Raadsinformatiebrief Onderwerp:
Drie decentralisaties
Informatie voor de raad, ter kennisgeving. Burgemeester en wethouders van Bergen, De secretaris, De burgemeester,
Datum, oktober 2013.
Samenvatting De decentralisaties van jeugdzorg, participatie en AWBZ hebben veel gevolgen voor ons. Verantwoordelijkheden, taken en budgetten worden fors uitgebreid. Regionaal en lokaal wordt hard gewerkt aan het goed oppakken en regelen van de taken die naar ons toe komen. Voor de jeugdzorg staan diverse beleidsplannen op stapel. Op dit moment is het transitiearrangement het meest belangrijk. Daarin staat hoe diverse betrokken partijen de continuïteit van zorg voor huidige cliënten gaan regelen en hoe ze ervoor zorgen dat de frictiekosten zo laag mogelijk blijven. In de decentralisatie van de participatie wordt op regionaal niveau gewerkt aan diverse onderwerpen. Ook zijn we bezig met de hervorming van het werkvoorzieningsschap WAA. Tot slot onderzoeken we met de gemeenten Venlo en Gennep op dit moment een mogelijke intensieve samenwerking voor de uitvoering van de huidige Wet werk en bijstand (Wwb) en aanverwante regelingen. De decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gaat vooral vorm krijgen via de sociale wijkteams en dorpsdagvoorziening. De communicatie over de decentralisaties komt in de volgende maanden met het volgende logo op verschillende manieren aan bod.
De kernboodschap van de decentralisaties is als volgt geformuleerd.
De kracht van de samenleving ligt bij de inwoners, individueel en met elkaar. Zorgen voor elkaar is het uitgangspunt. Een beroep doen op de overheid is niet vanzelfsprekend meer.
Inleiding In de vorige raadsinformatiebrief hebben wij u geïnformeerd over het convenant dat met de gemeenten Venlo, Beesel, zorgverzekeraar en zorgkantoor is gesloten. In deze brief informeren wij u over de hoofdpunten van de drie decentralisaties van dit moment. Decentralisaties en regionale samenwerking Vanwege de complexe en grote operatie die de drie decentralisaties zijn, werken de zeven gemeenten in de regio Noord-Limburg samen. In de bijlage vindt u een schematisch overzicht van de wijze waarop het project van decentralisaties in de regio is opgebouwd (bron: gemeente Beesel). Wij nemen deel aan het bestuurlijk overleg, regiegroep en diverse werkgroepen. De opdracht per werkgroep verschilt, van het geven van advies tot het samen voorbereiden van beleidsdocumenten. Ook worden voor de bestuurders heisessies georganiseerd om informatie te delen over de decentralisaties. 1. Transitie Jeugd: voorbereidingen op onze nieuwe verantwoordelijkheden. De voorbereidingen op de decentralisatie van de jeugdzorg hebben hun beslag gekregen in het projectplan decentralisatie jeugdzorg en de visie decentralisatie jeugdzorg (vastgesteld in september 2012). Deze visie is samen met de regiogemeenten van Noord-Limburg opgesteld en voorgelegd aan een groot aantal partijen dat actief is op het gebied van jeugd en jeugdzorg. Transitiearrangement jeugd: gefaseerde overgang naar het nieuwe jeugdstelsel. Het Transitieplan Jeugd is in mei naar de Tweede Kamer gestuurd. Het plan beschrijft de stappen die rijk, IPO en VNG/gemeenten in samenwerking met zorgverzekeraars en partijen in het veld zetten om een verantwoorde overgang van naar het nieuwe jeugdstelsel te waarborgen. De bedoeling is dat gemeenten samen met de buurgemeenten, financiers en relevante aanbieders een regionaal transitiearrangement opstellen. In zo’n arrangement staat hoe de samenwerkende gemeenten en instellingen: - de zorgcontinuïteit zien en realiseren voor jeugdigen die op 31 december 2014 zorg ontvangen; - zich inspannen om de frictiekosten voor instelling zo laag mogelijk te houden. De gemeenten in Noord-Limburg werken samen aan één transitiearrangement. Dit plan is in september besproken met de financiers en instellingen en in oktober vastgesteld door de colleges. We wachten de beoordeling van de Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd (TSJ) op ons plan af. Wetsvoorstel Jeugdwet: vastleggen verantwoordelijkheden. Op 1 juli jl. is het wetsvoorstel Jeugdwet naar de Tweede Kamer gestuurd. In dit voorstel staat hoe de overdracht van taken van het Rijk naar gemeente gaat plaatsvinden. Ook worden de verantwoordelijkheden van gemeenten en andere partijen erin vastgelegd. Beleidskader decentralisatie jeugdzorg: beleid vastleggen op lokaal/regionaal niveau Uiterlijk 2014 stellen we het Beleidskader decentralisatie jeugdzorg vast met daarin ons beleid voor preventie, jeugdhulp, uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. In het plan