Mededelingen.
HAGOK nodigt al haar leden uit op de voorstelling van het lees- en kijkboek
De geschiedenis. van het Haachtse gemeentehuis. door GUSf VANDEGOOR. Gust Vandegoor, HAGOK-lid uit Wespelaar, is de schoonbroer van wijlen burgemeester Cloetens, vandaar zijn interesse voor het "Breughels Gasthof" zoals vele Haachtenaren hun gemeentehuis nog steeds noemen. In een lijvig lees- en kijkboek (méér dan 150 blz. en 120 illustraties) behandelt Gust Vandegoor de geschiedenis van het Haachtse gemeentehuis. Reeds in de 16de eeuw stond op dezelfde plaats een afspanning. Tijdens de 17de eeuw woonde er de beroemde Haachtse orgelbouwer Hans Goltfus. Willem Claes uit Leuven bouwde het huidige kasteel in de 18de eeuw, 'zijn nakomelingen verkochten het landgoed in 1904 aan Alfons Vander Elst. Via Henri De Graan kwam het kasteel in handen van burgemeester Julien Cloetens, die er het "Breughels Gasthof" van maakte. Sedert 1976 is het gemeentehuis van Groot-Haacht in de gebouwen gevestigd. De Haachtse Geschied- en Oudheidkundige Kring heeft dit boek samen met de auteur gerealizeerd. Daarom heeft HAGOK het genoegen al zijn leden, de gemeenteraads�den van Haacht en de vertegenwoordigers van de pers uit te nodigen op de publieke voorstelling van dit lees- en kijkboek op : donderdag 15 maart 1990, te 20 uur, in het gemeentehuis zelf (*). Na de voorstelling volgt een receptie, aangeboden door de auteur. Nadien kunt U luisteren naar een korte voordracht over de geschiedenis van het ge meentehuis en het Breughels Gasthof, door Gust Vandegoor. Een avond die niemand mag missen.
Toegang, zoals steeds, gratis!
(*) Datum onder voorbehoud. Iedereen ontvangt nog een schriftelijke uitnodiging.
63
AANWINSTEN VOOR ONZE DOKUMENTATIEDIENST. Ons lid Albert De Wachter maakte ons zeer belangrijke dokumentatie over : het cijnsboek van Opstalle (Rijmenam), 1531 en 1696-1700; het cijnsboek van Waegenisse (Rijmenam), 1612-1649 en 1652-1690; tafel op een "rol" van Rijmenam, 1687-1691; tafel op het subsidieboek Rijmenam, 1689; tafel op het gedeelte Keerbergen in het cijnsboek van Grimbergen; tafel op het Setboek van Rijmenam, 1768; tafel van de belastingsplichtigen te Rijmenam in 1798. Van de heer Karel Lemmens uit Stekene ontvingen wij de inventaris van het notariaat Swiggers uit Beerzel (1680-1726) en de herwerkte parochieregisters uit Putte 1623-1688. Dank zij fotocopiëring kregen wij volgende werken in ons bezit : de klapper op de doop- en huwelijksregisters van Heist-op-den-Berg; de klappers op de parochieregisters van Bonheiden en Schriek; de klappers op de parochieregisters van Wakkerzeel, 157.5-1691; de doopregisters van Baal, 1675-1778; de volkstellingen van Bierbeek uit 1693, 1709, 1754 en van Wilsele uit 1693. De programmabladen van de Haachtse Sport- en Wielrennersclub voor 1988 en 1989 werden ons geschonken door Wilfried Van de Weyer. Uit mijn persoonlijk bezit komen de tweedelige kataloog van de permanente tentoonstelling "Doorheen de Nationale Geschiedenis" in het Alg. Rijksarchief en de kataloog van de publicaties van onze Nationale Wetenschappelijke Instellingen. · Tenslotte werd onze verzameling doodsbrieven en doodsprentjes aangevuld door verschillende schenkingen, waarvan deze van Paul Sweeck (een omvangrijk aantal fotocopies uit Keerbergen) en uit de nalatenschap van Alfons Holemans mogen vermeld worden. A.V.A.
