DE MAZAL-METHODE EEN ONORTHODOXE METHODE GEBASEERD OP COMMON SENSE EN INTUÏTIE
Auteur: Mazal van Arend Amsterdam, januari 2015
Inhoudsopgave Inleiding
Pagina 2
Methodologie versus common sense en intuïtie
Pagina 3
Knelpunten en tegenstrijdigheden in de huidige methodiek
Pagina 4
Gebrek aan tijd Relatie tot/met de cliënt Gestelde voorwaarden
De Mazal-methode: onorthodox maatwerk
Pagina 6
Maatwerk Het verloop en de werkwijze Voordelen
Aanbevelingen
Pagina 9
Bronnenlijst
Pagina 10
Over de auteur
Pagina 11
Pagina | 1
Inleiding Dit essay geeft een beschrijving van mijn eigen ‘ontwikkelde’ methode; de Mazal-methode. Bijna zes jaar geleden ben ik gestart met mijn eigen onderneming waar ik onder andere werk als budgetbeheerder. Zonder diploma of ervaring met het werk en ondernemen, echter wel met een behoorlijke dosis eigen ervaringen met bureaucratie en (niet aan mij te wijten) geldzorgen. Als chronisch zieke die zelf de strijd voer heb ik niet alleen de juridisering van de overheid jaren bevochten, maar ook gevoeld wat het hele proces met mij als mens deed en welke invloed dit had op mijn leven en dat van mijn naasten. Deze invloed bleek groter en kwalijker voor mijn gezondheid dan de chronische ziekte zelf! Met als motto ‘al doende leert men’ besloot ik toen ik 24 jaar was om anderen die dergelijke problematiek als donkere wolk in hun leven hebben, te ondersteunen. Op mijn eigen(wijze) wijze, waarbij ik me vooral laat leiden door intuïtie en common sense1; ik had immers toen ik begon geen kennis over mogelijke methodieken en wat als ‘goed’ of ‘fout’ werd bestempeld. Door mijn opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam bezit ik inmiddels wel kennis over de door de overheid opgelegde ‘juiste’ werkwijzen. Deze stroken over het algemeen niet met mijn eigen praktijkervaring als budgetbeheerder en het oplossen van schulden, waarbij ik de Mazal-methode inzet. Inmiddels begint bij de politiek en het werkveld langzaam te dagen dat de huidige methoden niet tot het gewenste resultaat leiden. De verschuiving die momenteel plaatsvindt is gelukkig eentje die aansluit bij mijn ideeën hierover. De Mazal-methode is over enkele jaren hopelijk dan ook de enige ‘juiste’ methode. Wat ik me daarbij afvraag: Hoe is het mogelijk is dat ik als 24-jarige ervaringsdeskundige deze vooruitziende blik al had en de vele mensen in het werkveld en de politiek pas zes jaar later het licht beginnen te zien? Zijn common sense en intuïtie de sleutelwoorden? En wat zijn essentiële ingrediënten om deze ‘nieuwe’ methode daadwerkelijk werkend te maken? In dit essay zal ik eerst de methodologie afzetten tegen common sense en intuïtie. Daarna neem ik enkele aspecten van de huidige methodiek onder de loep nemen en benoem waar knelpunten zitten. Vervolgens geef ik de ingrediënten van de Mazal-methode en een uitleg waarom deze tot resultaat leidt. Tot slot zal ik enkele aanbevelingen doen.
