De brug Profielwerkstuk naar 2011 duurzaam..?
Of kernenergie noodzakelijk is om de overstap naar een duurzame energievoorziening te maken.
Sophie v/d Berg & Dylan de Vries 6vD/6vB Begeleider: Frits de Vries
Inhoudsopgave Inleiding ....................................................................................................................................................................... 3 Wat is kernenergie en hoe werkt het? .............................................................................................................. 4 Hoeveel energie kan er worden geleverd? ..................................................................................................... 6 Wat zijn de belastingen voor het milieu die met het gebruik van de verschillende energiebronnen gepaard gaan? ......................................................................................................................... 7 Hoeveel tijd kost het bouwen van de benodigde voorzieningen en welk prijskaartje hangt eraan? ............................................................................................................................................................................ 9 Theoretische conclusie ......................................................................................................................................... 11 Hoe kijken bevolkingsgroepen uit verschillende Europese landen aan tegen kernenergie? .... 12 Conclusie.................................................................................................................................................................... 17 Discussie..................................................................................................................................................................... 18 Reflectie ...................................................................................................................................................................... 19 Toekomstperspectief ............................................................................................................................................. 20 Bijlagen ....................................................................................................................................................................... 21 Schema van contacten ..................................................................................................................................... 21 Bronnen ................................................................................................................................................................. 23 Logboek ................................................................................................................................................................. 25 Plan van aanpak.................................................................................................................................................. 26 Enquête .................................................................................................................................................................. 27 Resultaten per land ........................................................................................................................................... 29
2
Inleiding Energie is van levensbelang. De hedendaagse samenleving is afhankelijk van de vlotte levering van energie. We gebruiken het voor alles: vervoer, verwarming, verlichting, industriële productie en landbouw. Momenteel wordt het grootste deel van deze energie verkregen uit de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals steenkool aardolie en gas. Daarnaast wordt op basis van kernsplijting energie geproduceerd in kerncentrales. Slechts een klein gedeelte komt uit hernieuwbare bronnen, voornamelijk waterkracht en biomassa. Zelfs wanneer we op alle mogelijke manieren energie besparen, zal de energievraag volgens verwachtingen de komende 50 jaar verdubbelen. Dit is een gevolg van een toename van de consumptie per inwoner en de te verwachten groei van de wereldbevolking van 6 miljard mensen vandaag tot 10 miljard mensen in 2050. Wanneer je realistisch kijkt naar de steeds toenemende vraag naar energie, lijkt het onvermijdelijk dat er een overstap moet worden gemaakt naar een andere vorm van energieopwekking dan de verbranding van fossiele brandstoffen, deze raken namelijk op. Daar komt bij dat deze verbranding koolstofdioxide vrij, wat een broeikasgas is en extra zonnewarmte op de aarde vasthoudt. Er is een grote bezorgdheid over de hieruit resulterende mondiale klimaatverandering en andere schadelijke effecten op het milieu. Ook heeft het Europese beleid landen opgelegd 30% minder koolstofdioxide uit te stoten in 2050. Energiebronnen als kernenergie en duurzame energie, produceren min of meer CO2-neutrale energie. Een bijkomend voordeel is dat duurzame energie ook nog eens hernieuwbaar is en dus nooit op raakt. Met andere woorden: de overstap die gemaakt moet worden, is die naar duurzame energie
Nu is het probleem dat duurzame energie nog niet genoeg oplevert om te voldoen aan de volledige vraag naar energie. Er moet dus een tussentijdse oplossing gevonden worden om die overstap te kunnen maken. Zou kernenergie daar een goede mogelijke oplossing voor zijn? Kerncentrales zijn namelijk in staat grote hoeveelheden energie te produceren en zijn CO2-neutraal. Toch zijn er mensen tegen deze tussentijdse oplossing. Mede door het radioactieve afval wat gepaard gaat met kernenergie. De ontploffing van kerncentrale ‘Fukushima’ in Japan die plaatsvond op 11 maart 2011, hielp ook niet echt mee aan een positieve kijk op kernenergie. Ook in de meningen van mensen over kernenergie zijn wij erg geïnteresseerd. Vandaar dat we een enquête hebben gehouden onder jongeren om de verdeeldheid in ‘voor’ en ‘tegen’ te kunnen meten. Door een literair- en empirisch onderzoek proberen wij dus antwoord te vinden op de vraag: ‘Is er kernenergie nodig om de overstap naar duurzame energie te kunnen maken?’ De keuze voor dit onderwerp sloot perfect aan op het project waar wij aan deelnemen: het YES!project (Young European Specialists), mogelijk gemaakt door Worldschool, waar ze geïnteresseerd zijn in de meningen en ideeën van jongeren over europa en het klimaat. Voor dit project hebben wij al meerdere dagen doorgebracht op diverse locaties zoals het ‘Ministerie van Infrastructuur en Milieu’ en Europese Parlement in Brussel. Uiteindelijk zullen wij een presentatie moeten geven over ons werkstuk in het Worldforum te Den Haag.
3
Wat is kernenergie en hoe werkt het? Voordat we de hoofdvraag überhaupt kunnen beantwoorden, eerst wat basis informatie. Algemeen Per definitie is kernenergie de energie die zit opgesloten in de kernen van atomen. Deze energie komt vrij wanneer de kern van een atoom gesplitst wordt (kernsplijting) of wordt samengevoegd met een andere atoomkern (kernfusie). Er zijn dus binnen de kernenergie twee manieren om energie op te wekken, namelijk door kernsplijting en door kernfusie. In dit werkstuk richten we ons vooral op kernsplijting, de enige vorm die tegenwoordig wordt toegepast. Kernfusie zal wel aan de orde komen, , maar deze is veel lastiger te vergelijking met andere vormen van energie opwekking, omdat kernfusie technisch nog niet toepasbaar is. De massa van iedere atoomkern blijkt altijd iets kleiner te zijn dan de som van de massa’s van de protonen en neutronen waaruit hij is opgebouwd. Dit wordt het massadefect genoemd. Volgens de formule die Einstein ontdekte: E = mc², waarin E de energie voorstelt, m de massa en c² de lichtsnelheid in het kwadraat, komt een bepaalde massa overeen met een hoeveelheid energie. Dit betekent dat de kern van een atoom een hoeveelheid energie, die gelijkstaat aan het massadefect, minder bezit dan zijn afzonderlijke kerndeeltjes bij elkaar opgeteld. Wanneer je een atoom in zijn elementaire deeltjes uiteen zou willen laten vallen, moet je deze energie dus aan de kern toevoeren. Uit de hoeveelheid energie die je toe moet voeren kun je dus de mate waarin de deeltjes aan elkaar gehecht zijn afleiden, deze energie wordt bindingsenergie genoemd. Hoe groter die bindingsenergie, des te stabieler is de kern. De atoomkernen met een massa overeenkomend met die van ijzer zijn energetisch gezien het meest stabiel. Bij zwaardere of lichtere kernen is het in theorie mogelijk energiewinst te behalen door het samenvoegen van lichte (kernfusie) of het splijten van zware kernen (kernsplijting). In de praktijk wordt vrijwel alleen gebruik gemaakt van de splijtstoffen uranium- en plutonium. Van