Dr. Paul De Ridder sprak voor HAGOK. Terwijl buiten de Shanghai-griep woedde, hield Paul De Ridder, doctor in de geschiedkunde, voor het HAGOK-publiek een opmerkelijke toespraak over "Sint Goedele, het verhaal van een kathedraal". Vóór enkele jaren inventariseerde hij het archief van deze kerk. Bij talrijke controversiële aspecten van de recente restauratie van de hoofdstedelijke kathedraal bleken zijn adviezen beslissend. Als "Groot-Brabander" is hij een fervent verdediger van. de Vlamingen, die hij bij voorkeur "(Zuid-)nederlanders" noemt, te Brussel. In zijn werk Het andere Brussel (uitgegeven door Den Gulden Engel, Wommelgem, in 1988) rekent hij ondermeer af met het vooroordeel dat Brussel reeds tijdens de Late Middeleeuwen verfranst zou geweest zijn. Uit zijn archiefonderzoek blijkt dat het Nederlands de voertaal was in onze hoofdstad tot op het einde van de 18de eeuw. Zijn Geschiedenis van een Brabantse stad Brussel (St�mdaard, Brussel, 1988) is een korte, energieke, maar vooral Nederlandstalige synthese van het verleden van "zijn" stad. - Na de pauze volgde een dia-montage van de HAGOK-groepsreis naar Trier.
J.V.
64
FAMILIEKUNDE. Voor de liefhebbers van genealogie hebben de verschillende afdelingen van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde een zeer afwisselend programma aan te bieden. Wij zetten dit eventjes op een rijtje : VVF-Aarschot Maandag 5 maart : voordracht over "Oude Aarschotse straatnamen en kadaster" door Christel Gijsbrechts, penningmeester van de kring. Maandag 7 mei voordracht over "Antwerpse vondelingen" door Tony Dello Monaco, voorzitter van de kring. Deze soreekbeurten worden gehouden in het Damiaaninstituut, Pastoor Dergentlaan [e Aarscnot, telkens om 20 u. VVF -Brussel Donderdag 19 april : feestrede over "de voorouders van Koning Boudewijn" door ere-senator Leo Lindemans, ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de eerste kontaktvergadering van VVF-Brussel. Donderdag 17 mei voordracht over "Oudergem, de ontwikkeling van een gemeente" door Jef Belmans. De voordrachten worden gehouden in het "Trefcentrum Elzenhof", Kroonlaan 12-14 te Elsene, telkens om 20 u. VVF-Leuven : Donderdag 22 maart : voordracht over "de afstammelingen uit het Hertogelijk Huis van Brabant" door Freddy Verdoodt in het lokaal Marie-Thérèse, Martelarenplein 1 (stationsplein) te Leuven om 20 u. Van 21 april tot 13 mei wordt ter gelegenheid van 25 jaar VVF-Brabant in het Provinciaal Museum Van Humbeeck-Piron, Mechelse vest te Leuven, een tentoonstelling georganiseerd met als thema "Klim in je stamboom". Deze tentoonstelling is iedere dag toegankelijk van 10 tot 18 u, behalve op dinsdag. VVF-Mechelen Vrijdag 9 februari : voordracht over "een verdwenen straatbeeld, de hondekar (1850-1950)" door M. Schippers en L. Briers. Vrijdag 9 maart : voordracht over "Bronnen voor opzoekingen in Oost-Vlaanderen_" door René Van Assche. Het vergaderlokaal van VVF-Mechelen is in café "de Dijle", Ontvoeringsplein 2 (sta tion Nekkerspoel) te Mechelen, en ook hier beginnen de kontaktavonden om 20 u. Tenslotte maken wij de geïnteresseerden er op attent dat het 25ste (zilveren) nationaal VVF-kongres op 5 en 6 mei zal plaatsvinden in Antwerpen. Bij het ter perse gaan van dit nummer zijn ons nog geen bijzonderheden gekend, maar ongetwijfeld zullen de kranten bij gelegenheid uitvoerig terugkomen op dit evenement. A.V.A.
