(Dit Actieplan is onderdeel van gesprek in de sessie ‘Het debat in de partij op een hoger plan brengen’, op Congres 101 op zaterdag 18 april tussen 10:30 en 12:00)
Het debat in de partij is aan herziening toe. Op congressen staan lange wachtrijen voor de interruptiemicrofoons, nieuwe leden weten niet meer hoe ze een overtuigende motie kunnen schrijven en Thema-Afdelingen maken het debat nog te vaak technocratisch in plaats van politiek. Kortom, het is tijd voor een andere aanpak – een aanpak die waarborgt dat we de debatpartij zijn waar leden ons om lief hebben en die ruimte blijft geven voor het one man, one vote-principe. Maar ook nog meer een partij worden waarin de partijtop meer zaken deelt met de rest van de partij en de rest hierin meeneemt. De meeste voorstellen in dit Actieplan doen we om de keten van besluitvorming te stroomlijnen. Daarbij doen we voorstellen om het voortraject richting een Congres te verbeteren, maar ook de besluitvorming op het Congres zelf soepeler te laten verlopen.
De vraag die nu beantwoord moet worden is in welke mate we van bovenaf willen sturen op de inhoud van de onderwerpen die in de debatten op verschillende plekken aan de orde komen of dat we dat willen overlaten aan de groepen zelf. Immers, op elk niveau zijn actieve leden die met passie besturen, in een thema-afdeling actief zijn, of naar congressen komen. Wij komen tot de conclusie dat we (typisch D66 wellicht) maximaal ruimte moeten geven voor debat op elk van de genoemde niveaus, in eerste instantie om ruimte te laten voor agendering van politieke meningen vanuit de leden zelf. Ook moet het bewustzijn vergroot dat (bestuursleden van) (Thema-) Afdelingen en Regio’s hier een aanjagende en sturende rol in hebben. Daarnaast is het zinvol om vanuit de lange termijnvisie die we nodig hebben, meer expliciet om input te vragen. Daarvoor moeten we verbindingen leggen tussen de verschillende debatplatforms. Het leggen van deze verbinding stelt de ‘partijtop’ ook in staat om de eigen standpunten zowel te toetsen aan, als te communiceren naar de achterban.
Hieronder stellen we per actiepunt voor welk cluster op het Landelijk Bureau het voortouw neemt bij het uitvoeren van die maatregel, en welke onderdelen medeverantwoordelijk zijn. Het actiepunt ‘Procedures rondom moties en amendementen aanpassen’ vraagt meer toelichting en is hierna uitgewerkt. Actie
Verantwoordelijke*
Actiepunten vereniging politieker maken In het Handboek Besturen een onderdeel ‘Debat in de partij’ BVO (Handboek opnemen of dit updaten. bijwerken en verspreiden)
Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
Medeverantwoordelijke*
G&I (Handboek mede verspreiden)
1
Op nieuwe ledenbijeenkomsten (landelijk én lokaal) uitleg geven over hoe de partij werkt en hoe je iets binnen de partij voor elkaar kan krijgen (“Wat wil je bereiken en welk instrument hoort daarbij?”) en een onderdeel hierover opnemen in de Ledenwijzer. Opstellen van een format voor een training ‘Meningvorming en Beïnvloeding’ (bijvoorbeeld op basis van de training ‘Raadsinstrumenten’) en deze beschikbaar stellen aan de (Thema-)Afdelingen en Regio’s voor het trainen van hun (bestuurs)leden, en deze training onder de aandacht brengen via de 100+-, G20- en TA-dagen en hun nieuwsbrieven. De Regio’s aanzetten tot het oprichten van regionale PPC’s met behulp van de Handreiking Lokale Politieke Gedachtevorming.
