26/10/2009
DE LEERLING ALS MEDEVERANTWOORDELIJKE DPB
VOOR HET EIGEN LEERPROCES
Evolueren door evalueren | Davy Mortier
www.hargijs.nl
Leerstijlen (Kolb) Meer info over leerstijlen via www.ohmygods.be
2
Affiche over roken De meeste mensen zijn het erover eens dat roken heel ongezond is. Ook de overheid probeert het roken te verminderen. Daarvoor moeten ze de mensen via campagnes met affiches, reclames, tvspots… bewust maken van de gevaren van het roken. In deze opdracht ontwerp jij zelf zo’n affiche. Deze opdracht mag je volledig met de computer uitwerken, maar mag je ook op een andere creatieve manier afwerken. Ik leer… … informatie verwerken in een slogan. … gegevens creatief schikken op een affiche. … bijpassende illustraties zoeken op internet of in tijdschriften. 1 lesuur
1 pers.
Nodig materiaal: - computer - cursus PAV thema Roken - materiaal om een affiche te maken Als je werkt met de computer, open dan een tekstverwerkingsprogramma of een ander programma waarmee je vlot kunt werken en waarmee je een affiche kunt maken. Indien je jouw affiche creatief wilt uitwerken zonder computer, breng dan wat materiaal mee: schaar, lijm, tekengerief, kranten en tijdschriften voor beeldmateriaal… Leg dit materiaal klaar op je tafel.
Hoe beoordeel jij een opdracht als deze?
3
Affiche ontwerpen
Oriënteren De meeste mensen zijn het erover eens dat roken heel ongezond is. Ook de overheid probeert het roken te verminderen. Daarvoor moeten ze de mensen via campagnes met affiches, reclames, tvspots… bewust maken van de gevaren van het roken. In deze opdracht ontwerp jij zelf zo’n affiche. Deze opdracht mag je volledig met de computer uitwerken, maar mag je ook op een andere creatieve manier afwerken. Ik leer… … informatie verwerken in een slogan. … gegevens creatief schikken op een affiche. … bijpassende illustraties zoeken op internet of in tijdschriften. 1 lesuur
1 pers.
Voorbereiden Nodig materiaal: - computer - cursus PAV thema Roken - materiaal om een affiche te maken Als je werkt met de computer, open dan een tekstverwerkingsprogramma of een ander programma waarmee je vlot kunt werken en waarmee je een affiche kunt maken. Indien je jouw affiche creatief wilt uitwerken zonder computer, breng dan wat materiaal mee: schaar, lijm, tekengerief, kranten en tijdschriften voor beeldmateriaal… Leg dit materiaal klaar op je tafel.
Uitvoeren 1 Bedenk een slogan - Deze slogan vertelt iets meer over één van de gevaren van het roken. Zoek inspiratie in je cursus bij de uitleg over deze gevaren en bedenk een slogan. - Typ de slogan in het computerprogramma of teken de letters op jouw affiche.
4
2 -
Zoek een bijpassende afbeelding Ga naar de site www.google.be Klik op de knop “afbeeldingen zoeken”. Typ een trefwoord. Dit trefwoord of kernwoord moet iets met je slogan te maken hebben. - Kies een opmerkelijke afbeelding die je slogan kracht bijzet. - Plak deze afbeelding in het computerprogramma. - Je mag natuurlijk ook afbeeldingen zoeken in tijdschriften en kranten en een collage maken. Knip de afbeeldingen netjes uit! 3 Vormgeving (lay-out) -
Je kunt je slogan mooier maken met een origineel lettertype en een opvallende tekstkleur. De achtergrond kan ook bijgewerkt worden met kleur. Een affiche moet van ver opvallen en uitnodigen om er naar te kijken.
4 Bewaren en indienen -
Bewaar je werk op de computer. Dien je werk in via Smartschool of geef een afdruk aan je leerkracht.
Hoe beoordeel jij een opdracht als deze?
Tip: laat leerlingen zelf mee zoeken naar criteria. (wel voorbereiden!)
5
Hoe laat je leerlingen zichzelf beoordelen bij deze opdracht?
Hoe laat je leerlingen een klasgenoot beoordelen bij deze opdracht?
