De kapitaalmarktenunie: een motor voor groei voor de hele EU Op 4 juni was eurocommissaris Hill (Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie) in Amsterdam. Hij heeft een keynotespeech gegeven op de jaarlijkse Kapitaalmarktenconferentie van The International Capital Markets Association ICMA.
04/06/2015
Dit is zijn speech: " Goedemiddag dames en heren, bedankt Jeroen. Ik ben verheugd hier in Amsterdam te zijn. Deze stad heeft een indrukwekkende geschiedenis en herbergt de oudste beurs ter wereld, waar 's werelds eerste aandelen zijn uitgegeven in de VOC. Ik ken geen betere plek om de volgende stap voor dynamische kapitaalmarkten in Europa te bespreken. Veel van wat we vandaag zullen bespreken, sluit naadloos aan bij de belangrijkste zaken waaraan we werken om een sterkere eengemaakte markt voor kapitaal te bouwen. Ik ben dus benieuwd naar jullie conclusies. Ik wil ook de ICMA bedanken voor uw doorwrochte bijdrage tot ons groenboek over de kapitaalmarktenunie. Ik kom straks op een aantal van uw punten terug. Maar eerst wil ik uitleggen hoe mijn werk aan een sterkere Europese eengemaakte markt voor kapitaal binnen de algehele aanpak van de Commissie past, en toelichten wat ik hiermee probeer te bereiken, wie er baat bij heeft en op welke manier het de groei in de hele EU kan stimuleren. Dus eerst, de Commissie. Met 24 miljoen werkloze Europeanen zijn banen en groei onze hoogste prioriteit. Dat is de achterliggende gedachte voor onze nieuwe impuls voor vrijhandelsovereenkomsten en voor de uitbreiding van de eengemaakte markt – naar energie, digitale diensten en kapitaalmarkten, mijn eigen vakgebied. Grotere markten, meer concurrentie en meer handel stimuleren de economische groei en zorgen voor meer broodnodige banen. Deze impuls, waarvan ik weet dat hij velen hier in Nederland na aan het hart ligt, vormt de kern van de agenda van de nieuwe Commissie. Verder hebben we een nieuwe aanpak, onder leiding van jullie eigen Frans Timmermans, om alleen daar waar nodig te reguleren. Hij heeft een enorm tempo: dit jaar voert de Commissie maar een vijfde aan nieuwe wetgeving in ten opzichte van het gemiddelde van de vorige Commissie en we herzien tweeëneenhalf keer meer bestaande wetgeving. Frans heeft recent een nieuwe benadering van regelgeving uiteengezet die moet zorgen voor een hogere kwaliteit van nieuwe wetgeving door middel van betere effectbeoordelingen en voor efficiëntere herzieningen van bestaande EU-wetten. Ik ondersteun zijn nieuwe aanpak ten volle en volg die ook in mijn eigen vakgebied van financiële diensten. Er komt dus in de toekomst minder wetgeving, een grotere focus op een inbedding van de hervormingen van de laatste jaren en een grotere nadruk op een herziening van bestaande wetgeving.