BVO (organiseren nieuwe ledenbijeenkomsten) T&O (ontwikkelen trainingformat, helpen bij vinden trainers)
G&I (via regionale secretarissen politiek)
Actiepunten Landelijke Congressen Het door (Thema-)Afdelings- en Regiobesturen voorafgaand BVO (op aan congressen laten organiseren van trainingen volgens het training wijzen) format ‘Meningvorming en Beïnvloeding’ (zie boven). Terugkoppelen aan de partij op het eerstvolgend congres, of BVO (terugkoptussentijds via andere kanalen, hoe is omgegaan met pelingen aangenomen moties. bijhouden)
Opstellen van Richtlijnen voor goede moties en amendementen, op te nemen in ieder congresreglement, waarmee de (regionale) Besluitvormingscommissie moties en amendementen kan toetsen en al dan niet kan toelaten tot congresdiscussie (onder HR Art. 4.11, lid a), en deze Richtlijn communiceren. Procedure rondom moties en amendementen aanpassen, inclusief wijziging van in ieder geval HR Art. 4.10 en 4.18.
Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
BVO (in gesprekken met Regiobesturen)
BVO (opstellen en communiceren richtlijn)
T&O, G&I, BSC (op training wijzen) LB (moties uitvoeren), M&C (meedenken communicatie) PPC, BSC, G&I (communiceren en adviseren over richtlijnen)
BVO
LB, BSC, PPC
Actiepunten Regiocongressen Instellen van regionale Besluitvormingscommissies die Regiobesturen bovenstaande richtlijnen hanteren voor moties en (instellen BSC’s) amendementen op Regiocongressen, waarin leden van de landelijk BSC zitting in hebben. Meer leden voor de landelijk BSC werven en deze ook BVO (leden inhoudelijk opleiden (voor het beter kunnen adviseren of werven) amendementen een kleine of grote koerswijziging inhouden) Structureel oormerken van €5.000 in het budget ‘Activiteiten aan de basis’ voor Regiocongressen.
M&C (Ledenwijzer updaten), BVO (hierover adviseren) BVO, G&I, PPC (communiceren dat er een trainingformat is, helpen bij vinden trainers)
Directeur LaBu (besluit voorbereiden)
BVO, BSC (adviseren over instellen RegioBSC’s) BSC, G&I (uitkijken naar potentiële leden) LB (besluit nemen)
2
Een Handreiking Regiocongressen opstellen, waarin onder meer suggesties staan voor een goed verloop van debat en discussie. Een model-Regiocongresreglement opstellen, zodat de regionale BSC handvatten heeft om over besluitvorming te adviseren. Procedures rondom moties en amendementen op het Congres aanpassen in het HR (zie onder)
BVO (handreiking opstellen) BVO (opstellen reglement)
G&I, T&O, M&C (adviseren over handreiking) BSC (adviseren over reglement)
BVO (HRwijziging voorbereiden) BVO (HRwijziging voorbereiden)
BSC (adviseren), LB (voorstel bekrachtigen) Regiocongressen in het HR dezelfde status geven als BSC (adviseren), Algemene Regiovergaderingen, zodat daarop de facto de LB mogelijk ontstaat om moties voor het landelijk congres in te (bekrachtigen dienen en te behandelen. voorstel) * Afkortingen van partijonderdelen of clusters op het Landelijk Bureau: BVO = Cluster Bestuurs- en Verenigingsondersteuning; T&O = Cluster Talent en Opleidingen; G&I = Cluster Gedachtegoed en Internationaal; PPC = Permanente Programmacommissie; BSC = Besluitvormingscommissie, LB = Landelijk Bestuur
Inspiratiecongressen en debatcongressen Het LB heeft in 2014 besloten om een onderscheid te maken tussen debat- en inspiratiecongressen. Op debatcongressen is alle ruimte voor discussie en inhoud, op inspiratiecongressen komen externe sprekers en is er ruimte voor entertainment. Het LB heeft ook besloten om de debatcongressen in het voorjaar plaats te laten vinden, maar het najaar lijkt een logischer tijdstip (met de inspiratiecongressen dan in het voorjaar). Dan zijn immers ook de financiële stukken beschikbaar (jaarrekening van het voorgaande jaar en de begroting van