Cees de Bondt
De kaatsbanen in Den Haag
1
D a e r sy over 't koortjen net, de b a l scheeren met 't racquet...
2
Inleiding N a a r de historie v a n de tennissport i n N e d e r l a n d is opvallend weinig onderzoek v e r r i c h t .
3
I n de tennisliteratuur wordt over het algemeen met een aantal regels hierover i n de aanhef volstaan. H e t gebrek aan gedrukte b r o n n e n over dit onderwerp vergt v a n de p o t e n t i ë l e o n derzoeker een extra i n s p a n n i n g . H i j moet het doen met incidentele verwijzingen i n historische werken v a n uiteenlopende aard. A a n de andere kant werkt het besef tijdens het onderzoek ongebaande wegen te betreden inspirerend; het is een constant aanwezige prikkel n o g iets verder te graven. E e n bezoek a a n de gemeentelijke archieven blijkt niet direct succes op te leveren; ingangen op tennis, voor zover aanwezig, dateren v a n deze eeuw. D i t is niet verwonderlijk. D e oudste tennisvereniging v a n ons l a n d heeft niet l a n g geleden haar 100j a r i g bestaan gevierd. D e t e r m 'tennis' zullen we d a n ook i n de Nederlandse archivalia v a n voor 1875 niet aantreffen. N i e t t e m i n werd reeds een aantal eeuwen daarvoor een balspel gespeeld dat grote overeenkomst vertoonde met het tennis zoals we dat n u kennen. H e t stond echter bekend onder een andere n a a m . V o o r de o e r v o r m v a n het tennisspel dienen we onze aandacht te richten op het F r a n k r i j k v a n de middeleeuwen. D e Franse m o n n i k e n uit de 12e eeuw hadden tussen h u n godsdienstige verplichtingen door behoefte aan lichamelijke ontspanning. I n h u n kloosterhof n a m e n zij openingen i n de Gotische galerijen met een b a l onder vuur. E e n andere m o n n i k moest proberen de b a l terug te slaan. H o e het spel hier precies beoefend werd en volgens welke regels valt slechts te gissen. D i t balspel z o u uitgroeien tot het tijdverdrijf van de geestelijke en werd zelfs zo enthousiast beoefend dat de kerkelijke autoriteiten gedwongen waren het spel voor een bepaalde periode te verbieden daar het ten koste ging v a n de godsdienstoefeningen. Aanvankelijk bleef het balspel met de h a n d , i n FrankrijkjVu depaume (paume = h a n d p a l m ) genaamd, verborgen b i n nen de m u r e n v a n het klooster. L a n g z a m e r h a n d verbreidde het z i c h naar binnenplaatsen en pleinen v a n steden en dorpjes, terwijl n u ook het gewone volk het spel ging spelen. I n het begin v a n de 15e eeuw deed zich een belangrijke nieuwe o n t w i k k e l i n g voor bij de beoefening van dit balspel. M e n ging gebruik m a k e n v a n een handschoen, later een slaghout of 'palet' e n vanaf het begin v a n de 16e eeuw v a n een racket. D e b a l k o n hierdoor harder worden geslagen en bovendien werd de h a n d ontzien. H e t spel werd enerverender, m a a r h a d als betreurenswaardige consequentie dat de ballen regelmatig bij de omwonenden door de ruiten vlogen. D o o r m i d d e l v a n ordonnanties werd Yietjeu de paume, beoefend b i n n e n de 1
Ik wil Susanne Onel en Peter Sigmond bedanken voor hun commentaar op eerdere versies van deze studie.
2
Kinderwerck ofte Sinnebeelden van de spelen der kinaeren (nr. 10: Van Kaetsspel), Jacob Aertsz. Calom (Amsterdam
3
1626). De meeste informatie over de historie van het kaatsen verschaft ons de bewonderenswaardige studie van J.J. Kalma, Kaatsen in Friesland (Franeker 1972). Het standaardwerk over de geschiedenis van h e t > « depaume in Frankrijk is van de hand van A . de Luze, La magnifique histone du Jeu de Paume (Parijs 1933). Voor de historie van het tennis in Groot Brittannië raadplege men: Lord Aberdare, The Willis Faber Book of Tennis and Rackets (Londen 1980). Een bijzonder belangwekkende geschiedkundige studie over met name de etymologie van de tennistermen vinden we in: H . Gillmeister, Aufschlagfür Walther von der Vogelweide ( M ü n c h e n 1986).
83
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
_
2-
-J
Afb. 1 Het balspel in het klooster. De bal wordt via het dak aangespeeld. Londen, The British Library, M s . Harl. 4375, f. 151 . v
vesten, door de overheid beperkt. H e t probleem ten gevolge van de schade die veroorzaakt werd door de rondvliegende ballen k o n grotendeels worden opgelost door voor dit balspel een m i n o f meer g e ï s o l e e r d e ruimte te c r e ë r e n ; een door vier m u r e n afgebakend strijdperk. I n de loop v a n de 16e eeuw werden de jeu de pa.ume-ba.nen steeds vaker overdekt en wat betreft de afmetingen gestandaardiseerd. B i n n e n deze overdekte ruimte was m e n voor zijn recreatie niet meer afhankelijk van het jaargetijde. D e sport werd wel iets exclusiever, een dergelijke b a a n moest gehuurd worden. H e t balspel dat gespeeld werd op pleinen en i n het open veld heette i n F r a n k r i j k la- longue paume. H e t spel dat zich i n de vaak overdekte ruimte ontwikkelde, wordt beschouwd als de voorloper v a n de tennissport. D e z e versie, i n F r a n k r i j k la courte paume genoemd, waarbij veelal gebruik werd gemaakt van een racket en waarbij een net de twee speelhelften scheidde, zal i n deze studie d a n ook voornamelijk worden belicht. Het jeu depaume mocht zich i n de 16e eeuw i n F r a n k r i j k i n een enorme populariteit verheugen. Z o berichtte S i r R o b e r t D a l l i n g t o n , een Engels edelman, het thuisfront i n zijn reisverslag dat er onder de Franse b e v o l k i n g evenveel 'tennis'-spelers te v i n d e n waren als bierdrinkers i n zijn moederland en dat het aantal 'tennis-banen het aantal kerken hier n o g over4
trof. E e n voorzichtige r a m i n g van omstreeks 1600 spreekt v a n 250 overdekte paume-banen voor de stad Parijs met zijn circa 300.000 inwoners. D e paume-banen werden over het algemeen v e r h u u r d aan maitres-paumiers. Z i j k u n n e n beschouwd worden als de voorlopers van onze huidige tennistrainers. I n 1571 verkreeg het gilde van maitres-paumiers koninklijke goedkeuring. K a r e i i x liet i n de statuten van dit gilde vastleggen dat de paumiers gerechtigd waren i n deze waardige en gezonde v o r m van o n t s p a n n i n g les te geven. O o k werd v a n hen verwacht dat zij i n staat waren rackets en ballen te fabriceren en zo n o d i g te repareren. V a n a f de 14e eeuw is het jeu de paume i n vrijwel geheel W e s t - E u r o p a gespeeld door alle lagen v a n de bevolking. I n E n g e l a n d stond dit spel bekend als 'tennis', zoals we reeds van S i r R o bert D a l l i n g t o n hebben vernomen. D e eerste v e r m e l d i n g van de term 'tennis' v i n d e n we 4
84
R . Dallington, The View of Fraunce ( L o n d e n 1603).
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
5
reeds i n 1399. I n de N e d e r l a n d e n werd voor het jeu de paume de o m s c h r i j v i n g 'kaatsen' of 'kaatsspel' gebruikt.
