DE MEERGENERATIESAMENLEVING
1 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
De meergeneratiesamenleving Inhoud 1. Inleiding 2. Vroeger en nu 3. Generaties 4. De meergeneratiesamenleving 5. Intergenerationaliteit 6. Intergenerationeel werk 7. Een sociaal-culturele benadering 8. Goede - praktijk- voorbeelden 9. Inspirerende links 1. Inleiding “De mens kan niet zonder categorisering. Door dit element benoemt de samenleving zaken of mensen die op elkaar lijken. Op deze wijze krijgt de groep of het geheel een naam. ‘Generatie’ verwijst naar een leeftijdscategorie. Het kind; de jongere; de volwassene; de oudere enz. Intergenerationeel verwijst naar de interactie, de manier waarop generaties samenleven.” Intergenerationaliteit werd geconceptualiseerd als een uitdaging om samenhang, solidariteit en duurzaamheid in de samenleving te bevorderen. “Nochtans bestaat er in Vlaanderen een zekere angst voor de afbrokkelende solidariteit tussen de generaties. Deze angst wordt voor het merendeel ingegeven door de vergrijzing van de samenleving en de kosten die daaraan gekoppeld zijn ( Griet verschelden – Hans van Ewijk )”. In dit themadossier wordt niet ingegaan op het aspect vergrijzing. Hiervoor bestaat bij Sociumi het themadossier ‘ De Zilveren Kracht ‘ (een blik op vergrijzing vanuit een positieve invalshoek, het belang van de oudere in de samenleving). Leeftijd is heden een nieuwe vorm van discriminatie geworden. Arbeidsrecht en beeldvorming in de media spelen hierin een grote rol. Zo wordt bijvoorbeeld ‘jeugd’ door stereotypering en vooroordelen in een positie geduwd die niet beantwoord aan de reële gang van zaken. Leeftijd, generatie of groep, zijn zaken die nu eenmaal aangehaald worden om problemen in de samenleving uit te vergroten. In dit themadossier wordt uitgegaan van de uitdaging ‘meergeneratiesamenleving’, en wat betekent intergenrationeel werken of intergenerationeel werken in dienst van de sociale cohesie. 2. Vroeger en nu Leeftijd heeft altijd een cruciale rol gespeeld in de fysieke en mentale mogelijkheden van de mens. “We hanteren leeftijd als een brede definitie van mogelijkheden voor verschillende leeftijdsgroepen ( Eisenstadt 1956 )”. In voorgaande eeuwen waren leeftijdsladders populair waarbij het kind, de jongeling, de krachtige volwassene, de wijze oude en de stokoude meestal de vijf categorieën uitmaakten. “ De leeftijdsstratificatie was gefundeerd op drie hoofdcategorieën: de bekwaamheid te gehoorzamen, om met gelijken samen te werken en om verantwoordelijkheid te accepteren en autoriteit voor anderen te zijn (Eisenstadt 1956)”. Binnen deze leeftijdsbestempeling zitten natuurlijk ook andere elementen zoals sekse, klasse en etnische achtergrond. Vandaag hebben we afstand genomen van de strakke rollen die een leeftijdsgroep met zich meebracht. Nu wordt het overlappende karakter van leeftijdscategorieën benadrukt. Enkel in de wetgeving komt nog een strikte indeling voor gebaseerd op een leeftijdsgetal. De meeste voorbeelden hiervan zijn te vinden in het arbeidsrecht en jeugdrecht.
2 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
3. Generaties “ De meest bijzondere vorm van categorisering op basis van leeftijd is de creatie van generaties. Je kan het begrip generatie in drie betekenissen tegenkomen: als genealogisch verschijnsel, als pedagogisch fenomeen en als cohort met een gemeenschappelijk historische en culturele context ( Hopflinger 1999 )”. • Genealogie: een discipline van de geschiedenis die zich bezighoudt met voorouderonderzoek dan wel de afstamming van de familienaam ( Wikipedia). • Pedagogie of opvoedkunde is de studie van de manier waarop volwassenen ( opvoeders), jeugdigen grootbrengen met een bepaald doel ( Wikipedia ). • Cohort: een groep mensen die gedurende een bepaalde periode, bijvoorbeeld een kalenderjaar, eenzelfde (demografische) gebeurtenis heeft meegemaakt. Een geboortecohort bestaat uit de mensen die allemaal in een zelfde periode zijn geboren (gevonden op www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/be). Genealogisch, of stamboom van familienamen, is een lijst van generaties die elkaar opvolgen.” De meest opvallende ontwikkeling hierin is dat we van het klassieke driegeneratiemodel geëvolueerd zijn tot een vier-generatiemodel ( Fragniere, 2003)”. Voor wie wil werken rond intergenerationeel, is dit gegeven zeer belangrijk. Dit betekent dat in onze huidige samenleving, grootouders voor hun kleinkinderen zorgen ( oppassen…), en tegelijk soms ook voor hun ouders zorgen. De meest boeiende ontwikkeling van de meergneratieontwikkeling is de omkering van de generatiepiramide. Vooreerst hadden grootouders verschillende kleinkinderen, maar in het post moderne model hebben (klein)kinderen een veelvoud aan (groot)ouders. Huidig zijn er ook verschuivingen in generaties, gezien als pedagogisch fenomeen. Vroeger was het vanzelfsprekend dat ouderen hun cultureel erfgoed doorgeven van generatie op generatie ( culturalisatie- en/of socialisatieproces ). Jongeren uit welvaartstaten hebben zoveel toegang tot informatie, mogelijkheden en techniek, waardoor het minder vanzelfsprekend wordt om (groot)ouders op te volgen in waarden en normen, beroep, opleiding enz. Kinderen en ouders delen niet meer hetzelfde toekomstperspectief, bovendien is het minder duidelijk wat de toekomst inhoudt. Mead (1970-1971) spreekt hier van een prefiguratief model: “ de oudere kan als het ware zijn eigen tijd niet meer bijhouden en zijn de kinderen op vele vlakken dit wel”. De laatste tien jaar heeft ook het sociaal-cultureel werk hierop ingespeeld. Intergenerationeel werken is een begrip geworden. Zo worden bijvoorbeeld workshops georganiseerd waar ouderen de GSM-taal van hun kinderen leren. Op pedagogisch gebied heeft dus vooral het informatie- en communicatietijdperk een kloof gecreëerd tussen jong en oud. Omgekeerd krijgen kinderen op deze manier, een pedagogische rol toebedeeld tijdens de latere leeftijd van hun (groot)ouders. Voor de sociaal-culturele sector is sociologisch onderzoek van generaties, en wat dit met zich meebrengt, van belang om beter inzicht te krijgen in de achtergrond van deze verschillende doelgroepen, de interacties enz. In de literatuur bestaat een lijst van generaties, die gaat over de afgelopen tachtig jaar. Wie hierover uitgebreide informatie wil, kan literatuur van Schelsky, H (1957) Die Skeptische Generation tot Mead, M (1970). Culture and commitments tot De Mets, J en Vassaert, C. (2008). Een samenleving voor alle seizoenen; raadplegen. Hieronder worden enkele generaties meegegeven. 4. De meergeneratiesamenleving Om de meergeneratiesamenleving beter te begrijpen is het aangeraden om bij het begrip ‘generatie’, meer dan enkel rekening te houden met leeftijd. “Demografisch gezien wordt een generatie gedefinieerd als een groep mensen die weliswaar in éénzelfde periode geboren zijn,
3 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
maar die bovenal in datzelfde tijdperk met dezelfde historische gebeurtenissen en veranderingen, en die op dezelfde leeftijd ondergaan ( Mie Moerenhout en Kathy Louagie )”. De relatie tussen tijdstip van geboorte en gemeenschappelijke omstandigheden geven dus het begrip ‘generatie’ haar inhoud. Het zijn voornamelijk de grote breuklijnen die de verschillen in generatie zo typeren. Bovendien zijn jongeren extra gevoelig voor invloeden vanuit hun omgeving. Een intergenerationele bril dragen betekent dus dat men zich moet bewust zijn van de waarden en normen die elke generatie met zich meedraagt en die een weerslag hebben op het verdere leven. “In sociologische zin duidt het begrip ‘generatie’ op een deel van de bevolking dat herkenbaar is aan eigenschappen die terug te voeren zijn tot de omstandigheden die heersten in de tijd dat men opgroeide ( Mie Moerenhout en Kathy Louagie )”. Enkele voorbeelden: • De vooroorlogse generatie: geboren tussen 1910 en 1929, economische en politieke crisis gevolgd door wereldoorlog. Deze generatie is gericht op economische zekerheden, handhaving en orde. Kenmerken: gezagsgetrouwheid, hoog arbeidsniveau. • De stille generatie: geboren tussen 1930 en 1940, periode van wederopbouw en groeiende welvaart. Kenmerk: nemen burgerlijk waardenpatroon aan. • De protestgeneratie: geboren tussen 1941 en 1955, babyboom, waardering voor democratie, individuele ontplooiing, politiek protest, seksuele revolutie…De generatie liet zich voornamelijk gelden tijdens de late jaren zestig, begin jaren zeventig. Ze kwam voornamelijk tot uiting via culturele revolutie. • De verloren generatie: geboren na 1955, had het veel moeilijker door de economische terugval van de late jaren zeventig en begin jaren tachtig. Voor deze generatie waren de kansen ongunstig beïnvloed. • De milleniumgeneratie: geboren na 1980. Gekenmerkt door feeling voor techniek en computer. Een samenleving is uiteraard niet gevormd door een opeenstapeling van generaties die elkaar opvolgen. Een maatschappij heeft een multigenerationeel karakter. Ze bestaat dus niet enkel uit meerdere generaties maar is gevormd door de groei, kruising en implantatie van al die generaties samen. “Een horizontale visie, namelijk opeenvolgende generaties die de historische evolutie van de samenleving vormt, moet dus aangevuld worden met een verticaal perspectief (Michel Lorieux)”. (Deze visie vind je bij demografen terug onder de begrippen:longitudinaal en transversaal). 