het komende jaar) en daaromheen vindt al debat plaats. Daarnaast zijn de reguliere TK-verkiezingen in het voorjaar, waarbij in het najaar daar voorafgaand een debatcongres aan het verkiezingsprogramma gewijd kan worden. Ook zijn verkiezingscongressen voor GR, PS en EP in de regel in het voorjaar, waarbij een campagne- en showelement op zijn plaats is en daarmee een inspiratiecongres in het voorjaar. Deelsessies rondom HR-wijzigingen en financiële stukken (begroting en jaarrekening) We stellen voor dat op de debatcongressen de meer technische besprekingen en toelichtingen van HR-wijzigingen en financiële stukken in deelsessies plaatsvinden. Ook kunnen amendementen op de HR-wijzigingen en financiële stukken natuurlijk betrokken worden bij het debat in deze deelsessie, waarbij deze amendementen dezelfde procedure volgen als de politieke moties (zie hieronder). Uiteraard vindt stemming over de HR-wijzigingen en jaarstukken plaats in de plenaire sessie, maar daarin kan dan worden volstaan met deze zaken als stemstuk voor te leggen (stemmen zonder debat) als er geen amendementen ingediend zijn. Dit heeft als grootste voordeel dat er plenair tijd vrij wordt gemaakt voor het bespreken van moties en amendementen die nog plenair debat behoeven. Dit verkleint weer de kans op het doorschuiven van moties naar een volgend congres. Inhoudelijke sessies vanuit het Landelijk Bestuur We stellen voor dat het LB, in samenspraak met de Tweede Kamerfractie, PPC en/of VMS de thema’s en de onderwerpen op een congres vaststelt. Deze thema’s krijgen, na goedkeuring door het LB, sowieso een plek in een inhoudelijke sessie op de ochtenden van het congres. Tevens stelt Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
3
het LB steeds één congresthema vast waarbinnen de inhoudelijke sessies die vanuit de vereniging georganiseerd worden bij voorkeur passen. Inhoudelijke sessies vanuit de vereniging Daarnaast stellen we voor om inhoudelijke sessies die vanuit de partij komen (lokale werkgroepen, Thema-Afdelingen, interessegroepen) te selecteren op basis van hun score het Stappenplan inhoudelijke sessies congressen. Sessies die niet voldoen aan de eisen in het Stappenplan kan het LB, op voorstel van de TA-coördinator/Medewerker Kennis en Kunde, afwijzen. Sessies die voldoen aan alle eisen maar niet aan alle wensen in het Stappenplan laat het LB toe, tenzij er te weinig zaalruimte is. Dan wijst het LB de lager scorende sessies af en/of dan hebben de sessies die passen in het congresthema voorrang. Regiocongressen als extra mogelijkheid voor indienen van moties Regiocongressen die niet aansluitend een Algemene Regiovergadering (ARV) omvatten bieden nu geen mogelijkheid om te dienen als voorportaal voor het indienen van moties. Dat is jammer, zeker omdat één van de doelen van de Regiocongressen is om meer debat en meningsvorming in de partij te krijgen. Het zou zonde zijn als na een goede discussie op één van de sessies op een Regiocongres, en zeker als in die sessie landelijke politiek-inhoudelijke kwesties aan bod komen, leden niet de mogelijkheid krijgen gelijk een motie in te dienen. Wij stellen dus voor om een HRwijziging voor te bereiden waarin een Regiocongres dezelfde status krijgt als een ARV. Omdat het nodig is om op dergelijke congressen mensen met ervaring met besluitvorming aanwezig te hebben, is het nodig om de BSC uit te breiden. De BSC is echter een ‘stille kracht’ op de congressen en is, hoewel erg belangrijk, weinig zichtbaar. Omdat onbekend onbemind maakt is het moeilijk om mensen voor deze commissie te werven. We stellen dan ook voor om de BSC meer aandacht en credits te geven voor haar werk op C101 en verder, zodat het makkelijker wordt om leden van de BSC te werven en vast te houden.
