De filosofie van The Matrix Joel Silver, producent van The Matrix-trilogie, raadde kijkers aan de werken van de filosofen Kant en Hegel nog eens na te slaan als ze de diepe achtergronden van de films wilden begrijpen. Filosoof Jos de Mul bekeek The Matrix met in zijn achterhoofd de drie kernvragen van de filisofie: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Twee essays, over de eerste twee vragen, zijn al verschenen. Een essay over de derde vraag volgt in november, als het derde deel van 'The Matrix' uitkomt. Hieronder verder nog een algemeen filosofisch artikel over The Matrix.
'The Matrix': Wat kan ik weten? Kant formuleerde de drie kernvragen van de filosofie: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? De gebroeders Wachowski lijken door deze drie vragen gebiologeerd te zijn in hun 'Matrix'-filmtrilogie. In het eerste deel van een essay-trilogie gaat het over de vraag: wat kan ik weten? Door Jos de Mul Geen enkele Hollywood-film heeft zoveel en zulke fundamentele filosofische discussies opgeroepen als The Matrix (1999). Producent Joel Silver raadde nogal ongebruikelijk in Hollywood in de promotiefilm voor het onlangs in première gegane tweede deel van de trilogie, The Matrix Reloaded, de kijkers aan Baudrillard even te laten rusten en vooral de werken van Kant en Hegel er nog eens op na te slaan. AOL Times Warner plaatste op de aan de film gewijde website (http://whatisthematrix.warnerbros.com/) niet alleen de obligate foto's, trailers, screensavers en koopwaar, maar richtte ook een filosofiesectie in met essays van bekende filosofen als David Chalmers en Hubert Dreyfus. In de afgelopen maanden de uil van Minerva stijgt pas op in de avondschemering zagen serieuze academische studies met titels als The Matrix and Philosophy, Exploring the Matrix en Taking the Red Pill het licht. Maar ook op de vele duizenden pagina's die op internet en in papieren fanzines aan de film zijn gewijd, werden van meet af aan hartstochtelijke discussies gevoerd over zaken als de kenbaarheid van de realiteit, de verhouding tussen noodlot en menselijke vrijheid en de onze toenemende afhankelijkheid van de technologie. Dat de Matrix-trilogie erin slaagt een breed publiek voor dergelijke filosofische vragen te interesseren is niet alleen te danken aan de spectaculaire vechtscènes en computeranimaties waarmee ze zijn vervlochten, maar komt vooral doordat zij deze vragen verpakt in een bijzonder actueel verhaal. De drie door Kant geformuleerde kernvragen van de filosofie Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? mogen dan wel eeuwig zijn, de antwoorden zijn dat niet en moeten in ieder tijdvak opnieuw gezocht worden. Dat de Matrix-trilogie zo aanspreekt, komt doordat zij deze vragen op ingenieuze wijze verbindt met de fascinatie, de verwarring en de angsten die ons leven in de informatietechnologische samenleving kenmerken. De twijfel van hacker Neo, hoofdpersoon van The Matrix, dat de wereld waarin hij leeft niet echt is, dat wil zeggen slechts een droom, kent een lange geschiedenis. We treffen deze scepsis aan in de kunsten, religies en filosofieën van alle culturen. In de westerse cultuur is Plato een van de eersten geweest die dit idee tot uitdrukking heeft gebracht. In de beroemde allegorie in De staat vergelijkt hij het menselijk leven met dat van gevangenen die vastgeketend zijn in een grot. Zij houden de beelden op de wand van de grot, schaduwen van achter hun rug door marionettenspelers omhooggehouden poppen en voorwerpen, voor de ware wereld. Wie zich, zoals Neo, bevrijdt uit de ketenen van zijn onwetendheid, ziet niet alleen de wereld in zijn werkelijke gedaante, maar ook het vuur, en, als hij uit de grot klautert, het licht van de zon dat de dingen en hun projecties mogelijk maakt. Het licht van de zon en het lijkt geen toeval dat ook de Bron(code) waarnaar Neo op zoek is, als een verblindend licht wordt voorgesteld staat bij Plato voor de eeuwige Idee van het goede. Plato's onderscheid tussen de schijnbare, zintuiglijke wereld en de bovenzinnelijke wereld van de Ideeën markeert de geboorte van de westerse metafysica en blijft daarvan ook het bepalende kenmerk. In het christendom door Nietzsche ooit aangeduid als platonisme voor het volk' komt
deze metafysische gedachte tot uitdrukking in het onderscheid tussen het aardse tranendal en de eeuwige wereld van het hiernamaals. De vele Bijbelse namen (Trinity, Zion, de hovercraft Nebuchadnezzar) en scènes (de doop van Neo door de ziener Morpheus na zijn wedergeboorte, het verraad van de judas Cypher, Neo's herrijzenis uit de dood) als ook het feit dat The Matrix in het Paasweekend in première ging, hebben vele kijkers verleid de Matrix-trilogie op te vatten als een hedendaagse versie van het evangelie. Een dergelijke platoons-christelijke interpretatie loopt echter op cruciale punten spaak. Immers, waar de 'achterwereld' zowel bij Plato als in het christendom een geestelijke wereld is en het lichaam als een kerker van de ziel wordt opgevat, daar blijkt in Reloaded de wereld achter de verschijnselen een volstrekt zinnelijke en lichamelijke aarde te zijn. De sensuele rave in Zion en de daardoorheen gesneden liefdesscène van Neo en zijn Trinity laten daarover geen twijfel bestaan. Het is bovendien op zijn minst ironisch te noemen dat de ontsnapten zich terugtrekken in een stad die zich bevindt in een diep in de aarde verborgen grot. Er lijkt hier eerder sprake te zijn van omgekeerd platonisme of christendom. Daar komt nog bij dat de echte wereld van de 'Zionisten' niet, zoals bij Plato of in het christendom, het perfecte, tijdloze en vredige voorbeeld is van de schijnwereld, maar een ware nachtmerrie vol geweld, dood en verderf. Wanneer 'doper' Morpheus Neo in The Matrix begroet met de woorden Welcome to de desert of the real', zien we twee jaar voor 9-11! op de achtergrond de smeulende resten van de Twin Towers in een zwartgeblakerd Manhattan. Op dit punt lijkt de Matrix-saga eerder aansluiting te vinden bij de pessimistische grondtonen die de westerse metafysische traditie sinds de negentiende eeuw heeft gekregen. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan Schopenhauer en de vroege Nietzsche, voor wie achter de wereld van de verschijnselen geen zuivere, geestelijke wereld verscholen ligt, maar een Wil (tot Macht), door hen opgevat als een volstrekt irrationeel, doelloos en gewelddadig streven. Of aan Marx, die achter de ideologische façaden van de kapitalistische samenleving een geschiedenis van louter uitbuiting en klassenstrijd ontwaart. Maar ook die interpretatie is niet zonder problemen. Bij Schopenhauer, Nietzsche en Marx is er, anders dan in The Matrix, geen sprake van intelligente tegenspelers van de mens, maar van anonieme levenskrachten of een economische wetmatigheid. Op dit punt blijft de metafysica van de Matrix-saga toch eerder trouw aan Plato en het christendom. Plato's tijdgenoten zullen de gevangenen-allegorie ongetwijfeld ook politiek hebben geduid. Zij zullen de poppenspelers hebben opgevat als trawanten van de wrede tirannen die Plato en zijzelf uit ervaring kenden. Ook het christendom kent zo zijn duivel(s). Op dit punt doet The Matrix vooral denken aan de gnostische traditie, waarvan elementen tot op heden voortleven in bijvoorbeeld de theosofie en de new age ideologie. In deze traditie is de aarde een schepping van de duivelse god Yaldaboath, en bevrijding de vernietiging van deze materiële wereld door uiterste ascese. Of juist door een overtreding van alle in deze wereld geldende wetten. De alle Matrix-verboden aan zijn laars lappende Neo lijkt vooral te zijn geïnspireerd door deze tweede, libertijnse variant. Nu staat het thema van de kwade, misleidende god de genius malignus op verrassende wijze ook aan de wieg van de moderne, seculiere cultuur, het speelt namelijk een cruciale rol in Descartes' Meditaties (1641). Geplaagd door de vele onzekerheden die zijn tijd kenmerkten, tracht Descartes te komen tot onbetwijfelbare kennis en daartoe is het volgens hem noodzakelijk al onze vooroordelen methodisch te betwijfelen. Mijmerend bij het open haardvuur stelt Descartes zich voor dat zijn hele leven een droom is die hem is ingegeven door een almachtige, kwade god. Descartes meende via een opmerkelijke conceptuele salto mortale hij argumenteert dat de idee van een volmaakte, goede god impliceert dat zo'n god ook daadwerkelijk bestaat, hetgeen het
bestaan van de misleidende, kwade god uitsluit uiteindelijk toch de begeerde onbetwijfelbare kennis te hebben gevonden. Maar deze oplossing kon in de steeds minder godsdienstig wordende moderne cultuur al snel niet meer overtuigen. In The Matrix toont Morpheus ons de uiterste consequentie van deze ontwikkeling. Bij hem is de methodische twijfel definitief omgeslagen in de ontologische zekerheid dat de zichtbare wereld de schepping is van boosaardige krachten. De twijfel van de neurotische Descartes is verworden tot de zekerheid van de psychotische Morpheus. Is het verwonderlijk dat in Reloaded Morpheus' onwankelbare geloof en profetieën die ook nog eens niet uit blijken te komen op de zenuwen beginnen te werken van een aantal andere Zionisten? De geruststellende gedachte dat Morpheus' ontologische paranoia niet meer is dan een onschuldige Hollywood-fantasie, is niet terecht. De technologische Matrix-versie van Descartes' gedachteexperiment blijkt de filosofische gelederen in Amerika al een aantal decennia serieus bezig te houden. De situatie van de in de broedcellen' gevangen mensen in The Matrix lijkt namelijk verdacht veel op die van het menselijk brein in de zogenaamde brain in a vat' hypothese. Deze hypothese stelt dat een brein dat in een laboratorium in leven zou worden gehouden en door een boosaardige geleerde prikkels toegediend zou krijgen die subjectieve ervaringen oproepen, er op geen enkele manier achter zou kunnen komen of deze ervaringen echt zijn of kunstmatig. Hilary Putnams versie van dit gedachte-experiment, waarin alle mensen in feite aan elkaar gekoppelde breinen in vaten zijn, is zelfs vrijwel identiek met die van de mensen in The Matrix. Vanzelfsprekend wordt de 'brain in a vat'-hypothese lang niet door iedereen onderschreven en is op verschillende gronden beargumenteerd waarom de in het experiment belichaamde radicale scepsis onhoudbaar is. Wat fascineert is nog niet zozeer dat geen enkele van die argumentaties tot op heden overtuigend is gebleken, maar het feit dat deze hypothese waarvan onze eerste indruk is dat deze eerder genezing behoeft dan weerlegging zo serieus wordt genomen! De metafysica van de achterwereld' blijkt nog lang niet uitgestorven te zijn in de (post)moderne cultuur. Of beter: juist in deze hoogtechnologische cultuur vindt ze een vruchtbare nieuwe bodem. De Matrix-trilogie weerspiegelt de scepsis en paranoia die het leven in het tijdperk van de informatie- en communicatietechnologie voortdurend bespoken. Ons beeld van, en omgang met, de wereld en onze medemensen wordt in toenemende mate bemiddeld door dergelijke technologieën. Menig weldenkende burger twijfelde aan het realiteitsgehalte van de beelden die we van de Irak-oorlog voorgeschoteld kregen of meende zelfs zeker te weten dat we door een kwade god in Washington systematisch worden misleid. Wanneer Neo in Reloaded uiteindelijk de Àrchitect' van de Matrix bereikt, flitsen op video wall van deze kwade genius afbeeldingen van Hitler, Saddam Hussein en Bush jr. voorbij. De boodschap lijkt te zijn dat we reeds volkomen in een Matrix zijn ondergedompeld en Reloaded is daar zelf een cynisch voorbeeld van. In de Entertainment Weekly van 28 april j.l. vertelde producer Joel Silver trots dat door de perfecte reclamecampagne op dat moment al 95 procent van de Amerikanen van die film had gehoord. Maar is die alle aandacht vangende reclamecampagne niet medeverantwoordelijk voor het feit dat, volgens een recente opiniepeiling van de New York Times, tweederde van de Amerikaanse bevolking geen enkele van de negen Democratische presidentskandidaten bij naam kan noemen? Kort voor, tijdens en na de afloop van de eerste Golfoorlog publiceerde de bij uitstek postmoderne filosoof Baudrillard drie artikelen in de krant Libération waarin hij respectievelijk beweerde dat de Golfoorlog niet zou plaatsvinden, niet plaatsvond en niet plaatsgevonden had. Wat we op televisie voorgeschoteld kregen was volgens Baudrillard geen live war', maar een zorgvuldig geënsceneerd