5. Intergenerationaliteit Is een begrip dat meer dan enkel generaties aanduid als verschillende groepen met de daarbij behorende waarden en normen. “ Ook in Vlaanderen wijzen jeugdonderzoekers op het relatieve belang van de factor leeftijd; de breuklijn tussen laag-en hooggeschoold is veel ingrijpender dan de verschillen tussen jongeren en volwassenen, waardoor het interpreteren van leeftijdsverschillen in onderzoek zonder controle voor de effecten van bijvoorbeeld onderwijs, werk en gezinssituatie tot vergissingen zou kunnen leiden ( Elchardus 1999 )”. Gender, scholing, etniciteit zijn zaken die de leeftijdsgrenzen overschrijden. 6. Intergenerationeel werk Kees Penninx, andragoog en werkzaam bij het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, is de man die in Vlaanderen en Nederland het begrip ‘Intergenerationeel werk’ lanceerde en
4 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
uitdiepte. Met zijn boek “De buurt voor alle leeftijden” (1999, Utrecht, uitgeverij NIZW) werd het belang van de meergeneratiesamenleving, en hoe de sociaal-culturele sector hierop kan inspelen, duidelijk. Een definitie volgens Penninx: “Intergenerationele (buurt)ontwikkeling is het proces waarbij op doelgerichte, planmatige en samenhangende wijze ontwikkelingskansen van kinderen, tieners, jongeren en ouderen worden vergroot en de sociale infrastructuur in een gebied wordt versterkt. Dit gebeurt door middel van het stimuleren en faciliteren van interacties waar mensen van verschillende generaties kennis, ervaring, vaardigheden, diensten, aandacht, genegenheid en andere vormen van sociaal kapitaal uitwisselen op basis van wederkerigheid en een concreet gemeenschappelijk belang of doel”. Gezien de buurt van iedereen is wordt de nadruk gelegd op samenwerking en dialoog. Het biedt jong en oud tevens een oefening in burgerschap. “Intergenerationeel werk moet die condities creëren waarbij jong en oud elkaar kunnen ontmoeten, terwijl men verschillende belangen bespreekbaar maakt (Penninx)”. Bovendien worden op deze wijze ook overeenkomstige belangen zichtbaar. Er vindt een uitwisseling plaats van normen en waarden. Contacten tussen verschillende culturele achtergronden worden bevorderd. “Het verschil in leefstijlen wordt benut voor het uitwisselen van kennis en opvattingen (Penninx)”. Deze manier van werken is zeer bevorderend voor de sociale samenhang gezien jong en oud iets voor elkaar betekenen. Bij talrijke initiatieven gaan intergenerationeel en intercultureel, hand in hand. Een voorbeeld hiervan is het ‘Rotterdamse Gidsproject’. Hier werden kinderen van allochtone nieuwkomers doorheen de buurt en diensten gegidst door oudere autochtone buurtbewoners. Op hetzelfde moment ontstaat ook een ontmoeting van de verschillende culturen, normen en waarden. Met andere woorden, bij intergenerationeel werk denkt men niet in termen van (kansen)groepen maar louter aan leeftijdsgroepen. Een ander voorbeeld die dit illustreert is het ‘Karweiteam’. Tieners verdienen spaarpunten door allerlei klusjes te doen voor oudere buurtbewoners. Veel van deze tieners zijn ook allochtoon.. Meest gekende activiteiten zijn die waar kinderen een verpleging- of rusthuis bezoeken. Samen met de bewoners worden dan allerlei initiatieven gepland zoals zingen, toneelspelen, samen koken enzovoort. Het onderwijs heeft de laatste jaren hierop ingespeeld door ‘sociale stages’ in te voeren in hun schoolbeleid (voor meer informatie kan je het themanummer september 2009 van ‘Perspectief’ raadplegen). Studenten moeten een minimum aantal uren vrijwilligerswerk uitoefenen in rusthuizen, gehandicaptenzorg, enzovoort. Omgekeerd gaan ouderen dan voorlezen aan de kinderen. Vooral bibliotheken spelen hierop in. Ook zij organiseren ontmoetingsmomenten voor zowel oud als jong. “Intergenerationeel werk biedt mogelijkheden voor integrale aanpak, waarbij lokale actoren zoals kinderwerk, jeugdwerk, opbouwwerk, sociaal-cultureel werk, ouderenwerk, verzorgingshuizen, bewonersorganisaties, kerken en gemeenten samenwerken (Penninx)”. Deze samenwerkingen dragen op een positieve manier bij tot het (lokale)sociaal beleid. “Verschillende culturen en generaties leren met elkaar omgaan op basis van wederzijds respect (Penninx)”. Deze integrale aanpak heeft een veel ruimere impact op het sociale beleid/infrastructuur. Door kinderen te bevragen over hoe zij een veilige straat/buurt ervaren of willen, zal men op basis van deze elementen een publieke ruimte uitbouwen die tevens voor de oudere, rolstoelgebruiker en vele anderen, als veilig worden ervaren. Concreet betekent dit dat door interculturaliteit, intercultureel samenwerken, een sociaal beleid wordt uitgebouwd die voor elke bevolkingsgroep toegankelijk is en waar elke bevolkingsgroep participeert. Samenwerking en ontmoeting tussen jong en oud zijn dus de voorwaarden om tot intergenerationeel werk te komen.
