Straatgras
De Collectiebeheerders aflevering
7 Erwin
Erwin J.O. Komp"rl" (Rotterdam, 1959) is docent op de geneeskunde toegepaste ethiek en intensive-care verpleegkundige. Binnenkort studeert hij af in de filosofie van de geneeskunde/medische ethiek aan de Erasmus LIniversiteit. Daarnaast is hij zoiilogisch-autodidact en beheerr uit dien hoofde in het Natuurmuseurn sinds 1990 de collectie recente zoogdieren en de Van Deinse collectie.
Kompanje
door Kees Plaisier
len, een lange reeks publicaties, daadwerkelijk ontleden van tientallen aangespoelde walvisachtigen, enzovoort.
Na de middelbare school, een paar vrije jaren en allerlei baantjes is Erwin, min of meer bij toeval, een verpleegkundige
opleiding gaan volgen.
Daarna een vervolgopleiding
en nog aanvullende
scholing. Na 10 jaar in een leidinggevende positie in de verpleging gewerkt te hebben, had hij het wel gezien in de praktijk. Na vier jaar algemene filosofie studeert hij binnenkort af in de
Vroeg ge'interesseerd in walvisachtigen
filosofie van de geneeskunde / medische ethiek
Al toen Erwin Kompanje tien jaar oud was,
aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Zijn
rnaakte hij kennis met zeezoogdieren. Tijdens
arbeidzame leven is momenteel dan ook in twee
een wandeling met zijn vader en moeder op het
part-tirne banen verdeeld: hij geeft onderwijs in
strand tussen Hoek van Holland en Monster
op de geneeskunde toegepaste ethiek o.a. aan de
zag hij twee aangespoelde, dode bruinvissen.
Hogeschool Rotterdam & Omstreken en doet
Later, op de middelbare school, las hij het boek 'Walvis aan stuurboord', dat over de waMsvaar-
theoretisch onderzoek bij de vakgroep medische
der'de Willem Barentz'ging.
praktijk
De toen gewekte
ethiek van de EUR en verder werkt hij in de op de afdeling neuro-intensive care van
belangstelling voor de Cetacea (walvisachtigen)
het Dijkzigt
heeft later geleid tot een grote activiteit: veel
hij minstens een dag in de week om zich in de
onderzoek in binnen- en buitenland naar (o.a.
walvisachtigen te verdiepen.
skeletafivijkingen
ziekenhuis. Daarnaast reserveert
bij) walvisachtigen, verzame-
Medische achtergrond
helpt
Bii ziin werk aan de collecties van het Natuurmuseum
profiteert hij van zijn medische
achtergrond. Dr A.B. van Deinse had sommige skeletafrvijkingen
in delen van zijn collectie niet
helemaal juist ge'nterpreteerd. Dat bracht Erwin er toe om 60 jaar later zijn medische kennis en contacten te benutten bij het corrigeren van de gegevens. Daarbij bleef het echter niet. Zijn nieuwsgierigheid
was gewekt en dus ging hij
op zoek in diverse natuurhistorische
musea in
binnen- en buitenland, waar hij de collecties walvisachtigen nazocht op botafrvijkingen.
Hij
documenteerde zrjn bevindingen, ging verder op onderzoek, ook in het buitenland, bouwde contacten op, publiceerde veel over skeletafivijkingen bij walvisachtigen onder andere in Lutra, Zeitschrift fiir Seugetierkunde, Zodlogische
Erwin Kompanjebij het stinkende kadaver van een witsnuitdolfijn Lagenorby ncbut alb iroa tria; strand L;mgby-Thy, Denemarken, 16 iuli 1991 (foto: Arie F. de Jong)
Straatgras
10 Mededelingen
(Leiden), Aquatic Mammals en
alleen wat skeletdelen van dolfijnen als werk-
uiteraard in DEINSEA, het wetenschappelijke
materiaal. Zijn meeste publicaties schrijft hij in
jaarbericht van ons museum. Zowerd
de late-avond en vroege-nacht uurtjes en dan is
Erwin
bij de hand te
66n van de weinige specialisten op dit gebied ter
het handig om referentiemateriaal
wereld. Dat zou je aan de bescheiden collectie-
hebben. Als hij op vakantie is, verzamelt Erwin
beheerder van ons museum niet op het eerste
van alles voor het museum. Op zijn eigen
gezicht zien, maar hij laat zich er dan ook niet
gebied, maar ook op andere verzamelgebieden
op voorstaan.
zoals vogels, schelpen ofkrabben. Balgen en ander prepareerwerk
er al heel wat verkeersslachtoffers van ver naar
Niet altijd walvisachtigen Erwin's
doet hij ter plekke. Zo zl)n
aandacht gaat niet alleen maar uit naar
het museum gebracht. Zokanmen
tureluurs
de walvisachtigen. V66r 1990 heeft hij, samen
van IJsland, een das uit Wales, maar ook een
met Hans Post, veel onderzoek gedaan naar
bosmuis van Terschelling aantreffen in de col-
biometrie bij meeuwen, met name naar de
Iectie van het Natuurmuseum,
Russische ondersoort van de stormmeeuw, en
zameld en geprepareerd. Ook gebruikt hii zr)n
daarover met hem gepubliceerd. Ook skeletaf-
contacten in binnen- en buitenland om materiaal
wijkingen
bij zoogdieren hebben zijn interesse.
door Erwin ver-
voor de collecties van het NMR te verkrijgen.
