De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) organiseert dit jaar een serie debatten over religie en wetenschap. Op 1 januari werd gestart in het programma Buitenhof met een discussie over Intelligent Design. Hierover is de laatste maanden al meer te doen geweest. De Minister van Onderwijs nam het boek Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp in ontvangst. Dit leidde zelfs tot een gesprek in de Ministerraad! Een opvallende deelnemer aan de discussie op 1 januari was een oud-rector magnificus van de VU, die tegen de verdedigers van Intelligent Design staande hield dat deze theorie niet wetenschappelijk kan worden bewezen en derhalve thuishoort in de wereld van het geloof en niet in die van de wetenschap. Hij verklaarde zelf een gelovig mens te zijn. Voor hem hield dat niet in dat hij enig geloof hechtte aan theorieën over het ontstaan van het leven die op geen enkele manier bewezen, onderzocht of gefalsifieerd kunnen worden. Het is belangwekkend dat uitgerekend de KNAW debatten gaat organiseren over religie en wetenschap. Een zo hooggeleerd gezelschap vindt het kennelijk de moeite waard om opnieuw te kijken naar de relatie tussen deze twee levensterreinen. Ik ben benieuwd wat het volgende thema is dat wordt aangesneden en wat de uitkomst zal zijn van de debatten. De discussie in Buitenhof maakte voornamelijk een diepe kloof zichtbaar. Wetenschappers die nog niet verklaarde ontwikkelingen invullen met verklaringen uit hun geloof en wetenschappers die daar geen boodschap aan hebben en stug door blijven zoeken naar wetenschappelijke verklaringen voor het nog niet verklaarde. Misschien moet de KNAW een debat organiseren met de gemeenteraad in Ede. Daar is een rel ontstaan over een ambtelijke cultuurnota, waarin is vermeld dat de moderne mens zich 35.000 jaar geleden op de Veluwe heeft gevestigd. De SGP-fractie heeft hier moeite mee, omdat zij blijft vasthouden aan de gedachte dat God de wereld, inclusief Ede, enkele duizenden jaren gelden heeft geschapen. De fractie verwacht in het CDA en de Christen Unie zoveel medestanders te vinden dat de gewraakte zinsnede moet worden geschrapt. Een debat over archeologie en religie in Ede lijkt op zijn plaats, al vrees ik dat de SGP-heren er geen millimeter door zullen opschuiven. Het is onbegrijpelijk waarom sommige gelovigen zich blijven vastklampen aan volstrekt achterhaalde opvattingen. Voor mij wordt God niet minder geloofwaardig als het scheppingsverhaal een lofzang is op de wondere wereld waarin wij leven en geen verklaring van het ontstaan van het leven en die wereld. Maar dat zullen ze mij in Ede niet nazeggen. MAB
In de nacht van zondag op maandag 19 december vorig jaar, een week voor Kerstmis, is Anneke Ravestein, weduwe van Adriaan Geense, in haar slaap overleden. Zij is 71 jaar geworden. Anneke Ravestein was een buitengewoon aimabele en vriendelijke pastor en theologe met een fijnzinnig oog en oor voor de vragen en problemen van de mensen waarvoor zij zorg droeg. Haar leven lang was Anneke Ravestein actief in de oecumenische beweging. De laatste twee jaar was zij predikante van de Waalse Gemeente te Haarlem, waar ze ook woonde. Haar proefschrift, dat ze in 1999 te Utrecht verdedigde, betrof een ‘theologisch onderzoek naar het appèlkarakter van de relatie God, de ander en ik’ met name in het werk van Levinas, Rosenzweig, Rosenstock-Huessy, Buber en Jüngel en droeg de titel De Roepende. Zij is nu door de Roepende van ons weggeroepen, zo onverwacht en midden uit een nog zeer actief leven, dat ze van niemand afscheid kon nemen. Dat geeft veel verdriet, vooral voor haar kinderen Hanno en Rachel, die al eerder plotseling afscheid moesten nemen van hun vader, haar geliefde Adriaan, prof. Adriaan Geense, voormalig studentenpastor in Heidelberg, hoogleraar dogmatiek te Groningen en van 1983 tot 1990 directeur van het Oecumenisch Instituut van de Wereldraad van Kerken te Bossey bij Genève. Na het overlijden van haar man bleef zij nog enige tijd in Zwitserland wonen, maar in 1995 keerde zij terug naar Nederland en ging zij wonen in Haarlem,
waar zij vanaf 2003 de Waalse Gemeente diende als predikante. In de oecumenische beweging heeft zij zowel in Nederland als in Genève een actieve rol vervuld. In het begin van de tachtiger jaren was zij geruime tijd lid van de sectie Geloofsvragen van de Raad van Kerken. In Bossey had zij een belangrijk aandeel in de oecumenische vorming van toekomstige kerkleiders uit vele delen van de wereld. En in de laatste jaren was zij opnieuw een toegewijd lid van de beraadgroep Geloven en kerkelijke gemeenschap van de Raad van Kerken in Nederland en voorzitter van een Nederlandse Steungroep voor het Oecumenisch Instituut van Bossey, waarmee zij hechte banden onderhield. Zij was ook betrokken bij verschillende oecumenische initiatieven in de stad Haarlem en actief in de Vrouwenbeweging. Velen in Nederland zullen haar bij lezingen en cursussen ontmoet hebben. Moge zij rusten in vrede. En mogen haar kinderen, familie en vrienden troost putten uit het vele goede dat we aan Anneke Ravestein te danken hebben.
