De gestrekte uitsprong De sprong voorwaarts ken de een vliegende start, nu de sprong afmaken Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015 Versie 1.1 - 22 april 2010 INLEIDING Na een flinke groei vanaf 1960 beleefde het Hollandse polsstokverspringen (Hollands voor "fierljeppen") de gouden jaren 70. We hadden kwantiteit (veel springers en accommodaties) en kwaliteit. Veel Nederlandse kampioenen kwamen uit Holland, Tweekampen met Friesland werden gewonnen en vernieuwingen in de sport werden doorgevoerd waardoor prestaties verbeterden en de sport meer (en moeilijker) werd dan "even over een boerenslootje springen". Na 1980 kwam er een omslagpunt: de stijgende lijn werd een dalende lijn. Nog steeds bleven er veel springers en hadden de wedstrijden niveau, maar het aantal springaccommodaties daalde tot 3: een absoluut minimum om als sport te kunnen blijven bestaan. Na 2000 werd de dalende lijn gekeerd. Het aantal springers begon snel te groeien en in 2006 kwam er in Vlist een accommodatie bij. Na tien jaren van groei is het aantal springers terug op het niveau van de gouden jaren 70. Er is een dubbele wedstrijdcyclus, het polsstokverspringen in de Hollandse regio krijgt de aandacht die het verdient in de media. Met andere woorden: de sprong voorwaarts (de titel van het beleidsplan uit 2001) is gemaakt. Als het polsstokverspringen deze trend wil doorzetten moet deze "sprong voorwaarts" afgemaakt worden. Daarbij moeten we leren van het verleden. Wat ging er mis in de jaren 80? Wat is er goed gegaan in de afgelopen jaren en hoe bouwen we dit succes de komende jaren verder uit. In dit beleidsplan zetten we de lijnen uit voor de middellange termijn (periode 2010 – 2015). We beginnen echter eerst met de “stip op de horizon”. Waar wil de PBH op de lange termijn naar toe en wat is haar missie en visie. Stip op de horizon - 2050 Het polsstokverspringen zou boven de rivieren een sport uit het “normale” palet aan sporten moeten zijn waaruit kinderen kunnen kiezen. Polsstokverspringen wordt dan gezien als een logische keuze naast sporten als voetbal, tennis, hockey en schaatsen. Voorzieningen om de sport te beoefenen zouden eenvoudig bereikbaar moeten zijn voor grote groepen mensen. In dorpen en steden willen we accommodaties zien in verschillende stadia van ontwikkeling, van een enkele jeugdschans tot complete arena’s. Polsstokverspringen blijft een zomersport, maar ook overdekte accommodaties zijn dan aanwezig voor de meer fanatieke beoefenaar. Polsstokverspringen moet een eigen cultuursport zijn waarbij er mogelijkheden zijn voor recreatieve sporters, wedstrijdsporters en topsporters. Onze regio kent ook dan nog zijn eigen helden en deze topspringers doen ieder jaar mee om de (inter-)nationale hoofdprijzen.
