolatie • Diepte • Beglazingsrubber • Positie glas in profiel
NAV Infosessie
54
Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K Isolatie toevoegen
NAV Infosessie
55
Buitenschrijnwerk: aluminium
Buitenschrijnwerk: aluminium
Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K Lengte steeg
Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K Verlengde glasdichting: Uf 2.56 W/m²K
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: aluminium Generiek aluminium profiel: Uf 2.77 W/m²K Lengte steeg + isolatie
start: aluminium raamkader 2,775
verbetering (%)
Buitenschrijnwerk: aluminium 2,624 B. steeg (van λ=0,30 naar λ=0,17W/(mK))
1
Optimalisatie aluminium raamkader
Uf (W/(m²K)) 2,759
A. optimaliseren wanddikte
0 5
C. verlegen steeg (van 34 naar 54mm)
2,660
4
D.opdelen middendichting (diepte holtes 6mm)
2,713
2
E1. Opdelen steeg (diepte holtes 6mm)
2,411
13
E2. isoleren steeg (λ=0,035W/(mK))
2,336
16
F1. verlengen glasrubbers
2,570
7
F2. verschuiven glas (van 15 naar 30mm)
2,486
10
G. onbehandeld aluminium in holtes (ε=0,3)
2,499
10
H. drievoudige beglazing
2,618
6
combinatie A+B+C+D+E1+F1
1,709
38
combinatie A+B+C+D+E1+F2
1,594
43
combinatie A+B+C+D+E1+F3
1,518
45
combinatie A+B+C+D+E2+F1
1,649
41
combinatie A+B+C+D+E2+F2
1,481
47
combinatie A+B+C+D+E2+F3
1,473
47
1,210
56
F3.isolatie tussen beglazing en vleugel (λ=0,035)
NAV Infosessie
NAV Infosessie
combinatie A+B+C+D+E2+F3+H 56
57
Buitenschrijnwerk: PVC
Buitenschrijnwerk: PVC
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K
OPTIMALISATIE • # kamers • diepte • glassponning • externe isolatie • versterking
NAV Infosessie
OPTIMALISATIE • # kamers • diepte • glassponning • externe isolatie • versterking
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: PVC
Buitenschrijnwerk: PVC
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K (5 kamers) • : Uf 1.52 W/m²K • : Uf 1.51 W/m²K OPTIMALISATIE • # kamers • diepte • glassponning • externe isolatie • versterking
NAV Infosessie
NAV Infosessie
58
59
Buitenschrijnwerk: PVC
Buitenschrijnwerk: PVC
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K •
NAV Infosessie
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K •
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: PVC
Buitenschrijnwerk: hout
• Generiek PVC profiel: Uf 1.54 W/m²K •
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K
OPTIMALISATIE • Diepte • λwaarde • glassponning • samengesteld • luchtholtes • Externe isolatie
NAV Infosessie
NAV Infosessie
60
61
Buitenschrijnwerk: hout
Buitenschrijnwerk: hout
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K
OPTIMALISATIE • Diepte • λwaarde • glassponning • samengesteld • luchtholtes • Externe isolatie
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: hout
Buitenschrijnwerk: hout
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K •
OPTIMALISATIE • Diepte • λwaarde • glassponning • samengesteld • luchtholtes • Externe isolatie
NAV Infosessie
NAV Infosessie
62
63
Buitenschrijnwerk: hout
Buitenschrijnwerk: hout
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K •
NAV Infosessie
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K •
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk: hout
Buitenschrijnwerk:
• Generiek houten raamprofiel: Uf 1.66 W/m²K •
100mm Uf = 2,00 W/m²K
123mm Uf = 1,63 W/m²K
120mm Uf = 1,67 W/m²K
dezelfde Uf x b waarde = 0.2 W/mK • De impact van de Ufwaarde op het K en Epeil is relatief beperkt • De afstandshouder van de beglazing heeft een grotere invloed op het condensatierisico dan de Ufwaarde NAV Infosessie
NAV Infosessie
64
65
Raamaansluitingen
• Luchtdichtheid • Thermische prestaties • Buitenschrijnwerk • • Waterdichting
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Raamaansluitingen
Raamaansluitingen
Optie A: gedetailleerd (simuleren)
ΔK variabel
Optie C: Forfaitaire toeslag
+ 10 Kpunten
• contactlengte • tussenvoeging
Ψe ≤ Ψe,lim Ψe,lim = 0.10W/m²K
NAV Infosessie
Basisregels tussenvoeging • λ ≤ 0.2 W/m.K • R ≥ min (R1/2, 1.5) • regel contactlengte R = 1.5 m.K/W Vb. 4.5 cm PUR (λ 0.030) Vb. 6 cm MW (λ 0.040)
NAV Infosessie
66
67
Raamaansluitingen
Buitenschrijnwerk
Basisregels tussenvoeging • λ ≤ 0.2 W/m.K • R ≥ min (R1/2, 1.5) • regel contactlengte R = 1.5 m.K/W Vb. 4.5 cm PUR (λ 0.030) Vb. 6 cm MW (λ 0.040)
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk
• Luchtdichtheid • Thermische prestaties • Waterdichting • • Raamaansluitingen
NAV Infosessie
•
Australië / Nieuw Zeeland: AS2047
•
VS: AAMA 101
•
Canada: CSA A44008
•
UK: BS63751
•
Frankrijk: FD P20201
•
Duitsland: ift FE 05/2
•
Bath University: CWCT
•
België: NBN B250021
NAV Infosessie
68
69
Buitenschrijnwerk
Buitenschrijnwerk
• De luchtdichtheid bepaalt de druk in de drainagekamer
NAV Infosessie
NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk
Buitenschrijnwerk
• De luchtdichtheid bepaalt de druk in de drainagekamer • Die druk bepaalt het drukverschil over de buitenste dichting
Regenscherm Drainagevlak Luchtdichtheidsvlak
NAV Infosessie
NAV Infosessie
70
71
Buitenschrijnwerk
Buitenschrijnwerk
• De luchtdichtheid bepaalt de druk in de drainagekamer • Die druk bepaalt het drukverschil over de buitenste dichting • Dat drukverschil bepaalt hoeveel regenwater in de drainagekamer komt
NAV Infosessie
• De luchtdichtheid bepaalt de druk in de drainagekamer • Die druk bepaalt het drukverschil over de buitenste dichting • Dat drukverschil bepaalt hoeveel regenwater in de drainagekamer komt • De drainageopeningen bepalen hoeveel water kan afgevoerd worden • Het waterniveau stijgt, waardoor ook de hydrostatische druk stijgt, en dus ook de drainagecapaciteit NAV Infosessie
Buitenschrijnwerk
• De luchtdichtheid bepaalt de druk in de drainagekamer • Die druk bepaalt het drukverschil over de buitenste dichting • Dat drukverschil bepaalt hoeveel regenwater in de drainagekamer komt • De drainageopeningen bepalen hoeveel water kan afgevoerd worden
• Luchtdichtheid • Thermische prestaties • Waterdichting • Buitenschrijnwerk •
NAV Infosessie
NAV Infosessie
72
73
Raamaansluitingen Raamaansluiting met EPDM: 12 aansluitingen 10 lekken bij max 50Pa 2 bij 100Pa na opkitten: 200Pa
NAV Infosessie
Raamaansluitingen
Raamaansluiting achter slag: beschermde opstelling open stootvoegen luchtlekkage >3,3m³/h.m: 50Pa luchtlekkage <3,3m³/h.m: > 750Pa opletten met PU (contact steen) bij slechte of matige luchtdichtheid
NAV Infosessie
74
75
76
77
•
78
79
www.saint-gobain-glass.com
[email protected]
energie-eisen vanaf 2016
ondergrondse constructies
[email protected] -
Benny Craenhals
[email protected] - 0478 662 390
architect – energieconsulent NAV
[email protected] - 0492 91 96 91
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Vlaanderen is energie
versie maart 2015
U-waarden vanaf 2016
Vlaanderen Vlaanderen Vlaanderen Vlaanderen is energie is energie is energie Vlaanderen is energie U-waarden vanaf 2016*** vanaf 2015 is energie U- enU-waarden R-waarden U- vanaf en R-waarden 2015 vanaf 2016
EPB-eisen 2016 U-waarden vanaf 2016
EPB 1
*
EPB versie maart 2015 EPB EPB! EPB oppervlakte-gewogen versie maart 2015 EPB1 1 1
versie oktober 2014
versie maart 2015 versie oktober 2014
1 1
MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN
U max �������������� MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE OF MINIMAAL TE REALISEREN R-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN OF U-WAARDEN MINIMAAL TE REALISEREN R-WAARDEN (W/m²K) MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN U max R min R min Umax U max Constructiedeel Constructiedeel �������������� �������������� 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, U max �������������� (W/m²K) (m²K/W) (m²K/W) (W/m²K) (W/m²K)
1
met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume SCHEIDINGSCONSTRUCTIES SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME DIE HET OMHULLEN, BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 DIE VOLUME 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIEHET HETBESCHERMD BESCHERMD VOLUMEOMHULLEN, OMHULLEN, 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES 2015 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 met uitzondering van de scheidingsconstructies met uitzondering van diede descheidingsconstructies scheiding vormen met een die aanpalend de scheiding vormen volume met een aanpalend beschermd volume met uitzondering van die vormen met een beschermd volume met uitzondering vande descheidingsconstructies scheidingsconstructies diede descheiding scheiding vormen metbeschermd eenaanpalend aanpalend beschermd volume
1.1 met TRANSPARANTE uitzondering vanSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume
met uitzondering van deuren en poortenSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan 1.8 1.1 1.1 1.1 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, 1.1 TRANSPARANTE TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, en1.5) 1.1 TRANSPARANTE glas (zie 1.6) met uitzondering van deuren met enSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, poorten uitzondering (zie 1.3), vanlichte deuren gevels enlichte (zie poorten 1.4), glasbouwstenen (zie(zie 1.3), lichte (zie gevels 1.5) (zie 1.4),(zie glasbouwstenen (zie met uitzondering van deuren (zie 1.3), gevels glasbouwstenen 1.5) andere met uitzondering van deurenen enpoorten poorten (zie 1.3), lichte gevels (zie1.4), 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5)en en scheidingsconstructies scheidingsconstructies anderedan dan Ug,max = 1.1 met uitzondering van en (zie poorten 1.3), lichte (zie1.6) 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan glas (zie 1.6) en scheidingsconstructies en deuren scheidingsconstructies dan glas 1.6) (zie andere dangevels glas (zie glas (zie 1.6) andere
(zie 1.6) 1.2 glas OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, deuren (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.2 1.2 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzonderinguitzondering van deuren envan met poorten uitzondering (zie en 1.3)poorten envan lichte deuren gevels en (zie poorten 1.4) (zie 1.3) en1.4) lichte gevels (zie 1.4) 1.2 OPAKE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) daken en plafonds 1.2.1 daken en plafonds daken en plafonds 1.2.1 1.2.1 1.2.1 daken en plafonds enplafonds plafonds 1.2.1 daken en muren niet inmet contact met dein grond, met uitzondering van de muren muren bedoeld inmuren 1.2.4 bedoeld in 1.2.40.24 1.2.2 muren niet in contact met de grond, met uitzondering van de bedoeld 1.2.4 1.2.2 muren daken niet in contact muren de grond, niet met uitzondering contact met van dede grond, murenmet bedoeld uitzondering in 1.2.4 van dein 1.2.2 1.2.1 1.2.2 muren nietinincontact contactmet metdedegrond, grond,met metuitzondering uitzonderingvan vande demuren murenbedoeld bedoeldinin1.2.4 1.2.4 1.2.2 muren niet in contact met de grond 1.2.3 muren in contact met de grond muren in contact met de grond 1.2.3 1.2.2 1.2.3 1.5 0.40 of 1.2.3 muren in contact met de grond muren contact met grond 1.2.3 muren inin contact met dedegrond verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een buiten het kelder beschermd volume 1.2.4 verticale en hellende scheidingsconstructies verticale en hellende in contact scheidingsconstructies met een kruipruimte in of contact met een met kelder een buiten kruipruimte hetkelder of met een buiten het 1.2.4 1.2.3 1.2.4 verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een kelder buiten het beschermd volume 1.2.4 1.4 verticale enhellende hellende scheidingsconstructies contactmet meteen eenkruipruimte kruipruimteofofmet meteen eenkelder kelderbuiten buitenhet hetbeschermd beschermdvolume volume 1.2.4 verticale beschermd volume beschermd volume scheidingsconstructies inincontact 1.2.4 vloeren inen contact met de buitenomgeving 1.2.5 vloeren inincontact contact met de buitenomgeving 1.2.5 contact metde de buitenomgeving 1.2.5 vloeren in met buitenomgeving andere vloeren (vloeren op volle grond, een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd 1.2.6 vloeren invloeren contact met de buitenomgeving vloeren in contact metboven de buitenomgeving 1.2.5 1.2.5 1.2.5 0.30 volume, ingegraven andere vloeren (vloeren opvolle volle grond, boven een kruipruimte ofboven boven een kelder buiteneen hetkelder beschermd volume, ingegraven 1.2.6 andere keldervloeren) andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.2.6 vloeren op grond, boven een kruipruimte of een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven andere vloeren (vloeren op andere volle grond, vloeren boven (vloeren een kruipruimte op volle grond, of boven boven een kelder een kruipruimte buiten het beschermd of boven buiten het beschermd 1.2.6 1.2.6 1.2.6 (vloeren 1.75 0.30 of keldervloeren) keldervloeren) keldervloeren) volume, ingegraven volume, ingegraven keldervloeren) DEUREN ENkeldervloeren) POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 DEUREN EN POORTEN DEUREN (met inbegrip EN prEN POORTEN van13947) kader)(met inbegrip van kader) 2.0 1.3 1.4 1.3 POORTEN DEUREN EN (met inbegrip van kader) 1.3 GORDIJNGEVELS (volgens GORDIJNGEVELS (volgens prEN(volgens 13947) prEN 13947) 1.4 GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) GORDIJNGEVELS (volgens GORDIJNGEVELS prEN 13947) 1.4 1.4 1.4 2.0
1.4 GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947)
1.5 GLASBOUWSTENEN GLASBOUWSTENEN 1.5 1.5 1.5 GLASBOUWSTENEN GLASBOUWSTENEN 1.5 GLASBOUWSTENEN TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6
en Ug,max = 1.1 2.0
met uitzondering van SCHEIDINGSCONSTRUCTIES deuren en poorten (zie 1.3) en lichte ANDERE gevels (zie 1.4) GLASBOUWSTENEN 1.5 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, DAN ANDERE 1.6 1.6 1.6 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DANGLAS, GLAS, DAN GLAS, 1.6 TRANSPARANTE en met uitzondering van (zie lichte (zie 1.4) met uitzondering van deuren met endeuren poorten uitzondering (zie 1.3) van endeuren lichte gevels enen poorten (zie 1.4)gevels (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) met uitzondering van deurenen enpoorten poorten (zie1.3) 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6 U rl,max = 1.6 PERCELEN 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE
met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 2 TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES AANGRENZENDE PERCELEN SCHEIDINGSCONSTRUCTIES 2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES TWEE BESCHERMDE VOLUMES 3 VOLGENDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HETOP BESCHERMD VOLUME OF OP PALEND AAN EEN 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEETUSSEN BESCHERMDE VOLUMESOP OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 AANGRENZENDE PERCELEN AANGRENZENDE PERCELEN metBESCHERMD uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET VOLUME OF PALEND AAN 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OF PALEND AANEEN EEN 2 BESTAAND SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 3 3.1 3 BESCHERMD VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME BINNENOF HET PALEND BESCHERMD VOLUME OF PALEND met VOLUME OP EIGEN PERCEEL, TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN metuitzondering uitzonderingvan vandeuren deurenen enpoorten poorten(zie (zie1.3): 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, AAN EEN BESTAAND BESCHERMD AANSCHEIDINGSCONSTRUCTIES EEN BESTAAND VOLUME OP BESCHERMD EIGEN PERCEEL, VOLUME OP EIGEN PERCEEL, 33.1uitzondering VOLGENDE OPAKE BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OFgangen, PALEND TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 (trappenhuis, inkomhal, ...) AAN EEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 met van deuren met enuitzondering poorten (zie 1.3): van deuren en poorten (zie 1.3): TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016 (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 WOONEENHEDEN EN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING inkomhal, gangen, ...) WOONEENHEDEN ENRUIMTEN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN (trappenhuis, 3.2 TUSSEN TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1
3.3 3.1 TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 TUSSEN WOONEENHEDEN RUIMTEN MET EENEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN TUSSEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE WOONEENHEDEN RUIMTEN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 3.4 3.2 WOONEENHEDEN EN RUIMTENEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 TUSSEN NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING TUSSEN RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN 3.4 (trappenhuis, inkomhal, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 1.0 TUSSEN WOONEENHEDEN ENBESTEMMING RUIMTEN MET EEN BESTEMMING WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 TUSSEN 3.3 RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE EN RUIMTEN MET EEN gangen, 3.4 TUSSEN 81NIET-RESIDENTIËLE 4 NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING TUSSEN RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN RUIMTEN EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN BESTEMMING 3.4 TUSSEN 3.4MET WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE 3.3 TUSSEN 4.1 NA-ISOLEREN OPAKE CONSTRUCTIES 4 VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN
2
80
(W/m²K)
2016 1.5
�� 1.8 1.5 1.5= 1.1 Ug,max en �� 1.5 �� U ��= 1.1 Ug,max g,max = 1.1 Ug,max = 1.1 0.24 0.24 0.24 0.24 0.40
of
0.24 0.24 0.24 0.24 0.30
0.30 of 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 �� 2.0 2.0 Ug,max 2.0 ��= 1.1 �� en UUg,max �� = 1.1 g,max 2.0= 1.1
Ug,max = 1.1
2.0 2.0 2.0 �� 2.0 2.0 2.0= 1.4 Utp,max �� en �� 2.0 1.4 U U rl,max 1.4 Utp,max 0.6===1.6 tp,max
�� 0.6 0.6 Utp,max 0.6 0.6= 1.4 0.6
1.0
1.0 1.0 1.0
1.0
1.5 1.4
1.75
' )0' 1 ' !' ! 2 !' 3 4
/
) #' # 1 ' !' 5.4 63 ' 3 4 7 4 ! 2 !' 3 4
/
!!"#
EPB-eisen 2016
Isoleren van ondergrondse constructies
U<>R
- U vrs. R-waarden
OFWEL : VEREENVOUDIGD
- de impact van ondergrondse transmissieverliezen
- EPB-aanvaarde ondergrondse wand- en vloerpakketten
! "
#
74854
BELGISCH STAATSBLAD — 08.12.2010 — MONITEUR BELGE
!