oecumenisch bulletin, februari 2006
De eerste vergadering in 2006 bepaalde de Raad zowel bij de uitdagingen van de wereldwijde oecumene als bij de problemen in eigen huis. Op de agenda stonden zowel de voorbereiding op de komende Assemblee van de Wereldraad als de toekomstige organisatie en formatie van de Raad. Ineke Bakker doet verslag. ‘G o d , in yo u r g ra c e, t r a n sf o rm t h e w o rld ’ Van 13 - 24 februari a.s. wordt het in Braziliaanse Porto Alegre de negende Assemblee van de Wereldraad van Kerken gehouden. Het thema van de Assemblee is God, in your grace, transform the world, in het Nederlands vertaald als God, in uw genade, vernieuw de wereld. De Wereldraad, waarvan 347 kerken uit de orthodoxe en protestantse tradities lid zijn en die goede relaties onderhoudt met de Rooms-Katholieke Kerk, organiseert elke zeven jaar een algemene vergadering voor vertegenwoordigers van alle lidkerken, aangevuld met deskundigen en gasten. Hier wordt het beleid van de afgelopen periode geëvalueerd en worden de lijnen naar de toekomst uitgezet. Een belangrijk onderdeel zijn de verkiezingen voor de leden van het Central Committee, het algemeen bestuur, en van het Executive Committee, het dagelijks bestuur. De beraadgroep Geloven en kerkelijke gemeenschap van de Raad had een korte notitie geschreven over het centrale thema van de Assemblee. Anton Houtepen gaf ter vergadering een toelichting. Hij benadrukte hoe goed het is dat het thema in de vocatief is gezet: als een bede, een appèl, oproep en verplichting: laten we zo hopen, geloven en handelen dat de wereld verandert naar Gods genade. Hij wees op het verschil met het thema van het World Social Forum, dat eerder in Porto Alegre werd gehouden en dat luidde: Another world is possible (Een andere wereld is mogelijk). Vernieuwing van de wereld gebeurt niet door macht of door
natuurkrachten, maar door bekering. Sommigen zullen zich afvragen of het niet een te hard beroep op God is. Maar de vraag om Gods barmhartigheid en mededogen ontslaat mensen niet van hun verantwoordelijkheid. Houtepen noemde in dit verband de in 1999 uitgekomen Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer van de Rooms-Katholieke Kerk en de Lutherse Wereldbond. Daarin wordt het eeuwenoude conflict over de rechtvaardiging door geloof alleen of door de werken bijgelegd, omdat beide partijen tot de conclusie gekomen zijn dat de tegenstelling ten diepste een pseudotegenstelling is. Gods genade omvat de schepping, het verbond en de kerkgemeenschap, Gods ontferming over de volken. Mensen leven in en vanuit die omvattende genade. Op een vraag van Bas Plaisier, vertegenwoordiger namens de Protestantse Kerk, of er ontwikkeling zichtbaar is binnen de Wereldraad, of er iets te verwachten is van deze nieuwe theologische denkrichting binnen de Wereldraad, stelde Houtepen dat er zeker sprake is van ontwikkeling. Steeds duidelijker wordt dat God en mens niet concurreren en dat de activiteit van de mens gedragen wordt door het geschenk van het leven, doordrenkt is van gratuïteit. Ook is er onder invloed van evangelicale gelovigen en pinkstergelovigen meer nadruk gekomen op de beleving en op de heilige Geest. En in de gedachte dat de mens een handelingsinstrument van God is, valt de arminiaanse visie op de tweezijdigheid van het verbond te herkennen als een heilzame correctie op de
oecumenisch bulletin, februari 2006
eenzijdig klassiek-reformatorische leer. De remonstrantse vertegenwoordigster mevrouw Van Veen-de Graeff vroeg zich wel af of het thema niet riskant is. Het kan gemakkelijk in tegenspraak lijken met de nadruk op het doen van economische gerechtigheid, een van de belangrijkste subthema’s van de Assemblee. Houtepen roept in feite op tot een ander godsbeeld en zij vroeg zich af in hoeverre dat gedeeld wordt. De heer Bosma, vertegenwoordiger van de Basisbeweging Nederland, stelde de vraag of er binnen de Wereldraad ruimte is om de godsbeelden van de verschillende religies als gelijkwaardig te zien. Houtepen wees erop dat de afdeling voor de interreligieuze dialoog binnen de Wereldraad zwaar onderbezet is en dat de Wereldraad eigenlijk geen goed model heeft ontwikkeld voor de interreligieuze dialoog. Er is geen goede gemeenschappelijke theologie van de godsdiensten. Interreligieuze dialoog is nog nauwelijks een thema voor onderzoek. Wies Houweling, de huidige vertegenwoordigster van de Nederlandse kerken in het Centraal Comité, vertelde dat er wel een groep voor interreli-
gieuze dialoog binnen de Wereldraad wordt opgericht. Gezien de zeer uiteenlopende opvattingen tussen en binnen de lidkerken van de Wereldraad zal het onderwerp zeker ter sprake komen. Het is belangrijk dat de groep rekening houdt met de concrete verschillen in context.
T o eko m st ig e o rg an i sat ie en f o r m at ie Op verzoek van het moderamen schreef een kleine werkgroep van deskundigen onder het voorzitterschap van de penningmeester van de Raad een advies over de toekomstige organisatie en formatie van de Raad. Het moderamen legde dit advies als een denkrichting voor aan de leden van de Raad. Formele besluitvorming zal later plaatsvinden, waarbij ook rekening gehouden moet worden met het nieuwe beleidsplan en met de mogelijkheden van goedkopere huisvesting. Het advies van de werkgroep pleit voor het handhaven van een zelfstandige Raad van Kerken en het terugbrengen van de formatie van de huidige 2,7 fte (was 3,7 fte) naar 1,6 fte. Na een eerste verkennende bespreking zal de discussie later worden voortgezet.