65
HAGOK OP REIS NAAR YORK (ENGELAND). Ondanks enige moeilijkheden met de organizatie (de ferry-boten blijken maanden op voorhand reeds volgeboekt te zijn) gaat de tweede HAGOK-groepsreis door zoals gepland. Het reisdoel blijft de stad York, niet ver van Schotland. Hiermee mikt onze vereniging vooral op de echte geïnteresseerden in geschiede nis, bouwkunde en archeologie. De stad York puilt uit van (vooral middeleeuwse) bezienswaardigheden. Elk reisagentschap plant verzorgde drie- of vierdaagse bezoeken aan deze stad. Maar HAGOK biedt méér. Ter plaatse zorgen wij voor niet alleen Nederlandtalige, maar bovendien deskundige commentaar Ward Caes, archeoloog, en Bart Minnen, geschiedkundige, zijn onze gidsen! Wie doet beter? Blijkbaar geloven heel wat leden dat het weer een genietbare reis zal worden, want op 1 februari telden wij reeds 36 inschrijvingen. Vermits de autocar over 50 zetels beschikt, blijven er nog slechts 14 plaatsen over. Indien ook U geïnteres seerd bent, aarzel dan vooral niet contact op te nemen met de redactie van HOGT (016/60 21 83). Op die manier kunt U nog tijdig een plaats reserveren. De reis vindt plaats tijdens het Pinkster-weekend van 1 tot en met 4 juni. De deelnemers zullen tijdens de maand april schriftelijk uitgenodigd worden het reisgeld, dat 10.380 fr bedraagt, te betalen. Hier volgt alvast de dagorde:
1 juni (vrijdag) : vertrek te Haacht anstreeks 16 uur. Vertrek van de veerboot te Zeebrugge om streeks 18 uur. Avondmaal en logies aan boord (gerieflijke econany-hutten). 2 juni (zaterdag) : ontbijt aan boord. Aankomst te Hull anstreeks 9 uur. Onze eigen autocar reist mee en brengt ons tijdens de voormiddag naar York. Betrekken van de kamers in het hotel te York en middagmaal. Tijdens de namiddag geleid bezoek aan de stad (elke deelnemer krijgt kortelings een gedetailleerde informatie-brochure): de kathedraal, de Romeinse opgravingen, de Middeleeuwse stadsmuren, het gildehuis van de Merchant Adventurers. Avondmaal en logies in het hotel. 3 juni (zondag) : ontbijt in hotel. Tweede geleid bezoek aan de stad: het kasteel van York, het Viking-museum. Middagmaal in het hotel. Vrije namiddag: bezoek het "British Railwaymuseum" of de 15de-eeuwse straatjes van York. Omstreeks 16 uur vertrek naar Hull. Omstreeks 18 u. in schepen op de (nog grotere) overzetboot Hull-Rotterdam. Avondmaal, en logies aan boord. 4 juni (Pinkstermaandag) : ontbijt aan boord. Aanleggen in Rotterdam, de grootste haven van de wereld, omstreeks 8 uur. Tijdens de voormiddag brengt de autocar ons opnieuw naar Haacht (andere op- en afstapplaatsen worden voorzien).
J.V.
66
TENTOONSTELLING SE STATEN (1790).
200SfE VERJAARDAG VAN DE VERENIGDE NEDERLAND
Van 12 januari tot 31 maart 1990 richt het Algemeen Rijksarchief in haar lokalen Ruisbroekstraat 8 te 1000 Brussel een tentoonstelling in over de Verenigde Nederlandse Staten (1790), waarbij eigen archivalisch en iconografisch materiaal wordt gebruikt. De openingsuren zijn als volgt : van maandag tot vrijdag van 10 tot 16.30 u; 's zaterdags van 10 tot 12 u; 's zondags gesloten. A.V.A.
LESSENREEKSEN. Het centrum voor Brabantse Geschiedenis van de Universitaire Fakulteiten Sint Aloysius (Ufsal) organiseert een interessante lessenreeks, waarvan jammer genoeg de eerste les zal voorbij zijn als dit nummer verschijnt. De volgende lezingen werden gepland : zaterdag 3 februari : "Imaginaire reizen in middeleeuws Brabant" door Jozef Janssens; zaterdag 17 februari : "Het Brussels Postwezen tijdens het Ancien Regime" door Paul Janssens; zaterdag 3 maart : "Strafbedevaarten in Brabant" door Fernand Vanhemelrijck. De lezingen worden gehouden in de gebou wen van de Ufsal, Vrijheidslaan 17 te Koekelberg. Zij beginnen om 14.30 u en worden na een korte koffiepauze gevolgd door een open gesprek tot 17 u. Het inschrijvingsgeld (450 fr) is te storten op per 000/0536088/66 van Ufsal Brussel, met vermelding "centrum voor Brabantse geschiedenis-inschrijving" of kan ook ter plaatse worden betaald. Per lezing : 80 fr. Inlichtingen bij Mevr. Verbesselt, tel. 02/4279960 (Ufsal) of 02/7202417 (privé). A.V.A.