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 1
HOOFDSTUK 1: HUIDIGE SITUATIE & VERVOLG 1.1 Accommodaties Op dit moment is het beperkte aantal accommodaties/ verenigingen het grootste obstakel op weg naar onze stip aan de horizon. De huidige vier verenigingen zitten aan het maximale belastingsniveau. Zowel het aantal springers als het aantal wedstrijden kan realistisch gezien niet meer veel groeien. De huidige springers zijn zeer (maximaal) betrokken en presteren over het algemeen goed en naar beste kunnen. De aandacht vanuit de media is in de regio waarin we actief zijn prima en ook hier valt (met beperkte inspanning) weinig winst meer te boeken. Binnen de eigen regio wordt polsstokverspringen gezien als een volwaardige sport, buiten de regio valt het imago van onze sport nog flink te verbeteren. Kortom, voor het maken van de “gestrekte uitsprong” is het duidelijk dat de winst slechts beperkt gezocht kan worden binnen de huidige verenigingen/ organisatie /springers en hebben we nieuwe verenigingen en mensen nodig om ons te helpen de uitsprong te maken. ste
de
Op dit moment worden er op vier accommodaties wedstrijden (1 klas, 2 klas en jeugd) gesprongen. Voor elk van de vier accommodaties geldt dat zij tot en met 2009 voldoen aan de (strenge) accommodatie-eisen. Zij liggen er alle vier “goed” bij. Vanaf 2010 moeten de accommodaties voldoen aan een aantal nieuwe eisen met betrekking tot de diepte van het zandbed en de waterbreedte. De verwachting is dat alle accommodaties ook aan deze eisen gaan voldoen. Om ruimte te bieden aan meer jeugdspringers is men bij een aantal accommodaties bezig met een extra jeugdschans en/ of C schans. Er is een grote noodzaak tot uitbreiding van het aantal accommodaties. We zoeken hier met name de kwantiteit op en minder de kwaliteit. Dit volgens de filosofie dat wanneer er eerst een schans staat, deze in een aantal gevallen vanzelf zal leiden tot verdere uitbreiding. Kwaliteit volgt vanzelf. Het wordt mogelijk voor “kleine” accommodaties om wedstrijden te organiseren onder de paraplu van de PBH.
1.2 Materiaal Met de ontwikkeling van de carbon pols heeft de materiaalontwikkeling de afgelopen jaren een vlucht genomen. Dit heeft niet alleen maar positieve gevolgen gehad, er is ook reden voor zorg op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid en kostenbeheersing. Duidelijk is dat met het doorontwikkelen van de polsstok een extra drempel is opgeworpen voor nieuwe verenigingen om aan te haken. Deze drempel willen we ongedaan maken. Daarnaast is het belangrijk om in de toekomst materiaalontwikkeling meer gecontroleerd plaats te laten vinden.
1.3 Resultaten De afgelopen jaren is het aantal springers in de Hollandse regio behoorlijk gegroeid. Daarnaast zijn er 14 gediplomeerde trainers. Gezamenlijk hebben springers en trainers ervoor gezorgd dat het niveau in de breedte enorm is toegenomen en dat in 2006 en 2008 (na 30 jaar) de jaarlijkse tweekamp weer werd gewonnen. Ook het niveau in de top is prima. In 2009 waren op een gegeven moment zelfs alle nationale records in handen van Hollandse springers (een unicum). Op het moment van schrijven zijn drie van de vier records in Hollandse handen. Het aantal titels op de nationale wedstrijden blijft nog wat achter bij het de verwachtingen. Om te borgen dat onze regio op het hoogste niveau blijft meedraaien en dat er vaker titels deze kant op vallen zullen we actie moeten ondernemen. Het begeleiden van de recreatieve- en wedstrijdspringers gaat op dit moment naar wens. Faciliteiten voor deze sporters zijn er afdoende. In het winter en voorjaar wordt onder de paraplu van de PBH (via
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 2
trainersoverleg) wintertraining georganiseerd. Daarnaast is er bij de atletiekvereniging Clytoneus in Woerden de mogelijkheid om op goed niveau atletiektraining te krijgen. Aan de begeleiding van de recreatieve- en wedstrijdspringers besteden we in deze beleidsperiode geen extra aandacht. Voor de topspringers zullen we wel scherp letten op mogelijkheden die in beeld komen bij eventuele aansluiting bij NOC*NSF. Een belangrijk kenmerk van topsporters is echter dat zij in staat zijn om voor zichzelf mogelijkheden te creëren. De PBH zal initiatieven van topsporters actief ondersteunen en gaat ervan uit dat dit initiatief voor een groot deel van de sporters zelf zal komen.