74897
$
BELGISCH STAATSBLAD — 08.12.2010 — MONITEUR BELGE
'($)(*+#*+
!&
% NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
! ! " ! "! #$% && ! # !"' $ %( %)!'' # "! *+! ! ,' $)",%! $ % ! ! %$%( # $ ! %)!''! ! +'$'- % *# "! #,. + # )% )'$' # %'!' #!# # (
EPB-eisen 2016
EPB-eisen 2016
U<>R
U<>R
R = d/λ ➡ warmteweerstand : laag per laag ➡ houdt geen rekening met warmtestroom doorheen grond ➡ componentgebonden : geeft informatie over constructie op zich
OFWEL : VEREENVOUDIGD
$ %&%% & '5 &&)% %&
"! 63@
!! NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
%' '# 5.5AE 63
%' $7 5.54E 63
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
# #'
%' *"++ 5.5>E 63
82
5.45
4=
=H
83
=4
Ten gevolge van de grote thermische capaciteit van de grond, heeft de grondmassa EEN UITGAVE VAN HET WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF immers niet alleen een dempende invloed op de grootte van de warmtestroom, maar ook een in de tijdop vertragend effect op deze warmtestroom. In het kader van de berekening van Vloeren volle grond de gemiddelde maandelijkse en jaarlijkse warmtestroom, die bijvoorbeeld vereist is voor de evaluatie van de energieverliezen, worden in hoofdstuk 5 de formules opgegeven die nodig zijn om de invloed van de periodieke schommelingen van de binnen- en de buitenU-waarde temperatuur in rekening te brengen.
EPB-eisen 2016 U<>R
OFWEL : GEDETAILLEERD VOLGENS EN
13370
VLOER OP VOLLE GROND : Rf (m²K/W) ⇓ P/A
(m-1)
⇓
0,00
0,12
0,50
0,66
1,00
1,50
2,00
➡ Dehoudt rekening warmteverliesstroom met Afb. 1 Kenmerkende warmteoverdracht via de schommelende grond. viawarmtestroom de grond splitst doorheen zich typisch op in (zie grond afbeelding 1) : een verliesstroom die verticaal naar be➡ ◆houdt rekening met neden stroomtOppervlakte en uitdeint in de verhouding / diepte : dit proces zorgt ervoor dat de grond perimeter onder een gebouw gedurende een lange ➡ betere indicatie over effectief periode langzaam opwarmt waarbij de warmteverlies grondverliezen steeds kleiner worden; na afloop van deze periode zijn de grondverliezen minimaal ◆ een verliesstroom die via de grond naar de buitenomgeving stroomt : deze verRAPPORT ARMTEOVERDRACHT liesstroom ondergaat het sterkst de invloed van de buitentemperatuur en is het grootst langs de randstroken die grenzen aan de buitenomgeving of het maaiveld. DOOR WANDEN VAN GEBOUWEN
Uf (W/m²K) (EN ISO 13370) ⇓
0,10
0,28
0,26
0,22
0,21
0,19
0,17
0,16
0,20
0,47
0,43
0,36
0,33
0,30
0,26
0,23
0,30
0,63
0,57
0,46
0,42
0,37
0,31
0,26
0,40
0,76
0,68
0,53
0,49
0,42
0,34
0,29
0,50
0,88
0,78
0,59
0,54
0,45
0,36
0,31
0,60
0,98
0,87
0,64
0,58
0,48
0,38
0,32
0,80
1,16
1,01
0,72
0,64
0,52
0,41
0,34
1,00
1,30
1,12
0,77
0,68
0,55
0,43
0,35
W
P (m) = aan de buitenomgeving blootgestelde perimeter - A (m²) = vloeroppervlakte
U ↘︎ wanneer vloeroppervlakte ↗ => grotere vloeren beter gedetailleerd berekenen !
IN CONTACT MET DE GROND
Aangezien het warmtetransmissieverlies langs de randstroken beduidend groter is dan in NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016 GEBRUIK EN IMPLEMENTATIE VAN DE GENORMALISEERDE
de centrale Vlaanderen vloerdelen, is het zinvol om de totale verliesstroom via de grond temaart beperken 2015ISO 13370 REKENMETHODE VANversie NBN EN
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
is energie
8 EPS
4 EPS
Vlaanderen Vlaanderen Vlaanderen Vlaanderen is energie is energie is energie Vlaanderen is energie U-waarden vanaf 2016*** vanaf 2015 is energie U- vanaf en R-waarden U- enU-waarden R-waarden 2015 vanaf 2016 Ondergrondse constructies
Vb. vloersamenstelling
Vlaanderen U-waarden vanaf 20168 MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN * is energie
VLOEREN ��������������
20 EPS
Ondergrondse constructies
EPB 1
U-waarden vanaf 2016*
versie oktober 2014
EPB
EPB EPB EPB11
versie maart 2015 versie oktober 2014 versie maart 2015
versie maart 2015 WTCB-rapport nr. 7 – 2003
1
WTCB-rapport nr. 7 –versie 2003 maart 2015
U-waarden vanaf 2016 Vb. vloersamenstelling
EPB 1
1
EPB
U max
1
MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN OF U-WAARDEN MINIMAAL TE REALISEREN OF MINIMAAL R-WAARDEN TE REALISEREN R-WAARDEN Vlaanderen (W/m²K) MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN Vlaanderen Vlaanderen versie oktober 2014 versie maart 2015 versie oktober 2014 Vlaanderen EPB TOELAATBARE U-WAARDEN versie maart 2015 EPB EPB is energie isMAXIMAAL energie is energie Vlaanderen EPB-EIS VEREENVOUDIGD EPB U maxGEDETAILLEERD Rversie R min Umax min maart 2015 U max is energie Constructiedeel Constructiedeel �������������� * �������������� EPB 1 U-waarden vanaf 2016 energie * DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 is SCHEIDINGSCONSTRUCTIES 1 Uen R-waarden Uvanaf en R-waarden 2015 vanaf 2015 1 U max �������������� (W/m²K) (m²K/W) (W/m²K) (m²K/W) (W/m²K) 1 MAX MAX U-waarden vanaf 2016* U RMIN U de scheiding R vormen metISO U volumeR ISO (W/m²K) 1 vanaf 2016 met uitzondering vanU deU-waarden scheidingsconstructies die een aanpalend beschermd SCHEIDINGSCONSTRUCTIES SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME DIE HET OMHULLEN, BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 2015 0,30 1,75 0,34 0,3 2015 2016 MAXIMAAL U-WAARDEN SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 met van deTOELAATBARE scheidingsconstructies met uitzondering van diede descheidingsconstructies scheiding vormen met een die aanpalend de scheiding beschermd vormen volume met een aanpalend beschermd volume met uitzondering van die vormen met een beschermd volume met uitzondering vande descheidingsconstructies scheidingsconstructies diede descheiding scheiding vormen met eenaanpalend aanpalend beschermd volume 1.1uitzondering TRANSPARANTE 6 EPS 4 EPS 1.5 met uitzondering vanSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume 1,78 1,25 andere dan U 1.5 �� max met uitzondering van deuren en poortenSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies �������������� 1.8 1.8 1.1 1.1 1.1 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, 1.1 TRANSPARANTE 1.5 1.1 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, U(W/m²K) MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN MAXIMAAL MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN OF U-WAARDEN MINIMAAL TE REALISEREN OF R-WAARDEN TE andere REALISEREN g,max en en1.5) ��=R-WAARDEN MAXIMAAL TOELAATBARE U-WAARDEN 1.1 1.5 TRANSPARANTE glas uitzondering (zieTOELAATBARE 1.6) met uitzondering van deuren met enSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, poorten uitzondering (zie 1.3), vanlichte deuren enlichte (zie poorten 1.4), glasbouwstenen (zie(zie 1.3), lichte (zie gevels 1.5) (zie 1.4),(zie glasbouwstenen (zie met van deuren en poorten (ziegevels 1.3), gevels 1.4), glasbouwstenen 1.5) MINIMAAL en scheidingsconstructies dan 1
met uitzondering van deuren en poorten (zieU-WAARDEN 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan MAXIMAAL TOELAATBARE U = 1.1
vereenvoudigd
gedetailleerd
vereenvoudigd
gedetailleerd
vereenvoudigd
gedetailleerd
R (m2K/W)
1,31
1,31
2,42
2,42
5,75
5,75
1/R
0,76
0,76
0,41
0,41
0,17
0,17
U (W/m2K)
0,40
0,30
0,28
0,22
0,14
0,13
PINSTAL (W/m2)
4,80
3,60
3,36
2,64
1,68
1,56
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
(evaluatie vlg. eisenpakket U/R 2015)
84
��
Ug,max ��= 1.1
