Lionsclub International Multiple District 110
Stichting Lions en Milieuactiviteiten
Symposium 2011
Naar een duurzame energievoorziening
9 april 2011 Nyenrode Business Universiteit Breukelen
Inhoudsopgave Symposium “Naar een duurzame energievoorziening”
Openingswoord
Inleiding (niet beschikbaar)
“Alleen toekomst voor een duurzame wereld”
“Van zwarte naar groene energie. Geopolitiek van mondiale energietransitie”
“Verduurzaming energievoorziening: een kwestie van strategisch inzicht en tijd”
“De energievoorziening van Nederland- vandaag en morgen”
Drs. Jan van der Wijngaart, voorzitter St. Lions & Milieu
Prof. Dr. Ir. Anke van Hal (Business Universiteit Nyenrode)
Prof. Arnold Heertje (em. hoogleraar Economie Universiteit van Amsterdam)
Drs. Lucia van Geuns (Deputy Director Clingendael International Energy Programme)
Drs. Dick Benschop (President directeur Shell Nederland)
Ir. Chris Hellinga (Stuurgroep Duurzame Energie KIVI / NIRIA - TU Delft)
Paneldiscussie (niet beschikbaar)
Stichting Lions en milieuactiviteiten
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Openingswoord Drs. Jan van der Wijngaart, voorzitter St. Lions & Milieu
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Naar een Duurzame Energievoorziening Symposium Lions en Milieuactiviteiten 2011 9 april 2011 Nyenrode Business Universiteit
• In 1972: LCI formuleert in policy statement on environment: “it is the continuing policy of Lions Clubs International to foster and promote the general welfare; to help create and maintain conditions under which man and nature can exist in productive harmony and fulfill the social, economic and other requirements of present and future generations of mankind.” • Oprichting in 1992 van Stichting Lions en Milieuactiviteiten
• Stimuleren lionsclubs via districtscommissarissen om o.a. milieuprojecten te entameren • Organisatie van jaarlijks milieu symposium
• In deze symposia aandacht voor actuele onderwerpen • Gefundeerde opinies en doelgerichte informatie • Nu: het symposium Naar een duurzame energievoorziening • Wikipedia: energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld
• Uitdaging: in 2050 is behoefte aan energie verdubbeld. • Eindigheid aan grondstoffen en fossiele brandstoffen • “Oplossingen” moeten uiteindelijk duurzaam zijn (Prof. Klaas van Egmond: Een vorm van beschaving) • Elke dag acties / reacties en/of info • Recent problemen met kerncentrales Japan met milieu-, humanitaire- maar ook politieke gevolgen • Gebruik landbouwarealen voor productie biodiesel • Oproep 16 hoogleraren inz. nieuwbouw kolencentrales in Groningen
Vanochtend wordt problematiek door deskundigen vanuit diverse hoeken belicht. De Stichting Lions en milieuactiviteiten wenst u een
aangename en verhelderende ochtend
Alleen toekomst voor een duurzame wereld
Prof. Arnold Heertje (em. hoogleraar Economie Universiteit van Amsterdam)
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Lezing van professor Arnold Heertje tijdens de bijeenkomst van de Stichting Lions en Milieuactiviteiten op 9 april 2011 Dames en heren, meneer de voorzitter, dank. Het onderwerp dat ons hier bezig houdt, raakt het overleven van de mensheid. In die zin is het onderwerp vele en vele malen belangrijker dan alle opmerkingen over de kredietcrisis en de kredietcrisis als zodanig is een lachertje vergeleken met het vraagstuk van de duurzaamheid. Als we praten over duurzaamheid, dan bedoelen we de dreiging met betrekking tot het klimaat, zorgen voor verduurzaming van de energievoorziening, denken aan het watermanagement, leefbaarheid, kwaliteit van het bestaan in het algemeen, zorgen voor een gezond leefmilieu, vermindering van luchtvervuiling, waterverontreiniging, geluidshinder, noem al die zaken