deze splijtstof kun je ongeveer 95% hergebruiken. Het overige deel en de materialen die bijvoorbeeld zijn gebruikt als verpakking van de splijtingsmaterialen zijn radioactief geworden en vormen het radioactive afval Uit de formule van Einstein kun je afleiden dat er maar een kleine massa omgezet hoeft te worden om veel energie vrij te laten komen. Het kwadraad van de lichtsnelheid (c2) is namelijk zo’n groot getal ((3.0x108 m/s)²), dat er al snel een grote hoeveelheid energie ontstaat. Kernsplijting Kernsplijting betekent het uiteenvallen van een zware atoomkern in twee lichtere kernen. Dit kun je veroorzaken door extra energie toe te voeren aan de kern, waardoor je deze in een instabiele toestand brengt. Deze energie toevoer is mogelijk door een neutron. Een neutron is een deeltje zonder lading en kan daardoor makkelijk doordringen in de kern. Alleen wanneer de bindingsenergie groter is dan de energie die nodig is om hem uiteen te laten vallen, is het atoom splijtbaar. Dit is het geval bij de kernen van uranium en plutonium. Er zijn dan twee mogelijke gevolgen: als het neutron een te grote snelheid heeft, kaatst het gewoon terug van de uraniumkern en blijft de kern dus in de uitgangstoestand. Maar heeft het neutron de juiste snelheid, een energie van ongeveer 0.025 eV, dan kan het opgenomen worden in de kern. In 85% van de gevallen valt de kern dan uit elkaar: er vindt splijting plaats. In de rest van de gevallen staat de kern de energie af in de vorm van gammastraling. Kernsplijting is een kettingreactie en kort omschreven gaat deze bij uranium (U) als volgt: een neutron met de juiste snelheid botst tegen een stabiele 235U kern (235 staat voor het massagetal van het atoom), waardoor deze wordt opgenomen en de stof verandert in instabiele 236U. De 236U splijt in twee kleinere kernen, waarbij gemiddeld genomen 2.4 neutronen vrijkomen. Er zijn namelijk verschillende vervalreacties mogelijk, twee hiervan zijn:
4
Andere mogelijke reactieproducten zijn 131I en 137Cs. Elk van de ontstane neutronen kunnen weer op een 235U kern vallen, waardoor het effect zich blijft herhalen. De reactie kan doorgaan tot het splijtbare materiaal op is. Hieronder zie je de kettingreactie schematisch weergeven: Er is echter een probleem; zonder enige controle kan een kerncentrale simpelweg ontploffen, wanneer de kettingreactie niet in bedwang gehouden wordt. Doordat elke reactie weer drie nieuwe reacties mogelijk maakt, loopt het proces natuurlijk snel uit de hand (figuur 1). De neutronen die bij elke kernsplijting vrijkomen moeten dus verhinderd worden een nieuwe kernsplijting te veroorzaken. Dit gebeurt door het plaatsen van cadmium- of koolstofstaven in het te uranium. Beide Figuur 1: kernsplijting staven zijn in staat een groot deel van de neutronen te absorberen. Je kunt de kettingreactie dus ook beïnvloeden qua snelheid door de staven een beetje uit het uranium te trekken of ze er juist meer in te duwen. Kernfusie Zoals al eerder vermeld is kernfusie een andere vorm van kernenergie, maar deze manier is nog niet gebruiksklaar voor praktische toepassingen. Toch is kernfusie zeker belangrijk om in het achterhoofd te houden bij de keuze wel of geen kernenergie. Deze techniek zal zich binnen afzienbare tijd volledig ontwikkelen en daarbij vervallen vele nadelen van kernenergie. Bij kernfusie splijt je geen kernen, waardoor er energie vrijkomt, maar smelt je juist twee kernen samen. Twee lichte kernen worden één zware kern (de grens tussen licht en zwaar ligt hier bij de massa van een ijzerkern). Dit gebeurt bij extreem hoge temperaturen, ongeveer 150 miljoen Kelvin. In praktijk zou dit realiseerbaar zijn met een deuteriumkern (2H) en een tritiumkern (3H) die samen omgezet kunnen worden in een heliumkern, plus energie en een neutron. 2
H + 3H 4He + n + 17,6 MeV
Als de twee kernen van beide waterisotopen met voldoende energie tegen elkaar aanbotsen, dan vindt er een kernreactie plaats (figuur 2). De energiewinst valt te behalen uit de bindingsenergie van de kernen. Helium heeft een grotere kern dan deuterium en ook groter dan tritium. Er is dus meer massa nodig die omgezet moet worden in energie. Toch is deze energie kleiner dan die voor de deuteriumkern en de tritiumkern bij elkaar. Met andere woorden, helium gebruikt minder energie om zichzelf stabiel te houden dan de deuteriumkern en de tritiumkern tezamen. Dit feit zorgt ervoor dat er bij de reactie energie vrijkomt. Deze energie presenteert zich als warmte en kinetische energie.. De reactie heet waterstoffusie. Per reactie komt er 2.816x10-12 Joule energie vrij. Dat lijkt heel weinig, maar er hoeven maar 3.55x1011 reacties plaats te vinden om 1 Joule energie te produceren. Dit staat gelijk aan een gewicht van 1.48x10-15 kilogram dat moet reageren. Er zit dus een enorm potentieel in kernfusie. Figuur 2: kernfusie
5
Hoeveel energie kan er worden geleverd? Nu we weten wat kernenergie precies is, lijkt het van belang om te weten hoeveel energie kerncentrales precies kunnen leveren in vergelijking tot de hoeveelheden energie van duurzame energiebronnen.
Kernenergie Allereerst, de energieproductie van kerncentrales. Zoals eerder vermeld, levert een kerncentrale haar energie door middel van kernsplijting. Hiervoor gebruikt een kerncentrale voornamelijk het 235U isotoop. Uit 1 kilogram van dit isotoop kan 1,8·1013 J aan energie worden geproduceerd. Er is in totaal 3,5 miljard kilo uranium beschikbaar die gewonnen kan worden. Van die 3,5 miljard kilo uranium is maar 0,7% het isotoop 235U. Dat is dus 24,5 miljoen kilo 235U. Dit levert in totaal 2·1021 J aan het energie Figuur 3: uraniumerts op. Als de hele wereld zou leven op kernenergie, zou de 235 U binnen 5 jaar op zijn. Gelukkig is dat niet het geval. Deze 5 jaar echter kan wel worden verlengd. Na het uitputten van de splijtstaven, blijft er altijd nog uranium achter dat je zou kunnen hergebruiken. Een andere oplossing is het gebruik van het isotoop 238U, waar 3,48 miljard kilo van aanwezig is. Alleen moet dit 238U nog werkzaam worden gemaakt, aangezien je uit 238U geen energie kunt halen. Weer een andere oplossing is om thorium te gebruiken, een andere splijtstof dan uranium. Hiervan is veel meer op de wereld verkrijgbaar dan van uranium. Dus al met al kan je nog heel lang gebruik maken van kernenergie.
Duurzame energie De duurzame energie zullen we onderscheiden in zonne-energie en windenergie. Bij zonne-energie wordt er vanzelfsprekend gebruik gemaakt van de zon. De zon stuurt fotonen richting de aarde. Deze fotonen hebben een energievermogen van 1370 W/m2. Omdat de aarde draait, ontvangt elke m2 van het aardoppervlak niet constant zonlicht. Gemiddeld valt er in 340 W/m2/dag. Maar de helft van deze fotonen worden ook meteen weer teruggekaatst en de wolken en lucht houden ook nog wat tegen. In Nederland is de bruikbare energie ongeveer 100 W/m2/dag. Als zonnepanelen nou een rendement hadden van 100%, zouden we maar een klein oppervlak nodig hebben (1,5 keer de Benelux) om de hele wereld van zonne-energie te voorzien. Helaas is het rendement maar ongeveer 10%, waardoor je dus 15 keer de Benelux zou moeten bedekken om de hele wereld te voorzien (dit is Frankrijk, Spanje en de helft van Saoedi-Arabië bij elkaar). Bij windenergie ben je volledig afhankelijk van de wind. Hier in Nederland heb je soms windstille dagen of dagen waar het juist harder waait dan gemiddeld, waardoor de gemiddelde windsnelheid uitkomt op 20 km/uur. Dit komt neer op een vermogen van 100 W/m2. Een windmolen met een diameter van 100 m kan maximaal 0,8 MW aan vermogen hieruit halen. Om de Nederlandse elektriciteitsbehoefte van gemiddeld 20 GW te dekken, zijn er 23.000 molens nodig. Om de elektriciteitsbehoefte van de hele wereld te dekken, zijn er gigantisch veel windmolens nodig. Maar wanneer er meer wind staat en de windmolens een grotere diameter krijgen, zijn er natuurlijk minder van nodig. Nogmaals, de variatie in het windaanbod heeft een grote invloed op de bedrijfszekerheid van het elektriciteitsnetwerk. Dit wordt als negatief ervaren. In Nederland hebben we wel aardig wat wind maar in andere landen zou wind schaarser kunnen zijn. Landen die niet aan zee liggen zijn al helemaal slechter af dan Nederland wat betreft windenergie.
6
Wat zijn de belastingen voor het milieu die met het gebruik van de verschillende energiebronnen gepaard gaan? Energie voorziende technieken worden niet alleen gekozen omdat ze zo veel mogelijke energie produceren met zo min mogelijk kosten, maar het produceren van energie kan ook gepaard gaan met ongewenste gevolgen voor het milieu zoals radioactief afval. Zullen dit soort opofferingskosten te groot zijn?