g,max met uitzondering van en (zie poorten 1.3), lichte (zie1.6) 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan glas (zie 1.6) en scheidingsconstructies andere en deuren scheidingsconstructies dan glas 1.6) (zie andere dangevels glas (zie Ug,max U max R g,max Umax min U max= 1.1 glas (zie 1.6) Constructiedeel Constructiedeel �������������� �������������� Ug,max glas (zie 1.6) SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HETmet BESCHERMD VOLUME 11.2 U max= 1.1 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, uitzondering van deuren enOMHULLEN, poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) (m²K/W) �������������� (W/m²K) (W/m²K) (W/m²K) OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 1.2 1.2 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) (W/m²K) met uitzondering van de scheidingsconstructies de scheiding metpoorten een aanpalend beschermd volume 1.2 OPAKE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, metdie uitzondering vanvormen deuren en (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 1.2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren enOMHULLEN, poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) daken en plafonds 1.2.1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES SCHEIDINGSCONSTRUCTIES HET BESCHERMD VOLUME DIE HET OMHULLEN, BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 1 DIE BESCHERMD VOLUME 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIEHET HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES daken en plafonds 1.2.1 1.2.1 1.2.1 daken en plafonds dakenDIE en plafonds 0.24 2015 2016 0.24 daken en plafonds 1.2.1 0.24 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD VOLUME OMHULLEN, 1 met uitzondering van de scheidingsconstructies met uitzondering van die de de scheidingsconstructies scheiding vormen met een die aanpalend de scheiding beschermd vormen volume met een aanpalend beschermd volume met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen metde een aanpalend beschermd daken en plafonds muren niet inmet contact met dein grond, met uitzondering van de muren muren bedoeld inmuren 1.2.4 1.2.2 muren niet in contact met de grond, met uitzondering van de bedoeld in 1.2.4 1.2.2 0.24 1.2.2 1.2.1 1.2.2 muren niet in contact muren de grond, niet met uitzondering contact met van dede grond, muren met bedoeld uitzondering in 1.2.4 van bedoeld in 1.2.4 volume 1.1 1.5 TRANSPARANTE 0.24 uitzondering vanSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met eeninaanpalend beschermd volume muren nietinincontact contact metdedegrond, grond,met metuitzondering uitzondering vande demuren murenbedoeld bedoeld 1.2.4 1.2.2met muren niet met van in 1.2.4 1.2.2 in contact met de grond 1.2.3 �� 1.2.3 1.2.3 muren in contact met de grond muren in contact met de grond 1.5 0.40 of 0.40 met uitzondering van deuren en poortenSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan muren in contact met de grond 1.2.3 1.8 1.8 1.1 1.1 1.1 TRANSPARANTE TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, 1.5 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, 1.1 muren 1.5= 1.1 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, muren in contact met grond 1.2.3 in contact met dedegrond Ug,max verticale en hellende scheidingsconstructies inlichte contact met een kruipruimte of met een kelder buiten het beschermd volume 1.2.4 1.2.4 1.2.3 1.2.4 verticale en hellende scheidingsconstructies verticale en hellende in contact scheidingsconstructies met een kruipruimte in of contact met een met kelder een buiten kruipruimte het of met een kelder buiten het en en �� 1.1 1.5 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, glas (zie 1.6) met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3), gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en scheidingsconstructies andere dan �� verticale enenhellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een kelder het beschermd volume 1.2.4 met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3), lichte gevels (zie 1.4), glasbouwstenen (zie 1.5) en buiten scheidingsconstructies andere dan 1.4 verticale hellende scheidingsconstructies contact met een kruipruimte met(zie een kelder buiten het beschermdandere volume 1.2.4met Ug,max = beschermd 1.1 U ��= 1.1 volume volume verticale hellende scheidingsconstructies inin contact met een kruipruimte ofofmet een kelder buiten het volume 1.2.4 vloeren inen contact met deglas buitenomgeving 1.2.5 0.24 uitzondering van deuren en (zie poorten 1.3), lichte (zie 1.4), glasbouwstenen 1.5) en scheidingsconstructies dan glas (zie 1.6) enbeschermd scheidingsconstructies dangevels glas (zie 1.6) enbeschermd scheidingsconstructies andere dan 1.6) (zie andere Ug,max g,max = 1.1 glas (zie 1.6) vloeren inincontact contact met de buitenomgeving 1.2.5 0.24 = 1.1 Ug,max contact metde de buitenomgeving 1.2.5glas 0.24 (zie 1.6) vloeren in met buitenomgeving 0.24 andere vloeren (vloeren op volle grond, een kruipruimte of boven kelder beschermd volume, 1.2.6 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren eneen poorten (ziebuiten 1.3) enhet lichte gevels 1.4) ingegraven 1.2.5 1.2.5 1.2.5 vloeren invloeren contact met de buitenomgeving vloeren in contact metboven de buitenomgeving 0.30(zie 0.30 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) 1.2 1.2.6 1.2 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering van deuren envan met poorten uitzondering (zie 1.3)een envan lichte deuren gevels en (zie poorten 1.4) (zie 1.3) en lichteingegraven gevels (zie 1.4) andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.2.6 keldervloeren) andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.2.6 andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven kelder buiten het beschermd volume, 1.2 OPAKE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES, met uitzondering vankelder deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (ziehet 1.4)beschermd 1.2.6 1.2 1.2.6 opandere andere vloerenSCHEIDINGSCONSTRUCTIES, (vloeren volle grond, vloeren boven (vloeren een kruipruimte op volle grond, of boven boven een een kruipruimte buiten het beschermd of een kelder buiten met uitzondering van deuren en poorten (zieboven 1.3) en lichte gevels daken en plafonds plafonds 1.2.1 1.75 0.30(zie 1.4) of 0.30 keldervloeren) keldervloeren) daken en keldervloeren) 1.2.1 1.2.1 1.2.1 daken eningegraven plafonds daken en plafonds volume, ingegraven keldervloeren) volume, keldervloeren) 0.24 EN POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 2.0 0.24 daken en plafonds 1.2.1DEUREN 0.24 daken en plafonds 1.2.1 muren niet inmet contact met de(met grond, met uitzondering van de muren muren bedoeld inmuren 1.2.4 bedoeld in 1.2.4 1.2.2 muren niet in contact met de grond, met uitzondering van de bedoeld 1.2.4 0.24 1.2.2 1.2.2 1.2.2 muren niet in contact met de grond, met uitzondering van dein muren niet in contact de grond, met uitzondering van de muren bedoeld in 1.2.4 DEUREN EN POORTEN inbegrip van kader) 1.3 2.0 0.24 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) DEUREN EN POORTEN DEUREN (met inbegrip EN POORTEN van kader) (met inbegrip van kader) 2.0 2.0 1.3 1.3 1.3 muren niet in contact met de grond, met uitzondering van de muren bedoeld in 1.2.4 1.2.2 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 2.0 GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) 1.4 2.0 muren niet in de contact met de grond, met van de muren bedoeld in 1.2.4 in met de grond 1.2.3 1.2.3 1.2.2 1.2.3 muren contact met deuitzondering grond muren in contact met grond 1.5 0.40 of 0.40 muren in contact contact met dein grond 1.2.3 �� muren in contact met de grond 1.2.3 EPB-EIS VEREENVOUDIGD GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) 1.4 GORDIJNGEVELS 2.0 muren in en contact met de grond (volgens prEN 13947) 1.4 verticale hellende scheidingsconstructies in contact met een of met een buiten het beschermd volume 1.2.4 GORDIJNGEVELS (volgens GORDIJNGEVELS prEN 13947) (volgens prEN 13947) 1.4 1.2.3 1.4 2.0 2.0GEDETAILLEERD 1.2.4 1.2.4 verticale en hellende scheidingsconstructies in contact een kruipruimte of met een kelder buiten het verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte ofkruipruimte met een met kelder buiten hetkelder Ug,max verticale en hellende scheidingsconstructies in contact met een kruipruimte of met een kelder buiten het beschermd volume 1.2.4 (volgens prEN 13947) 1.4 2.0 1.4 verticale enhellende hellende scheidingsconstructies contactmet meteen eenkruipruimte kruipruimteof ofmet meteen eenkelder kelderbuiten buitenhet het beschermdvolume volume 1.2.4GORDIJNGEVELS ��= 1.1 �� en beschermd en beschermd volume beschermd volume verticale encontact scheidingsconstructies inincontact 1.2.4 vloeren in met de buitenomgeving 1.2.5 0.24 MAX MAX UUg,max ��== 1.1 1.1 U U R U R ISO U ISO Ug,max = 1.1 R MIN g,max vloeren in contact met