1
Gezond verstand. Pagina | 2
Methodologie versus common sense en intuïtie Schuyt (1991) beschrijft common sense met betrekking tot armoede als volgt: In de common-sense worden met armoede nog steeds die omstandigheden aangeduid die ‘naar’, ‘naargeestig’, ‘armoedig’, ‘verpauperd’, ‘mistroostig’ zijn. Slechte huisvesting met kapotte ramen, deuren of meubelen, slecht of weinig te eten, een slechte gezondheidstoestand, vaak ten gevolge van de slechte behuizing en het slechte voedsel. Armoede staat steeds in het teken van het tekort: te weinig behuizing, voeding, kleding. (p. 60) Om deze common sense te kunnen gebruiken, is het noodzakelijk om de omstandigheden zoals huisvesting en -inrichting te kennen. In de schuldhulpverlening wordt het gros van de mensen echter geholpen op het kantoor van de hulpverlenende organisatie; medewerkers van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) brengen geen huisbezoeken aan personen waarvan zij het budget beheren. Hoe is het dan mogelijk om een inschatting te maken van de zogeheten objectieve armoede die met common sense is vast te stellen en hoe essentieel is het (ontbreken hiervan) eigenlijk? Schuyt (1991) geeft hierover het volgende inzicht: Van dit objectieve waarneembare tekort worden andere tekorten afgeleid: een volkomen gebrek aan levensvreugde (…) en indien onverwachte problemen of calamiteiten zich voordoen (een ongeluk, een sterfgeval, ziekte, een gestolen goed) geen mogelijkheid om financieel de kosten, die het onverwachte voorval met zich meebrengt, op te brengen. Door dit onvermogen aan problemen het hoofd te bieden blijft de situatie bestaan of verergert deze zich. (p. 60) Om te kunnen nagaan of sprake is van deze afgeleide tekorten, is het zodoende wenselijk om de objectief waarneembare tekorten eerst vast te stellen. De hiervoor noodzakelijke huisbezoeken worden niet gedaan, waardoor de hulpverlener de benodigde informatie uit gesprekken met de cliënt moet halen. Deze informatie is van belang omdat het zowel inzicht geeft in het ontstaan van de schulden als in de consequenties die het met zich heeft meegebracht en nog zal meebrengen voor de situatie van betrokkene(n). Dit kan worden gezien als de basis om tot het oplossen van de problematiek te komen, aangezien dit de keuze voor haalbare vervolgstappen bepaalt. Is het realistisch om te verwachten dat een cliënt in een (eerste) gesprek op een kantoor uitgebreid een boekje opendoet over persoonlijke zaken waar vaak schaamte mee gemoeid is? In hoeverre stimuleert het om deze openheid te geven als een limiet is gesteld aan de tijd waarin dit boven tafel moet komen? Een afspraak heeft immers een eindtijd en vanwege de grote caseload hebben medewerkers van bijvoorbeeld de DWI geen ruimte tot uitloop. Nodigt het bovendien uit dat dit aan de hand van een formulier gebeurt wat zorgt dat er naast luisteren tevens hoofdzaken genoteerd moeten worden? In hoeverre is er dan sprake van echt contact? Waarop is het vertrouwen in deze methodiek gebaseerd dat nodig kan zijn om dergelijke openheid van zaken te bieden? Dit zijn enkele vraagtekens die ik zet.
Pagina | 3
Soms lijkt het of het gros van de mensen is vergeten dat we in plaats van een volgzaam schaap ook een herder kunnen zijn. Discretionaire ruimte blijft vaak onbenut en beleid van hogerop wordt zonder tegengas op de werkvloer uitgevoerd. De hierbij te zetten vraagtekens blijven vaak achterwege, ondanks dat uitvoerders van beleid deze zeker hebben. Moeten we niet af van onze rol als schaap en ons meer laten leiden door intuïtie? Wesdorp, Van Hooft, Duinkerken en Van Geuns (2010) geven hier goede redenen voor: Veel (sociaal)psychologische inzichten hebben een hoog ‘ja logisch’-gehalte. We hebben het gevoel niets te horen wat we intuïtief niet al wisten. Wie bijvoorbeeld door een sociaalpsycholoog krijgt uitgelegd hoe de motivatie van iemand kan worden verbeterd, denkt al snel ‘dat wist ik allang’. Toch is het dan op zijn zachtst gezegd bijzonder dat uit onderzoek blijkt dat als diezelfde psycholoog precies het omgekeerde beweert het voor veel mensen even aannemelijk klinkt. (p. 11) Als zelfstandig ondernemer zonder afhankelijkheid van subsidie of fondsen kies ik er bewust voor om de herder te zijn. Mijn eigen ervaringen en die van mijn cliënten zijn me dierbaarder dan onderzoeken; ik heb mijn eigen bewijzen verzameld. Iemand die bij de DWI werkt als budgetbeheerder heeft, hoewel soms in mindere mate, dezelfde mogelijkheid om een herder te zijn. Het zijn immers de mensen op de werkvloer die de consequenties van beleid het beste kunnen inschatten en aan hen dan ook de taak om hierop invloed uit te oefenen. Als zij knelpunten ervaren hebben zij de mogelijkheid tot het creëren en/of benutten van discretionaire ruimte. Waar gaat het dan toch mis? Van den Berg (2013) zegt hierover: Ruimte geven is niet genoeg: gemeenten moeten ook over de expertise en middelen, het ‘bestuurlijk vermogen’ beschikken om de ruimte te bespelen. (….) Zowel bij wetenschappers als bij (in het bijzonder kleinere) gemeenten zelf bestaat gerede twijfel of gemeenten de (…) verantwoordelijkheden wel aankunnen. (p. 20)