5 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
Volgens Penninx is intergenerationeel werk vooral gericht op het voorkomen van problemen, ontstaan door een gebrek aan ontwikkelings-en participatiekansen én met de leefbaarheid in de eigen woongemeenschap. Druggebruik, criminaliteit, sociaal isolement maar ook een gebrekkige sociale infrastructuur/cohesie in buurten en/of wijken, geen tolerantie of respect voor de verschillende culturen of leeftijdsgroepen zijn typische problemen die hierdoor kunnen ontstaan. Hierdoor ontwikkelt men intergenerationeel werk op verschillende terreinen, zoals arbeid, onderwijs, vormingswerk, kinderopvang, ouderenzorg, recreatie, sport en cultuur (Zandbergen en Penninx, 1996)”. De manier waarop Penninx intergenerationeel werk beschrijft in zijn boek ‘De buurt voor alle leeftijden’ is vooral gericht op het ‘samenleven’ in de buurt’. “Systematische aandacht daarvoor kan ten goede komen aan het –leven en laten leven in de buurt- (Engbersen, 1998)”. Men wil dus voorkomen dat verschillende generaties lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. “Bij intergenerationele buurtontwikkeling zijn niet de achterstanden en tekorten van groepen, maar de competenties van individuele bewoners en hun onderling verschillen het uitgangspunt voor het methodisch handelen. Daarbij krijgt het sociaal en cultureel kapitaal van de één betekenis voor de ontwikkelings- en participatiekansen van de ander. Men maakt gebruik van de verschillen tussen mensen in heterogeen samengestelde buurten (Penninx)”. De meerwaarde van dit alles vertaalt zich in nieuwe sociale contacten, praktische en emotionele steun, zelfvertrouwen, uitwisseling van waarden en normen, nieuwe zingeving…”Op het niveau van de buurt ontwikkelt zich een vreedzame samenleving van bevolkingsgroepen die ontdekken dat zij iets voor elkaar kunnen betekenen bij de vormgeving van het alledaagse bestaan (Penninx)”. (Wie zich hierover verder wil verdiepen kan “De buurt voor alle leeftijden” raadplegen. Penninx geeft een uitgebreide opsomming van meerwaarden mee per bevolkingsgroep). We weten dat ontmoeting het geheim is achter intergenerationeel werk maar wat betekent de kracht? hoe komt het dat het zoveel mensen in beweging brengt? Als antwoord op deze vraag vertrekt Penninx vanuit een ontwikkelingstheoretisch perspectief op opgroeien en ouder worden. “In iedere levensfase zoeken mensen naar een zekere balans tussen draaglast en draagkracht. Draaglast is het geheel van levenstaken en opgaven die mensen moeten vervullen om ‘succesvol’ op te groeien en ouder te worden. Bepaalde risicofactoren kunnen daarbij een belemmerende rol spelen. Draagkracht is het geheel van competenties en beschermende factoren die de menselijke ontwikkeling positief beïnvloeden. Bij het zoeken naar een gunstige balans tussen draaglast en draagkracht kunnen jong en oud verassend veel voor elkaar betekenen (Penninx)”. Jong en oud betekenen veel voor elkanders persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming. Het is net dit inzicht in ontwikkelingsbehoeften van jong en oud die de basis vormt voor ontwikkelen van intergenerationele programma’s. (Penninx heeft hiervoor een balansmodel van draaglast en draagkracht uitgewerkt per bevolkingsgroep). Door tegemoet te komen aan gemeenschappelijke behoeften zoals: de behoefte om geaccepteerd te worden, om zich zinvol en nuttig te voelen, om op plezierige wijze nieuwe dingen te leren, de behoefte aan aandacht, contact, enzovoort, bevindt men zich op intergenerationeel werk. “Intergenerationeel werk berust op het matchen van overeenkomstige en verschillende, complementaire ontwikkelingsbehoeften van opgroeiende kinderen en ouder wordende volwassenen (Penninx)”. Penninx heeft twaalf kenmerken ontwikkeld voor een succesvol communicatieplan van intergenerationele buurtontwikkeling/projecten. In zijn boek wordt elk kenmerk uitgebreid besproken. Ik zet ze hier op een rijtje. 1. Een antwoord bieden op concrete behoeften van jong en oud en aansluiten bij urgente maatschappelijke problemen. 2. Duidelijke en toetsbare doelen die aansluiten bij het streven naar sociale participatie/cohesie.
6 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
3. Er is sprake van steun en betrokkenheid van groepen uit de middengeneratie (ouders, beroepskrachten). 4. Het project is geënt op bestaande beleidskaders (onderwijs, opvang, jeugd-en ouderenbeleid enz). 5. Het project is het resultaat van een integrale aanpak door samenwerking. 6. Geïnspireerd door een projectleider die over de muren van afzonderlijke instellingen en doelgroepen kijkt. 7. De projecten vormen de bouwstenen van het communicatieplan en sluiten aan bij de doelstellingen. 8. Duidelijke procedures voor werving en koppeling van ouderen en jongeren. 9. Duidelijke afspraken over omgangsvormen en activiteiten tussen jong en oud. 10. Alle betrokkenen worden voorbereid op het contact door voorlichting en training. 11. Projecten moeten structurele mogelijkheden bieden door langetermijnvisie. Opbouwen van contact en wederzijds respect. 12. Momenten van kritische evaluatie 7. Een sociaal-culturele benadering Griet verschelden (Hoge school Gent) en Hans van Ewijk (Hoge school Utrecht) ontwikkelden samen een tekst die het intergenerationele aspect benadert vanuit sociaalculturele perspectief. Dit terrein heeft zich het afgelopen decennia geprofileerd als platform voor ondermeer maatschappelijke debatten. Bovendien is op gebied van cultuurverrijking het sociaal-culturele ook een beloftevol terrein geworden. “Het sociaal-culturele is contextueel, steeds anders, niet in universele systemen te vatten. Het is een constructie waar creatieve verbeelding nieuwe kansen krijgt, waar we uit de ban van categorisering kunnen geraken en de mens weer terugwinnen als een persoon die zichzelf bepaalt in voortdurende interactie met zijn omgeving waarbij leeftijd, etniciteit, sekse, handicap niet dominant zijn maar steeds weer in andere configuraties vorm krijgen (Verschelden – Ewijk www.cvn.be/samen/conferentie2009/salon6.asp)”. Vanuit dit perspectief wordt er niet uitgegaan van strikte leeftijdsafbakeningen maar vanuit feitelijke sociaal-culturele interactieprocessen. Cultuur beleven is immers alledaags, is interactie en “is sterk verbonden met betekenis geven (Verstraete, 1999)”. Verschelden en Ewijk beschouwen