6
Evaluatie opdrachten thema “Vlakke figuren”
TOTAAL
/ 25 / 15
Opdr. Oplossing
Eigen verbetering
Grootste fout
Controle leerkracht
1
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
2
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
3
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
4
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
5
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
6
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
7
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
8
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
9
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
10
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
11
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
12
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
13
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
14
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
15
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
16
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.1
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.2
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.3
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.4
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.5
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.6
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.7
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.8
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
17.9
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
18.1
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
18.2
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
18.3
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
18.4
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
18.5
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
18.6
OK – NOK
OK – NOK
a–b–c–d–e–f–g
OK - NOK
Meest voorkomende fouten: a) Geg – gevr – opl (+ onderlijning) b) Afronding c) Eenheid vergeten d) Rekenfout e) Interpretatiefout probleem f) Opdracht niet grondig gelezen g) Andere fouten
7
Attitude-evaluatie:
/ 10
Door de leerkracht in te vullen: Het maken:
Correctie:
- alle opdrachten gemaakt
1
- enkele extra opdrachten gemaakt
1
- opgelost zoals gevraagd – netheid
1
- met een kleur de fouten doorstreept en ernaast gecorrigeerd
1
- alle fouten aangeduid en alle aangeduide fouten juist gecorrigeerd - alle fouten aangeduid maar niet alle aangeduide fouten juist gecorr. - niet alle fouten aangeduid maar alle aangeduide fouten juist gecorr. - niet alle fouten aangeduid en niet alle aangeduide fouten juist gecorr.
3 2 1 0
Studiehouding: - efficiënt tijdgebruik
8
1
- het nodige materiaal bij
1
- geconcentreerd gewerkt zonder anderen te storen
1
Evaluatie in de praktijklessen mechanica (bron: Eekhoutcentrum) De invoering van de nieuwe leerplannen waarbij de leerlingen via projectmatige onderwerpen de verschillende technologische processen verwerken, vraagt om een nieuwe aanpak van evalueren. De nieuwe leerplannen besteden dan ook heel veel aandacht aan de evaluatie. Samengevat kunnen we stellen dat de evaluatie de volgende elementen bevat: waar vroeger het accent enkel en alleen op de juistheid van het eindproduct lag, zal men in de toekomst het gehele technologische proces op de verschillende niveaus evalueren; de cognitieve vaardigheden zoals: kennen, inzien, toepassen, blijven logischer wijze van toepassing; psychomotorische vaardigheden worden uitgebreid met enkele nieuwe economische gegevens zoals het arbeidsritme, zin voor nauwkeurigheid, minimaal verbruik van (hulp)goederen …; nieuwe begrippen zoals sociale vaardigheden, teamwerk, aandacht voor veiligheid, milieubewustzijn … worden aan de algemene attitudes toegevoegd; de evaluatiemethode moet remediërend zijn en bij de leerlingen de zin voor een kritische zelfevaluatie ontwikkelen om zo het eigen handelen bij te sturen. Willen we rekening houden met de bovenstaande bedenkingen, dan is de evaluatiemethode in de praktijklessen aan herziening toe. 1
Het evaluatiedocument als werkinstrument voor de leerling
Het document moet een overzicht weergeven van een globaal technologisch proces waarbij de verschillende vakoverschrijdende onderwerpen geïntegreerd zijn. Het verband tussen de praktijk-, teken- en technologielessen, inherent aan het project, de oefening, alsook het evalueren van de opgave, gekoppeld aan een passende remediering, moet duidelijk zijn.
1.1
Werkvoorbereiding
De opmaak van een duidelijke werkvoorbereiding is hierbij een ideaal uitgangspunt.
Afhankelijk van de vakdiscipline analyseert de leerling de opgave en/of de werktekening en bepaalt de afwerkingsvolgorde. De juiste keuze van de meetmethode en de meetinstrumenten in functie van de vooropgestelde graad van afwerking. De leerling zoekt de verschillende parameters op nodig bij de realisatie van de oefening, Bv.: de vooropening bij het lassen, de keuze van de laselektrode, de juiste stroomsterkte, de montagevoorschriften en afstelgegevens, de mengverhouding van verfspuitproducten, snijsnelheid, toerental … Het opmaken en bijhouden van een stukkenlijst (Bv.: sanitaire hulpstukken, vervangstukken bij herstellingen aan voertuigen, de hoeveelheid smeerolie, verfproducten) behoort eveneens bij de werkvoorbereiding. Met de opmaak en het bijhouden van een overzichtslijst van de kostprijs van de verbruikte hulpgoederen (Bv.: schuurpapier, bevestigingsmiddelen) krijgt de leerling een inzicht over de reële kostprijs van de oefening.