CENTRUM VOOR MOLINOLOGIE. Het Centrum voor Molinologie is het studie- en bezoekerscentrum van de Nederlandse Stichting Levende Molens. De dokumentatie omvat voor namelijk Nederlandse en Vlaamse molens. De stichting zoekt nog steeds ten behoeve van haar fototheek negatieven in bruikleen van ver dwenen · wind- en watermolens, alsook vooral oudere negatieven van nog bestaande molens. Mocht U soms over negatieven of foto's be schikken, dan wil het Centrum daar graag een afdruk van maken. Omwille van de dokumentaire waarde is het wel nuttig om weten wanneer de foto's gemaakt werden. De stichting zendt de doór U ontleende negatieven binnen de twee weken 67
terug met een vergroting van 18 x 24 cm als blijk van dank. Gelieve in dit verband kontakt op te nemen met HAGOK-medewerker Jos Kennis, Klein Appel straat 29, 2840 Haacht, tel. 016/603497, die als tussenpersoon zal fungeren of U verdere informatie kan bezorgen. ].K.
HET RIJKSARCHIEF TE LEUVEN : STAND VAN ZAKEN. Leuven, voormalige hoofdstad van het hertogdom Brabant, aloude universiteits stad, en sinds de Franse overheersing regionaal bestuurs- en juridisch centrum, krijgt eindelijk een eigen depot van het Rijksarchief. Reeds in 1963 werden er stappen in die richting gezet, maar pas in 1985 was de kogel definitief door de kerk. Op 3 oktober van dat jaar droeg de KU-Leuven plechtig het Carnoy-insti tuut over aan de Staat, i.c. aan het Ministerie van Onderwijs, dat tevens bevoegd is over de nationale wetenschappelijke instellingen, waaronder het Rijksarchief. Andere regionale centra in België beschikten al langer over een eigen arrondisse menteel depot van het Rijksarchief, zoals Antwerpen, Hasselt, Luik, zelfs Ronse en Beveren. Uiteindelijk zag men in dat, hoewel de afstand tussen Leuven en Brussel - zetel van het Algemeen Rijksarchief en talrijke "Brabantse" archieven -, niet zo groot is, Leuven met recht een eigen depot opeiste. In het Carnoy-instituut zullen belangrijke fondsen van het Algemeen Rijks archief ondergebracht worden. In 1985 werd gedacht aan : "een deel van de Kerkelijke archieven van Brabant", de bescheiden van tientallen schepenbanken en gemeentebesturen uit het arrondissement Leuven, parochieregisters en registers van de burgerlijke stand van gemeenten, notariële en gerechtelijke archieven, het rijke archief van het O.C.M.W. van Leuven, kaarten en plattegronden, en tevens de archieven van de oude universiteit (1425-1835). Daarnaast zal ook het stadsarchief van Leuven, een haast onontgonnen schatkamer voor de lokale geschiedenis van tal van dorpen uit het Leuvense, een onderkomen vinden onder hetzelfde dak. Eens de reputatie van het arrondissementeel depot gevestigd zal zijn, hoopt men op giften vanwege kloosters, bedrijven, politici,... Door de groepering van rijks- en stads archieven verwacht men, naast een vlottere dienstverlening en (letterlijk) ruimere faciliteiten voor het vorserspubliek, de beheerskosten te drukken. Dat klinkt uiteraard allemaal zeer mooi, en voor een hyperactieve veremgmg als HAGOK opent Leuven ongekende perspectieven. Maar hoe zit het met de praktische gang van zaken ? Want wie aan de staat denkt, komt automatisch het beeld van een logge bureaucratie en een deficitaire kas voor ogen. Ook nu is dit de realiteit. Eind december starten de restauratiewerken. Zowel restauratie als inrichting tot archief zijn in handen van staatssekretaris Jos Dupré, die de gebouwen van de nationale overheidsdiensten beheert. De aanbesteding voor de eerste reeks werken behelst alleen enkele dringende karweien om de instandhouding (!) en de veiligheid (!) van het gebouw te garanderen. Het instituut is immers een puinhoop : het regent binnen, generaties duiven zijn er grootgebracht, brokken gevelsteen dreigen argeloze voorbijgangers te verrassen. Bovendien is er nog geen exacte timing voor de afwerking. Alles hangt af van het beschikbare budget en van de overige projekten die voor Leuven aanhangig zijn. 68