6
Het kaatsspel in de Nederlanden H e t w o o r d 'kaatsen' associeert de H o l l a n d e r met een balspel dat heden ten dage n o g wordt gespeeld i n F r i e s l a n d . H i j kent de u i t d r u k k i n g 'wie kaatst k a n de b a l verwachten' en uit het geschiedenisboekje 'de eed op de kaatsbaan'. D a t het kaatsen de voorloper is van alle racketsporten, de tennissport i n het bijzonder, zal slechts weinigen bekend zijn. K a a t s e n was vroeger i n heel N e d e r l a n d zeer populair. D i t blijkt duidelijk uit de talrijke verbodsbepalingen hierover i n allerlei middeleeuwse keuren. I n de oudste keurboeken van R o t t e r d a m valt te lezen dat het verboden was 'te caetsen off teneysen op die strate off opt 7
kerkhoff'. D i t was i n 1401. I n 1463 was het i n L e i d e n slechts toegestaan te kaatsen op de 8
openbare straat ' b i consent desghene v a n diens huyse dat m e n kaetst'. D e meeste balspelen die overlast k o n d e n bezorgen voor de bewoners werden verbannen naar buiten de stadspoorten. O p 12 augustus 1564 werd i n A m s t e r d a m een keur uitgevaardigd, waarbij het verboden 9
werd o m elders te kaatsen d a n i n de 'kaetsbaenen tottet kaetsen gemaeckt'. W e zijn hier aangeland bij het Franse la courte paume, het kaatsspel gespeeld b i n n e n vier m u r e n . H e t boekwerkje ' D a t K a e t s p e l Ghemoraliseert' van de h a n d van J a n van den Berghe uit Brugge verschaft ons een indicatie hoe het spel werd gespeeld. H i j schreef dit 'tractaet' i n 1431 en het werd voor het eerst gedrukt i n L e u v e n i n 1471. E e n dak bleek een eerste vereiste bij het kaatsen, net zoals dat oorspronkelijk al het geval was geweest i n de Franse kloosterhoven v a n de 12e eeuw: 'so pleghen de speelders te souckene een goede stede o m m e te speelne, daer eene goet hoghe dack sy...' V i a dit dak werd de b a l door de 'opslaender' naar zijn tegenstanders) geslagen en zo k o n zich een slagenwisseling ontwikkelen b i n n e n de grenzen van de kaatsbaan, d a n wel op een als z o d a n i g functionerend plein of hof. I n de middeleeuwen was het verder gebruikelijk o m een inzet te spelen. D e z e werd voor het begin van de partij afgesproken: 'de kaetsers pleghen overeen te draegene hoe diere dat sy speelen willen... so pleeght m e n geit o f pant by te stellen...' V a n den Berghe behandelt ook de puntentelling bij het kaatsspel van de 15e eeuw. D e tennisser zal er veel i n herkennen. O m een spel te w i n n e n diende een van de partijen i n 4 w i n nende slagen 60 punten te maken. M e n dient zich hierbij het volgende te realiseren: een centraal getal i n de middeleeuwen was 60 (we denken aan het aantal m i n u t e n per u u r en aan het getal 70 i n het Frans: soixante-dix; zestig en tien). E l k e winnende slag leverde dus 60 gedeeld door 4 is 15 punten op. D e tussenstanden die i n ' D a t K a e t s p e l ' genoemd worden zijn d a n ook: 15, 30, 45 en 60 of spel. O n z e schrijvende kaatser uit Brugge voegt er met bet r e k k i n g tot de puntentelling n o g aan toe, dat i n d i e n een v a n de twee partijen twee kaatsen, d.w.z. twee slagen b u i t e n bereik van de tegenstander heeft gemaakt, de partijen van speelhelft wisselen: 'so gaen sy b u y t e n die daer b i n n e n waren, ende die b u y t e n waren die gaen b i n n e n speelen...' 5 6 7 8 9
10
Gower, In Praise of Peace, 'of the tenetz to winne or lese a chace'. E . E. L. Mellema, de Schat der Duytscher tale met de verklaringe in Francoys (Rotterdam 1618). De term 'kaatsen' is ontleend aan het Franse 'chasser'; het 'jagen' van de bal. J.W.R Drost, Het Nederlands Kinderspel voor de 17e eeuw ('s-Gravenhage 1914) 64. J . ter Gouw, De Volksvermaken (Haarlem 1871) 37. Gemeentearchief Amsterdam (GAA), Keurboek F, 151v.
85
De kaatsbanen in Den Haag
Afb.
2
A . S a n d e r u s , u i t F l a n d r i a I l l u s t r a t a . B r u s s e l , D e K o n i n k l i j k e B i b l i o t h e e k . E e n deel v a n het
P r i n s e n h o f te B r u g g e i n 1562. H i e r w o r d e n d r i e v o r m e n v a n h e t k a a t s s p e l b e o e f e n d . O p d e v o o r g r o n d w o r d t h e t longue paume-spel g e s p e e l d , d a a r a c h t e r h e t la courte paume o p d e twee o m m u u r d e b a n e n .
De
k a a t s b a a n l i n k s b o v e n , m e t het gat i n de v o o r m u u r e n h e t n e t z i c h t b a r e a f d a k a a n d e l i n k e r z i j d e , is te v e r g e l i j k e n m e t de b a a n d i e o p h e t H a a g s e B i n n e n h o f heeft g e s t a a n .
Bijna een eeuw na van den Berghe verschaft een beroemd Hollander ons verdere aanknopingspunten over een aantal specifieke aspecten van het kaatsspel. Desiderius Erasmus publiceerde in 1522 zijn 'Colloquia'. Dit zijn literaire schetsen, voorzien van een educatief tintje, over het dagelijkse leven in de 16e eeuw. Erasmus behandelt onder andere het 'balslaan' aan de hand van een samenspraak tussen 2 jongelingen, Nicolaus en Hieronymus. Het verloop van een kaatspartij is hier gemakkelijker te volgen dan bij de droge opsomming van spelregels van het 'tractaet' uit Brugge. Nicolaus: Niets oefent alle lichaamsdelen beter dan het balslaan met de vlakke hand, maar het is geschikter voor de winter dan voor de zomer. Hieronymus: Het zweten zal minder zijn als we met een 'reticulum' (Latijn voor 'visnet', hier racket) spelen. Werp de bal naar het dak, wie gegooid heeft zonder iets te zeggen heeft voor niets gespeeld. Nicolaus: Nu, vang dan. Uit deze conversatie blijkt dat er in het begin van de 16e eeuw zowel met de hand als met een racket werd gespeeld. De twee jongelingen speelden klaarblijkelijk in de buitenlucht. Pas later in de 16e eeuw werden, zoals reeds gemeld, de kaatsbanen in Nederland overdekt. 10
G i l l m e i s t e r , Aufschlag,
passim. D e z e Duitse deskundige o p het gebied v a n de middeleeuwse letterkunde
een interessante zienswijze over het ontstaan v a nveel balsporten. H i j betoogt dat veel v a ndeze sporten
heeft zijn
v o o r t g e k o m e n u i t d e m i d d e l e e u w s e r i d d e r l i j k e t o e r n o o i e n . V o o r d e r i d d e r s u i t h e t F r a n k r i j k v a n d e 11e e e u w w a r e n deze toernooien e e n voortzetting v a n de oorlog. E e n strategisch belangrijke d o o r g a n g , m e t n a m e e e n b u r c h t p o o r t , w e r d d o o r twee g r o e p e n r i d d e r s a a n g e v a l l e n respectievelijk v e r d e d i g d . E r z i j n b e s c h r i j v i n g e n gev o n d e n w a a r i n e e n r i d d e r d i e d e p o o r t t r a c h t t e te v e r o v e r e n , w e r d v e r v a n g e n d o o r e e n b u n d e l h o o i . D e z e b u n del w e r d terversteviging i n een bepaalde stof gewikkeld, welke ' b a l ' d o o r de aanvallende partij o p enigerlei wijze b i n n e n de poort o f ' d o e l ' moest w o r d e n gebracht. I n d i e n dit gelukte w e r d e n de rollen o m g e d r a a i d . I n F r a n k r i j k w e r d e n d e z e r i d d e r s p e l e n ' p a s d ' a r m e s ' g e n o e m d . O o k v a n d e n B e r g h e heeft h e t i n z i j n b e s c h r i j v i n g v a n h e t kaatsspel over het naar 'buyten' e n naar ' b i n n e n '
86
gaan.
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
H i e r o n y m u s zet ons op het spoor van de etymologie van het w o o r d 'tennis'. N i c o l a u s m a g de b a l niet onaangekondigd naar de ontvanger spelen; zijn ' v a n g d a n ' l u i d d e i n het F r a n k r i j k van de middeleeuwen 'tenetz'. D e z e t e r m werd door de Engelsen gelezen met de k l e m t o o n op de eerste lettergreep en v i a 'tenez' verbasterd tot 'tennis'. D i t geeft ons meer inzicht i n de b e n a m i n g 'teneysen', die als o m s c h r i j v i n g v a n het kaatsspel voorkomt i n 15e eeuwse keuren i n H o l l a n d . E r a s m u s stipt n o g twee karakteristieke onderdelen van het kaatsspel aan, namelijk de inzet bij de kaatspartij en het m a k e n v a n een kaats. N i c o l a u s wilde eigenlijk o m niet spelen, m a a r H i e r o n y m u s voert aan dat e n i g risico het spel opwindender maakt. D e twee partijen besluiten o m een maaltijd te spelen. O p zeker m o m e n t wordt tijdens de 'wed'strijd een kaats gemaakt: N i c o l a u s : M e r k de kaats (signa t e r m i n u m ) met een steentje of met je hoed. S l a de b a l weer op. Weer een kaats, we hebben twee goede kaatsen geslagen. H i e r o n y m u s : Z i j k u n n e n verbeterd worden. N i c o l a u s : Z i j k u n n e n ook verdedigd w o r d e n (door de b a l moeilijker aan te spelen)'. D e twee partijen wisselen van speelhelft. D e andere partij, N i c o l a u s slaat op en H i e r o n y m u s retourneert: H i e r o n y m u s : W i j zijn het eerste merkteken voorbij, wij hebben 15 punten. H e t m a k e n en verdedigen van een kaats is een gecompliceerd, m a a r ook zeer wezenlijk onderdeel van het oorspronkelijk kaatsspel'.
11
I n het tennis, zoals we dat n u spelen, is er niets
van terug te v i n d e n , wellicht op het wisselen v a n speelhelft na.