Brazilië: ouders en vrienden van de slachtoffers van een schietpartij tijdens een stille tocht waaraan meer dan duizend mensen meededen (foto: Sadraque Santos/Imagens do Povo)
oecumenisch bulletin, februari 2006
Op zondag 15 januari jl. organiseerde de projectgroep Vluchtelingen samen met de Oecumenische Studentengemeente Utrecht een middaggebed. Aanleiding was dat steeds meer vluchtelingen en vrijwilligers rondom vluchtelingen moedeloos worden van het door de overheid gevoerde vreemdelingenbeleid. Gevolg van dit beleid is o.a.: gezinnen op straat, getraumatiseerde asielzoekers zonder hulp, en kinderen in detentiecentra. Ruim 200 mensen gaven gehoor aan de uitnodiging voor het middaggebed, onder hen ook op straatgezette asielzoekers. Tevens werd deze middag het startsein gegeven voor de handtekeningenactie ‘Vreemdelingengevangenis geen plek voor kinderen’. Een verslag van Geesje Werkman. Centraal in de dienst stonden de verhalen van zeven vrijwilligers en asielzoekers, verhalen die steeds gingen over onmacht en woede, over situaties waar vreemdelingen kapot aan gingen en gaan. Elk verhaal werd afgesloten met een gebed en het aansteken van een kaars. Menigeen zal het ‘Als alles duister is, ontsteek dan een licht in ons’ met tranen in de ogen en een brok in de keel hebben gezongen. Goed was het daarom dat we daarna ook de hoop konden delen door het steken van rode tulpen in een wereldbol van prikkeldraad, zingende het lied: ‘Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart, die mij hebt gezien, eer ik werd geboren.‘
Na het middaggebed kwam het tijdstip om de handen uit de mouwen te steken, want de Raad van Kerken startte (onvermoeibaar) een actie om handtekeningen te verzamelen onder de slogan Vreemdelingengevangenis is geen plek voor kinderen. Dr. Bas Plaisier, scriba Protestantse Kerk in Nederland, kardinaal Simonis, voorzitter RoomsKatholieke Bisschoppenconferentie, en drs. Ineke Bakker, algemeen secretaris van de Raad van Kerken ondertekenden plechtig als eersten. Daarmee was het startsein voor de actie gegeven. Alle mensen in de kerk konden
oecumenisch bulletin, februari 2006
daarna hun handtekening zetten. Ook was het mogelijk een handtekeningenlijst mee huiswaarts te nemen. Het is natuurlijk de bedoeling dat er heel veel handtekeningen worden opgehaald.
dan gepland gingen de mensen weer huiswaarts’; er viel nog veel te praten. En dat was ook de bedoeling: naast middaggebed wilde de bijeenkomst ook nadrukkelijk plek van ontmoeting en bemoediging zijn. En hoezeer het een echte ontmoeting was, Deze actie wordt ondersteund door o.a. verwoordde Nawid, een jonge moslimman uit Amnesty International, Defence for Children Afghanistan, die tijdens de dienst vertelde International Nederland, Kerkinactie, Stichdat zijn vader door de Taliban was verting Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers moord. “Nu was ik niet alleen“, zei hij tegen Humanitas, Stichting INLIA, Unicef NederBetty, die hij kent vanuit de noodopvang. land en Vluchtelingenwerk Nederland. Later Daar werd ik nu blij van. ------------------------------------------------------
Han d t e k en in g en act i e ‘V r e em d elin g en g ev an g en is g ee n p le k v o o r kin d e r en ’ v a n st art Met de handtekeningenactie wil de Raad er bij de overheid voor pleiten dat kinderen niet langer in detentiecentra voor vreemdelingen worden opgesloten. In deze gebedsdienst werden de zorgen van vluchtelingen en van allen die bij hen betrokken zijn, in gebed aan God voorgelegd. Volgens Ineke Bakker is “er een sluipende verharding en verkilling gaande, waardoor Nederland langzamerhand een ongastvrij land is geworden, een land met een vaak hardvochtig vreemdelingenbeleid, met gezinnen op straat, met getraumatiseerde asielzoekers zonder hulp. (…) Een van de meest schrijnende misstanden in ons land is dat er kinderen en jongeren in vreemdelingendetentie zitten. Hier worden grenzen overschreden die niet overschreden mogen worden.” De actie loopt tot 10 juni a.s. Handtekeningenlijsten zijn te downloaden van de website www.raadvankerken.nl of op te vragen bij het secretariaat van de Raad, tel. 033 4633844.