Laten we maar meteen met de deur in huis vallen. Radioactief afval is voor de meeste mensen de reden dat ze een afkeer van kernenergie hebben. Maar wat houdt radioactief afval nou precies in en waarom is het zo gevaarlijk? Radioactief afval bestaat uit stoffen die verschillende soorten straling uitzenden: alfa-, bèta-, en gammastralen. Deze typen straling, die onder andere ontstaan bij het produceren van kernenergie, hebben een verschillend doordringend vermogen. Alfastralen hebben een gering doordringend vermogen en worden al volledig tegengehouden door een papiertje. Bètastralen worden al gestopt door een laagje water van 1 cm. Gamma- en röntgenstralen hebben een groot doordringend vermogen, ze gaan bijna overal doorheen. Deze worden pas tegengehouden door een dikke betonnen muur. Straling kun je niet zien, horen of ruiken. De gevolgen van een schadelijke hoeveelheid straling zijn pas maanden of zelfs jaren later merkbaar. Echter, niet alle straling is schadelijk. Je hebt niet-ioniserende (zichtbaar licht/ radiogolven) en ioniserende straling. Radioactieve stoffen zenden ioniserende straling uit. Juist om die eigenschap worden deze stoffen in veel processen veel gebruikt, maar diezelfde eigenschap maakt ook dat radioactieve stoffen gevaarlijk zijn. In je lichaam maakt straling je cellen kapot en kunnen ze zorgen voor mutaties in je DNA, waardoor je lichaam vele verkeerde cellen kan gaan maken. Mensen die blootgesteld zijn aan een te grote hoeveelheid straling, leiden dan ook vaak onder misvormingen (figuur 4). Ook de erfelijke eigenschappen kunnen hierdoor veranderen. Op die manier kunnen nakomelingen ook schade ondervinden van de straling. Zodra je besmet bent met radioactieve straling kun je daar bijna niet meer van genezen. Je kunt zelfs overlijden wanneer je blootgesteld wordt aan hele hoge doses straling. Vanwege de grote schadelijke gevolgen van straling heeft Nederland een wet opgesteld waarin aangegeven wordt hoeveel straling, gemeten in Sievert (Sv), een individueel lid van de bevolking mag ontvangen: 1 miliSievert per jaar. Voor dat deel van de bevolking die beroepshalve wordt blootgesteld aan bijvoorbeeld artsen, ligt deze grens iets hoger.
straling,
Figuur 4: Misvorming door straling
Als radioactief afval eenmaal is ontstaan, duurt het ook ontzettend lang voordat deze minder schadelijk is. De mate van gevaarlijkheid van radioactief afval is afhankelijk van zijn halveringstijd. Is deze heel erg groot, kost het halveren van de activiteit ontzettend lang en dus blijft de straling lang schadelijk. Stoffen als Thorium en Uranium hebben een gigantische halveringstijd. Respectievelijk 80.000 jaar en 4.51 miljard jaar. De activiteit van de straling neemt af door het uitzenden van de straling. Er verandert dan iets in de opbouw van de atomen van de radioactieve stof. Uiteindelijk ontstaat een nieuw atoom dat geen straling meer kan uitzenden en dus niet meer radioactief is. De radioactieve stof is dan vervallen. Volgens deskundigen komt er 251 microgram hoogradioactief afval vrij per kilowattuur geproduceerde stroom. Op die manier produceert de centrale in Borssele ongeveer 450 kilo kernafval per jaar, een netto volume van 1,3 kubieke meter. Wereldwijd komt dat op zo’n 300.000 kilo neer, netto ongeveer 1000 kubieke meter.
7
Doordat de straling zo gevaarlijk is voor onze gezondheid, is het van levensbelang het radioactieve afval jarenlang goed op te slaan. Laagradioactief afval met vooral kortlevende isotopen wordt bovengronds opgeslagen, meestal in grote hallen. Na verloop van tijd zal de activiteit dusdanig afnemen dat het geen gevaar meer oplevert. In Nederland is COVRA in Vlissingen als enige bevoegd om op deze wijze laagactief en middelactief radioactief afval op te slaan. Hoogradioactief afval moet eerst worden afgekoeld in tijdelijk depots om de meeste activiteit kwijt te raken. Vervolgens wordt het voorbereid op een permanente opslag. In Europa gebeurt dat meestal door hoogradioactief afval te mengen met glas. Dit mengsel wordt gesmolten en opgeslagen in roestvrij stalen containers. De eindplek voor het radioactief afval is onder de grond. Dit blijkt nog lastig te zijn, want enerzijds moet het afval bereikbaar blijven voor als er in de toekomst betere manieren worden ontwikkeld voor opslag en verwerking en anderzijds moet het afval volledig geïsoleerd zijn van de biosfeer, bestand zijn tegen klimaatveranderingen en uit handen van terroristen blijven. De reactieproducten zijn dus zo gevaarlijk dat ze zo ver mogelijk opgeborgen moeten worden. Stel je nu eens voor dat er een hele centrale ontploft. Hierbij komt natuurlijk ontzettend veel straling vrij, schadelijke straling. De kans op een meltdown is gelukkig maar eens in de miljoen jaar, maar de praktijk wijst uit dat deze getallen niet helemaal betrouwbaar zijn. Eerder eens in de duizend jaar. Aan de hele andere kant van de situatie, komt er bij de productie van kernenergie geen koolstofdioxide vrij. Dit helpt mee om de doelstelling ‘30% minder CO2 uitstoot in 2050’ te behalen. De gevolgen van radioactief afval zijn erg, maar onderschat niet de mondiale klimaatveranderingen als gevolg van de extra CO2 uitstoot. Daar kunnen de gevolgen voor vele levensvormen cruciaal zijn door zaken als het smelten van de ijskappen en een verstoorde voedselvoorziening door minder landbouwgrond door overstromingen en droogte et cetera. De ideale situatie zou dus kernenergie zijn zonder radioactief afval, waar zoals eerder vermeld kernfusie aan voldoet, of duurzame energie. Duurzame energie komt namelijk ook van CO2 neutrale bronnen als windmolens, zonnepanelen, waterraderen. 100% CO2 vrij blijft lastig om vast te stellen, want bij de bouw van bijvoorbeeld windmolens ontstaat er wel koolstofdioxide en voor de productie van windmolens zijn staal en aluminium nodig waarvan het winnen een kostbaar, vervuilend en energievretend proces is. Ook bij de bouw van kerncentrales en de winning van uraniumerts komt CO2 vrij. ‘Studies van de World Nuclear Association komen uit op ongeveer 30 g CO2/kWh voor atoomstroom, tegen 890 voor steenkool en 360 voor gascentrales. Dus wel aanzienlijk minder. Wat geen milieuprobleem, maar wel nadelig is aan duurzame energie, is dat je afhankelijk bent van de weersomstandigheden. Als er geen wind waait, heb je in theorie geen energie. Deels valt er wel energie op te slaan, maar wie weet wat er gebeurt als heel Europa op dezelfde tijd zijn televisie aanzet en er dus massaal energie gevraagd wordt..? Windenergie is erg aantrekkelijk voor Nederland om op die manier niet meer afhankelijk te zijn van bijv. kolen of uranium uit het buitenland. We kunnen energie volledig produceren zonder hulp van andere landen. Daarentegen vinden veel mensen het niet mooi om tegen gigantische windmolenparken aan te kijken, die bij de overstap naar duurzame energie zeker in grote hoeveelheden aangelegd zullen moeten worden. Kerncentrales bederven ook deels het landschap, maar nemen in hun totaliteit minder ruimte in beslag.
8
Hoeveel tijd kost het bouwen van de benodigde voorzieningen en welk prijskaartje hangt eraan? Voor het produceren van kernenergie is een kerncentrale nodig, maar ook voor duurzame energie moeten voorzieningen als windmolens gebouwd worden. Dit alles moet natuurlijk ook gefinancierd worden en kost veel tijd. In het volgende stuk laten we zien hoe de financiële kant van energie er nou eigenlijk uit ziet en hoeveel tijd de bouw in beslag neemt. Kerncentrales die tegenwoordig gebouwd kunnen worden, zijn van de derde, de nieuwste generatie. De bouwkosten zijn afhankelijk van het vermogen dat moet worden geleverd. Per kilowatt elektrisch vermogen liggen deze kosten, exclusief bouwrente, tussen € 1590 en €2297. Voor een kerncentrale met een vermogen van 1600 megawatt is dat 2,5 tot 3,7 miljard euro. Wanneer je de bouwrente erbij optelt, lopen de investeringskosten verder op tot € 4,2 à € 4,7 miljard. Maar dit is nog niet alles, per geproduceerd kilowattuur wordt ook nog 1,1 tot 1,8 cent aan kosten gemaakt. Dit omvat wel alle verdere kosten als onderhoud en bediening, kosten van de splijtstofcyclus, kosten voor verwerking en opberging van het radioactieve afval en kosten voor afbraak van de centrale. De bouwtijd van een kerncentrale bedraagt ca. 10 jaar. In deze periode moet er al wel geld beschikbaar worden gesteld, zonder dat er inkomsten zijn uit de elektriciteitsproductie. De lange bouwtijd is ook erg nadelig omdat je niet altijd in de toekomst kunt kijken. Als er meteen op dit moment energie te weinig is, duurt het bouwen van een kerncentrale te lang. Daarentegen gaan kerncentrales economisch gezien wel 25-40 jaar mee, dan zijn ze afgeschreven. Technisch gezien gaan ze echter langer mee. De kostprijs van kernenergie ligt tussen de 3,1 en 8 cent. Deze kostprijs kan worden vergeleken met de kostprijs van andere elektriciteitsproductietechnologieën. De kostprijs voor elektriciteit uit kolencentrales ligt tussen 2 en 5,6 cent per kilowattuur, die voor gascentrales tussen 3,4 en 6,6 cent per kilowattuur. De elektriciteitsmarktprijzen en de kostprijzen voor kolen- en gascentrales worden beïnvloedt door de brandstofprijzen en de prijs van CO2-emissierechten. De kostprijs voor windenergie ligt tussen 4,1 en 8,4 cent per kilowattuur voor wind op land en voor wind op zee tussen 8,6 en 11,2 cent per kilowattuur. Al deze kostenberekeningen zijn gebaseerd op de huidige technologie. In de toekomst kunnen de kostprijzen anders zijn. Bijvoorbeeld als gevolg van technologische ontwikkeling of ontwikkeling van de brandstofprijzen en de CO2-emissieprijs. Dan zou er voor energie uit kolen en aardgas een hogere prijs gevraagd kunnen worden en voor windenergie juist een lagere. Windenergie is een vorm van duurzame energie en wordt geproduceerd door windmolens. De wind, de ‘brandstof’ voor windenergie, is dan wel gratis, de windmolens natuurlijk niet. Gemiddeld zijn de kosten voor de ontwikkeling en de bouw van een windpark ruim € 1,4 miljoen euro per megawatt vermogen. Wanneer dan de vergelijking wordt gemaakt met een kerncentrale van 1600 megawatt is het bouwen van een windmolenpark goedkoper. Namelijk: € 1,4 miljoen x 1600 megawatt = € 2.24 miljard in plaats van de € 4,5 miljard aan bouwkosten voor een kerncentrale. De kostprijs voor windenergie ligt wel hoger dan die van kernenergie (zie vorige alinea). Ook in dit geval omvatten de investeringskosten wel allerlei vormen van kosten als die van turbines en funderingen (ca. 70% van de totale kosten), elektrische infrastructuur en netaansluiting, civiele werken, ontwikkelingskosten (onderzoeken en adviezen) en leges en vergunningen. De kosten van windmolen parken verschillen wel per locatie, in tegenstelling tot de kosten van de bouw van kerncentrales, waar de kosten redelijk constant zijn. De afstand van een windmolen tot de netaansluiting, de toegankelijkheid van het terrein, de verschillen in kosten voor bouwleges, die per gemeente anders zijn vastgesteld, bepalen mede het verschil in prijs.