Knelpunten en tegenstrijdigheden in de huidige methodiek Gebrek aan tijd Een nieuw adagium is: één gezin, één plan en één hulpverlener. Op dit moment zorgt een gebrek aan tijd er echter voor, dat alsnog een extra hulpverlener optreedt in de vorm van een vrijwilliger. Hierover geven professionals in onderzoek van Van Geuns, Desain & Van Dam (2014, pp. 25-26) aan “dat het voor hun werk belangrijk is dat er een goed geordende map is en dat de vrijwilligers de schuldenaren hierbij ondersteunen omdat professionals daar zelf geen tijd voor hebben.” Een gebrek aan tijd kan bovendien het ongewilde effect hebben dat mensen gedemotiveerd raken. In een onderzoek met betrekking tot re-integratie geven Wesdorp et al. (2010, p. 5) aan dat door een gebrek aan tijd “vrij directief [wordt] voorgeschreven wat de klant moet gaan doen. Een directieve houding kan er echter toe leiden dat de motivatie van de klant (…) afneemt.” Bij deze methode is niet alleen mogelijke demotivatie een probleem; het gaat regelrecht in tegen het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers. Pagina | 4
Relatie tot/met de cliënt Uit datzelfde onderzoek van Wesdorp et al. (2010, p. 25) komt ook naar voren dat “de essentie is dat een empathische relatie met de klant wordt opgebouwd. Dat vergt een gesprek dat niet wordt gevoerd vanachter een computerscherm en gedicteerd wordt door invulvelden, maar dat uitgaat van wezenlijk [cursivering toegevoegd] contact van mens tot mens.” Helaas moet tegenwoordig alles geregistreerd en verantwoord worden, waardoor deze methode nauwelijks in de praktijk is terug te vinden. Contact van mens tot mens is bovendien vaak niet haalbaar door het eerder genoemde gebrek aan tijd. Als de professional daarnaast ook nog vasthoudt aan (enkel) een zakelijke rol, dan is het mens-tot-menscontact moeilijk te bereiken en deze methode niet (goed) uitvoerbaar. Gestelde voorwaarden Niet iedereen kan bij de overheid aankloppen voor ondersteuning. Er zijn (strenge) voorwaarden waaraan voldaan moet worden, Een voorbeeld hiervan is artikel 4, lid 2 van Beleidsregels Schuldhulpverlening Amsterdam (Gemeente Amsterdam, sd), waar de volgende voorwaarden beschreven staan: a) het nakomen van afspraken gedurende de aanvraagperiode en het schuldhulpverleningstraject; b) het niet aangaan van nieuwe financiële verplichtingen; c) het hebben van een zorgverzekering; d) het verrichten van voldoende inspanningen om het inkomen te vergroten; e) het verrichten van voldoende inspanningen om de financiële vaardigheden te vergroten; f) eventuele bezittingen te gelde maken indien zij vermogen opleveren of indien hiermee kosten worden verminderd. Als je enkel kijkt naar een praktische oplossing voor schulden, dan is niet nog meer geld uitgeven (b) en extra inkomen vergaren (d en f) begrijpelijk. De voorwaarden zijn in mijn ogen echter te algemeen en houden geen rekening met de persoonlijke situatie van de cliënt en wat voor effect het hebben van schulden op iemand kan hebben. Het brengt zorgen en kan na verloop van tijd het toekomstperspectief en de motivatie aantasten. Moeten voldoen aan voorwaarden zoals hierboven gesteld, kan in een dergelijke situatie een druppel in een al overvolle emmer zijn. Iemand (tijdelijk) ontlasten van de financiële zorgen heeft mogelijk meer effect dan bij aanvang van het traject al voldoende zelfredzaamheid verwachten om aan de gestelde voorwaarden te voldoen. Van Geuns (2013) onderschrijft dit: Mensen verschillen, daarom verschilt ook hun ondersteuningsbehoefte. One-size-fitsall-oplossingen bestaan niet. Professionals moeten daarom met een 'nieuwe bril' kijken: zij zien een andere burger, waarmee zij anders communiceren. (….) Het maatschappelijk debat wordt gekaapt door mensen die zelfredzaamheid als oplossing voor alles zien. Maar niet iedereen heeft een eigen netwerk dat sterk genoeg is, of dat de problemen kan oplossen.