De kaatsbaan op het Binnenhof te Den Haag
12
H o e het kaatsspel zich i n N e d e r l a n d heeft ontwikkeld van het zogenaamde la longue paume tot de la courte paume-vsxi&nt valt af te lezen aan de veranderingen die de kaatsbaan op het Haagse B i n n e n h o f i n de loop der eeuwen heeft ondergaan. I n de 14e eeuw onthaalde H e r t o g A l b r e c h t v a n Beieren, tevens graaf van H o l l a n d , zijn gasten op het B i n n e n h o f op ridder- en steekspelen. H i j is de eerste bewoner v a n het B i n n e n hof bij wie w i j , i n het j a a r 1388, een verwijzing naar het kaatsspel aantreffen: 'ghepaveyt 13
daer m y n heer te kaetsen pleeght...' D e z o o n van H e r t o g A l b r e c h t , W i l l e m v a n Oostervant, verbleef ook regelmatig op het H o f . D e z e W i l l e m , de latere G r a a f W i l l e m v i , was bijzonder verknocht aan het kaatsen; hij verspeelde bij een kaatsspel i n Stavoren zijn halsketting, die hij met 26 Franse k r o n e n weer 'loste'.
14
I n de 15e eeuw l a g de kaatsbaan of kaatshof naast de ' G r o o t e Sael' (nu R i d d e r z a a l ) : 'die 15
m u y r besyden die groote sael gehoight, daer m e n caetst...' Wellicht was er hier op de vrije 11 E e n gemaakte kaats leverde dus niet direct een punt op. M e n kan het zien als een uitgesteld punt, dat pas wordt gewonnen als men een betere, dus diepere kaats heeft geslagen. Bepalend hierbij is de plaats of lijn waar de bal voor de tweede maal stuit. 12 Veel gegevens over de bouwgeschiedenis van het Binnenhof zijn te vinden i n : G . C . Calkoen, ' H e t Binnenhof van 1247-1747', Jaarboek Die Haghe (1902) 35-182; Jaarboek Die Haghe (1903) 144-174. 13 Die Haghe (1902) 149. 14 Ter Gouw, Volksvermaken, 326. 15 Die Haghe (1903) 165. 87
De kaatsbanen i n D e n H a a g
ruimte ten noorden van de ' S a e l ' een geschikt dak te v i n d e n ; v a n een afgebakende b a a n z a l geen sprake zijn geweest. D o o r het spelen met de b a l werd er duidelijk schade veroorzaakt aan de omliggende gebouwen. E r werden i n 1460 voorzorgsmaatregelen getroffen: 'gelevert verriers (schotten) die voir die glasen op de groote sael geset syn opdat sy niet stuck souden kaetsen...'
16
E i n d 15e eeuw z o u er een nieuwe kaatsbaan worden aangelegd op het Binnenhof, dit op aandrang van een nieuwe landsheer, P h i l i p s de Schone. D e z e hield regelmatig verblijf op het H o f te D e n H a a g . D a t hij een enthousiast kaatser was blijkt uit een gebeurtenis i n 1506. In dat j a a r was hij op weg naar C a s t i l i ë o m zich aldaar v a n zijn politieke verplichtingen te kwijten, toen zijn schip door de zware storm gedwongen werd bescherming te zoeken langs de zuidkust van E n g e l a n d . H e t d u u r d e enige tijd voordat de storm z o u gaan liggen en P h i l i p s was zeer gelukkig met de u i t n o d i g i n g van de Engelse k o n i n g H e n d r i k v u tijdens dit onvoorziene oponthoud en partijtje te k o m e n spelen op de 'tennis-court' van W i n d s o r Castle. P h i lips speelde met een racket en gaf zijn tegenstander, L o r d M a r q u é s , die met de blote h a n d speelde, een voorsprong van 15 punten, omdat P h i l i p s door zijn racket i n het voordeel w a s .
17
Volgens een inventaris v a n zijn goederen bezat P h i l i p s de Schone drie rackets. P h i l i p s n u liet r o n d 1500 op zijn B i n n e n h o f een nieuwe kaatsbaan aanleggen, ten oosten van
de R o l z a a l , achter de ' G r o o t e Sael'. D e z e baan k w a m al spoedig onder beheer v a n de
kastelein (kasteelbewaarder) van 'den hove'. D e nieuwe b a a n werd zo goed mogelijk toegankelijk gemaakt: 'die trappen geheel vermaect updat m y n genaden heer i n de caetsbaen gaen mochte... een grendel met een r i n c k gemaect aen een duer daer m e n duer gaet i n den nyen caetsbaen...'
18
I n dit, door vier m u r e n omsloten strijdperk, k o n de la courte paume-variant v a n
het kaatsspel beoefend worden. D e b a l bleef langer i n het spel en k o n teruggeslagen worden wanneer deze de z i j m u u r o f de a c h t e r m u u r h a d geraakt. H e t was bij deze variant moeilijk de b a l ' u i t ' te slaan. D e b a a n op het B i n n e n h o f moet namelijk vrij hoog geweest zijn. D e grafelijkheidsrekeningen m e l d e n i n 1542: ' i n de caetsbaen verbesicht 102 kwartier plancken... de baen wert boven en beneden met olieverwe geschildert...' van
19
O o k latere bewoners
het B i n n e n h o f mochten graag een partijtje kaatsen. Z o gaf P r i n s W i l l e m van O r a n j e
in 1561 opdracht de kaatsbaan op het B i n n e n h o f te vernieuwen. O p 12 a p r i l 1561 startten de 'meester' metselaars H e n d r i c k Faes en C o r n e l i s J a n s z o o n met het vernieuwen v a n de 20
kaatsbaan op het H o f , bijgestaan door een aantal 'gesellen'. U i t de rekeningen van de rentmeesters is helaas niet op te m a k e n wat voor werk er precies werd verricht; het betreft hier een zuivere o p s o m m i n g van de loonkosten en de gebruikte materialen. Wanneer wij ons realiseren dat de afmetingen van de kalkstenen baan circa 10 bij 30 meter bedroegen en dat de m u r e n ongeveer 7 meter h o o g waren, worden de indrukwekkende hoeveelheden bij de eindafrekening van 30 m e i 1561 begrijpelijk: '102.000 dubbelde hartsteenen, 40 tonnen tarae, 60 hoet calcx, 6.000 tegelen en 100 wagenen sant'. H e t voornaamste bestanddeel van de rekening van 1.444 p o n d e n (van 40 groten het pond) was het transport v a n de benodigde materialen.
16 17 18 19 20 21
88
21
Ibidem. Aberdare, Tennis, 23-24. Die Haghe (1903) 168. Ibidem. Algemeen Rijksarchief ( A R A ) , Grafelijkheids Rekenkamer ( G R R ) , Rekeningen, nr. 396, 86-88. Ibidem.
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
De overdekte kaatsbanen in Den Haag V a n het B i n n e n h o f als regeringscentrum g i n g een e n o r m stimulerende w e r k i n g uit. I n het tweede kwart van de 17e eeuw voltrok z i c h i n de onmiddellijke o m g e v i n g van het H o f een belangrijke v e r d i c h t i n g van de b e b o u w i n g . O o k het P l e i n raakte steeds meer bebouwd. V a n af deze zijde w i l d e m e n het B i n n e n h o f n u beter bereikbaar m a k e n ; hiertoe werd i n 1633 een doorbraak geprojecteerd van de ' G r o o t e Sael', dwars door de kaatsbaan op het H o f , i n de r i c h t i n g v a n de oostzijde van het P l e i n .
2 2
H e t H o f h a d n u een wat m i n d e r besloten karakter
gekregen en r o n d de ' S a e l ' was meer ruimte geschapen voor boekwinkeltjes en voor de 'comptoirckens' v a n de notarissen v a n het H o f van H o l l a n d . scheid n e m e n van de k a a t s b a a n ,
24
2 3
H e t B i n n e n h o f moest dus af-
m a a r i n de naaste o m g e v i n g waren i n de periode 1592
tot 1628 vijf nieuwe kaatsbanen verrezen. H i e r k o n z o m e r en winter geriefelijk i n een overdekte ruimte het kaatsspel bedreven worden. M a e r t e n L a m b r e c h t s z o o n v a n K e n n i p h o v e n , r o n d 1600 een belangrijk handelaar i n onroerend goed, was verantwoordelijk voor de b o u w van drie v a n de vijf Haagse kaatsbanen. De kaatsbaan in de Poten. D e eerste overdekte baan liet hij omstreeks 1592 aanleggen aan de noordzijde van de L a n g e Poten, net ten z u i d e n v a n het Binnenhof. I n 1609 verkocht V a n K e n n i p h o v e n zijn huis en kaatsbaan i n de Poten. H i j was e r i n geslaagd een bijzonder aantrekkelijke prijs te bedingen voor dit perceel, namelijk ƒ 6 . 7 0 0 .
2 5
D e koper ervan, C o r n e l i s
Pietersz. van G o o i , blijkt 15 j a a r later n o g gebukt te gaan onder de extreme aankoopprijs. H i j wendt z i c h met een verzoek tot de grafelijkheid van H o l l a n d , eigenaar van de g r o n d waarop zijn baan staat. V a n G o o i beschrijft h i e r i n hoe zwaar het h e m valt zijn huisgezin 'met eeren' te onderhouden. E r is zeer w e i n i g 'neeringhe' daar er de laatste paar j a r e n verscheidene grotere banen zijn bijgekomen i n D e n H a a g . D e z e hebben alle de 'toeloop'. H i j z o u graag een 'uitsteeksel' i n de beek maken, zodat zijn kaatsbaan verlengd k a n worden. D e rentmeester-generaal gaat a k k o o r d .