9
De bouwtijd van een windturbine is ongeveer een jaar. Na 15 jaar is de turbine van een windmolen economisch afgeschreven en afbetaald. Technisch gezien gaat een windmolen zo’n 20 jaar mee, dus aanzienlijk minder lang dan een kerncentrale. De jaarlijkse exploitatiekosten van windturbines bestaan uit vele kosten, die ten opzichte van de miljarden die betaald worden voor de bouw vrijwel te verwaarlozen zijn. Alleen de grondkosten vonden wij benoemingswaardig. Wanneer de grond waarop de molen staat niet in eigendom is van de exploitant, moet er pacht worden betaald aan de grondeigenaar. Staan de turbines op rijksgrond, dan betaalt de exploitant aan het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) van het Ministerie van Financiën. Gemiddeld kan worden uitgegaan van een grondprijs van € 15.000 per megawatt per jaar voor rijksgrond en € 14.000 voor particuliere grond. Wanneer er 20 jaar lang grondkosten betaald moeten worden en we weer uitgaan van de 1600 megawatt, waardoor we een betere vergelijking kunnen maken met kernenergie komen we uit op € 15.000 x 1600 megawatt x 20 jaar = € 480 miljoen aan extra kosten. De opbrengsten van windenergie zijn ook nog eens aanzienlijk lager dan de opbrengsten van kernenergie en er zullen dus nog meer kosten gemaakt moeten worden door meer parken te bouwen.. De hoge prijs van windmolens wordt nu opgevangen door de vele subsidies die ervoor geven worden door de overheid. Op deze manier wilt de Rijksoverheid de Europese doelstelling van 14% duurzame energie in 2020 halen. Een subsidie van 4,5 miljard euro is hiervoor beschikbaar. Vanwege de subsidies is voor de klant de prijs van windenergie maar weinig hoger dan de normale energie prijs. Naar verwachting kan windenergie over enkele jaren zelfs zonder subsidies concurreren met andere energieprijzen, omdat de prijs van olie- en gas blijven stijgen. Naast windmolens leveren zonnepanelen ook duurzame energie. Zonnepanelen kan iedereen kopen en op zijn dak plaatsen, de bouwtijd is dan ook erg kort. Wanneer iedereen dit zou doen, kan men een heel groot deel van de energie per huishouden daarmee dekken. Wanneer zonne-energie net zo gesubsidieerd zou worden als windenergie, zou er een hoger rendement uit komen dan nu het geval is. Ook nemen zonnepanelen geen extra ruimte in, wordt de energie CO2 neutraal geproduceerd en is de zon een onuitputtelijke bron. Er zit alleen een groot nadeel aan zonne-energie: wanneer iedereen energie voor zichzelf produceert, draaien de vele energiebedrijven grote verliezen. Zij zullen namelijk veel minder energie kunnen ‘verkopen’. Bij windenergie kunnen ze dat nog wel, mede daarom worden windmolens meer gesubsidieerd dan zonnepanelen. Hiernaast worden zonnepanelen ook vaak als lelijk ervaren.
10
Theoretische conclusie Conclusie gebaseerd op al deze theoretische overwegingen. Zoals eerder beschreven moet de overstap naar duurzame energie gemaakt worden. Het energieverbruik van Nederland in 2010 bedroeg 109,4 miljard kWh. De fossiele brandstoffen raken op en de technologie is nog niet ver genoeg om deze 109,4 miljard kWh op een duurzame manier te kunnen produceren. Als hiervoor beschreven hebben windmolens en zonnepanelen helemaal niet zo’n hoog rendement. Bij zonnepanelen is het rendement zelfs maar 10% . Duurzame energie is ook nog eens erg duur om te produceren. Dat er een tussentijdse oplossing nodig is, is dus wel duidelijk. Deze tussentijdse oplossing moet ook nog voldoen aan een zo laag mogelijke CO2 uitstoot, omdat Nederland door Europa opgelegd heeft gekregen in 2020 30% minder CO2 uit te stoten. Hierdoor vallen al verscheidene elektriciteitsproductietechnologieën af. Kernenergie daarentegen, voldoet aan deze eisen. Een kerncentrale kan ontzettend veel energie produceren, zelfs zonder CO2 uit te stoten, en de kostprijs van kernenergie is relatief niet zo hoog. Als antwoord op onze hoofdvraag ‘Is er kernenergie nodig om de overstap naar duurzame energie te kunnen maken?’, zeggen wij dus volmondig; ja! Er zitten echter wel nadelen aan de kerncentrales die dan gebouwd zouden moeten worden. Het radioactieve afval is een van de grootste bezwaren. Hiernaast duurt het bouwen van een centrale wel ca. 10 jaar. De hoeveelheid uranium is ook niet erg groot, waardoor er maar net genoeg is voor enkele jaren. Daarom zien wij kernenergie ook echt als een tussentijdse oplossing. Echt om het gat op te vangen tussen de huidige situatie en een 100% duurzame energieproductie. In de tussentijd is het ook niet de bedoeling dat de hele maatschappij gaat draaien op kernenergie, maar dat er steeds voor een groter deel gebruik gaat worden gemaakt van duurzame energie. Wat misschien nog wel belangrijker is, is dat mensen zich ervan bewust worden dat er energie bespaard moet worden en dat zelf ook doen. Dit is ten eerste goed voor ieders portemonnee en ten tweede nodig om aan alle behoefte aan energie te kunnen voldoen. Er wordt namelijk steeds meer en meer energie verbruikt. Naast een nieuwe vorm van energie produceren is er dus echt besparing nodig en mogelijk. Niemand heeft toch last van licht dat niet brand als je weg bent, of van een verwarming die geregeld een graadje lager staat?
11
Hoe kijken bevolkingsgroepen uit verschillende Europese landen aan tegen kernenergie? Duurzame energie is over het algemeen maatschappelijk geaccepteerd. Dit in tegenstelling tot kernenergie die maatschappelijk veel minder wordt geaccepteerd. De vraag is dus ook of het maatschappelijk haalbaar is kernenergie in te voeren. Dit hebben wij getracht te onderzoeken door middel van een enquête, afgenomen onder jongeren in Europa. Zij zijn tenslotte de volwassenen van de toekomst. Probleemstelling
Het is altijd makkelijker om iets in theorie te verzinnen dan in de praktijk uit te voeren. Dit geldt natuurlijk ook voor het toepassen van kernenergie. Wij kunnen dan wel vinden op basis van de theoretische beschouwingen, dat kernenergie de beste manier is om naar een situatie van volledig duurzame energieproductie te gaan, maar vindt de bevolking dit ook? Accepteert zij ook de gevolgen van deze keuze? Dit hebben wij geprobeerd te onderzoeken door middel van een enquête die we hebben uitgezet in Europa. Het doel van onze enquête is om te kijken of de jongeren van nu, dus de volwassenen van morgen, positief of negatief staan tegenover de toepassing van kernenergie. Daarnaast hebben we enkele vragen gesteld om erachter te komen of ze überhaupt iets weten over de verschillende methoden van energieproductie. Voor de enquête zelf verwijzen we u naar de bijlage(n).