9
De aandacht voor veiligheid moet al bij de werkvoorbereiding duidelijk aan bod komen. Er dient nagedacht te worden over de keuze, de aanwending en het juiste gebruik van de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
Milieuzorg is een nieuw maatschappelijk economisch gegeven en mag dus zeker niet ontbreken in de opleiding. Bij de werkvoorbereiding denken we na over hoe we op een milieuvriendelijke wijze het werkstuk afwerken en hoe we de geproduceerde afvalstoffen op een ecologische verantwoorde wijze (laten) verwijderen.
Bij de uitwerking van de werkvoorbereiding moet duidelijk rekening gehouden worden met het studieniveau van de leerlingen. Leerlingen van de theoretisch sterke richtingen moeten sneller in staat zijn om zelfstandig de werkvoorbereiding op te maken dan de leerlingen van het praktisch technisch. Voor de leerlingen van het beroepsonderwijs is het bespreken en het aanvullen van een al uitgewerkte werkvoorbereiding de ideale aanzet om zelfstandig werken aan te leren.
1.2
Zelfevaluatie
Zelfevaluatie is één van de doelstellingen die in de vernieuwde leerplannen opgenomen is. De leerling moet de attitude aanleren waarbij het eigen werk automatisch kritisch wordt beoordeeld. Een structurele aanpak en een duidelijke relatie met de werkvoorbereiding en criteria bevordert de zelfevaluatie bij de leerlingen.
We leiden leerlingen niet alleen tot vakspecialisten op, maar begeleiden ze veeleer in de totaliteit naar volwassenheid. Zwakke leerlingen die een extra inspanning leveren en/of leerlingen die soms geconfronteerd worden met emotionele, relationele problemen kunnen best een bemoedigende beoordeling gebruiken. Vandaar dat het geen alles of niets puntensysteem mag zijn. Duidelijke vooraf bepaalde objectieve beoordelingsnormen zijn een must. Bij bepaalde disciplines (Bv.: lassen, carrosserie) is een exacte objectieve beoordeling niet mogelijk. Om hieraan tegemoet te komen kunnen didactische borden met voorbeelden van zowel een goed afgewerkt werkstuk als foutief afgewerkte werkstukken richtinggevend zijn bij de waardebepaling van de beoordeling en de remediëring. Het aandeel van de tussentijdse beoordelingen dient bij de eindbeoordeling duidelijk te zijn. De correcte invulling van het evaluatiedocument vormt op zich ook een beoordelingscriterium. Naast de beoordeling van het werkstuk is het in de vernieuwde visie van belang dat ook enkele algemene attitudes in rekening gebracht worden:
Het aandeel van de algemene attitudes niet minimaliseren bij de eindbeoordeling ; De keuze van de algemene attitudes (Bv.: zelfstandig werken, sociale omgang, orde en netheid, veiligheid, milieuzorg) is een vrije keuze van de school.
10
1.3
Remediëring
Elk evaluatiesysteem is pas waardevol als je de tekortkomingen nadien met de leerling bespreekt. Na verloop van tijd is het duidelijk of de tekorten eerder toevallig (Bv.: een onoplettendheid) en/of van structurele aard (Bv.: het steeds foutief aflezen van het meetinstrument) en/of van materiële aard (Bv.: een foutief geijkt meetinstrument) zijn. Samen met de leerling zoek je als leerkracht naar een passende remediëring.
2
Het evaluatiedocument als werkinstrument voor de leerkracht
Een veel gehoorde opmerking is de werkdruk en planlast van de leerkracht bij de invoering van nieuwe systemen of documenten, en terecht. Met deze opmerking is bij de ontwikkeling van het evaluatiedocument dan ook rekening gehouden. Het evaluatieformulier is een belangrijk onderdeel van de lesvoorbereiding. Het vermelden in de opgave van de verschillende doelstellingen van het leerplan die al gekend zijn of verder herhaald en verdiept worden. Een overzicht weergeven van de nieuwe doelstellingen die bij de realisatie van de oefening aangeleerd of verwezenlijkt worden. De uitwerking van de afwerkingsvolgorde van het proces of product, het werkstuk. Het vooraf vastleggen van duidelijke uit de doelstellingen afgeleide criteria.