Pagina | 5
De Mazal-methode: onorthodox maatwerk In het kort is de Mazal-methode als volgt te omschrijven:
Maatwerk (ken je cliënt); In de huiskamer; Oprechte betrokkenheid; Gesprekken zonder formulieren; Weg met de klok; Wederzijdse open- en eerlijkheid; Geen instapcriteria; Geen vaste werktijden; Cliënt en hulpverlener kiezen elkaar; Haalbare en realistische caseload.
De belangrijkste zal ik specifiek toelichten. Verder zal ik een algemeen beeld van de methode schetsen door te vertellen hoe dit zich in de praktijk uit en welke voordelen dit meebrengt. Maatwerk Eén van de definities van maatwerk is: “toegespitst op de specifieke wensen van de klant”.2 Dit is de definitie die aansluit bij hoe ik het begrip interpreteer en toepas en die tevens zorgt voor autonomie van een cliënt, wat zoals onderzoekers reeds constateerden van belang is: “Een (…) belangrijk element in de methodiek is dat de autonomie van de deelnemer centraal staat. Deze is deskundige op het eigen leven” (Jungmann, Calkoen, Den Hartogh, Den Hartogh, & Wesdorp, z.j., p. 28). Om maatwerk te kunnen leveren, is het noodzakelijk om de specifieke wensen van degene die je helpt te kennen en daar waar mogelijk ook gehoor aan te geven. Dit vormt dan ook de basis van de Mazal-methode, waarmee andere aspecten onlosmakelijk verbonden zijn. Het verloop en de werkwijze Als iemand mij benadert met het verzoek voor ondersteuning, dan heb ik altijd eerst een kennismakingsgesprek. Dit doe ik bij de persoon thuis, in de huiskamer. Enkele voordelen ten opzichte van een gesprek op kantoor zijn: de cliënt hoeft niet te reizen (en daar kosten voor te maken), is meer op zijn/haar gemak in een vertrouwde omgeving, er is geen sprake van een zakelijke omgeving/sfeer, ik kan objectieve armoede vaststellen zoals de staat van de woning en ik krijg door een huisbezoek ook beeld van hoe iemand is en leeft; rookt de cliënt, zijn er huisdieren, wordt mij een drankje aangeboden en zit daar een koekje bij? Voor dit gesprek gebruik ik geen formulieren en ik noteer vrijwel niets. Ook zorg ik dat de afspraak zo gepland wordt, dat ik hooguit uren daarna een vervolgafspraak heb waardoor ik niet op de tijd hoef te letten. Ik start meestal met de open vraag wat ik voor iemand kan betekenen en welke ondersteuning gewenst is. Slechts die vraag is meestal al voldoende om op vrijwel alle vragen die elders op een formulier staan, een volledig antwoord te krijgen. 2
http://www.encyclo.nl/begrip/maatwerk Pagina | 6
Ik hoor (ongevraagd) hoe de schulden zijn ontstaan, welke andere tekorten daaruit voort zijn gekomen, wat ze zelf hebben gedaan aan pogingen om het op te lossen en wat de reden is dat ze (nu pas) aan de bel trekken. Buiten het feit dat ik de benodigde informatie krijg om een reële inschatting te kunnen maken van de problematiek, vinden mensen het ook prettig om hun verhaal te delen; dit leidt soms tot tranen, maar lucht altijd op. Als ik vervolgens een goed gevoel heb en denk iets te kunnen betekenen voor betreffend persoon, dan kan ik, mits dit wederzijds is, direct voor iemand aan de slag. Bij mij dus geen wachttijden, waardoor mensen op het moment dat ze gemotiveerd zijn om hulp te vragen, geen tijd hebben om hierop terug te komen. In zeker de helft van de gevallen vertrek ik na een kennismakingsgesprek meteen met de volledige administratie om aan de slag te gaan. Wat een groot voordeel is ten opzichte van organisaties