De geschiedenis van het polsstokhoogspringen in vogelvlucht Door; Bert Vreeswijk, polsstoktrainer A.V. Typhoon, Gorinchem. Het moderne polsstokhoogspringen kent een eeuwen oude en rijke Geschiedenis, waarin deze behendigheid uit noodzaak werd geboren. In onze moderne tijd is deze sport op de Olympische Spelen en tijdens atletiekwedstrijden één van de meest spectaculaire atletiekdisciplines. Maar hoe is deze sport eigenlijk ontstaan? En hoe heeft het polsstokspringen zich door de eeuwen heen ontwikkeld tot wat het nu is? In sommige oudheidkundige boekwerken wordt verondersteld, dat tussen 750 – 50 jaar vóór Christus de oude Kelten stammen in Europa de polsstok in de laag gelegen landen en moerasgebieden al ter hand namen voor oversteken van beken en riviertjes. Ook de oude Grieken en de bewoners op Kreta kenden naast de sporten als ,boogschieten, worstelen, discuswerpen en de pentathlon ook het zg. lansspringen, Bij deze tak van sport deed een 4 meter lange speer dienst als polsstok. Ook houden tot op de dag van vandaag volkskundigen zich bezig met de vraag of Pieter Breughel de Oudere op zijn schilderij “Terugkeer van de kudde” nu wél of niet een polsstokspringer heeft afgebeeld. ( zie afbeelding) Dat zou betekenen dat bij het verplaatsen van de schaapskudden of bij de jacht of als transportmiddel om waterpassages te kunnen maken in waterrijke gebieden, toen al een polsstok werd gebruikt, en dát reeds in de zestiende eeuw, toen Breughel zijn werk schilderde! In het waterrijke Venetië gebruikten de gondeliers van oudsher al een soort polsstoktechniek om van de gondel m.b.v een lange stok op kade te springen,
Van polsstokver- naar polsstokhoogspringen Het onderdeel “Stabhoogsprung” dook o.a. in het begin van de negentiende eeuw op in Duitsland. Het was onder invloed van de gymnastiekdocent Johann Christoph Friedrich Gutsmuths (1759 – 1839 ) die werkzaam was aan een Philantropinum school in Schnepfenthal en in 1793 een volledig leerboek schreef voor de gymnastiek, wat heel bijzonder was in die tijd. In zijn boek getiteld, “Gymnastik für die Jugend” bespreekt Gutsmuths het gehele leerstofgebied van de gymnastiek waaronder; klimmen, klauteren, worstelen, balanceren, zwemmen, schaatsen , lopen, werpen en polsstokspringen! (zie afbeelding 2 )
Ook in Groot-Brittannië ontstond het polsstokhoogspringen en het waren de leden van de Ulverston Cricket Club die rond 1850 al wedstrijden hielden. Een befaamde Engelse springers in die tijd was Tom Ray, die in 1888 over een hoogte geraakte van 3.57 m. De techniek die men toen hanteerde was zodanig dat men in een zittende houding met gebruikmaking de buiging van de stok sprong en dan omhoog klom in de stok. Al spoedig volgden een aantal andere, met name Europese landen dit voorbeeld en een sport was geboren! In Europese landen als Engeland, Frankrijk, en Finland ontwikkelde het polsstokspringen zich in een rap tempo tot polsstokhoogspringen en ook in Amerika werd het polsstokspringen binnen het atletiekprogramma van universiteiten omarmd en ook in Japan werd het populair. Levend in een waterrijk land als Nederland en waar vroeger niet altijd en overal bruggen en doorwaadbare oversteekplaatsen door de overheid waren aangelegd voor de bevolking, was een polsstok te beschouwen als een normaal ”transportmiddel” om droog aan de andere zijde van de oever te komen, wat overigens niet altijd lukte ( zie afbeelding 2 ) Polsstokken werden in die tijd ook bij de jachtsport in het veld gebruikt en nu nog in Friesland worden bij het traditionele kievitseieren zoeken, de sloten en vaarten overgestoken met een korte polsstok.In Friesland werd het polsstokverspringen een folkloristisch gebeuren en begrijpelijk ook vanwege het boeiende schouwspel wat deze sport met zich meebrengt. Op 24 augustus 1767, zo leert de geschiedenis ons , werd de éérst bekende officiële wedstrijd polsstokverspringen gehouden in het Friese plaatsje Baard. De Friezen noemen het springen met de polsstok “fierljeppen” en in het Shell journaal van oude sporten , geven de auteurs uitleg , dat het woord “ Fier”in het Fries afgeleidt is van het woord polsstok en het woord “ljeppen” zou betekenen verspringen. Om het houden van echte wedstrijden een officieel karakter te geven, werd ook in Friesland in 1960 de Frysk Ljeppers Boun ( De Friese Springers Bond )opgericht, waarbij volgens insiders het Friese plaatsje Winsum gold als het polsstokmekka van Nederland. Pas op 17 juni 1970 werd officiéél de Polsstokbond Holland opgericht. Dat het Friese Fierljeppen echte topsport is geworden, werd voor mij persoonlijk duidelijk toen ik het Nederlands kampioenschap in De Vlist bezocht en de springers sprongen van over de 20 meter lieten opmeten! Dat het fierljeppen mondiaal zijn intrede zal gaan doen lijkt niet onmogelijk,omdat men o.a. in Japan zelfs al interesse heeft getoond voor deze mooie sport. Fierljepen, i.t.t polsstokhoogspringen mogen de fierljeppers klimmen in de stok en springen van een schans in de in het water geplaatste stok.