Het Huishoudelijk Reglement (HR) beschrijft in Art. 4.18 de procedure rondom moties en in Art. 4.10 voor amendementen. Het doorvoeren van onderstaande voorstellen zou dus in ieder geval op deze artikelen een HR-wijziging noodzakelijk maken. Moties Er zijn actuele, organisatorische en algemene politieke moties. We stellen voor om actuele politieke moties direct door te laten gaan naar de plenaire sessie omdat dat er waarschijnlijk weinig zijn, maar ook omdat de aanwezigheid van landelijke en Europese politici daarbij nodig is. Voor organisatorische moties stellen we voor dat het debat hierover ook plenair plaatsvindt, maar dat toelichting en discussie eventueel kan plaatsvinden in de deelsessie over HR-wijzigingen en financiële stukken, omdat deze moties daar het beste bij horen. Actuele politieke en organisatorische moties Bij actuele politieke en organisatorische moties stellen we de volgende procedure voor: 1. De indiener krijgt het woord (één minuut) om de motie toe te lichten; 2. Het Landelijk Bestuur krijgt het woord (één minuut) om haar advies op de motie toe te lichten; 3. Insprekers krijgen elk een halve minuut om hun positie te beargumenteren. Voorstanders staan bij de ‘groene’ microfoons, tegenstanders bij de ‘rode’, en de congresvoorzitter geeft hen om en om het woord; Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
4
4. De congresvoorzitter doet de zaal een voorstel tot afronding van het debat als hij/zij meent dat de standpunten voldoende uitgewisseld zijn; 5. De indiener krijgt ten slotte nog een halve minuut om zijn verhaal af te ronden en te reageren op de insprekers; 6. De congresvoorzitter brengt de motie in stemming. Algemene politieke moties Bij algemene politieke moties stellen we onderstaande procedure voor. Deze procedure is analoog aan die in vele raden en Staten: eerst een beeldvormende en oriënterende vergadering die een advies geeft over de gewenste behandeling in de besluitvormende vergadering. In de besluitvormende vergadering is amendering van besluiten mogelijk en vindt de definitieve besluitvorming en stemming plaats. 1. Individuele leden dienen op een ledenvergadering van een Thema-Afdeling, Afdeling, Regio of via een Regiocongres een motie in; 2. Als deze op deze ledenvergadering of dit Regiocongres wordt aangenomen, dan stuurt de secretaris van die ledenvergadering of dat congres de motie door naar het Landelijk Bureau; 3. De Besluitvormingscommissie (BSC) deelt alle doorgestuurde (en dus op lagere niveaus aangenomen moties) in thematische deelsessies in en betrekt daarbij de PPC (bijvoorbeeld vier deelsessies rondom moties over zorg, onderwijs, duurzaamheid en economie). Elke deelsessie krijgt een eigen zaal op de congreslocatie en duurt anderhalf uur tussen pakweg 10:30 en 12:30; 4. Het Landelijk Bestuur voorziet, op voorspraak van de PPC, alle moties van een advies (overnemen, neutraal, ontraden); 5. In de deelsessies vindt als volgt een tweede schifting (dus na de ThemaAfdelingsvergadering, AAV, ARV en Regiocongres) plaats. Elke motie krijgt een aantal minuten voor discussie, daarna volgt gelijk een stemming over het door laten gaan van de motie naar de plenaire sessie. De duur van de discussie hangt af van het aantal moties in de deelsessie. We stellen wel voor als richtlijn op tien minuten discussie per motie aan te sturen, waarbij de voorzitter van de deelsessie het advies van het LB bij de motie vermeldt aan het begin van elke discussie: a. Als minder dan een derde van de aanwezigen de motie steunt, dan wordt deze niet plenair behandeld. Daarmee stopt de procedure voor die motie; b. Als meer dan een derde maar minder dan tweederde van de aanwezigen de motie steunt, dan wordt de motie plenair behandeld, inclusief plenair debat over de motie (zie voor die procedure hieronder); c. Moties die van meer dan tweederde van de aanwezigen de steun krijgen komen als stemstuk plenair aan bod. Over deze moties volgt dan geen plenair debat meer, alleen een toelichting door een voor- en een tegenstander vanuit de deelsessie (zie voor de procedure hieronder). De sessievoorzitter helpt deze voor- en tegenstanders te selecteren, waarbij de voorstander van de motie in de regel de indiener is. Aan het begin van elke deelsessie legt de sessievoorzitter bovenstaande gang van zaken uit, inclusief het aantal minuten discussie waarop wordt aangestuurd. Het lijkt ons ook goed de ‘spelregels’ op te nemen in de Congreskrant. 6. Plenaire behandeling van moties met voldoende draagvlak (meer dan een derde van de deelnemers aan de deelsessie is vóór de motie) gaat in een sessie van zo’n 2 uur (ergens tussen ongeveer 13:30 en 16:30) als volgt: a. Moties met steun van een derde tot tweederde van de aanwezigen in de deelsessie: Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