Een roerloze duif in de verte Een roerloze duif in de verte, weerloos mikpunt van hen die mij wel kunnen schieten. Hun striemende woorden doen pijn. Ze loeren op mij om mijn leven voorgoed te ontwrichten. Op God stel ik heel mijn vertrouwen. Ik hoef niet bang te zijn. Mijn omzwervingen hebt u opgetekend, mijn roepen gehoord, eigenhandig mijn tranen gedroogd. Gered. Ik mag wandelen onder uw hoede, voor uw aangezicht, in het licht dat mij leven doet. Op God stel ik heel mijn vertrouwen. Ik hoef niet bang te zijn. tekstbewerking: Ben Sleumer naar Psalm 56, gebed van een vluchteling
oecumenisch bulletin, februari 2006
Het is een mooi idee om op de zondag dat de negende Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Porto Alegre geopend wordt er in de Nederlandse kerken aandacht aan te besteden. Zo zijn we verbonden met al die kerken en mensen wereldwijd, en betrokken op elkaar. Ook kunnen we ons laten voeden door de spiritualiteit van het werelddeel waarin de bijeenkomst plaatsvindt. Hier onder enkele liederen, gebeden en teksten, die in dienst kunnen worden gebruikt. Voor bijbelteksten (Jesaja 61:1-4 en Lucas 4:16-30) kan de uitgave Van genade en vernieuwing, verschenen in de reeks Oecumenische Bezinning van de Raad, geraadpleegd worden.
L ie d e r en
Nederlandse tekst De vrede van God, de vrede van God, de vrede van Jezus Messias. De vrede van God voor jou en voor mij, voor iedereen om ons heen.
Herkomst: Hilversum, Nieuwe Initiatievenvieringen
Deu s , em t u a g r a ça / G o d , in u w g e n a d e Thema van de negende Assemblee van de Wereldraad van Kerken
Muziek: Louis Marcelo Illenseer Ned. Vertaling: Jan Marten de Vries
oecumenisch bulletin, februari 2006
Ook kunnen liederen gebruikt worden uit Hoop van alle volken, Zingen met Partnerkerken. Hierin staan verschillende liederen van kerken uit Zuid-Amerika met de Nederlandse vertaling.
G eb ed en en t ek st en Een volk trekt door de wereld Een volk trekt door de wereld en roept: ‘Heer kom!’ Een volk dat in dit leven de ware bevrijding zoekt. Eeuwig hopen de armen op het aanbreken van een dag rechtvaardiger, en vrij van onderdrukking. Op jou Verlosser, hebben de armen hun hoop gevestigd. Eens verloste je ons leven van slavernij en thans als slaven van de wet
die dienen uit vrees hebben wij onze hoop op jou, God van Liefde, gevestigd. De wereld in oorlog vergiet zinloos bloed. Uiteengerukte gezinnen zoeken een thuis. Op jou, God van vrede heeft heel de wereld zijn hoop gevestigd. (uit: Latijns Amerika bidt, Den Haag,1982)
Bij de opening van de dienst kan de volgende tekst worden gebruikt. Deze is vaker bij grote oecumenische vieringen is gebruikt v a v a v
In mysterie en grootheid zien wij het gezicht van God. In aardsheid en alledaagsheid herkennen we de liefde van Christus. In hoogte en diepte, in leven en dood, de Geest van God beroert ons. Laten we God prijzen.
De Nederlandse vertaling van het gebed dat door de Wereldraad aangereikt wordt om op zondag 12 februari te bidden in de kerken, staat op blz. 16.
Samenstelling: Wies Houweling en Jan Marten de Vries Informatie over de muziek:
[email protected]
oecumenisch bulletin, februari 2006
In de plenaire Raadsvergadering van 9 november jl. werd het nieuwe werkplan van de projectgroep Geweld niet gewild besproken en goedgekeurd. De komende jaren krijgt het ‘Decennium tegen geweld’ in ons land een lokale focus. Dat past bij de behoefte aan sociale veiligheid die overal in de samenleving leeft. Kees Tinga, lid van de projectgroep, geeft een toelichting op de plannen. Regelmatig verschijnen er in de media berichten over het veiligheidsgevoel van de burger. Om de een of andere reden hebben we er kennelijk behoefte aan om van elkaar te weten of we ons in onze buurt, in onze woonplaats, in dit land, of nog algemener, enigszins beschermd voelen, ons vrij durven te bewegen. Tien jaar geleden werden dergelijke onderzoeken vooral gevoed door ervaringen met ‘kleine criminaliteit’ in de sfeer van inbraken. De laatste jaren is het meer de invloed van geweldscriminaliteit – bedreigingen, vechtpartijen en berovingen – en van terrorisme, dat ons een gevoel van angst en onveiligheid berokkent.
G eg ev en s o v e r so c ia le v e il ig h ei d Gegevens over die gevoelens komen uit verschillende bronnen. Zo verschijnt er sinds het begin van de jaren negentig iedere twee jaar (sinds 2002 zelfs elk jaar) een politiemonitor. Daarin staan de resultaten van een enquête onder bewoners in verschillende (politie)regio’s, onderscheiden naar objectieve gegevens over bijvoorbeeld criminaliteit, overlast en verkeersveiligheid, en naar subjectieve gegevens over (on)veiligheidsgevoelens. Opdrachtgever is het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat op deze manier het eigen veiligheidsbeleid op effectiviteit wil toetsen en de politie wil prikkelen om haar beleid te verbeteren door nauwlettend toe te zien hoe de resultaten op onderdelen veranderen. Voor een relatieve buitenstaander is het lastig om te kunnen beoordelen wat de jaarlijkse gegevens echt voorstellen. Omdat overheid en politie
tegenwoordig met resultaatdoelstellingen werken, ijkt de verleiding wel erg groot om metingen en gegevens zoveel mogelijk met de opgegeven targets te laten sporen. Het hoeft dan ook niemand te verbazen dat er in de politiemonitoren van de afgelopen jaren sprake is geweest van een lichte daling van onveiligheidsgevoelens. Ook grote onderzoeksinstituten als CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) publiceren regelmatig gegevens over veiligheid en veiligheidsgevoel. Minder gehinderd door resultaatbelangen constateert het CBS de afgelopen jaren een lichte stijging aan onveiligheidsgevoelens onder de bevolking en ziet het ook langetermijnveranderingen zoals de accentverschuiving van inbraakgerelateerde naar terrorismegerelateerde onveiligheid. CBS-gegevens leren ons ook dat met name jonge vrouwen zich in onze samenleving het meest onveilig voelen en dat onveiligheidsgevoelens sterker aanwezig blijven bij slachtoffers van geweldsdelicten. Deze resultaten zijn aardig in overeenstemming met wat het eigen onderzoekje van de projectgroep Geweld niet gewild tijdens en na de Kerkendag aan het licht bracht. Ook kerkleden voelen zich over het algemeen veilig, het meest in hun directe omgeving. Meer dan zestig procent was wel eens getuige van geweld; één op de zeven is wel eens zelf slachtoffer geweest. En begrijpelijkerwijs is onder die laatste groep het onveiligheidsgevoel het sterkst aanwezig.