Het polsstokhoogspringen in de atletiek Bij het polsstokhoogspringen wordt gebruik gemaakt van een pols of polsstok, een lange stok om vér of hoog mee te springen. Als we de Nederlandse baanatletiek recordlijsten van vroeger bekijken, dan komen we ook het onderdeel polsstokverspringen mét aanloop tegen, een onderdeel wat tegenwoordig verdwenen is van het atletiekprogramma. In 1929 overbrugde de atleet Gijs Lammers op dit verdwenen atletieknummer een afstand van 9 meter en 44 cm., wat te boek staat als nationaal record, of er bij deze discipline geklommen mocht worden in de stok wordt niet vermeld. In de begin jaren gebruikte men in de atletieksport stokken van essen- of notenhout, later sprong men met bamboestokken, waarmee de legendarische atleet uit de USA, Cornelius Warmerdam op 23 mei 1942 te Modesto maar liefst een hoogte wist te halen van 4.77 meter! Zijn hoogste sprong was zelfs 4.78 m op 20 maart 1943 bij indoorwedstrijden. Cornelius, alias “Corny” Warmerdam is de zoon van Nederlandse ouders, die kort voor zijn geboorte naar de Verenigde Staten waren geëmigreerd. Warmerdam begon al op 14 jarige leeftijd met polsstokspringen. “The Dutch”zoals Warmerdam ook wel werd genoemd verbeterde 7 keer het wereldrecord en bij de laatste verbetering was het aanwezige publiek zo onder de indruk van zijn prestatie dat ze de hoogspringlat in stukjes braken en het als souvenir mee naar huis namen.Het record van Warmerdam, gesprongen met een bamboe stok hield uiteindelijk 17 jaar stand! Innovaties in het polsstokhoogspringen Later werden aluminium stokken de trend, dit vanwege het lichte gewicht van dit materiaal. Pas bij de introductie in de atletiek van de fiberglasstok in 1961 ging het prestatieniveau letterlijk en figuurlijk met sprongen vooruit en werd het wereldrecord meer dan 65 keer verbeterd en in 23 jaar een winst geboekt van maar liefst 1meter en 31 centimeter. Het waren met de invoering van de glasvezel polsstokken vooral de Amerikanen die tot in de jaren 70 de dienst uitmaakten op Olympische Spelen en grote atletiektoernooien. Na 1972 mengden zich met name ook Rusland , Frankrijk zich op wereldniveau in de polsstokhoogspringdiscipline, waardoor de concurrentie op de grote toernooien hevig werd en daardoor het prestatieniveau verder steeg.