26
Tot zijn d o o d omstreeks 1640 k o m e n wij niets meer
over C o r n e l i s van G o o i en zijn verlengde kaatsbaan te weten. E e n notarieel protocol laat ons weten, dat V a n G o o l ' s weduwe op 23 j u l i 1642 hertrouwd is met Leendert Pietersz. de Voocht. C o r n e l i s ' zoon, Pieter, wordt genoemd als erfgenaam van de kaatsbaan. Behoudens het 'getimmerte', laat V a n G o o i zijn z o o n ƒ 1.800 n a .
2 7
D e u i t b r e i d i n g van zijn kaatsbaan
heeft niet het beoogde resultaat gehad; een stormloop is uitgebleven. Pieter van G o o l s stiefvader liet z i c h i n officiële documenten steevast betitelen met 'kaatsmeester'. V o o r twee
22 A R A , A f d . Kaarten, K a a r t nr. 3309. Jaar 1634. 23 E . F . Kossmann, De boekverkopers, notarissen en cramers op het Binnenhof ('s-Gravenhage 1932). 24 H e t slopen van de kaatsbaan op het Binnenhof hield niet i n dat de Prinsen van Oranje geen mogelijkheid meer hadden het kaatsspel te beoefenen. Prins M a u r i t s bezat banen op het Prinsenhof te A r n h e m en bij het kasteel van Breda. Frederik H e n d r i k gaf in 1646 opdracht tot het bouwen van een overdekte baan bij zijn fraaie kasteel te Honselersdijk: A R A , Archief Nassause Domeinraad, Ordonnantieboeken, nr. 737, 63-64. Frederik Hendriks zoon, W i l l e m u , liet i n 1648 de duurste kaatsbaan van ons land aanleggen bij zijn jachtslot te Dieren. Kosten: ƒ 2 4 . 0 0 0 . Ordonnantieboeken, nr. 737, 97-98 en 170. Constantijn Huygens de Jonge heeft i n 1678 een tekening van deze kaatsbaan gemaakt. H i j was secretaris van prins W i l l e m m . W i l e m i n beschikte vanaf 1689 als koning van Engeland over een overdekte kaatsbaan, ' T h e Royal Tennis C o u r t ' genaamd, bij zijn jachtslot buiten L o n d e n , ' H a m p t o n Court'. Deze baan, gebouwd i n opdracht van koning H e n d r i k v r a , ligt er nog i n al zijn glorie. 25 Gemeentearchief van D e n H a a g ( G A H ) , Rechterlijk Archief (RA), nr. 355, 197, 22 j u n i 1609. 26 A R A , G R R Registers, nr. 165, 346, minuut-appointementen, nr. 207, 27 september 1624, met situatieschets. 27 G A H , Notarieel Archief (NA), nr. 52, 301.
89
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
Afb. 3 Jacques de Gheyn n, Ets van Den Haag uit 1597. De Gheyn heeft de daken van de kaatsbanen aan de noordzijde van de Lange Poten en aan de zuidzijde van het Binnenhof opzettelijk weggelaten. Het net is zodoende duidelijk zichtbaar (zie sterretjes afgedrukt boven de twee banen).
kaatsleraren op een b a a n was niet voldoende e m p l o o i . Pieter v a n G o o i g i n g op zoek naar een aantrekkelijk alternatief, m a a r wel b i n n e n dezelfde bedrijfstak en i n D e n H a a g . L e e n dert Pieterszoon beheert h i e r n a de i n slechte staat verkerende kaatsbaan i n de Poten, m a a r moet reeds spoedig door zijn zoon, Pieter Leendertszoon, zijn opgevolgd, getuige de v i a een notaris formeel vastgelegde overeenkomst uit 166 7 .
28
D e b a a n wordt nauwelijks meer ver-
h u u r d . I n 1723 treffen we i n de boedelinventaris v a n Susanne v a n R o o d e n , weduwe v a n P i e ter de Voocht, de volgende veelzeggende kostenpost aan: 22 gulden voor schade v a n het ' i n vallen v a n de kaetsbaen'.
29
De kaatsbaan op Bleyenburg, hoek Casuariestraat. I n 1607 bezat M a e r t e n L a m b r e c h t s z o o n v a n K e n n i p h o v e n een stuk g r o n d aan de L a n g e Houtstraat, dat oorspronkelijk eigendom was van C o r n e l i s v a n B l e y e n b u r g en Pieter Sterling. D w a r s door dit gebied werden omstreeks 1610 B l e y e n b u r g en de Sterlingstraat aangelegd. B o v e n d i e n verrezen hier, op een steenworp afstand v a n elkaar en b i n n e n een tijdspanne v a n 15 jaar, 3 overdekte kaatsbanen. D e eerste van de drie liet M a e r t e n L a m b r e c h t s z . b o u w e n r o n d 1613, a a n de zuidzijde v a n de Sterlingstraat ( n u Casuariestraat) en aan de oostzijde v a n Bleyenburg. O p 16 j a n u a r i 1620 deed V a n K e n n i p h o v e n deze baan v a n de h a n d . K o p e r v a n het huis en de kaatsbaan is W i l l e m J a n s z . v a n der H o o c h . D e prijs bedroeg ƒ 4 . 8 0 0 .
3 0
D a t V a n der H o o c h i n v a n K e n n i p h o v e n
n o g steeds een geduchte concurrent ziet, blijkt uit een acte w a a r i n W i l l e m J a n s z o o n laat 28 G A H , NA, nr. 779, 112. 29 GAH, NA, nr. 700, 485. Constantijn Huygens junior heeft ook deze baan aan de Poten getekend. Vanuit het huis van zijn vader, gelegen aan het Plein, gaf hij op 16 april 1658 een beeld van de Haagse binnenstad. Op de voorgrond van deze zwarte krijttekening is het lange dak te zien van de kaatsbaan in de Poten. Huygens bleek een zeer enthousiast kaatser. Zijn journalen uit 1649 en 1650 maken tientallen malen melding van de kaatspartijen met zijn vrienden. 30 G A H , RA, nr. 368, 176. 90
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
vastleggen dat M a e r t e n L a m b r e c h t s z . geen 'caetspele' meer i n D e n H a a g m a g laten b o u wen.
31
O p 4 februari 1622 wordt M a e r t e n L a m b r e c h t s z . v a n K e n n i p h o v e n voor het H o f van
H o l l a n d gedaagd. Eiser is W i l l e m J a n s z o o n . H i j beschuldigt gedaagde ervan een nieuwe kaatsbaan te hebben geplaatst achter zijn huis i n de lange Houtstraat, 'responderende' met een u i t g a n g over de vaart tot bij de kaatsbaan van de eiser. D e eis tot afbraak van de nieuwe b a a n wordt echter niet ontvankelijk verklaard door het H o f . M a e r t e n L a m b r e c h t s z . k a n namelijk aantonen dat het huis w a a r i n de b a a n gemaakt is, eigendom is van G e r r i t van K e n n i p hoven, zijn z o o n .
32
I n 1638 blijkt kaatsmeester W i l l e m J a n s z o o n overleden te zijn. Z i j n weduwe slaagt er slechts met moeite i n de b a a n voor een langere periode te verhuren. I n 1657 verhuurt ze haar kaatsbaan aan J o h a n n e s W i g h m a n s , kaatsmeester en tevens 'edele v a n het geschut'. D e b a a n h u u r werd vastgesteld op ƒ 412 per j a a r .
33
I n 1659 wordt notarieel vastgelegd dat de we-
duwe van W i l l e m J a n s z o o n , 'au J e u de P a u m e ' betaling eist v a n 260 p o n d e n v a n G e n e r a a l de T u r e n n e .
34
Z a l deze befaamde veldheer i n haar b a a n gekaatst hebben o f heeft hij deze
m i s b r u i k t voor schietoefeningen v a n zijn manschappen? O p 24 j u n i 1661 doet de weduwe v a n W i l l e m J a n s z o o n definitief afstand van haar huis en kaatsbaan. K o p e r is Pieter v a n G o o i , v o o r m a l i g kaatsmeester i n de Poten, die voor ƒ 8 . 6 0 0 i n het bezit k o m t van de prachtige grote k a a t s b a a n .
35
D e b a a n blijkt aanvankelijk behoorlijk te r e n d e r e n .
36
N i e t t e m i n gaat het
beroep v a n kaatsbaanhouder niet altijd over rozen. I n 1676 ontstaat bij de b a a n van Pieter v a n G o o i een handgemeen. E e n h u u r d e r v a n zijn baan weigert te betalen voor 2 dozijn b a l len die hij bij het spel heeft gebruikt. J a s p e r L o u v o n , ' m a r q u e r ' i n de b a a n van V a n G o o i , eist b e t a l i n g en de degens w o r d e n g e k r u i s t .
37
V a n G o o i krijgt allengs steeds meer p r o b l e m e n zijn baan te verhuren. H i j dient o m te zien naar een andere b r o n v a n inkomsten. V a n a f 1682 verhuurt hij zijn kaatsbaan met de p r a c h t i ge akoestiek op m i n of meer permanente basis aan een gezelschap Franse m u s i c i .
