de methode van Kamo in een notendop
© Kamo vzw, 2012
Kamotik – p.1
Inleiding Kamo baant zich al tien jaar een weg door het kunst- en cultuureducatieve landschap. Met de jaren is onze organisatie uitgegroeid tot een betekenisvolle speler voor de jeugdsector en andere beleidssectoren die het dagelijks leven en beleven van kinderen vorm geven. Een decennium is de ideale gelegenheid om een mijlpaal te zetten. Daarnaast willen we in het kader van de vernieuwde aandacht voor cultuureducatie bij beleid en lokale spelers onze manier van werken op een bevattelijke manier uit de doeken doen met deze publicatie, genaamd Kamotik, en met de beleving van Kamokit, onze nieuwe tool. Wanneer kinderen spelen, is dat spel een doel op zich, geen middel. Elke workshop van Kamo is in de eerste plaats een ludieke ervaring. Kamo wil daarnaast ook andere doelen bereiken. Tijdens Kamo-activiteiten treden kinderen spontaan en creatief in interactie met andere kinderen, hun begeleiders, artistieke artefacten, kunstwerken en erfgoed… Zo ontstaan er verhalen die zich als een rode draad doorheen onze workshops ontwikkelen. Dit is dan ook onze dagelijkse missie: met onze medewerkers en onze tools verhalen ontlokken bij kinderen en hen deze verhalen zelf op hun maat laten boetseren met vormen, klanken en kleuren. Het zijn verhalen die nog niet verteld zijn, verhalen die kinderen zelf verzinnen en verzinnebeelden. We willen zowel tijdens informele als formele leermomenten samen met alle actoren en hun lokale begeleiders in de betrokken sectoren op een duurzame manier cultuureducatieve processen op gang brengen bij kinderen. Met Kamotik lichten we onze aanpak vanuit de beleving met ons Kamokit-spel toe. Daarom lanceren we tegelijkertijd Kamotik en Kamokit, waarvan ook een digitale versie bestaat voor kinderen en hun begeleiders. We moedigen begeleiders aan om Kamokit eerst te spelen, liefst samen met kinderen (6-12 jaar). We verwachten daarbij
Kamotik – p.2
een actieve bijdrage van de lezer/speler. Op die manier maakt de ervaring met het spel het lezen van Kamotik bevattelijker. 1 We hebben Kamokit ontworpen voor kinderen van 6 tot 99 jaar. Kamokit is beschikbaar voor alle mensen die op een creatieve manier willen werken met een groep kinderen. We hopen dat zowel begeleiders als kinderen zich erdoor laten inspireren en richten ons ook op studenten, docenten en collega’s uit het kunst- en cultuureducatieve veld die meer willen leren over onze aanpak. Dit werk realiseren kon enkel met de steun van de Vlaamse Gemeenschap – Afdeling Jeugd, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wij zijn de betrokken ministers en hun administraties dan ook zeer dankbaar voor de jarenlange ondersteuning. Voor de productie van Kamokit gaat onze dank in het bijzonder uit naar de spaarders en beleggers van het Triodos Fonds. We wensen jou een inspirerende spelervaring en vele verhalen toe…
1
We zouden Kamotik evengoed kunnen schrijven aan de hand van ervaringen met onze andere tools, maar Kamokit is de meest toegankelijke tool.
Kamotik – p.3
Inhoud 1. Kamo 1.1. Ontstaan en missie.......................................5 1.1.1. Een korte geschiedenis…...................................5 1.1.2. Wat is de missie van Kamo? ...............................6
1.2. Werking en methode ....................................6 1.2.1. Wat doet Kamo concreet en hoe doet Kamo dat? .....6 1.2.2. Hoe zijn onze workshops opgebouwd? ...................7 1.2.3. 3 dynamische deelprocessen in de methodiek ....... 10
1.3. Waarom hebben we Kamotik geschreven en Kamokit gemaakt?...................................... 12
2. Beleef Kamokit en krijg een Kamotik 2.1. Doel van het spel....................................... 14 2.2. Voor wie? ................................................ 14 2.3. Vooraf .................................................... 14 2.4. Een beschrijving van de spelelementen ............ 16 2.5. Zet het spel klaar ...................................... 18 2.6. Kamokit spelen ......................................... 21 Deel 2: Apotheose ............................................ 25 2.7. Variaties om Kamokit te spelen...................... 29 2.8. Resultaten van Kamokit delen met elkaar en met Kamo ..................................................... 31 2.8.1. Kamokit: verhaalkaarten ................................ 31 2.8.2. Kamokit.be: digitale verhaalkaarten .................. 31 2.8.3. Zelfverzonnen opdrachten en verhalen delen........ 32
Kamotik – p.4
3. De Kamo-aanpak aan de hand van ervaringen met Kamokit 3.1. De 4 elementen van onze aanpak ................... 34 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4.
Object ...................................................... 34 Omgeving................................................... 35 Kind ......................................................... 36 Animatoren en lokale begeleiders...................... 36
3.2. De 3 processen ......................................... 39 3.2.1. Inbeelden................................................... 39 3.2.2. Uitbeelden ................................................. 40 3.2.3. Collectieve realisatie..................................... 40
3.3. Een verhaal is nooit af… .............................. 41
Kamotik – p.5
1.
Kamo
1.1. Ontstaan en missie 1.1.1. Een korte geschiedenis… Kamo is opgericht in februari 2002 en is gegroeid uit workshops met allerlei klankobjecten. Al snel hebben we dat materiaal verder ontwikkeld op vlak van klank en vormgeving. In samenwerking met een kunstenaar en muziekinstrumentenbouwers ontstond Atelier Amadeo, onze eerste tool voor cultuureducatie. We konden vrijwel onmiddellijk rekenen op steun vanuit het Vlaams Jeugdbeleid (Experimenteel Jeugdwerk). Met die steun was het mogelijk om onze activiteiten aan te bieden binnen de jeugdsector, maar ook in de onderwijssector en de culturele sector, overal waar kinderen komen. Zonder inhoudelijk kwaliteit te verliezen kende Kamo van in het begin een belangrijke kwantitatieve groei. In 2004 konden we dan ook rekenen op het nodige extra personeel dankzij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tot in 2006 hebben we volop geëxperimenteerd met nieuwe projecten. Zo hebben we ons aanbod verder ontwikkeld. Vanaf 2007 kregen we een structurele erkenning. Zo hebben we het werk van de voorbije jaren geconsolideerd en breidde onze actieradius verder uit. Onze tools en onze medewerkers reizen rond van het kleinste parochiezaaltje tot in grote musea, van Harelbeke tot Opglabbeek. We verhuisden naar een vaste stek in de Wijnheuvelenstraat en een kregen een webstek op www.kamovzw.be. In 2009 was het zover: we voerden het eerste beleidsplan van Kamo uit. De gevolgen? Niet alleen ons team breidde uit, maar ook ons instrumentarium met Mumobox en Maderas. Kamo kreeg steeds meer expertise in huis en begon aan een intern traject van methodeanalyse. Vanuit dit werk ontstaan Kamotik en Kamokit in 2011-2012. Met Kamotik en Kamokit openen we de deuren van het Kamohuis, waardoor lokale begeleiders met kinderen spelenderwijs ontdekken waar Kamo voor staat. Zo kunnen ze vanuit hun eigen achtergrond met elkaar en met Kamo in dialoog treden.