de buitenomgeving 1.2.5 0.24 vloeren in contact met de buitenomgeving 1.2.5 0.24 GLASBOUWSTENEN 2.0 1.5 in1.2.5 contact met deop buitenomgeving 0.24 andere vloeren (vloeren volle grond, een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd 1.2.6 1.2.5 1.2.5 vloeren in contact metboven de buitenomgeving vloerenvloeren in contact met de buitenomgeving 0.30= 1.1 0.30 volume, ingegraven Ug,max andere vloeren (vloeren opvolle volle grond, boven een kruipruimte ofboven boven een kelder buiteneen hetkelder beschermd volume, ingegraven 1.2.6GLASBOUWSTENEN keldervloeren) andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.2.6 andere vloeren (vloeren op grond, boven een kruipruimte of een kelder buiten het beschermd volume, ingegraven 1.5 2.0 2.0 GLASBOUWSTENEN GLASBOUWSTENEN 1.5 1.2.6 1.5 GLASBOUWSTENEN 2.0 1.5 1.2.6 1.2.6 andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven buiten het beschermd andere vloeren (vloeren op volle grond, boven een kruipruimte of boven een kelder buiten het beschermd 2016 0,24 11 EPS 8 EPS 0.30 2.0 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6 TRANSPARANTE 1.75 of keldervloeren) keldervloeren) keldervloeren) keldervloeren) volume, ingegraven keldervloeren) �� 0,24 0,240.30 met uitzondering vanvolume, deuren ingegraven en poorten (zie 1.3)van en lichte gevels (zie 1.4) EN POORTEN (met inbegrip kader) 2.0 GLASBOUWSTENEN 2.0 1.5 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE GLAS, 1.6 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, DAN ANDERE 1.6 1.3 1.6 2.0= 1.4 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DANFloorboard GLAS, DAN GLAS, 1.6 DEUREN U 12 8 Floorboard tp,max DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) 1.3 2.0 DEUREN EN POORTEN (met inbegrip van kader) �� en en DEUREN EN POORTEN DEUREN (met inbegrip EN POORTEN van kader) (met inbegrip van kader) 2.0 2.0 1.3 1.3 1.3 met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) met uitzondering van en poorten 1.3)(zie en1.4) lichte gevels (zie 1.4) met uitzondering vanEN deuren en(volgens poorten (zie 1.3) endeuren lichte (zie 1.4) (zie �� met uitzondering van deuren(met en prEN poorten (zie gevels 1.3) en lichte gevels DEUREN POORTEN inbegrip van kader) 1.3 2.0 GORDIJNGEVELS 13947) 1.4 2.0 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6 1.4 U = 1.6 ===1.6 U U tp,max rl,max rl,max 1.4 U 22021 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 tp,max �� 0,13 ? 24 EPS 20 EPS GORDIJNGEVELS (volgens prEN(volgens 13947) 1.4 GORDIJNGEVELS 2.0 (volgens prEN 13947) GORDIJNGEVELS (volgens GORDIJNGEVELS prENen 13947) prEN 13947) 1.4 1.4 1.4 2.0 2.0 �� met uitzondering van deuren poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) = 1.1 Ug,max GORDIJNGEVELS (volgens prEN 13947) 1.4 2.0 0,13 0,13 �� �� SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP 2 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP en en 3 2 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET VOLUME OF PALEND AAN EEN SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE 0.6= 1.4 Utp,max 0.6 0.6= 1.1 PERCELEN 0.6 25BESCHERMD Floorboard 22 Floorboard UUg,max ��= 1.1 Ug,max g,max AANGRENZENDE PERCELEN AANGRENZENDE PERCELEN GLASBOUWSTENEN 2.0= 1.1 1.5 metBESCHERMD uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET VOLUME OF PALEND AAN EEN = 1.1 U g,max 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OF PALEND AAN EEN 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 2.0 2.0 GLASBOUWSTENEN GLASBOUWSTENEN 1.5 1.5 GLASBOUWSTENEN 2.0 1.5 GLASBOUWSTENEN 3 BESCHERMD 3 1.5 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNENOF HET BESCHERMD VOLUME OF PALEND VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME PALEND 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6 met van BESTAAND VOLUME OP EIGEN PERCEEL, TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 metuitzondering uitzondering vandeuren deurenen enpoorten poorten(zie (zie1.3): 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, �� met uitzondering van deuren poorten (zie OP 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) GLASBOUWSTENEN 2.0 1.5 AAN EENenBESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN DAN PERCEEL, AAN BESTAAND BESCHERMD VOLUME EIGEN PERCEEL, TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 2.0 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, ANDERE GLAS, 1.6 1.6 2.0= 1.4 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6EEN 3Infosessie VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OFgangen, PALEND NAV1.6 Nieuwe energie-eisen 2016 TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 Utp,max (trappenhuis, inkomhal, ...) AAN EEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 met uitzondering van deuren met en uitzondering poorten (zie 1.3): van deuren en poorten (zie 1.3): TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 �� en en met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) met uitzondering van deuren met en poorten uitzondering (zie 1.3) van en deuren lichte gevels en poorten (zie 1.4) (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) �� met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4)
met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, 2.0 TRANSPARANTE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES ANDERE DAN GLAS, 1.6 1.4 U = 1.6...) U Url,max rl,max 1.0===1.6 1.4 Utp,max 2 TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 tp,max (trappenhuis, inkomhal, gangen, WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 TUSSEN TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 3.3 3.1 �� met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3) en lichte gevels (zie 1.4) SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP 2 2 SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP 1.0 TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 3.1 3 OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HETEN BESCHERMD VOLUME AAN EEN 2 VOLGENDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 TUSSEN WOONEENHEDEN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 Utp,max RUIMTEN MET EENEN INDUSTRIËLE BESTEMMING RUIMTEN MET EENOF PALEND 0.6 inkomhal, 0.6 1.0= 1.4 0.6 (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) (trappenhuis, gangen, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 3.4 3.2 WOONEENHEDEN EN RUIMTEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 TUSSEN AANGRENZENDE PERCELEN AANGRENZENDE PERCELEN 85BESCHERMD met uitzondering van deuren en poorten (zie 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET VOLUME OF PALEND AAN EEN TUSSEN RUIMTEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN 3.4 3 VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OF PALEND AAN EEN (trappenhuis, inkomhal, gangen, ...) TUSSEN WOONEENHEDEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN 3.2 1.0 1.0 23.4 BESTAAND SCHEIDINGSCONSTRUCTIES TUSSEN TWEE BESCHERMDE VOLUMES OP AANGRENZENDE PERCELEN 0.6 TUSSEN WOONEENHEDEN TUSSEN EN RUIMTEN WOONEENHEDEN MET EEN NIET-RESIDENTIËLE ENHET RUIMTEN MET BESTEMMING EEN NIET-RESIDENTIËLE BESTEMMING 3.3 3.3 TUSSEN MET EEN INDUSTRIËLE BESTEMMING EN RUIMTEN MET EEN 3 3.1 3RUIMTEN VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN HET BESCHERMD VOLUME OF PALEND VOLGENDE OPAKE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES BINNEN BESCHERMD VOLUME OF PALEND met uitzondering van en (zie BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL, TUSSEN APARTE WOONEENHEDEN 4 NA-ISOLEREN VAN BESTAANDE SCHEIDINGSCONSTRUCTIES DIE HET BESCHERMD NIET-INDUSTRIËLE BESTEMMING met uitzondering vandeuren deurenVOLUME enpoorten poortenOMHULLEN (zie1.3): 1.3): BESTAAND BESCHERMD VOLUME OP EIGEN PERCEEL,
R min (m²K/W)
of
1.5 1.4
of
1.75
of
1.5 1.4
of
1.75
De kennis over deze stroomsnelheid is enkel van belang voor de gebieden die in afbeelding 2 en in afbeelding 3 aangeduid zijn als gebieden met ondiep grondwaterpeil. Tabel 2 geeft voor deze gebieden een overzicht van de gemiddelde en maximale grondwaterstroomsnelheden die bij de berekeningen gebruikt kunnen worden.