Hypothese Wij veronderstellen dat een meerderheid van de bevolking voor kernenergie is, omdat een eerder onderzoek (literatuur aanhalen) dit heeft uitgewezen. Hieruit bleek dat 55% van de ondervraagden voor kernenergie is. Echter, de ramp in Japan, Fukushima, kan de mening van mensen hebben beïnvloed. Misschien is het positieve beeld wat zij hadden wel veranderd naar een negatief beeld. Daarnaast was dit onderzoek gehouden onder volwassenen in plaats van onder jongeren. Wellicht denken jongeren er anders over. Al met al veronderstellen wij dat, ondanks de kernramp in Japan, de meerderheid van de jongeren voor kernenergie is.
Proefopzet Voordat wij ons onderzoek hadden uitgezet, hebben we lang nagedacht over wat we nu precies wilden weten van de ondervraagden. Wij zullen de vragen dan ook nader toelichten. Achter elke vraag zit een gedachte. Uit het gegeven antwoord, kunnen wij verschillende dingen concluderen. De vragen 1, 2 en 3 zijn alleen bedoeld om een beeld te krijgen van de ondervraagde. Vragen 4, 5 en 6 gaan over de kennis van energieproductie van de jongeren. Door de middels de enquête verkregen antwoorden te vergelijken met de juiste antwoorden op deze vragen kunnen wij erachter komen of de ondervraagde personen weet hebben van de stand van zaken op het gebied van energieopwekking. Uit de antwoorden blijkt of ze iets afweten van de energiebron die in hun land het meeste energie produceert, of ze enig idee hebben van het jaarlijkse verbruik per gemiddeld huishouden en of ze denken dat er sprake is van Global Warming. Immers, als ze niet overtuigd zijn van het bestaan van Global Warming, dan hoeven er noch kerncentrales noch duurzame energievoorzieningen te komen. Dus naar de uitkomst van deze vraag zijn we ook erg benieuwd. De hoofdvraag uit onze enquête is natuurlijk vraag 7. Als jongeren namelijk fel tegen kernenergie zijn, heeft het geen zin om kernenergie door te drukken. Deze uitkomst moet ons zeggen of ons plan om kernenergie in te voeren ook maatschappelijk haalbaar is. Wanneer er is ingevuld dat de betreffende persoon tegen kernenergie is , zijn we benieuwd wat ze dan als een mogelijke oplossing zien. Dit is dan ook vraag 8, die alleen is ingevuld door de mensen die tegen kernenergie zijn. We hebben hier verschillende opties gegeven: duurzame energie, kolencentrales en gascentrales.
12
Met de laatste vraag willen wij een antwoord krijgen op de vraag of mensen die zeggen voor duurzame energie te zijn, ook bereid zijn een een deel van hun inkomsten in te leveren voor de ontwikkeling daarvan. Wanneer jongeren zeggen tegen kernenergie, maar voor duurzame energie te zijn, maar vervolgens niet bereid zijn een deel van hun inkomsten in te leveren, weten we dat duurzame energie hen niet zo veel doet.
Onderzoek Van te voren hebben wij de antwoorden voor de vragen 4, 5 en 6 opgezocht. Vraag 4 luidt: Which energy source delivers the most energy in your country? Dit hebben wij opgezocht op de site van het International Energy Agency (IEA). Dit zijn de antwoorden per land: Land Energiebron
Finland Kernenergie
Frankrijk Kernenergie
Duitsland Kolencentrales
Groot-Brittannië Gascentrales
Griekenland Kolencentrales
Land Energiebron
Nederland Gascentrales
Polen Kolencentrales
Portugal Gascentrales
Spanje Gascentrales
Slovenië Kernenergie
Land Energiebron
Zweden Kolencentrales
Vraag 5 luidt: What do you think is the average energy consumption of an household per year? Het gemiddelde energie verbruik per huishouden is 4.000 kWh. Vraag 6 luidt: Do you believe that the earth is warming up and therefore there is Global Warming? Global Warming is het opwarmen van de aarde. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door broeikasgassen, zoals CO2. In de laatste eeuw is de gemiddelde temperatuur op aarde gestegen en broeikasgassen worden daarvan als (mede)veroorzakers gezien door de meeste deskundigen. Maar er zijn ook deskundigen die zeggen dat deze temperatuurstijging een natuurlijke oorzaak heeft. Dit is echter maar een kleine groep deskundigen. Volgens de meeste deskundigen is er zeker wel sprake van Global Warming en dat is dus ook het antwoord op vraag 6.
Algemene resultaten Eerst zullen de resultaten van alle jongeren in zijn totaliteit behandeld worden, voordat we de antwoorden per land bekijken. In totaal hebben er 122 jongeren onze enquête ingevuld uit 11 verschillende landen. Uit deze 122 jongeren waren er 54 jongens en 68 meiden. Verder waren er 31 jongeren 15 jaar, 32 jongeren 16 jaar, 39 jongeren 17 jaar en 20 jongeren 18 jaar. Dit waren de vragen 1, 2 en 3. Vraag 4 De resultaten van deze vraag kunt u vinden in de resultaten per land. Vraag 5
Aantal Percentage
2.000 kWh 7 5,74%
4.000 kWh 40 32,79%
8.000 kWh 55 45,08%
10.000 kWh 20 16,39%
13
Vraag 5: kWh huishoudens 60 50 40 30 20 10 0
Aantal Percentage 2000
4000
8000
10000
kWh u
Vraag 6 Global Warming?
Ja
Nee
Aantal Percentage
96 78,69%
26 21,31%
Vraag 6: Global Warming? 120 100 80 60
Ja
40
Nee
20 0 Aantal
Percentage
u
Vraag 7 Kernenergie? Aantal Percentage
Voor 47 38,52%
Tegen 75 61,48%
Vraag 7: Kernenergie? 80 60 Voor
40
Tegen
20 0 Aantal
Percentage
u
14
Vraag 8 Alleen ingevuld door de mensen die tegen kernenergie zijn (75 jongeren) Duurzaam 67 91,78%
Aantal Percentage
Kolencentrales 5 6,85%
Gascentrales 1 1,37%
Vraag 8: Andere manieren? 100 80 60 Aantal 40
Percentage
20 0 Duurzaam
Kolencentrales
Gascentrales
u
Vraag 9 2,5% van je inkomen afstaan Aantal Percentage
Ja 79 64,75%
Nee 43 35,25%
Vraag 9: 2,5% van je inkomen afstaan 100 80 60
Ja
40
Nee
20 0 Aantal
Percentage
u
Resultaten per land Om meer een beeld te creëren van de verschillende landen hebben we ook gekeken naar de landen individueel. Van de in totaal 11 landen hebben we daarvan 8 landen uitgelicht. De overige 3 landen (Portugal, Spanje en Zweden) hebben we buiten beschouwing gelaten, aangezien er steeds maar 1 enquête uit deze landen kwamen. Voor de resultaten per land verwijzen wij u naar de bijlage.
15
Algemene conclusie De algemene energiekennis van de jongeren uit Europa valt ons niet tegen. Op alle 3 vragen die over hun kennis over energie gaan, beantwoorden ze redelijk tot goed. Op vraag 4, die wij per land hebben uitgezocht, antwoorden ze zeer goed; slechts uit 2 landen kwamen verkeerde antwoorden. Op vraag 5, over het gemiddelde vermogen per huishouden, heeft ongeveer een derde het juiste antwoord ingevuld en meer dan 75% antwoordt op vraag 6 dat Global Warming bestaat. Doordat hun kennis over energie redelijk tot goed is, zal het antwoord op de belangrijkste vraag uit deze enquête, vraag 7, ook betrouwbaar zijn. Op de vraag of jongeren voor of tegen kernenergie zijn, zegt ongeveer 60% dat ze tegen kernenergie zijn. Dit komt niet overeen met onze hypothese, waarin wij veronderstelden dat ze voor kernenergie zouden zijn. Het positieve resultaat is wel dat diegenen die tegen kernenergie zijn, wel massaal voor duurzame energie zijn. Dit betekent dus wel dat ze iets duurzaams willen en geen centrales die draaien op fossiele brandstoffen. Als laatste kunnen wij ook concluderen dat ongeveer 65% van de ondervraagden een deel van hun inkomsten willen afstaan ten gunste van duurzame energie. Dit betekent, samen met het resultaat van vraag 8, dat duurzame energie zeker ook leeft!
Conclusie per land We hebben ook gekeken naar de resultaten van landen apart. Hier bekijken we per land of de ondervraagden voor of tegen kernenergie zijn. Finland Een kleine meerderheid van de jongeren is voor kernenergie. Degenen die tegen zijn, kiezen voornamelijk voor duurzame energie, maar zijn niet bereid een deel van hun inkomsten hiervoor af te staan. Frankrijk Een grote meerderheid is tegen kernenergie, ondanks dat kernenergie 75% van de energieproductie in Frankrijk voor zijn rekening neemt. Deze meerheid is wel in zijn geheel voor duurzame energie, maar velen zijn niet bereid om een deel van hun inkomsten af te staan. Duitsland Een grote meerderheid is tegen kernenergie. Deze meerheid is wel voor duurzame energie en zijn hiervoor ook bereid om een deel van hun loon hiervoor af te staan. Groot-Brittannië De helft van de jongeren willen wel kernenergie, de andere helft is erop tegen. De tegenstanders zijn wel voor duurzame energie en zijn ook bereid om een deel van hun loon af te staan. Griekenland De Griekse jongeren zijn tegen kernenergie. Zij zijn wel voor duurzame energie en willen ook een deel van hun loon hiervoor inleveren. Slovenië Een grote meerderheid is voor kernenergie. De tegenstanders zijn voor duurzame energie en zijn bereid een deel van hun loon hiervoor in te leveren. Nederland Een kleine meerderheid van de Nederlandse jongeren is voor kernenergie. De tegenstanders zijn voor duurzame energie en zijn hiervoor ook bereid om een deel van hun loon hiervoor af te staan.