die vergelijkbare hulp verlenen: in mijn geval heeft de cliënt de volledige autonomie om wel of niet met mij in zee te gaan. Als iemand aanklopt bij de gemeente, dan krijg je in iemand toebedeeld zonder hierop enige inspraak te hebben. Van mens-tot-menscontact is echter niet af te dwingen en is mede afhankelijk van een zogeheten klik. Bij mij kan die er zijn; in het andere geval moet het. Decennia geleden werd al raak benoemd wat tot op de dag van vandaag nog steeds een waarheid als een koe is: “De cumulatie van ellende is meestal een waar kenmerk van armoede” (Schuyt, 1991, p. 68). Als ik eenmaal daadwerkelijk aan de slag ga voor iemand, dan bestaat het overgrote deel van de werkzaamheden uit door mij te verrichten stappen, zoals het onderhouden van de correspondentie met organisaties en doen van betalingen. De cliënt ontvangt geen post meer en hoeft niet zelf steeds achter alles aan te gaan, wat de confrontatie met de ellende (deels) wegneemt. En het is de hoeveelheid ellende die maakt dat mensen het overzicht verliezen en vastlopen. Hen ontlasten van de vaak zware (emotionele) belasting met betrekking tot de administratie en financiën, geeft lucht en ruimte om aan de overige ellende te werken. In dit kader moet het uit handen nemen van de financiële administratie dan ook gezien worden als een (eerste) stap naar zelfredzaamheid. Voor vragen en opmerkingen bied ik cliënten de mogelijkheid om mij te e-mailen, bellen, smsen en te Whatsappen, ongeacht de dag of het tijdstip. Dit geeft niet alleen hen, maar ook mijzelf de vrijheid om niet enkel tijdens kantoortijden te werken. Bovendien gaat het leven door buiten kantoortijden. Wat nou als iemand op zondagochtend ineens een ziek huisdier heeft en extra geld nodig heeft om naar de dierenarts te gaan? Als ik in de gelegenheid ben en het budget laat het toe, dan boek ik op verzoek direct het afgesproken bedrag over via (mobiel) internetbankieren. Dit kost mij per boeking nog geen minuut en geeft de cliënt een gevoel van autonomie; hij/zij is nog steeds betrokken bij de beslissingen over geld en krijgt van mij de vrijheid om dit, binnen een bepaald budget, naar eigen inzicht te besteden. Ik beheer weliswaar geld van anderen, maar dat neemt niet weg dat het nog steeds het geld van degene is voor wie ik het beheer. Schulden ontstaan daarnaast niet (enkel) door eigen schuld en toedoen. Beslissingen nemen over geld hoeft daarom geen privilege te zijn. Deze zeggenschap ontneem ik cliënten dan ook niet, wat zorgt dat ik ruimte heb om ook ‘nee’ te zeggen als extra geld een keer niet kan. Mijn cliënten vertrouwen er namelijk op dat ik ‘ja’ zeg als het financieel mogelijk is. Dit komt de samenwerking ten goede, want ik ervaar zelden weerstand. En het maakt autonomer en zelfredzamer, dus een win-win-winsituatie. Pagina | 7
Waar haal ik de tijd vandaan om op deze manier te werken en dergelijk maatwerk te leveren? En hoe zit het financieel? Kost dit niet meer dan het oplevert? Op de laatste vraag kan ik ontkennend antwoorden. Juist door korte lijntjes, laagdrempelig contact en een vertrouwensband, is het mogelijk om snel tot actie te komen. Dit werkt motiverend voor de cliënt en voorkomt misstanden. Ook is verantwoording naar derden niet nodig en dus geen registratie van elke stap die gezet wordt; deze tijd kan ik investeren in het daadwerkelijke werk en contact met de cliënt. Tevens kies ik ervoor om dicht op het