3
Het evaluatiedocument als communicatiemiddel met de ouders
Vele leerlingen en ouders zijn steeds meer en meer kritisch ingesteld en vragen zich terecht af hoe de beoordeling tot stand komt. Naast een duidelijk overzicht van de schoolse vorderingen van zoon of dochter in de praktijklessen moet een evaluatieblad een duidelijk overzicht geven van: de remediëring die je voorstelt bij zwakke resultaten; de aandachtspunten van de algemene attitudes die kunnen bijgestuurd worden. Vergeet ook niet dat een bemoedigend woordje of een schouderklopje de resultaten positief kunnen beïnvloeden.
11
12
13
Bron: Steunpunt Gok
14
Evaluatie mondelinge presentatie Per onderdeel heb je meer mogelijkheden, kruis de juiste aan per groep /leerling. Tel nadien de grijze vakjes op en noteer dat aantal in de eindbeoordeling. 8= schitterend, 7= zeer goed, 6 of 5= goed, 4= matig, 3= zwak, 2 en minder= onvoldoende Nummer leerling 1.Spreektechniek - Stemsterkte
- Spreektempo
- Articulatie
2.Inhoud - Opbouw
- Informatiewaarde
- Duur
3. Taalzorg - Zinsbouw
4. Houding - Uitstraling
1
2
3
4
5
6
7
Normaal Te hard Te stil Normaal Te vlug Te traag Duidelijk Redelijk duidelijk Onbegrijpelijk Duidelijke structuur Chaotisch, moeilijk te volgen Ter zake Niet volledig Niet gepast Aanvaardbaar Te lang uitgesponnen Te kort Correct Onsamenhangend, verward Te veel stopwoorden Rustig Vrij zenuwachtig Stuntelig
Eindbeoordeling
15
Peer-evaluatie groepsproces De coaches geven iedere student 90 punten van de 100. De overige 10 punten bepaalt de rest van de groep. Uiteindelijk zal de coach oordelen of deze score eerlijk gegeven werd. Hoeveel punten geef je jouw groepsgenoten voor enthousiasme, participatie, ideeën aanbrengen, weten wat verwacht wordt, bijdrage aan de taak, organiseren en sturen van de groep, taken efficiënt volbrengen… Geef ook jezelf een eerlijk cijfer. Alle waarden tussen 0 en 10 zijn toegestaan. Naam groepslid 1 ………………………………………………………………………………. 2 ………………………………………………………………………………. 3 ………………………………………………………………………………. 4 ………………………………………………………………………………. 5 ………………………………………………………………………………. 6 Jezelf: …………………………………………………………………….
Punten op 10
Peer-assessment groepsproces De coaches geven iedere student 90 punten voor de opdracht. De overige 10 punten worden toegekend als procesevaluatie. De coach bepaalt deze score op basis van onderstaande tabel. Hoeveel punten geef je elk groepslid voor deze criteria (geef voor alle criteria samen één globaal cijfer) - Neemt initiatieven: opnemen van taken - Bedenkt oplossingen of helpt constructief mee naar oplossingen zoeken - Kan een positieve bijdrage leveren aan de groepssfeer: stimuleren, iedereen betrekken… - Houdt zich aan gemaakte afspraken - Blijft tijdens het groepswerk betrokken: meedenken, taakgericht… Zet een kruisje in de juiste kolom. Wees ook eerlijk voor jezelf. Groepsnr. Naam groepslid 1 …………………………………………………………….. 2 …………………………………………………………….. 3 …………………………………………………………….. 4 …………………………………………………………….. 5 …………………………………………………………….. 6 jezelf: …………………………………………………..