16
Conclusie Conclusie rekening houdende met de enquête uitslag Volgens onze eerdere conclusie, onze theoretische conclusie, blijkt uit verschillende redenen dat kernenergie de beste tussentijdse oplossing is om naar volledig duurzame energie te gaan. De belangrijkste redenen zijn dat fossiele brandstoffen opraken voor gas- en kolencentrales en dat duurzame energie er nog niet klaar voor is om de totale vraag naar energie te kunnen opvangen. De energie die geproduceerd wordt door kerncentrales is relatief goedkoop en een kerncentrale stoot geen CO2 uit, wat een zeer groot voordeel is voor het milieu. Wij zeggen aan de hand van deze theoretische overwegingen daarom ook volmondig ja tegen kernenergie, die nodig is om de overstap naar duurzame energie te kunnen maken. Echter, deze ‘ja’ hebben wij vooralsnog alleen maar kunnen baseren op onze onderzochte theorie. Deze ‘ja’ zou volgens ons ook moeten weerklinken in de samenleving. Dit is helaas niet het geval, want volgens de door ons gehouden enquête blijkt dat ongeveer 60% van de jongeren die wij hebben ondervraagd, tegen kernenergie is. Dit betekent dus dat ons plan volgens theorie mogelijk is, maar dit praktisch niet haalbaar is in de samenleving. Deze uitkomst is in strijd met onze eerdere hypothese die wij voorafgaand aan onze enquête hadden opgesteld. Volgens de resultaten van de onderzochte landen apart blijkt dat we ons plan alleen kunnen realiseren in 3 landen, namelijk Finland, Slovenië en in ons eigen Nederland. De jongeren uit deze landen kijken wel positief tegen kernenergie aan. Het is jammer dat 60% van onze onderzochte jongeren tegen kernenergie zijn, maar positief is dat zij zich wel bekommeren om het milieu. Deze 60% is wel een groot voorstander van duurzame energie. We konden al concluderen dat de onderzochte jongeren al het een en ander wisten over het milieu, maar nu zien we ook dat zij voor duurzame energie zijn. En ook veel jongeren zijn bereid om een deel van hun toekomstige inkomsten af te staan voor een duurzame energie winning. Onze tussentijdse oplossing op weg naar duurzame energie wordt helaas niet positief ontvangen. Maar de jongeren van nu, ofwel de volwassen van de toekomst, zijn in ieder geval erg enthousiast over duurzame energie in de toekomst!
17
Discussie In het literatuur onderzoek zijn weinig op- of aanmerkingen te plaatsen. De informatie die wij hebben gebruikt komen van betrouwbare websites; websites die speciaal opgezet zijn voor de onderwerpen, zoals kernfusie. Echter, sommige informatie is niet helemaal up to date. Je kan soms vraagtekens plaatsen over een artikel uit 2008. Maar het lijkt niet zinnig te veronderstellen dat een land in 2008 veel kolencentrales heeft en 3 jaar later, in 2011, voornamelijk kerncentrales heeft staan. Naar sommige artikelen was kritisch kijken wel nodig; een artikel uit 2002 is wel erg verouderd. Al met al hebben we goede bronnen gebruikt en deze goede informatie nuttig gebruikt in ons literatuur onderzoek. In ons empirisch onderzoek zitten wel wat op- en aanmerkingen. Na ons onderzoek konden we concluderen dat onze hypothese niet klopte. Wij veronderstelde namelijk dat een kleine meerderheid voor kernenergie zou zijn, aangezien dit uit verschillende enquêtes al eerder gebleken is. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de kernramp in Fukushima in Japan. Deze kernramp in Japan vond plaats op 11 maart 2011, terwijl de eerste reactie op onze enquête dateert van 12 mei. Dit kan de oorzaak zijn dat we een ander resultaat vonden dan verondersteld. Zelfs nu, 6 maanden na de kernramp, kom je berichten tegen waarin staat dat landen of producenten stoppen met kernenergie of het ontwikkelen van kerncentrales door de kernramp in Japan. Dit heeft dus zeker grote invloed gehad op de wereldopinie en dus waarschijnlijk ook op onze enquête. De antwoorden van de enquête kunnen we eigenlijk ook niet zomaar aannemen. Na de YES! dag op de Universiteit van Tilburg zijn wij te weten gekomen dat je lang over vragen moet nadenken voor een enquête. Vergeleken met een universiteit hebben wij veel minder nagedacht over de vragen van onze enquête. We zijn er wel diep ingegaan, maar nooit zo diep als een echt professioneel onderzoek. Daarom hebben wij niet goed uitgezocht wat bijvoorbeeld de kans is dat ze zouden gokken op onze vragen of dat ze eigenlijk zomaar want invullen. Veelal kan je wel controleren door een statistische proef. Maar onze enquête is zeker niet professioneel en daar kunnen dus wel fouten in zitten waar we eigenlijk beter over na hadden moet denken. Maar tijdens het schrijven van ons profielwerkstuk hebben wij wel constant kritisch gekeken naar wat wij aan het doen zijn. Stukken van elkaar nalezen, kijken of alles wel betrouwbaar is en of we alles goed konden onderbouwen. Daarom hebben wij in tegenstelling tot de enquête weinig opmerkingen betreffende het theoretische onderzoek
18
Reflectie Samen hebben we ontzettend veel uren gewerkt aan dit profielwerkstuk, wat overigens ons eerste echt grote onderzoek is, en zijn dan ook tevreden over het resultaat. Maar er kunnen natuurlijk altijd dingen beter. Wanneer wij dit onderzoek opnieuw zouden moeten doen zouden we eerder beginnen aan het vormgeven van ons verslag. Wanneer je al enkele deelvragen hebt beantwoord voor de eerste profielwerkstuk dagen, krijgt je verslag al snel meer inhoudt. Hierdoor krijg je zelf ook een beter beeld van wat er nog gedaan moet worden en een daarbij behorende tijdsplanning. We schrokken namelijk tijdens de eerste profielwerkstuk dagen van het geringe resultaat na uren werk. Voor de eerste beoordeling hebben we overbodige dingen gedaan. Waar wij ons helemaal richtten op de inhoud van het verslag en het perfect formuleren van zinnen, hadden we beter kunnen werken aan de planning en de vorm van het verslag. Hierdoor was de eerste beoordeling dan ook niet optimaal. Verder hadden we de YES!-uitstapjes beter kunnen benutten door meer vragen te stellen aan de professionals die wel degelijk aanwezig waren. Zij weten namelijk erg veel van hun beroep en dus over het onderwerp van ons onderzoek. Ook is de informatie die zij verstrekken doorgaans betrouwbaarder dan de veel internetsites. Behalve verbeterpuntjes vonden we ook dat dingen tijdens ons project erg goed gingen. Bijvoorbeeld de samenwerking. De onderlinge samenwerking verliep vrijwel vlekkeloos en ook de samenwerking met leraren en verschillende informatieverstrekkers verliep prima. Mede hierdoor konden wij de enquête al snel afnemen en waren de resultaten hieruit erg goed. Ook hebben we, door gebruik te maken van twee onderzoeksvormen, literatuur onderzoek en empirisch onderzoek in de vorm van een enquête, een redelijk betrouwbaar onderzoek neergezet en ondanks de vele uren die we eraan gewerkt hebben, bleef het onderwerp leuk, dus als laatste en misschien wel belangrijkste punt: we hebben een goed onderwerp gekozen!
19
Toekomstperspectief De conclusie die we eerder getrokken hebben, is volgens ons de optimale situatie voor dit moment. In de toekomst zal de technologie zich verder ontwikkelen en zou kernsplijting mogelijk niet langer meer nodig zijn om energie op te wekken. Ten eerste is het van groot belang dat het rendement van duurzame energiebronnen erg omhoog gaat. Door de techniek steeds verder te ontwikkelen is een rendement dichter naar 100% misschien wel haalbaar voor zonnepanelen. Ten tweede zouden we in de toekomst mogelijk gebruik kunnen maken van kernfusie. Zoals al eerder vermeld is kernfusie een andere vorm van kernenergie, maar technisch nog niet toepasbaar op dit moment. Deze techniek zal zich hoogstwaarschijnlijk binnen afzienbare tijd volledig ontwikkelen en daarbij vervallen velen nadelen van kernenergie. Bij kernfusie ontstaat namelijk geen radioactief afval, omdat je puur en alleen gebruik maakt van deuterium(2H) - en tritiumkernen (3H). Ook levert deze manier van energie opwekken gemakkelijk hele grote hoeveelheden energie. Dus als het aan ons ligt, wordt het volledig investeren in de ontwikkeling van kernfusie en duurzame energie!