oecumenisch bulletin, februari 2006
M eer in z ic h t Naast enquêtes en peilingen is er gelukkig ook onderzoek dat dieper op de bij veiligheid spelende kwesties ingaat. Op het terrein van geweld, zowel het geweld achter de voordeur als dat in de publieke ruimte, heeft het Ministerie van Justitie een reeks studies verricht. Al die onderzoeken leveren ons stukje bij beetje meer inzicht over oorzaken en factoren die bij geweld een rol spelen. Ook de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO, een adviesorgaan voor de regering) heeft in de afgelopen jaren een indrukwekkende reeks publicaties over sociale veiligheid op zijn naam staan. In een daarvan, het rapport Sociale veiligheid organiseren (RMO advies nr 31, december 2004) staat een voor kerken interessante opsomming van factoren, die bij het bevorderen van sociale veiligheid van belang zijn en om gericht beleid vragen. Ze worden samengevat in de begrippen: overzichtelijke context, steun en toezicht, gedeeld normbesef en: kennen en gekend worden. Een deel van deze aanbevelingen kan worden vertaald naar concrete maatregelen op het terrein van de overheid (aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen en functionarissen, beleid op het gebied van kleinschaligheid enz.) Een ander deel vraagt ook een duidelijke rol van burgers en hun instituties en organisaties. Het ‘maatschappelijke middenveld’, de civil society, komt in beeld. Kerken zijn daarvan – ook op lokaal niveau – een belangrijk onderdeel. Zouden kerken zich op het gebied van preventie en bestrijding van geweld niet actiever kunnen opstellen? Ook die vraag werd in de eigen enquête gesteld. Van de respondenten vond zeventig procent dat kerken op lokaal niveau hier een taak hebben.
Raad voor het Regeringsbeleid) brachten de afgelopen jaren al enkele geslaagde buurtinitiatieven op het terrein van sociale veiligheid in kaart. Het gaat daarbij vrijwel steeds om ideeën en initiatieven van ‘gewone’ burgers die al dan niet als reactie op incidenten in het geweer komen. Ook in en vanuit kerken is een aantal van dergelijke activiteiten bekend.
P rev en t ie g ew eld in d e b u u rt Zowel de RMO als nog een andere overheidsinstantie, de WRR (Wetenschappelijke
Informatie: Ans Brandsma, tel. 030 8801901 of e-mail
[email protected]; zie ook www.raadvankerken.nl
Voor de projectgroep is het duidelijk: kerken zouden er goed aan doen om hun ervaring en deskundigheid met het bevorderen van een overzichtelijke context, met steun en toezicht, met een gedeeld normbesef en met kennen en gekend worden, te mobiliseren. De projectgroep ziet grote kansen om lokale kerken te ondersteunen bij deze rol als vredeskracht en verzoener in de directe woon- en leefomgeving. Er wordt de komende maanden contact gelegd, bijvoorbeeld met groepen die zich in de enquête van afgelopen zomer met ideeën hebben gemeld, om zo een makelaarsrol te gaan spelen bij het bekend maken en doorgeven van geslaagde kerkelijke voorbeelden van preventie en bestrijding van geweld in de eigen omgeving. Die kunnen van allerlei soort en inhoud zijn: een stadswijk is qua sociale veiligheid nu eenmaal niet hetzelfde als een dorp. In het ene geval zal er veel aandacht zijn voor een thema als interreligieuze dialoog, in het andere misschien voor het sociale isolement van ouderen of de vreedzame relaties tussen generaties of tussen boeren en milieubeweging. Contacten met onderwijs en sportverenigingen liggen evenzeer voor de hand als met een lokale overheid over hoe te handelen bij calamiteiten of geweldsincidenten. De rij van mogelijkheden is schier eindeloos.