Kamotik – p.6
1.1.2. Wat is de missie van Kamo? Elk kind heeft recht op ervaringen waarmee het voor zijn persoonsvorming belangrijke competenties kan ontwikkelen. Het internationaal verdrag van de rechten van het kind beschouwt cultuur als een basisrecht, cultuureducatie maakt dus deel uit van de vereiste basiseducatie voor kinderen. De laatste decennia is de ontwikkeling van cultuureducatie in alle bestaande gedaanten en bovenaan op de agenda komen te staan van UNESCO (internationaal), maar ook van allerlei steunpunten, fora, expertisecentra… Het werk van Kamo sluit mooi aan bij deze ontwikkelingen. We willen een ideale insteek bieden om kinderen en hun begeleiders zulke ervaringen rijker te maken. Onze animatoren reizen, samen met de Kamo-tools het hele land af om de dagelijkse omgeving van kinderen een nieuwe belevingsdimensie te geven via hun eigen fantasie en expressievaardigheden. Daardoor krijgen kinderen het gevoel dat zij letterlijk iets kunnen betekenen in hun wereld, de wereld waar zij deel van uitmaken. De omgeving is een inspirerende context waarin kinderen nieuwe ervaringen kunnen opdoen. Die ervaringen zijn impulsen voor hun creatieve ontwikkeling en basisattitudes, die zowel op individueel als op maatschappelijk niveau van belang zijn. Zo dragen we sinds 2002 ons steentje bij aan een open en tolerante houding t.a.v. kunstvormen en culturele uitingen bij generaties van kinderen.
1.2. Werking en methode 1.2.1. Wat doet Kamo concreet en hoe doet Kamo dat? -
-
Cultuureducatieve activiteiten voorzien in de leefomgeving van kinderen: initiatieworkshops, verdiepende workshops of meerdaagse projecten (al dan niet op maat) waarbij de (brede) persoonsvorming en de ontwikkeling van (basis)competenties t.o.v. kunst en cultuur centraal staan. Vorming en (na)vorming geven voor begeleiders die dagelijks via verschillende beleidssectoren in contact staan met kinderen om hen te ondersteunen in het stimuleren van de creativiteits- en persoonsontwikkeling bij kinderen.
Kamotik – p.7
-
Instrumentaria ontwikkelen voor cultuureducatieve activiteiten volgens de Kamo-aanpak, eventueel in samenwerking met partnerorganisaties. Projecten op maat uitwerken met partners uit verschillende sectoren onder de gemeenschappelijke noemer van cultuureducatie.
1.2.2. Hoe zijn onze workshops opgebouwd? De methode of aanpak van Kamo is ontstaan door kinderen in contact te brengen met de Kamo-tools. Onze ‘tools’ bepalen mee de kern van onze workshops. Onze medewerkers hebben, net zoals de jonge deelnemertjes, heel verschillende achtergronden, die mee de inhoud en het verloop van onze workshops bepalen. Gaandeweg konden we steeds meer spreken van een aanpak van Kamo, ook los van de Kamo-tools. In 2009 waren we toe aan een periode van zelfbezinning omdat we de indruk hadden dat onze manier van werken (te) sterk vereenzelvigd werd met onze tools. De workshops verlopen volgens een gelijkaardig, uniek patroon, met enkele basiselementen en processen. Wat doet Kamo precies tijdens de workshops? Hoe realiseren we dat? Is het effect van onze workshops wel blijvend? Wat kunnen we doen om dat effect (in samenwerking met anderen) duurzaam te maken? Waarom is onze aanpak belangrijk voor het cultuureducatief werken met bijzondere doelgroepen? We vonden het belangrijk om de kern van onze aanpak te vatten. Het was tijd om in de spiegel te kijken. Zo hebben we onze workshops door verschillende experts laten observeren en analyseren met oog voor wat Kamo de voorbije jaren op vlak van methodiek had opgebouwd. We geven hieronder een overzicht van het resultaat: de belangrijkste elementen en processen in de aanpak van onze workshops.
Kamotik – p.8
Een Kamo-atelier is opgebouwd uit: - 4 elementen: Object, Omgeving, Kind en Animator - 3 dynamische deelprocessen: Inbeelden, Uitbeelden, Collectieve Realisatie We ontwikkelen die elementen en deelprocessen IN DIALOOG met de lokale context. 2
De elementen: 1) Object:
Kamo-tools en andere (im)materiële objecten. Die objecten veranderen doorheen de workshops door de beleving van de deelnemers, waardoor we een onderscheid kunnen maken tussen objecten als vertrekpunt en als eindpunt.
Objecten als vertrekpunt: Kamo werkt met verschillende soorten objecten. De mobiele tools van Kamo zijn Atelier Amadeo, Mumobox, Maderas, Kamobiel en Kamokit. Een object van de aanvrager: bvb. een kunstwerk of tentoonstelling, erfgoed- of culturele objecten, andere artefacten of thema’s. Objecten als eindpunt (zie ook 3.2.3.): Er ontstaat een verhaal op het einde van onze workshops. Het is een realisatie die doorheen een Kamo-workshop vorm krijgt en waarbij de kwaliteit van het proces in het resultaat af te lezen is. Dat verhaal vormt een kapstok voor allerlei creatieve verwerkingen. Ook kan het deuren openen naar nieuwe expressievormen die het verhaal mee gestalte geven…
2
We spreken in dit deel niet in detail over de vorm van dialoog omdat dit aspect verweven is met alle elementen en deelprocessen en dus met heel de tekst van Kamotik en de structuur en inhoud van Kamokit.
Kamotik – p.9
2) Omgeving
Kamo kan dankzij mobiele tools overal komen en op maat werken. Op die manier verandert de omgeving van kinderen en lokale begeleiders in een bijzondere belevingsruimte en kan Kamo zich aanpassen aan de lokale noden. We toveren jeugdcentra, theaterzalen, musea, klaslokalen, turnzalen, parochiezalen, ontmoetingscentra… om tot nieuwe belevingsruimten. Dankzij de manier waarop de fantasie van kinderen dit geheel aanvult, krijgen we een belevingsruimte waarin kinderen zich spontaan uiten. Door deze ervaring kijken ze op een andere manier naar hun dagelijkse omgeving en zindert de betovering na… We kunnen ons aanbod aan een lokale vraag aanpassen voor een aanbod op maat dankzij de openheid van onze aanpak en de verschillende mogelijkheden die in onze tools vervat zitten. Door vorming te geven aan professionele medewerkers of vrijwilligers die kinderen omringen, werkt Kamo aan een voor de verbeelding en creativiteit van het kind stimulerende omgeving o.b.v. een in dialoog ontwikkeld traject.
3) Kind
Kamo neemt kinderlijke nieuwsgierigheid als startpunt voor expressieve en creatieve exploratie. Kinderen gaan graag op ontdekkingstocht en hebben een ongebreidelde fantasie. Uit hun fantasiespel blijkt dat de beleving ervan een belangrijk element is. De rijkdom en de spontaniteit van dat spel is dus een belangrijk basiselement. 3
4) Animator als bezieler
We selecteren en vormen animatoren die onze missie mee ter harte nemen. Zij zetten zich ten volle in om tijdens de workshops kinderen zelf (co-)acteur/auteur te maken van een verhaal. In
3
We gaan hier bewust het gebruik van een bepaalde theorie over of visie op de ontwikkeling van het kind uit de weg. We willen geen theorie promoten boven andere theorieën. We willen vooral handvatten aanreiken om met elkaar in dialoog te treden over hoe je als lokale begeleider cultuureducatief aan de slag gaat.
Kamotik – p.10
wezen maakt de animator deel uit van de bezielende omgeving waarin het kind zich opgenomen weet. De animator stuurt en wordt gestuurd, waakt over de deelprocessen die de dynamiek van een Kamoworkshop kenmerken: inbeelden, uitbeelden en collectieve realisatie. De Kamo-animator brengt dynamiek en bezieling in
een atelier met de groep kinderen. Hij heeft respect voor de inbreng van ieder kind en creëert een sfeer van vrijheid en openheid. Elke deelnemer voelt zich vrij om er spontaan op ontdekking te gaan. De animator is bedreven en ervaren in een dynamische vorm van interactie met kinderen, die spontaan reageren op hun ervaringen met bvb. een Kamo-tool. Kinderen geven spontaan fantasierijke verhaalelementen aan de Kamo-animator door. De animator vangt die elementen op en geeft hen deze elementen terug, gekoppeld aan zijn eigen creatieve/expressieve achtergrond en ervaring met de Kamo-tools. De animator zorgt voor een ‘open’ vertaling van de opgevangen fantasie-elementen naar de rest van de groep. Zo komen er weer nieuwe, knotsgekke en spontane ideeën van de kinderen. Vanuit die spiraalbeweging ontstaat vrijwel spontaan een verhaal, met de jonge deelnemers als co-auteur en co-acteur.