1.4 Organisatie De PBH en afdelingen hebben permanente raden en commissies of tijdelijke werkgroepen (nu nog vaak aangeduid als commissie). Voor de wet en ook voor onszelf zijn deze raden, commissies en werkgroepen geen verenigingen, maar onderdeel van de afdeling of bond waardoor ze zijn ingesteld. Verdere uitwerking van de rol van elk van deze organen is wenselijk. De huidige structuur functioneert echter redelijk en in de komende beleidsperiode wordt hieraan geen extra aandacht gegeven. Naast de vier afdelingen met een wedstrijdaccommodatie kent de PBH ook de donateurclub vrienden van het Polsstokverspringen. Deze club kent op het moment van schrijven 56 leden. Er liggen mogelijkheden om deze groep te laten groeien. Vrienden blijven betrokken bij onze sport en leveren ook financiële mogelijkheden op. De komende beleidsperiode benutten we kansen om het aantal vrienden te laten groeien als deze zich voordoen. Bij de PBH zijn op dit moment vier afdelingen met een wedstrijdaccommodatie aangesloten. De afdelingen zijn op dit moment formeel niet verbonden aan de PBH. Wat het precies inhoudt om een afdeling van de PBH te zijn is niet uitgewerkt. De afdelingen kennen op de ALV geen stemrecht en de PBH heeft geen zicht op bijvoorbeeld de financiële huishouding, verslagen en jaarplannen bij de afdelingen. Dit kan misschien beter. Bijvoorbeeld door de verenigingen als bijzondere leden toe te laten bij de PBH en in een huishoudelijk reglement de relatie beter te benoemen. De huidige structuur functioneert echter redelijk en in de komende beleidsperiode wordt hieraan geen extra aandacht gegeven. Het polsstokverspringen is zeer afhankelijk van de inzet van veel vrijwilligers. We kennen in onze sport geen betaalde (bonds)organen en dat betekent dat alles wat gedaan moet worden om onze wensen te realiseren gedaan wordt door vrijwilligers. Ter illustratie: Bij het NK 2009 in Jaarsveld hebben 110 vrijwilligers zich ingezet om het evenement mogelijk te maken. We zien dat de vrijwilligers zeer betrokken zijn bij het polsstokverspringen en zich met veel passie inzetten voor de sport. Een behoorlijk aantal vrijwilligers is zeer actief en besteedt meer dan 200 uur per jaar (gemiddeld vier uur per week) aan vrijwilligertaken binnen het polsstokverspringen. Overbelasting ligt op de loer en het gebeurt ook met enige regelmaat dat vrijwilligers om deze reden afhaken. Vaak zijn dit voor de sport zeer waardevolle mensen en is het wegvallen een pijnlijke gebeurtenis voor alle betrokkenen. De norm van 200 uur per jaar is een norm waar op bewaakt gaat worden. Voor vrijwilligerstaken waarbij een grotere gemiddelde inzet nodig gaan we op zoek naar mogelijkheden om taken te splitsen. Vrijwilligers met meerdere taken gaan we proberen te ontlasten door deze taken te verdelen.
1.5 Financiering De PBH kent een redelijk stabiele financiële situatie. Er zijn drie grote financiële inkomstenbronnen: De ledenafdracht; een flink aantal subsponsors en demonstraties en deze zorgen jaarlijks voor voldoende inkomsten om de zaak draaiend te houden. Er zit voldoende geld in kas om plotselinge grote uitgaven zoals bijvoorbeeld een bus te kunnen betalen.
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 3
Jaarlijks is er geld beschikbaar ten behoeve van promotie. Deze uitgavenpost is direct gerelateerd aan de inkomsten die promotie genereert. Vanwege een lichte afname van het aantal demonstraties (een inkomstenpost dankzij promotie) in de afgelopen twee jaren is er ook minder budget voor promotionele activiteiten geweest. Met deze beheersmaatregel kunnen de kosten goed in de hand gehouden worden. Om te kunnen groeien is echter geld nodig. Geld om polsstokevenementen te organiseren, de sport te kunnen promoten, nieuwe (goedkopere) materialen te ontwikkelen en nieuwe accommodaties te helpen opstarten. Daarnaast is er ook de wens om een regioselectie extra faciliteiten te bieden. De huidige beschikbare gelden zijn hiervoor niet toereikend. Naast het verder uitbouwen van de bestaande inkomstenstromen zijn er ook fondsen en subsidies beschikbaar voor cultuursporten zoals de onze. Deze mogelijkheden moeten gevonden en benut worden.
