De Dongevallei
een natuurgebied in de stad
De Dongevallei
een natuurgebied in de stad
Colofon De Dongevallei, een natuurgebied in de stad, is in 2006 uitgegeven door Natuurmuseum Brabant in opdracht van de Gemeente Tilburg. www.natuurmuseumbrabant.nl Tekst en eindredactie: Jan van de Wiel Fotografie en advies: Bart Horvers (overige foto’s, pag. 47) Vormgeving: Irma Booman, BowPrint International Drukwerk: www.bowprint.com ISBN: 90-810495-2-6 Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door Stads VVV Tilburg, Stichting Taurus en het Reeshofjournaal 1
De Dongevallei
een natuurgebied in de stad
Gedurfd
Opscheppen over je eigen stad, dat ligt niet in de aard van de Tilburgers. Integendeel, durf ik bijna te zeggen, maar er zijn in de afgelopen decennia enkele projecten gerealiseerd waar de inwoners van deze stad toch met trots over praten. Een ervan is de Dongevallei. Bij het aanleggen van stadsdeel De Reeshof werd een natuurgebied in een woongebied ‘gemonteerd’. Een gedurfd plan, waarvan het eerste resultaat, een terrein als een kale vlakte met water, niet bepaald aantrekkelijk oogde. Maar nu, tien jaar later, is het moment daar om bij dit bijzondere project stil te staan. Van een saai stroompje tussen weilanden door is de Donge nu geworden tot een fraaie beek in een brede vallei, waar wilde planten en dieren een onderkomen vinden. De Dongevallei is bovendien een ecologische verbindingszone tussen andere natuurgebieden ten noorden en ten zuiden van Tilburg. Kortom, het schitterende natuurgebied dat hier is ontstaan, is uniek te noemen voor Nederland (en ver daarbuiten). Veel bewoners van de Reeshof, en vooral de omwonenden van de Dongevallei zijn terecht trots; een natuurgebied als achtertuin, wie kan dat zeggen? De makers hebben bij het samenstellen van dit boekje veel enthousiasme en bereidwilligheid ervaren van iedereen die bij de Dongevallei betrokken is. Dat verbaast me niets. Het is namelijk een unieke parel in Tilburg. Ik wens u veel leesplezier en hoop dat hiermee de waardering voor de Dongevallei alleen maar zal toenemen. Ruud Vreeman Burgemeester
3
bijschrift
Landschap aan de Reuverlaan
16
Boothuizen aan de Marlestraat
Waarom de Dongevallei móet Natuurlijk beekdal
Rivier de Donge
Wie aan de rand van de Dongevallei
Sla een kaart van Brabant open en je ziet dat de Donge haar oorsprong
staat, ervaart het wijdse landschap.
vindt ten oosten van Baarle-Nassau. Zij begint als een samenvloeiing van
Een riviertje kronkelt rustig door de
enkele beekjes en ze heet daar de Ley. Maar gaandeweg verzamelt dit
open ruigte en aan de oever scharre-
onaanzienlijke stroompje het regenwater uit de omgeving en vervolgt
len wat watervogels. We ervaren de
haar weg als regenwaterrivier in noordelijke richting. In de buurt van
sfeer van een eeuwenoud natuurlijk
Tilburg is het hoogteverschil met Baarle-Nassau 16 meter. Na Tilburg
beekdal. Maar wie behalve kijkt ook
stroomt de Donge in het Wilhelminakanaal. Achter het kanaal begint zij
luistert, hoort het verkeerslawaai
opnieuw en stroomt zij verder en kronkelt tussen ’s-Gravenmoer en
boven het snateren van de eenden
Oosterhout richting Raamsdonk. Daar eindigt haar 46 kilometer lange
uit. Dit natuurgebied, de
tocht bij Geertruidenberg. Het verval vanaf Baarle-Nassau is daar zo’n 28
Dongevallei, is nieuw. Het is op de
meter.
tekentafel uitgemeten en getekend en het ligt in stadsdeel de Reeshof,
Een ecologische verbindingszone van jaren her
in Tilburg.
In het begin van de 20ste eeuw was het beekdal van de Donge nog een
5
natuurlijke verbindingszone tussen de natuurgebieden Regte Heide – Riels Laag ten zuiden, en het Rijens Broek – Lange Rekken ten noord-westen van Tilburg. Dieren volgden dit beekdal en kwamen van het ene natuurgebied in het andere. Daar vonden zij soortgenoten en konden zij voor nageslacht zorgen. Planten waren op hun beurt voor hun voortplanting en verspreiding weer van dieren afhankelijk. Denk maar aan bestuiving door allerlei insecten als bijen en vlinders. Door het kanaliseren van de Donge en het aanleggen
Bezemkruiskruid
van landbouwgebieden daar pal tegenaan, werd die natuurlijke reisweg voor dier en plant voorgoed afgesneden. Elk nadeel hep zijn voordeel Deze creatieve denkwijze van Johan Cruijff moet ook bij de stadsontwerpers van Gemeente Tilburg gespeeld hebben. Bij de nieuw te ontwerpen stadswijk ‘de Reeshof’ stuitte men op de Donge die daar, grotendeels gekanaliseerd en voorzien van stuwen, dwars door het toekomstige stadsdeel liep. In het kader van de Ecologische hoofdstructuur kon men daar niet omheen. Zij kwamen op het idee om de kwaliteiten van deze lastige dwarsligger uit te buiten. Zo belandde de Donge rond 1990 op bureau en tekentafel. Het riviertje en de grond daaromheen werden in studie genomen. Er werd een plan ontwikkeld
Klein koolwitje
om van de voormalige Dongestroom weer een volwaardig natuurgebied te maken. Bij het project werd het Waterschap de Dongestroom betrokken. *
Terug naar een natuurlijke Donge Zou het mogelijk zijn om de Donge weer haar natuurlijke loop terug te geven? En wat te doen aan de waterkwaliteit? Door het jarenlang inspoelen van meststoffen vanuit de landbouwgebieden rondom, was de waterkwaliteit enorm verslechterd. Dat zou betekenen dat die overbemeste landbouwgrond afgegraven moest worden; een flinke kostenpost voor de opdrachtgever. Om een ecologische verbindingszone van goed kaliber te krijgen adviseerde de Provincie een gebied vrij te houden van tenminste 25 meter aan beide zijden van de Donge; kostbare bouwgrond, die de Gemeente voor huizenbouw Akkerviooltje
zou kunnen bestemmen. *Het Waterschap de Dongestroom heet nu Waterschap Brabantse Delta.