maar op. Hier staat vooral centraal de kwestie van energie, maar dat is een onderdeel van het totale thema. Het fundamentele zit hem in het feit dat wanneer we deze zaken niet op tijd oplossen, dat dan de mensheid als zodanig, het overleven van de mensheid, in het geding is. In die zin gaat het dus om fundamentele behoeften met betrekking tot het bestaan. En als econoom zeg ik dan: Dat betekent, dat die fundamentele behoeften onderdeel zijn van de welvaart in brede zin. Daarnet kwam ook weer naar voren het woord ‘economisch’ in de zin van ‘financieel’. Ik kan niet genoeg zeggen: zolang u op dat soort sporen blijft zitten, snapt u niets van wat economie is, waar economie over gaat. Dan denkt u dat dit soort fundamentele zaken herleid kunnen worden tot financiële calculaties. Dat is een aspect van de dingen, maar het is niet het hele verhaal. Hier gaat het om zaken, die vallen onder het ruime welvaartsbegrip. Dat zijn zaken die deels in geld kunnen worden uitgedrukt en soms ook via markten kunnen worden afgewikkeld, maar de fundamentele elementen laten zich niet of zeer gebrekkig uitdrukken in geld. De dingen die ik net noemde, hebben te maken met het voorzien in behoeften, zorgen voor gezondheid à la longue van mensen. Er zijn allerlei elementen die niet in geld kunnen worden uitgedrukt en toch voor het bestaan van de mensen van belang zijn. Dus je moet niet alleen kijken naar financiële uitwerking en je moet niet in de valkuil vallen en zeggen: “Ja, economisch in de zin van financieel zouden we dit moeten doen, maar vanwege allerlei zaken met betrekking tot duurzaamheid moeten we dat en dat doen.” Dat is vanaf het begin een soort schizofrenie in besluitvorming tot stand brengen die desastreus is. Het gaat om fundamentele afwegingen en economie gaat om de beperktheid van de middelen. Daar gaat het om. Maar het gaat om het voorzien in behoeften en daar zit een competitie in met betrekking tot de aanwending van de middelen. Maar de aanwending van die middelen is gericht op het integrale van het voorzien in behoeften. Dat moeten we goed in de gaten houden en dat geldt dus met name als het gaat om de duurzaamheid. Nu is het interessante, dat wanneer je dat zo ziet en u denkt: “Ja,” - dat is dus in het verleden vaak zo - “ja, alles met duurzaamheid, dat zijn eigenlijk kostenposten en dat is lastig en dat geeft aanleiding tot regelgeving en van alles.” Uit die sfeer komen wij. Maar wij moeten naar de sfeer dat het gaat om fundamentele toegevoegde waarde, om fundamentele opbrengsten. Die
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Symposium Naar een Duurzame Energievoorziening
beweging zit nu langzamerhand wereldwijd in het economische en maatschappelijk leven om te zien dat het die kant op gaat. Maar dat is op zichzelf onderdeel van een algemeen patroon. We gingen voortdurend kijken naar – ik zal geen noemen grotere scholengemeenschappen, of wat dan ook - naar efficiency en weet ik al niet wat, en nu beginnen we te zien: het gaat uiteindelijk om opbrengsten. Opbrengsten van wie dan wel? Wat is dan dat ruime welvaartsbegrip? Waar gaat het dan om? Ook weer in één zin te zeggen en dat moet men in de gaten hebben en als men dat niet in de gaten heeft, dan kun je de hele dag hier met elkaar praten, maar dan is er aan het einde van de dag een nog grotere verwarring dan aan het begin. Dan kunt u zeggen: “Dat is een zekere verrijking,” maar dan gaat u naar huis met het gevoel: wat is hier vandaag misgegaan? Ik zal in één zin zeggen waar het om gaat:”Het gaat om consumenten van nu, consumenten van straks en waar ook ter wereld.” Daar zit alles in. Einstein stond net op het bord. Dat gaat dus om twee dimensies: om de dimensie tijd en de dimensie ruimte. En als je het