Christus als leerling volgen Voorbereiding voor de huisbezoeken van 2014/2015
“Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.” In onze verhouding tot de Heer kan het waardevol zijn onszelf met twee verschillende woorden te benoemen. Als ‘leerling van de Heer’ en als ‘christen’. In deze tekst is leerling het woord waarmee de gelovigen zichzelf beschreven. Christen is meer de naam die door buitenstaanders aan hen gegeven wordt. Voor ons persoonlijk is het zinvol om de relatie waarin we tot de Heer staan te benoemen als ‘leerling van de Heer’. Het helpt ons oog te houden ervoor dat christen-zijn iets actiefs is. Het is een leven waarin je bent gekozen en geroepen om de Heer te volgen. Een roeping met de dagelijkse opdracht naar hem te luisteren en van hem te getuigen. Het doel van dit huisbezoekthema is om stil te staan bij wat het betekent leerling of discipel van Jezus te zijn. Het is een goed idee om het geheel voor jezelf of in kleine kring door te werken. Tijdens het huisbezoek zal de ouderling echter een keuze maken. Dat kan in overleg gebeuren. Moge de Heer ons gezegende huisbezoeken geven, waarin wij jullie kunnen aanmoedigen, aansporen en vermanen op de weg van het volgen van de Heer. Het is waardevol als jullie ook van te voren bedenken welke zorgen, zonden en onvermogen in de weg staan bij jullie leven met God. Wij komen graag namens de Heer bij jullie thuis langs. Wij vragen jullie ons in zijn naam welkom te heten. Vriendelijke groet, De kerkenraad.
Leerling zijn van de Heer… a. …zegt wat over de Heer (Hand. 7:54-8:1 en 9:1-6) De benaming leerling van de Heer, herinnert ons eraan dat Jezus nog steeds leeft. Doden hebben geen discipelen, leerlingen of volgelingen. De ingrijpende getuigenissen uit het leven van Stefanus en Paulus herinneren ons eraan. i.
Waarin ervaar jij dat de Here Jezus leeft?
ii. Hoe reëel of levensecht ervaar je Hem? iii. Wat vind je ervan? 1Stefanus, de eerste martelaar van de kerk
b. …zegt wat over een keuze en roeping door de Heer (Rom. 1:1-7) Tot leerling van de Here Jezus ben je geroepen. Ooit, ergens en door iemand is tot jou de roep door geklonken: Volg Mij! i.
Heb jij het idee dat je bewust door de Heer geroepen bent hem te volgen?
ii.
Roept Jezus jou nog steeds? Wat doe je met zijn oproep? Hoe verschilt het van de roep uit i.?
iii.
Hoe vind je het dat de Heer jou geroepen heeft hem te volgen en dat nog steeds doet?
iv.
Wie heeft de Heer gebruikt om jou te roepen? Hoe gebruikt hij jou nu om anderen te roepen? Lukt het je? Welke hulp kun je daarbij gebruiken?
2Matteüs stond op toen Jezus hem riep met een "volg mij!"
v.
Volgens Paulus is het de roeping om heilig te zijn. Hoe stel je je dit voor?
c. …zegt wat over de bereidheid de Heer te volgen (Marc. 10:23-31) Leerling van de Heer ben je niet door de oproep alleen. Je bent het pas als je bereid bent ook daadwerkelijk op te staan en Jezus te volgen. De Here heeft gezegd dat dat offers van ons vraagt. Huid & haar, geld & goed en willen & wensen worden namelijk meegenomen in de roeping. Leerling van de Heer zijn spreekt van grote bereidwilligheid. i. Herken je dit bij jezelf? Welke offers breng jij om de Heer te kunnen volgen? ii. In hoeverre belemmert de prijs van het volgen van Jezus je bereidheid hem te volgen? iii. Wat heb jij nodig om de stap te zetten in de benen te komen en de Heer te volgen? 3Abraham onderweg om zijn zoon Izaak te gaan offeren
d. … zegt wat over willen leren en laten vormen (Mat. 13:10-17) Iedere leraar zal zeggen dat een slechte leerling niet de onintelligente leerling is, maar de leerling die niet wil leren. Een slechte leerling neemt genoegen met wat hij denkt te weten of te kunnen. Hij luistert niet, vraagt niet door, laat zich niet corrigeren en stelt zich lamlendig op. Een goede leraar op zijn beurt heeft veel geduld en geeft iedere leerling de tijd die hij nodig heeft om gevormd te worden. i.