6
De Donge rond 1920
bijschrift
16
Witte klaver
Tilburg pakt uit Het ontwikkelingsplan Dongevallei is een prestigieus project geworden. Tilburg koos voor een professionele aanpak. Om te zorgen dat de Donge de twee natuurgebieden ook wèrkelijk zou kunnen verbinden, gaf men de voorkeur aan een strook van 75 meter aan weerszijden van de Donge. De vallei werd dus 150 meter breed en op sommige plaatsen zelfs meer. De lengte van de Dongevallei werd 6 kilometer, gemeten vanaf de Bredaseweg tot aan het Wilhelminakanaal. Maar voordat het gebied ingericht kon worden met poelen, een meanderende Donge en een eiland, moest de bovenlaag landbouwgrond worden afgegraven die in de loop van honderd jaar was opgebracht. Om precies te bepalen met welke grondsoorten men van doen had en tot hoever er afgegraven mocht worden, werden er grondboringen verricht. De Donge rond 1990
8
Blauwe reiger
‘Er was sprake van een win-win-situatie, omdat de afgegraven grond in de nieuwbouw gebruikt ging worden’, concludeert Inge Radstake. Zij is al in een vroeg stadium als student biologie bij de monitoring, het natuuronderzoek van het gebied, betrokken geweest. ‘Men is uiterst zorgvuldig te werk gegaan. De bovenlaag werd voorzichtig weggegraven en afgevoerd. Dat is zó secuur gedaan dat we de boomstronken van wellicht 100 jaar geleden weer in het terrein konden zien’.
Van de tekentafel naar de natuur Het is inmiddels 1996. De gemeente Tilburg gaat de natuurwaarden van de Donge herstellen en het gebied weer inrichten met de kenmerken van toen. Het proces verloopt in fasen die bepaald worden door de wegen die het gebied doorkruisen. Het geheel krijgt de kenmerken van een natuurlijk beekdal in een stedelijke omgeving. Men verwacht dat er ruigtes ontstaan en hooilandvegetaties, waar kleine zoogdieren, amfibieën en insecten zich kunnen voeden en waarlangs ze zich kunnen verplaatsen. Er worden poelen gegraven, gebieden met open water worden aangelegd en de Donge wordt op één plaats gesplitst in twee gelijkwaardige stromen waartussen een moerassig eiland ontstaat. Wanneer rond 2000 de inrichting is voltooid, oogt de Dongevallei plaatselijk als een zandvlakte. ‘Toen mijn vrouw en ik hier vijf jaar geleden kwamen wonen, hadden we niet in de gaten dat hier een natuurgebied was aangelegd’ vertelt Henk Mutsaers, een van de omwonenden. ‘Alles was nog kaal, er was zelfs nog geen afrastering. Maar gaandeweg zagen we vanuit onze flat dat er Zwanen en Reigers in het gebied rondvlogen. Toen gingen we er voor het eerst op uit voor een wandeling. In de loop van de maanden en jaren is het hier prachtig geworden’.
9
Situering van de Dongevallei
bijschrift
16
Uitkijkje op de “M-straten”
De Dongevallei is uniek De Dongevallei als achtertuin Het project Dongevallei kwam in zijn prille staat van ontwikkeling al meteen regionaal en landelijk enorm in de belangstelling te staan. Met bussen vol kwamen geïnteresseerden kijken naar dit kersverse natuurgebied. De beheerders hadden behalve hun eigen taak zo nu en dan de functie van gids. Beheerder Cees van de Pol weet zich nog te herinneren dat er zelfs heel wat vrije tijd in is gaan zitten om belangstellenden in het weekend rond te leiden. ‘Maar altijd met liefde en plezier, want de Dongevallei is wèrkelijk een prachtig gebied’, vertelt hij. ‘De manier waarop natuurbouw heeft plaatsgevonden binnen de stad en even daarbuiten, dat is fantastisch. De mensen die aan de rand van de Dongevallei wonen, beschouwen het gebied eigenlijk als hun achtertuin!’ Er zijn zelfs vrijwilligers die een handje toesteken om het gebied in goede staat te houden. Zo is er bijvoorbeeld Bas Vingerhoets die elke vrijdagochtend op zijn fiets stapt, gereedschap in de tas, om de afrastering te controleren of te herstellen. Bovendien houdt hij een oogje in het zeil wat betreft de dieren. Als er wat aan de hand is meldt hij dat meteen. Er zijn Reukeloze kamille
11
ook mensen die aan de Dongevallei wonen en vanuit hun hoge observatiepost het gebied met de dieren in de gaten houden. ‘Een loslopende hond in het gebied wordt meteen gemeld’, besluit Cees van de Pol tevreden.
Verrekijker en vogelgids op de vensterbank Voor de vele direct omwonenden biedt de Dongevallei het hele jaar door een boeiend schouwspel. Elk seizoen geeft zijn eigen kleur, geur, en geluid. ‘Toen we van de plannen van de Gemeente Tilburg hoorden, zijn wij hier doelbewust komen wonen’, vertelt Jeanet de Pee uit de Ommenstraat. ‘Rond 1995 konden we de woning betrekken. De architect had goed nagedacht over de huizen in deze omgeving. Boven hebben we een kamer met een enorm breed raam van waaruit we ver over het gebied kunnen kijken, het is in één woord práchtig! In die kamer ligt de verrekijker op de vensterbank met de vogelgids erbij. Je ziet hier de wilde ganzen over de Dongevallei vliegen. Vorig jaar zag
Groene Kikker
ik hier tot mijn verbazing een IJsvogel. Er zat hier toen ook een Spotvogel, broedend in het gebied, hij was eerder te hóren dan te zien. We ontdekten hem door zijn afwisselende zang’.
IJsvogel
Vakantie aan de vallei Opnieuw is Henk Mutsaers aan het woord: ‘Vanuit het gebied komen steeds impulsen om er eens op uit te gaan. Grote vluchten Kieviten en Scholeksters scheren over het veld en nodigen ons uit met hun kenmerkende roep. Nu er een zandwal is gestort, zijn er Oeverzwaluwen gekomen. Ze begonnen meteen met het graven van een nestruimte. Mijn vrouw en ik keken onze ogen uit’. Met het foto-album op tafel tonen ze vol trots de broedende Fuut en de vissende Blauwe reiger aan de waterkant. ‘’s Zomers gaan we tegen het vallen van de avond op pad, om te luisteren naar het kwaakconcert van de vele Groene kikkers. De hooglanders staan tot aan hun buik in het koele water en kijken met hun vriendelijke bruine ogen naar de wandelaars. Waterhoentjes scharrelen aan de oever en een Merel zingt zijn zomeravondlied. Mijn vrouw zei toen eens: ’Het is net of we hier op vakantie zijn’.