simulacrum: een kopie zonder origineel. Volgens Baudrillard zijn de media niet langer verschijnvormen van de werkelijkheid, maar veeleer verdwijnvormen, waarin ook de metafysische twee-wereldentheorie verdampt. Het lijkt dan ook niet meer dan logisch dat de hacker Neo in The Matrix zijn illegale software verstopt in een uitgehold exemplaar van de Engelse vertaling van Baudrillards Simulations et Simulacra. Maar zelfs hier bedriegt de schijn. Het is een staaltje van superieure ironie dat ook het boek waarin Baudrillard uiteenzet dat de èchte' wereld achter de afbeeldingen is verdwenen, hol blijkt te zijn! Het is bekend dat Baudrillard niet bijzonder gecharmeerd was van deze grap. Niet zozeer omdat, zoals boze tongen beweren, hij graag op de credit- en payroll vermeld had willen worden, maar omdat The Matrix hier duidelijk een andere wending neemt dan Baudrillard. Ook in Reloaded blijft de boodschap dat zich achter de Matrix nog een andere wereld bevindt en daar valt inderdaad wel iets voor te zeggen. Achter de Gulf Wargames I en II gingen de grootste bombardementen sinds de Tweede Wereldoorlog schuil. De ontnuchterende boodschap van Reloaded is dat er ook in Zion illusies bestaan. De houdbaarheidsdatum van Morpheus' onwankelbare geloof in the One' is verstreken. Zijn voorspelling dat de strijd met de machines in het voordeel van de mensheid zou worden beslecht zodra Neo de Bron(code) zou bereiken, komt niet uit. Na het gesprek met de Architect van de Matrix ziet Neo in dat het Orakel dat hem haar profetieën over the One' influistert slechts ànother system of control' is. Wie zei ook alweer dat de religie opium voor het volk is? Toch is het te vroeg om met Jane Dark in de Village Voice te concluderen: 'Matrix is just Marxist avant la lettre'. Aan het eind van Reloaded blijven er nog vele vragen onbeantwoord. Hoe kan het dat Neo na zijn ontmoeting met de Architect zijn wonderen ook buiten de Matrix kan verrichten? Zal Neo in Revolutions, het derde deel van het drieluik, inzien dat ook hijzelf slechts een instrument is van de boosaardige machines? Of mag hij hopen dat zijn Messiaanse liefde uiteindelijk mens en machine zal verzoenen? Wie, zoals Neo, uit de grot der onwetendheid klautert, beseft dat hij in feite nog minder weet dan eerst. Wie neemt het Neo kwalijk dat hij zich, met ons, vertwijfeld afvraagt: wie ben ik en wat moet ik doen? Voor interessante publicaties over de Matrix websites: http://www.eur.nl/fw/hyper/home.html 30 juni 2003
'The Matrix Reloaded': Wat moet ik doen? Kant formuleerde de drie kernvragen van de filosofie: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? De gebroeders Wachowski lijken door deze drie vragen gebiologeerd te zijn in hun Matrix-filmtrilogie. In dit artikel het antwoord op de tweede vraag. Door Jos de Mul De hybride vermenging van ervaringsdomeinen herinnert aan klassieke mythen en aan de romantische pogingen, van Hölderlin tot Nietzsche en Wagner, die te doen herleven in de moderne, onttoverde wereld. De namen en functies van een aantal personages, zoals Morpheus, Niobe, Persephone en het Orakel, dragen er toe bij dat de saga over de strijd tussen mensen en machines het karakter krijgt van een eigentijdse mythe. Ook als kunstwerk is de Matrix-trilogie hybride. Op het eerste
Actrice Carrie Anne Moss bij de première van The Reloaded Matrix. Foto: Reuters
gezicht laat de queeste van Neo zich probleemloos ordenen onder wat Northrop Frye het meestergenre van de roman noemt: een speurtocht waarin de held een opdracht heeft te vervullen waarbij hij of zij ook geleidelijk zichzelf en vaak ook nog een lief leert kennen. Bij nader inzien is de Matrix-trilogie een patchwork van genres: van sciencefiction (technologie bedreigt mensheid), vechtfilm (Hongkong-stijl kung fu), actiefilm (snelwegachtervolging), thriller (Neo achtervolgd door software agents), griezelfilm (de machines als body snatchers), mystery (wat is de Matrix?), phantasy (de vliegende en kogels stoppende Neo) en love story (Neo en Trinity, Morpheus en Niobe) tot aan de aloude western toe (het duel tussen Neo en Agent Smith aan het eind van The Matrix). Daarbij wordt rijkelijk geput uit de geschiedenis van de film. De filmliefhebber kan zijn hart ophalen aan de verwijzingen naar klassieke films als Metropolis, The Wizard of Oz, 2001: A Space Odyssey, Blade Runner en Superman. Er wordt niet alleen naar films verwezen, maar ook naar literatuur, bijvoorbeeld Lewis Carrols Alice in Wonderland (,,Follow the white rabbit!'') en Through the Looking Glass en de sciencefiction van Phillip K. Dick en William Gibson, Amerikaanse stripverhalen, Japanse animatiefilms en computerspelen. Bovendien hebben de Wachowski's in een amalgaam van vernieuwende verteltechniek en uitbundige merchandising ervoor gekozen in de films maar een deel van het verhaal te vertellen. Wie zich wil verdiepen in de voorgeschiedenis van het filmverhaal dient de negen, door de Wachowski broers bedachte, maar door voornamelijk Japanse kunstenaars uitgevoerde animaties op de Animatrix DVD aan te schaffen. En om de intriges rondom de bijfiguren Naomi en Ghost te ontrafelen, dient men het, eveneens door de Wachowski's ontworpen, computerspel Enter the Matrix te spelen. Daarin is ruim vijftig minuten extra filmmateriaal verwerkt, waardoor het een merkwaardige hybride is van film en game. Omgekeerd lijkt de Matrix in Reloaded met zijn verschillende levels, geheime doorgangen en sleutels nog het meest op een computerspel en heeft de toeschouwer in de bioscoop bij de gevechtsscènes en de achtervolgingen vaak het gevoel te kijken naar de trailer van een videogame die het verlangen moet aanwakkeren de joystick zelf ter hand te nemen.