vragen en opvattingen over intergenerationaliteit/praktijken heden als te snel afgehandeld. Intergenerationele samenwerkingsprojecten zouden een te snelle en voor de handliggende reactie zijn voor meer solidariteit. In eerste instantie omdat overcategorisering risico’s inhoudt en tot ongewenste consequenties kan leiden. De achterliggende gedachte vertaalt zich in de volgende zin van Verschelden en Ewijk: “ Het wee u, als u doelgroep van beleid bent, want u wordt als een probleem en als minder geconceptualiseerd”. In een ideale samenleving is immers iedereen sociaal geïntegreerd, neemt iedereen verantwoordelijkheid op voor zichzelf en anderen. Participatie en verantwoord burgerschap zijn de standaardnormen. Het sociaalculturele perspectief pleit voor een samenleven als “ relationeel construct (Verschelden en Ewijk)”. Een samenleving die bestaat uit een verscheidenheid aan interacties en dialogen tussen mensen in publieke sfeer en middenveld. “Intergenerationele culturele praktijken worden in deze benadering niet ontwikkeld om de ideale samenleving te bereiken, maar gaat uit van een tijdelijke intersubjectieve consensus over een ‘goede’ samenleving waarbij aandacht wordt besteed aan ruimte voor sociaal-culturele variatie, in tegenstelling tot massieve gemeenschappelijke doelen (Verschelden en Ewijk)”. Inclusief is dus niet hetzelfde als integratie! Inclusief is gericht op het insluiten in een diverse samenleving van eigen sociaal-culturele vormgevingen. Het accent ligt niet op gemeenschappelijke binding van collectieve waarden en normen. Het accent ligt op tolerantie
7 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
en tijdelijke ontmoetingen, het bewust openhouden van dissensus en het bevorderen van dialoog. Niet starten vanuit een gezamenlijk gedragen visie zoals Penninx het omschrijft, maar vanuit concrete situaties die door mensen verschillend ervaren en begrepen worden. Het sociaal-culturele perspectief vraagt ook een andere kijk op cultuur. Reeds in 1999 gebruikte Ghislain Verstraete de term/beeld ‘kalkei’. Hiermee maakt hij duidelijk dat onze samenleving de afgelopen decennia, cultuur tot een etnisch kalkei hebben gemaakt. Een benadering die complexe culturele contexten herleid tot simplistische stereotypen. Een cruciaal kenmerk van onze samenleving, namelijk verscheidenheid en /of diversiteit, die prioritair zijn voor een dynamische democratie, worden op deze manier miskend; het samenleven als cultureel project waar een diverse kijk op de werkelijkheid mogelijk is. De complexe benadering van mensen zoals Ghislain verstraete en Sierens (2007) houdt in dat men vertrekt vanuit situaties en niet vanuit categorieën. Een verschuiving van leeftijdsgeoriënteerd werken naar leefwereldgeoriënteerd werken, de vormgeving van de sociale ruimte door jongeren en ouderen. Bôhnisch en Mûnchmeier (1987 -1990) hebben hiervoor het concept ‘sociaal ruimtelijk georiënteerd werk’ gelanceerd. Hier heeft het intergenerationeel werk tot doel het verbeteren van de handelingsbekwaamheid van mensen in de samenleving. Het leren omgaan met zingeving, betekenissen en patronen, waardebepalingen..”In een dergelijke benadering zijn intergenerationele praktijken niet meer het doel op zich, of een middel om maatschappelijke solidariteit te realiseren, maar fungeren zij als een ‘gebeuren’ dat toeeigeningsprocessen in de sociale ruimte voor éénieder mogelijk maakt, en waarbij tegelijk deze sociale ruimte wordt opengehouden (Verschelden-Ewijk)”. Een concreet voorbeeld hiervan is de ‘Site’, ontmoetingsplaats in het Rabot-Blaisantvest te Gent. Binnen het Gents stadsvernieuwingsproces heeft rocsa, sociaal-artistieke organisatie, processen en methodieken ontwikkelt gebaseerd op maatschappelijke thema’s en tendensen binnen de stad. De Site ontpopte zich tot een plek voor communicatie, inspraak en participatie, creatie en culturele veranderingsprocessen tijdens stadsvernieuwingsprojecten. Zo wordt er bijvoorbeeld gedurende de maand augustus (2009), een droomkamp gebouwd. In samenwerking met de jeugddienst Gent komen kinderen van 6j tot 12j er hun eigen bouwspeelplaats timmeren, hameren en zagen. De zomer wordt er afgesloten met een afroroot-festival. Verder werden er door de buurtbewoners stadstuintjes aangelegd, zijn er de open-lucht-film-festivals enzovoort (www.rocsa.be). “Rosca vertrekt in haar werking niet van leeftijdscategoriên maar vanuit het faciliteren van ruimtes waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. De werking vertrekt vanuit interesses en vragen van de buurtbewoners en toont zo aan dat jong en oud, organisaties en diensten elkaar kunnen vinden in thema’s die hun bezighouden en verbinden (Verschelden-Ewijk-Rocsa beleidsplan 2010-2013 “Cultuur beleven tussen generaties gaat om het versterken van hun interculturele competenties. Deze interculturele competentie omvat een kenniscomponent en een relationeel component, bijvoorbeeld codewisseling tijdens interacties, flexibel omgaan met gedragsalternatieven en strategieën, en vanuit een empatisch perspectief je kunnen verplaatsen in gedachten en gevoelens van anderen (Ghislain verstraeten, 1999)”. “We concluderen dat intergenerationele praktijken zich zowel in de private (bv.kinderzorg/mantelzorg), publieke (bv.dewijk, ruimtelijke planning)) als maatschappelijke middenveld sfeer (bv.scholen, kerken), als in sociaal-politieke arrangement (pensioenen, kinderbijslag) kunnen afspelen en dat we intergenerationele praktijken waarbij intergenrationaliteit doel of middel is van de praktijk en praktijken waar onderlinge contextuele verbindingen centraal staan en intergenerationaliteit één van de aspecten is (Verschelden-Ewijk)”. “Intergenrationeel beleid en daarbij horende praktijken vragen een benadering die minder focust op individuele en collectieve doelen van intergenerationele culturele praktijken, maar
8 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
vooral op de sociaal-pedagogische betekenis van deze praktijken, waarbij de culturele praktijk zelf voorwerp is van reflectie en discussie (Verschelden-Ewijk)”. Tip 29 april wordt vanaf 2009 de Dag van de Solidariteit tussen de generaties. Dat is beslist op de conferentie Intergenerational Solidarity for Cohesive and Sustainable Societies in april 2008 te Brdo-Slovenië. 2012 wordt het internationale jaar van de Intergenerationele Solidariteit.