12
Kievit
Kalfje Schotse hooglander
Domweg gelukkig in de Ommenstraat ‘Het is bijzonder dat je in de stad woont met tòch een natuurgebied voor de deur’. Met Suzanne van Liempt, die in een ander deel van de Ommenstraat woont, lopen we langs het hek rondom de Dongevallei, de hond mag mee. ‘Kijk’, wijst ze, ‘daar verderop ligt een poel en links een sluisje’. Het is heerlijk om hier te gaan wandelen. Net buiten het hek ligt nog een groenstrook waar de hond fijn kan lopen. Vaak zien we hier de Hooglanders en nu en dan een Fazant of Patrijs. Op een koude ochtend liet ik hier de hond uit en zag dat er een kalfje was geboren. Met mijn mobieltje nam ik er foto’s van. De beheerders, die ook ter plaatse waren, adviseerden mij om de foto’s naar het Reeshofjournaal te sturen. Binnen enkele dagen stond mijn foto in kleur op de voorpagina!’ Op mijn vraag hoe de beleving van de Dongevallei bij de andere bewoners in de straat is, antwoordt Suzanne: ‘Onze huizen staan in een halve
13
Brug bij de Langendijk
cirkel aan elkaar. Eigenlijk zijn alle bewoners trots en gelukkig met het uitzicht en de vrijheid voor de deur. Ook mensen die op bezoek komen roepen er over’.
Stadskinderen aan de Dongevallei? ‘Zo’n 10 jaar geleden keken mijn man Kees en ik uit op een weidegebied met koeien’, vervolgt Jeanet de Pee. ‘De Donge leek op een sloot. Landschappelijk niet zo interessant maar er waren hier veel broedende Kieviten. Later werd dit gebied afgegraven en als Dongevallei ingericht. Het zag er uit als een bouwput. Toen de Kieviten in het voorjaar terugkwamen konden ze geen nestgelegenheid meer vinden. Dat was wel even slikken. Maar er is veel moois voor in de plaats gekomen. De diversiteit aan vogels is toegenomen en het landschap is heel afwisselend. De Schotse hooglanders komen vaak wel drie keer per week grazend langs. Dat geeft een sociaal effect. Mensen komen naar buiten om te kijken en zo raak je met elkaar in gesprek. Mijn zoontje van vier maakt de natuur dagelijks mee. Spelenderwijs krijgt hij oog voor wat zich hier in de natuur afspeelt. Wat dat betreft wonen hier geen stadskinderen’. Ooievaar
14
Blik vanuit de woonkamer
Midden in een natuurgebied wonen! Annie en Bert Kluytmans wonen in een bijzonder huis, midden in de Dongevallei. Het gastvrij echtpaar nodigt ons uit om binnen een kijkje te nemen. ‘Aan de voorkant kijken wij helemaal uit over het gebied en zien we in de verte de bomen van Koolhoven’, wijst Bert. ‘Wij wonen eigenlijk IN de Dongevallei. Mijn vader had vroeger, een eindje verderop, een boerderij in de Reeshof, het heette daar ‘de Kievit’. Ik ben er als kind opgegroeid’. Bert troont ons mee naar een schilderij in de voorkamer. ‘Kijk, hier zit ik met mijn zusje op de maaimachine. Mijn vader, Harry Kluytmans, zit voorop en wij “meugen het pèèrd sturen”. Bert lacht als bij het vertellen over het verleden ook het Tilburgs dialect weer om de hoek komt kijken. ‘Het was een zomerse dag, rond 1950 denk ik. Die mannen rechts, dat zijn Jos Stadhouders en Piet Rossenberg. Zij binden de rogge in schoven. In de verte zie je hooi op ruiters staan. Dat zijn driepoten waarop het hooi te drogen wordt gelegd’. ‘Wij maken hier in de Dongevallei van alles mee ’ vertelt Annie. ‘Vorig najaar ging ik naar de schuur om de katten eten te geven. Ik loop de keukendeur uit en zie drie Ooievaars in de vallei staan. Toen ontdekte ik dat er ook een bij ons op het dak stond! Het zijn best grote vogels als je ze van zo dichtbij ziet. Waarschijnlijk maakten ze een tussenstop op hun
Schilderij: Theo van Delft
reis naar het zuiden’.
16
Schuurpalen voor het vee
16
Ruig haarmos
Pioniers hebben de toon gezet Rijkdom op arme grond
Mossen leven van de lucht!
Een groot deel van de afgegraven grond bleef kaal, een ander deel was zó
Mossen hebben geen wortelstelsel
vochtig dat er Geelgroene zegge, Dwergzegge en Borstelbies ging groei-
waarmee ze water en voedingsstoffen
en. De maagdelijke grond die na het afgraven van de landbouwgrond in
uit de grond opnemen. De wor-
het Dongeterrein tevoorschijn kwam, was de bodem waarop de natuur
telachtige aanhangsels die ze heb-
opnieuw moest beginnen. Op sommige plaatsen verschenen mossen als
ben, dienen voor de hechting aan de
de eerste pioniers. Ze kunnen onder zeer extreme omstandigheden over-
ondergrond. Een vaatsysteem voor
leven, kou en hitte trotserend. ‘Voedselarme grond speelt voor hen een
het transport van water en voedsel
belangrijke rol. Sterker nog, het is zelfs een voorwaarde’, legt Chris Buter
door de hele plant bezitten ze even-
uit, met wie ik door het terrein loop, ‘deze mossen zouden op voedselrij-
min. Mossen halen water en voe-
ke grond geen kans maken’. Chris Buter is bryoloog, moskundige. Hij
dingsstoffen direct uit de lucht en
buigt zich naar de grond en wipt met de punt van zijn zakmes een klein
nemen dat via hun bladcellen op.
stukje mos-met-kluit op. Met een loep bekijkt hij het plukje groen vlak
Deze wonderlijke levenswijze maakt
voor zijn oog. ‘Groot duinsterretje’ stelt hij vast. ‘Die verwacht ik eerder
dat mossen ijzersterke pioniers zijn.
in de duinen!’ Het mos wordt weer op zijn oude plekje teruggezet. Chris
Wanneer een droogteperiode
is al enkele malen in het gebied geweest om er onderzoek te doen. ‘Bij
>
17
Geoord veenmos
Groot duinsterretje
Zandhaarmos
aanbreekt, blijven ze onaangetast.
die pioniers zitten soms zeldzame dingen, zoals vorig jaar, toen vond ik hier
Het mos begint een rustperiode
Grote viltmuts en Oranje knolknikmos.’
waarin het zijn bladeren opkrult en wacht tot er betere tijden aanbreken.