zo zegt, zit alles erin. Het gaat om behoeftebevrediging van consumenten met name en ook daar zit, ja, een oriëntatie. Het gaat niet uiteindelijk om overheden of bedrijven of de business. Dat is allemaal ondergeschikt aan de consumenten van nu, van straks en waar ook ter wereld. Daar gaat het om. En dat is bijvoorbeeld, dat ondernemingen nu ook los van overheden zich meer oriënteren op duurzaamheid heeft rechtstreeks te maken met het feit dat ook die ondernemingen merken, dat ook in de traditionele zin markten ontstaan voor allerlei aspecten van duurzaamheid. Unilever gaat de hele onderneming oriënteren op duurzaamheid. Dat komt niet uit de lucht vallen. Dat is niet een intern idee van de topman van Unilever, die eens een keer goed geslapen had en de volgende ochtend wakker werd en denkt: “We moeten nu duurzaamheid, want ik vind dat belangrijk.” Nee, die registreert dat duurzaamheid relevant is en van fundamentele betekenis is voor huidige consumenten, voor consumenten van straks en waar ook ter wereld. Dat heeft men in de gaten en daarom verandert die oriëntatie. Maar je moet goed zien, waar het wat dat betreft om gaat. Nu is het positieve nieuws in dit verband, dat als je het zo ziet, er dus wereldwijd enorme mogelijkheden liggen voor investeringen en voor innoveren. Dus het hele idee dat we de afgelopen jaren hadden - dit is een besloten bijeenkomst, dus we kunnen vrijuit spreken - maar ook veel economen die zeiden: “De wereld stort helemaal in. Er komt een werelddepressie met miljoenen werklozen” en weet ik al niet wat. Anderhalf jaar geleden nog gezegd door allerlei mensen. Flauwekul, er is verschrikkelijk veel werk aan de winkel. Namelijk op dat hele gebied van duurzaamheid. Al die elementen vergen nieuwe investeringen, maar ook innoveren. Elektrische auto’s bijvoorbeeld staan nog aan het begin van ontwikkeling. Zonne-energie, allemaal aan het begin ervan. Er moet enorm veel gebeuren. Dat betekent dus: een wereld van een depressieve toestand - geen sprake van! Een depressie krijg je alleen maar als je wel geld hebt, maar je weet niet waarin het geïnvesteerd moet worden. Nou, daar is geen sprake van. Het tegendeel is het geval. Het is ook een enorm positief perspectief voor een economische - en dat betekent niet financiële, nee, voor een economische - ontwikkeling, waarbij de nadruk wordt gelegd op die behoeften waarbij het niet gaat om
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
economische groei zoals uit het verleden van: is het twee procent of drie procent en drie procent is beter dan twee en als wij zeven procent groeien in Nederland en de Belgen maar vijf procent, dan zeggen we: “Die Belgen zijn niet goed bij hun hoofd en die doen het heel erg slecht en die hebben ook geen regering” en weet ik allemaal niet wat. Allemaal flauwekul. Dat is een puur kwantitatieve benadering. Het gaat om de kwaliteit van de dingen. Het gaat om een kwalitatief hoogwaardige, economische, duurzame ontwikkeling en dat is meer dan alleen datgene wat in termen van het nationaal inkomen, het nationaal product en in geld wordt uitgedrukt en in termen van rendementen. Dat betekent dus ook dat duurzaam bouwen inderdaad belangrijk is, maar je moet wel blijven opletten, want onderaan worden kantoren neergezet die partieel rationeel zijn om dat te doen - wat je in de wiskunde noemt een ‘lokaal optimum’ - die worden daar neergezet, maar daar staan de kantoren leeg. En we gaan wel in Nederland door met het bouwen van kantoren op basis van partiële rationaliteit. Daar moeten we dus mee stoppen en je moet dus nadenken. Dan kunnen die kantoren duurzaam zijn, maar het is niet een zinvolle activiteit. En de werkgelegenheid die daarmee gemoeid is, is zinloze werkgelegenheid. Je