De afgelopen vijf jaar moesten we op een hoogte tempo wetten maken terwijl het vuur van de crisis om ons heen brandde. Dat was een opmerkelijke prestatie, vooral om vanuit het niets een bankenunie te creëren. Er is geen twijfel mogelijk dat ons financieel stelsel nu sterker, beter gereguleerd en veerkrachtiger is. Niemand twijfelt aan het nieuw opgerichte kader. Maar ik denk dat het nu verstandig is om wat afstand te nemen en ons af te vragen of we alles steeds precies goed hebben gedaan; en om het gecombineerde effect van onze wetten onder de loep te nemen en te kijken of we altijd risico's en groei in evenwicht hebben weten te houden. En mocht blijken dat de regels niet in verhouding staan tot de risico's die ze moesten beheersen, of de groei niet stimuleren, dan moeten we niet aarzelen ze te wijzigen. Een van onze doelstellingen is investeringen aan te moedigen, met name langetermijninvesteringen. Daarbij moeten we natuurlijk kijken naar alle factoren die daarop van invloed zijn. Waar het investeringsplan van mijn collega Jyrki Katainen ten doel heeft om de groei op korte termijn aan te zwengelen, is het doel van mijn werk aan de kapitaalmarktenunie om investeringen op langere termijn te stimuleren. De achtergrond is genoegzaam bekend. Ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren blijven de kapitaalmarkten van de EU achter in hun ontwikkeling: onze aandelenmarkten zijn maar de helft van die in de VS. Maar Europa heeft geen tekort aan kapitaal. De vraag is dus waar dat kapitaal blijft en in hoeverre het in de economie terugvloeit. In de VS staat ongeveer een tiende van de vermogens van huishoudens op de bank. Zelfs in de solide en goedontwikkelde EU-markten ligt dat getal dichter bij een derde – en in sommige EU-markten op meer dan de helft. Nog een voorbeeld: middelgrote ondernemingen in de VS krijgen vijf keer zoveel financiering van de kapitaalmarkten als die in de EU. Het Europese kapitaal kan en moet productiever worden gebruikt. Simpel gezegd is het doel van de kapitaalmarktenunie om de beschikbaarheid van kapitaal voor de economie te verhogen en spaargeld doeltreffender aan groei te koppelen. Om bedrijven in verschillende stadia van hun ontwikkeling meer financieringsopties te bieden. Om financieringsbronnen te diversifiëren, om de traditionele rol van banken in de Europese economie aan te vullen, wat op zichzelf al zou zorgen voor meer stabiliteit door de risicospreiding. We hebben allemaal gezien wat er in de nasleep van de crisis gebeurde met lenen in landen die sterk afhankelijk zijn van bankfinanciering, ook hier in Nederland. Het diversifiëren van financieringsbronnen helpt ervoor te zorgen dat kapitaal, in goede en slechte tijden, optimaal blijft stromen, waardoor onze economieën veerkrachtiger worden. Bedrijven zouden er baat bij hebben om eenvoudiger kapitaal bijeen te brengen en meer financieringsmogelijkheden ter beschikking te hebben, zowel in eigen land als daarbuiten. Zelfs in delen van de EU waar er geen tekort aan bankleningen is, hoor ik vaak van kleine en middelgrote ondernemingen met innovatieve ideeën en een hoger risicoprofiel dat ze niet aan de nodige financiering kunnen komen. Dit is een overal terugkerend thema. We kennen allemaal wel voorbeelden van Europese ondernemers en innovatoren die voor financiering naar de VS zijn gegaan. Welnu, ik wil de financiering in Europa zo inrichten dat bedrijven de keuze hebben om in de EU te blijven, mensen aan te nemen en te groeien. Banken zijn hier ook bij gebaat. Een van onze prioriteiten is om een EU-markt voor effectisering te bouwen. Zodoende worden de bankbalansen ontlast waardoor banken meer kunnen uitlenen. Ik zie de kapitaalmarktenunie hier als een aanvulling op de cruciale rol van
