1
NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF 2012
1. Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering De nieuwe reglementering is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering is ingegaan vanaf 1 januari 2012. Het is dus de effectieve ingangdatum van de uitvoering van arbeidsovereenkomst die bepalend is en niet de datum waarop arbeidsovereenkomst werd getekend.
de de
Indien een arbeidsovereenkomst waarvan de uitvoering ingaat na 1 januari 2012 voorafgegaan werd door een andere arbeidsovereenkomst tussen dezelfde partijen, zal de nieuwe wet van toepassing zijn indien deze twee arbeidsovereenkomsten worden onderbroken door een termijn van meer dan 7 dagen. Indien de laatste arbeidsovereenkomst die is ingegaan na 1 januari 2012 onmiddellijk werd voorafgegaan door een andere arbeidsovereenkomst of indien er een onderbreking is van maximum 7 dagen tussen de laatste en de voorafgaande arbeidsovereenkomst, zal de nieuwe of de oude reglementering van toepassing zijn naar gelang de datum waarop de voorgaande arbeidsovereenkomst is ingegaan.
2. Berekening van de anciënniteit De duur van de opzegtermijn moet berekend worden met inachtneming van de verworven anciënniteit op het ogenblik dat de opzegtermijn ingaat. In geval van ontslag wordt de berekening van de anciënniteit van de werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst is ingegaan vanaf 1 januari 2012 bepaald met inbegrip van de vroegere periode van tewerkstelling als uitzendkracht, met een maximum van één jaar, voor zover : 1) de aanwerving gebeurt door dezelfde werkgever die voorafgaandelijk de «gebruiker» was ; 2) de aanwerving gebeurt voor een identieke functie als deze uitgeoefend in het kader van de uitzendarbeid; 3) de aanwerving volgt op de periode van uitzendarbeid. Elke periode van inactiviteit van zeven dagen of minder wordt beschouwd als een periode van tewerkstelling als uitzendkracht.
2
3. Toepassing volgens de categorie werknemers 3.1.
Arbeiders
Actuele toepasselijke opzegtermijnen1 Wanneer de opzeg uitgaat van de werkgever zijn de volgende opzegtermijnen van toepassing:
Anciënniteit van de arbeider
Opzegtermijn
< 6 maanden ≥ 6 maanden en < 5 jaar ≥ 5 jaar en < 10 jaar ≥ 10 jaar en < 15 jaar ≥ 15 jaar en < 20 jaar ≥ 20 jaar en meer
28 kalenderdagen2. 35 kalenderdagen 42 kalenderdagen 56 kalenderdagen 84 kalenderdagen 112 kalenderdagen
Deze opzegtermijnen zijn enkel van toepassing op bedrijven die behoren tot een activiteitensector die geen specifieke bepalingen heeft aangenomen omtrent de opzegtermijnen voor arbeiders noch bepalingen die een verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of bestaanszekerheid garanderen. Wanneer de opzeg uitgaat van de arbeider bedraagt de opzegtermijn 14 dagen3. Deze termijn wordt echter verdubbeld wanneer het gaat om arbeiders die gedurende ten minste 20 jaar ononderbroken in dienst zijn gebleven bij dezelfde onderneming. Nieuwe termijnen Er werd geen enkele wijziging ingevoerd wanneer de opzeg wordt gegeven door de arbeider. De door de werkgever na te leven opzegtermijnen zullen echter voortaan de volgende zijn :
1
Artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (WAO) en de CAO n° 75 van 20 december 1999 betreffende de opzegtermijnen van arbeiders. 2 De arbeidsovereenkomst mag afwijken van de wettelijke termijn van 28 kalenderdagen zonder dat de termijn minder dan 7 dagen mag bedragen. 3 Wanneer de arbeider minder dan 6 maand ononderbroken in dienst is bij dezelfde onderneming, mag de door de arbeider na te leven opzegtermijn de helft van de termijn overeengekomen voor de opzeg gegeven door werkgever (zie voetnota n°1) niet overschrijden.