moet toe naar concepten, waarin je het overzicht in de gaten houdt. Dat betekent, dat als het gaat over bouwen, je projecten aan moet wijzen die integraal zijn en die zinvol zijn. Zinvol uit een oogpunt van wat de betekenis ervan voor de consumenten van nu en straks is. Wat is dat bijvoorbeeld in de bouw: het renoveren van alle woningen uit een oogpunt van duurzaamheid. Als je dat in Nederland gaat doen, ben je op een veel zinvollere manier bezig dan met doorgaan met het neerzetten van kantoren. Ik ben bijna door de tijd heen waarschijnlijk. Laat ik wat ik gezegd heb ook nog op een onderling interessante manier samenvatten. Als dit een gezelschap is van financiële specialisten - dat is ongeveer de ergste belediging tegenover [onverstaanbaar door gelach]. En er komt op dit scherm het bericht dat het consumentenvertrouwen is gedaald, dan zakt die hele zaal van financiële specialisten weg in diepe somberheid, zwartgalligheid. Mensen gaan hun haar zwart verven, gaan zwarte pakken aandoen, zwarte schoenen. Het is het ergste wat de wereld kan overkomen: het dalen van het consumentenvertrouwen. Alle economen, die meestal ook alleen maar financieel denken, die praten dan ook naar ze: “Ja, dat is heel erg, want die consumenten gaan dan minder besteden en dat is het ergste wat maar kan gebeuren, want dan komen er effecten op de winkels en op werkgelegenheid” en ik weet al niet wat. De werkelijkheid - en degenen die, ja, op een wat meer verstandige manier tegen de dingen aankijken - is anders. Voor mij kan het consumentenvertrouwen niet genoeg dalen. Hoe meer, hoe beter. En waarom? En waarom? Wij leven in een wereld die in de financiële zin, dat onderdeel, in de financiële zin bijna tegen de rand van de afgrond aan is gelopen, met name door de enorme wereldwijde schuldenproblematiek bij overheden. We hebben het vannacht gezien; in de Verenigde Staten is dat net goed afgelopen vannacht, maar dat zijn schuldenproblematieken. Dat heb je bij overheden, dat deed opa ook, dat hebben we bij ondernemingen, dat hebben we in de privésfeer, wereldwijd schuldenproblematiek. Ja, dan is dus het dalen van het consumentenvertrouwen, voor zover zich dat dan ook vertaalt in afnemende consumptieve
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Symposium Naar een Duurzame Energievoorziening
bestedingen, geen min, maar een plus. Het betekent dat mensen wat minder schulden maken, het betekent dat er wat meer wordt gespaard. Dat is wat we wereldwijd nodig hebben. Een afremming van de groei van de materiële consumptie en zeker als we dat perspectief van duurzaamheid hebben, dan hoort dat erbij en dat gaat ook gebeuren. Niet omdat ik dat zeg, maar dat gaat gebeuren, omdat het in de dynamiek van de ontwikkeling zit. Je zult dus een afremming van de groei van de materiële consumptie krijgen en dat betekent dus in plaats van vijf keer per jaar met vakantie gaan in Nederland, vier keer per jaar. Het betekent auto’s niet eens in de drie jaar vernieuwen, maar eens in de vijf jaar. En bij mij thuis betekent het dat we vooral niet elke dag een paar nieuwe schoenen kopen, maar eens in de twee dagen. Dramatische daling die mij de gelegenheid geeft om hier aanwezig te zijn, want anders moet je toch drie uur ongeveer uittrekken om met je partner een paar schoenen te kopen. Daar gaat het om, die afremming. Dus meer afremming van de consumptie leidt tot wereldwijd meer sparen. Met name in de Verenigde Staten essentieel. En dan gaat het eigenlijk maar om één afsluitende vraag: Wat gebeurt er met die extra besparingen? In de Verenigde Staten, in de wereld in het algemeen, in Europa, in Nederland en hier op Nijenrode. Wat gebeurt er met die extra besparingen? Maar één vraag en de vraag is: Wordt dat