Maar laat ons toch positief wezen. Uiteindelijk zal het Carnoy-instituut opnieuw een wetenschappelijke eersterangsrol vervullen. Het is ooit wel anders geweest. Het gebouw, gelegen in de Vaartstraat 26, heeft vele, soms zeer uiteen lopende bestemmingen gehad, wetenschappelijke, wereldse, geestelijke. In 1660 stichtte Bernard Vanden Hecke, abt van de grote Brabantse abdij van Villers, op die plaats, in het refugehuis van zijn abdij, een universitair college. Dit "College van Villers" werd volledig herbouwd in 1760, in Lodewijk XV-stijl. Na de opheffing van de oude universiteit (1797) verkochten de Fransen het college als nationaal goed, waarna in het pand enkele particuliere woningen werden ingericht, echter zonder het uitzicht van het geheel te schaden. Het gebouw bood nadien achtereen volgens onderdak aan het magazijn van een Leuvense wijnhandelaar en aan zusters Redemptoristinnen. In 1888 verkochten deze laatsten het Villerscollege aan kanunnik J .B. Carnoy, bioloog, professor aan de Leuvense universiteit, die er zijn School voor Celbiologie in onderbracht. In 1901 werd dit instituut, in die tijd uniek in België, naar zijn stichter genoemd. Tot voor enkele jaren huisde er het Departement Plantkunde. Nu staat het pand te vervallen. Wat eens één der mooiste 18de-eeuwse gevelconstructies te Leuven was, betaalt nu met schrikwekkende snelheid een zware tol aan de verontreinigde stadslucht en de zure regen, die de witte, poreuze zandsteen zienderogen wegvreet. De restauratiewerken komen dan ook geen moment te laat. B.M.
GILDENIEUWS. In afwachting van de zomeract1v1teiten blijft het voorlopig vrij kalm op het gildefront. Alleen de Werchterse Sint-Sebastiaansgilde treedt naar buiten tijdens de jaarlijke kaarskensprocessie op 28 april. Deze vereniging heeft ook een reis naar Rome gepland van 14 tot 18 april. Voor de rest zijn er alleen nog de vrije schietingen te Keerbergen (18 februari) en te Kampenhout (18 maart). In ons volgend nummer hopen wij het volledig zomerprogramma van onze gilden af te drukken. A.V.A.
LEUVEN VINDT SfADSARCHEOLOGEN OVERBODIG. Het gaat slecht met de archeologie in België. Nadat de overheid onlangs alle subsidies voor projecten in het buitenland van Belgische universiteiten en archeologen afschafte, vindt het Leuvense stadsbestuur, op haar beurt, de stads archeologische dienst overbodig. Deze dienst bestond uit twee personen, waaronder Marlyse De Clerck uit Wespelaar, die overigens puik werk verrichtten. De stad Brugge denkt daar anders over, daar werkt een team van bijna 10 archeologen en medewerkers. Hun resultaten zijn merkbaar. Arm Leuven.
J.V. 69
"JACOB VAN ARTEVELDE IN DEN STUDENTENBOND VAN HAACHT". Hector Waterschoot, HAGOK-lid uit Borgerhout (De Bruynestraat 6, 2200 Antwerpen) stuurde onze redactie de volgende (krante)foto. Hij schrijft:
"Deze foto is verschenen in het toenmalig geïllustreerd weekblad "Ons Volk Ontwaakt" van september 1913. Twee van mijn ooms staan er op vermeld: 1) De centrale figuur met snor en witte lintjes is Jef VERMEYLEN (+), expert-comptable te Brussel (voor de ouderen Jef van Amelie van Fons van Muske Vermeylen), zoon van Alfons Vermeylen en Amelia Kestens en kleinzoon van Guillelmus Vermeylen en Catharina Vanwesembeeck. 2) Vooraan zittend met kapbijl in de hand : Domien JACOBS {+) gewezen afgevaardigd beheerder van de N.V. Altiora, Uitgeverij Abdij Averbode. Kunnen de "oudere mensen van Haacht" hier nog iemand uit herkennen?"