1.6 Promotie De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor promotie. Op basis van een communicatieplan zijn veel acties uitgezet om het polsstokverspringen populairder te maken. Dit plan is regionaal zeer succesvol gebleken. Het communicatieplan is inmiddels verouderd en (zo goed als) alle beschreven doelstellingen zijn gehaald. Het is tijd om het communicatieplan te upgraden en een plan te maken wat aansluit bij dit beleidsplan. Het netwerk waarbinnen de PBH opereert is op dit moment te klein om succesvol en snel te kunnen gebruiken om door te groeien. Contacten op politiek niveau (gemeentelijk, provinciaal), sportwereld en bedrijfsleven zijn belangrijk en onvoldoende aanwezig. De komende jaren zal dit netwerk vergroot moeten worden.
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 4
HOOFDSTUK 2: GEWENSTE SITUATIE Periode 2010 – 2015 In het vorige hoofdstuk hebben we de huidige situatie beschreven. In de periode 2010 – 2015 willen we bereiken dat in de ons omringende dorpen/ gemeenten en steden gestart wordt met het nadenken over de bouw van accommodaties. Uiteraard willen we ook dat er in deze periode al enkele accommodaties bijkomen. De huidige groei van het aantal springers willen we continueren. Deze groei maakt het noodzakelijk dat er in de komende vijf jaar nog een wedstrijdcyclus toegevoegd wordt. Het niveau van de topspringers groeit mee met het landelijke niveau. De vraag naar demonstraties, zowel op locatie als op de eigen accommodatie, groeit de komende jaren stevig door. We nemen met regelmaat deel aan grote evenementen. De financiële armslag neemt toe door beter gebruik te maken van beschikbare subsidies en fondsen en het vinden van hoofd- en evenementen sponsoren. Aan het vrijwilligersbeleid wordt meer vorm gegeven zodat het aantal vrijwilligers groeit en de belasting van de meest actieve vrijwilligers afneemt. Hoofddoelstellingen 1 Vier nieuwe accommodaties met een jeugdschans en/of schans C. 2 Twee nieuwe complete wedstrijdaccommodaties 3 Tien veelbelovende contacten voor verdere toename van het aantal accommodaties 4 Jaarlijks één groot Nationaal evenement organiseren waarbij we nationale aandacht trekken en de sport “cool” maken. (2010 Red Bull event in Utrecht) 5 Een update van het communicatieplan en deze aanpassen aan de nieuwe wensen 6 Twee maal tweekampwinst 7 Tien Nederlandse titels waarvan minimaal één Senioren en één Dames titel Subdoelstellingen 1 Een gecontinueerde gemiddelde groei van het aantal wedstrijdspringers van 10% per jaar de 2 Één extra wedstrijdcyclus (waarschijnlijk twee regionale competities i.p.v. huidige 2 klasse) 3 Gemiddeld tien externe demonstraties per jaar 4 Gemiddeld tien clinics per vereniging per jaar 5 Een hoofdsponsor wordt gevonden in een bedrijf wat op nationaal niveau acteert. 6 We ontvangen gemiddeld € 5.000,- aan structurele subsidies 7 We ontvangen gemiddeld € 5.000,- vanuit fondsenwerving 8 De actieve vrijwilliger besteedt gemiddeld maximaal 4 uur per week (200 uur per jaar) aan vrijwilligerstaken.
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 5
HOOFDSTUK 3: ACTIES TOT GEWENSTE SITUATIE
3.1 Accommodaties
Dubbele jeugdschansen op een accommodatie wordt gestimuleerd Verdere verbetering is mogelijk door te werken aan “Multi functionele arena’s”. In de komende beleidsperiode wordt hieraan geen extra aandacht gegeven. We stellen een palet van accommodatieniveaus op waarbij het ook mogelijk is (gestimuleerd wordt) dat jeugd en regiowedstrijden op accommodatie van beperkte omvang plaatsvinden. We formeren een groepje mensen dat actief de boer op gaat met als doelstelling onze sport te “verkopen” en zo meer accommodaties te vinden. Het benaderen van omringende gemeentes, de provincies, en potentieel interessante organisaties (oranje verenigingen, dorpsbelangen, ijsclubs etc.) in dorpen en steden. We organiseren polsstokevenementen onder de paraplu van de PBH en in samenwerking met een locale organisatie op aantrekkelijke locaties.