banken bij het uitlenen aan de economie, waardoor voor het hele stelsel meer financiering beschikbaar wordt gemaakt. Mensen die voor hun toekomst en hun pensioen sparen, hebben een breder scala aan betaalbare investeringsmogelijkheden tot hun beschikking. Institutionele beleggers – zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen – hebben profijt van onze nadruk op de ondersteuning van investeringen in langetermijnprojecten. En ik weet dat hier in Nederland, met grote pensioenfondsen en goed ontwikkelde pensioenproducten er veel interesse bestaat voor het potentieel van een "29e regeling voor een Europees pensioenfonds". Wat pensioenfondsen betreft, hoop ik dat de pensioenfondsensector verheugd zal zijn over het besluit dat de Commissie morgen zal vaststellen om pensioenfondsen nog twee jaar langer van de clearingverplichting in het kader van EMIR vrij te stellen; dit biedt de zekerheid waarnaar de bedrijfstak begrijpelijkerwijs op zoek was. Alle EU-lidstaten hebben er baat bij dat hun bedrijven op betere voorwaarden toegang tot diepere kapitaalbronnen krijgen. Voor mij is dat een klassiek project van de eengemaakte markt. Het komt ten goede aan alle 28 lidstaten en wordt door alle 28 ondersteund. Ik heb ook positieve steun van het Europees Parlement gekregen. Mijn beginsel is om een sterkere eengemaakte markt van onderaf op te bouwen en te bedenken hoe we bestaande markten beter kunnen laten functioneren. Daarom zijn we begonnen met een groenboek om alle bestaande obstakels en belemmeringen in beeld te brengen. Om die analyse goed te doen, hebben we de input van de lidstaten, de consumenten en het bedrijfsleven nodig. Zij weten het beste waar de obstakels zitten, waar de schoen knelt, wat investeringen in bedrijven in de hele EU belemmert of wat voor beperkingen zorgt bij de verkoop van producten in de hele EU. Ik wil dat de kapitaalmarktenunie samen met de sector wordt ontwikkeld, en niet wordt opgedrongen. We hebben meer dan 400 antwoorden gekregen op het groenboek en zijn nu bezig daar doorheen te gaan. Dat zal ons helpen een beeld te krijgen van de grootste obstakels, en daarna zullen we uitwerken hoe we die kunnen aanpakken, een voor een en stap voor stap. Dat wordt een ambitieus project van lange adem – meer een marathon dan een sprint. Maar die noodzaak voor langetermijninspanningen moet tevens samengaan met een snelle impuls. Daarom werken we zo snel als we kunnen aan snelle securitisatiemaatregelen en aan een herziening van de Prospectusrichtlijn. Ik heb voor beide initiatieven sterke steun ontvangen, ook van de Nederlandse regering. Ik zal nu focussen op vier gebieden waar we onze inspanningen concentreren. Ten eerste, een betere toegang tot financiering. Dat is in Nederland een minder groot probleem dan in bepaalde landen waar minder dan een derde van het MKB het krediet krijgt waar het om vraagt, terwijl in weer andere landen dat meer dan 80% is. We willen het voor kredietwaardige bedrijven gemakkelijker maken om de benodigde financiering te kunnen krijgen. Derhalve onderzoeken we hoe we de barrières voor markttoegang kunnen slechten, en daartoe verlagen we de lasten in de Prospectusrichtlijn, die tientallen of zelfs honderdduizenden euro kunnen kosten om te produceren en honderden pagina's dik zijn geworden. We bekijken verder op welke manier we de kredietinformatie over het mkb toegankelijker kunnen maken voor potentiële investeerders, zonder onnodige bureaucratie voor het mkb.
We willen financieringsbronnen diversifiëren door obstakels voor nieuwe financieringskanalen voor onze bedrijven en infrastructuurprojecten op te ruimen. Daarom willen we, samen met de ECB en de Bank of England, de markt voor effectisering in Europa weer op gang brengen, door middel van een kader voor zeer transparante, eenvoudige en gestandaardiseerde producten. Hoewel de verliezen op Europese securisaties erg laag zijn, blijven onze markten hangen op een derde van het pre-crisisniveau. De deur blijft potdicht voor de slechte praktijken uit het verleden, maar vooruitgang op dit gebied kan een positief verschil maken voor langetermijninvesteringen door het beleggerspubliek te verbreden met meer langetermijninvesteerders, zoals verzekeringsmaatschappijen en fondsbeheerders. Een andere verbetering is het Europese ecosysteem voor durfkapitaal. Als onze durfkapitaalmarkten zo groot