Afbeelding , Prestatie ontwikkeling in Nederland Afbeelding 3, Gymnastik fur die Jugend naar Gutsmuths
In het Grand Hotel Central aan de lange Poten in Den Haag werd op zondag 8 december 1889 de Nederlandsche Voetbal en Athletiek Bond opgericht (NV&AB ) De eerste bondswedstrijd vond plaats op13 juni 1890 op het Phoenix-terrein in Haarlem. Op het programma stond ondermeer het onderdeel polsstokhoogspringen, de winnaar van dit onderdeel was S. Marten met een sprong over 2.80 m., waarbij men het vermoeden heeft dat er toen gebruik is gemaakt van de in die tijd vaak en later verboden zg. klimtechniek. De eerste officiele Nederlandse Kampioen polsstokhoogspringen bij de toen Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie( opgericht op 28 mei 1901) was Jeroen van der Meer die in 1908 een hoogte van 3 meter en 8 cm. overbrugde. Het was de Limburger Servee Wijsen die als éérste Nederlander in 1960 over de 4 meter sprong en de 5 meter barriére werd in 1976 het éérst geslecht door tienkamper Eltjo Schutter. Bijna honderd jaar later, na het record van Jeroen van der Meer, vestigde de Limburger Rens Blom ( zie foto onder )een nieuw Nederlands Record met 5 meter en 81 cm. en in 2005 pakte deze talentvolle atleet in Helsinki onder erbarmelijke weersomstandigheden zelfs de eerste Nederlandse wereldtitel met een sprong over 5 meter en 80 cm! In 2010 hebben inmiddels al meer dan 32 Nederlandse atleten de barriére van 5 meter en hoger weten te slechten.( Zie ranglijsten achter in dit boek) Het Nederlands record bij de dames staat in 2010 op 4 meter en 40 cm en is in handen van Monique de Wilt, echter staan er een aantal jonge talentvolle atletes klaar om te proberen dit record in handen te krijgen. Toekomstvisie op het Nederlandse polsstokhoogspringen Het was 21 oktober 2002 toen er in het Limburgse Sittard een vrij uniek atletiekproject van start ging, nl. de ingebruikname van de eerste Nationale polsstokhoogspringschool. Via initiatief van het Limburgse verenigingsleven en onder de bezielende leiding van een aantal bestuursleden van atletiekvereniging Unitas ( lees Dhr. Klaas Pollema ) en de trainingscoördinator Henk Kort van de Nederlandse Atletiek Unie werd besloten om dit project op te zetten. De topprestaties van Rens Blom zijn bij dit besluit, het kan bijna niet anders van grote invloed geweest! Onder leiding van Bondstrainer Georg Friant is er sindsdien in Sittard een trainingscentrum waar jonge talentvolle atleten de juiste kneepjes van het polsstok-vak worden bijgebracht.(onze Jauke Garretsen trainde er ook als A-junior en bracht het tot 4. 76 meter!) Ik interviewde de inmiddels ex Bondscoach betreffende deze nationale polsstokschool en zijn toekomstvisie en kreeg van hem het volgende te horen Bert; Georg wat waren je motieven om de leiding over dit project te willen nemen en hoe ben je gestart? George;“Ik ben aangesteld door de KNAU als polsstok bondscoach, werkte al met Rens Blom en met de bouw van de nieuwe sporthal in Sittard was ik best gretig om hier met polshoog aan de slag te gaan”. “We zijn uiteindelijk met 18 jonge atleten/tes in de leeftijd van 13 t/m 16 jaar gestart en dat liep vanaf het begin gelijk lekker.” “We hebben lange tijd geteerd op atleten die een zeer hoog nivo hebben bereikt , ik denk aan nationale toppers als o.a. Laurens Looye ( 5.71 m.) , Christian Tamminga ( 5.76 m. en natuurlijk niet te vergeten Rens Blom ( 5.81 m.) maar we moeten ook naar de toekomst kijken Daarom moeten we onze eigen talentvolle jeugd opleiden zodat er straks weer een nieuwe generatie nieuwe springers staat als de huidige toppers stoppen.” Bert; Wat stel jij je als doel met deze jonge atleten en atletes?