1.2.3. 3 dynamische deelprocessen in de methodiek 1) Inbeelden:
De Kamo-animator vertrekt vanuit de persoonlijkheid, de spontaniteit, de leefwereld, de gevoelens, de vaardigheden, de verbeelding, de expressie en de exploratiedrang van het kind. Kamo creëert een veilige, geborgen situatie waarbinnen het kind ruimte krijgt om onder begeleiding te experimenteren met zijn fantasie. Zo exploreert het kind samen met anderen als co-auteur zijn omgeving of het universum van een Kamo-tool liefst met verschillende zintuigen en vanuit een persoonlijke inbreng. Via associaties van ideeën van kinderen komt een verhaal tot leven en gaat het kind samen met anderen op ontdekking in zijn eigen fantasie. Het kind is niet alleen co-auteur, maar ook co-acteur van een collectieve realisatie en… IN een collectieve realisatie.
Kamotik – p.11
2) Uitbeelden:
We gaan van fantasiemoment naar expressie en omgekeerd met het oog op een directe beleving van de fantasie. Inbeelden gaat hand in hand met uitbeelden. Deze processen wisselen elkaar af, zelfs zonder dat er sprake is van een einde aan het verhaal. Kamo reikt verschillende expressiemogelijkheden aan, via de animator en met de Kamo-tools. Werken met expressie op basis van een verhaal, een narratieve structuur als realisatie is voor Kamo een essentieel onderdeel van de methodiek, want dat maakt het verhaal tastbaar via beleving.
3) Collectieve realisatie:
Binnen een Kamo-workshop is ieders inbreng en beleving belangrijk. Alle input van elk kind als co-auteur en co-acteur is belangrijk in dit proces van kunstzinnige improvisatie en expressie. Niet elk fantasie-element maakt uiteindelijk deel uit van het eindresultaat. Het uitgebeeld verhaal is een groepsproces van directe beleving waarin ieder kind iets van zichzelf moet kunnen herkennen. Dat verhaal biedt een structuur aan het atelier en heeft tal van mogelijkheden voor het vervolg, maar is nooit puur doel of middel in het creatieproces. In ‘realisatie’ zitten zowel het proces als het resultaat vervat. Afhankelijk van de beschikbare tijd kan je tot een afgewerkte realisatie of resultaat of tot een rode draad komen die Kamo of een lokale begeleider later weer oppikt.
We hopen dat we in dit gedeelde op een bevattelijke manier de kern van onze aanpak hebben beschreven. Woorden schieten soms tekort, waar beelden soms meer zeggen. Een tip: kijk op onze site onder video naar de filmpjes van onze instrumentaria en van onze workshops. Zo komt onze aanpak al iets meer tot leven. Nu zetten we de stap naar Kamokit…
Kamotik – p.12
1.3. Waarom hebben we Kamotik geschreven en Kamokit gemaakt? Kinderen hebben na een Kamo-workshop het gevoel dat ze samen in groep een eigen avontuur beleefd hebben, wat door lokale begeleiders vaak wordt ervaren als verrassend leerrijk op verschillende vlakken. We kregen de voorbije jaren dan ook veel enthousiaste reacties van begeleiders, leerkrachten, directieleden, partnerorganisaties na afloop van een workshop. We kregen ook vragen naar verduidelijking, vorming… Dit enthousiasme en deze vragen hebben ons aangemoedigd om onze methode verder te ontwikkelen en te delen via een publicatie. Ons educatief team ging eerst op zoek naar de eigenheid van Kamoworkshops, met input van ervaren mensen met kennis van zaken. Beleving is een essentieel onderdeel van onze aanpak en daarom bieden we naast Kamotik met Kamokit(.be) ook de kans om die aanpak zelf te beleven. Zo kwamen we dus op het idee om een nieuwe ‘tool’ te realiseren waarmee kinderen en hun begeleiders spelenderwijs zelfstandig te werk gaan volgens de methode van Kamo. Kamokit is in de eerste plaats een spel. Wij hopen dat zowel kinderen als hun begeleiders er veel plezier aan beleven. Het is een manier om samen met kinderen creatief aan de slag te gaan. Kamotik is de bril waarmee wij kijken naar de manier waarop Kamo cultuureducatieve processen begeleidt. We koesteren de hoop dat Kamotik en de beleving van Kamokit een bron van inspiratie zijn voor lokale begeleiders. In deel 2 geven we een gedetailleerd overzicht van de spelregels. In deel 3 gaan we dieper in op het belang en de mogelijkheden van de 4 elementen en de 3 deelprocessen aan de hand van ervaringen met Kamokit. Afhankelijk van de interesse en de achtergrond van de lezer, kunnen Kamotik, Kamokit en Kamokit.be apart gelezen en gespeeld worden. Sommigen hebben liever enkel theorie, anderen lezen liever over een methode op basis van een ervaring.
Kamotik – p.13
We zetten de verschillende opties op een rijtje: -
-
Je kan eerst deel 1 en deel 2 van Kamotik lezen en dan in de praktijk van het spel Kamokit(.be) duiken. Nadien lees je deel 3 op basis van jouw ervaringen. Deze optie geniet onze voorkeur. Je kan eerst Kamotik volledig uitlezen en dan in de praktijk van het spel Kamokit duiken. Je leest deel 1, 2 en 3 en je speelt dan Kamokit of Kamokit.be. We raden aan om na het spel nog eens deel 3 te lezen op basis van jouw ervaringen. Je kan Kamotik lezen zonder de spelregels in deel 2. Je leest dan enkel deel 1 en deel 3 om een inkijk te hebben in de aanpak van Kamo, bvb. als voorbereiding op een Kamoworkshop.
Aan jou de keuze. Hier gaan we!
Kamotik – p.14
2.
Beleef Kamokit en krijg een Kamotik
2.1. Doel van het spel Zelf met allerlei dolle opdrachten een knotsgek verhaal maken en dat verhaal op allerlei manieren vertellen.
2.2. Voor wie? Kamokit is er voor kinderen van 6 tot 99 jaar. Voor kinderen van 6 en 7jaar kan er een ‘aangepaste’ versie van Kamokit gespeeld worden (zie 2.7, p.30).
Meer specifiek: - Verschillende doelgroepen binnen het vrije tijdsaanbod: jeugddiensten, speelpleinen, culturele centra… - Verschillende doelgroepen binnen het onderwijs: lager onderwijs, DKO, naschoolse activiteiten, kadervormingen van leerkrachten bvb. tijdens pedagogische studiedagen. - Verschillende participatiedoelgroepen: kansarme kinderen, kinderen met fysieke en/of mentale beperkingen en hun begeleiders in lokale jeugdbewegingen, wijkorganisaties in gekleurde buurten
2.3. Vooraf Praktisch: o Je speelt het spel met 5 tot 25 kinderen van 6 tot 12 jaar. o Het is aangewezen om minimaal één begeleider bij het spel te voorzien. Je kan ook beroep doen op een begeleider van Kamo. o Je speelt Kamokit best in een rustige, vrije ruimte waar de deelnemers voldoende plaats hebben om de opdrachten uit te voeren. Plaats Kamokit centraal in deze ruimte zodat alle spelers het spelbord goed kunnen zien. o De verschillende etappes kan je afzonderlijk op verschillende momenten spelen, of je kan het spel in één
Kamotik – p.15
keer uitspelen volgens de verschillende spelvormen: etappe 1, 2 en 3 duren elk ongeveer 30 minuten. Het gedeelte van het gevaar en de apotheose duurt ongeveer 45 minuten tot 1 uur. Als je Kamokit in één keer wenst uit te spelen, moet je rekenen op een halve of hele dag, afhankelijk van de gekozen spelvorm en eventuele uitbreidingen. Keuze van de spelvorm: Er bestaan 4 manieren om Kamokit te spelen(zie 2.7, p.29). Het is aangewezen om bij een eerste kennismaking met Kamokit het basisspel (variatie A) te spelen. Daarna kan je volgens een andere variatie spelen, afhankelijk van de beginsituatie van de spelers. De basisregels zijn altijd dezelfde.