De knipoog naar de wereld van het computerspel is niet toevallig. In de afgelopen decennia heeft de computerspelindustrie Hollywood qua jaaromzet overvleugeld. Interactiviteit is uitgegroeid tot het toverwoord van de hedendaagse cultuur. Dat interactieve aspect van de spelcultuur is overigens allerminst postmodern te noemen, maar vloeit veeleer voort uit het moderne wereldbeeld. De moderne mens ziet zich immers voor alles als een autonoom, vrij handelend subject. Het moderne subject is, zoals Kees Vuyk het ooit treffend uitdrukte, een Homo volens. Een willende mens, die zijn of haar eigen leven autonoom gestalte geeft. Het computerspel is één van de populaire derivaten van deze moderne ideologie. Zowel in het computerspel als in the game of life' moet het moderne subject voortdurend kiezen. Waar in de premoderne cultuur de keuzen partner, beroep, religie meestal voor je gemaakt werden, daar dient de moderne mens voortdurend zelf te kiezen. Of het nu gaat om de simpele keuze tussen de linker of de rechterdeur in een computergame of de keuze voor een bepaalde levensstijl, voortdurend staat het moderne subject voor de vraag: wat moet ik doen? Eén van de centrale thema's van de Matrix-trilogie is het maken van keuzen. In weerwil of wat de aansluiting bij het computerspel betreft juist: dankzij de postmoderne vorm is de inhoud van de trilogie, wat dit thema betreft, modern. Het verhaal van The Matrix begint met de keuze die Neo moet maken tussen de rode pil, die hem de gruwelijke waarheid over zijn leven belooft te onthullen, of de blauwe pil, die hem in staat zal stellen in zalige onwetendheid voort te leven. Daarna worstelt hij voortdurend met de keuze zijn rol als the One' al of niet te aanvaarden. Aan het eind van de eerste film lijkt Neo voor de keuze gesteld te worden het leven van zijn vriend Morpheus op te offeren of zijn eigen leven. En wanneer hij aan het slot van Reloaded bij de Architect van de Matrix belandt, stelt deze hem twee deuren! voor de onmogelijke keuze zijn geliefde Trinity te laten sterven of de mensheid op te offeren. Wanneer Neo het nog niet had begrepen, dan komt hij hier definitief tot inzicht: ,,Choice. The problem is choice''. Maar zijn wij eigenlijk wel vrij om te kiezen? De moderne mens mag zich dan wel trots beschouwen als een vrij en autonoom subject, binnen het moderne wereldbeeld is het moeilijk deze vrijheid een plaats te geven. In de premoderne cultuur deed dat probleem zich nog niet zo prangend voor. Zo werden in de Griekse oudheid goden en schikgodinnen verantwoordelijk gehouden voor het lot van de mens. Tragische helden als Sofokles' Oedipus kunnen doen wat ze willen, hun vooraf bepaalde lot ontlopen zij nooit. En ook in het christendom gunt de leer van de voorzienigheids Gods zeker wanneer deze de vorm krijgt van een Calvinistische predestinatieleer weinig ruimte aan de menselijke vrijheid. Bij Plato die in dit opzicht de voorloper is van de moderne cultuur ligt het anders. Bij monde van Socrates stelt hij dat de gevangenen in ,,de grot van onwetendheid'' zelf verantwoordelijk is voor de keuze het steile en doornige pad van de kennis wel of niet te bewandelen. Hoewel deze visie bepalend is voor de moderne cultuur en ook Neo erdoor geleid lijkt te worden in zijn queeste, bedreigt de mogelijkheid dat ons handelen gedetermineerd is door voorafgaande oorzaken het moderne vrijheidsideaal voortdurend. Daaraan hebben, in het tijdvak van de secularisering, vooral de wetenschappen bijgedragen. Volgens het natuurwetenschappelijk determinisme is het menselijk leven, zoals alles in het universum, onderworpen aan natuurwetten. We menen dan wel vrij te zijn, in werkelijkheid zijn we een speelbal van onze zelfzuchtige genen' (Dawkins). Ook in de sociale wetenschappen wordt keer op keer betoogd dat ons handelen niet vrij is, maar de resultante van, bijvoorbeeld, onze cultuur, ons sociale milieu of onze opvoeding. In het debat over de vraag of nature of nurture de doorslaggevende factor is in het menselijk gedrag, lijken beide partijen het er in ieder geval over eens te zijn dat er duidelijke grenzen zijn gesteld
aan de menselijke vrijheid. Achter de rusteloze activiteit van het (inter)actieve moderne subject ligt, zoals de Sloveense filosoof en psychoanalyticus Slavoj en caron;Zizek niet moe wordt te herhalen, een passieve kern. Omdat we die passiviteit niet kunnen aanvaarden, besteden we haar het liefste uit. Een banaal voorbeeld van deze ìnterpassiviteit' is de videorecorder, die passief voor ons geniet, zodat we gewoon kunnen doorwerken en de banden met onbekeken films zich opstapelen. De bewegingloze lichamen in hun kunstmatige baarmoeders in de Matrix-trilogie lijken de ultieme uitdrukking te zijn voor de moderne angst voor passiviteit. De vraag of en zo ja hoe het determinisme zich laat rijmen met menselijke vrijheid en zo ja, hoe dan? is één van de grote onopgeloste vragen van de moderne filosofie. De hoofdrolspelers in de Matrix-trilogie vertegenwoordigen verschillende antwoorden op die vraag. Het gedrag van de software agents, zoals Smith, het Orakel, de Merovingian, de keymaker en de Architect, lijkt volstrekt te zijn gedetermineerd. Dat is niet zo vreemd, aangezien zij niets anders doen dan op mechanische wijze voorgeprogrammeerde regels uitvoeren. De Merovingian, het kwaadaardige programma dat de keymaker bewaakt, weet dat Neo zelfs welluidend uit te leggen en hij gaat er vanuit dat dit bij de mens niet anders is. Volgens hem is keuzevrijheid een illusie, gecreëerd tussen hen die wel en hen die geen macht hebben. Alles in de wereld loopt volgens de wetten van actie en reactie, oorzaak en gevolg, wat hij demonstreert door in een van de Matrix-bewoonsters