20
Bijlagen Schema van contacten In onderstaande tekst kunt u lezen met wie en wanneer wij contact hebben gemaakt en om welke reden. Enquête Wie? Frits de Vries
Wanneer? 18 april 2011
Jan Hormann
18 april 2011
27 april 2011
11 mei 2011 24 mei 2011
6 juni 2011
Wat? Enquête voorgelegd die wij willen verspreiden in Europa. Samen met meneer De Vries enquête doorgenomen en verbeterd. Versie klaar in het Nederlands. Gevraagd of hij ons wilt helpen met het verspreiden van de enquête. Hij zal de internationale contacten mailen en wachten op respons. Respons terug gekregen uit verschillende Europese landen die onze enquête willen invullen. Goedkeuring gekregen op de Engelse versie van de enquête. Meneer Hormann had ons gemeld dat de link het niet meer deed. Uitleg gegeven dat de server van de site is gecrasht en het een paar dagen zou duren voordat de link het weer zou doen. Gekeken hoeveel respons we tot dan toe hadden ontvangen. Overlegd hoe we meer respons zouden kunnen krijgen. Hij zou de enquête nog 1 keer uitzetten.
Materiaal Wie? Nico Jan Kroone
Wanneer? 12 april 2011
3 mei 2011
Wat? Gevraag of hij materiaal voor ons heeft (werkt bij NRG, Petten). Tevens ook gevraagd voor contactpersoon in Borssele. Boeken gekregen en
21
Hans Hegeman
12 april 2011
5 juli 2011
aangegeven met wie we contact konden zoeken. Ook met Hans overlegt of hij materiaal voor ons heeft (ook werkzaam bij NRG). Tevens overlegt of wij een bezoek kunnen brengen aan het NRG in Petten. Informatie gewonnen over kernreactoren. Met hem gesproken over hoe het uranium wordt gebruikt en hoe we kunnen verder gaan wanneer het 235U op is.
Vakbegeleider (en profielmentor) Wie? Sølvi Bakke
Wanneer? 14 maart 2011 30 juni 2011
Frits de Vries
7 februari 2011
7 maart 2011
18 april 2011
9 mei 2011
6 juni 2011
Wat? Aangegeven wat ons onderwerp is en wat we precies gaan doen. Inzage geven over hoe ver we zijn met ons onderzoek/ werkstuk. Positieve reactie teruggekregen; we zitten op de goede weg. Overlegt of Frits ons wilt begeleiden met het profielwerkstuk over kernenergie. Dat was oké. Hij zou ook naar materiaal voor ons zoeken. Ongeveer 1 uur met hem gesproken. Verteld over de progressie in ons werkstuk. Ook verteld over studiedag in Tilburg, een week daarvoor. We zijn mondeling verder door hem geïnformeerd over het onderwerp. Enquête voorgelegd die wij willen verspreiden in Europa. Samen met meneer De Vries enquête doorgenomen en verbeterd. Versie klaar in het Nederlands. Verteld dat we de enquête hebben ingeleverd bij meneer Hormann en nu afwachten op de resultaten die we krijgen uit de enquête. Werkbespreking met mevrouw
22
20 juni 2011
14 september 2011
19 september 2011
Elzinga en meneer De Vries. We hebben laten zien wat we toe nu toe hebben. Kleine opmerkingen wat we nog moeten maken, maar over de rest waren zij positief. Laatste keer voor de proefwerkweek. Hij had ons nog wat gemaild wat we kunnen gebruiken. De laatste keer kort met hem gepraat over ons werkstuk Eerste beoordeling besproken en doel komende profielwerkstuk dagen. Controle van het plan voor de uitwerking van de enquête.
Bronnen 1.
Binas. (2004). Informatieboek havo-vwo voor het onderwijs in de natuurwetenschappen. Groningen: Wolters-Noordhoff
2.
Radioactief Afval. (2011). In Wikipedia. Geraadpleegd 6 juni 2011, van http://nl.wikipedia.org/wiki/Radioactief_afval
3.
Kernfysica. (z.j.). Geraadpleegd op http://kernfysica.blogspot.com/
4.
Ouwerkerk, R. (z.j.). Kernsplijting. Geraadpleegd op http://www.natuurkunde.nl/artikelen/view.do?supportId=299141
5.
Dijk, M. Van. (2007). Energieopwekking. Geraadpleegd op http://www.kennislink.nl/publicaties/dossier-energieopwekking
6.
Moderne Windmolens. (z.j.). Geraadpleegd op http://www.bosbouwbeleggingen.nl/bosbouwbeleggingen.nl/moderne-windmolens.php
7.
Energie besparing levert geld op. (2006). Geraadpleegd op http://www.energieportal.nl/Nieuws/Groene-Energie/Energie-besparing-levert-geld-op834.html
8.
Kernfusie Energie Voor De Toekomst. (2011) Europese commissie. (Folder)
9.
Calmthout. M. Van. (2011, mei). Kapotte kerncentrales, die zijn het echte probleem. De Volkskrant.
23
10. Elektriciteitsproductie - Centrale productie. (z.j.). Geraadpleegd op http://www.ecn.nl/nl/units/ps/themas/elektriciteitsproductie/centrale-productie/fact-findingkernenergie/kosten-kernenergie/ 11. Kosten en baten – Windenergie op land. (2011). Geraadpleegd op http://www.windenergie.nl/99/onderwerpen/financien/kosten-en-baten 12. Blankendaal, J. (2011). Windenergie wordt wèl fors gesubsidieerd. Geraadpleegd op http://www.ontwikkelingeninnovatie.com/24/11/2010/windenergie-wordt-wel-forsgesubsidieerd/ 13. Energie in Nederland 2011 – Energy in the Netherlands 2011. (2011). Geraadpleegd op http://www.energie-nederland.nl/publicaties/energie-in-nederland-2011-energy-in-thenetherlands-2011/ 14. Ronde, K. (2010). Kernenergie steeds populairder. Geraadpleegd op http://www.kennislink.nl/publicaties/kernenergie-steeds-populairder-al-kan-dat-zo-weeromslaan 15. IEA Statistics and Balances. (z.d.). Geraadpleegd op http://www.iea.org/stats/prodresult.asp?PRODUCT=Balances 16. Household energy consumption. (z.d.). Geraadpleeg op http://www.odyssee-indicators.org/reports/household/households.pdf pagina 19
24
Logboek Wie?
Wanneer?
Wat?
Dylan, Sophie
26+27 januari 2011
Dylan, Sophie Dylan, Sophie
Februari 2011 28 februari 2011
Dylan, Sophie
Maart 2011
Dylan, Sophie
24 maart 2011
Dylan, Sophie
April 2011
Dylan, Sophie
20 april
Dylan
Mei 2011
YES!-Project – Europarlement Brussel Oriëntatie onderwerp YES!-Project – European values study Universiteitvan Tilburg Opstellen hoofd- en deelvragen YES!-Project – Clingendael internation energy programme Enquête opgezet, Plan van aanpak YES!-Project – Ministerie I&M / VNG Deelvraag 2
5+6 juli 2011
19+20 september 2011
Sophie
Mei 2011
Deelvraag 2 Deelvraag 5 Schema van contacten Bronnen Deelvraag 5 Bronnen Conclusie Discussie Deelvraag 1
Hoelang?
5 uur
3 uur
4 uur
2 uur 17 uur
16 uur
4 uur
5+6 juli 2011
Inleiding Deelvraag 1 Deelvraag 3 Bronnen Voorkant
17 uur
19+20 september 2011
Deelvraag 4 Theoretische conclusie Reflectie Toekomstperspectief Bronnen Logboek
16 uur
25
Plan van aanpak Wij doen mee met het YES! project. Door dit project moet ons profielwerkstuk betrekking hebben tot Europa en het klimaat. Het onderwerp dat wij gekozen hebben is kernenergie. De eerste doelstelling is het formuleren van de hoofd- en deelvragen. Deze moeten worden gerealiseerd voordat we aan ons onderzoek kunnen beginnen. Onze hoofdvraag luidt: Is er kernenergie nodig om de overstap naar duurzame energie te kunnen maken? Met de daarbij behorende deelvragen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wat is kernenergie en hoe werkt het? Hoeveel energie kan er door beide bronnen worden geleverd? Wat zijn de milieugevaren die met beide energiebronnen gepaard gaan? Hoeveel tijd kost het bouwen van de benodigde voorzieningen en welk prijskaartje hangt eraan? Hoe kijken verschillende landen en bevolkingsgroepen tegen kernenergie aan? Is het voor de overgang naar duurzame energie niet voldoende met z’n alle 30% minder te verbruiken? Reflectie op de toekomst.