George; “Ik hoop binnen 3 jaar een nieuwe 5 meterspringer te kunnen hebben en ook een nieuwe 4 meter springster bij de dames en verder een hele brede groep van atleten/tes die elkaar stimuleren tot betere prestaties.” ( deze doelstelling heeft George inmiddels ruimschoots waargemaakt! “Je kunt nu al zien dat de gemiddelde prestaties bij de jongens en meisjes inmiddels al hoger liggen dan een aantal jaren geleden, dus we zijn op de goede weg” Bert; Wat verwacht jij als bondscoach van je pupillen op trainingen en wedstrijden? George; “In de eerste plaats eis ik van mijn atleten een grote mate van inzet en motivatie en de wil om steeds beter te worden.” Ik zie bij mijn pupillen veel fysieke zwakke schakels zoals een tekort aan kracht, snelheid, lenigheid en coördinatie, daar moet de bereidheid zijn om aan deze elementen hard te werken” “We hebben zelfs ook een turnspecialist in de begeleidingsgroep en dat heeft zeker grote voordelen, omdat er veel turnachtige bewegingsmomenten in de polsstokhoogspringtechniek zitten, ook daar moeten mijn atleten mee aan de slag” “In de wedstrijden verwacht ik een goede wedstrijddiscipline en de wil en overtuiging moet er zijn om steeds beter te worden, verder moeten mijn atleten leven voor hun sport, noem het maar een polsstokhoogspring-lifestijl, omdat dit alles anders tot niets leidt” Bert; George, wat is volgens jou belangrijk om een goede polsstokhoogspringer te worden?” George; “In de eerste plaats talent en daarnaast durf en lef en een goed doorzettingsvermogen!” “Vaak zijn het niet eens de echte talenten die het verst komen, maar meer de doorbijters , atleten die er veel voor over hebben en er hard voor willen werken om hun doel te bereiken” Bert; Is er volgens jou verschil in de benadering en fysieke mogelijkheden van jongens en meisjes in de polsstokdiscipline?” George; “In de benadering/begeleiding van jongens en meisjes zit zeker wat verschil alsmede ook hormonaal en dat alles heeft toch zijn invloed op de training en ontwikkeling van de atleet/te, fysiek zijn jongens en meisjes even goed te belasten, waarbij over het algemeen de mannen wat explosiever en krachtiger en de meisjes coördinatiever en leniger zijn” Bert; Vindt jij het belangrijk om op jeugdige leeftijd veelzijdig aan atletiek te doen, of ben je er voor om vroeg te specialiseren in het polsstokhoogspringen? George; “polsstokhoogspring- training is eigenlijk al een heel veelzijdig gebeuren, er zit snelheid en krachttraining in , terwijl coördinatiewerk en beweeglijkheid en techniek zeer belangrijk zijn, ik denk dus dat als je vroeg specialiseert met polshoog, je eigenlijk tegelijkertijd veelzijdig bezig bent, je kunt het vergelijken met een soort meerkamptraining die je doet, je bent heel allround bezig wat de prestatie ten goede komt” Bert; George wat zou jij als bondscoach de jeugd willen meegeven om een goede polsstokhoogspringer te kunnen worden? George;”Het enige advies dat ik kan geven is, wees gedreven, blijf volharden in je trainingen, leef voor je sport en luister naar je trainer” Tot zover het korte interview dat ik had met de Belgische ex bondscoach George Friant in Nederlandse dienst. Dat het polsstokhoogspringen zich niet alleen in het Limburgse afspeelt moge duidelijk zijn. In den lande zijn er nog een aantal atletiekclubs die het polsstokhoogspringen professioneel aanpakken en waar de kennis ook aanwezig is om aankomende atleten op een hoger plan te
brengen. Om aansluiting te krijgen op internationaal niveau zijn er echter wel een aantal voorwaarden nodig om dat doel te bewerkstelligen! Voorwaarden om internationale aansluiting te krijgen Enkele voorwaarden daarbij zijn volgens mij van groot belang en ik noem er een paar; A) Het opleiden van goede trainers die de nodige kennis en vaardigheden in huis hebben om atleten verder te helpen bij hun sportieve ontwikkeling B) een verdere kennisverbreding en kennisuitwisseling binnen het polsstoktrainerskorps C) een professionele begeleiding in de meest brede zin.D) Om te kunnen slagen is het verder van belang om op jonge leeftijd (12- 13 jaar )op te starten met een brede basistraining E) het vraagt verder om een onvoorwaardelijke inzet en doelgerichtheid van de betrokken atleten/tes over een reeks van jaren. Andere voorwaarden die zeker zo zwaar wegen zijn; F) een financiële ondersteuning in de meest brede zin. G) geschikte accommodaties en centra zoals dat in Sittard het geval is, om ook in de winterperiode zich verder te kunnen ontwikkelen en zeker H) last but not least, een goede organisatie binnen het trainingsproces van de zich ontwikkelende polsstokspringer. Zoals uit bovenstaande opsomming blijkt, lijkt is er dus nog genoeg “werk aan de winkel” om er voor te zorgen dat in de toekomst het polsstokhoogspringen zich in Nederland verder kan ontwikkelen