Op de dinsdagavonden, wanneer de collectie bevolken, werkt
beheerders het Natuurmuseum
Potvisstrandingen
hij samen met z'n assistent John Vegers aan de
De stranding van drie potvissen op 12 januari
collectie recente zoogdieren van het museum.
1995 tussen Kijkduin
Die collectie omvat voorbeelden uit de hele
heel interessante ervaring. Het was allemaal wat
wereld, maar de nadruk ligt, naar de aard van
onoverzichtelijk,
het museum, op de regio: Nederland / Noord-
de dieren was indrukwekkend,
W'est Europa. De collectie moest na de brand
Al met al, voor een cetoloog, een bijzondere
in lgBZ voor een groot deel weer worden opge-
ervaring. Helaas voor Erwin waren het geheel
binnen-
bouwd. Daarvoor is nu extra aandacht, omdat
gave skeletten zonder ook maar de geringste
natuurhistorische
in de biodiversiteitszaal
van het vernieuwde
en Scheveningen was een
maar de enorme omvang van vindt Erwin.
afwijking. Maar hij had niet anders verwacht.
museum veel materiaal nodig is. De opgezette
Erwin ziet trouwens ook nog een boeiend ver-
dieren vormen het meest spectaculaire deel
band tussen de evolutie van de mens en van de
van de collectie. Recente aanwinsten, die het
walvis. Bij beide zoogdiersoorten is in de loop
museum via Diergaarde Blijdorp en Artis
van de evolutionaire ontwikkeling
verwierf, zi)n o.a. een orang-oetan, een
kwetsbaar deel geworden.
Sumatraanse tijger en een lippenbeer. In de collectie bevinden zich, behalve opgezette dieren, ook botten, schedels en huiden (in de vorm van balgen). Balgen zijn opgewulde huiden voor wetenschappelijk
onderzoek. Bovendien is
er een kleine collectie op alcohol. Als er bijzondere aanwinsten zi)n, zoals de tijger, dan worden er ook organen op alcohol bewaard. Onder de balgen zijn er tussen de tweehonderd en driehonderd van kleinere zoogdieren, vooral bedoeld voor wetenschappelijk
onderzoek.
Tenslotte omvat de collectie een onderdeel dat bedoeld is om vergelijkingen
te kunnen maken
met de collectie fossiele zoogdieren. Deze vergelijkingscollectie is nog in opbouw. Thuis heeft Erwin geen uitgebreide collectie,
de rug een
van
Collectiedepots
en buitenlandse
zijn voor Erwin
Kornpanje
terrein;
bekend
Cetacea-depot, Museum
musea
National
of Scotland,
Edinburgh,
juni 1995
(foto: Dittyvm Duln)
ll
Straatgras resultaten zie DEINSEA 2) worden nu de strandingen van tuimelaars, zo'n 400 stutr<s,door Erwin nader bekeken.
Nog meer Van Deinse Van Deinse overleed in 1965. De collectie die hij thuis en op het Erasmiaans G;,'rnnasium had, is toen verdeeld. Het belangrijkste (wetenschappelijke) deel en het strandingsarchiefgingen naar Leiden, de fossielen naar Enschede en een ander deel naar het NMR. De samenwerking van Erwin met de conservator zoogdieren in het Leidse Natuurhistorisch museum is overigens
Hoogtijdagen cetoloog:
voor een
de dissectie
van een poffis Pbyt eter manrocep laahu ;
uitstekend, wat de collectie en het onderzoek
Scheveningen,
ernaar ten goede komt.