zouden zijn als in de VS, zou tussen 2008 en 2013 een bedrag van 90 miljard euro beschikbaar zijn geweest voor financieringsmaatschappijen. We moeten niet alleen opnieuw kijken naar de regels voor EU-durfkapitaalfondsen maar ook naar het bredere plaatje van aandelenfinanciering in de EU. Ik weet dat velen onder u het ermee eens zijn dat we onderzoek gaan doen naar het potentieel van crowdfunding en andere gebieden van financiële innovatie waar nieuwe financieringsmodellen opkomen: ik heb later vandaag een vergadering met een aantal Nederlandse crowdfundingplatforms. We hebben behoefte aan transparantie, keuze en concurrentie als we willen dat spaarders meer gaan investeren. De komende maanden breng ik een groenboek uit over financiële retaildiensten om beter te begrijpen hoe we consumenten kunnen helpen met een betere toegang tot meer producten en met betere diensten en lagere prijzen. Ik verwelkom opnieuw de inzichten van de Nederlandse regering op dit gebied. Ik wil mijn bijdrage leveren en investeringen voor een langere duur laten stromen. En ofschoon ik niet geloof dat beleidsmakers de markten moeten dwingen zich op een bepaalde manier te gedragen, denk ik wel dat we een rol kunnen spelen bij de ondersteuning van marktactiviteit. Verzekeraars bijvoorbeeld, die een vermogen van 8,5 biljoen euro beheren, hebben afgelopen oktober onder de gedetailleerde regels van Solvabiliteit 2 een aantal prikkels voor langetermijninvesteringen gekregen. Maar er moet hier nog meer gebeuren, en EIOPA onderzoekt deze zaken en brengt eind juni daarover bij mij verslag uit. Verder met een onderwerp dat u aan het hart gaat: we willen het potentieel ontsluiten van onderhandse plaatsingen als financieringsbron voor grote en middelgrote ondernemingen, om van institutionele beleggers te lenen. Deze markten werken goed in de VS, daar is meer dan 46 miljard euro opgehaald. Ze werken minder goed in Europa, met slechts 20 miljard euro op deze manier gefinancierd en ongeveer drie kwart daarvan geconcentreerd in Duitsland en Frankrijk. We willen dit kanaal in Europa uitbreiden. Ik voelde me sterk aangemoedigd door de PanEuropean Corporate Private Placement Guide die ICMA in februari heeft uitgebracht, niet het minst omdat ik vind dat we niet altijd als eerste optie naar wetgeving moeten grijpen. Maar nu we een paar maanden verder zijn, ben ik benieuwd welke vooruitgang is geboekt, welke concrete projecten hieruit zijn voortgekomen en wanneer we de eerste succesvolle uitgiften onder deze regeling mogen verwachten. Zoals u weet, heeft de Europese Commissie in onze recentste raadpleging over de kapitaalmarktenunie vragen gesteld over onderhandse plaatsingen. De meeste respondenten adviseerden ons niet te reguleren maar marktgeleide initiatieven te ondersteunen. Zij zouden
actie op EU-niveau willen zien met betrekking tot belastingen, samenhang met andere wetgeving en, in het bijzonder, enige harmonisatie en verduidelijking ten aanzien van de toepassing van bronheffing op onderhandse plaatsingen in de EU-lidstaten. We zitten nog vroeg in de onze analyse van de antwoorden op de raadpleging, maar we zullen zeker nadenken over deze feedback bij het voorbereiden van onze volgende stappen. Het groenboek bracht ook welbekende zaken op betreffende het effectenrecht, belastingen en insolventie, waarin op goede gronden verschillen bestaan, maar zij kunnen ook investeringen afschrikken of onzekerheid scheppen. Het behandelt ook toezicht, waar het succes van hervormingen afhangt van de consequente toepassing van de regels en waar de Europese toezichthoudende autoriteiten hebben geholpen bij het bevorderen van toezichtconvergentie. Ik wil hier kort een ander punt noemen dat de ICMA naar voren heeft gebracht en waar we in het groenboek ook naar hebben gekeken: het grensoverschrijdend gebruik van onderpand. In recente papers van de ICMA is dieper ingegaan op het belang van onderpand om het functioneren van kapitaalmarkten te schragen. Het is algemeen aanvaard dat de algemene vraag naar onderpand de afgelopen jaren is