8. Goede-praktijk-voorbeelden Veel meergeneratieprojecten zijn ingebed in stadsvernieuwingsprojecten. Het meer-generatiewoonbouwen, eco-projecten en anderen worden momenteel gebruikt als methodiek voor het opwaarderen van oude buurten of het realiseren van nieuwe buurten. Het is vanzelfsprekend dat dit genre projecten slechts gerealiseerd kunnen worden door samenwerking van stadsdiensten, aannemers, architecten, OCMW en vele anderen. Deze specifieke vorm van meer-generatiewonen omvat teveel informatie om het in één themadossier te gieten. Vandaar dat enkel typische sociaal-culturele projecten als voorbeeld worden gebruikt. Als sociaalculturele organisatie kan je natuurlijk op de kar springen en een zelfstandig project uitbouwen binnen die stadsvernieuwingen. In het themadossier werd reeds de ‘Site’ Gent als voorbeeld aangehaald. Toch geef ik graag de link mee naar één van de grootste intergenerationele projecten in Vlaanderen op gebied van stadsvernieuwing: “Antwerpen Linkeroever” Intergenerationeel project Het masterplan Europark zal het intergenerationeel concept fysiek vertalen in een strategisch plan. Dit concept is februari 2004 goedgekeurd door het college. Het project steunt op 3 beleidsterreinen voor intergenerationeel werk of intergenerationele ontmoeting: De pedagogische gemeenschap: in onderwijs en kinderopvang worden ouderen geworven om zich in te zetten als helpers en mentoren bij diverse activiteiten voor kinderen en jongeren. Wonen, zorg en ontplooiing voor personen met verminderde zelfredzaamheid (voornamelijk ouderen): ouderen die intramuraal of zelfstandig in de wijk wonen krijgen bezoek of hulp van kinderen en jongeren. De openbare ruimte: jongeren en ouderen gaan met elkaar in gesprek over conflicten, belangen en omgangsvormen in de wijk waarin zij wonen. Het gaat hier niet alleen over de fysieke aspecten van de openbare ruimte, maar ook over de minder grijpbare sociaal-culturele aspecten. Telkens kan het intergenerationele ook een intercultureel karakter hebben: bijvoorbeeld wanneer allochtone schoolkinderen ouderen helpen of met hen gezamenlijke activiteiten ondernemen. Momenteel regisseert de planningcel/Stad Antwerpen een proces om het intergenerationeel concept ruimtelijk te vertalen naar een strategische ruimtelijke visie voor Europark (in samenwerking met Ruimtelijke Structuurplan Antwerpen). De publieke ruimte, samen met momenteel op stapel staande deelprojecten (kinderdagverblijf, woon - en zorgcentrum, 50 woningen voor ouderen, basisschool) vormen de fysieke kern voor het intergenerationeel project. In november 2004 zal er een gedragen ruimtelijke visie voorliggen die de basis zal vormen voor de projectdefinitie van het masterplan. http://www.vlaams-bouwmeester.be/renderers/open_oproepen/render_openoproep.aspx?5ce46227-598d-4bc68513-9a5f0c7df3d6
En een link naar allicht één van de kleinste intergenerationele woonprojecten: “Foyer”, te Brussel heeft twee huizen in Sint Jans-Molenbeek, één in de Paalstraat en één in de Beekstraat. Deze werden gerenoveerd en ingericht volgens het concept "Kangoeroe wonen". Bij deze formule leeft een alleenstaande gepensioneerde (of een gepensioneerd
9 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
koppel) op de gelijkvloerse verdieping terwijl er op de bovenverdieping een jonge allochtone familie (die niet met de gepensioneerde inwoner gerelateerd is) gehuisvest is. Het betreft een intergenerationeel project. De integratie van de twee gemeenschappen staat voorop als doel. Het project heeft een heel hoge symbolische waarde. Een innoverend project dat ook ruime belangstelling kreeg op diverse symposia en in publicaties op Europees niveau. http://www.foyer.be/?lang=nl&pageb=article&id_article=780 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Sociaal-Cultureel project 1: “Buurthuis Andenne” Valérie Nieus, coördinator van het buurthuis: “dankzij onze contacten met de inwoners en dankzij de mond-tot-mondreclame zijn mensen op ons afgekomen met de vraag om percelen te mogen beheren en er hun eigen moestuin aan te leggen. Wij van onze kant hebben een ruimte voorbehouden voor de kinderen van de huiswerkklassen, terwijl een gediplomeerde en nu gepensioneerde tuinman, zich met de groep kinderen bezig houdt. Aanvankelijk viel het contact met de aarde niet mee voor sommige kinderen. Ze waren niet allemaal opgetogen over het project. Nu vormen ze echter een hechte groep van een twaalftal kinderen die allemaal even enthousiast meewerken. Sommige ouderen wensten dan weer geen contacten met de kinderen maar wilden enkel hun lapje grond bewerken. In de loop der weken zijn echter goede banden tussen hen gegroeid, waarbij ze op elkaar percelen toezicht hielden en elkaar advies gaven. Het is allemaal in gunstige zin geëvolueerd.” Sommige doelstellingen moeten nog worden verwezenlijkt, zoals de verdeling van het fruit onder behoeftige personen of het zoeken naar een partnerschap met een vereniging voor hulp aan drugsverslaafden. Tijdens het komende seizoen zal de moestuin worden vergroot, en de toekomstige oogst ziet er in elk geval veelbelovend uit. Contact : Maison de quartier d’Andenne, rue Delcourt 4, 5300 Andenne, 085 84 37 94 Bron : Koning boudewijnstichting (2008), Een samenleving voor alle seizoenen, Relaties tussen generaties: een uitdaging.