zullen we aangeven hoe we invulling geven aan de ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen en gezinnen, welke resultaten we willen bereiken en hoe we dat realiseren. Passend onderwijs: zorgen voor goede zorg aan leerlingen Op 1 augustus 2014 treedt de Wet Passend Onderwijs (een verantwoordelijkheid van de scholen) in werking. Hiermee wil de wetgever knelpunten in de zorgmiddelen en het gebrek aan een integrale benadering van het kind binnen zijn leer- en opvoedingsomgeving aanpakken. Scholen (basisonderwijs, voortgezet onderwijs en deels het speciaal onderwijs) verenigd in samenwerkingsverbanden dienen in een ondersteuningsplan aan te geven welke ondersteuning door wie wordt aangeboden. Het plan dient eind 2013/begin 2014 met de gemeenten in de samenwerkingsverbanden, in een op overeenstemming gericht overleg, besproken te worden. Dit omdat elkaars beleid over en weer gevolgen kan hebben.
Voor de gemeenten betreft dit o.a. het toezicht op de naleving van de leerplicht, het leerlingenvervoer, de onderwijshuisvesting, het onderwijsachterstandenbeleid, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en de zorg voor jeugd (per 1-1-2015) waarbij de ondersteuning en hulp, op scholen en daarbuiten op elkaar afgestemd moet worden. De gemeente Bergen is voor wat betreft het basisonderwijs ingedeeld in de regio Venlo en voor het voortgezet onderwijs (vanwege de leerling-stromen) in de regio Nijmegen. 2. Transitie Participatie: uitwerking diverse onderwerpen op regionaal niveau. Per 1 januari 2015 worden de huidige Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) in één regeling gevoegd: de Participatiewet. Op regionaal niveau nemen de gemeenten de volgende onderwerpen ter hand: 1. De werkgeversdienstverlening; 2. De werknemersdienstverlening; 3. De koppeling arbeidsmarkt – onderwijs; 4. De Wajong; 5. De Wsw – beschut werk; 6. De BBZ; 7. ESF-subsidies; 8. Inschrijving werk.nl. Daarnaast werken de gemeenten Venlo, Bergen en Beesel aan de hervorming van het werkvoorzieningsschap WAA om te komen tot een gepaste en betaalbare werkvoorziening. Tot slot onderzoeken de gemeenten Venlo, Bergen en Gennep op dit moment een mogelijke intensieve samenwerking voor de uitvoering van de huidige Wet werk en bijstand (Wwb) en aanverwante regelingen. Als het tot die samenwerking gaat komen, zullen we ook de genoemde acht onderwerpen zoveel mogelijk samen vorm geven en uitvoeren. 3. Transitie AWBZ/Wmo: ondersteuning zo dicht mogelijk bij de inwoners organiseren. De gemeente is vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle cliënten die op dit moment al extramurale begeleiding (begeleiding buiten de muren van een instelling) ontvangen in de AWBZ. De decentralisatie van extramurale begeleiding geldt ook voor het vervoer en voor de groep licht verstandelijk gehandicapten jongeren en voor kinderen met Jeugd-GGZ zorg (Geestelijke gezondheidszorg). Als er sprake is van een verblijfsindicatie dan blijft de begeleiding vanuit de AWBZ geregeld. De decentralisatie van begeleiding naar de Wmo biedt kansen om deze ondersteuning dichterbij bij de burger te organiseren. De gemeente is in staat de eigen kracht en mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk aan te spreken en maatwerk in de directe omgeving te realiseren. Ook kan zij verbindingen leggen met andere Wmo voorzieningen en andere gemeentelijke domeinen, zoals reintegratie, de bijstand of het accommodatiebeleid. Zo wordt de begeleiding meer doelmatig en effectief georganiseerd. In de verdere uitwerking van het sociaal wijkteam en de dorpsdagvoorziening komen de drie decentralisaties samen: ondersteuning aan alle inwoners, ongeacht leeftijd (jeugd, senior) en voor mensen die geen of weinig betaalde arbeid kunnen verrichten. Een korte toelichting op het sociaal wijkteam en de dagvoorziening vindt u in de bijlage. Communicatie De decentralisaties dragen een duidelijke boodschap met zich mee. Het gaat om een omslag van een aanbodgerichte benadering naar een vraaggerichte. Niet het aanbod van de gemeente is het vertrekpunt, maar de vraag van de klant en het stimuleren van de zelfredzaamheid. Met de communicatie willen we op een herkenbare en eenduidige wijze informatie verstrekken over de gevolgen van de decentralisaties. Daarnaast willen we de boodschap inzetten als aanleiding voor een goed gesprek over wat mensen zelf kunnen bijdragen aan hun eigen woonomgeving, zodat zoveel mogelijk mensen kunnen blijven meedoen in Bergen. We gaan deze boodschap op diverse manieren uitdragen; in presentaties en publicaties, in sociale media en de diverse lokale bladen.