in de vorm van een nagerecht een programma te implementeren dat haar seksuele lust aanwakkert dit tot genoegen van de programmeur, die weet welke driften hemzelf drijven. De hoogste vrijheid die we kunnen bereiken en die ons boven de dieren verheft, zo stelt de Merovingian in navolging van Spinoza, alvorens hij de dame in kwestie naar het toilet volgt, is dat we begrijpen wat ons drijft. Interessant is ook het Orakel dat de Zionisten de komst van the One' voorspelt en steeds lijkt te weten wat Neo gaat doen. In een volstrekt gedetermineerde wereld is dat, in principe, mogelijk. Morpheus gelooft dat het Orakel de toekomst kan voorspellen, maar voor hem en hij sluit daarbij aan bij een bepaalde christelijke interpretatie van de alwetendheid van God staat zo'n profetie de menselijke vrijheid niet in de weg. Volgens Morpheus kan het Orakel voorzien dat Neo uit vrije wil zijn rol als bevrijder op zich zal nemen. Neo is op dit punt veel moderner dan Morpheus. Hij zegt tegen Morpheus controle over zijn leven te willen hebben, en dat hij daarom de gedachte dat het Orakel zijn toekomstig gedrag kan voorspellen, niet kan verdragen. Zelfs wanneer ons lichaam onderworpen is aan de wetten van de natuur waarvan het deel uitmaakt, dan nog bezit de geest volgens Neo onvoorwaardelijke vrijheid. In dat opzicht is hij een echte Neo-kantiaan. Volgens Kant is de mens een burger van twee werelden. Een bijzonder schizofrene burger zelfs: als lichaam volledig onderworpen aan de wetten van de natuur, als autonome geest volledig vrij zichzelf de (morele) wet voor te schijven. Zoals alle kantianen worstelt Neo met de opgave die twee werelden bij elkaar te brengen en natuur en vrijheid, neiging en plicht, met elkaar te verzoenen. Beter dan wij doorgaans in ons leven slaagt Neo er steeds beter in de wetmatigheden van de Matrix aan zijn vrije geest te onderwerpen. Als radicale modernist kampt Neo echter ook met een ander probleem. Als we werkelijk onvoorwaardelijk vrij zijn, dan ontvalt ons ieder traditioneel houvast. Wanneer Neo losbreekt uit de comfortabele zekerheden van de Matrix, staat hij er plotsklaps helemaal alleen voor. Ook in dat opzicht is hij the One'. Misschien heeft de tobbende Neo in zijn jeugd wel iets teveel Sartre gelezen, die de menselijke keuzevrijheid nog sterker aanzet dan Kant, wanneer hij stelt dat we eigenlijk ieder moment van ons leven voor de existentiële keuze staan wel of niet door te ademen. Wanneer Neo weer eens voor een onmogelijke keuze staat, zal hij waarschijnlijk met Sartre verzuchten dat de mens gedoemd is om vrij te zijn.
Ook wanneer Neo maar een klein beetje vrijheid zou bezitten of uitoefenen, heeft het Orakel een serieus probleem. Neo's gedrag laat zich dan principieel niet meer voorspellen. Maar misschien is dat, net zoals bij het klassieke orakel van Delphi, ook helemaal niet de bedoeling. Misschien is het wel vooral haar taak, als een moderne Socrates, Neo te stimuleren zijn eigen keuzes te maken en te begrijpen. Zo zegt zij in Reloaded tegen hem: ,,Je komt hier niet om een keuze te maken, maar om de keuze die je al gemaakt hebt, te begrijpen.'' En ook als het Orakel zoals Neo ontdekt in werkelijkheid 'just another level of control' is, impliceert dat niet dat zij zou kunnen voorspellen. In dat geval probeert ze Neo door haar (self-fulfilling) prophecies naar de Bron(code) te manipuleren. En hoe zit het met de vrijheid van de bewoners van de Matrix? Volgens Morpheus hebben zij geen vrijheid, aangezien zij slaven zijn van de machines en hun wereld een door computers geschapen virtuele wereld is. In de Matrix-literatuur wordt dit standpunt wel verhelderd door te verwijzen naar een gedachte-experiment van Robert Nozick. Hij stelt zich een Experience Machine voor die door prikkeling van de hersenen al onze wensen een fantastische partner, een moordbaan, schitterende reizen op hallucinatoire wijze bevredigt en hij geeft vervolgens verschillende redenen om daar niet voor te kiezen. In het leven willen we echte ervaringen hebben, en niet slechts de illusies. Bovendien zijn die ervaringen pas echt bevredigend wanneer we daar moeite voor hebben moeten doen en er echte keuzes voor hebben moeten maken. Is dat ook niet wat ons afschrikt in het leven in de Matrix? Hubert Dreyfus heeft onlangs in een lezing in Amsterdam zie http://whatisthematrix.warnerbros.com/ op goede gronden betoogd dat Nozicks gedachteexperiment niet van toepassing is op de Matrix. Anders dan in dat gedachte-experiment ervaren de mensen in de Matrix geen solipsistische hallucinatie, maar ontmoeten zij in hun virtuele wereld daadwerkelijk (de avatars van) andere mensen en ondergaan zij allerlei echte ervaringen. Ze werken, worden verliefd, krijgen ruzie en ondervinden tegenwerking. Ze maken wel degelijk keuzen en hun handelingen hebben bovendien echte consequenties. Wanneer ze iemand doden in de Matrix, zo wordt duidelijk in de film, sterft ook het lichaam in zijn kunstmatige baarmoeder. (In dat licht bezien is het oordeel van Agent Smith dat de dood en verderf zaaiende Neo en zijn bende levensgevaarlijke terroristen zijn, niet geheel ongegrond). Dat ze door de machines worden gebruikt als energiebron of meer waarschijnlijk, maar daarover in de volgende aflevering meer bewustzijnsbron, doet niets aan hun vrijheid in de Matrix af. Net zo min als het feit dat onze lichamen gebruikt worden door 'zelfzuchtige genen' iets afdoet aan de vrijheid die we bezitten om ons niet uitsluitend met de reproductie van onze genen bezig te houden, maar ook te genieten van een goede film of zelfs, af en toe, een altruïstische daad te verrichten. In dat licht bezien is het niet zo gek dat Cypher, die deel uitmaakt van de