H.W.
OP DE LEESTAFEL. Walter Geerts en Gaby De Lauwer (beiden uit Keerbergen) publiceerden zopas het goed gedocumenteerde en vlot lezende boek De drie levens van Salomê. Onder vorm van een reisverhaal wordt een beeld geschetst van de huidige lepra-behande ling in Equatoriaal Guinea, een dwergstaatje ten noorden van Zaïre. De Damiaan aktie, die het boekje uitgeeft, startte in 1983 een lepra-dienst in dat land. Het werk telt 76 blz, is voortreffelijk geÏllustreerd, kost 150 fr, en kan worden besteld op het secretariaat van de Damiaan-aktie, Stevinstr. 16, 1040 Brussel (02/2306605). J.V. 70
NOTA BENE. - Haachts Gemengd Koor bracht een historisch concert. We maken er geen gewoonte van in deze rubriek activiteiten van andere culturele verenigingen uit te streek te bespreken, maar het kerstconcert van het Haachtse Gemengd Koor verdient de nodige aandacht omdat het op 17 december jl. een brok muziekgeschiedenis ten beste gaf. Op het programma stonden een reeks werken die de grote stijlperioden uit de muziekgeschiedenis perfect illustreerden. De renaissance (16de eeuw) was goed vertegenwoordigd met werk van Praetorius, Palestrina, Arbeau en de Sernissy. Uit de Engelse barok (l 7de - midden 18de eeuw) hoorden we werken van Purcell en Händel, en voor de klassieke periode (einde 18de eeuw) werd beroep gedaan op werk van Mozart. Met Brahms kwam tenslotte de romantiek ( 19de eeuw) aan de beurt. Koorleider E. Pétré zorgde niet alleen voor deze prachtige bloemlezing, maar bovendien voor een technisch vlekkeloze uitvoering van dit. historische programma. Nooit voordien weerklonk mooiere koormuziek in de Haachtse St.-Remigiuskerk. - De oude Hansbrug krijgt nog een _kans. De aktie die HAGOK, in samenwerking met de Keerbergse Heemkring De Botermoien, voerde voor het behoud van de oude Hansbrug (tussen Haacht en Keerbergen) bleef niet zonder resultaat. Terwijl beide gemeentebesturen voor enkele maanden nog (voorwaardelijk) akkoord gingen met de afbraak, kwam in december jl. het bericht dat de Keerbergse gemeenteraad de oude brug wil behouden en restaureren. Er is zelfs sprake de brug in haar oorspronkelijke staat te herstellen. Misschien is dit van het goede te veel. De Haachtse Geschied- en Oudheidkundige Kring dringt niet aan op zulke "harde" restauratie, wel op de nodige herstellingswerken waardoor deze 19de-eeuwse ijzeren brug in zijn huidige toestand kan worden bewaard. - Een nieuwe straatnaam te Wespelaar. Het Haachtse schepencollege raadpleegde HAGOK bij het zoeken naar een gepaste straatnaam voor de heraangelegde weg tussen de Nieuwstraat en de Dijkstraat te Wespelaar. Het tracé van deze weg is niet oud. In de Atlas van de buurtwegen van Wespelaar (1841) vinden we ongeveer op de plaats van de huidige weg een kronkelig voetpad dat "Boekwijtblokweg" werd genoemd. Het was dus een wegje dat leidde naar het veld (=blok) waar boekweit gewonnen werd. De vruchten van de boekweitplant lijken op beukenootjes, zij zijn eetbaar en werden vroeger gebruikt als goedkoop vervangmiddel voor tarwe. Dat te Wespelaar inderdaad boekweit geteeld werd blijkt uit een archiefstuk uit 1763. In dat jaar vernielde een grote "verhaeghelinghe" (=hagelval)' de veldgewassen. De getroffen boeren vroegen vermindering van hun jaarlijkse grondhuur. Vijf boeren meldden schade aan de "boecksweijde" die ze staan hadden op gronden van de "H. Geest" (= het latere OCMW) van Wespelaar. Vermits ook de weiden ten noorden en de velden ten zuiden van de straat in kwestie in de 18de en 19de eeuw "Het Boekwijtblock" heetten gaf HAGOK aan het schepencollege het advies de nieuwe weg Boekweitstraat te noemen. Het gedocumenteerde voorstel werd inmiddels reeds-· aanvaard. J.V. 71