proces te blijven en de administratie te beheren zoals ik dat voor mezelf privé ook doe. Dus geen dure en ingewikkelde computersystemen, maar handmatige betalingen via (mobiel) internetbankieren en archiveren in een multomap. Het enige wat ik nodig heb is een computer met internetverbinding, printer, enveloppen, postzegels, een perforator en wat multomappen. Met een startkapitaal van € 500,00 kan iedereen een dergelijk bedrijf starten. En ondanks dat sommige cliënten echt in armoede leven, zorgt mijn werk voor minder schulden en toch een boterham op mijn plank; ik verdien mezelf alleen al terug doordat er geen herinnerings- en incassokosten meer komen. Het ontlasten van iemand door het (tijdelijk) overnemen van de financiële administratie zorgt er ook voor dat ruimte ontstaat om te werken aan oorzaken en gevolgen van de schuldproblematiek. Voordelen De Mazal-methode is wellicht onorthodox, echter zorgt het er onder andere voor dat: Schulden verminderen en armoede afneemt; Cliënten weer in hun kracht komen; Zelfredzaamheid op diverse gebieden toeneemt; De overheid (en dus de belastingbetaler) wordt ontlast; Schuldeisers (meer van) hun geld terugzien; Mensen zoals ik (zelfstandig ondernemers) werkgelegenheid krijgen. Ik kon tot een dergelijke methode komen, omdat ik mijn beleid als zelfstandig ondernemer ieder willekeurig moment kan bijsturen en zodoende gaandeweg maak. Dit zorgt automatisch voor meer maatwerk en niet alleen voor de cliënt, maar ook op beleidsniveau voor de ondernemer. In grotere organisaties en (semi-)overheidsinstellingen is dit niet mogelijk; daar wordt beleid vooral uitgevoerd en veranderingen doorvoeren kost te veel tijd.
Pagina | 8
Aanbevelingen Mijn aanbeveling aan de wetgever is om artikel 47 Wck zodanig aan te passen dat wettelijke ruimte komt om tegen vergoeding schuldbemiddeling uit te voeren; nu is dat door dit artikel verboden (Maxius, sd). In 2012 bestond reeds het plan dit aan te passen en wat mij betreft gebeurt dat nu, echter met als kanttekening dit te doen zonder het dicht te timmeren met voorwaarden als certificering en vastgestelde marktprijzen. Laat termen als participeren, (sociaal) netwerken en zelfredzaamheid ook in dergelijke kwesties meespelen en verminder de bemoeienis van de overheid. Laat het iets zijn tussen de burger en de ondernemer en geef hen de vrijheid om tot eigen afspraken te komen, mits uiteraard binnen de wet. Mijn tweede aanbeveling is aan een willekeurige slimme (en vermogende) ondernemer. Deze kan een website opzetten waarop zelfstandig ondernemers hun eigen profiel hebben. Iemand die ondersteuning zoekt kan op die manier, net als bij internetdaten, kijken of er iemand bij zit van wie de werkwijze en persoonlijkheid aanspreekt. Dit vergroot de kans op de benodigde klik om tot een vertrouwensband te komen en biedt bovendien transparantie, zonder dat dit vanuit de overheid gestuurd wordt. Tot slot raad ik een ieder die zich aangesproken voelt en werkzaam is in deze branche aan om te transformeren van schaap tot herder. Volg niet klakkeloos wat je opgedragen wordt. Durf je (ertegen) uit te spreken, buiten de lijntjes te kleuren en te vertrouwen op basale dingen zoals common sense en intuïtie. In ons privéleven blijkt dit een succesvolle manier en dat is op werkgebied niet anders. Wij zijn geen robots, dus laten we hetgeen wat ons daarvan onderscheidt vooral inzetten bij mens-tot-menscontact.