bemanning van Morpheus' hovercraft, betreurt dat hij ooit de rode pil heeft genomen en er voor kiest terug te keren naar de wereld van de Matrix. Hij verkiest de zalige onwetendheid, wanneer deze vergezeld gaat van een flinke biefstuk en een goed glas wijn, boven inzicht in de miserabele omstandigheden van het leven in Zion. Toch is er volgens Dreyfus een goede reden om niet terug te keren naar de Matrix. Hoewel de bewoners ervan een zekere vrijheid kennen binnen deze wereld, missen ze de voor de mens wezenlijke vrijheid om nieuwe werelden te scheppen! Grote politieke leiders, kunstenaars, profeten, filosofen en wetenschappers scheppen nieuwe werelden. In existentialistische termen: door authentiek te leven, dat wil zeggen door fundamentele keuzes te maken, hebben figuren als Socrates, Jezus en Descartes hun wereld op beslissende wijze getransformeerd. En dat nu is volgens Dreyfus niet mogelijk in de wereld van de Matrix. De bewoners van die
voorgeprogrammeerde wereld zijn niet in staat de 'spelregels' van hun bestaan werkelijk te veranderen en zijn daarom veroordeeld tot een inauthentiek bestaan. Bij die opvatting zijn echter wel wat kanttekeningen te maken. Om te beginnen hebben existentialisten als Heidegger en Sartre altijd onderstreept dat inauthenticiteit eigen is aan het menselijk leven, en eerder regel dan uitzondering. Niemand is in staat voortdurend authentiek te leven. Wat dat betreft verschilt het leven in de Matrix niet zoveel van ons alledaagse leven. Anderzijds is Neo er het bewijs van dat zelfs in de Matrix authentiek leven mogelijk is. Neo is voortdurend bezig de regels en wetten van de Matrix te transformeren, zijn hele queeste is erop gericht een nieuwe wereld te scheppen. Bovendien speelt het leerproces van Neo zich vrijwel geheel binnen de Matrix af. Dat verklaart wellicht ook waarom de gevorderde leerling Neo in Reloaded niet gewoon wegvliegt wanneer de agenten hem aanvallen. Neo blijkt zelfs in staat de software agent Smith te bevrijden uit zijn kluisters. Weliswaar zit Smith nog vast aan enkele nare ingeprogrammeerde gewoonten, zoals Neo naar het leven staan. Maar de reden daarvan is nu, zoals hij Neo tijdens een van hun confrontaties toevertrouwt, dat hij een doel in het leven zoekt. Nu zou men met de Merovingian kunnen tegenwerpen dat dit nooit weggelegd zal zijn voor mechanistisch handelende programma's. Maar zal in Revolutions, het derde deel van de Matrix-trilogie, niet blijken dat het doel van Neo's queeste is de machines leven in te blazen. Mogen wij met de machines hopen dat Neo hun bewustzijn, emoties en vrijheid zal schenken? To be concluded. Voor interessante publicaties over de Matrix, zie: http://www.eur.nl/hyper/home.html
30 juni 2003
Plato in Hollywood Filosofie en kunst zijn betaalbare gebruiksartikelen geworden in de populaire cultuur: videoclips lijken soms halve essays, reclamefilmpjes heben de cross over gemaakt naar het korte verhaal, en een spectaculaire maar stomvervelende speelfilm over een digitale schijnwereld waarin de mensheid gevangen wordt gehouden, The Matrix Reloaded, noopt tot reflecties over Plato en Descartes. Door Sjoerd de Jong Bij de verkoop van die mix van amusement en metafysica lopen natuurlijk de makers van de film voorop, de tweeling Andy en Larry Wachowski, die zich om de suspense te verhogen hullen in geheimzinnig stilzwijgen over hun geesteskind maar volgens intimi Schopenhauer en William James van buiten kennen. In het Cultureel Supplement lichtte filosoof Jos de Mul vrijdag hun schedeldak met een serie scalpels uit de geschiedenis van de westerse filosofie. The Matrix Reloaded, voor wie het is ontgaan, is een futuristische nachtmerrie waarin de laatste echte mensen zich onderaards verzetten tegen machines die de macht hebben overgenomen en die de rest van de mensheid gevangen houden in een digitale schijnwereld, de matrix', onderwijl energie puttend uit hun comateuze lichamen. Een oud thema (deze wereld is niet echt'), dat altijd goed is voor een gezelsschapsspelletje filosofie, maar dat ook de vraag heeft opgeroepen: is dit een geslaagde metafoor voor de moderne, door media beheerste informatiesamenleving? Leven we in een nachtmerrie? Zijn we embedded achter de linies terwijl we denken dat we aan het front staan? Journalist Frank Rich trok in The New York Times een scherpe vergelijking tussen de schrikwekkende schijnwereld die in The Matrix wordt uitgebeeld en de drijvende krachten achter de film zelf, die in zijn eerste vier dagen 138,8 miljoen dollar opbracht. Een ongekend marketingoffensief had de film aan de Amerikaanse kijker opgedrongen en tot een vertrouwd product gemaakt nog voordat ze er een minuut van hadden kunnen zien. Het schijnheilige was, aldus Rich, dat de film, die impliciet reclame maakt voor Powerade frisdrank, Ducati motoren, Cadillacs en Heineken bier, werd gepusht met een onthechte air van filosofische onschuld: het ging immers om de ideeën, een eigentijdse digitale metafysica die miljoenen toetsenborden van hongerige puberNietzsches in beweging zou zetten op zoek naar esoterische websites en wie weet, misschien wel naar échte boeken en een deeltje Schopenhauer. Tot zover nog niets onrustbarends. Maar de oorlog tegen Irak werd volgens Rich door de grote Amerikaanse media met eenzelfde onvermijdelijkheid verkocht als deze film uit Hollywood. Blijkens opiniepeilingen geloofde 51 procent van de Amerikanen door de mediastroom dat Irakezen behoorden tot de daders van de aanslagen van 11 september 2001. Rich concludeert dat wij arme tv-kijkers zijn, ingeplugd in eenzelfde schijnwereld als de bewoners van de Matrix. Zulke dystopieën van een wereld die volkomen in de greep is van de media' (die dan weer op hun beurt in de greep zijn van de kapitalisten', of, iets verder gezocht, de linkse elite'), zijn vaak even prikkelend als paranoïde. Maar Richs observatie kwam op een goed moment. De Federal Communications Commission, het toezichthoudende orgaan op de Amerikaanse media, besloot onlangs de eigendomsregels voor elektronische en gedrukte media aanzienlijk te verruimen, waardoor fusies en overnames makkelijker moeten worden. Allerlei beperkingen op het bezit door