toegenomen. Wetgevingshervormingen zoals de verordening kapitaalvereisten hebben hierbij zeker een rol gespeeld. En hervormingen, zoals de toekomstige technische normen over de uitwisseling van bilaterale marges in het kader van de EMIR, zorgen voor een toenemende vraag naar onderpand, vooral onderpand van hoge kwaliteit. Maar veranderende marktpraktijken na de crisis hebben ook een belangrijke rol gespeeld en hebben geleid tot een toename in het gebruik van gewaarborgde financieringsvormen. Ik deel uw mening ten volle dat we zeer voorzichtig moeten zijn met financiële regelgeving inzake het verkeer van onderpand ter bescherming tegen potentiële systeemrisico's, zonder het functioneren van de markten te belemmeren. We zullen hier goed over nadenken bij het plannen van onze volgende stappen. Ik wil ook nog iets zeggen over kredietverenigingen – een onderwerp waarin Nederland geïnteresseerd is. Die vormen een vast onderdeel van het financiële stelsel in een aantal lidstaten, zoals het VK en Ierland. Deze regelingen, die vaak binnen een gemeenschap zijn gefundeerd, bieden een waardevolle bijkomende financieringsbron voor de economie, met name voor kleine bedrijven. Ik verwelkom ze zeker, vooral in de context van onze impuls, middels de kapitaalmarktenunie, om onze kleine bedrijven een betere toegang tot financiering te geven. Daarom ben ik verheugd dat de Nederlandse autoriteiten zich in de laatste fase van voltooiing van een nieuwe wetgevende regeling voor kredietverenigingen bevinden. Mij is gevraagd of het mogelijk is dat de Commissie kredietverenigingen uitsluit van het Europese bankenrecht: VKV en RKV IV. Nederlandse parlementariërs en minister Dijsselbloem hebben mij hierover aangesproken. Vanwege hun kleine omvang en de beperkte financiële risico's die ze vormen, en het feit dat de middelgrote en grote kredietverenigingen aan specifieke prudentiële en toezichtsregelingen worden onderworpen, mag ik vandaag aankondigen dat de Commissie bereid is deze vrijstelling voor Nederlandse kredietverenigingen te onderzoeken. Ik zal mijn ambtenaren vragen hiermee zo spoedig mogelijk aan de gang te gaan.
Het optuigen van een eengemaakte kapitaalmarkt is ook een gelegenheid voor de financiële dienstensector om opnieuw zijn nut voor de bredere economie aan te tonen. De aard van de recente crisis heeft gezorgd voor een perceptie van de financiële diensten als een bron van problemen, en de oplossing daarvoor kwam op de schouders van de maatschappij terecht. Ik geloof dat de hele economie een goedlopende financiële dienstensector nodig heeft. Ik wil dat dat weer duidelijk wordt, zodat de mensen zien dat de investeringsstroom van de sector voor banen en welvaart zorgt. Verder wil ik ervoor zorgen dat het kapitaalmarktenunieproject ten goede komt aan alle 28 lidstaten, niet alleen aan die met goedontwikkelde kapitaalmarkten. Geld moet naar bedrijven en projecten kunnen stromen, waar dan ook in de EU. Tegelijk moeten die landen die deskundigheid en ervaring in specifieke financiële sectoren hebben ontwikkeld – zoals Nederland onder meer op het gebied van pensioenfondsen – daarop kunnen voortbouwen in een markt van 500 miljoen mensen, zodat de financiële centra van Europa hun waarde niet alleen aan hun eigen consumenten en investeerders, maar aan heel Europa kunnen bewijzen. Ik hoop dat u het met me eens bent dat we een grote kans hebben om een sterkere eengemaakte kapitaalmarkt te bouwen met alle voordelen die dat voor de Europese economie brengt. Ik zal in september een actieplan publiceren waarin ik de route naar de kapitaalmarktenunie zal uiteenzetten. Daarnaast brengen we voorstellen uit over securisatie en de Prospectusrichtlijn. We werken dus hard en gedreven verder. Hoewel het bijna 60 jaar geleden is dat in het Verdrag van Rome een verplichting over het vrije verkeer van kapitaal is opgenomen, denk ik dat we nu een goede politieke kans hebben om een nieuwe poging te wagen een aantal oude uitdagingen te overwinnen. Dat is een kans die ik van plan ben te benutten. " --- END OF SPEECH ---