oecumenisch bulletin, februari 2006
‘Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.’ (Jesaja 2:4 - NBV)
Met een verwijzing naar deze bijbeltekst heeft de Wereldraad van Kerken in september 2005 uitgegeven een ‘Verklaring inzake de handel in en de controle op kleine en lichte wapens’. In de context van de wereldwijde Decade to Overcome Violence, waarbij het terugdringen van (illegale) wapenhandel één van doelstellingen is, is er nu een tekst die de ernst van de zaak onderstreept en het belang van de VN-conferentie over (illegale) handel in kleine en lichte wapens (medio 2006) benadrukt. Een bijdrage van Ans Brandsma. F ei t en en ci jf e rs Per jaar worden er ongeveer 8 miljoen vuurwapens verhandeld en worden er 300.000 vernietigd via kleinschalige ontwapeningsacties. Iedere minuut valt er ergens op de wereld een slachtoffer van vuurwapens. Juist het gegeven dat men gemakkelijk aan vuurwapens kan komen is een belangrijke factor voor het gebruik van dit soort geweld, of het nu om zelfdoding, moord of het ‘oplossen’ van conflicten gaat. Bovendien, zo stelt de Verklaring inzake de handel in en de controle op kleine en lichte wapens is geweld in de media een stimulans om geweld ‘normaler’ te vinden. Geweld in de media beïnvloedt gewelddadig gedrag op dezelfde manier als reclame het gedrag van consumenten beïnvloedt; als je het maar genoeg herhaalt en als je het maar verleidelijk brengt: het is stoer, het is manlijk, het geeft je macht, etc. Ned e rl an d en w a p en h a n d el Nederland beschikt over een kleine maar gespecialiseerde defensie-industrie, voornamelijk op het gebied van de technologische wapenexpertise, zoals radars en computertechnologie. Aanvragen voor
vergunningen voor de uitvoer van militair materieel worden getoetst aan de criteria van de EU-Gedragscode inzake de Wapenexport, waaronder: de eerbiediging van de mensenrechten en het internationale recht in het land van eindbestemming, en de mate waarin de wapenleverantie van invloed is op de vrede en veiligheid in de regio. Rapporten tonen echter aan dat deze criteria door de EU-lidstaten lang niet altijd zorgvuldig in acht worden genomen en bovendien zijn ze tot op heden niet juridisch bindend. Zo belanden wapens vanuit de EU nog altijd in Nepal, Soedan, Congo, Pakistan, India en andere staten waar mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn. Nederland is ook een doorvoerland voor wapens en hanteert als beleid dat wapens afkomstig uit de zogenaamde ‘bevriende naties’ in principe niet worden gecontroleerd daar men ervan uitgaat dat het land in kwestie dit al zelf heeft gedaan. Nederland exporteert bovendien onderdelen van wapens naar verschillende landen, die vervolgens deze onderdelen gebruiken voor de eigen export van wapens. De Nederlandse regering is van mening dat deze ‘bevriende
oecumenisch bulletin, februari 2006
naties’ een goed wapenexportbeleid hebben en vindt het daarom niet nodig om zicht te hebben op de eindbestemming van de door Nederland geleverde onderdelen. Beetje naïef?
Ke r ke n in a ct i e De Wereldraad roept de lidkerken op verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om (de gevolgen van) wapenhandel: het bevorderen van lokale veiligheid, voorlichting, geweldloze conflictoplossing, terugdringen van geweld in de media, pastorale aandacht voor slachtoffers van geweld. Deze activiteiten staan ook centraal staan in het programma van de projectgroep Geweld niet gewild van de Raad van Kerken in Nederland. Maar de Wereldraad roept ook op om
als kerken druk uit te oefenen op regeringen, zodat er medio 2006 een effectieve internationale Wapenhandelwet gaat komen. Daarom zou het een mooie gedachte zijn als plaatselijke gemeenten en parochies zich – voor zover dat nog niet gebeurd is – aansluiten bij de Amnesty-campagne tegen (illegale) wapenhandel en de Nederlandse regering oproepen zich actief in te zetten voor een effectieve (internationale) wetgeving. Dus ga naar www.amnesty.nl of zoek contact met een plaatselijke Amnesty groep.
foto: Giovanni Diffidenti/Oxfam
oecumenisch bulletin, februari 2006
Wie in de kerk heeft geen vrienden, collega’s, familie, vrienden, kennissen of buren die nu wel eens benieuwd zijn 'waarom je eigenlijk naar de kerk gaat'. Die in een gesprekje over de schutting of na het openen van een tweede fles wijn op een mooie avond in de tuin of bij een vuurkorf op de camping, vragen wat je daar eigenlijk aan hebt en wat daar eigenlijk gebeurt, in die kerk. Tja, dat is nog niet zo gemakkelijk uit te leggen... ' Je zou es mee moeten gaan' , zeg je in een opwelling. ' Ja, zou ik wel eens kunnen doen.' Het klinkt nog niet enthousiast, maar ook niet onwelwillend. Maar het is nou ook zo wat om meteen agenda' s te trekken. Je laat het er nog even bij. Het komt nog wel, of niet …
In t er ci t y o p o ec u m en i s ch b r ee d s p o o r Onder de vleugels van de Raad van Kerken in Nederland zal de door de Oud-Katholieke Kerk van Nederland in 2004 ontwikkelde actie Intercity bestemming Pasen in 2006 een breed oecumenisch vervolg krijgen. Zo kunnen gelovigen uit verschillende lidkerken meedoen. Acht (kandidaat-)lidkerken van de Raad van Kerken in Nederland doen aan het project mee: Protestantse Kerk in Nederland, Rooms-katholieke Kerk, Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB, Leger des Heils, Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, Algemene Doopsgezinde Sociëteit, Basisbeweging Nederland en Oud-Katholieke Kerk.
Een treinreis door de goede week Stel het nu eens zo voor: •
De kerk in Nederland, in een zo groot mogelijke verscheidenheid, kiest één week in het kerkelijk jaar, waarin ieder parochie- of gemeentelid die kennissen, familie, buurmannen en -vrouwen, vrienden en vriendinnen royaal uitnodigt om met ons mee te doen. Om samen met ons te vieren. Al die mensen die over de rand van de kerk zijn gevallen (of geschoven) of die net over die rand proberen naar binnen te kijken.