3
Anciënniteit van de arbeider
Opzegtermijnen
< 6 maanden ≥ 6 maanden en < 5 jaar ≥ 5 jaar en < 10 jaar ≥ 10 jaar en < 15 jaar ≥ 15 jaar en < 20 jaar ≥ 20 jaar en meer
28 dagen4 40 dagen 48 dagen 64 dagen 97 dagen 129 dagen
In de sectoren die specifieke opzegtermijnen hebben voorzien bij Koninklijk Besluit in werking getreden vóór 1 januari 2012, zal er in eerste instantie geen wijziging komen voor de arbeiders wiens arbeidsovereenkomst werd uitgevoerd vanaf 1 januari 2012. Deze termijnen blijven dus voorlopig van toepassing. De desbetreffende sectoren worden echter geacht vóór 1 januari 2013 te onderzoeken of deze opzegtermijnen al dan niet moeten worden aangepast met een coëfficiënt van 1,15. Indien de sector geen voorstel doet, zullen de opzegtermijnen lager dan de verhoogde termijnen (zie tabel hierboven), met ingang op 1 januari 2013, bij Koninklijk besluit worden verhoogd volgens een coëfficiënt van 1,15 zonder dat zij deze verhoogde termijnen mogen overschrijden. In de sectoren die specifieke bepalingen hebben aangenomen, die in werking zijn getreden vóór 1 januari 2012 en aan de arbeiders een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of een inkomen via aanvullende bestaanszekerheidsregelingen of via equivalente regelingen verzekeren, waardoor de arbeiders zijn uitgesloten van de toepassing van de opzegtermijnen vastgelegd door de CAO n° 755, zullen de opzegtermijnen, voorzien door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (28 kalenderdagen indien de anciënniteit lager is dan 20 jaar, 56 kalenderdagen vanaf 20 jaar anciënniteit) voorlopig van toepassing blijven voor de arbeider wiens arbeidsovereenkomst werd uitgevoerd vanaf 1 januari 2012. Deze sectoren worden echter eveneens geacht vóór 1 januari 2013 te onderzoeken of de termijnen niet dienen verhoogd te worden met een coëfficiënt van 1,15. Indien deze sectoren geen voorstel doen, zullen de opzegtermijnen met ingang op 1 januari 2013 bij K.B. verhoogd worden met een coëfficiënt van 1,15.
4
Er verandert niets voor wat betreft de mogelijkheid om in de arbeidsovereenkomst te voorzien in lagere opzegtermijnen voor arbeiders met minder dan 6 maanden anciënniteit. 5 CCT n° 75 van 20 december 1999 betreffende de opzegtermijnen van arbeiders.
4
3.2.
Bedienden
Actuele toepasselijke opzegtermijnen Op basis van het jaarloon wordt een onderscheid gemaakt tussen twee categorieën van bedienden : de zogenaamde «lagere» bedienden (met een bruto jaarloon lager dan 31.467 EUR6) en de zogenaamde «hogere» bedienden (met een bruto jaarloon hoger of gelijk aan 31.467 EUR7). In geval van ontslag door de werkgever zijn de opzegtermijnen de volgende :
Voor de «lagere» bedienden, is de opzegtermijn gelijk aan 3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit (= «het wettelijk minimum»).
Voor de «hogere» bedienden moet de opzegtermijn vastgelegd worden bij overeenkomst afgesloten ten laatste op het ogenblik dat de opzeg wordt gegeven, of bij gebreke aan dergelijke overeenkomst, door de rechter.
Voor de «hogere» bedienden met een jaarloon hoger dan 62.934 EUR8, is het mogelijk de opzegtermijnen die de werkgever moet naleven vast te leggen via overeenkomst afgesloten ten laatste op het ogenblik van de indiensttreding.