één bedrijf van kranten, tv-stations en radiozenders in de grote Amerikaanse steden zijn nu opgeheven. De oude regels, opgesteld in de kartelbeduchte, anti-kapitalistische jaren zeventig, hadden dat tegengewerkt, om concentratie van nieuwsbronnen in één hand zoveel mogelijk te voorkomen. Gevreesd werd voor het monopoliseren van nieuws, zoals dat nu inderdaad gebeurt door de reusachtige conglomeraten AOL Time Warner, NBC en Fox, eigendom van Rupert Murdochs News Corporation. Een vooruitziende paranoïde blik dus? Voorstanders van deregulering wijzen erop dat de mediawereld onherkenbaar is veranderd sinds de prehistorische jaren zeventig. De toenmalige starre regels tegen overnames en multi-mediale ondernemingen pasten bij een tijd waarin men op de bank zat voor een beperkt aantal landelijke televisiezenders, en die dus reden had Big Brother' te vrezen. Maar ze slaan nergens meer op in het huidige, dynamische, door media verzadigde tijdperk van internet, kabel en satelliet-tv. Boze Big Brother is uiteengespat in miljoenen leuke kleine broertjes. Maar dát beeld van de huidige tijd is op zijn beurt te onschuldig. De macht van mediaconglomeraten van Murdoch en anderen is onmiskenbaar enorm toegenomen en de verschuiving van eigendoms- en productieverhoudingen in de mediawereld bepalen onvermijdelijk ook de kwaliteit en het niveau van wat wordt aangeboden als relevant of onderhoudend: een voorbeeld is de duikeling in kwaliteit die CNN heeft gemaakt nadat oprichter Ted Turner het station van de hand deed. Van een kritische, energieke en alomtegenwoordige nieuwszender gleed de organisatie af tot een volgzame, alomtegenwoordige publiciteitsmachine, altijd voorzien van de nieuwste snufjes en embedded met de powers that be. Rich haalt tenslotte nog even fijntjes het schandaal aan rond New York Times verslaggever Jason Blair, die werd ontslagen omdat hij jarenlang interviews en reportages verzon. De meeste mensen die hij in zijn krantenstukken had opgevoerd terwijl hij ze nooit in levende lijve had ontmoet, dienden niet eens een klacht in: ze dachten dat Blairs werkwijze normaal was. Heeft Rich dus gelijk? Zijn waarschuwingen tegen de monopolisering van nieuws in een 'spektakelmaatschappij', zoals Guy Debord het media-tijdperk noemde, zijn serieus genoeg. En inderdaad, hoe interessant filosofische analyses van filmmetaforen ook kunnen zijn (al is het maar om te laten zien dat Plato's grot tweeënhalfduizend jaar later ook in Hollywood gezonken cultuurgoed is), veel belangrijker is de vraag naar de macht en de eigendomsverhoudingen: de onderbouw, banaal gezegd. Maar ook deze economische matrix is nooit gesloten, het idee dat mensen gevangen kunnen zitten in een alles omvattende illusie, is zelf een filosofische illusie. Het onbehagen, het idee van een matrix' waain je gevangen zit, veronderstelt dat je al wéét wat echt is, en onecht. Er is altijd een uitweg. 30 juni 2003
Acteur Keanu Reeves in een scene in de film The Reloaded Matrix. Foto: AP
Platte Superman in priesterlijk gewaad Vorige week ging het lang verwachte vervolg op The Matrix in première. In The Matrix Reloaded worden alle losse eindjes van deel 1 keurig aan elkaar geknoopt, maar de film stelt toch teleur. De boodschap is wel erg plat en de vormgeving, die vier jaar geleden nog origineel was, is nu al versleten. Door Hans Beerekamp Neo, de door Keanu Reeves gespeelde messianistische held van The Matrix-serie, heeft net honderd identieke tegenstanders verslagen, allemaal klonen van agent Smith (Hugo Weaving). De scène is een wonder van technisch vernuft en toepassing van 'state of the art' digitale animatie. Dan volgt een dialoogje van Neo met zijn apostelen, waarin geconstateerd wordt dat dit niet één tegenstander was, maar veel, heel veel. De apotheose wordt gevormd door de opmerking dat het erop lijkt dat agent Smith een manier heeft gevonden om zichzelf te vermenigvuldigen! Net als de teksten in stripballonnen zijn de dialogen in de tweede aflevering van de filmserie, The Matrix Reloaded, vaak nogal onbenullig en een overbodige toevoeging aan het beeld. Het lijkt een normale gang van zaken bij een door de Japanse striptraditie ('anime') en de Chinese vechtfilms met aan draden rondvliegende helden geïnspireerde blockbuster. Toch is de oppervlakkigheid van The Matrix Reloaded een teleurstelling na de verrassende pogingen van The Matrix (1999) om actiefilm en filosofie met elkaar te verbinden. Producent Joel Silver liet in een promotiefilm voor deel 2 weten dat je om The Matrix te begrijpen wellicht genoeg had aan het lezen van een boek van Baudrillard, maar dat je voor het vervolg toch echt de filosofen Hegel en Kant en alle boeken over chassidische tradities (opnieuw) uit de kast zou moeten trekken. Silvers uitspraak is niet alleen een nogal excentrieke vorm van reclame voor een film die het breedst mogelijke publiek wil aanspreken (de vlak achter elkaar opgenomen delen twee en drie kostten samen ver over de 300 miljoen dollar), maar ook regelrechte onzin. Als je weet wat er ongeveer in het Nieuwe Testament staat en wel eens van Plato's mythe van de grot hebt gehoord, ben je al ruimschoots gewapend om de kinderlijke logica van The Matrix Reloaded te begrijpen.