Voedselleveranciers en wegbereiders
Eén regenbuitje en de luchtvochtig-
Al spoedig na de aanleg zijn in de Dongevallei ook andere pioniers aan de
heid neemt toe. Dan herneemt het
slag gegaan, de grassen.
mos zijn vorm en zijn gewone leven
Deze grassen zijn vaak ruige, sterke planten die zich niet een-twee-drie laten
weer.
verdringen of uitroeien. Net als mos kunnen ze droogte, hitte en kou goed doorstaan en overleven ze extreme situaties, ook al zien ze er op het eerste gezicht verdord uit. Behalve door zaad, planten veel grassoorten zich voort door middel van uitlopers aan de voet van de pol. Dit ‘uitstoelen’ gaat vrij snel en heeft vaak meer succes dan de voortplanting door middel van zaad. In korte tijd ontstaan op deze manier grazige gebieden. Dat is weer aantrekkelijk voor kleine en grote zoogdieren die er hun voedsel vinden. Weidevogels vinden in het gras een nestgelegenheid. Grassen zijn de pioniers die het gebied ‘bewoonbaar’ maken voor allerlei diersoorten die er hun voedsel zoeken en terloops de weg vinden van het ene natuurgebied naar het andere. 18
Ganzenei als voedselvoorraad
Vos legt eieren?? Enkele bijzondere sporen leverden het bewijs dat ook de vos zijn weg door de Dongevallei gevonden had. Op 24 maart liepen medewerkers van Natuurmuseum Brabant en enkele beheerders in de Dongevallei, toen ze een ganzenei vonden, rechtop in een ondiep kuiltje. Het was gemaakt in het mostapijt en het ei stond parmantig rechtop. ‘Eerst dacht ik aan het werk van een grappenmaker’, vertelt Jan van de Wiel, die met de groep in het veld was, ‘maar Kees van Dongen van Waterschap Brabantse Delta kon het raadsel oplossen’. ‘Dit is het werk van een vos’, verklaarde Kees. ‘Die verjaagt de gans van het nest en eet een of meer eieren. Er blijven ook eieren over. De vos nemt zo’n heel ei in zijn bek en loopt ermee weg zonder het te beschadigen. Op een beschut plekje begraaft hij het, maar soms niet diep genoeg zodat het half uit de grond steekt. Door de lage temperatuur van de grond blijft het ei lang vers. Als er voedselschaarste is kan de vos zijn voedselvoorraad aanspreken’.
19
Moeraswolfsklauw
Een erfenis in de grond Natuurlijk verloopt de volgorde van het begroeid raken niet zo overzichtelijk als hiervoor is beschreven. Behalve mossen en grassen verschijnen er tegelijkertijd andere plantenfamilies. Toen Peter van Ruth, in 1996 al, het vrijwel kale gebied bij de Reuverlaan onderzocht, trof hij er de pioniers aan die je vaak op kale grond kunt vinden. ‘Perzikkruid’, weet hij zich
Kleine zonnedauw
nog te herinneren, ‘Moerasdroogbloem, Greppelrus en meer van dat algemene spul, dat was het in het begin. Maar wat ik niet verwacht had, was de rijkdom aan zaden die in de oude ondergrond zat. Daar kwam ik later pas achter. Ik noem het maar een erfenis uit de oude zaadbank. Ongelooflijk dat plantenzaden zoveel tientallen jaren hun kiemkracht in de grond kunnen behouden! Moerasplanten die hier oorspronkelijk in het gebied voorkwamen, kregen nu ineens weer de kans. Zo zijn hier in het gebied allerlei zeldzame planten ontdekt. Die kunnen hier blijven bestaan als de grond opengehouden kan worden’.
Moerasrolklaver
20
Grote ratelaar staat hier met gele bloemen aan de oever
Moerasdoorn
21
Doolhofzwam
Herfst in de vallei
16
Natuur en architectuur in harmonie
Wilde planten en dieren in dit paradijs. Natuur laat zich niet dwingen Een natuurgebied ontwerpen en inrichten is één ding, maar onderzoeken of al die mooie plannen ook werkelijk verlopen zoals is bedacht, dat is een andere zaak. Een van de eersten die deze taak op zich nam was Inge Radstake. Zij begon het gebied te onderzoeken als afstudeerproject voor haar studie biologie. ‘Niet het hele gebied inééns natuurlijk’, legt Inge uit, ‘de Gemeente Tilburg nam elke keer een ander deel van de Dongevallei onderhanden. Daar ging ik dan aan de slag. Een ontwikkelings- en beheersplan was nog niet helder uitgewerkt. We hebben de natuur op de voet gevolgd en ontdekt dat het zich anders ontwikkelde dan we hadden verwacht. Natuur is niet maakbaar, natuur laat zich niet dwingen. Een mooi voorbeeld hiervan was de enorme ontwikkeling van de Zwarte els. Dat is een van de eerste boomsoorten op vrij vochtige, voedselarme grond. Die zaaide zich zó snel uit dat er een laag ondoordringbaar bos ging ontstaan’. Bruine kikker
23
Zwarte els smaakt bitter
Zwarte els
De Schotse hooglanders die ingehuurd waren om behalve gras en kruiden ook jonge boompjes te vreten, vonden Zwarte elzen niet lekker. Inge Radstake beschrijft de situatie van een paar jaar geleden.’Het gevaar bestond dat door de Zwarte els een ondoordringbaar gebied zou ontstaan voor dieren en dat omwonenden het uitzicht op het water en de wisselingen in het landschap zouden verliezen. Er werd gezocht naar een grazer die ook elzen lust en zo kwam men uit op de Nederlandse landgeit. Er werd een vijftal geiten in het gebied gebracht en dat had succes’. De dieren werden op ’het eiland’ gezet bij de Reuverlaan en kregen een onderkomen, want anders dan Schotse hooglanders, nemen Nederlandse landgeiten geen genoegen met langdurige regen en natte grond.