Ons onderzoek wordt zowel een empirisch als literatuur onderzoek. Onder het empirisch onderzoek valt de enquête die we gaan afnemen. Deze enquête beantwoord een van onze deelvragen (deelvraag 5) en moet een bevestiging zijn voor de (on)realiseerbaarheid van kernenergie. De overige deelvragen zullen we beantwoorden met het literatuur onderzoek. Hiervoor zullen we gebruik maken van internetsites en boeken/folders die wij hebben gekregen. Allereerst zullen we deelvraag 1, 2 en 3 beantwoorden voor de zomervakantie en vervolgens beginnen aan het verwerken van de gegevens uit de enquête. Dit zal namelijk veel tijd in beslag nemen. De enquête moet er zo snel mogelijk uit, zodat we de meeste kan hebben op veel respons. Het onderzoek draait maar voor een deel om de enquête, voor ongeveer 30%, maar het zou natuurlijk wel mooi zijn wanneer we voldoende feedback voor ons onderzoek zouden krijgen. De enquête willen we half april verstuurd hebben. De vakdocent die wij gevraagd hebben ons te begeleiden is Frits de Vries. Hem zullen wij dan ook meerdere malen op de hoogste stellen van de vorderingen in ons werkstuk en hopen dat hij ons kan helpen en begeleiden.
26
Enquête
Hi! We, Dylan and Sophie from Holland, are doing an analysis to several energy sources at school. In particular to renewable energy and nuclear energy. We already looked at the theoretical side ourselves, but we also want to know something about the social side of this subject. Therefore we need your help, as future adults. For example, we want to figure out if it can be socially realized to introduce nuclear energy all over Europe and if the environment you live in, changes the way you think about energy. It’s possible you can’t answer all questions correctly, but that doesn’t matter. Just fill in what you think is best. Thanks in advance!
*When we talk about renewable energy, we mean energy from wind, sun and water. 1.
Where are you coming from? a. Holland b. Great Britain c. Belgium d. France e. Germany f. Spain
g. Italy h. Finland i. Poland j. Greece k. Slovenia l. Slovakia
2.
What is your age? a. 15 b. 16 c. 17 d. 18
3.
What is your gender? a. Male b. Female
4.
Which energy source delivers the most energy in your country? a. Nuclear power stations b. Coal plants c. Gas powered plants d. Renewable energy sources e. Something else, namely……….
5.
What do you think is the average energy consumption of an household per year? a. 2.000 kWh b. 4.000 kWh c. 8.000 kWh d. 10.000 kWh
6.
Do you believe that the earth is warming up and therefore there is Global Warming? a. Yes b. No
7.
Are you in front of or against nuclear power? a. In front of (go to question 9) b. Against
27
8.
If against, what would you consider a possible way to produce energy? a. Renewable energy b. Coal plants c. Gas plants d. Something else, namely ……………
9.
Are you prepared to give away 2.5% of your income to additional costs for renewable energy when you're an adult? a. Yes b. No Thank you very much for answering these questions!
28
Resultaten per land Finland: Vraag 1: Aantal deelnemers: 11 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 3 27%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 6 55%
17 2 18%
Man 7 64%
Kerncentrales 7 64%
Vrouw 4 36%
Kolencentrales 1 9%
2.000 -%
18 -%
Gascentrales -%
4.000 3 27%
Duurzaam 3 27%
8.000 4 36%
10.000 4 36%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 6 55%
Nee 5 45%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 6 55%
Tegen 5 45%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 5 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 3 1 Percentage 60% 20% Vraag 9: Voor kernenergie: 6 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 5 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders -%
Gascentrales -%
Ja 4 67%
Nee 2 33%
Ja 1 20%
Nee 4 80%
Anders 1 20%
29
Frankrijk: Vraag 1: Aantal deelnemers: 18 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 -%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 7 39%
17 6 33%
Man 12 67%
Kerncentrales 18 100%
Vrouw 6 33%
Kolencentrales -%
2.000 3 17%
18 5 28%
Gascentrales -%
4.000 6 33%
Duurzaam -%
8.000 5 28%
10.000 4 22%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 12 67%
Nee 6 33%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 5 28%
Tegen 13 72%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 13 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 13 Percentage 100% -% Vraag 9: Voor kernenergie: 5 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 13 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders -%
Gascentrales -%
Ja 1 20%
Nee 4 60%
Ja 5 38%
Nee 8 62%
Anders -%
30
Duitsland: Vraag 1: Aantal deelnemers: 35 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 9 26%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 4 11%
17 11 31%
Man 10 29%
Kerncentrales 15 43%
Vrouw 25 71%
Kolencentrales 11 31%
2.000 -%
18 11 31%
Gascentrales 4 11%
4.000 8 23%
Duurzaam 2 6%
8.000 21 60%
10.000 6 17%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 30 86%
Nee 5 14%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 3 9%
Tegen 32 91%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 32 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 29 2 Percentage 91% 6% Vraag 9: Voor kernenergie: 3 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 32 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders 3 9%
Gascentrales -%
Ja 1 33%
Nee 2 67%
Ja 28 88%
Nee 4 12%
Anders 1 3%
31
Groot-Brittannië: Vraag 1: Aantal deelnemers: 8 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 7 88%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 -%
17 1 12%
Man -%
Kerncentrales 3 38%
Vrouw 8 100%
Kolencentrales -%
2.000 -%
18 -%
Gascentrales 4 50%
4.000 1 12%
Duurzaam 1 12%
8.000 4 50%
10.000 3 38%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 7 88%
Nee 1 12%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 4 50%
Tegen 4 50%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 4 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 3 Percentage 75% -% Vraag 9: Voor kernenergie: 4 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 4 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders -%
Gascentrales 1 25%
Ja 2 50%
Nee 2 50%
Ja 3 75%
Nee 1 25%
Anders -%
32
Griekenland: Vraag 1: Aantal deelnemers: 6 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 3 50%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 2 33%
17 %
Man 4 67%
Kerncentrales -%
Vrouw 2 33%
Kolencentrales -%
2.000 -%
18 1 17%
Gascentrales 3 50%
4.000 2 33%
Duurzaam 1 17%
8.000 3 50%
10.000 1 17%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 5 83%
Nee 1 17%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 1 17%
Tegen 5 83%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 5 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 5 Percentage 100% -% Vraag 9: Voor kernenergie: 1 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 5 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders 2 33%
Gascentrales -%
Ja -%
Nee 1 100%
Ja 4 80%
Nee 1 20%
Anders -%
33
Polen: Vraag 1: Aantal deelnemers: 15 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 -%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 3 20%
17 9 60%
Man 8 53%
Kerncentrales -%
Vrouw 7 47%
Kolencentrales 12 80%
2.000 1 7%
18 3 20%
Gascentrales -%
4.000 8 53%
Duurzaam 3 20%
8.000 6 40%
10.000 -%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 8 53%
Nee 7 47%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 10 67%
Tegen 5 33%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 5 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 4 1 Percentage 80% 20% Vraag 9: Voor kernenergie: 10 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 5 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders -%
Gascentrales -%
Ja 8 80%
Nee 2 20%
Ja 3 60%
Nee 2 40%
Anders -%
34
Slovenië: Vraag 1: Aantal deelnemers: 15 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 9 60%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 6 40%
17 -%
Man 5 33%
Kerncentrales 5 33%
Vrouw 10 67%
Kolencentrales 5 33%
2.000 2 13%
18 -%
Gascentrales 3 20%
4.000 7 47%
Duurzaam 1 7%
8.000 6 40%
10.000 %
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 13 87%
Nee 2 13%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 11 73%
Tegen 4 27%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 4 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 3 1 Percentage 75% 25% Vraag 9: Voor kernenergie: 11 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 4 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders 1 7%
Gascentrales -%
Ja 6 55%
Nee 5 45%
Ja 3 75%
Nee 1 25%
Anders -%
35
Nederland: Vraag 1: Aantal deelnemers: 11 Vraag 2: Leeftijd Aantal Percentage
15 -%
Vraag 3: Geslacht Aantal Percentage Vraag 4: Energie bron Aantal Percentage Vraag 5: kWh Aantal Percentage
16 2 18%
17 9 82%
Man 6 55%
Kerncentrales -%
Vrouw 5 45%
Kolencentrales 2 18%
2.000 -%
18 -%
Gascentrales 7 64%
4.000 4 37%
Duurzaam -%
8.000 5 45%
10.000 2 18%
Vraag 6: Global Warming Aantal Percentage
Ja 10 91%
Nee 1 9%
Vraag 7: Kernenergie Aantal Percentage
Voor 6 55%
Tegen 5 45%
Vraag 8: Alleen ingevuld indien tegen. Aantal tegen: 5 Alternatief kern Duurzaam Kolencentrales Aantal 5 Percentage 100% -% Vraag 9: Voor kernenergie: 6 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage Tegen kernenergie: 5 Bereid om 2,5% af te staan Aantal Percentage
Anders 2 18%
Gascentrales -%
Ja 5 83%
Nee 1 17%
Ja 3 60%
Nee 2 40%
Anders -%
36