Alle losse eindjes die in deel 1 bleven hangen, worden keurig afgeknoopt. De Matrix is een schijnwereld, een virtuele realiteit gemodelleerd naar een westerse metropool aan het einde van de twintigste eeuw. De overgebleven echte mensen wonen in een paar verkommerde steden onder de grond, vooral Zion. Die stad wordt bedreigd met de ondergang, maar Neo, een anagram van (the) One zal de geknechte mensheid verlossen. Zijn profeet Morpheus (Laurence Fishburne) spreekt het volk van Zion toe in een scène die nog het meest lijkt op een dance party met evangelisatie. Ook Keanu Reeves is niet vrij van platte religieus-christelijke iconografie. Hij draagt het grootste deel van de film een soutane, die het midden houdt tussen het kostuum van een seminarist en een shaolin-monnik, maar je kunt er vooral mooi in vliegen, zoals Superman. Als hij aan het slot van de film de architect van de Matrix ontmoet, stelt Neo hem de klassieke vraag uit de catechismus: ,,Waarom ben ik hier?'' Zo origineel als de virtuele wereld van de broers Larry (37) en Andy (35) Wachowski er vier jaar geleden nog uit zag, zo versleten is de vormgeving nu al. Zion is een klassieke kolonie uit een Star Wars-film, de opzienbarende 'bullet time'-technologie (door reeksen in 360 graden opgestelde stillcamera's vastgelegde sequensen à la Eadweard Muybridge) komt nog maar weinig voor en de nieuwigheid is daar ook al af. De meeste eer leggen ze nog in met een car chase van 14 minuten, maar digitaal gegenereerde sprongen op buitelende en ontploffende auto's, begrijp je ook zonder Kant's 'Kritik der Reinen Vernunft' gelezen te hebben. Het einde is niet eens een 'cliffhanger', maar gewoon een saaie scène (Neo ligt virtueel te dromen) die halverwege wordt afgebroken met de mededeling dat het verhaal vervolgd wordt: in november komt The Matrix Revolutions uit. Het valt te hopen voor Warner Bros. dat de hype dan nog niet is uitgewerkt. Vooralsnog doen de broertjes Wachowski, die het liefst poseren met hun baseballpetjes achterstevoren gedraaid, me nog het meest denken aan Fokke en Sukke.
19 mei 2003
The Matrix: The Desert of the Real De Matrix-trilogie vertelt het verhaal van computerprogrammeur Thomas Anderson, die in de nachtelijke uren onder de naam Neo actief is als hacker en het gevoel krijgt dat er iets mis is met de wereld waarin hij leeft. Via het computernetwerk komt Neo in contact met een groep rebellen onder leiding van Morpheus. Wanneer hij de rode pil slikt die Morpheus hem aanbiedt, ontdekt Neo dat het 2199 is en dat de wereld van 1999 een virtual reality is, een computersimulatie: de Matrix. De mensen worden diep in de aarde gevangen gehouden in een soort kunstmatige baarmoeders (een tweede betekenis van het woord matrix). Volgens Morpheus dienen ze als energiebron voor kunstmatige intelligenties die de heerschappij over de aarde van de mensen hebben overgenomen na een in een nucleaire winter eindigende oorlog. Morpheus en zijn rebellen verblijven eveneens diep in de aarde, in de stad Zion. Volgens de profetische Morpheus en het geheimzinnige, in de Matrix verblijvende, Orakel – een grootmoederlijke zwarte vrouw – is Neo 'the One'. Hij zal de mensheid bevrijden uit haar kluisters. Onder de aarde worden de rebellen geconfronteerd met Sentinels, spermatozoïde robots die als enige doel het vernietigen van mensen lijken te hebben. In de Matrix worden ze op de hielen gezeten door een groep software-agenten onder leiding van de sadistische Agent Smith. Naarmate Neo de schijn van de Matrix beter doorziet en leert zijn rol als redder van de mensheid te aanvaarden, nemen zijn krachten in de virtuele wereld toe. Aan het eind van The Matrix ontpopt hij zich als een Virtuele Superman die met louter denkkracht kogels kan stoppen, kan vliegen en zelfs – na een verlossende kus van zijn strijdmakker Trinity – uit de dood kan opstaan. In The Matrix Reloaded, het tweede deel van de Matrix-trilogie, slaat het Rijk van het Kwaad terug. De Zionisten worden bedreigd door een leger Sentinels, een kwaadaardige (na de Irakoorlog uiteraard met een Frans accent sprekende) kunstmatige intelligentie en tientallen kopieën van de inmiddels losgeslagen – en dus in een Duitse Audi rijdende – agent Smith. Gewapend met een serie Orakelspreuken over vrijheid en noodlot en met een wapenarsenaal dat zelfs de gevorderde Doomspeler afgunstig maakt, gaan Neo, Morfeus en Trinity op zoek naar de key maker. Hij moet hun de sleutel leveren om de Bron(code) van de Matrix te kraken en een happy end te bewerkstelligen. Hoe Neo die klus na de verwarrende ontmoeting met de Architect van de Matrix zal gaan klaren, zal worden onthuld in The Matrix Revolution die op 6 november in première gaat.