Nederlandse landgeit
16
Arnold van Rijsewijk, Inge Radstake en Peter van Ruth bezig met het monitoren
Monitoring door IVN-natuurfreaks Het met vaste regelmaat een natuurgebied doorlopen en bestuderen, heet ‘monitoren’. Onder leiding van Inge Radstake, is een groep van ongeveer tien IVN-ers aan de slag met het op naam brengen en noteren van soorten planten en dieren in de Dongevallei. Dat doen ze nu al sinds 2002, op verzoek van de Gemeente Tilburg.
25
Ieder heeft zijn of haar specialismen. Peter van Ruth is een van hen. ‘Het is fantastisch om in het veld te werken maar het geeft wel veel huiswerk’, merkt hij droogjes op, ‘want behalve het waarnemen van de soorten planten en dieren moet er ook genoteerd worden wáár ze zijn waargenomen en wanneer. Op deze manier kan men de waarnemingen van het ene jaar vergelijken met het andere jaar’.
Vlinders en libellen.
Landkaartje
‘We hebben in het gebied de soorten vlinders gevonden die voor dit type open terrein normaal zijn’, gaat Peter verder, ‘zoals Kleine vuurvlinder, Boomblauwtje en Kleine vos’. ‘Maar dit hele waterrijke gebied is interessanter voor libellen dan voor vlinders! Er zijn veel waterstroompjes en poelen waar deze dieren zich thuisvoelen. Een mooi voorbeeld is de Houtpantserjuffer. Dat is een buitenbeentje onder de Nederlandse libellen. Dit insect kan zich alleen voortplanten op plaatsen waar bomen of struiken langs het water staan, met overhangende takken, zoals hier in de Dongevallei. De eitjes worden in of onder de schors van de takken afgezet. Daar overwinteren ze tot in het voorjaar de larve naar buiten komt en zich in het water laat vallen. Daar vervelt het diertje en maakt daarna negen stadia als larve door om in het najaar als volwassen
Boomblauwtje
Houtpantserjuffer op de vleugels te gaan’.
Ontsnapt uit het tuinvijvertje We spreken met Kees van Dongen, medewerker van het Waterschap Brabantse Delta. ‘Het Waterschap zorgt voor het juiste waterpeil en beheert de stuwen in de Dongevallei’, zegt Kees. ‘Daar komt veel bij kijken. Bij grote droogte bijvoorbeeld, moet bij de stuw nabij de Reuvelaan en de stuw nabij de Dalemdreef het water teruggepompt worden. Via een omweg komt het dan weer in het gebied terug. Maar soms komt er werk uit onverwachte hoek. We ontdekten hier en daar in de Dongevallei waterplanten die ‘ontsnapt’ waren uit particuliere vijvertjes. Het betroffen hier uitheemse planten die begonnen te woekeren en razendsnel een heel wateroppervlak bedekten.
Houtpantserjuffer
26
Parelvederkruid
Echte koekoeksbloem
bijschrift
Gele lis
Watercrassula Waterlelie
16
Als zo’n enorme plantenmassa bij hoge waterafvoer losraakt en zich ophoopt bij duikers en stuwen, is het gebied niet meer beheersbaar. Gelukkig dat de monitoringgroep op tijd aangeeft waar zulke plantensoorten zijn gesignaleerd. De twee grote boosdoeners waar het in dit gebied om gaat, zijn Watercrassula en Parelvederkruid. Dat zal een héle klus worden om die planten te verwijderen. Elk takje van Watercrassula bijvoorbeeld dat afbreekt, is in staat om opnieuw uit te groeien tot een enorme plantenmassa’. Futen
Betrokken geraakt bij de Dongevallei Ad Kolen komt aanfietsen, zet zijn fiets aan het brughek vast en overziet het terrein waarin we zometeen gaan lopen. ‘We tellen tweemaal per maand vogels’, zegt Ad. ‘In het broedseizoen doe ik dat samen met mijn maatje Jos Böke, buiten het broedseizoen gaan we afzonderlijk aan de slag’. Terwijl hij praat, zoeken zijn ogen voortdurend het terrein en de lucht af, zijn handen aan de kijker. ‘In 2001 en 2002 heb ik van buitenaf het terrein bekeken, vanaf 2003 maak ik mijn wandeling binnen de omheining van het terrein. Dat was in samenwerking met IVN - afdeling Tilburg, die de opdracht had gekregen om het gebied te monitoren’. We klimmen over de poort en beginnen onze tocht langs kale grond, drassig land en ruigten met gras en wilgen. ‘Een begroeiing als deze garandeert al
Scholekster
meteen een groot aantal vogelsoorten die …‘Hij breekt even af, kijker in de aanslag, vervolgt dan snel: ‘Ik geloof dat ik een Watersnip hoor, ja daar gaat ie!’ Ad weet de vogel meteen te traceren, ik kijk alle kanten op. ‘Dáár’, wijst hij en dan zie ik het ook. Meteen is de lucht vol geluid en verschijnen er meer Watersnippen in een schijnbaar onzekere vlucht. ‘Hoe noem je nou, zo’n manier van vliegen?’, vraag ik. ‘Dwarrelend!’, lacht Ad Kolen.
Barmsijzen en Putters op de proppen Terwijl we onze tocht voortzetten vertelt Ad: ’Ik doe deze monitoring vanuit het IVN, maar ook voor de vogelwerkgroep van de KNNV - afdeling Tilburg. Beide natuurverenigingen zijn in Tilburg actief. De eerste is een afkorting voor Instituut Voor Natuurbeschermingseducatie, de andere staat voor
Scholeksters
28
Putter
Meerkoet
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, de vereniging voor veldbiologie’. Langs het water waar we lopen verschijnt een Knobbelzwaan. ‘Die houden het gebied hier open’, wijst Ad. ‘Ze eten waterplanten. In dit gebied zijn twee, soms drie paren actief. Met de jongen die ze voortbrengen, verblijven er in het najaar en de winter wel 20 exemplaren in het gebied. Kijk, daar gaat een Aalscholver’, onderbreekt Ad zijn verhaal. Zijn ogen blijven op het veld en het water gericht als hij verder praat. ‘Die Elzen zijn ook belangrijk voor de vogelstand hier. We vinden hier regelmatig Barmsijzen en Putters die op de elzenproppen afkomen. Uit die kleine open vruchtjes halen ze dan de zaden’. ‘Ieder jaar maak ik een verslag van de waarnemingen die Jos en ik in het gebied hebben gedaan. Wij stellen elke keer opnieuw vast dat de Dongevallei een verrassend mooi gebied is met een rijk gevarieerde vogelbevolking’.