3.2 Materiaal
Ontwikkeling van “eenvoudige en goedkope” materialen voor startende verenigingen. Ontwikkeling van een strategisch plan voor materiaalontwikkeling.
3.3 Resultaten
Er komt een regioselectie met daarin de grootste talenten uit de regio. Deze selectie krijgt toegang tot extra faciliteiten op het gebied van training, medische begeleiding, fysiotherapie etc. We stimuleren een groei van het aantal wedstrijden op nationaal niveau en onderzoeken de mogelijkheid van een nationale competitie
3.4 Organisatie
Afdelingen stimuleren/steunen bij vrijwilligers werven. Er wordt een evaluatieformulier voor vrijwilligers opgesteld wat vrijwilligers de mogelijkheid geeft om aan te geven wat wel, en wat niet goed gaat. Vervullen van vacatures in bestuur en Technische Commissie. Gezocht: een voorzitter die iets heeft met sport, met gevoel voor onze regio, enige bestuurlijke ervaring; hij/zij kan delegeren en knopen doorhakken, heeft visie en goede contactuele eigenschappen. Voorzitter bezit bij voorkeur een netwerk in regionale politiek, sport, bedrijfsleven. Een huishoudelijke reglement en geschillenreglement wordt opgesteld (bij voorkeur op nationaal niveau) ste de Zodra het aantal van 120 deelnemers aan 1 en 2 klas wedstrijden is bereikt wordt een extra wedstrijdcyclus opgestart. Het damesspringen wordt extra gestimuleerd. Zij krijgen af en toe een “voorkeursbehandeling”
3.5 Financiering
We formeren een groepje mensen wat actief op zoek gaat naar fondsen. We starten ook projecten die zijn toegesneden op fondswerving De provincies Utrecht en Zuid-Holland worden benaderd door het HB om de mogelijkheden van subsidieaanvragen te onderzoeken. Motief: in stand houden van een sport die cultuurhistorisch thuishoort in en iets toevoegt aan de regio. Aansluiting bij NOC*NSF en bijbehorende inkomstenstroom wordt gestimuleerd Het zoeken van nieuwe locaties voor demonstraties wordt geïntensiveerd en bestaande demonstraties worden met de externe organisatie geëvalueerd zodat we hiervan kunnen leren De sponsorcommissie gaat op zoek naar een hoofdsponsor en evenementen sponsoren (ook voor demonstraties)
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 6
Ontwikkelen financieringsplan voor startende verenigingen Ontwikkelen financieel meerjaren plan voor PBH
3.6 Promotie
Updaten van het communicatieplan / gewenste imago meer aan laten sluiten bij tieners. Sport op lokaal en regionaal niveau steviger neerzetten. Meer aandacht voor kleine de evenementen zoals jeugdwedstrijden en 2 klas wedstrijden Contacten met media intensiveren en persoonlijker maken Informatie en relatiebeheersysteem inzetten Voor clinics wordt het aanbod uitgebreid met gecombineerde activiteiten Wedstrijden en evenementen sluiten aan bij wensen media We formeren een groepje mensen wat actief de boer op gaat met als doelstelling onze sport te “verkopen” en zo meer accommodaties te vinden. Het benaderen van omringende gemeentes, de provincies, en potentieel interessante organisaties (Oranjeverenigingen, dorpsbelangen, ijsclubs etc.) in dorpen en steden. We organiseren polsstokevenementen onder de paraplu van de PBH en in samenwerking met een locale organisatie op aantrekkelijke locaties. We geven ruim baan aan de jeugd en nieuwe springers om eenvoudig aan te kunnen haken.
Beleidsplan Polsstokbond Holland 2010-2015
Pagina 7