•
En we kiezen niet zomaar een week, maar de week voor Pasen: de Goede Week. Omdat in die week immers alles samenkomt wat we als kerk geloven en belijden. De week met de kern van het verhaal van de kerk. Het verhaal van God en mens in hoogte- en dieptepunten. (En wat ook de week is waarin de dominee of pastoor op scherp staat, het koor zijn beste beurt heeft en het allesbehalve saai is. De kerk op z' n paasbest.) •
En ieder van ons stelt onze kennissen, vrienden etc. voor de uitdaging om nou juist
die week eens mee te maken. Het is als een uitnodiging voor een reis. Een treinreis langs alle vieringen en gebeurtenissen van Palmzondag tot en met de Paasmorgen. • Voor deze reis geven we ze een uitnodiging in de vorm van een treinkaartje met tijden en locaties van de vieringen in de kerk. En we er zelf ook zullen zijn … •
Voor onderweg geven we ze een reisgids: een boekje, met daarin beschreven wat er in die week allemaal te gebeuren staat en vooral ook waarom: de vieringen, de gebeden, de kleuren en de betekenis van het hele
oecumenisch bulletin, februari 2006
ritueel: Een boekje om de week mee door te komen: Intercity bestemming Pasen. •
Het boekje gebruikt de metafoor van een treinreis: we gaan met elkaar op reis langs alle stations van de Goede Week: Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, de Paaswake ... om tenslotte uit te komen op Station Paasmorgen. Een soort christelijke ' tussen de rails' , met aansprekende teksten en vormgeving. Dat boekje komt precies zeven weken voor Pasen, op 1 maart (Aswoensdag) beschikbaar. Gemeenten en parochies kunnen zelf besluiten hoe ze het boekje aan hun gasten ter beschikking willen stellen: gratis of voor de prijs van een bioscoopkaartje? •
De actie in de gemeenten/parochies krijgt landelijke publiciteitsondersteuning in de vorm van advertenties in landelijke en regionale dagbladen, aandacht op radio en televisie en op vele websites. Vanuit de participerende kerken worden de lokale gemeenten en parochies ook ondersteund met ideeën, materialen en tips hoe de actie tot een succes te maken.
• Vanaf een week voor Palmzondag wordt er ook een aparte website geopend. Met alle teksten uit het boekje en met de mogelijkheid voor iedereen om te reageren: gemeenteleden, parochianen èn gasten. • Parochies en gemeenten kunnen zelf besluiten of ze de gasten die zijn benaderd nog uit willen nodigen op een voorberei-
dings- of evaluatiebijeenkomst. Het boekje kan daarbij een leidraad zijn. Gespreksmateriaal met mogelijke ideeën voor de opzet van deze avonden is in voorbereiding en kan kostenloos worden opgevraagd. • In de vieringen van de lokale gemeenten en parochies zelf hoeft eigenlijk niets bijzonders te gebeuren. We vieren zoals we altijd vieren, wel of niet met referentie aan de actie. Er kan eenvoudig worden vertrouwd op de bestaande uitnodigende en gastvrije sfeer.
Bestellen: secretariaat van de Raad van Kerken in Nederland of bij het landelijke bureau van een van de participerende lidkerken. De boekjes zijn op Aswoensdag, 1 maart 2006, beschikbaar. Het boekje kost 5,00 per ex. incl. portokosten. Meer informatie ook via www.intercitypasen.nl
oecumenisch bulletin, februari 2006
T aak g r o ep Vl u c h t e li n g e n v an d e r a ad v an k e rk en Am s t e rd am De taakgroep Vluchtelingen van de raad van kerken Amsterdam vertegenwoordigt de raad op allerlei niveaus in de omgang met en de belangenbehartiging van asielzoekers. De taakgroep onderhoudt namens de raad contacten met talloze andere organisaties die op dit terrein werkzaam zijn, o.a. Stichting Vluchtelingenwerk Amsterdam, het Evangelisch Contact, INLIA, Vluchtelingenberaad, Justitia et Pax, de Jesuit Refugee Service te Brussel. De contacten worden veelal onderhouden door het bezoeken van elkaars vergaderingen over en weer met als doel het uitwisselen van kennis, gegevens en ervaringen.
En k el e v o o rb e eld en • Asielbeleid EU en Nederland. Gelet op het toenemend belang van het asielbeleid van de Europese Unie, o.a. inzake minimumnormen asielprocedures en het begrip ‘veilige derde landen’ was John Dardis van de Jesuit Refugee Service (inmiddels opgevolgd door Jan Stuyt) te gast bij de taakgroep. Gediscussieerd werd over het EU-asielbeleid en de consequenties daarvan ook voor de taakgroep. De taakgroep besloot dit beleid tot een vast agendapunt te maken. Op nationaal niveau volgt de taakgroep verder de ontwikkelingen rond terugkeer en vertrekcentra. Een vertegenwoordiger van de IND is uitgenodigd voor een vergadering van de taakgroep om meer
informatie te verschaffen over het terugkeerbeleid en de te volgen procedures. • Medische zorg ongedocumenteerden De taakgroep heeft gesproken met een onderzoeker van Artsen zonder Grenzen (AzG) die bezig was de medische hulp aan ongedocumenteerden te inventariseren. Via de antenne vluchtelingen van AzG houdt de taakgroep contact met AzG. Door o.a. Dokters van de Wereld wordt op dit moment een concreet Medisch Document voor ongedocumenteerden op basis van vijf pilots uitgewerkt. • Contacten landelijke Raad van Kerken De contacten tussen de taakgroep en de projectgroep Vluchtelingen van de landelijke Raad van Kerken zijn hervat. Afstemming tussen beide is wenselijk. Ineke Bakker was te gast bij de taakgroep, waarbij naast het landelijk vluchtelingenbeleid ook de rol van zowel de landelijke als de plaatselijke raad van kerken aan de orde kwam. •
Bijzondere activiteiten Op gezette tijden staat de taakgroep stil bij bijzondere activiteiten van haar leden. Zo woonden leden van de taakgroep het symposium Integration and Identity bij ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Afrika Huis. In het voorjaar van 2005 werd stilgestaan bij het 30-jarig bestaan van het Luchthavenpastoraat.