Kamotik – p.16
2.4. Een beschrijving van de spelelementen Kamokit is een houten huis dat uitvouwbaar is tot een spelbord. het spelbord is verdeeld in 3 cirkels
en 2 vierkanten
Waar?
Wanneer?
Wie/Wat?
Gevaar!
Slot Telkens 10 startkaarten bij spelborden Wie/Wat?, Waar? en Wanneer?
Kamotik – p.17
De opdrachtkaarten bij spelborden Wie/Wat?, Waar? en Wanneer?
Wie/Wat?
Waar?
Wanneer?
7 x 5 kaarten
4 x 5 kaarten
4 x 5 kaarten
(per kenmerk genummerd)
(per kenmerk genummerd)
(per kenmerk genummerd)
De verhaalkaarten (scheurboekjes) om in te vullen op basis van de opdrachten
Identiteitskaart
Postkaart
met 7 genummerde kenmerken
met 4 genummerde kenmerken
(hoort bij Wie/Wat?-bord)
(hoort bij Waar?-bord)
Kalenderkaart
Gevaren-/probleemkaart
met 4 genummerde kenmerken (hoort bij Wanneer?-bord)
Kamotik – p.18
Een potje (vol gevaren!) Een zakje met 60 +/- blokjes 4 spelfiches met een handig speloverzicht als geheugensteun
Zelf te voorzien
Pionnen Kladpapier Schrijfmateriaal Een stevige dosis fantasie!
2.5. Zet het spel klaar Geef de spelers een korte inleiding over wat hen te wachten staat. Zo kan je bvb. zeggen:
“Dit is Kamokit, een huis vol belevenissen dat ons zal helpen om samen de gekste, spannendste en ontroerendste verhalen te bedenken.” Je kan hen alvast nieuwsgierig maken door wat vragen te stellen over wat er mogelijk allemaal te vinden is in het huis, zonder al een verhaal te verzinnen, want dat gebeurt natuurlijk later. Bijvoorbeeld:
“We klimmen op de rug van de vlindervogel en vliegen door het raam. Wat zou er binnen allemaal in dat huisje zijn? Wat zie je wanneer je door het raam kijkt? Voor de deur zien we een vogel staan ‘de gevaarduif’ dit is de wachter van het huis. We moeten het wachtwoord geven anders mogen we niet binnen. (wachtwoord kan dan ‘verhaal’ zijn).”
Het is belangrijk om de kinderen meteen bij het spel te betrekken: o Laat de spelers zelf op zoek gaan hoe ze het huis kunnen ontmantelen en laat hen verwoorden wat ze zien. Vervolgens kunnen ze het materiaal uitpakken waarbij het handig is om samen de materiaallijst kort te overlopen (het dak heeft geen functie bij dit spel en kan je aan de kant leggen). o Pionnen: De kinderen mogen op zoek gaan naar één originele pion per groep.
Kamotik – p.19
Tijdens het uitpakken kan je ook al uitleggen waarvoor alles zal dienen: De Startkaarten
o “Wie/wat?”-startkaarten:
“Aan de hand van deze kaarten bepalen we ons hoofdpersonage.”
o “Waar?”-startkaarten:
“Met deze kaarten komen we te weten waar ons verhaal zich zal afspelen.”
o “Wanneer?”-startkaarten:
“Deze zullen ons helpen om op zoek te gaan naar het tijdperk van dit verhaal.”
De Opdrachtkaarten
o “Wie/wat?”-opdrachtkaarten:
“Met deze opdrachten werken we ons personage verder uit.” Leg deze klaar in 7 stapeltjes (van 5 kaarten) van nummer 1 tot 7.
o “Waar?”-opdrachtkaarten:
“Met deze opdrachten werken we de plaats verder uit.” Leg deze klaar in 4 stapeltjes (van 5 kaarten) van nummer 1 tot 4.
o “Wanneer?”-opdrachtkaarten:
“Met deze opdrachten werken we het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt verder uit.” Leg deze klaar in 4 stapeltjes (van 5 kaarten) van nummer 1 tot 4.
De Verhaalkaarten
Alles wat we bij de opdrachtkaarten hebben bedacht, vullen we op onze verhaalkaart in bij de nummers van het betreffende kenmerk. o Identiteitskaart: “Dit is de identiteitskaart van ons hoofdpersonage in het verhaal.”
o Postkaart:
“Dit is de postkaart van de plaats waar we ons avontuur zullen beleven.”
o Kalenderkaart:
“De kalender geeft de dag aan waarop ons verhaal zich zal afspelen.”
o Gevaarkaart:
“Dit is een kaart waarop we het gevaar/probleem gaan beschrijven, nadat etappe 1 tot 3 zijn afgelegd.”
Andere: o Potje:
Vraag aan de deelnemers van het spel om een groot gevaar neer te schrijven op een papiertje bvb. een storm, een monster, een tandenborstel… Hoe gekker, hoe liever!
Kamotik – p.20
Vouw de papiertjes op en steek ze in het potje. Dit potje zet je aan de kant. Wanneer we straks bij het gevaarbord komen halen we ons potje terug boven.
o Cijferdobbelsteen:
“Deze gebruiken we om te weten hoeveel plaatsen onze pion zich mag verplaatsen op het spelbord tijdens etappes 1 tot 3.”
o +/- dobbelsteen en het zakje met +/- blokjes:
“We gooien met deze dobbelsteen als we op het vakje komen met +/-. Dan weet je hoeveel blokjes van + of van – je uit het zakje mag nemen. Als we op het einde van het spel meer + hebben dan – krijgen we een happy end. Hebben we meer – dan +, loopt het verhaal minder goed af.”
o Spelfiches:
“Dit zijn fiches die per etappe een korte uitleg geven over het spel. Deze dienen als geheugensteun tijdens het spel.”
Kamotik – p.21
2.6. Kamokit spelen Gevarenpotje
Vraag aan de deelnemers van het spel om een groot gevaar neer te schrijven op een papiertje bvb. een storm, een monster, een tandenborstel… Hoe gekker, hoe liever! Vouw de papiertjes op en steek ze in het gevarenpotje. Dit potje zet je aan de kant. Wanneer we straks bij het gevaarbord komen halen we ons potje terug boven.
Het spel bestaat uit 2 grote onderdelen, onafhankelijk van de gekozen spelvorm:
Deel 1: etappes 1 tot 3: Wie/Wat?
Waar?
Wanneer?
Deel 2: de apotheose: Gevaar
Slot
Deel 1: etappes 1 tot 3 Doel:
Bij elk van de drie etappes vul je aan de hand van de opdrachten de bijhorende verhaalkaart (zie p.17) in: Bij etappe Wie/Wat? verzin je een (hoofd)personage en vul je de identiteitskaart van dat personage in. Bij etappe Waar? verzin je de plaats waar jouw verhaal zich afspeelt en vul je de postkaart in. Bij etappe Wanneer? verzin je het tijdperk waarin je verhaal zich afspeelt en vul je de kalenderkaart in.
Kamotik – p.22
Symbolen:
Op elk spelbord vind je volgende symbolen terug: Neem een startopdrachtkaart en voer de opdracht uit. Vul vervolgens het eerste vak van je verhaalkaart in (dit is nodig om het spel verder te kunnen spelen). 4 Neem een opdrachtkaart en voer deze uit. Vul vervolgens het vak van je verhaalkaart in dat hetzelfde nummer heeft als je opdrachtkaart.