Sociaal-cultureel project 2: “YOT Project Mens?” Kunstenaar Mark Swysen werkt deze zomer (augustus 2009) een levenspad uit in de Magdalenakerk. 'Mens? Een vraag in vier seizoenen' is een interactief project, over de generaties heen. Over wand en water heen leidt het levenspad naar een trap. Van daar kijkt de mens naar de vier levensseizoenen. Het pad leidt verder naar een keuzemoment, geïnspireerd op het enneagram. De bezoeker, jonger of ouder, bevindt zich tussen vele generaties van mensen. Sommige levensseizoenen heeft hij al meegemaakt, andere komen nog. De gang van het leven is voor iedereen dezelfde. Jong of oud, bekende of vreemde – hij staat voor kansen, hindernissen en keuzemogelijkheden. Deze plek, waar sinds meer dan 150 jaar mensen bijeenkomen rond de zinvraag, versterkt de uitdaging.
10 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
De H.-Magdalenakerk is gelegen aan het Astridpark in de Brugse binnenstad Yot vzw coördinator: Koen Dekorte contactadres: Stalijzerstraat 19, B-8000 Brugge (Pastorie H.Magdalena, op het pleintje nabij de Magdalenakerk) www.yot.be (met de steun van de Koning Boudewijnstichting, de Nationale Loterij en de Stad Brugge).
------------------------------------------------------------------------------------------------------Sociaal-cultureel project 3: “TES MR VR TE LACHEN ;-)” Victoria Deluxe heeft in 2008 een nieuw sociaalartistiek project opgezet in het WZC Zonnebloem te Zwijnaarde. Samen met de senioren en de jongeren van de vakantiewerking De Pagadder van de Dienst Jeugd - OCMW Gent ontwikkelde Victoria Deluxe een intergenerationeel project waarmee ze de sociale samenhang tussen verschillende generaties willen bevorderen. Het doel was het wederzijdse respect ten aanzien van generaties te stimuleren en de vormen van communiceren vroeger en nu te leren kennen. Theatermaker Pascal Buyse, cineast Koenraad Deblauwe en sociaal werkster Sarah Pector werkten samen met de senioren en de jongeren rond het thema ‘communicatie’. Als rode draad werd de lach gebruikt, de lach als ultiem communicatiemiddel tussen verschillende generaties Dit gaf de kans een boeiende confrontatie en ontmoeting te creëren tussen jong en oud. Het werd een soort leefwereldonderzoek dat zich toespitste op hoe ‘gewone’ mensen doorheen de voorbije decennia anders zijn beginnen communiceren, met aandacht voor de rol van nieuwe communicatiemiddelen zoals radio, televisie, telefoon, gsm, webcam, mp3, internet,… Tijdens dit werkproces gingen we op zoek hoe de vertel- en verhalencultuur stilaan is verschoven naar een cultuur van diverse vormen van nieuwe geletterdheid. Samen met de senioren en de jongeren onderzochten ze hoe die verschuivingen kunnen worden geïnventariseerd en geïllustreerd. “De bewoners van het woon- en zorgcentrum die deelnamen aan het project zijn in hoofdzaak geïnteresseerden die op eigen initiatief zich engageerden. Anderen werden uitgenodigd en gemotiveerd door de medewerkers van WZC Zonnebloem. Bij aanvang van het project organiseerden we verkennende gesprekken. Vrij snel evolueerden deze gesprekken naar groepsgesprekken rond thema’s die de senioren zelf aanbrachten, over hun leefwereld vroeger en nu, over communicatie en de lach. Daarnaast gingen we met regelmaat op kamerbezoek bij de bewoners die niet aan de groepsgesprekken konden deelnemen”. De jongeren van De Pagadder zijn tussen 10 en 15 jaar oud en nemen op regelmatige basis deel aan de activiteiten van de vakantiewerking. Dit zijn overwegend maatschappelijk kwetsbare jongeren waarvan de ouders beroep doen of deden op de hulpverlening van het OCMW Gent. Met een tiental jongeren werkten we rond vriendschap, internetgebruik, wat het betekent om ouder te worden en hoe ze hun toekomst zien. Tijdens de zomervakantie participeerde een ruimere groep jongeren aan de activiteiten. Zo kregen ook oudere jongeren van de vakantiewerking de kans om zich binnen het project te engageren. In een tweede fase werd de ontmoeting en interactie tussen de senioren en de jongeren concreet. Door het bekijken van films en series uit de oude doos en hedendaagse werken werd al snel duidelijk dat senioren een ander gevoel voor humor hebben dan jongeren nu. Senioren gebruiken humor om hun eigen onmacht, pijn en angst voor het leven draaglijk te maken. Ze trachten de werkelijkheid om zich heen te relativeren door er grapjes over te maken.