oecumenisch bulletin, februari 2006
Di ac o n aa l Ce n t r u m in L ei d en : W ij d o en i et s aan d is c rim i n at ie Het Diaconaal Centrum De Bakkerij in Leiden, de voormalige Armenbakkerij, is een modern centrum voor hulp- en dienstverlening, waar vanuit de kerken hulp gegeven wordt aan ieder die dat nodig heeft. De Gezamenlijke Diaconieën hebben er hun kantoor (diaconaal predikant, diaconaal werker en secretariaat). Daarnaast biedt De Bakkerij aan een aantal organisaties een werk- of vergaderplek. Zij werken ieder zelfstandig voor groepen mensen die in de samenleving in de knel komen. Zo werkt de eeuwenlange historie van De Bakkerij nog steeds door in het werk van vandaag. Sinds 1995 is het Meldpunt Discriminatie Leiden (MDL) bewoner van het Diaconaal Centrum De Bakkerij. De redactie van Diaconie-Bericht sprak met de projectleider Edgar Polak. Samen met een aantal stagiaires werkt hij aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie. Hoewel de meeste klachten gaan over discriminatie op de arbeidsmarkt wil hij er met klem op wijzen dat er veel meer gronden zijn waarop mensen gediscrimineerd kunnen worden en dus even zovele mogelijkheden om een klacht in te dienen. Ook het imago, dat het Meldpunt er alleen zou zijn voor allochtonen, wil hij uit de wereld helpen: iedereen kan zich gediscrimineerd voelen en kan een klacht indienen. Discriminatie is het onderscheid maken op onterechte gronden als gevolg waarvan een
individu of een groep nadeel ondervindt. Artikel 1 van de Grondwet zegt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” Deze algemene regel is verder uitgewerkt in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) uit 1994. Uit het jaarverslag 2004 blijkt dat de meeste klachten gaan over discrimineren op grond van herkomst en ras. Daarna komen klachten over discriminatie op grond van het geloof. Discriminatie en ongelijke behandeling komen het meest voor in arbeidssituaties. Ook zijn er veel klachten over politieke of publieke uitlatingen en over de uitvoering van collectieve voorzieningen. Een klacht indienen heeft altijd zin. Wanneer iemand een klacht indient, wordt bekeken of het MDL daar iets aan kan doen. Soms is steun of advies voldoende, soms verwijst het MDL naar een andere instantie. In 2005 organiseerde het Meldpunt Couleur Lokaal een bijeenkomst, waar mensen die op allerlei terreinen sociaal actief zijn, elkaar kunnen ontmoeten. Doel hiervan is om door de ontmoeting onbekendheid met elkaar weg te nemen en scheidsmuren te doorbreken. Ook de Gezamenlijke Diaconieën hebben hieraan meegewerkt. Floris Visser
oecumenisch bulletin, februari 2006
In w e r eld w ij d e v e rb o n d en h eid g ed en ke n w ij: •
week 6 (5 februari 2006): Ierland, Groot-Brittannië
•
week 7 (12 februari 2006): België, Luxemburg, Nederland
•
week 8 (19 februari 2006): Portugal, Spanje, Italië, Malta
•
week 9 (26 februari 2006): Duitsland, Frankrijk
Gebed Eeuwige, grote en goede God, Vormer en Schepper, God van vrede en liefde, wij komen tot U met kreten van wanhoop uit onze harten die gevuld zijn met hoop. Genadige Liefdevolle, jouw kerk heeft de geboorteweeën en haar eerste dagen beleefd rond de Middellandse Zee. Wees met je kerk als zij verder groeit over de wereld naar volwassenheid en eenheid. Met de kerk nog in de kracht van haar leven Bidden we om jouw gist van vorming, groei. Doe in ons een geest van gemeenschap opleven. Boetseer onze gedachten tot liefdevolle gedachten. Behoed in ons de ervaring van jouw vrede. Geef ons de moed en de veerkracht om verandering te accepteren voor onszelf en voor anderen, voor degenen die lijden en zij die dat lijden veroorzaken, voor de slachtoffers en de daders, voor al jouw mensen. In een wereld gevuld met geweld en haat geef ons de moed liefde en harmonie uit te dragen. In een wereld vol discriminatie en ongelijkheid voed ons met de zaden van eenheid en geef ons het inzicht om onze ongelijkheid te zien en te overkomen. Bereid onze harten, hoofd en handen om uw oogst te oogsten. Amen.
Gebed dat door de Wereldraad aangereikt wordt om op zondag 12 februari 2006 te bidden Vertaling: Wies Houweling en Jantine Heuvelink (zie ook pag. 6 en 7)
oecumenisch bulletin, februari 2006