geïnvesteerd - en dat ligt in het algemeen voor de hand - en waarin dan wel? Het antwoord is: in duurzaamheid. Dat is het hele plaatje. Het wereldwijde... Het wordt: Minder consumptie hier in de materiële zin, meer sparen, investeren in duurzaamheid. En hoe komt het dan politiek rond? Die duurzaamheid, daar moet je van laten zien dat de mensen tegenover de afremming van de materiële groei van de consumptie, of de groei van de materiële consumptie, moet ik zeggen, dat we tegenover die afremming hier in de sfeer van duurzaamheid allerlei extra opbrengsten krijgen die zich niet alleen in geld maar uiteindelijk in subjectieve behoeftebevrediging uitdrukken. Dus vermindering van de dreiging van het klimaat, verbetering van de energievoorziening, zorgen dat er overal in de wereld schoon drinkwater is enzovoorts. De positieve effecten daarvan - nogmaals - laten zich maar gedeeltelijk in geld uitdrukken. Het gaat in hoge mate ook om subjectieve zaken. Ook om zaken die lang niet alleen via de markt tot stand komen, wel mede ook, maar lang niet alleen. Het vergt ook - dat is daarnet terecht opgemerkt - het vergt ook de betrokkenheid van bij wijze van spreken iedereen en van allerlei activiteiten; dat zie je op dit moment ook in de samenleving gebeuren. Maar dat is waar het uiteindelijk om gaat: zorgen dat je de mensen laat zien dat minder groei van de materiële consumptie en daar tegenover hier een toeneming - uiteindelijk een toeneming - van laat ik maar zeggen de veiligheid van de existentie van de mensheid op aarde is.
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Van zwarte naar groene energie. Geopolitiek van mondiale energietransitie Drs. Lucia van Geuns (Deputy Director Clingendael International Energy Programme)
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Header
Van zwarte naar groene energie Geopolitiek van mondiale energie transitie Lucia van Geuns Lions Symposium 9 april 2011
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
“ ….Het leveren van een structurele bijdrage aan de maatschappelijke discussie over de internationale politieke en economische ontwikkelingen in de energiesector (olie, gas, duurzame energiebronnen en elektriciteit)…. ”
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
1
Header
Deze presentatie
• • • •
Introductie Introd ctie Internationale energiemarkt Duurzame energieveiligheid Afsluitende opmerkingen
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
De energie markt • • • • •
Afhankelijk van fossiele brandstoffen Toenemende mondiale vraag Reserves geconcentreerd Emissies broeikasgassen hoog Transport sector bijna volledig afhankelijk van olie en groeiende!
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
2
Header
Ontwikkeling van de energie vraag Global Demand By Fuel
Bron: Smil, Energy Transitions; ExxonMobil
Percent
Other Renewables
100
Nuclear Hydro
80
Gas
60
Oil 40
20
Coal Biomass
0
1800
1850
1900
1950
Clingendael International Energy Programme
2000
www.clingendael.nl/ciep
Gigato onnes
Energie-gerelateerde CO2 emissies en beleid 45
550 Policy Scenario
40
450 Policy Scenario 9% 14%
35
23%
30
54%
Nuclear CCS Renewables & biofuels Energy efficiency
25
20 2005
2010
2015
Reference Scenario
2020
2025
550 Policy Scenario
2030 450 Policy Scenario Bron: IEA World Energy Outlook, 2008
Technologie ontwikkeling is nodig, maar de meeste winst kan worden gehaald door energiebesparings maatregelingen en het gebruik van bestaande technologie! Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
3
Header
Tijd denkraam Klimaat verandering
Dynamiek olieprijs
Energie vraag – 9 Miljard ‘ PEAK OIL’ ?
BEPERKT AANBOD
Potential for shocks VRAAG EN AANBOD
Toenemende vraag Nieuw aanbod Opkomende risico’s
Na koolwaterstoffen ?