In geval van ontslag door de werknemer, moet de opzegtermijn die de «lagere» bediende moet naleven overeenkomen met de helft van de opzegtermijn die de werkgever moet naleven, met een maximum van 1,5 maand indien de bediende minder van 5 jaar anciënniteit heeft en een maximum van 3 maanden indien zijn anciënniteit 5 jaar of meer bedraagt. De opzegtermijn die de «hogere» bediende moet naleven, moet bij overeenkomst of door de rechter worden vastgelegd, maar mag niet meer bedragen dan 4,5 maand indien zijn bruto jaarloon tussen 31.467 EUR9 en 62.934 EUR10ligt, en dan 6 maanden indien zijn loon gelijk is aan dit laatste bedrag of het overschrijdt. Nieuwe termijnen Het verschil tussen de zogenaamde «lagere» en «hogere» bedienden wordt gehandhaafd :
6 7
8 9 10
Bedrag van toepassing op 1 januari 2012. Bedrag van toepassing op 1 januari 2012. Op het ogenblik van de indiensttreding. Toepasselijk bedrag op 1 januari 2012. Toepasselijk bedrag op 1 januari 2012. Toepasselijk bedrag op 1 januari 2012.
5
Voor de «lagere» bedienden blijft de situatie onveranderd, zowel voor wat betreft de opzeg betekend door de werkgever als deze betekend door de werknemer ;
Voor de «hogere» bedienden verschilt de nieuwe wetgeving gevoelig. De opzegtermijnen worden niet meer vastgelegd door de partijen of de rechter.
Wanneer de opzeg uitgaat van de werkgever, wordt de opzegtermijn vastgelegd op 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit en mag deze niet minder bedragen dan het wettelijk minimum. De toepasselijke opzegtermijnen zijn dus de volgende :
Anciënniteit van de bediende
Opzegtermijn
< 3 jaar ≥ 3 en < 4 jaar ≥ 4 en < 5 jaar ≥ 5 en < 6 jaar ≥ 6 jaar
91 dagen 120 dagen 150 dagen 182 dagen 30 dagen anciënniteit
per
begonnen
jaar
Een degressiviteit wordt voorzien voor de opzeggen betekend door de werkgever vanaf 1 januari 2014. De toepasselijke opzegtermijnen zullen dan de volgende zijn : Anciënniteit van de bediende
Opzegtermijn
< 3 jaar ≥ 3 jaar en < 4 jaar ≥ 4 jaar en < 5 jaar ≥ 5 jaar en < 6 jaar ≥ 6 jaar
91 dagen 116 dagen 145 dagen 182 dagen 29 dagen anciënniteit
per
begonnen
jaar
Er dient genoteerd te worden dat : -
11
voor de bedienden waarvan het bruto jaarloon hoger is dan 62.934 EUR11 op het ogenblik van de indiensttreding, wordt de mogelijkheid om de opzegtermijn vast te leggen bij overeenkomst op het ogenblik van de indiensttreding gehandhaafd (onder voorbehoud van het na te leven wettelijk minimum)12 ;
Bedrag toepasselijk op 1 januari 2012. Voorzien door artikel 82, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 12
6
-
de nieuwe reglementering sluit de mogelijkheid uit om af te wijken van de nieuwe opzegtermijnen bij CAO afgesloten binnen een (onder) paritair comité ;
-
de duur van de opzegtermijn dient voortaan te worden berekend in kalenderdagen en niet meer in maanden en de berekeningswijze van de verbrekingsvergoeding verandert. De formule die de werkgever moet toepassen om het dagloon te berekenen nodig voor de berekening van de opzegvergoeding overeenkomstig artikelen 39 en 40 WAO, is de volgende :
dagloon van de bediende = lopend maandloon 13 (met inbegrip van de voordelen verworven krachtens de arbeidsovereenkomst) van de bediende x 3/91
In geval van ontslag door de werknemer, zijn de opzegtermijnen volgende :
13
Anciënniteit van de bediende
Opzegtermijn
< 5 jaar ≥ 5 jaar en < 10 jaar ≥ 10 jaar ≥ 15 jaar en een bruto jaarloon > 62.934 EUR14
45 dagen 90 dagen 135 dagen 180 dagen
de
Wanneer het loon gedeeltelijk of volledig variabel is, voorziet de nieuwe reglementering in de verplichting om voor het variabel gedeelte het gemiddelde van de 12 voorafgaande maanden in overweging te nemen. 14 Bedrag toepasselijk op 1 januari 2012.