38
H e t ge-
b o u w raakt bekend als de 'Fransche Opera'. H e t is niet aannemelijk dat h i e r n a i n de b a a n van Pieter v a n G o o i n o g enige b a l is geslagen. De kaatsbaan aan de Lange Houtstraat. D e omstreden baan, die G e r r i t van K e n n i p h o v e n r o n d 1621 h a d laten b o u w e n aan de L a n g e Houtstraat, wordt i n 1639 aangekocht door Isaack van Bouckhoven, v a n beroep schermmeester. H e t net tussen de twee speelvelden wordt verwijderd. I n de n o t a r i ë l e en transportakten van D e n H a a g wordt voor deze lokaliteit d a a r n a n o g slechts de b e n a m i n g 'schermschool' gebezigd. I n de periode 1666 tot 1670 bleek R o b e r t de Vesius h u u r d e r v a n de schermschool. H i j moet hier de jonge P r i n s W i l l e m m schermlessen
31 Ibidem. 32 G A H , Collectie Koopbrieven, Casuariestraat 1, 4 februari 1622. Willem Jansz. dreigde in 1625 trouwens nog een kaatsbaan in zijn onmiddellijke omgeving te moeten gedogen. Maria van der Wel, eigenares van het perceel direct ten oosten van dat van Willem Jansz., liet eind februari 1625 notaris J . de Jonge een aanbestedingscontract sluiten met een metselaar en een timmerman voor de bouw van een kaatsbaan, die 4 meter langer en 1 meter breder diende te zijn dan de baan van Willem Jansz.: GAH, NA, nr. 11, 133 en 134. Tot de feitelijke bouw van deze baan is nooit overgegaan. 33 G A H , NA, nr. 253, 120. 34 G A H , NA, nr. 456, 388. 35 G A H , NA, nr. 16, 252. 36 Die Haghe (1914/15), 'Kohieren 200e penning'. Volgens deze kohieren bezat Pieter van Gooi in 1674 ƒ 2 5 . 0 0 0 . 37 GAH, NA, nr. 705, 555. Een 'marquer' was een kaatsaanmerker, hij gaf aan waar de bal bij de tweede stuit (de kaats) neerkwam. 38 GAH, NA, nr. 734, 97. Op de verhouding kaatsbaan/theater wordt nog teruggekomen.
91
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
hebben gegeven; de archieven m a k e n gedurende deze j a r e n herhaaldelijk m e l d i n g van h u u r v a n de schermschool, die de prins i n r e k e n i n g wordt gebracht.
39
De kaatsbaan aan de noordzijde van de Casuariestraat. D e n a a m G e r r i t Paauw, substituut-baljuw v a n D e n H a a g wordt veelvuldig v e r m e l d i n de indices v a n de n o t a r i ë l e aktes uit die tijd. H e t betreft hier hoofdzakelijk civiele geschillen waar P a a u w uit hoofde van zijn functie bij betrokken raakt. O v e r zijn kaatsbaan vermeldt het archief niet meer d a n de b o u w ervan, aan 40
de noordzijde van de Casuariestraat i n 1628. H e r m a n u s H e n z e h u u r t i n 1666 de kaatsbaan v a n zijn schoonmoeder, C o r n e l i a de L a n g e , de weduwe van G e r r i t Paauw. H e n z e belooft haar jaarlijks 250 gulden h u u r te betalen en krijgt permissie 'de rincketten, ballen, schoenen, 41
ondercleeren en de rinckethouten i n de baen' te g e b r u i k e n . H i j h a d klaarblijkelijk het voorn e m e n het beroep van kaatsmeester serieus uit te oefenen en stelde G u i l l i a m G o d y n aan als m a r k e r voor 50 gulden per j a a r en verplichtte z i c h eveneens twee j a a r l a n g n i e m a n d anders i n deze functie te benoemen, terwijl G o d i j n beloofde geen andere kaatsmeester te d i e n e n .
42
H e n z e wordt als kaatsbaanhouder opgevolgd door Nicolaas Noblet. O p 17 j a n u a r i 1684 noteert notaris S a m u e l Favon i n een attestatie: 'Nicolaes N o b l e t , meester i n de Caetsbaen van Syne H o o g h e y t , staande en gelegen i n de Casuarystraet...' re k o n i n g van E n g e l a n d , als kaatsspeler.
43
Stadhouder W i l l e m m , de late-
44
I n 1689 ziet J u d i t h D u r m i l l e , weduwe van Nicolaes Noblet, n o g mogelijkheden haar b a a n te exploiteren, mede dankzij het feit dat de kaatsbanen i n haar onmiddellijke o m g e v i n g andere bestemmingen h a d d e n gekregen. Z i j stelt D a n i ë l W i n c k l e r als m a r k e r i n haar kaatsb a a n aan, v a n wie tevens verwacht wordt dat hij stukgeraakte rackets en ballen zal repareren. W i n c k l e r kan voor elk gerepareerd racket boven op zijn gage 6 stuivers tegemoet zien en 40 stuivers per gros b a l l e n .
45
B e g i n 18e eeuw blijkt het niet meer mogelijk de b a a n aan kaatsspelers te verhuren. H e t spel heeft zijn aantrekkingskracht verloren. D e kaatsbaan wordt omgetoverd tot een knus theatertje. D e loge die j a r e n l a n g gestaan h a d i n de kaatsbaan v a n de weduwe v a n Pieter van G o o i wordt over een afstand van enkele tientallen meters vervoerd naar de overzijde van de Casuariestraat, o m daar wederom i n een kaatsbaan te w o r d e n opgebouwd. O p 3 augustus 1708 verhuren Pieter N i c o l a a s en D a v i d Noblet h u n baan voor 750 gulden per jaar. H e t geb o u w z o u bekend worden als de 'Fransche C o m e d i e ' .
46
39 G A H , NA, nr. 704, 105, 212 en 222. 40 GAH, NA, nr. 7, 451. De twee meestér-metselaars hadden via dit contract aangenomen de baan 90 roede voeten lang te maken en 32 voeten breed. Er wordt hier ook melding gemaakt van een 'afdack' en van gaten in de baan. 41 G A H , NA, nr. 442, 1. 42 G A H , NA, nr. 442, 157, 4 mei 1666. 43 GAH, NA, nr. 734, 217. De familie Noblet beschikte ook over twee kaatsbanen in Amsterdam, namelijk op de Overtoom en in de Kalverstraat. Zie hiervoor: H . L . Kruimel, 'De ivoren cammakersfamilie Noblet (BruggeAntwerpen-Amsterdam)', Zeventigste Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum (1978) 107-125. 44 Japikse, de biograaf van Willem III, beschrijft dat de raadspensionaris Johan de Witt en Prins Willem in elkaar in 1668 op de kaatsbaan hebben bekampt. De Witt had hierna zowaar enige affectie voor de prins opgevat: N. Japikse, Prins Willemm, de Stadhouder Koning, dl 1 (Amsterdam 1933) 135. Ook Baxter meldt dat Willem m 'tennis' speelde, op zijn kaatsbaan bij het kasteel van Breda: Stephen B. Baxter, William in (Londen 1966) 141. 45 GAH, NA, nr. 736, 707, 25 mei 1689. GAH, NA, nr. 737, 225, 20 april 1690. GAH, NA, nr. 738, 475, 23 november 1691. Gecontracteerd tot 1695. 46 J . Fransen, Les Comédiens Francais en Hollande au xvne et au xvine siècle (Parijs 1925). Voor gegevens over het gebruik van kaatsbanen als theater kan men in dit boek terecht. Een andere goed gedocumenteerde studie over dit onderwerp is: E. F. Kossmann, Nieuwe bijdragen tot de Geschiedenis van het Nederlandse Toneel (Den Haag 1915).
92
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
Afb. 4 Bos en van Harn, plattegrond van Den Haag van 1616. Den Haag, Gemeente-museum. Deze bijzonder nauwkeurige kaart laat de drie overdekte kaatsbanen zien die er in 1616 in Den Haag lagen (zie sterretjes afgedrukt boven de banen). De betreffende gebouwen zijn vrijwel identiek. De kaatsbaan op het Binnenhof, de open ruimte tussen de Grote Zaal en de tuin van het Hof, is ook aangegeven (zie sterretje onder de baan). De kaatsbaan op het Buitenhof. D e bewoners van het B u i t e n h o f leefden omstreeks 1600 i n een gebied dat z o r g v u l d i g was afgescheiden van de rest van het 'dorp'. H e t gaf de i n d r u k v a n een groot b i n n e n p l e i n dat deel uitmaakte v a n het H o f . 's Avonds werden de poorten gesloten. A l l e 'timmerage' op deze grafelijkheidsgrond was onderworpen aan schriftelijke toes t e m m i n g v a n de H e r e n van de R e k e n i n g e n . N i e t t e m i n is er aangaande de aanleg van een kaatsbaan op het B u i t e n h o f geen enkel consent opgedoken. W e l kreeg M a a r t e n T r o m p e r t i n 1603 permissie van de grafelijkheid op het B u i t e n h o f een schuur te laten b o u w e n op een stuk erf van 100 bij 36 voet, gelegen direct naast de pikeurstal van P r i n s M a u r i t s .
4 7
Wat voor
schuur werd hier gebouwd? D e vermelde afmetingen zijn precies die van een kaatsbaan. I n 1605 geeft het rechterlijk archief het bestaan van de baan aan. D e z e kaatsbaan z o u gedurende r u i m anderhalve eeuw de notarissen van het H o f veel werk verschaffen: huurcontracten, gevechten, diefstal, faillissement, burenruzies; de aktes staan er vol mee. I n 1617 k o m t J a n Jaspersz. v a n der Broeck, gedeeltelijk door vererving, i n het bezit van de kaatsbaan. D e andere erfgenamen zijn niet al te toegeeflijk. J a n Jasperszoon, kaatsmeester en ballenmaker, dient ƒ 6 . 4 0 0 neer te tellen voordat hij zich eigenaar van dit perceel aan de zuidzijde van het Buitenhof mag noemen.