de totale equivalente dikte van de vloer wordt gegeven door : d t = w + λ( R f + R se ) , waarin Rf beperkt is tot de bouwlagen tussen de verwarmingselementen en het scheidingsvlak met deconstructies grond U-waarde ingegraven ∼ ◆➡voor R een verwarmde vloer boven een kruipruimte : de Uf-waardeaarde van de vloer boven de kruipruimte wordt berekend volgens : ➡ geleiding 1 ➡ grondwater Uf = , ➡ blootgestelde omtrek (perimeter) R f + R si ➡waarin Rf beperkt is tot de bouwlagen tussen de verwarmingselementen en het onderingegraven diepte ste oppervlak van de vloer ➡ warmteweerstand omringende muur ◆➡voor een verwarmde keldervloer : randisolatie totale equivalente dikte van de vloer wordt gegeven door : ➡de (bouwknoop)
Vloeren op volle grond
Afb. 2 Gebieden met ondiep grondwaterpeil (zw ≤ 5 m) in Noord-België (bron : Belgische Geologische Dienst).
d t = w + λ( R f + R se ) , waarin Rf beperkt is tot de bouwlagen tussen de verwarmingselementen en het scheidingsvlak met de VERZADIGINGSGRONDTYPE DICHTHEID ρ grond VOCHTWARMTEWARMTEGELEIDGRAAD (kg/m ) INHOUD µ: CAPACITEIT BAARHEID λ ◆ voor een verwarmde keldermuur (%) (kg/kg) (J/m .K) (W/m.K) de totale equivalente dikte van de muur wordt gegeven door :
Tabel 1 Genormaliseerde grondkarakteristieken (volgens NBN EN ISO 13370).
3
3
klasse 1 2 3
d w = λ( R w + R se ) , waarde waarin R beperkt is tot de bouwlagen tussen de verwarmingselementen en het w 1400 – 1800 leem 1,0 – 2,0 0,10 – 0,30 70 – 100 3,0 x 10 1,5 scheidingsvlak met de grond. benaming
bereik
reken-
Kustvlakte en Polders
6
klei
1200 – 1600
0,20 – 0,40
droog zand
1700 – 2000
0,04 – 0,12
80 – 100
3,0 x 10
6
0,9 – 1,4
20 – 60
2,0 x 106
1,1 – 2,2
6
1,5 – 2,7
2,0 x 106
2,5 – 4,5
nat zand 1700 – 2100 2,0 x 10 0,10 – 0,18 85 – 100 4.6 RELATIEF BELANG VAN DE VLOERVERLIEZEN rotsgrond
2000 – 3000
zeer klein
zeer klein
Vlaamse Vallei Alluviale vlakten Noordelijke Kempen
2,0
Hoge Venen en andere plateau's
3,5
4.6.1 INVLOED VAN HET GRONDTYPE NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
diepte eveneens met redelijke nauwkeurigheid bepalen aan warmteverlies de hand van geologische Afbeelding 12 stelt de invloed van het grondtype op het voor. Hiertoe werd 2 hieromtrent kaarten, topografische kaarten of bodemkaarten. Gedetailleerde informatie voor een matig geïsoleerde vloer op de volle grond (met Rf = 0,66 m .K/W) de U-waarde kan opgevraagd de Belgische Geologische Dienst, die ook beschikt over een berekend voorworden de driebijgrondcategorieën die in tabel 1 gedefinieerd werden. boorarchief dat heel wat grondwaterstanden bevat die opgemeten werden tijdens verschillende grondboringen.
Vloeren op volle grond De kleinste vloerverliezen treden op bij ondergronden van klei of leem (λ = 1,5 W/m.K).
Afb. 3 Gebieden met ondiep grondwaterpeil (zw ≤ 5 m) in Zuid-België (bron : Belgische Geologische Dienst).
Vloeren op volle grond
Voor zandgrond (λ = 2 W/m.K) varieert de toename van de warmteverliezen echter
kan van men stellen dat de aanwezigheid van grondwater een verwaarloosbare - deAlgemeen impact ondergrondse transmissieverliezen
- de impact van ondergrondse transmissieverliezen
U (W/m2.K)
invloed heeft op het warmtetransport via de grond, tenzij de grondwaterspiegel dicht bij het grondoppervlak 0,9ligt (minder dan 1 meter diep). Indien dit zo is, speelt ook het grondAfb. 12 Invloed van c a) λ =een 1,5 W/m.K waterdebiet een rol, aangezien dit bij een ondiepe grondwaterspiegel zorgt voor het grondtype op het 0,8 b) λ = 2 W/m.K warmteverlies (voor versnelde afvoer 0,7 van de warmte die zich opstapelt onder verwarmde gebouwen. Met b c) λ = 3,5 W/m.K vloeren op de volle tot de warmte- en energieverliezen is de kennis van gebieden met een betrekking ondiep a 0,6 grond). grondwaterpeil (en eventueel van het grondwaterdebiet) dus een belangrijk aandachts0,5 punt. 0,4
Afb. 5 Bepaling van de perimeter van een vloer op de volle grond. Met de term “perimeter P” wordt de blootL1 L4 gestelde perimeter bedoeld, d.w.z. het gedeelte van de vloer dat grenst aan het buitenoppervlak. Onverwarmde en aangrenzende constructies die buiten het beL2 schermde volume van het gebouw gelegen hoekrijzijn, worden bij de bepaling van de periwoning woning meter verwaarloosd. De perimeter kan als L3 L5 volgt bepaald worden : en Polders ◆ in het geval vanKustvlakte een vloer op de volle Vlaamse Vallei grond (afbeelding 5) is de perimeter van de hoekwoning gelijk aan L1 + L2 + L3, terwijl Alluviale vlakten deze voor de rijwoning gelijk is aan L4 + L5 Noordelijke Kempen ◆ in het geval van ingegraven vloeren (bv. keldervloer) wordt de volledige perimeter van Hoge Venen en andere plateau's de vloer in rekening gebracht ◆ in het geval van ingegraven muren wordt een constant transmissieverlies verondersteld, d.w.z. een verlies dat niet afhankelijk is van B’.
0,3 Nauwkeurige informatie over deze gebieden met ondiep grondwaterpeil in België werd 0,2 in de norm NBN B 62-003 [2] (m.b.t. de warmteverliesberekening vroeger reeds gegeven van gebouwen). In afbeelding 2 en afbeelding 3 (p. 12) worden de gebieden getoond waar 0,1 het grondwaterpeil 0,0tussen 0 en 5 meter diepte ligt, en dit respectievelijk voor NoordBelgië en Zuid-België. Enkel voor deze gebieden dient dus rekening gehouden te worden 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 met de invloed van het grondwater op het warmteverlies. -1
bv. 33m/128 m2 = 0,26m-1
P/A (m )
3.1.2.2 GRONDWATERSTROOMSNELHEID
27 WTCB-rapport – 2003 De grondwaterstroomsnelheid hangt af van de hydraulische weerstand “K”nr.(in7 m/dag) van de grond. Deze weerstand wordt groter (en de watersnelheid dus kleiner) naarmate de korrelstructuur van de grond fijner is. Daarnaast speelt ook de hydraulische gradiënt “I” (in m/m) of de helling van de ondoordringbare grondlaag onder de grondwaterzone een A = leem / klei B = zand C = rots rol.