14 jan'uafi1995 (fotor KeesMoeliker)
Van Deinse was blijkbaar een man met een De strandingen van walvisachtigen houden
eigen aanpak, die zijn aantekeningen soms
Erwin tegelijk gebonden aan de collectie
baseerde op onvolkomen berichten, maar dat
Van Deinse. De'Prince
maakt zijn collectie niet minder interessant.
of Whales'zoals Van
Deinse's bijnaam luidt, begon in 19lB met het
Historisch, zowel als zodlogisch. Er is bijvoor-
bijhouden van alle strandingen. Zijn dissertatie
beeld veel in te vinden over de tuimelaar, die
gaat voor de helft daarover, inclusiefde
hier nu uitgestorven is. Het materiaal is ook heel
oudere
strandingen van v66r 1918. Van Deinse hield
geschikt voor vergelijking. Van Deinse bewaar-
deze documentatie tot zijn dood in 1965 bij. Toen kwam het stil te liggen. In I962 werd het
de veel, waarvan we nu profijt hebben. De kern 'walvismateriaal' van zrjn collectie is zodat
door het Zodlogisch Museurn in Amsterdam,
Erwin Kompanje de draad meteen weer te
samen met het Rijksmuseum van Natuurlijke
pakken heeft.
Historie in Leiden weer voortgezet. Nederland is door deze aanpak het best gedocumenteerde
Van deze collectiebeheerder is een kleine selec-
Iand in Europa wat de strandigen van walvis-
tie uit zijn vele publicaties hierna vermeld. En
achtigen aangaat.
dan hebben we het nog niet over wat hij over zijn andere vakgebied, de medische ethiek
Het is indrukwekkend
wat Van Deinse met
publiceerde, en over zljr'reizen. Waar hij de tijc
betrekking tot de Nederlandse walvisachtigen heeft gedaan. Door de lange periode van documenteren en wijdlopige het strandingsarchief
omschrijvingen
is
van onschatbare waarde.
Alleen dankzij die inspanningen is het nu mogelijk op zijn kennis voort te bouwen.
Erwin Kompanje is nu doende de strandingslijsten van Van Deinse te controleren op juist-
Ook levende zeezoogdieren
heid en te corrigeren waar dat nodig blijkt.
hebben de belangstelling
Van Deinse noteerde alles wat hij te weten
van Erwin Kompanje;
kwam, maar was niet in de gelegenheid zelf te
tuirnelaars Tura inpt tr uncatua
gaan kijken of bijvoorbeeld de op Ameland
in de Murray Firth,
gestrande tuimelaar ook werkelijk
Schotland, juni 1995
een tuimelaar
was. Na de strandingen van orka's (voor de
(foto: Ditqrvm
Duin)
t2 vandaan haalt, weten we niet. Het museum heeft er gelukkig een uitgelezen specialist aan. Dat mag gezegd.
Straatgras Kompanje,E.J.O. (1991) - Een oud geval van osteomyelitis bij een orka Orcinu.t orca Lutra 34: 77-76 Kompanje,E.J.O. (1991) - De indo-pacifischespits-
Een selectie uit de lijst van circa 90 publicaties
snuitdolfijn : zeer zeldz aannof uitgestorven? -
van Erwin Kompanje:
Straatgras3:37-33
Kompanje,E.J.O., J.N.J. Post & F. van Bommel
Kompanje,E.J.O. & G.Th. de Vries (1992) -
(1989) - Het gebruik van de computer in de ornitho-
An almost toothless badger.4leleamelea-
logischebiometrie- Het Vogeljaar37(5):193-199
LutraSS:40-43
Post, J.N.J. & E.J.O. Kompanje (1989) -
Kompanje,E.J.O. (1995) - Osteomyelitisof the
Stormmeeuw (Laru.t canu"t canut) van 25 jaar -
mandible in harbour porpoisesP/acaeruzpbocoerut
Het Vogeljaar 37 (4) : 171
from the Netherlands- Lutra 36:59-45
Kompanje,E.J.O. & J.N.J. Post (1990) - Oostelijke
Kompanje,E.J.O. (1995) - Vertebral osteoph;,tosisin
stormmeeuwenLarua caruu beinei rn Nederland
cetacea;spondylosis or spondyiitis? - Zeitschrift
en'West-Europa- Limosa 63: 2-6
ftir Saugetierkunde58: 316-318
Kompanje,E.J.O. (1990) - De butskop (Hyperoo?onamputbtat fForster, 1770]) in Nederland - Straatgras2(3):6-7 Kompanje, E.J.O. & N.C. Kerkhoff (1991) - Vondst van coracoid van de reuzenalk op de Maasvlakte Dutch Birding l3(3): 96-98
Kompanje,E.J.O. & J.N.J. Post (1995) - Nieuwe vondstenvan de RussischeStormmeeuwin Nederland - Dutch Birding 15:254-258 Kornpanje,E.J.O. (1994) - Een hamsterrnet 'olifantstanden' Natuurhistorisch Maandblad 85(l): B-9
Vergroeiingen
aan de
ruggewervels
van een
witsnuitdolffjn Lage no r hy nc b at alb iro,t tr ia (collectie ZMA|7232) door Erwin ontdekt,
Kompanje
en beschreven
Zoiilogische
Mededelingen
69:23I-250 (foto:
in
Rob
't
Hart)
t3
Straatgras
Kompanje, E.J.O.