48
H e t valt niet aan te nemen dat het m a k e n van kaatsballen een be-
langrijke b r o n van inkomsten was voor V a n der Broeck. D e n H a a g was geenszins het c e n t r u m van de fabricage van dergelijke ballen. I n G o i r l e en T i l b u r g werden jaarlijks namelijk d u i z e n den ballen gemaakt. Volgens een kohier uit 1665 woonden i n G o i r l e 26 b a l l e n m a k e r s .
49
H e t i s 1622. D e kaatsbaan op het Binnenhof, hier reeds uitvoerig behandeld, raakte i n verval. D e 'openlucht-baan heeft zeer te lijden van extreme weersomstandigheden. H e t houtwerk ervan wordt niet meer vernieuwd. Bovendien, vlakbij op het B u i t e n h o f is de b a a n overdekt. D e j o n k h e r e n W i l l e m en L o d e w i j k van Nassau, zoons v a n P r i n s M a u r i t s en M a r g a r e t a van M e c h e l e n , beoefenen hier i n de winter van 1622 regelmatig het kaatsspel. Z e maakten i n deze periode d r u k gebruik van de 'tapperye', die behoorde bij de baan; het spel maakte
47 A R A , G R R Registers, nr. 160, 209. 48 G A H , R A , nr. 367, 60-62.
93
De kaatsbanen in Den Haag
de spelers zeer dorstig. De rekening loopt behoorlijk op. Willem en Lodewijk moeten extravagante drinkgelagen hebben gehouden. Van der Broeck eist via de notaris betaling van ƒ771 'ter saecke van ballen in syne baen gespeelt ende van andere oncosten en verteeringen'. Jan Jasperszoon ondervindt in de jaren hierna steeds meer problemen in zijn beroep en richt zich wanhopig tot de grafelijkheid. Hij beklaagt zich bij deze instantie dat hij zijn kaatsbaan voor een hoge prijs heeft gekocht, maar door 'slappigheyt van neeringe' graag zijn huis zou verhuren. Evenals dat het geval was geweest bij Cornelis van Gooi, zijn collegakaatsmeester in de Poten, wordt nog aangevoerd dat er de laatste paar jaren vele nieuwe kaatsbanen zijn verrezen, die druk bezocht worden. Het rekest wordt ingewilligd. In 1626 blijkt Jan Jasperszoon reeds overleden te zijn. Vanaf 1638 wordt Lenart Noblet genoemd als huurder van de kaatsbaan op het Buitenhof. In 1641 wordt het huurcontract voor nog eens vier jaar verlengd. Noblet betaalt ƒ500 per jaar voor de baan, het bijbehorend huis en stal. In 1646 wordt als eerste kaatsbaan in Den Haag in de baan op het Buitenhof een tijdelijk toneel geïnstalleerd. In 1660 is Gillis Dulee huurder van deze kaatsbaan. Zijn belangstelling voor het kaatsen zal wellicht verband houden met zijn echtgenote, Claertgen Jans, weduwe van Hendrick Cryns van Persyn, in zijn leven kaatsbaanhouder te Delft. Dulee huurt de baan van Dirck van der Soest, eerst wijnkoper, dan notaris en tenslotte solliciteur-militair. Ook Dulee besluit zijn overdekte baan ter beschikking te stellen voor het geven van toneeluitvoeringen. In 1662 wordt er weer gekaatst in de baan, getuige een notariële 'attestatie': Dulee wordt tijdens een partijtje kaatsen met zijn 'huisvrouwe' gestoord door Adriaan, de schoonzoon van Van der Soest. De kaatsmeester wordt ervan beschuldigd hoenderen te hebben gestolen van de eigenaar van de kaatsbaan. Dulee dient Adriaan van repliek door aan te voeren dat het op 10 of 20 hoenderen niet aankomt, de huur van de kaatsbaan is hoog genoeg. De kaatsbaan op het Buitenhof raakt in verval. De vloertegels zijn gebroken en de muren moeten gepleisterd worden. Van der Soest realiseert zich dat de meest recente kaatsbaan in Den Haag van 1628 dateert. Een volledig nieuwe, grotere baan zou een grote aantrek50
51
52
53
54
55
56
57
58
49 J . v. Gils, ' Z i n en onzin over de ballenmakerij', Tilburg: Tijdschrift voor geschiedenis etc. 3 (1985), nr. 2, 4-14. In dit artikel over de kaatsballennijverheid meldt V a n Gils verder nog dat i n 1588 de hertog van P a r m a 12.000 ballen voor het 'quaetspel' eist van de stad T i l b u r g . D e ballenmakers kunnen met enige moeite aan deze buitensporige eis voldoen. In 1631 lieten 3 ballenmakers uit Goirle het indrukwekkende aantal van 17.700 kaatsballen van verschillende afmetingen vervoeren naar Maastricht, vanwaar ze waarschijnlijk werden doorverkocht naar Frankrijk, dat zelf nauwelijks aan de interne vraag kon voldoen. D e kaatsballen werden vervaardigd i n verschillende afmetingen. Voor het kaatsen met de hand werd een bal van een iets groter formaat gekozen dan wanneer gespeeld werd met een racket. H e t omhulsel van de bal bestond uit 6 aan elkaar genaaide segmenten schapeleer. A l s vulling diende kalverhaar en als we Shakespeare mogen geloven soms ook mensenhaar: D o n Pedro: ' H a t h any m a n seen h i m at the barbers?'
50 51 52 53 54 55 56 57 58
94
C l a u d i o : ' N o , but the barbers man hath been seen with h i m , and the old ornament of his cheek hath already stuffed tennis balls'. W i l l i a m Shakespeare, Much Ado about Nothing, Act III, Scène l i . G A H , N A , nr, 7, 87. A R A , G R R Registers, nr. 165, 328, minuut-appointementen, nr. 207, 20 j u n i 1624. G A H , N A , nr. 94, 44. G A H , N A , nr. 96, 300. G A H , N A , nr. 212, 102. G A H , N A , nr. 145, 139. G A H , N A , nr. 605, 38: ten behoeve van de Franse comedianten van de hertogin van O r l é a n s . G A H , N A , nr. 597, 110. G A H , N A , nr. 556, 368, 13 j u l i 1661.
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
kingskracht uitoefenen. H e t B u i t e n h o f is de perfecte lokaliteit. V o o r d a t met de aanleg k a n worden aangevangen is toestemming v a n de grafelijkheid vereist. D e z e gaat a k k o o r d .
59
De
baan dient eerst volledig afgebroken te worden voordat k a n worden gestart met de b o u w v a n een nieuwe. H e t verrijzen v a n de nieuwe kaatsbaan op het B u i t e n h o f inspireert de dichter J a c o b van der Does tot een gloedvol appel aan de lezer het racket te hanteren. Heeft yemant lust met b a l , of met reket te spelen D e w y l 't geoorlooft is z y n u u r e n te verdeelen i n ernst, en spel, en dat de snaer wert overrekt D i e yemant zonder bot geduerigh spant, en treckt, Soo v i n t m e n hier een baen, n u onlangs afgesmeten M a e r weer op nieuw herbout, soo naer de konst gemeten D a t yeder hier met groot vermaeck verliest syn geldt Doorsiet het groot Parys, en reyst door al de steden, Soo ver als V r a n c k r y c k streckt, ghy sult geen B a e n betreden D i e i n 't gebouw, of i n cieraet van deze w i n t H o e w e l dat volck dit spel voor all spel bemint D i e lust heeft, komt het sien en neem een proef met kaetsen.
60
D e archieven laten ons tot 1686 i n het ongewisse over hoe het de nieuwe kaatsbaan vergaat. V a n der Soest is d a n overleden. Z i j n weduwe verhuurt haar kaatsbaan en huis aan J e a n T u tain, mattre-paumier of kaatsmeester, voor 5 achtereenvolgende j a r e n . T u t a i n zal verantwoordelijk zijn voor het repareren v a n de 'rincketten' en de kaatsballen en zal tevens vijfjaar l a n g met de ' l u y d e n ' i n de kaatsbaan spelen of ' m a r q u e r e n ' .
61
O p 17 m e i 1766 tenslotte heeft de
kaatsbaan op het Buitenhof, als laatste van de b a n e n i n D e n H a a g afgedaan en wordt een aanvang gemaakt met de sloop ervan. De kaatsmeesters en hun banen Z o n d e r u i t z o n d e r i n g moeten de kaatsmeesters i n de eerste plaats enthousiaste beoefenaren van het spel zijn geweest. G e e n v a n de Haagse meesters i n de kaatsbaan heeft door het verhuren v a n zijn baan of het aanbieden v a n zijn diensten als kaatsleraar een kapitaal weten te vergaren. D e verzoekschriften van kaatsmeesters V a n G o o i en V a n der Broeck, die zij, zoals reeds vermeld, hadden gericht aan de Grafelijkheid, geven een tekenend beeld van h u n bij tijden noodlijdende bedrijfstak. N u blijkt dat niet alleen de kaatsmeesters i n D e n H a a g prob l e m e n hadden i n h u n o n d e r h o u d te voorzien. D o o r m i d d e l v a n de bewaard gebleven kohieren v a n het klein familiegeld van 1674 voor de stad L e i d e n beschikken we over gegevens v a n het i n k o m e n van alle neringdoenden i n deze stad. H e t i n k o m e n van de twee i n dit kohier vermelde kaatsmeesters wordt geschat op ƒ 3 9 5 respectievelijk ƒ 1.095 per jaar. V o o r het kohier van 1715 geldt voor de twee genoemde kaatsbaanmeesters ƒ 5 0 0 , de een n a laagste inkomenscategorie.