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
De grondwaterstroomsnelheid “qw” (in m/dag) volgt de zogenaamde wet van Darcy. Hierin wordt gesteld dat : qw = K.I (m/dag). 86
3.3.2 KOUDEBRUGGEN
12
WTCB-rapport nr. 7 – 2003
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Bij vloeren op de volle grond is het belangrijk te vermelden dat de berekende equivalente U-waarden nooit rekening houden met eventueel aanwezige koudebruggen die ter hoogte 87 van de aansluiting van de vloer met de fundering of met de buitenmuur kunnen voorko-
gepolierde betonplaat, 20 cm
9m
9m
9m
oppervlakte
81
81
9m
9m
9m
9m
9m
9m
81
Voor het contactoppervlak tussen de grond27en de buitenomgeving geldt in alle gevallen 36 18 een overgangsweerstand van Rse = 0,04 m2.K/W.
perimeter R (m2K/W)
0,09
3.4
U (W/m2K)
0,09
0,09
0,69 0,58 NUMERIEKE BEREKENINGEN
0,45
4
REKENPROCEDURES VOOR Numerieke berekeningen kunnen eventueel als een alternatieve rekenmethode gebruikt IN EEN GRONDVERLIEZEN worden. Hiertoe moeten ze echter wel conform zijn met de validatieprocedures uit de normen NBN EN ISO 10211-1 [8] of NBN EN ISO 10211-2 [9]. Deze numerieke berekeSTATIONAIR ningen geven rechtstreeks de resultaten van het stationaire warmteverliesREGIME van wanden in 30 m
oppervlakte
30 m
30 m
R (m2K/W) U (W/m2K)
0,7 0,6 0,5
0,2 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 P/A (m-1)
bv. 45m/128 m2 = 0,35m-1
Uit deze afbeelding kan men duidelijk afleiden dat het voorzien van randisolatie een aanzienlijke verbetering van de U-waarde met zich meebrengt en dat het verbreden van NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016 de randstrook met isolatie een positievere invloed heeft op het transmissieverlies dan het
opvoeren van de isolatiedikte.
REKENPROCEDURES VOOR VLOEREN OP DE VOLLE GROND
4.6.3op INVLOED VANgrond DE VLOERDIEPTE ONDER DE BEGANE GROND Vloeren volle
Hetimpact is duidelijk dat naarmate een vloer zich dieper onder het begane grondpeil bevindt, - de van ondergrondse transmissieverliezen
4.2.1 BEPALING VAN DE U-WAARDE
B) MODEL VOOR DE BEPALING VAN DE WARMTEVERLIEZEN
0,8
bv. 33m/128 m2 = 0,26m-1
typische warmtestroomlijnen in de grond toont. Vloeren op devolle grond
4.2
b c d
0,3
0,31
A) MODEL VOOR DE EVALUATIE VAN HET CONDENSATIERISICO
0,9
30 m
Ter informatie 0,25(en voornamelijk ook ten behoeve 0,19 van de computerberekeningen) worden hierna de nodige invoergegevens en de verschillende basisformules, die stapsgewijs leiNAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016 van de resultaten van een dergelijke tweedimensionale numerieke berekeEen voorbeeld den tot de bepaling van de U-waarde, schematisch weergegeven voor de meest voorko
ning (KOBRA-programma) wordt gegeven invan afbeelding Linksmet op de deze afbeelding is mende gevallen wanden in6.contact volle grond. Omwille van de duidelijkheid het stationaire warmteverlies van op de volle grond van berekend. een zijneen niet vloer alle symbolen en eenheden de in de Rechts formulesisgebruikte parameters expliciet Deze zijn echter wel in de bijlage. isothermentekening te zien die vermeld. het temperatuurverloop in deopgenomen grond weergeeft en die ook
Afb. 7 Rekenmodellen voor grondverliezen volgens de norm NBN EN ISO 10211-1.
1,0
a) Geen isolatie b) Isolatie van 1 m breed en 3 cm dik c) Isolatie van 1 m breed en 5 cm dik d) Isolatie van 2 m breed en 3 cm dik
0,4
900 900 contact met de900 grond voor twee- of driedimensionale bouwelementen. Bovendien kunnen ook de lineaire U-waarden (ψ-waarden) met behulp van deze programma’s bepaald wor120 90 60 den. Voor vloeren op de volle grond vertegenwoordigen deze lineaire U-waarden het ALGEMENE PROCEDURES van 0,09 0,09 de koudebrugwerking 0,09 de aansluiting bijkomende warmteverlies ten 4.1 gevolge van tussen de vloerplaat en de fundering.
perimeter
a
1,1
30 m
30 m
30 m
30 m VAN COMPUTERPROGRAMMA’S 30 m 3.4.1 GEBRUIK
1,2
Afb. 13 Invloed van de randisolatie op het warmteverlies (voor vloeren op de volle grond). U (W/m2.K)
effect van de perimeter
Afbeelding 13 stelt de evolutie van de U-waarde van een ongeïsoleerde vloer op de volle grond (Rf = 0,12 m2.K/W) voor, en van dezelfde vloer die voorzien werd van een horizontale randisolatie. Er werden 3 gevallen van randisolatie beschouwd : Vloeren opmet volle grond ◆ isolatie een breedte van 1 m en een dikte van 3 cm (λ-waarde : 0,035 W/m.K) ◆ isolatie met een breedte van 1 m en een dikte van 5 cm (λ-waarde : 0,035 W/m.K) - de ondergrondse ◆ impact isolatie metvan een breedte van 2 m en eentransmissieverliezen dikte van 3 cm (λ-waarde : 0,035 W/m.K).
het warmteverlies kleiner wordt. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de totale warmteOnder de term “vloer op de volle grond” verstaat men een vloerplaat die over haar gehele weerstand tussen de binnen- en de buitenomgeving vergroot. In afbeelding 14 wordt dit oppervlak op de bodem steunt en waarvan het vloerpeil gelijk of hoger ligt dan het peil Afb. 14 Invloed 0,8de hand van de verliezen voor een matig geïsoleerde vloer op de volle van aangetoond aan a) Vloerdiepte 0 m van het grondoppervlak van de buitenomgeving (het maaiveld). De vloerplaat kan de vloerdiepte op het 2 b) Vloerdiepte 1m grond (R = 0,66 m .K/W) en voor drie andere (op dezelfde wijze geïsoleerde) vloeren 0,7 ongeïsoleerd zijn, gelijkmatig geïsoleerd zijn op of onder de vloerplaat, of enkel voorzien warmteverlies (voor f a c) Vloerdiepte 2m met respectievelijke vloerdieptes van 1, 2 en 3 m. zijn van een randisolatie. In het eerste geval (ongeïsoleerde vloer), laat de norm NBN EN vloeren op de volle b
0,5.b > 1000 mm
> 1000 mm
e
i
2,5.b
grond).
U (W/m2.K)
3000 mm
2,5.b
ISO 13370 [11] toe om de warmteweerstand van de vloerplaat te verwaarlozen (Rf = 0). In het laatste geval (randisolatie) kan de isolatie zowel horizontaal (tegen de vloerplaat) als verticaal (tegen de fundering) geplaatst zijn. Soms komt zelfs een combinatie van beide voor. Een fundering, uitgevoerd met isolerende bouwblokken, kan als een verticaal b= totale breedte geplaatste randisolatie beschouwd worden. Deze drie gevallen zijn schematisch voorgeAfb. 6 Resultaten van een numerieke berekening van de vloerplaat van het warmteverlies (EUROKOBRA-databank). steld in afbeelding 8.
grondmassa moet hierbij minstens 2,5 maal de totale breedte omvatten van de vloer die in contact is met de grond.
3.4.2 MODELLERING Afb. 8 Types randisolatie bij vloeren op de volle grond. A) HORIZONTALE RANDISOLATIE
3.4.3 RANDVOORWAARDEN
B) VERTICALE RANDISOLATIE
C) ISOLERENDE FUNDERING
Bij numerieke berekeningen zijn de modellering en het gebruik van de juiste randvoorwaarden belangrijk om tot correcte rekenresultaten te komen. In de norm NBN EN ISO 10211-1 [8] worden de criteria voor de modellering van bouwdetails gegeven, afhankelijk d van het doel van de berekening.
Afhankelijk van het doel van de berekening dienen de randvoorwaarden van het rekenmodel aangepast te worden. In tabel 6 worden deze randvoorwaarden opgegeven voor de klassieke warmteverliesberekeningen (voor de dimensionering van installaties) en voor de energieverliesberekeningen (bepaling van energieprestaties van gebouwen).
0,6
b
0,5
c d
0,4
28
0,3
In afbeelding 7 worden de dimensionale eisend voor de modellering getoond, D en dit voor de evaluatie van het condensatierisico (bepaling van de minimale oppervlaktetemperatuur aan de binnenzijde) enerzijds en voor de berekening van het warmteverlies anderzijds. In dit Tabel 6 laatste geval we erop wijzen dat deRandvoorgrondverliezen voor het gebouw als geheel moeNAV Infosessie Nieuwe 2016willen PARAMETER energie-eisen DOEL VAN DE BEREKENING
waarden bij tenDimensionering berekend worden. De Energiebehoeften in rekening te hetbrengen verticale en horizontale omvang van de (warmteverliezen) gebruik (stationair regime)
(dynamisch regime)
Binnentemperatuur
comforttemperatuur (ontwerpwaarde)
comforttemperatuur (gemiddelde maandelijkse of jaarlijkse waarde)
Buitentemperatuur
basisbuitentemperatuur
gemiddelde maandelijkse buitentemperatuur
88
n
van rekenmodellen.