Gooi nogmaals met de cijferdobbelsteen.
Ga één
stapje terug met je pion.
Gooi met de +/- dobbelsteen, neem het aantal gegooide +/- blokjes uit de zak en houd deze goed bij.
Keer alle kenmerken op je verhaalkaart om (bijv. karakter 'lief' wordt 'stout'). Kom je nogmaals op dit symbool, dan wordt alles opnieuw zoals in het begin.
4
Als je het spel al wat in de vingers hebt of zelf vanuit een bepaald gegeven wenst te vetrekken, kan je je eigen creatieve mogelijkheden om zelf (start)opdrachten te bedenken.
Kamotik – p.23
Voor de duidelijkheid geven we hieronder in detail weer hoe je de drie etappes (ronde spelborden) doorloopt. Je zal algauw merken dat het vanzelf gaat! o Begin door een startkaart te kiezen en de opdracht op deze kaart uit te voeren. Æ vul dit stukje al in op jouw verhaalkaart.
o Daarna doorloop je de etappe van start naar slot (van binnen naar buiten de cirkel). Æ het aantal ogen van de dobbelsteen bepaalt het aantal plaatsen dat je vooruit mag gaan. Æ de symbolen (zoals beschreven op p.22) bepalen wat je moet doen.
o Telkens je op komt, neem je een opdrachtkaart. Voer de opdracht uit en vul het resultaat in bij het juiste kenmerk op je verhaalkaart. Æ De opdrachtkaarten zijn genummerd. Elk nummer van de opdrachtkaarten komt overeen met een genummerd kenmerk op je verhaalkaart. Kijk maar:
Kamotik – p.24
Einde:
o Om tot het einde te komen, moet je het exacte aantal ogen gooien als stappen die je nodig hebt om in het laatste vakje te staan, zoniet keer je terug met het aantal ogen dat je te veel gegooid hebt. (net voor het o Kom je voor de derde maal op het omkeervakje vakje “Slot”), dan mag je onmiddellijk naar het slot van het spelbord gaan.
Ontbrekende kenmerken op je verhaalkaart:
Voor de kenmerken die nog niet werden ingevuld kan je extra opdrachtkaarten nemen en uitvoeren. Je kan de ontbrekende kenmerken ook gewoon zelf verzinnen en aanvullen als je niet veel tijd meer over hebt.
De achterkant van je verhaalkaart:
Als alle kenmerken op je verhaalkaart ingevuld zijn, maak je: bij etappe Wie/Wat? een tekening, schilderij, foto, … van het personage op de achterkant van je “identiteitskaart”; bij etappe Waar? een tekening, schilderij, foto, … over de plaats op de achterkant van je “postkaart”;
bij etappe Wanneer? vul je dag, jaar en uur in op de achterkant van je “wanneerkaart”.
Ter afronding van deze eerste drie etappes maak je samen met alle spelers best al eens een korte synthese van de 3 verschillende verhaalkaarten.
Kamotik – p.25
Deel 2: Apotheose Doel
We maken ons verhaal spannender door er een gevaar/probleem bij te betrekken dat we in het begin van het spel bedacht hebben en dan gaan we op zoek naar hoe het einde verloopt.
Hoe?
Eerst overlopen we het centrale deel van het spelbord en vervolgens het onderste bord met de 4 tekstballonnetjes tot het ‘einde’. Dit alles doen we stapsgewijs (zonder met de dobbelsteen te gooien).
Gevaar Een onschuldige hand trekt blindelings een gevaar/probleem uit het gevarenpotje (zie p.21). Dit gevaar zal het keerpunt zijn in ons verhaal. Vul dit gevaar/ probleem alvast in op de gevaarkaart en zet de volgende stap.
Kamotik – p.26
o Grootte: door met de +/- dobbelsteen te gooien, komen we te weten hoe groot ons gevaar is. De grootte varieert van zeer klein (---) tot zeer groot (+++). Vul de gevarenkaart verder in en ga naar het volgende vakje. Deze +/- zullen niet meetellen voor het Slot. o Sterkte: door met de +/- dobbelsteen te gooien komen we te weten hoe sterk ons gevaar wel is. Vul de gevarenkaart verder in en ga naar het volgende vakje. Deze +/- zullen niet meetellen voor het Slot. o Sterke punten: Verzin samen één sterke eigenschap van je gevaar en vul deze in op de gevaarkaart. Ga naar het volgende vakje. o Zwakke punten: Verzin samen één zwakke eigenschap van je gevaar en vul deze in op de gevaarkaart. Ga naar het volgende vakje. o Wat doet dit bij wie? Verzin samen ‘wat’ je gevaar/ probleem doet bij je “wie/wat?”. Vul dit in op de gevarenkaart. o Waarom doet dit bij wie? Verzin samen ‘waarom’ dit een gevaar/probleem is voor jouw “wie/wat?”. Vul dit in op de gevarenkaart.
Slot We tellen onze + en – blokjes die we gedurende de drie eerste etappes hebben verzameld. Wanneer we meer + blokjes hebben dan – blokjes zal het verhaal goed aflopen. Bij meer – blokjes zal ons verhaal een slechte afloop kennen.
Om tot de slotoplossing te komen zullen we een voorwerp moeten gebruiken in ons verhaal. Je vindt dit voorwerp op je kalenderkaart bij “uitvindingen”. Deze uitvinding zal je moeten toepassen bij het maken van een slot.
Kamotik – p.27
Het verhaal dat we tot nu toe hebben gemaakt gaan we nu uitspelen aan de hand van enkele uitbeeldoefeningen om zo tot een slot te komen. 5
Enkele mogelijkheden kan je hieronder terugvinden: 1. Beeld het verhaal uit aan de hand van dans, opera, tekenfilm. Iemand krijgt een afstandsbediening en kan zo het spelverloop bepalen: vertragen / versnellen / terug in de tijd / vooruit in de tijd / pauze / … 2. Vertel het verhaal met heel de groep door middel van tableau vivant (vorm van toneel waar de kinderen stilzwijgend iets in een pose uitbeelden). Hiervoor neem je 3 verschillende scènes van het verhaal. 3. Maak het verhaal met de groep. Eén groepje is het decor, een ander groepje maakt de klankband op het verhaal en de laatste groep speelt het verhaal uit. 4. Objecttheater. Gebruik verschillende voorwerpen en breng ze tot leven binnen jullie verhaal. 5. Maak een stripverhaal. Dit kan je beeldend verwerken maar je kan ook een stripverhaal maken met objecten. 6. Beeld het verhaal uit zonder woorden of laat enkelen het verhaal zonder woorden uitbeelden terwijl anderen hun stem worden. 7. Verdeel de groep in 2. Een groep speelt het verhaal terwijl een reporter (verteller) vertelt. De andere groep is publiek. Hierna draai je de rollen om. 8. Speel het verhaal uit met 5 personen en publiek. De begeleider geeft op een bepaald moment een signaal waardoor iemand uit het publiek een van de spelers komt vervangen. Doe dit 5 keer. 5
Zoals bij de Kamokit-opdrachten kan je ook hier zelf verwerkingsopdrachten verzinnen vanaf het moment dat je je al goed thuis voelt in Kamokit.
Kamotik – p.28
9. Maak drie groepen van 3 tot max. 6 kinderen. Twee groepen staan in stilstand klaar om te spelen terwijl de derde groep effectief het verhaal speelt. Bij een klapsignaal doet de volgende groep verder en staan de andere twee groepen stil. Doe dit tot het einde van het verhaal. Een variant hierop kan zijn om het met verschillende emoties te spelen; een emotie per groep.
Misschien ontstond het einde al bij het uitspelen van het verhaal? Is dit nog niet gebeurd, dan kan je nog steeds samen overleggen hoe het zal aflopen, maar denk eraan dat jouw +/- blokjes al hebben bepaald of je verhaal + of – zal eindigen.