7
SYNTHESE
ARBEIDERS Arbeiders
Opzeg door de werkgever
Opzeg door de arbeider
Anciënniteit
Opzegtermijn Vóór 01/01/2012 28 dagen
Na 01/01/2012 28 dagen
≥ 6 maanden en < 5 jaar ≥ 5 jaar en < 10 jaar ≥ 10 jaar et < 15 jaar ≥ 15 jaar en < 20 jaar ≥ 20 jaar
35 dagen
40 dagen
42 dagen
48 dagen
56 dagen
64 dagen
84 dagen
97 dagen
112 dagen
129 dagen
< 20 jaar
14 dagen
14 dagen
≥ 20 jaar
28 dagen
28 dagen
< 6 maanden
8
BEDIENDEN Jaarloon
Aanvang van de arbeidsovereenkomst
Opzeg betekend door de werkgever vóór 1 januari 2014
Opzeg betekend door de werkgever vanaf 1 januari 2014
Opzeg betekend door de bediende
< 31.467 EUR
Zonder invloed
3 maanden per begonnen periode van 5 jaar anciënniteit
½ van de opzeg die door de werkgever betekend moet worden met een maximum van 3 maanden
≥ 31.467 EUR
Vóór 1 januari 2012
Akkoord tussen partijen na opzeg of vaststelling door de rechter
Akkoord tussen partijen na opzeg of vaststelling door de rechter (met een maximum van 4,5 maanden)
Vanaf 1 januari 2012
Anciënniteit
Opzeg-
van de
termijn
bediende
Anciënniteit
Opzeg-
Anciënniteit
van de
termijn
van
bediende
Opzeg-termijn
de
bediende
< 3 jaar
91 dagen
< 3 jaar
91 dagen
< 5 jaar
45 dagen
≥ 3 en < 4 jaar
120 dagen
≥ 3 en < 4 jaar
116 dagen
≥
90 dagen
5 jaar ≥ 4 en < 5 jaar
≥ 4 en < 5 jaar
150 dagen
145 dagen
en 10 jaar
≥ 5 en < 6 jaar ≥ 6 jaar
> 62.934 EUR
≥ 5 en < 6 jaar
182 dagen
30 d / begonnen jaar anciënniteit
≥ 6 jaar
182 dagen
29 d / begonnen jaar anciënniteit
≥ 10 jaar
135 dagen
Vóór 1 januari 2012 Akkoord tussen partijen na ontslag of vaststelling door de rechter OF Mogelijkheid om de opzegtermijn vast te leggen bij overeenkomst op het ogenblik van de indiensttreding (onder voorbehoud van de naleving van het wettelijk minimum)
Akkoord tussen partijen na de opzeg of vaststelling door de rechter met een maximum van 6 maanden
9
Vanaf 1 januari 2012
Anciënniteit
Opzeg-
Anciënniteit
Opzeg-
van de
termijn
van de
termijn
bediende
bediende
< 3 jaar
91 dagen
< 3 jaar
91 dagen
≥ 3 en < 4 jaar
120 dagen
≥ 3 en < 4 jaar
116 dagen
≥ 4 en < 5 jaar
150 dagen
≥ 4 en < 5 jaar
145 dagen
≥ 5 en < 6 jaar
182 dagen
≥ 5 en < 6 jaar
182 dagen
≥ 6 jaar
30 d / begonnen jaar anciënniteit
OF
Mogelijkheid om de opzegtermijn vast te leggen bij overeenkomst op het ogenblik van de indiensttreding (onder voorbehoud van het wettelijk minimum)
≥ 6 jaar
29 d / begonnen jaar anciënniteit
OF
Mogelijkheid om de opzegtermijn vast te leggen bij overeenkomst op het ogenblik van de indiensttreding (onder voorbehoud van de naleving van het wettelijk minimum)