5
i. De congresvoorzitter leest de titel van de motie op en het advies van het LB en vraagt of er debat over gewenst is. Is er geen wens tot debat, dan brengt de congresvoorzitter de motie gelijk in stemming. Is er wel wens tot debat, dan krijgt de indiener als eerste het woord (één minuut) om de motie te onderbouwen; ii. Het LB krijg daarna het woord om haar advies toe te lichten (één minuut); iii. Insprekers krijgen elk een halve minuut om hun positie te beargumenteren. Voorstanders staan bij de ‘groene’ microfoons, tegenstanders bij de ‘rode’, en de congresvoorzitter geeft hen om en om het woord; iv. De congresvoorzitter bepaalt wanneer er voldoende argumenten zijn uitgewisseld in de zaal; v. Uiteindelijk krijgt de indiener een halve minuut om te reageren op de reacties door insprekers; vi. De congresvoorzitter brengt de motie in stemming. b. Moties met steun van minstens tweederde van de aanwezigen in de deelsessie: i. De congresvoorzitter leest de titel van de motie op en het advies van het LB. ii. De indiener krijgt als eerste het woord (één minuut) om de motie te onderbouwen; iii. Het LB krijg daarna het woord om haar advies toe te lichten (één minuut); iv. Een door de tegenstanders uit de deelsessie afgevaardigde woordvoerder krijgt één minuut om de argumenten tegen de motie uiteen te zetten; v. De congresvoorzitter brengt de motie in stemming. Amendementen Er zijn drie categorieën amendementen (HR Art. 4.10, lid 3): 1. Tekstuele amendementen; 2. Amendementen met een kleine koerswijziging ten opzichte van het conceptverkiezingsprogramma; 3. Amendementen met een grote koerswijziging ten opzichte van het conceptverkiezingsprogramma. We stellen voor e-voting te blijven gebruiken om over de tweede categorie te stemmen, en het minimum opkomstpercentage daarbij op 1% te laten staan. Zowel de PPC als de BSC zijn tevreden over de manier van behandeling via e-voting. Echter, uit de commentaren van leden bij de evoting rondom het EP2014-programma blijkt veel leden het niet eenduidig vinden hoe ze moeten stemmen. Daarom is het nodig om de e-votingmodule1 opnieuw en duidelijker in te richten en heldere en eenduidige vragen voor te leggen aan de leden, met de volgende procedure in het achterhoofd (hiervoor is dan geen HR-wijziging nodig, alleen een andere vraagstelling in de evotingmodule): We vragen de leden om het LB-advies te nemen als basis voor hun besluitvorming: “Bent u het eens of oneens met het LB-advies?”; Als minstens 70% van de stemmers het hier mee eens is, dan zal het LB het amendement verwerken volgens haar advies; Als minstens 30% hier niet mee eens is, dan is er blijkbaar grond voor discussie en komt het amendement in behandeling op de plenaire sessie van het congres;
1
Uit de commentaren van de leden bij de e-voting over EP2014 bleek ook dat de technische inrichting van de module beter kan. Uiteraard stellen we voor dit ook bij de nieuwe indeling van de module mee te nemen. Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
6
De meerderheid wordt gevormd door de meerderheid van de stemmers die ‘eens’ of ‘oneens’ stemt. In de evaluatie is gebleken dat er ook behoefte is aan een knop ‘overslaan’ of ‘neutraal’ is, mensen die deze knop gebruiken worden dan geacht niet te hebben deelgenomen aan de stemming over het voorliggende amendement. C102 als proefcongres We stellen voor bovenstaande procedure rondom algemene politieke moties uit te testen op C102 (Najaarscongres 2015). Daartoe stellen we voor een motie aan te laten nemen op C101 tot instellen van C102 als proefcongres, waarop als proef de hierboven voorgestelde procedure voor algemene politieke moties al geldt.