Onzekerheden Het proces van de decentralisaties kent nog een aantal onzekerheden. Op landelijk niveau wordt de discussie gevoerd over het al dan niet overgaan van bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg voor jeugd en de persoonlijke verzorging. Ook zien we steeds meer overgangsregelingen ontstaan (transitiearrangementen, indicaties die nog doorlopen). Verder is het moeilijk in te schatten wat de financiële en personele ruimte definitief wordt voor de gemeente. De huidige informatie biedt nog geen gedetailleerd inzicht in deze onderwerpen.
Toelichting sociaal wijk/dorpsteam en dorpsdagvoorziening.
Sociaal wijk/dorpsteam Een sociaal wijk/dorpsteam is een multidisciplinair team dat voor de bewoners van een bepaalde wijk of dorp werkt. De leden van het team zijn generalisten die alle hulpvragen en alle vragen om ondersteuning van de inwoners oppakken. Het sociaal wijk/dorpsteam stimuleert bewonersinitiatieven en helpt bewoners bij het opzetten van informele ondersteuningsnetwerken. Bij een hulpvraag stimuleert het team mensen om zelf aan de slag te gaan met de oplossing van het probleem. Zo nodig met behulp van familie, vrienden, buren. Het team kan bestaan uit een wijkverpleegkundige, een maatschappelijk werker, een consulent van MEE en een consulent Centrum Jeugd en Gezin. Ook de WMO consulent en de schuldhulpverlener kunnen van een sociaal wijkteam deel uit maken. Vrijwilligers, en politie kunnen eveneens deel van het team zijn. Het wijk/dorpsteam stimuleert buurtkracht en eigen kracht. Mensen kunnen veel meer zelf dan ze zelf denken. Door het dichter bij de inwoners en hun eigen sociale omgeving organiseren van zorg- en welzijnsvoorzieningen kan meer op maat worden gewerkt en vindt betere/directere afstemming plaats tussen de informele (vrijwilligers) en formele (professionals) zorg. Het sociaal wijk/dorpsteam is een zelfstandig, zoveel mogelijk zelfsturend team. Het team werkt onafhankelijk van de moederorganisaties. De medewerkers wachten niet af, maar gaan erop af met creatieve, onorthodoxe oplossingen. In de gemeente Bergen zijn nog geen keuzes gemaakt voor de invulling en taken van een wijk/dorpsteam.
Dorpsdagvoorziening Op dit moment vinden kwetsbare inwoners van Bergen hun dagbesteding/dagopvang in en buiten de gemeente. Denk aan zorgboerderijen, Pluspunt, Dichterbij, Intos, Maasduinenstaete enzovoorts. Door de decentralisaties (overheveling begeleiding uit de AWBZ naar de Wmo, de nieuwe Participatiewet) heeft de gemeente de opdracht een complementaire en integrale ondersteuningsstructuur voor alle inwoners te organiseren. De bedoeling is dit zo dicht mogelijk bij de inwoners te realiseren, zodat verschillende groepen elkaar kunnen ontmoeten en mensen ook iets kunnen betekenen voor hun eigen omgeving (voor zover mogelijk). In een dorpsdagvoorziening krijgen allerlei activiteiten van en voor de buurt een plek. Dus niet alleen opvang van de kwetsbare inwoners, maar een ontmoetingsplek voor alle inwoners. Ook wat betreft dit onderwerp zijn nog geen keuzes gemaakt over inhoud of aantal.