62
D i t sportieve beroep stond bepaald niet i n een al te hoog aanzien. Volgens
een tabel die een w a a r d e r i n g geeft door tijdgenoten v a n het imago v a n de verschillende be59
A R A , G R R R e g i s t e r s , n r . 1 7 4 , 5 4 7 , 17 f e b r u a r i 1 6 6 7 : V a n d e r S o e s t s t e l t i n z i j n v e r z o e k s c h r i f t d a t z i j n
'kaetsbaen
d o o r l a n c h e y t v a n t y t i s c o m e n te v e r g a e n . . . e n d e s e l v e m e r c k e l i c k g r o o t e r e n b r e e d e r te m a k e n . . . ' 6 0 J . v a n d e r D o e s , 's Gravenhage met de voornaemste plaetsen en vermaecklyckheden ( D e n H a a g 1 6 6 8 ) 1 2 4 . 61
GAH,
N A , nr. 586,
295.
95
De kaatsbanen in Den Haag
Afb. 5 Chrispijn van de Passé i , gravure uit 'Academia sive speculum vitae scholastica', 1612. In deze bundel met scènes uit het studentenleven is een aantal gravures opgenomen van gebouwen en terreinen van de Leidse Universiteit; de Bibliotheek, het Anatomisch Theater en de Hortus. In de onmiddellijke omgeving hiervan hebben in de 17' eeuw kaatsbanen gelegen. Wellicht heeft Van de Passé voor deze bundel het interieur van de kaatsbaan aan het Noordeinde of die welke gelegen heeft bij het voormalig St. Catharijneklooster vereeuwigd.
roepen worden de houders van kaatsbanen wederom ingedeeld in de op een na laagste klasse. Slechts de brandewijnherbergiers en uitdragers worden nog lager ingeschat. Met betrekking tot het aanzien van het kaatsspel en dat van de kaatsspelers heeft de Engelse kunsthistoricus Martin Royalton-Kisch belangwekkende gegevens verzameld. Hij beschrijft de ruim 100 gouaches van schilder en illustrator Adriaen van de Venne. Een van de in dit album afgebeelde tafereeltjes toont twee in de buitenlucht spelende 'tennissers'. De speler aan de andere kant van het net is waarschijnlijk Frederik Hendrik. Royalton-Kisch voert bij de beschrijving van deze prent over de 'Game of Tennis' het volgende aan: Deze en soortgelijke spelen werden in emblemata-boeken uit die periode onveranderlijk afgebeeld in een context van 'ydelheid'; ze werden gezien als niet stichtende bezigheden. De afbeelding van een racket gold als een symbool van frivole luxe. Sambucus heeft als onderschrift bij zijn zinneprent van een kaatsbaan: 'temporis inactura' (het verspillen van tijd). Dit kan een verklaring zijn voor het feit dat er zo weinig prenten zijn waarop het spel in de Nederlandse kaatsbanen is vereeuwigd. Een respectabel burger liet zich niet afschilderen met een racket in zijn hand. Bekende Nederlandse 17-eeuwse schrijvers refereren aan de weddenschappen die op kaatswedstrijden werden afgesloten. Zo schrijft Bredero in zijn 'Moortje': '... ick ga so lief na een kaatsbaan en haal een warm lyf. Dat komt zoo nauwe niet al verspeel ick hondert gulden vier, vyff...' Roemer Visscher deelt ons in zijn 'Brabbeling' mee dat sommige kaatsers afzak63
62 W. F. H . Oldewelt, 'De beroepsstructuur van de bevolking der Hollandse stemhebbende steden volgens de kohieren van de familiegelden van 1674, 1715 en 1742', Economisch Historisch Jaarboek 24 (1950) 80-161 en 25 (1952) 167-248. 63 Martin Royalton-Kisch, Adriaen van de Venne's Album (Londen 1988) 182.
96
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
Afb. 6 Symbool geschilderd op de secretaire van de deken van het Haagse St. Nicolaas- of Handelaarsgilde, daterend uit 1663. Wellicht hebben we hier te maken met het wapen van het gilde van de Haagse kaatsmeesters. Haags Historisch Museum.
ten tot kaatsaanmerkers en zo althans n o g iets v a n h u n verlies k o n d e n goedmaken. I n het m i d d e n v a n de 17e eeuw maakte het kaatsspel een moeilijke periode door. W e l o m die reden staken de Haagse kaatsmeesters de k o p p e n bij elkaar, dit o m een gezamenlijk doel te d i e n e n .
64
I n een rekest a a n de magistraat verwoorden de 4 meesters v a n de kaatsbanen
v a n D e n H a a g de uitdrukkelijke wens dat geen b a n e n meer alhier w o r d e n aangelegd. O o k met het eens zo populaire jeu de paume i n F r a n k r i j k g i n g het niet voorspoedig. D e Franse maitres-paumiers moesten i n h u n o n d e r h o u d blijven voorzien en het werd voor hen steeds interessanter h u n overdekte b a n e n te verhuren aan rondtrekkende toneelgezelschappen. D e Franse comedianten deden ook regelmatig de N e d e r l a n d e n aan. D e u i t kalksteen opgetrokken kaatsbanen bleken over een fraaie akoestiek te beschikken e n behoefden voor het geven van toneelvoorstellingen slechts geringe aanpassingen. I n het laatste kwart v a n de 17e eeuw hebben de kaatstoernooien, overgewaaid u i t F r a n k rijk, n o g voor een opleving i n dit balspel gezorgd. D e kaatsmeesters v a n de twee banen i n de Haagse Casuariestraat k l a m p t e n zich d a n ook angstvallig aan deze laatste strohalm vast. Z e n a m e n , zoals gezien, 'marquers' i n dienst o m de toernooien zo goed mogelijk te laten verlopen. V o o r de toernooispelers v o r m d e het te w i n n e n zilveren racket of zilveren b a l klaarblijkelijk een u i t d a g i n g . O o k z a l het bijzonder gezellig geweest zijn r o n d de baan. V a n het inschrijfgeld werd b r o o d , wijn en andere d r a n k gekocht e n gezamenlijk geconsumeerd. D e toernooiregels zijn te lezen i n het F r a n s t a l i g boekwerkje 'Divertissemens innocens' ge64 G A H , Oud Archief, nr. 125, 81. Het Haags Historisch Museum bezit een secretaire van de deken van het Haagse St. Nicolaas- of Handelaarsgilde, daterend uit 1663. Op dit kastje is een symbool geschilderd, dat een racket en een drietal ballen voorstelt. Hebben we hier te maken met het wapen van het gilde van de Haagse kaatsmeesters? In het St. Nicolaas gildearchief van het Haagse Gemeentearchief is echter niets over kaatsmeesters te vinden. Met dank aan Susanne Onel, die mij op het kastje opmerkzaam maakte. 97
De kaatsbanen in Den Haag
naamd, uitgegeven in 1696 door Adriaan Moetjens, boekhandelaar bij het Haagse Binnenhof. Wij laten hier enige regels van het 'Royal honorable Jeu de Paume- spel volgen. De voornaamste gedragsregel luidt: Er mag onder geen beding gevloekt worden, op straffe van 5 stuivers. Voordat met de wedstrijd wordt aangevangen, dient het racket getosst te worden om vast te stellen of men eerst gaat serveren of'le coup D i e u ' verkiest. Het toernooi duurt drie dagen, gespeeld wordt van 8 uur 's ochtends tot 7 uur 's avonds. Verder worden de gaten in de baan aangegeven, die wanneer een bal daarin wordt geslagen direct een punt opleveren. In totaal bevat het boekje 25 toernooiregels. Bestekken van overdekte kaatsbanen in Nederland hebben de archieven nog niet blootgegeven. Voor een min of meer nauwkeurige beschrijving van een kaatsbaan gaan we te rade bij het 'Nieuw en volkomen Woordenboek van Konsten en Wetenschappen', in 1774 uitgegeven te Amsterdam, 'alles verzameld uit de beste schrijvers in alle taaien'. Voor wat betreft de bijdrage over de 18e eeuwse kaatsbaan heeft de vertaler duidelijk De Garsault's 'L'art du Paumier-Raquetier et de la Paume', uitgekomen in Parijs in 1767, geraadpleegd. We laten de vertaler aan het woord: 65
Een Kaatsbaan, een zonderling en tot het Balspel alleen aangelegd Gebouw... de volgende Maat word voor de beste gehouden: de binnenste Plaats waarop gespeeld word moet 90 voet lang en 30 breed zijn; in het midden word een Corde of Net dwars over uitgespannen om door hetzelve de speelders van elkander te scheiden... Ter linker Hand word langs de Kaatsbaan, en aan het bovenste eind van de Baan, in de breedte eene Galdery gemaakt die omtrend 4 voeten wyd is, tot aan het Dak eene volkoome Mans hoogte heeft en booven met Planken bedekt is, dewelke schuin om hoog loopen. Deze Galdery is van vooren mede met Planken voorzien, behalve de lange zyde welke open is... Aan den Boven-Hoek van de Baan, onder de Galdery, is een opening of Gat omtrend 3 voeten hoog, 'twelk La Grille genoemd word... 't welk met den Bal geraakt zynde zeker winst geeft. De Bodem van de Baan moet Waterpas en zo Glad zyn dat de daarop vallende Bal nergens eenen valschen sprong doen kan en indien dezelven niet uit vierkanten Zerken of Carreaus maar uit Pleister Kalk gemaakt is moeten de Carreaus daarop aangetekend worden, Vermits naar dezelven de Marqueur de Nommers teld daar de Bal op vald... om welke reden in eene zekere Distantien, Streepen of Linien gemaakt worden. Om den witten Bal in 't vliegen en 't vallen te beter in acht te konnen neemen is men gewoon de Kaatsbaan van binnen geheel en al donker of zwart te verven... Voor de volledigheid dient bij deze beschrijving nog te worden aangetekend dat niet alle overdekte kaatsbanen precies hetzelfde ontwerp hadden. Zo kon het aantal 'galderyen' of daken onderling afwijken: slechts een dak langs de linker zijmuur, via welke de bal naar de ontvanger werd geserveerd of er kon nog een derde dak zijn, achter de serveerder. Tevens werden de gaten niet altijd op precies dezelfde plaats aangebracht of werden er openingen aan toegevoegd, die dan als extra mikpunt dienden en, indien geraakt, tot winst van een spel leidden. De opdrachtgever kon bij de aanleg van zijn baan zodoende zijn persoonlijke voorkeur laten meespelen. 65 Net als i n het hedendaagse tennis gaven sommige kaatsers uit die tijd er de voorkeur aan eerst te 'ontvangen'. O p een gemakkelijke service kon door middel van een sterke 'return' (le coup Dieu) gescoord worden.