Volgende 20 jaar
Lange termijn
Korte termijn
Nu
strategie en beleid
Source: WEC 2005
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
Wereld Energievraag 1980 – 2030 Mtoe
Bron: Referentie scenario IEA World Energy Outlook, 2008
18 000
Other renewables
16 000 Hydro
14 000
Nuclear
12 000
Biomass
10 000 8 000
Gas
6 000
Coal
4 000
Oil
2 000 0 1980
1990
2000
2010
2020
2030
De wereld energievraag groeit met meer dan 40% in de volgende 25 jaar, het absoluut verbruik van kolen groeit het hardst Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
4
Header
Mtoe
Belang van India en China in Energievraag in 2030 12 000
China en India Rest niet OESO OESO
10 000 8 000
Snelle groei tussen 2002 en 2008
6 000 4 000 2 000 0 1980
1990
2000
2010
2020
2030 Bron: Referentie scenario IEA World Energy Outlook, 2008
Niet-OESO landen zijn verantwoordelijk voor 87% van de toenemende energievraag tussen 2006 en 2030, met als drijfveren China en India Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
Toenemende vraag naar energie Beinvloed door bevolkingsgroei en economische groei
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
5
Header
IEA WEO 2008: ..the world will struggle to produce enough oil to make up for steep declines in existing fields, such as the North Sea Russia and Alaska Sea, Alaska… ..the world need to make a significant increase in investments just to maintain the current level of production
Financial Times 20 October 2008
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
Oil Price 1973-2011 Nominal price
$/bbl
Real price
140 120
$ 106.74 per barrel in December 1979
100 $ 75 per barrel in December 2009
80 60 40 20 0 1973
1978
1983
1988
1993
1998
2003
2008
2011
Source: BP 2008
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
6
Header
Wereld gas voorkomens • Wereld: ~175 jaar reserves voor huidig gebruik • Grote unconventionele gas voorkomens
5.6
5.8
2.3
0.8 Europe
1000 TCF 20
Russia/ Caspian
North America* 1.3
Unconventioneel gas
2.6
Middle East
15
14 1.4
Af i Africa
10
5
0
Conventioneel gas
Wereld
Asia Pacific
Latin America
Bronnen: EIA, USGS, NPC, Exxon Mobil, 2010; exclusief al geproduceerd gas
Onzekerheden t.a.v. voorzieningszekerheid • Meer import uit politiek en economisch instabiele
producerende landen p • Concurrentie met andere consumerende landen • Knelpunten in handelsroutes • Beperkte binnenlandse produktie van duurzame energie i b bemoeilijkt ilijkt diversificatie di ifi ti naar alternatieve lt ti brandstoffen • Beperkingen aan energie beleidsinstrumenten Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
7
Header
Verandering in het geopolitieke landschap en de internationale energiemarkt Veranderde mores
• Verandering in de mores door integratie van landen als China en India • Bilateralisme als een alternatief voor globalisering/ multilateralisme • Relatief belang van OECD landen neemt af en belang verschuift naar ontwikkelingslanden
Grondstoffenmanagement
• Grondstoffenmanagement door overheid in producerende landen is toegenomen • Uitrol van controle over de waardeketen door verticale integratie (NOC’s)
Bron: CIEP analysis
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
Oil and gas reserves in n 2004 In bln boe
Verdeling reserves over private en publieke marktspelers 350 300 250
Gas reserves Oil reserves
200 150 100 50 0 Source: CSFB
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
8
Header
Changing Business model…..
Chinese and Indian companies are competing for reserves with majors but they do not (alway) have a profit motive (in the short term) but a (government) assignment to secure flows to China/India
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
IOCs: Zoeken naar alternatieven
Source: IEA, Shell
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
9
Header
Toenemende drukte op transportroutes vergroot kwetsbaarheid!