Op een schaal van 1-5 (1= veel), hoe groot is jouw verlangen en bereidheid van Jezus te leren?
ii. Op welke terreinen van je leven zou je van hem willen leren? iii. Wat heb je al van hem geleerd? iv. Kun je wat vertellen over de leerweg die de Heer met jou is gegaan? Wat zijn echt vormende perioden in je geloofsleven geweest? v. Welk onderwijs van de Heer staat jou niet aan of roept weerstanden bij je op?
e. … zegt wat over het dragen van een kruis (Mat. 16:21-28) De Here heeft gezegd dat ieder die hem volgt zijn kruis moet dragen. Dit kruis is niet jou zorgen en problemen in de zin van ieder huis heeft zijn kruis. Het is heel nadrukkelijk een kruis dat je alleen opgelegd krijgt als je Jezus gaat volgen. Het is het kruis van de zelfverloochening. Bij het volgen van Jezus hoort namelijk geen weg van de minste weerbaarheid. Jij zult soms keuzes moeten maken die pijn doen. Juist dat lastige ziekenbezoek brengen. Afzien van een aankoop om een arme te kunnen steunen. Een vriend om vergeving vragen. In de auto stappen om jezelf met je moeder te gaan verzoenen. Allerlei voorbeelden van het kruis dat Christus op zijn leerlingen legt. 4Diettrich Bonhoeffer, voorbeeld van het volgen van Christus tijdens WOII
i. Wat heb jij leren zien als een kruis dat de Heer jou te dragen geeft.
ii. Welke ondersteuning verwacht je van de Heer daarbij? En waarop grond je deze verwachting? iii. Hoe helpt de gemeente jou bij het dragen van het kruis? Ervaar je de gemeente als een gemeenschap van mensen die bereid zijn het kruis te dragen? iv. Welke kruisdragers (mensen die (iets van) zichzelf moeten verloochenen om Jezus te volgen) hebben een speciaal plekje in jouw hart?
f. …zegt wat over zelfstandigheid (Joh. 14:15-21) Leerlingen van de Heer, hebben een Heer die gezeten is aan de rechterhand van de Almactige Vader. Onze Heer neemt ons niet aan de hand. Hij geeft ons een grote zelfstandigheid bij het volgen van Hem. Met dat doel schenkt hij ons de Heilige Geest. De Geest opent onze ogen voor onze speciale gaven en maken ons bereid deze met onze eigenheid in te zetten voor het plan van God. Een leerling van Jezus leert deze gaven bij zichzelf zien, verwondert zich erover en gebruikt het op een mooie zelfstandige manier (zoals het bij hem/haar past) in dienst van God. 5De Heer schenkt zijn kerk de Heilige Geest
i.
Welke gaven heeft de Heer jou gegeven? Bid je ook dat de Geest jouw ogen voor deze gaven opent en jou wijst hoe je het in dienst van God kunt stellen?
ii. Lukt het je in de vrijheid van de Geest jouw gaven in dienst van God te stellen? Of vind je het eng en heb je liever dat iemand je bij de hand neemt? (vgl de knecht die zijn talent uit vrees verstopte) iii. Is er een gave die jij hebt ontvangen die niet door de gemeente herkend of erkend wordt? iv. Toen je openbare belijdenis van geloof hebt gedaan, heb je ervoor gekozen om als een volwassene zelfstandig de weg van leerling van Jezus te gaan. Hoe kijk je terug op deze keuze en welke waarde heeft deze ‘ja’ nu nog voor je? v. Hoe luidt de zegen die je toen hebt ontvangen (1 Petr. 5:10-11)? Tip: leer hem uit je hoofd, bind hem op je hart.
g. … zegt wat over een kring van leerlingen (Hand. 11:19-30) De Heer is zelf één met de Vader en de Heilige Geest. Zoals Hij in gemeenschap met de Vader en de Geest leeft, zo komen ook zijn leerlingen in gemeenschap met elkaar. De Heer heeft niets aan volgelingen die niets met elkaar te maken willen hebben. Hij heeft ze samen nodig als getuige van zijn liefde en vrede. Natuurlijk kan de Heer op een moment jou speciaal nodig hebben, maar dan ben je één uit de kring van leerlingen. Na dat moment keer je altijd weer terug naar de kring. Om daar te vertellen wat de Heer gedaan heeft.
i.
De gemeente is zo’n kring van leerlingen. Hoe help jij deze leerlingen bij het volgen van de Heer? Wat motiveert jou daarbij? Wat belemmert jou?
ii.
Lees weer Hand. 11:19-30. Welke leerlingen worden hier bij naam genoemd. Wie spreekt jou het meest aan? Wat zou je van hem/haar willen leren? Hoe zou het voor de gemeente zijn als jij je daarin zou oefenen?
h. …zegt wat over de Heer (Mat. 28:20) Leerlingen van Jezus houden hun Heer voor ogen. Hij zei: “ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.”