Knobbelzwaan
29
bijschrift
Schotse hooglander
Parkgans Nederlandse landgeit
Grazende ganzen
Grote grazers, Geiten en Ganzen Koeikes Met Cees van de Pol hebben we afgesproken naar de Langendijk te gaan. Met de routine van de natuurbeheerder stuurt hij de geelblauwwitte pick-up ‘Gemeente Tilburg’ door het gebied en draait trefzeker de wagen langs de afrastering. ‘Nou moet je opletten’,lacht Cees. Hij duwt even -zachtjes- op het gaspedaal en als bij toverslag komen, schijnbaar uit het niets, twaalf Schotse hooglanders naar ons toehollen. ‘Ze kennen het geluid van mijnen auto’ zegt Cees met pretoogjes. ‘Ik hou zielsveul van die dieren, het zijn míjn koeikes!’ Het betreft hier runderen van ieder zo’n 300 - 400 kilo die met hun zachte bruine kijkers ons recht in de ogen zien. ‘Ze zijn ongevaarlijk’ zegt Cees aan de veilige kant van het hek, ‘maar het blijven toch dieren met gewicht en enorme horens’. Hij loopt met een zak hooi naar het hek en verspreidt het een beetje over het veld. ‘Op deze manier herkennen ze mij en kan ik ze naar de kraal lokken wanneer de veearts komt voor de jaarlijkse controle. Want het is niet de bedoeling dat de runderen ’s winters bijgevoerd worden. De dieren krijgen eenmaal per jaar een medische controle op wormen, luis of ander ongemak. Verder wordt er, soms, bij de Beheerder in het veld
31
dieren DNA- onderzoek gedaan voor het controleren van de oornummers. Bovendien komt Stichting Taurus driemaal per jaar kijken naar de conditie van hun verhuurde hooglanders’.
Hooglanders hebben een goed geheugen Enkele dagen later lopen we met Ronald Goderie door de Dongevallei. Ronald zit in het bestuur van Stichting Taurus, een stichting die de eigenaar is van de Schotse hooglanders in dit gebied. Al vijftien jaar verhuurt Taurus ‘wilde’ runderen voor jaarrondbegrazing van natuurgebieden. ‘De hooglanders doen hier aan natuurbeheer’, legt Ronald uit. ‘Ze zorgen ervoor dat er een gevarieerd kleinschalig landschap ontstaat. Ze eten graag grassen en kruiden, zelfs distels, maar in de winter is dat niet altijd voorhanden. Dan nemen ze het ruigere materiaal, bast van wilgen, knoppen en takken van struiken en bomen. Ze kennen het gebied als geen ander, ze onthouden precies waar ze het lekkerste voedsel kunnen vinden en weten wat er in het volgend seizoen aan de orde komt om te eten.
Geen groene flatsen in de vallei Op mijn vraag waarom hier geen Hollandse koeien staan, geeft Ronald Goderie een verbluffend antwoord. ‘Eeuwenlang zijn de Hollandse koeien doorgefokt op twee kwaliteiten: vlees- en melkproductie. Ook de eigenschap van snelle groei van kalveren ligt in het fokproces besloten. Zó’n snelle groei, dat er problemen ontstaan bij de geboorte. De kalveren zijn te groot om het moederlichaam te verlaten. De mens moet eraan te pas komen om het goed te laten verlopen. Bij Belgische dikbillen is er zelfs standaard een keizersnede nodig. Zo is een eigenschap als zelfredzaamheid bij veel koeien verloren gegaan. Schotse hooglanders hebben die hulp niet nodig en kunnen bovendien overleven op bijna niets. Op het vet dat ze in de herfst opbouwen, komen ze bijna de hele winter door. En ze zijn heel vindingrijk in het zoeken naar voedsel. En dat moet ook in zo’n ruig gebied en onder winterse omstandigheden. Desnoods graven ze het gras onder de sneeuw uit. Hollandse koeien eten erg eenzijdig, het is voornamelijk raaigras. Dat merk je
32
bijschrift
Koe en kalf Landgeit
Keutels hooglander
16
wel aan hun uitwerpselen. Eigenlijk zijn ze altijd aan de diarree. Die groene flatsen in de wei zijn niet te vergelijken met de gezonde stevige keutels van onze Schotse hooglanders!’
Landgeiten komen meehelpen Vergeleken met de statige Schotse hooglanders zijn de Nederlandse landgeiten een dartel stel. Ze bewegen verbazingwekkend vlug en weten behendig hun voedsel te vinden. Ze werden ingezet bij de begrazing van de Dongevallei, sinds de groei van jonge Zwarte elzen niet meer te stuiten was. Hooglanders vraten niet van deze ongewenste boomopslag maar de Nederlandse landgeiten hadden er geen moeite mee. De Nederlandse landgeit behoort tot een oud ras dat al eeuwenlang in ons land voorkomt. Het dier is slim en gehard en kan zich zonder veel menselijke bemoeienis in stand houden. Deze landgeiten zijn bestand tegen de kou door de twee verschillende haarsoorten die in hun vacht voorkomen. De lange haren zorgen voor de afstroming van de regen, de wollaag daaronder houdt de dieren warm.
Een verhandeling over ‘Park- of Soepganzen’ Behalve de viervoeters zijn ganzen actieve grazers in het gebied. Ze voelen zich veilig achter het hek en durven de mensen te benaderen. ‘Door die Parkganzen lijkt het hier vaak meer op een kinderboerderij’, vindt Ad Kolen. ‘Ze hangen bij bruggen rond want ze weten dat ze daar gevoerd worden. Grauwe ganzen zijn al zo’n vierduizend jaar gedomesticeerd. Twee soorten
De geiten aan het werk
zijn daaruit ontstaan: een bruine soort voor de vleesproductie en een witte soort voor het leggen van veel eieren. In het boerenbedrijf past de gans al lang niet meer en veel van deze vogels zijn losgelaten of ontsnapt. Het zijn vaak bonte verschijningen, vandaar de naam Soepganzen. Ze komen hier in groten getale voor en hebben een negatieve invloed op de flora en fauna in de Dongevallei. Er is sprake van inteelt, agressie naar andere soorten en bemesting door het overtollig voeren. Niet voederen is het enige middel dat de overlast van Parkganzen een beetje kan beperken’.