Pagina | 9
Bronnenlijst (sd). Opgeroepen op januari 31, 2015, van Maxius: http://maxius.nl/wet-op-hetconsumentenkrediet/artikel47 Gedrag als graadmeter voor armoede. (2013, november 13). Hogeschool van Amsterdam. Opgehaald van Hogeschool van Amsterdam: http://www.hva.nl/over-de-hva/nieuws-en-agenda/hvanieuws/content/2013/11/anders-kijken-naar-armoede.html Gemeente Amsterdam. (sd). Opgeroepen op 31 januari 2015, van http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Amsterdam%20%20West/296006/296006_1.html Jungmann, N., Calkoen, P., Den Hartogh, J., Den Hartogh, V., & Wesdorp, P. (z.j.). Preventiebundel: acht werkwijzers voor effectieve schuldpreventie. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Schuyt, C. (1991). Op zoek naar het hart van de verzorgingsstaat. Leiden/Antwerpen: Stenfert Kroese. Van den Berg, J. (2013). De lokale verzorgingsstaat tussen woord en daad. In H. Bosselaar, & G. Vonk, Bouwplaats lokale verzorgingsstaat: wetenschappelijke reflecties op de decentralisaties in de sociale zekerheid en zorg. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Van Geuns, R., Desain, L., & Van Dam, R. (2014). Wie doet wat?: een onderzoek naar de rolverdeling tussen schuldenaren, hun netwerk, vrijwilligers en professionals binnen de schulddiensverlening. Hogeschool van Amsterdam, Lectoraat Armoede en Participatie. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Wesdorp, P., Van Hooft, E., Duinkerken, G., & Van Geuns, R. (2010). Het heft in eigen handen: sturen op zelfsturing. Den Haag: Raad voor Werk en Inkomen.
Pagina | 10
Over de auteur Mazal van Arend is sociaal ondernemer, ervaringsdeskundige, eigenzinnig, veelzijdig, gedreven en een realistische idealist. Aan ideeën nooit een tekort en een eeuwig optimisme over een mooiere wereld leidt tot sociaal-maatschappelijke betrokkenheid. Beren op de weg bestaan niet en kansen worden gezien én gecreëerd. Met een juridische achtergrond en bestuurlijke ervaring, de ideale mix om plannen tot uitvoering te brengen. In 2009, toen ze slechts 24 jaar was, besloot ze om voor zichzelf te beginnen. Zonder relevant diploma, echter met door schade en schande opgedane kennis over wet- en regelgeving aangaande de sociale zekerheid, werd dat een sociale onderneming in het ondersteunen van kwetsbare burgers bij hun strijd tegen bureaucratie. Wat dat precies inhield, wist ook zij toen nog niet. Al snel kwam ze voornamelijk in aanraking met mensen in de financiële problemen en tot op de dag van vandaag representeren zij met name haar doelgroep. Geld verdienen is voor haar dan ook zeker secundair; van kalende kippen valt immers weinig te plukken. In 2015 behaalde ze haar diploma voor de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en is ze jurist. Ze biedt desondanks een variëteit van diensten aan en noemt zichzelf eclectisch ondernemer. Haar hart ligt echter bij de strijd tegen armoede en bureaucratie, waardoor haar kernactiviteit nog steeds bestaat – en vermoedelijk blijft bestaan – uit het ondersteunen van kwetsbare burgers die financiële (en persoonlijke) problemen hebben. Dit doet zij zonder enige vorm van subsidie en op eigenzinnige wijze, zoals naar voren komt in de op haar website gepubliceerde Mazal-methode. Meer weten over wie Mazal is en wat ze allemaal doet? Neem gerust contact op via de onderstaande gegevens.
T
+31 (0)6 1344 0622
E
[email protected]
W
www.mazalvanarend.nl
I
https://nl.linkedin.com/in/mazalvanarend
I
https://www.facebook.com/mazalvanarend Pagina | 11