18
20
WTCB-rapport nr. 7 – 2003
WTCB-rapport nr. 7 – 2003
WTCB-rapport nr. 7 – 2003
0,2 0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1
dn
n
Het verticale snijvlak, dat in het midden van het gebouw gelegen is, wordt als adiabatisch beschouwd, d.w.z. dat slechts de helft van het gebouw gemodelleerd is. Voor nietrechthoekige gebouwen of gebouwen met ongelijke oppervlakken in contact metDde grond, moet het gebouw als geheel gemodelleerd worden. Het verticale snijvlak ter hoogte van de buitenomgeving is eveneens adiabatisch en moet verder liggen dan 2,5 keer de breedte van het gebouw.
d) Vloerdiepte 3 m
bv. 33m/128 m2 = 0,26m-1 D
P/A (m-1)
4.6.4 VLOER OP DE VOLLE GROND OF VLOER BOVEN EEN KRUIPRUIMTE
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Vloeren boven kruipruimten kennen een groter warmteverlies dan vloeren op de volle grond. Dit is onder meer te wijten aan het feit dat de warmteverliesstroom niet alleen via het grondvlak van de kruipruimte verloopt, maar89ook rechtstreeks naar de buitenomgeving via de verticale wanden van de kruipruimte. Bovendien treedt een bijkomend (ventilatie-)warm-
4.6.4 VLOER OP DE VOLLE GROND OF VLOER BOVEN EEN KRUIPRUIMTE
Vloeren boven kruipruimten kennen een groter warmteverlies dan vloeren op de volle grond. Dit is onder meer te wijten aan het feit dat de warmteverliesstroom niet alleen via het grondvlak van de kruipruimte verloopt, maar ook rechtstreeks naar de buitenomgeving via de verticale wanden van de kruipruimte. Bovendien treedt een bijkomend (ventilatie-)warmteverlies opvan indien ondergrondse de kruipruimte geventileerd is. Dit wordt voorgesteld in de grafiek van impact transmissieverliezen afbeelding 15.
BELGISCH STAATSBLAD — 08.12.2010 — MONITEUR BELGE
Vloeren op volle grond
Afb. 15 Warmteverlies van een vloer boven een kruipruimte vergeleken met het warmteverlies van een vloer op de volle grond.
0,7
c b
0,6
a
0,5
U (W/m2.K)
- de
0,4
a) Op de volle grond b) Boven een ongeventileerde kruipruimte c) Boven een geventileerde kruipruimte
0,3 0,2 0,1 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 P/A (m-1)
bv. 33m/128 m2 = 0,26m-1
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Vloeren op volle grond
Vloeren op volle grond berekende voorbeelden
- de impact van ondergrondse transmissieverliezen 29
U (W/m2.K)
Afb. 32 U-waarden van een vloer op de volle grond zonder randisolatie.
1,4 1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0
WTCB-rapport nr. 7 – 2003 a b
c d
a) b) c) d) e) f) g)
Rf Rf Rf Rf Rf Rf Rf
= = = = = = =
0 0,12 0,5 0,66 1 1,5 2
e f g
0,0 0,1 0,2
0,3 0,4 0,5 0,6
bv. 33m/128 m2 = 0,26m-1
0,7 0,8 0,9 1,0 1,1
P/A (m ) -1
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
90
91
74927
… zo eenvoudig te plaatsen!
De plaatsing in het detail: Handleiding voor het buitenvlak van de grondmuur
Vloeren op volle grond
Vloeren op volle grond
berekende voorbeelden
~80 cm
aandachtspunten
&horizontaal drainage • systemen met bijkomende Rol tegendichting de muur zetten en afrollen. → € ↗ Zijdelingse overlapping aan het einde van de rol van ~80 cm.
elkaar plaatsing van twee banen, door de bovenste baan bijkomende afwerking → € ↗ • binnenisolatie vraagt Boven ca. 20 cm over de onderste te slaan. Systeem Platon Double→ Drain binneniso €↗ • Xtra aandacht tpv bouwknopen bij bevestigingsklauw met plugnagel ™
in verschillende afmetingen:
de correcte toepassing van • slechts 2 materialen geschikt voor voor isolatie Systeem Platon Double Drain . ™
ondergronds-nat • slechts 1 materiaal echt voldoende drukste & slagvast
• vermelde prijzen van bouwgroothandel
=> particuliere prijs & excl. plaatsing
Bevestiging van de Platon Double Drain -mat: 3 klauwen/m enkel aan de bovenste rand van de afsluitende baan. Het filtervlies wordt van de bovenste rand losgemaakt. Een klauw zonder plug dient als boorsjabloon. De voorgemonteerde plugnagel door de klauw in het boorgat inslaan. Volgens opbouw staan er verschillende plugmaten ter beschikking. ™
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
Het filtervlies overlapt de klauw. Het dichtingsprofiel wordt gewoon met de hand op de
klauwen en op het filtervlies geklikt. Bij schuine aanaarding mag het dichtingsprofiel gewoon met plugnagels bevestigd worden.
Vloeren op volle grond
Kelders isoleren Teneinde een goede evacuatie van het draineerwater te
aandachtspunten bij kelders verzekeren, is het van belang dat een sijpelbare en filterstabiele verbinding gemaakt wordt tussen de Platon Double Drain™mat en de ringdrainage. Daarvoor wordt Platon Double Drain™ tot op een hoogte van >30 cm met een drainerende grindlaag bedekt, welke is omringd van het filtervlies FILTEX.
aanpak / opbouw standaard
materiaal
druksterkte
λ-waarde
€/m2.R
dikte EP
€/m2
cm
(*)
2
100,00
3,31
30,21
4
140,00
6,61
21,18
R
NAT ?
gedetailleerd
0.24W/m2K
0.24W/m2K
2
1,5
200 kPa
0,007
AEROGEL
350 kPa
0,016
1
80,00
1,25
64,00
4,5
3
100-120 kPa
0,021-0,023
6
24,00
2,86
8,40
6-7
4-5
gespoten PU
(ATG 13/2900)
150 kPa
0,028
6
16,00
1,95
8,21
9
6
XPS
200 kPa
0,035
5
8,50
1,43
5,95
10
7
EPS_100SE20 (ATG 13/H 673)
100kPa
0,036
5
8,00
1,39
5,76
11
8
FOAMGLAS T4+
700 kPa
0,041
6
25,52
1,46
17,44
12
8
kurkplaten
500 kPa
0,042
6
27,54
2,38
11,57
12
8
houtwolplaten
150 kPa
0,048
6
19,46
1,25
15,57
14
10
isolatiechape
500 kPa
0,09
10
15,45
1,15
13,43
25
18
!
!!
voorkomt grote zetbewegingen en beschadigingen van de
afdichting. ➡ andere aandachtspunten :
➡ druk- en stootvast ➡ waterdicht (?) ➡ openbaar domein ➡ aansluiting van de plint ➡ leidingdoorvoeren ➡ ventilatie ➡ ongedierte / duurzame veroudering
Vitruvius Academy EPB-Atelier: een interactieve workshop
(*) AANKOOPtarieven voor de vermelde dikte EP NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
92
De betere :enEMG-ag.be gemakkelijkere plaatsing gebeurt door twee bron banen boven elkaar. De onderste baan aan de overgang naar de ringdrainange los tegen de muur zetten en door het draineergrind van de ringdrainage tegenhouden. De afsluitende baan overlapt de onderste om meer dan 20 cm en wordt met 3 klauwen/m zo aan de bovenste rand van de mat vastgeplugd daarmee het dichtingsprofiel gewoon kan opgeklikt worden.
Systeem Platon Double Drain™ … ✓ Kan onder alle weersomstandigheden worden verwerkt: geen wachttijden door weersomstandigheden! ✓ Laat een feilloze werkinspectie toe. Ter vaststelling van een correcte montage volstaat een visuele controle. ✓ Vereist geen speciaal gereedschap en kan met een beetje handigheid zelfs door leken worden geplaatst. ✓ Is ook bij weinig waterdoorlatend aardrijk toepasbaar.
➡ let op demateriaalkarakteristieken (lambda-i / lambda-e) Ordelijk laaggewijs aanaarden en verdichten van het aardrijk
min. iso-dikte (cm)
VACCUÜM (Slimvac)
Resol / PU-PLATEN
➡ binnen- versus buitenisolatie
93
2
ingegraven muren voorbeeld keldermuur, 30cm beton, 3 m ingegraven materiaal
druksterkte
λ-waarde
dikte EP
€/m2
R
€/m2.R
NAT ?
min. isodikte (cm)
cm
0.24W/m2K
XPS
200 kPa
0,039
(2*5)
15,32
2,56
5,97
!
10
FOAMGLAS Readyboard
600 kPa
0,041
10
25,52
2,44
10,46
!!
10
NAV Infosessie Nieuwe energie-eisen 2016
bron : Foamglas
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103