34
Schotse hooglander bij de kraal
35
bijschrift
16
Woonhuizen aan het water
Eérst zien, dan geloven! Verboden verboden verboden! Iedereen die bij de Dongevallei woont, heeft wel een motief om het gebied in te gaan. De een wil er zijn hond uitlaten, de ander wil er vissen, voetballen, picknicken of joggen. Al die wensen zijn natuurlijk goed bedoeld maar niet gunstig voor het voortbestaan van het natuurgebied. Het hele terrein is daarom omgeven door een hek met schrikdraad. Dat ziet er niet prettig uit. De borden waarop staat vermeld wat er allemaal NIET mag, versterken dit onvriendelijke beeld. Om toch aan de wens van velen te voldoen, organiseert het IVN-afdeling Tilburg ieder jaar enkele excursies waarbij geïnteresseerden het gebied in mogen en uitleg krijgen over de natuur en de bedoeling van de Dongevallei als natuurgebied.
37
Het toegankelijke gebied buiten het broedseizoen
Betreden op eigen risico … De Langendijk volgend in westelijke richting, passeert men de Bijsterveldenlaan en ziet men de markante boog van een brug over de Donge. Het gebied tussen Langendijk en Marlestraat - Melickstraat is toegankelijk voor publiek. Vlakbij die brug is een overstapplank waar men over het hek kan komen. Buiten het broedseizoen mag iedereen die dat wil daar gaan wandelen en van de natuur genieten. ‘En tóch zijn er maar weinig mensen die van deze gelegenheid gebruik maken’, stelt Hans Joosten vast. ‘Er staan hekken en het bord -Betreden op eigen risico- brengt de bezoeker aan het twijfelen of het er wel veilig is’. Hans Joosten is educatief medewerker bij Natuurmuseum Brabant en sinds enige jaren bekend met dit deel van de Dongevallei. ‘Ik doe hier vanaf 2004 veldwerk voor basisscholen. Dat betekent dat we met een groep kinderen en de leerkracht dit natte terrein in gaan en kennismaken met waterplanten en waterdieren.
38
Gemeente Tilburg investeert in educatie In 2002 gaf de Gemeente Tilburg de opdracht voor het ontwikkelen van een onderwijsproject over de Dongevallei. Buro Kloeg uit Bunnik ontwierp het project en Natuurmuseum Brabant werd gevraagd dit stuk educatie door middel van veldwerklessen in praktijk te brengen. ‘Beleef en ontdek de Dongevallei’ heet het boekje dat in 2003 verscheen. ‘In 2004 zijn we ermee aan de slag gegaan’, zegt Hans Joosten, en het was meteen een succes. Dat ligt aan het feit dat er behalve het projectboekje met
Bootsmannetje
opdrachten ook een rugzak met materiaal bij geleverd wordt. Dat maakt het voor de kinderen erg aantrekkelijk. Het doel van het project is een kennismaking met de natuur’, vindt Hans, ‘en het bijbrengen van verwondering over het leven aan en onder het water. Daarnaast vertel ik iets over het belang van aaneengesloten natuurgebieden en de variatie aan planten en dieren die dat oplevert. In 2006 krijgen alle scholen van Tilburg de kans om met hun groepen 7 en 8 dit onderwijsprogramma mee te maken’.
Schrijvertje
Kleine watersalamander
39
Schoolkinderen gaan op onderzoek uit Kinderen van Openbare Basisschool De Leybeemd kennen het gebied sinds vorig jaar beter dan andere Reeshofbewoners. Samen met hun leerkracht, Mariëlle Hoft gingen ze op bezoek in de Dongevallei. ‘Het was een stralende junidag’, herinnert Hans Joosten zich. ‘Wanneer ik met het Natuurmuseumbusje voorrijd, heb ik tien rugzakken en werkboekjes bij me. Ik geef eerst een korte instructie, de rugzakken worden verdeeld en dan gaan we op weg. Het is al een avontuur om bij de toegangspaal over het hek met schrikdraad te klimmen. Sommige kinderen met korte benen moeten zelfs over het hek getild worden!’
Sommige dieren hebben grappige namen Er loop een smal pad naar de vlonder in de verte. Achter elkaar lopend gaat groep 8 de vallei in. Hier en daar staan borden die uitleg geven bij dieren en planten die in het gebied te vinden zijn. Bij de vlonder staat Watermunt in bloei. ‘Geen kind weet wat het is’, zegt Hans, ‘maar als ze de blaadjes wrijven tussen hun vingers komt de frisse geur vrij. ‘Het ruikt naar kauwgom’,
Watermunt
roept de een, ‘of naar tandpasta’ vult de ander aan’. Met wat overleggen en nadenken komt de naam Watermunt tevoorschijn. De vlonder ligt vol ganzenpoep, dat is ook weer spannend om tussendoor te moeten lopen. Halverwege is een brede berm, daar worden de opdrachten uitgelegd. De watertemperatuur wordt gemeten en ronddobberende vogels bekeken. Als ze daarna met een schepnetje door het water gaan en allerlei krioelende beestjes bovenhalen, ontdekken ze een nieuwe wereld. Bootsmannetjes, Poelslakken en Bloedzuigers belanden voorzichtig in de witte onderzoeksbak. ‘Grappige namen hebben die beesten’, zegt een van de kinderen die net op een zoekkaart zijn waterdiertje heeft herkend. Met het schepnet aan de slag
40
De inhoud van de rugzak
Leerlingen op onderzoek
41
Oude beukenlaan in Koolhoven
bijschrift
16
De Donge bij Koolhoven
De Dongevallei blijft groeien Onder de spoorlijn verder ‘De Wijk’ is het laatste te bouwen deel van de Tilburgse stadsuitbreiding Reeshof. Het ligt ten zuiden van de spoorlijn Breda-Tilburg. ‘De Wijk’ wordt gerealiseerd in een groene en bosrijke omgeving. Er verrijzen woningen die zullen opvallen door hun architectuur. De inrichting van het openbare gebied wordt minstens zo speciaal. Ook hier zien we de Donge, die door plandeel Koolhoven - Oost stroomt. Bij het schrijven van deze tekst is het bouwproject vanaf de Bredaseweg tot aan de spoorlijn in volle gang. Om toch al iets over dit nieuwe deel van de Dongevallei te weten te komen, spreek ik met Mischa Cillessen, ontwerper landschap en ecologie, op het Stadskantoor.