Polsstokhoogspringers van wereldniveau Polsstokhoogspringers hebben het ver gebracht, zelfs tot de Olympische spelen! Het was in 1896 in Athene toen de eerste Olympische titel op het polsstokhoogspringen bij de mannen viel te verdienen. Het was William Welles Hoyt die met een sprong over 3.30 meter de eerste Olympische kampioen werd. Polsstokhoogspringen is zonder twijfel het meest spectaculaire atletieknummer, maar ook een bijzonders technisch moeilijk nummer, waar naast fysieke eigenschappen als snelheid , kracht , souplesse,coördinatie,techniek, uithoudingsvermogen en ook een dosis durf/lef aan te pas komt. Op wereldniveau sprong de atleet Sergej Bubka er letterlijk en figuurlijk uit, deze atleet uit de Oekraïne verbeterde tientallen keren (steeds met 1 cm., dit vanwege de sponsorbonus) het wereldrecord. De Oekraïner was de eerste atleet die de 6 meter barrière doorbrak op 13 juli 1985 in Parijs, hij werd “De tsaar van de polsstok”genoemd. Bubka bracht het Wereld Record outdoor in Sestriére, Italie op 6 meter en 14 cm!! en sprong bovendien op 21 februari 1993 in Donetzk een indoor W.R. van 6.15 meter. Een andere beroemdheid is de Russische Yelena Isinbayeva, deze frêle atlete passeerde als eerste dame de magische 5 meter grens tijdens de O.S. in Athene.(2004) ( foto Bert) Tijdens het wereld kampioenschap atletiek in Helsinki 2005. sprong Isinbayeva opnieuw een wereld record met 5 meter en 1 cm en won daarmee de wereldtitel. Na in 2008 het WR. diverse malen met 1 cm te hebben verbeterd o.a. te Monaco en Londen vestigde Isinbayeva tijdens de finale bij de Olympische Spelen in 2008 te Beijing in haar 3e poging opnieuw een nieuw wereld record met 5 meter en 5 cm. Op 28 augustus 2009, 14 dagen na het WK te Berlijn waar Isinbayeva op haar aanvangshoogte van 4, 75 m.tot 3 maal faalde, scherpte de Russin te Zurich met 5,06 m voor de 27 e keer een wereldrecord aan ( indoor en outdoor ) en de verwachting is dat deze uitzonderlijke atlete in de toekomst nog voor meer verrassingen zal gaan zorgen.
De “6 meter club” Er is een Nederlands spreekwoord dat zegt “als er één schaap over de dam is volgen er meer” In het mondiale polsstokwereldje past men dit spreekwoord letterlijk en figuurlijk ook toe. Men noemt het daar de zogenaamde “6 meter club”, waarbij sinds Sergej Bubka in 1985 de 6 meter barriére brak en alle atleten die hem daarna volgden, zich tot de elite van dit clubje mogen rekenen.Of de trend die de mannen hebben gezet ook in de nabije toekomst voor de dames opgaat zullen we moeten afwachten, Isinbayeva heeft de lat in elk geval letterlijk en figuurlijk erg hoog gelegd!
De mondiale “6 meter club”
Naam atleet
nationaliteit
Segej Bubka
Rusland/ Oekraine Australië
6.14 m.
6.15 m.
6.00 m.
6.06 m.
2008
Maksim Rusland Tarasov Dmitri Markow Australië
6.05 m.
6.00 m.
1997
6.05 m.
1998
Brad Walker
USA
6.04 m.
2006
Okkert Brits
Zuid Africa
6.03 m.
1995
Jeff hartwig
USA
6.03 m.
Igor Trandenkov Yevgeniy Lukyanenko Renaud Lavillenie Rodion Gataullin Tim Lobinger
Rusland
6.01 m.
1996
Rusland
6.01 m.
2008
Frankrijk
6.01 m.
2009
Rusland
6.00 m.
Duitsland
6.00 m.
1997
Toby Stevenson USA
6.00 m.
2004
Paul Burgess
Australië
6.00 m.
2005
Jean Galfione
Frankrijk
6.00 m.
6.00 m.
1999
Danny Ecker
Duitsland
6.00 m.
6.00 m.
2001
Steven Hooker
Outdoor record
Indoor record
6.02 m.
6.02 m.
1e keer 6meter sprong 1985
1998
1989
Bronvermelding Fuchs, Dr.J.M., en Simons, W.J., Shell Journaal van oude sporten, Shell 1975. Kugel, J. , Geschiedenis van de gymnastiek, Haarlem 1972. Kramer, J.P. en van Schagen, Dr. K.H., Historisch overzicht van de lichamelijke opvoeding. KNAU, De Atletiekwereld, officieel orgaan van de Koninklijke Nederlands Atletiek Unie. Polsstokbond Holland, pbholland.com Schmolinsky, G. Track and Field, 1978 Sluys K.,Geschiedenis van de tienkamp, uitgeverij Thomas Rab, Amsterdam 2008. Heere A. en Kappenburg B., 130 jaar atletiek in Nederland, Nieuwengein 2000. Houten van M, polsstokverspringen oftewel fierljeppen, lesboek (2 talig), Friese Pers Boekerij te Leeuwarden.,2007. Friant, F., De natuur .. een alternatief hulpmiddel bij de opleiding van jeugdige polsstokhoogspringers, richting/sportgericht ,1995 Jonath, U. E.Haag, R. Krempel, Leichtathletik 1, Laufen und springen, 1977.