(1994) - Infectiegevaar
bij het ver-
zamelen en prepareren van zoogdieren en vogels: -
een overzicht van vijf infectieziekten
lZBSand 1995with someremarkson skeletaland
Kompanje, E.J.O. (1994) - Severe infection of a porpoise Phocoena. pbocoerut after open chest trauma -
a rare complication
Odontoceti) - Detnsea 2: 67 -82 Kompanje,E.J.O. & J.W.F. Reumer (1995) Strandings of male sperm whales Pbydeter ma.cro'Western Europe
cepbalut Linnaeus, 1Z5Bin
Lrtra 37:93-96 Kompanje, E.J.O. (1995) - On the occurrence of spondylosis deformans in white-beaked Lagercrhyncbut
whales Orcinut orca.ln the Netherlands between
dental pathologz (Mammalia, Cetacea,
Deinsea l:41-51
rib in a harbour
Kompanje, E.J.O. (1995) - Strandings of killer
albiroatrlt
(Gray,
dolphins
between October 1994 and January 1995 Deinsea2: 89-94 Post, K. & E.J.O. Kompanje (1995) Late Pleistocene
1846)
stranded on the Dutch coast. Zocilogische
white whales D elphinap terua [cucat fr om Drtch
Mededelingen 69(lB): 231-250
coastalwaters . btra
Kompanje, E.J.O. (1995) - Differences between spondylo-osteomyelitis
and spondylosis deformans
3B(2): 67-76
Kompanje,E.J.O. (1995) - Vondst van een schouderblad v an de b,tltntg trIegaptera
in small odontocetes based on museum material ,
rutoaeangilazin de Zuidelijke Noordzee - Lutra
Aquatic Mammals
58(2): 85-89
2l(3):
199-203
Kompanje, E.J.O. & P.S.J. Klaver (in druk) -
Kompanje, E.J.O. & P.S.J. Klaver (1995) A possible case of diffuse idiopathic hyperostosis (DISH, an orang-utan
Ankylosing
Pongo pygmaeat
skeletal
h;,perostosis) in
Spondyloarthopathy in a Sloth bear fJrsus ursinus - Bijdragen tot de Dierkunde Kompanje, E.J.O. (in druk)-On wvo harbour porpoi-
Wgmaeul
(Linnaeus, 1260) - Deinsea2: 17-21
sesPbocoerutpbocoena from Mauretania.
Rottende kunst 'Hirst
Tijdens het afgelopen najaar heeft de Londense
dan ook uitgebreid over bericht. Ik citeer:
Tate Gallery een spraakmakende expositie geor-
pleegt haaien, schapen en koeien in een formalde-
ganiseerd. Geen beelden, geen schilderijen, geen
hyde-bad aan het publiek te tonen. Hij begon
installaties, zelfs geen performance. Neen, men
met hele exemplaren, maar schakelde al snel
steldeeen doorgesneden rund tentoon, keurig
over op het betere coupeerwerk. (...) D"
geconser-veerd in een enorme glazen bak gelrrld
kunstenaar wil het publiek - althans wie daar
met formaline. De zorg""'uldig gemaakte sagittale
gevoelig voor is - laten proeven van de angstaan-
doorsnede (zeg maar op het s;,'rnrnetrie-vlak van
jagende tegenstelling tussen dood e.t leven.'
het lichaam, door neuspunt en navel) gaf een
Ik neem aan dat dat publiek geheel moet bestaan
wonderlijk beeld te zien. De ribbels van het
uit mensen die nog nooit van hun leven een
verhemelte, de hersenen, de doornuitsteeksels
bezoetrrhebben gebracht aan het nabije Natural
van de rug'wervels en de vetlaag op het borst-
History Museum. Anders waren ze wel gewend
gedeelte, daar waar de doorregen braadlappen
aan die angstaanjagende tegenstelling. Bij ons in
vandaan komen, alles was zichtbaar als betrof
het Natuurmuseum
het een illustratie uit het boek'Anatomie
onze bezoekers de stuipen op het lijfte jagen
van het
rund voor leerlingen van de slagersvakschool'.
trachten wij ook dagelijks
met de tentoongestelde vogels, vissen en vlinders. Gelukkig gaat men in de kunstwereld
ZeIf zou ik zoiets een natuurhistorisch noemen, maar in werkelijkheid
object
is hier sprake
nog een stapje verder. Ik citeer nogmaals het 'In Rotterdams Dagblad: een begeleidende
van een voortbrengsel van de kunstenaar
video bereidt hij (= Damien Hirst) de wereld al
Damien Hirst. Het Rotterdams Dagblad heeft
voor op zijn volgende stunt: het kadaver van een
er op de cultuurpagina
koe, nu niet in formaldehvde, maar in natuurliike
van 18 november 1995
door Jelle W.E Reumer