Reserveren voor de natuur Mischa vouwt een kaart van het gebied open en vertelt: ’Kijk, in Koolhoven blijft de Dongevallei zijn gemiddelde breedte van 150 meter behouden, net als in het noordelijke deel boven de spoorlijn. De vallei wordt geheel gereserveerd voor natuur. In dit deelplan komen diverse Gewoon judasoor
43
Toekomstige Koolhovenlaan
clusters woningen in een nieuw aan te leggen bosrijk gebied te staan. Tevens wordt in dit gebied een aantal poelen voor amfibieën gegraven. We streven naar het realiseren van een slingerende bosbeek in een breed uitgegraven ‘vallei’, omgeven door vochtig bos’.
Een bijzondere opgave Het is prettig om te zien dat plandeel Koolhoven exact aansluit op het al bestaande deel van de Dongevallei. En niet alleen in het ontwerp, maar ook in het beheer vinden we een voortzetting op wat ten noorden van de spoorlijn is begonnen. Om het motto ‘Wonen in de natuur’ te versterken, is gekozen om het
44
Voorlopig Ontwerp Verkavelingsplan Koolhoven
45
begrazingsbeheer door te zetten tot in het woongebied. Schotse hooglanders zullen hier straks lopen tot aan de gevels van de woningen. Dat vereist een zorgvuldig plan voor het aanleggen van de hekwerken. De Hooglanders mogen zich natuurlijk nooit op de openbare weg kunnen begeven. ‘Het gedetailleerd aangeven van die begrenzingen is een bijzondere ontwerpopgave’, stelt Mischa, ‘want een bosrijk gebied dat gedomineerd wordt door hekken is wel het laatste wat we willen!’ Vliegenzwam
Toekomstmuziek En nóg is het verhaal over de ontwikkeling van de Dongevallei niet ten einde, maar het ontbreekt ons aan voldoende gegevens. Noem het maar toekomstmuziek, wanneer het gaat over plannen bezuiden Koolhoven aan de overzijde van de Bredaseweg, waar Landgoed Dongewijk ligt, en verder nog, richting natuurgebied De Kaaistoep. Ook zijn er ideeën voor het aanleggen van een kievitweide in het noordwesten en er wordt zelfs gesproken over het ‘herstellen’ van de Donge ten noorden van het Wilhelminakanaal. Misschien dat er over tien jaar weer een boekje verschijnt waarin verslag wordt gedaan over de Dongevallei als één groen lint van vele kilometers lang, die de weg vrijmaakt voor plant en dier. Landgoed Dongewijk
Grijze buisjeszwam
46
Literatuur en bronnen.
Van Wielink, P., R. Vereijken, & Th. Peeters, 2001. De Kaaistoep, 5 jaar natuur-ontwikkeling & natuurstudie in een waterwingebied. K.N.N.V. Utrecht TWM Tilburg. Van Dort, K., Ch. Buter, & P. van Wielink, 2002. Veldgids mossen. K.N.N.V. Utrecht De Witte, J. Ph. M. & R. van der Meijden, 1990. Natte en vochtige ecosystemen. K.N.N.V. Utrecht. Phillips, R., & S. E. Stumpel-Rienks, 1990. Grassen, varens, mossen en korstmossen. Het Spectrum Utrecht. Studie naar bodem, fase 1, april 1995. Brabants landschap. Schetsplan Dongezone, 1994. PW/ Groenvoorzieningen, Gemeente Tilburg. Reeshofjournaal Bewaarmagazine, 2005. nummer 1. Reeshofjournaal Tilburg Beheersplan Dongezone, 8 april 2002. Gemeente Tilburg. Arcadis ’s-Hertogenbosch. Radstake I, Monitoring Dongevallei, 2003. I.V.N. Tilburg Radstake I, Monitoring Dongevallei, 2004. I.V.N. Tilburg Beleef en ontdek de Dongevallei, Lespakket voor groep 7 & 8, Gemeente Tilburg. Kadernota Groene mal, 22 juni 2002. Gemeente Tilburg. Van Diepenbeek A., Veldgids diersporen, 1999. K.N.N.V. Utrecht.
Dankwoord
Dit boekje is mogelijk gemaakt door de bereidwillige medewerking van velen. Voor adviezen, medewerkers van de Gemeente Tilburg: Chris Liebregts, Harold Aarts, Thomas Heesters, Marlies van Brunschot, Mischa Cillessen, Nico Korporaal, Angeline Swinkels, Connie Pechler en Sander Hoosemans. Voor de interviews: Cees van de Pol, Kees van Dongen, Bas Vingerhoets, Ad Kolen, Ronald Goderie, Jeanet de Pee, Inge Radstake, Peter van Ruth, Chris Buter, Suzanne van Liempt, Dhr. en Mevr. Kluytmans, Dhr. en Mevr. Mutsaers, Dhr. en Mevr. Kaper, Hans Joosten en Mischa Cillessen. Voor het redigeren van de teksten: Natuurmuseum Brabant: Frans Ellenbroek, Johan Heeffer - Gemeente Tilburg: Chris Liebregts, Harold Aarts - IVN afdeling Tilburg (monitoring): Inge Radstake, Jeanet de Pee, Ad Kolen - Beheer Dongevallei: Cees van de Pol en Marc Houter Voor het in bruikleen geven van foto’s: Ad Kolen: pagina 21(onder), 23(boven), 24(inzet), 25, 27(linksboven) - Norma Lessy: pagina 39 onderste foto(inzet), 40, 41(inzet) - Hans Joosten: pagina 41 - Eric Rosschaert: pagina 12(onder) - Jean Oomsels: pagina 29(linksboven) - Christophe Thimmesch: pagina 9 - Wikipedia, foto Soebe: pagina 26(onder) En tot slot de leerlingen van groep 8 met leerkracht Mariëlle Hoft, van Basisschool De Leybeemd in schooljaar 2004 –2005.
47
48
De Dongevallei
Dit boekje vertelt over het gedurfde plan van de Gemeente Tilburg om een natuurgebied aan te leggen in de stad. Het beschrijft hoe de natuur langzaam het kale afgegraven gebied in bezit neemt en hoe dieren als Schotse hooglanders en Hollandse landgeiten daarna nodig zijn om al die spontane groei binnen de perken te houden. En vooral doen we een boekje open over de beleving en betrokkenheid van iedereen die met dit unieke natuurgebied kennismaakt.