HEEMKRING "HET HOEFIJSER", RIJMENAM. De heemkring Het Hoefijzer viert dit jaar haar 25-jarig bestaan. De stichtingsvergadering had plaats op donderdag 11 februari 1965, op het gemeentehuis in de aanwezigheid van wijlen dhr. Jozef Weyns, die er het woord voerde. Hij onderstreepte het belang van een heemkring voor een gemeente zoals Rijmenam en ontwikkelde in veertien punten wat een ideale heemkring naar zijn inzicht moet zijn: "Een heemkring doet aan studie van het eigen heem in al z1-1n aspekten en tracht het eigen schoon te redden, dit zowel wat betreft de materiële voorwerpen, als allerlei uitingen van volkskultuur, zoals gelegenheids liederen, oude gebruiken, eigenaardigheden van de streek enz. Een plaatselijk heemmuseum is hierbij een waardevolle hulp. De heemkring treedt ook raadgevend op bij de plaatselijke besturen om zoals het past de eigen aard van de streek "het Heem" te bewaren. Het verzamelde materiaal wordt geboekstaafd om het van verdere ondergang te bewaren". Na 25 jaar mogen we zeggen dat de kring steeds in deze geest heeft gewerkt en nog verder zal werken. Als voornaamste aktiviteiten in dit jubileumjaar voorzien we: 1. Gedurende de openingsdagen van het heemkundig museum 't Smiske (1 juli tot en met 26 augustus): - Een overzicht van "25 jaar heemkundige werking te Rijmenam". - Een tentoonstelling over "Doodsprentjes en allerhande gebruiken rond dood en begrafenis". Over dit onderwerp zal tevens een brochure uitgegeven worden. 2. Tijdens de Open Momumentendag op 9 september 1990 : opening van het door de heemkring gerestaureerde brughuisje aan de Dijlebrug. Tevens zal bij deze gelegenheid het 25-jarig bestaan officieel gevierd worden. 3. Op zondag 11 november 1990 : Sint-Maartensviering met lichtstoet en Sint Maartensvuur.
H.V.
HEEMKUNDIGE KRING "DE BOTERMOLEN", KEERBERGEN. Door HAGOK werden een aantal voorwerpen betreffende leerlooierij uitgeleend aan het heemkundig museum. Het zijn voorwerpen uit de nalatenschap van de heer J .B. Cravillon, aan HAGOK geschonken. Het betreft : twee rekmessen voor leer looierij, een mes voor het vrijmaken van het koevel, een mes voor het vrijmaken van het schapenvel, een mes voor het·reinigen van de werktafel, een wolkam, en een mes voor de ontvlezing van het dierenvel. De aanleg van een kasseibaan van de toegangspoort naar de Kruishoeveschuur en de aanplanting van enkele jonge bomen zal de leden van de Heemkring enkele maanden bezighouden.
72
Naar jaarlijkse gewoonte zijn het museum en de Kruishoeveschuur voor het publiek toegankelijk vanaf Paaszondag, iedere zon- en feestdag, telkens van 14 tot 19 u. De Heemkring blijft een oogje in het zeil houden wat betreft het behoud van de Hansbrug, de laatste ijzeren brug over de Dijle in onze streek. P.S.
FAMILIEREUNIE VAN DEN BROECK. De bekende familie Van den Broeck van de Keerbergse Hansbrug was het beu om alleen maar tijdens begrafenissen bij elkaar te komen. Dus verenigden al de afstammelingen zich op 12 november ll. voor een groot familiefeest in de zaal Tiende Schuur te Wakkerzeel. Vooraf poseerden zij voor de familiefoto : vooraan zitten Amanda en Jos; samen met Germaine (die ziek was op die dag) zijn zij de enige nog in leven zijnde kinderen van Suske Broek.
Verleenden hun medewerking aan deze rubriek : Jos Kennis, Bart Minnen, Paul Sweeck, André Van Aarschot, Jo Vandesande, Hennan Verstraeten en Hector Waterschoot.
73