Kamotik – p.29
2.7. Variaties om Kamokit te spelen Variatie
Spelvorm
A
1 groep 1 verhaal
We maken samen één verhaal: we doorlopen het spel met één groep, etappe per etappe tot en met de apotheose.
B
3 groepen 1 verhaal
3 groepen doorlopen elk afzonderlijk 1 etappe (‘wie/wat’, ‘waar’, ‘wanneer’). Om deze variatie te spelen kan je de ‘wie/wat’, ‘waar’, ‘wanneer’-flappen van het huis losmaken zodat de drie groepen zich wat meer kunnen afzonderen. Daarna stelt elke groep zijn verhaalkaart voor en maken de drie groepen gezamenlijk de apotheose op basis van de drie verhaalkaarten.
C
3 groepen 3 verhalen
We maken drie gelijke groepen en iedere groep maakt zijn eigen verhaal in drie etappes + een eigen apotheose. Daarna geeft elke groep een voorstelling (creatie!) aan de andere groepen.
D
3 groepen 3 verhalen (mix!)
We maken drie gelijke groepen. Iedere groep doorloopt afzonderlijk de drie etappes (Wie/Wat, Waar, Wanneer). Daarna stelt elke groep zijn verhaalkaarten voor en kunnen de groepen hun verhaalkaarten uitwisselen zodat ze met een mix van verhaalkaarten afzonderlijk aan een apotheose werken. Daarna geeft elke groep een voorstelling (creatie!) aan de andere groepen.
Kamotik – p.30
6-7 jarigen
Indien het spelbord Wanneer? te moeilijk is voor de kinderen kan dit overgeslagen worden. Na het Wie?- en Waar?-bord te hebben gespeeld, kan je dan onmiddellijk overgaan naar de apotheose (gevaar en slot). De invulkaarten kunnen door de lokale begeleider worden ingevuld. Er zal dan door de kinderen enkel een tekening worden gemaakt van het personage bij Wie? en van de plaats bij Waar?. Wanneer de kinderen op de omkeerpijl aankomen mogen ze zich onmiddellijk begeven naar het vakje slot van dat spelbord.
Kamotik – p.31
2.8. Resultaten van Kamokit delen met elkaar en met Kamo Waarheen heeft jullie fantasie jullie geleid? We zijn natuurlijk razend benieuwd naar waar je op reis gaat met jouw groep. We geven met Kamokit en Kamokit.be de mogelijkheid om jullie ervaringen met ons en met elkaar te delen. In dit deel leggen we kort uit welke deze mogelijkheden zijn en wat je er verder mee kan doen.
2.8.1. Kamokit: verhaalkaarten Voor elk onderdeel van het spel, behalve voor het slot en de apotheose, heb je verhaalkaarten. Deze kaartjes zitten in een afscheurboekje en kan je invullen tijdens het spel. Voor het ‘Waar?’-gedeelte van het spel is de verhaalkaart een heuse postkaart. Je hoeft er enkel een postzegel op te plakken en hem te posten. Zo brengt de postduif hem bij ons. Je kan ook alle verhaalkaarten opsturen in een gewone envelop en ze naar Kamo of naar iemand anders sturen. Wij maken een selectie en posten scans van deze kaarten op onze website. Op die manier kunnen andere spelers zich laten verrassen en personages/tijdperken/plaatsen uitkiezen voor hun verhaal. Natuurlijk kan je er ook zelf op zoek gaan naar leuke personages, tijdperken of plaatsen voor een eigen verhaal!
2.8.2. Kamokit.be: digitale verhaalkaarten Elke speler op Kamokit.be dient zich te registreren. Zo kan je het spel opslaan en afsluiten, ook al ben je nog niet klaar. Je kan de invulkaarten (postkaart, kalenderkaart en identiteitskaart) opslaan zonder (voorlopige) resultaten te verliezen. Je kan deze kaarten ook delen met vriend(inn)en wanneer je ze volledig hebt ingevuld. Er is nog een andere reden waarom we deze resultaten opslaan. Op kamokit.be bestaat er namelijk een ‘auto complete’ knop per digitale verhaalkaart. Als een speler even inspiratie mist, kan hij/zij gebruik maken van deze knop om de verhaalkaart in te vullen. Natuurlijk rekenen we erop dat spelers zoveel mogelijk hun eigen fantasie gebruiken, maar het is ook leuk om jezelf te verrassen met ideeën van anderen en zo een nieuw slot en een eigen apotheose te verzinnen.
Kamotik – p.32
2.8.3. Zelfverzonnen opdrachten en verhalen delen We gaven al aan met enkele voetnoten in de spelregels (zie 2.6, p.21) dat je als lokale begeleider zelf opdrachten kan verzinnen tijdens het spel. Op het einde van het spel kan je het verhaal op een originele manier vertellen: aan de hand van een gedicht, een tekening, een stripverhaal, een boek… Je kan dus ook het spel uitspelen en het verhaal uitbeelden aan de hand van zelfverzonnen opdrachten. Onze postbus en onze mailbox staan wagenwijd open voor jullie verhalen. Het betekent enorm veel voor ons om aan de hand van deze resultaten te weten te komen hoe jouw/jullie avontuur met Kamokit verlopen is! We zijn ook benieuwd naar de verschillende manieren waarop je een verhaal kan vertellen. Laat jullie fantasie ook hier de vrije loop!
Kamotik – p.33
3.
De Kamo-aanpak aan de hand van ervaringen met Kamokit
We beschreven onder 1.2 (zie p.6) kort onze aanpak bij het begeleiden van cultuureducatieve processen. In dit deel baseren we ons op de ervaring met Kamokit om dieper in te gaan op onze manier van werken. We hebben bewust gekozen voor Kamokit als bron van ervaring voor dit deel. Kamokit is de enige Kamo-tool die je kan gebruiken zonder onze animatoren. Iedereen kan Kamokit spelen en kan spelenderwijs ervaringen opdoen, via www.kamokit.be of wanneer je een Kamokit bij ons huurt. In 2.8 (zie p.31) gaven we aan dat we zowel Kamokit als Kamokit.be hebben uitgerust met mogelijkheden om resultaten van het spel met elkaar te delen. Dat vergemakkelijkt de dialoog, want je kan vanuit deze resultaten het cultuureducatief proces bespreken. We focussen ons hier op de rol van de begeleider vanuit de elementen en de processen die in onze aanpak belangrijk zijn. We vatten ze nog eens samen: Een Kamo-atelier is opgebouwd uit: - 4 elementen: Object, Omgeving, Kind en Animator - 3 dynamische deelprocessen: Inbeelden, Uitbeelden, Collectieve realisatie We ontwikkelen die elementen en deelprocessen IN DIALOOG met de lokale context. De ontwikkeling in dialoog zit in elk proces van onze werking. Ook in Kamotik. We reiken in wat volgt handvatten aan om met elkaar in dialoog te treden over hoe je als lokale begeleider cultuureducatief aan de slag gaat. Dat gaat gemakkelijker met voorbeelden, vandaar de praktijkgerichte verwijzingen. Overal waar we komen laten we graag sporen na. We hopen dat de lezer de inhoud van dit onderdeel met het klankbord van eigen ervaringen en achtergrond aanvult. We zijn benieuwd naar jullie reacties!