16
Slechter dan de rest … … … … … …
Gemiddeld … … … … … …
Beter dan de rest … … … … … …
Vaardigheden Kleurcode: rood = niet goed of - 50 % / blauw = voldoende, kan beter / groen = zeer goed of +75 %
Wegwijs
Bromfiets
Roken
MAATSCHAPPIJ
1 Atlas gebruiken 2 Schaal gebruiken 3 Staafdiagram 4 Lijndiagram 5 Vierkantsdiagram 6 Cirkeldiagram 7 Strookdiagram 8 Tabel aflezen 9 Werken met tijdsband
TAAL
1 Spelling (dictee) 2 Voorlezen 3 Tekstvragen 4 Samenvatting 5 Schema 6 Mindmap 7 Werkwoorden 8 Woordenboek 9 Mening geven 10 Spreekoefening 11 Luisteroefening
REKENEN
1 Hoofdrekenen 2 Cijferen 3 Breuken 4 Afronden 5 Metend rekenen 6 Werken met hoeken 7 Procentberekening 8 Regel van drieën 9 Gemiddelde 10 Snelheid/afst./tijd 11 Omtrek berekenen 12 Opp. berekenen 13 Intrest
17
Steropdrachten Beschrijving opdracht: …………………………………………………………………………………………………… Zelfevaluatie
Evaluatie leerkracht Werkpunt
…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………
Beschrijving opdracht: …………………………………………………………………………………………………… Zelfevaluatie
Evaluatie leerkracht Werkpunt
Evaluatie leerkracht Werkpunt
…………………………………………………………………………………………………………………………
Evaluatie leerkracht
…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………
Beschrijving opdracht: …………………………………………………………………………………………………… Zelfevaluatie
…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
Beschrijving opdracht: …………………………………………………………………………………………………… Zelfevaluatie
…………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………
Werkpunt
………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… Tussentijdse attitudebeoordeling Je voert de opdrachten zorgvuldig uit.
/5
Je werkt voldoende zelfstandig aan de opdrachten (eerst zelf informatie opzoeken).
/5
Je leidt je klasgenoten niet af.
/5
Je toont extra inspanningen voor de opdrachten. Totaal
/5 /20
18
Per 10 sterren
D o elOpd ra ch t 3 P ow erp o int mu lt imed ia Naam: ………………………………………………
Startdatum: ……/……/……
Klas: ………
Einddatum: ……/……/……
Oriënteren In deze opdracht krijg je een overzicht van enkele multimediatoepassingen. Daarna zul je leren hoe je een powerpoint-presentatie kunt maken. Je zult in deze doelopdracht een powerpoint maken waarin je het zult hebben over multimedia.
Voorbereiden Vóór je met de doelopdracht kunt starten, moet je opnieuw enkele werkopdrachten uitvoeren. In deze werkopdrachten leer je de handelingen voor de doelopdracht op je eigen tempo. De werkopdrachten vind je in je werkboekjes “Via Informatica”. Let op: - Volg de leidraad hieronder voor de werkopdrachten. Werk in de volgorde zoals opgegeven. - De werkopdrachten staan meestal op de rechterbladzijde in je boek, de nodige leerstof of tips en werkwijzen staan voor deze opdrachten staan op de linkerbladzijde. - In dit overzicht wordt bij enkele opdrachten gevraagd naar een goocheltruc. Dan moet je de meest efficiënte werkwijze noteren.
19
WO
opdracht
1
Multimediaal en communicatief boek 3, fiche 8 (p. 38-41), opdr. 1 > 8 Lees grondig de tekst aan de linkerkant, dit zijn mogelijke onderwerpen voor je presentatie.
2
afgewerkt? controle
/5
Presentatie – klare taal boek 2, fiche 1 (p. 31), /1 Lees grondig de uitleg, test de beeldweergave uit. Waar vind je de knoppen van deze beeldweergave? …………………………………………………………………………………………………………………………
3
Mijn zelfportret boek 2, fiche 2 (p. 32-33) opdr. 1
4
/4
Studiehulp /5 boek 2, fiche 3 (p. 34-35), opdr. 1 Wat is de goocheltruc om maar een deeltje van de afbeelding te gebruiken? …………………………………………………………………………………………………………………………
5
Gaswetten /4 boek 2, fiche 4 (p. 36-37), opdr. 1 Wat is de goocheltruc om een (ontwerp)sjabloon toe te passen? …………………………………………………………………………………………………………………………
6
Een boomschema opzetten /5 boek 2, fiche 5 (p. 38-39), opdr. 1 Wat is de goocheltruc om de lay-out van een element te veranderen? …………………………………………………………………………………………………………………………
7