We stellen voor om onderstaande twee sporen te volgen: Dit voorstel te bespreken in een deelsessie op Congres 101 waarbij leden van het LB het voorstel toelichten en de mening peilen van de aanwezige leden; Dit voorstel aan de volgende gremia verspreiden en tot zaterdag 18 april de kans te geven om commentaar te geven aan: o PPC, VMS, BSC en andere afdelingen van het Landelijk Bureau; o Tweede en Eerste Kamerfracties en de delegatie van het Europees Parlement via hun politiek secretarissen; o (Thema-)Afdelingen en Regio’s via Agora en de Bestuurdersnieuwsbrief; o Leden via de Ledennieuwsbrief; o Jonge Democraten;
1. Dinsdag 10 maart: dit voorstel als discussiestuk vaststellen en de motie tot het instellen van C102 als proefcongres voor de nieuwe procedures rondom algemene politieke moties ook vaststellen; 2. Vrijdag 13 maart: discussiestuk bij de congresstukken op de website en verzenden naar alle gremia voor input; 3. Zaterdag 18 april: discussie op C101 houden over het discussiestuk en deadline leveren input op het discussiestuk; 4. Tot donderdag 14 mei: feedback op discussiestuk verwerken en definitief Actieplan maken; 5. Dinsdag 19 mei: Actieplan Debat in de partij definitief vaststellen in het LB; 6. Zaterdag 31 oktober: congres zal proefdraaien met de nieuwe procedures rondom behandeling van de algemene politieke moties; 7. November-december 2015: schrijven aan voorstellen voor HR-wijzigingen en uitvoeren andere acties in het Actieplan; 8. Januari 2016: voorgestelde HR-wijzigingen in de LB-vergadering; 9. Februari 2016: HR-wijzigingen op de website bij de congresstukken; 10. Voorjaarscongres 2016 (C103): voorstel aan het Congres om de HR-wijzigingen goed te keuren en eventueel, vooruitlopend op die goedkeuring, al in de geest van de HRwijzigingen te handelen (geformaliseerd via een motie op C102). Hoewel we voorstellen om voorjaarscongressen inspiratiecongressen te laten zijn, en najaarscongressen debatcongressen, is Najaarscongres 2016 (C104) ook het Jubileumcongres. Daarom stellen we voor het volgende stramien aan te houden in de volgende jaren: a. Voorjaarscongres 2016 (C103): debatcongres, met ongeveer zes weken daarvoor Regiocongressen; Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
7
b. Najaarscongres 2016 (C104): Jubileumcongres (let op: zou ook verkiezingscongres kunnen zijn gezien reguliere TK-verkiezingen op 15 maart 2017) c. Voorjaarscongres 2017 (C105): inspiratiecongres; d. Najaarscongres 2017 (C106): debatcongres, met Regiocongressen ervoor.
Actieplan debat in de partij (ter consultatie)
8