Kamotik – p.34
3.1. De 4 elementen van onze aanpak 3.1.1. Object Als beginpunt: Kamokit opstellen is kinderspel. Eens opgesteld, merk je dat het als spelbord groot en aantrekkelijk is. Het bestaat uit verschillende onderdelen die mee de elementen en de structuur van een verhaal bepalen. De structuur van het object is de structuur van het spel in zijn verschillende variaties. Zo leiden deze variaties ertoe dat verschillende groepjes kinderen elkaar kunnen verrassen met hun (elementen van) verhalen. De aantrekkingskracht van het spelbord brengt ons bij Kamokit als vertrekpunt: stap voor stap geven kinderen aan de hand van opdrachten vorm aan de verhaalelementen Wie?/Wat?, Waar?, Wanneer?. In de structuur van Kamokit zitten basiselementen van een verhaal vervat. De ideeën bij de spelborden van Wie?/Wat?, Waar? en Wanneer? spinnen zich als garen tot een draad. Zo komt het verhaal stilaan tot leven als een rode draad doorheen het spel. Voortdurend is er een zekere spanning en nieuwsgierigheid naar het resultaat. Het verhaal krijgt ook vorm in de beleving van expressiemomenten, die gekoppeld zijn aan de fantasie-elementen. We hebben zoveel mogelijk verschillende expressievormen verwerkt in de opdrachten. De opdrachten zijn zo opgesteld dat je gemakkelijk bepaalde elementen kan vervangen, afhankelijk van de omgeving waar je speelt. Het staat iedereen vrij om nieuwe, ‘contextspecifieke’ opdrachten te bedenken. Je kan Kamokit als vertrekpunt ook met een ander object combineren, zoals een portret van een bepaalde figuur of een concreet landschap. Met De Schreeuw van Munch of een schilderij van Dalí ben je al goed op weg om de andere verhaalelementen te verzinnen. De deelnemers van het spel kunnen ook inspiratie opdoen bij muziek, klanken, dramabewegingen of een locatie in de buurt… Kortom: je haalt er uit wat er in zit, maar het resultaat hangt ook af van wat je vooraf in het spel verwerkt en hoe je de elementen bewerkt tijdens het spel.
Kamotik – p.35
Als eindpunt: Omdat de structuur van een verhaal in Kamokit verwerkt is, zal het eindpunt de elementen van die structuur bevatten. Maar het eindpunt is veel meer dan dat. Kinderen hebben het verhaal zelf verzonnen en beleefd (zie onder 3.2.1, p.39 en 3.2.2, p.40). Het verhaal motiveert daarom des te meer om er verder mee aan de slag te gaan. Het eindpunt is dus ook een beginpunt voor nieuwe manieren van verwerking. Er zijn tal van mogelijkheden. We geven op het einde van het spel enkele suggesties (zie onder 2.6, p.21), maar we rekenen ook en vooral op de verbeelding van de lokale begeleiders. We zijn ontzettend benieuwd naar wat lokale begeleiders bij Kamokit aan nieuwe objecten en opdrachten verzinnen. Zoals we aangeven onder 2.8 (p.31), hopen we inspirerende feedback te ontvangen!
3.1.2. Omgeving Kamokit is in principe ontworpen voor elke omgeving. Kamokit is de kleinste tool die Kamo tot hiertoe heeft gerealiseerd en is bijna overal bespeelbaar. We bedoelen hiermee dat het object zich leent om in verschillende contexten te spelen: in het bos, aan zee, de jeugdbeweging, de school, het speelplein… Kamokit kan overal thuiskomen en het is de bedoeling dat iedereen zich thuis voelt in het spel. Kinderen (en begeleiders) kunnen Kamokit ook thuis spelen via Kamokit.be, zo is het spel voor iedereen en altijd toegankelijk. We rekenen erop dat de deelnemers op elk moment inspiratie putten uit hun omgeving. Het begint met de keuze van de pionnen. We moedigen vanuit bepaalde opdrachten aan om elementen vanuit de omgeving te betrekken in het spel. Het is geen must, maar deze focus op de omgeving werkt ook inspirerend bij het verzinnen van nieuwe opdrachten. Zo komen in een bosrijke omgeving bvb. boswezens tot leven en zullen aan zee bvb. schelpgedaanten het daglicht zien. Zoals de omgeving Kamokit beïnvloedt, beïnvloedt Kamokit de omgeving. Kamokit palmt ook elke omgeving in dankzij de fantasie van de deelnemers. Als de ruimte waarin je Kamokit speelt er plots anders uitziet door de verbeelding van de kinderen,
Kamotik – p.36
weet je dat het een geslaagde belevenis is (geweest) voor de kinderen.
3.1.3. Kind Met Kamokit prikkelen we de fantasie van kinderen bvb vanuit ontdekkingen met hun omgeving, met elkaar en met hun fantasie. Het is de bedoeling dat kinderen al bij aanvang van het spel het gevoel hebben dat ze op ontdekkingstocht gaan naar een nieuwe wereld. Ze bezitten een haast natuurlijke gave tot fantasierijk enthousiasme. Spelenderwijs de wereld ontdekken behoort tot de dagelijkse praktijk van kinderen. Daarom voelen kinderen zich meteen thuis met Kamokit. Het is belangrijk dat ze zich op hun gemak voelen om op ontdekking te gaan. Fantasie kent geen grenzen, er is geen juist of fout, geen waar of onwaar. Kinderen voelen zich vrij in hun fantasiewereld, met een grote ontvankelijkheid, een natuurlijke openheid voor absurditeit zonder (voor)oordelen. Het is enorm belangrijk dat kinderen het gevoel hebben dat het vanuit henzelf komt. Het is aan hen om (met de steun van de lokale begeleider) hun fantasie tot een verhaal te ontvouwen. Op die manier beleven ze de expressiemomenten veel sterker dan wanneer ze iets moeten naspelen. Kinderen gebruiken van nature verschillende expressievormen in hun fantasiespel. De grenzen tussen verschillende expressievormen zijn in hun beleving niet afgebakend. Zo telt het lichaam bvb. als een rijke bron van vele expressievormen: dans, drama, geluid tot zelfs taal… Ook in de tijd zijn die grenzen van het fantasiespel minder afgebakend dan dat begeleiders het ‘inplannen’. Het is belangrijk dat ze op verschillende momenten kunnen experimenteren met expressie. Daarom hebben we ervoor gezorgd dat kinderen hun tocht in de fantasie ook thuis of elders via internet (www.kamokit.be) kunnen voortzetten. Het is van groot belang dat iedereen oog heeft voor die continuïteit. Zo komen we aan bij het volgende element in het educatief proces…
3.1.4. Animatoren en lokale begeleiders Kamokit geeft een vaste structuur en maakt tegelijk ruimte voor openheid. Het komt erop aan de sprong in het ongewisse te wagen en ruimte te maken voor verrassingen. Bij Kamokit neemt
Kamotik – p.37
het spel deels de rol van de begeleider over, maar de rol van de begeleider als actieve moderator is en blijft onontbeerlijk. Waken over het proces betekent waken over het samen beleven, samen plezier maken en zich samen inzetten. De uitdaging bestaat erin om de vrijheid van fantasie en expressie in goede banen te leiden. De begeleider waakt erover dat iedereen aan bod kan komen en dat er wederzijdse betrokkenheid op elkaar en respect is voor elkaars ideeën. Gezien het belang van de fantasievrijheid, houden we ervan om iedereen met een open geest bij Kamokit te betrekken, om open te staan voor ieders creativiteit. Er mag tijd en ruimte zijn voor overleg en overzicht, zodat iedereen mee is, zodat iedereen de rode draad kan volgen. Bij variaties met verschillende groepen kinderen mogen ze de kans krijgen om hun voorlopige resultaten aan elkaar met allerlei expressievormen voor te stellen of te vertellen. We hebben bewust het aantal verhaalelementen in Kamokit beperkt. Op die manier dagen we de fantasie en de creativiteit nog meer uit, want er is behoorlijk wat fantasie nodig om die paar elementen met elkaar te verbinden. Het staat de begeleider natuurlijk vrij om meerdere keren dezelfde verhaaletappes van WIE/WAT, WAAR of WANNEER te doorlopen. Het is belangrijk om een verhaal te vormen met de elementen die de kinderen bedacht hebben. Uiteindelijk is het de bedoeling om via de structuur van het spel tot een doorleefd verhaal te komen. In principe zijn verhalen nooit af. Je kan ze steeds anders spelen en er zijn talloze uitbreidingen en variaties mogelijk. Romeo en Julia hebben elkaar al talloze keren ontmoet. Bij Kamokit is dat niet anders, dus animatoren en lokale begeleiders vinden een haast onuitputtelijke bron van mogelijkheden om hand in hand met de kinderen aan het verhaal verder te werken. Je kan Kamokit ook talloze keren spelen in de verschillende variaties (zie onder 2.7, p.29) en met verschillende elementen. Het hangt sterk af van wat je er zelf mee doet. Ook zonder Kamokit kan je aan de slag gaan zoals Kamo. De manier waarop je samen met kinderen tot een zelfverzonnen en doorleefd verhaal komt, kan je zelf onder de knie krijgen. Het loont
Kamotik – p.38
in dat opzicht de moeite om Kamokit verscheidene keren te spelen, met aandacht voor de interactieprocessen tussen jezelf en de jonge deelnemertjes.