D e kaatsbanen i n D e n H a a g
Het einde van de kaatsbanen I n de 18e eeuw was het gedaan met de populariteit v a n het overdekte kaatsen. Veel banen werden gesloopt of deden dienst als pakhuis. H e t is moeilijk te verklaren w a a r o m dit balspel i n vrij korte tijd hier opgehouden heeft te bestaan. D e burgers van de 17e eeuw hadden nooit veel i n dit spel i n de relatief dure kaatsbanen gezien. D e adel en aristocratie, die het aanvankelijk met veel enthousiasme hadden gespeeld raakten erop uitgekeken. Bovendien raakte i n de loop v a n de 17e eeuw het maliespel i n z w a n g en i n de 18e eeuw schoten de kolfbanen als paddestoelen uit de grond. M e n bleef wel b u i t e n kaatsen, met een opleving i n de loop van de 19e eeuw, u i t m o n d e n d i n het kaatsen zoals dat n u n o g i n Friesland wordt gespeeld. I n 1874 werd door de Engelse majoor W i n g f i e l d een nieuwe spelvariant op het eeuwenoude overdekte kaatsen ( i n zijn taal toen n o g 'tennis' genaamd) verzonnen. V o o r deze nieuwe spelvorm was geen d u u r gebouw nodig, slechts een fraai onderhouden gazon. D e meeste andere attributen uit het overdekte kaatsen, zoals het racket en het net, bleven bij het door h e m bedachte spel gehandhaafd. D e puntentelling van W i n g f i e l d ' s 'lawn tennis' werd door h e m vrijwel geheel overgenomen uit het oorspronkelijke spel, slechts het ingewikkelde systeem v a n het m a k e n en verdedigen v a n 'kaatsen' (Engels: 'chases') werd afgezworen. Z i j n ' l a w n tennis' werd i n de v o l k s m o n d later afgekort tot 'tennis' en z o u uitgroeien tot het spel zoals dat n u door miljoenen over de hele wereld gespeeld wordt. Toch is het oorspronkelijke kaatsspel, dat gespeeld werd b i n n e n vier m u r e n , niet verloren gegaan. Z o h o u d e n n o g r u i m 1.800 beoefenaren i n G r o o t B r i t t a n n i ë de eer v a n het aloude overdekte kaatsen hoog. O m de door M a j o o r W i n g f i e l d ' s u i t v i n d i n g g e c r e ë e r d e v e r w a r r i n g te v o o r k o m e n wordt de o u d ste v o r m v a n h u n 'tennis' n u i n E n g e l a n d 'real tennis' genoemd. I n tegenstelling tot N e d e r l a n d bezit G r o o t B r i t t a n n i ë n o g overdekte kaatsbanen. D a a r liggen namelijk n o g 18 'real tennis' banen. V a n de oorspronkelijk meer d a n 1.000 aanwezige jeu de jbaume-banen beschikt F r a n k r i j k er n u n o g slechts over twee, i n Parijs en i n B o r d e a u x . E r staan 9 'court tennisbanen i n de Verenigde Staten en tenslotte zijn er n o g 4 'royal tennis'-banen i n A u s t r a l i ë .
V a n Kaetsspel: N u ick aen de b a l m a c h raecken, K a n ick noch m y n lust niet staecken. 't R o n d en ras gevliech n o c h weer Strecken moet de jeucht tot leer I n vierkante swarte baenen Sy meest vreucht te scheppen waenen Daer sy over 't koortjen net De bal scheeren met 't racquet I n de gaeten hoog en laegen, D ' e e n den a n d r ' n soeckt te jaegen
I n de netten, tegen 't doeck, O f i n een oneffen hoeck H a e r e hant sy avrechts wennen Weten soo de b a l te m e n n e n , D a t zy aen de m u u r e n kleeft, O f op aerd geen stuyt en geeft, A l s i n speelen b r u y k e n oordeel, O p m a l k a n d e r weten voordeel, E n wel letten op de kaets, D a n soo w i n n e n meest de maets.
99
De kaatsbanen in Den Haag
Bijlage: Overzicht van de overdekte kaatsbanen in Holland 1550-1770. Bouwjaar resp. le vermelding
Lokatie
1557 1557 1557 1557 1585 1684 1696 1733 1693
Amsterdam N . Z . Achterburgwal, bij Vliegende Steeg en Raamsteeg N . Z . Achterburgwal, bij Keizerrijk Kalverstraat, Ossemarkt bij Regulierspoort Buiten de Jan Roodenpoort N . Z . Achterburgwal, W-zijde bij Gasthuismolensteeg Appelmarkt Vloyenburch, Lange Houtstraat Bij Overtoom, herberg Het Wapen van Leiden Bij Durgerdam, aan de Haven
1593 1605 1614 1622 1628
Den Haag Lange Poten, N-zijde Buitenhof, Z-zijde. Volledig herbouwd in 1667 Bleyenburg, hoek Casuariestraat. 1688 Franse Opera Lange Houtstraat, O-zijde. Vanaf 1638 schermschool Casuariestraat, N-zijde. Vanaf 1708 Franse Comedie
1597 1597 1627 1625
Leiden Noordeinde, N-zijde. In 1603 overdekt Koepoortsgracht, O-zijde Hooigracht, bij tapperij De Vergulde Swaen Doelenachtergracht, nu Hortus
1602 1660
Delft Verwersdijk, O-zijde bij Pluimpot, De Kerseboom Vrouw Juttenland
1563 1598
Dordrecht Nieuwstraat. De Stadskaatsbaan Tolbrugstraat, Landzijde
1563 1630
Gorinchem Molenstraat, hoek Revetsteeg. Revet is een kaatsbaan Westwagenstraat
1676
Rotterdam Kipstraat
1686
Maassluis Hoochstraat, bij herberg De Orangienboom
100
De kaatsbanen in Den Haag
Vlaardingen 1612
Aan de Markt, bij herberg 't Hemelryk
1651
Voorburg Herenstraat, N-zijde, bij herberg De Buys
De volgende kaatsbanen lagen buiten de steden en behoorden voornamelijk bij herbergen. De jaartallen, eind 17e en begin 18e eeuw, geven hier de vroegste vermelding aan. Gegevens veelal afkomstig uit advertenties in de Amsterdamsche Courant (1690-1770). 1745 Sassenheim. Herberg De Vergulde Valk 1721 Aarlanderveen. Herberg De Vergulde Wagen 1728 Leimuiden. Bezuiden de vaart en de Hoge Brug 1736 Uithoorn. Herberg aan de Veendijk 1704 Ouderkerk. Herberg Het Dorstige Hart 1744 Amstelveen. Herberg Het Leidsche Wapen 1706 Purmerend. Aan het Kakenburg. Huis De Baen ? Buiten Alkmaar. Herberg de Roskamp 1744 Nieuwerburg. Herberg De Graaf van Poortland 1703 Haastrecht. Kerkstraat, herberg Het Ooievaarsnest 1728 Buiten Delft. De Laan, herberg De Verkeerde Wereld 1692 Land van Woerden. In Gerverskop 1727 Land van Woerden. In Barwoutswaarder 1663 Noordwijk aan Zee. Herberg De Vergulde Wagen 1680 Noordwijk aan Zee. Herberg Het Land van Belofte Dit overzicht van 43 kaatsbanen is geenszins volledig. Met dank aan J. A. Brongers en H . A. Schelvis. Tevens dank ik hierbij de gemeente- en streekarchieven die mij bij het opstellen van deze lijst informatie hebben verschaft.
101