11 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
Lachen stimuleert om hierover te praten en naar elkaar te luisteren. Daartegenover staan de jongeren die zoekende zijn en aftasten waar je al dan niet mee kan lachen. Met humor trekken ze een grens tussen zichzelf, de groep en het afwijkende. 9. Inspirerende links Zorg en welzijn Nederland heeft een projectenbank on-line. Deze heeft een subsite “Intergenerationeel werken”. Daar vind je een actuele lijst van projecten die zeer inspirerend zijn. http://www.projectenzorgenwelzijn.nl/intergenerationeel/epr.nizw?event=151 De Koning Boudewijn stichting hield in 2008 “Colloquium 'Intergenerationele relaties : een uitdaging”. Dit evenement was een ‘voorstelling en uitwisseling van geslaagde intergenerationele ervaringen in België en het buitenland. Je vind er een massa informatie, voorbeelden, power-points enzovoort. http://www.kbsfrb.be/event.aspx?id=236310&LangType=2067 29 April 2009 was de eerste ‘Europese dag van de intergenerationele solidariteit’. Het OCMW te Gent heeft een site ontwikkeld over die studiedag. Je vindt er ook ludieke filmpjes van ‘Jong × oud, allerhande projecten enzovoort. http://www.ocmwgent.be/index.php?ID=37239 Bronnen: Beleidsadvies van raad voor volksgezondheid en zorg. “Intergenerationele solidariteit”. www.rvz.net/cgi-bin/adv.pl?advi_relID... Bôsnisch, L., en Mûnchmeier, R. (1987) Wozu Jugendarbeit? Munchen: Juventa Verslag. Eisenstadt, S.N. (1956). From generation to generation; age groups and social structure, New Yersey Elchardus, M (1999) Zonder maskers. Een portret van jongeren en hun leraren. Gent: Globe Ewijk, H.van (1994) De verschuiving. De veranderende status van jongeren in de jaren tachtig. Utrecht: De Tijdstroom De Mets, J., en Vassart, C. (2008. Een samenleving voor alle seizoenen. Relaties tussen generaties: een uitdaging. Brussel: Koning boudewijnstichting Loriaux, M. (2006). Intergenerationele acties ten dienste van de sociale cohesie in verouderde samenlevingen. In Koning Boudewijnstichting. Hoe intergenerationele generaties bevorderen? Verslag hoorzitting, Brussel: KBS Marcoen, A. Centrum voor ontwikkelingspsychologie, artikel “Samenhang en dialoog tussen jong en oud”. http://www.wijsheidverjaartniet.be/pdf/samenhang.pdf Mead, M. (1971) Coming of age in Samoa, Minneapolis: Quill (2002) Moerenhout, M. en Lovagnie, K. (2007) Vlaamse ouderenraad vzw. Generaties verschillen? Leuven BC 4192 afgiftekantoor. Speciaal nummer: ontmoeting verrijkt, ouderenweek 2007. Herent drukkerij Lamine. Penninx, K. (1999). De buurt voor alle leeftijden: een intergenerationele kijk op lokaal sociaal beleid. Utrecht: NIZW. Penninx, K. en Zandbergen, J. (1996) Voor alle leeftijden. Werken aan praktische solidariteit tussen jong en oud. Nederlands instituut voor zorg en welzijn. Utrecht uitgeverij Pinxten, R. (1997). Culturen sterven langzaam. Over interculturele communicatie. Antwerpen en Baarn: Hadewijch Schelsky, H. (1957) Die skeptische Generation: Dusseldorf: Eugen Diederichs Verslag
12 Themadossier de meergeneratiesamenleving / intergenerationeel werken
Sierens, S. (2007). Leren voor diversiteit. Leren in diversiteit. Burgerschapsvorming en gelijke leerkansen in een pluralistische samenleving. Een referentiekader. Gent: Universiteit Gent – Steunpunt Diversiteit en Leren. Socius (2003). Forum voor soc-cul volwassenenwerk. Intergenerationeel werken. Verslag opgehaald op 16/01/2009 in www.socius.be/download/praktijk/verslagforum.pdf Verstraeten, G. en Pinxten, R. (1998). Cultuur en macht. Over identiteit en conflict in een multiculturele wereld. Antwerpen en Baarn: Houtekiet. Verstraete, G. (1999). Cultuur is geen kalkei. Alert Verschelden,G. en Ewijk, H. (2008). Hoge school Gent. Cultuur beleven tussen generaties. Visietekst opgehaald op 16/0182009 in www.cvn.be/samen/conferentie2009/salon6.asp Vlaamse jeugdraad, dossier: Intergenrationele solidariteit. www.vlaamsejeugdraad.be
‘Dit dossier is een uitgave van vzw Sociumi, een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde sociaal-culturele beweging’ D/2010/009