Ecologisch printen /3 boek 2, fiche 6 (p. 40-41), opdr. 1 > 2 Wat is de goocheltruc om meer dan één dia op een pagina te printen? …………………………………………………………………………………………………………………………
20
8
Een overtuigende spreekbeurt /4 boek 2, fiche 7 (p.43), opdr. 1 > 2 Wat is de goocheltruc om de volgorde van je dia’s te wijzigen? …………………………………………………………………………………………………………………………
9
Animatie-effecten boek 2 (p. 42 + 44), lees de uitleg probeer de voorbeelden uit en toon ze aan de leerkracht als alles werkt
/4
Uitvoeren Goed gewerkt! Na deze werkopdrachten zou je nu alle handelingen voor de derde doelopdracht moeten beheersen. In deze opdracht kun je de handelingen nog beter inoefenen. Je zult in deze doelopdracht een powerpoint maken waarin je het zult hebben over multimedia. Kies uit één van deze titels: - Geschiedenis van de PC - Systemen om met elkaar te communiceren via PC - Beveiliging en privacy
Enkele vereisten: - Jouw presentatie moet bestaan uit minstens 15 dia’s. - Er moet een boomschema in verwerkt zijn (zie werkopdracht 6) - Je gebruikt animaties, tekenobjecten… (zonder overdrijven!) - Je drukt je presentatie af in hand-outs waarop 6 dia’s per pagina staan. Jouw taak dien je in op Smartschool, via de knop Taken indienen. Je dient jouw taak in via het vak Informatica. Na het indienen via Smartschool, druk je de taak ook af, zoals hierboven gevraagd.
21
Reflecteren Zelfreflectie Geef jezelf een score op 5: kleur per punt een vakje in. In de vrije rij onder de vraag en de score, noteer je wat uitleg bij je score:
Waarover ben je tevreden? Wat zou je volgende keer anders doen? Wat zijn je werkpunten? punten op 5 Wat vind je van het eindresultaat?
……………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………
Ik kan de handelingen uit de werkopdrachten.
……………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………
Heb je de werkopdrachten voldoende grondig uitgevoerd?
……………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………
Ik voel me klaar voor een nieuwe toetsopdracht!
……………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………
Reflectie door de leerkracht Onderdeel Punten WO
/ 35
DO
/ 35
TO
/ 35
Attitudes
/ 35
Totaal
22
/ 140
Bemerkingen
23
ATTITUDERAPPORT Naam: NN
VRIJ TECHNISCH INSTITUUT
Project Algemene Vakken (PAV)
Klas:
Periode 1:
/ 30
ONVOLDOENDE 1
Periode 2:
/ 30
TWIJFEL ACHTIG 2
Periode 3:
/ 30
VOLDOENDE 3
Oudenaardsesteenweg 168 8500 Kortrijk
GOED 4
UI TMUNTEND 5
I. In groep functioneren Wil niet samenwerken, lokt conflicten uit
Werkt samen na aandringen, soms storend
Werkt samen, gaat conflicten uit de weg
Werkt spontaan mee, actief bij oplossen van conflicten
Voelt zich altijd betrokken, moedigt aan, lost conflicten op
Stelt functioneren nooit in vraag (kauwgom, dialect, drinken, geen respect, onbeleefd)
Kent eigen zwakke punten, maar doet er niets aan
Let op zwakke punten na een opmerking
Werkt aan zwakke punten
Doet spontaan aan zelfevaluatie
II. Interesse en inzet opbrengen Totaal gebrek aan interesse, heel dikwijls boek / cursus niet mee
Weinig interesse, soms boek / cursus niet mee
Volgzaam, boek / cursus mee
Toont interesse, altijd boek / cursus mee
Enorm geboeid, altijd boek / cursus mee
Kan geen aandacht opbrengen en stoort de les bij het minste
Is dikwijls afgeleid
Brengt de noodzakelijke aandacht op (niet meer, niet minder)
Laat zich niet afleiden en probeert tot oplossingen te komen
Heeft persoonlijke inbreng en vindt creatieve oplossingen
Geeft snel op, maakt taken niet volledig of dient te laat in
Werkt enkel met ondersteuning, taken zijn soms te laat
Moet af en toe nog geleid worden, taken zijn op tijd
Werkt zelfstandig onder toezicht, taken zijn altijd op tijd
Werkt zelfstandig, een extra taak is geen probleem
Werkt heel slordig en onnauwkeurig
Taak is niet net en onnauwkeurig
Werkt behoorlijk net en correct
Werkt net en heel nauwkeurig
Levert perfect werk af
III. Opdrachten uitvoeren
24
25
26
27
28
29
30