Kamotik – p.39
3.2. De 3 processen We hebben onze visie hierboven beschreven op de 4 basiselementen van een Kamo-workshop (object, omgeving, kind en animator) aan de hand van Kamokit. In dit deel beschrijven we concreter hoe deze elementen op elkaar inspelen en wat belangrijk is aan de dynamiek van onze aanpak. Wat betekenen de fantasie/het inbeelden, de expressie/het uitbeelden? Hoe spelen die op elkaar in en waarom is het gevoel van collectief iets realiseren zo belangrijk?
3.2.1. Inbeelden Je hebt fantasie nodig om de opdrachten van Kamokit uit te voeren, zoals je ook jouw fantasie nodig hebt om leuke, speelse opdrachten te verzinnen. Sommigen hebben veel fantasie, anderen wat minder. Iedereen kan ervaren wat het betekent om ondergedompeld te zijn in fantasie, dat is de kracht van het inbeelden, of in een beeld ondergedompeld zijn. Een geslaagd cultuureducatief proces is meeslepend, waardoor kinderen anders kijken naar de wereld. Inbeelding is dus meer dan de som van de gefantaseerde delen omdat kinderen ze direct beleven. Daarom vinden we het belangrijk om een context te creëren waarin alle elementen bijdragen tot dit proces van inbeelden. Kinderen zijn graag ondergedompeld in hun fantasie. Ze worden ook graag uitgedaagd in hun verbeeldingskracht. Een plotse wending in het proces van inbeelden, de magie van het onvoorspelbare brengt een aangename spanning in het proces. We dagen de fantasie uit met verrassing, door de omkeringfunctie in onze opdrachten. Ook met het gevaarelement stellen we de fantasie graag op de proef. De magie van het fantasiespel willen kinderen maar al te graag zo lang mogelijk rekken, dus met meer verbeeldingskracht kunnen ze verder op pad. In de Kamo-aanpak is het belangrijk om inbeelden (fantasie) voortdurend af te wisselen met uitbeelden (expressie). Naast de uitdaging van de fantasie is expressie een noodzakelijk element om de beleving levendig te houden…
Kamotik – p.40
3.2.2. Uitbeelden Uitbeelden betekent voor Kamo de directe beleving van inbeelden, van het ondergedompeld te zijn in een verhaal via expressie. We maken niet eerst een verhaal om het dan pas uit te beelden, want deze processen gaan hand in hand. Dankzij het direct uitbeelden maak je het inbeelden direct tastbaar. Dit wil niet zeggen dat je na een workshop of een spel met Kamokit niet kan overgaan naar enkel expressie (bvb. een toneel, een stripverhaal, of poppen maken o.b.v. het verhaal). De elementen van het verhaal komen voort uit hun eigen fantasie. De beleving van expressie is daardoor meer doorleefd en authentieker. Er zijn talloze manieren om aan expressie te doen met kinderen. We willen vooral aangeven wat het belang is van zoveel mogelijk eigen inbreng in expressie. Voel je vrij om een bepaald expressiemiddel te kiezen vanuit jouw eigen achtergrond (bvb. eerder werken met beelden, of met muziek/klank…). Daar voel je je goed bij en dat geeft een gevoel van rust en zekerheid. De groep voelt dat aan en dat geeft hen ook een zekere rust. Een bepaalde expressievorm als leidraad kiezen kan zelfs een belangrijke inspiratiebron zijn in de mogelijke evolutie van het verhaal.
3.2.3. Collectieve realisatie De andere deelnemers werken zeker niet beperkend of begrenzend in een cultuureducatief proces. Het tegendeel is waar, want de kruisbestuiving van ideeën brengt het verhaal veel verder dan het individuele referentiekader of idee van hoe een verhaal kan verlopen. Niet alleen het onvoorspelbare daagt de fantasie uit, maar ook het collectieve. Het collectieve aspect van onze aanpak bestaat uit de elementen van de inbreng van anderen, en de nood aan het convergeren van deze fantasie-elementen vanuit het verloop van het verhaal als geheel. Natuurlijk kan je individueel aan de slag, maar al snel merk je dat het veel spannender en uitdagender is wanneer je het collectief kan spelen. Je kan het verschil tussen een louter individueel spel en een collectief spel beleven door Kamokit in groep of individueel te spelen op www.kamokit.be. Ook het collectieve
Kamotik – p.41
aspect kan je op verschillende manieren beleven als je Kamokit speelt volgens de verschillende variaties. We hebben bewust gekozen voor verschillende variaties op het collectieve om het groepsgebeuren op verschillende manieren te kunnen beleven. Soms is voor de ene het proces belangrijker, voor de andere het product. Wij spreken liever over ‘realisatie’ omdat zowel proces als resultaat erin vervat zitten. Het verloop en de kwaliteit van het ene is af te lezen in het andere, en omgekeerd. We lieten al weten dat dit proces zelfs als resultaat nooit af is, omdat je in principe eindeloos veel mogelijkheden hebt om het verhaal verder te verwerken. Dit hangt natuurlijk ook af van de doelstellingen die elke begeleider voor ogen heeft, hoe de begeleider het wenst te realiseren. Het is belangrijk dat ieder kind zich herkent in de realisatie, als proces en als resultaat. Daarom hebben we het collectieve als adjectief genomen bij ‘realisatie’. Het gaat om de openheid en het respect voor de eigenheid van elk kind waardoor elk kind een plaats kan innemen binnen het geheel en het gevoel krijgt dat het meetelt. De dialoog waarvan we spraken zit overal, niet enkel tussen Kamo en lokale begeleiders, maar ook tussen Kamo en de kinderen, tussen lokale begeleiders en kinderen.
3.3. Een verhaal is nooit af… Zo komen we weer bij het begin: we willen met Kamotik, en de ervaringen van Kamokit(.be) de dialoog openen tussen Kamo en lokale begeleiders over het cultuureducatief werken met kinderen, maar ook tussen lokale begeleiders en kinderen tijdens het cultuureducatief werken met kinderen. Aan de tekst van Kamotik komt nu een einde, maar het verhaal is nooit af op voorwaarde dat de dialoog levendig wordt gehouden. Blijven spelen, blijven doen, blijven praten met elkaar en met ons. Dat is de boodschap. Laat ons dus weten wat je ervan vond, stuur ons verhaalkaarten, nieuwe ideeën, opdrachten en verwerkingen door. Zo komen we aan een open einde…
Kamo wenst uitdrukkelijk volgende mensen en instanties te bedanken voor hun onmisbare bijdrage in de totstandkoming van Kamokit, Kamotik en Kamokit.be: Karolien Vanderstappen
illustraties (karolienvanderstappen.com)
Jonas De Ryck en Vaha Malsagov
realisatie Kamokit.be (www.amroesj.be)
De Vlaamse Gemeenschap – Afdeling Jeugd De Vlaamse Gemeenschapscommissie Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De spaarders en beleggers van het Triodos Fonds
Illustraties Kamokit & Kamotik: Karolien Vanderstappen Vormgeving Kamotik: Kamo Kamokit, Kamotik en Kamokit.be © + ® Kamo vzw, 2012