Bosphorus Million barrels per day
Hormuz Suez Malacca Middle East North America Latin America Africa Western Europe Former Soviet Union Pacific Asia
Bab el-Mandab
Panama
15 10 3 1
Source: GEOG 80, Transport geography
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
Energie transitie
Energie transitie urgent: 1. Geopolitieke en economische risico’s hoog 2. Klimaatsverandering dwingt tot transitie
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
10
Header
Uitdagingen van het Energiebeleid Drie complexe veranderingsprocessen • introductie van marktwerking • internationalisering i t ti li i ((nationaal ti l - EU) • verduurzaming
Conflicterende doelstellingen:
Betrouwbaar
Betaalbaar
Schoon Belang van de nationale energie-industrie? Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
Internationale energiemarkten • Verandering van het internationale politieke en economische systeem door de integratie van landen als India en China; • Energienationalisme neemt toe in producerende landen • Toenemende concurrentie tussen consumerende landen om toegang tot energiebronnen met verschillende strategieën
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
11
Header
www.clingendael.nl/ciep
Clingendael International Energy Programme
www.clingendael.nl/ciep
12
Verduurzaming energievoorziening: een kwestie van strategisch inzicht en tijd Drs. Dick Benschop (President directeur Shell Nederland)
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Dick Benschop Nijenrode 9 april 2011
CAUTIONARY NOTES The companies in which Royal Dutch Shell plc directly and indirectly owns investments are separate entities. In this publication “Shell”, “Shell group” and “Royal Dutch Shell” are sometimes used for convenience where references are made to Royal Dutch Shell plc and its subsidiaries in general. Likewise, the words “we”, “us” and “our” are also used to refer to subsidiaries in general or to those who work for them. These expressions are also used where no useful purpose is served by identifying the particular company or companies. ‘‘Subsidiaries’’, “Shell subsidiaries” and “Shell companies” as used in this publication refer to companies in which Royal Dutch Shell either directly or indirectly has control, by having either a majority of the voting rights or the right to exercise a controlling influence. The companies in which Shell has significant influence but not control are referred to as “associated companies” or “associates” and companies in which Shell has joint control are referred to as “jointly controlled entities”. In this publication, associates and jointly controlled entities are also referred to as “equity-accounted investments”. The term “Shell interest” is used for convenience to indicate the direct and/or indirect (for example, through our 34% shareholding in Woodside Petroleum Ltd.) ownership interest held by Shell in a venture, partnership or company, after exclusion of all third-party interest. This publication contains forward-looking statements concerning the financial condition, results of operations and/or businesses of Royal Dutch Shell. All statements other than statements of historical fact are, or may be deemed to be, forward-looking statements. Forward-looking statements are statements of future expectations that are based on management’s current expectations and assumptions and involve known and unknown risks and uncertainties that could cause actual results, performance or events to differ materially from those expressed or implied in these statements. Forward-looking statements include, among other things, statements concerning the potential exposure of Royal Dutch Shell to market risks and statements expressing management’s expectations, beliefs, estimates, forecasts, projections and assumptions. These forward-looking statements are identified by their use of terms and phrases such as ‘‘anticipate’’, ‘‘believe’’, ‘‘could’’, ‘‘estimate’’, ‘‘expect’’, ‘‘intend’’, ‘‘may’’, ‘‘plan’’, ‘‘objectives’’, ‘‘outlook’’, ‘‘probably’’, ‘‘project’’, ‘‘will’’, ‘‘seek’’, ‘‘target’’, ‘‘risks’’, ‘‘goals’’, ‘‘should’’ and similar terms and phrases. There are a number of factors that could affect the future operations of Royal Dutch Shell and could cause those results to differ materially from those expressed in the forward-looking statements included in this publication, including (without limitation): (a) price fluctuations in crude oil and natural gas; (b) changes in demand for the Group’s products; (c) currency fluctuations; (d) drilling and production results; (e) reserve estimates; (f) loss of market share and industry competition; (g) environmental and physical risks; (h) risks associated with the identification of suitable potential acquisition properties and targets, and successful negotiation and completion of such transactions; (i) the risk of doing business in developing countries and countries subject to international sanctions; (j) legislative, fiscal and regulatory developments including potential litigation and regulatory effects arising from re-categorisation of reserves; (k) economic and financial market conditions in various countries and regions; (l) political risks, including the risks of expropriation and renegotiation of the terms of contracts with governmental entities, delays or advancements in the approval of projects and delays in the reimbursement for shared costs; and (m) changes in trading conditions. All forward-looking statements contained in this publication are expressly qualified in their entirety by the cautionary statements contained or referred to in this section. Readers should not place undue reliance on forward-looking statements. Additional factors that may affect future results are contained in Royal Dutch Shell’s 20-F for the year ended December 31, 2009 (available at www.shell.com/investor and www.sec.gov ). These factors also should be considered by the reader. Each forward-looking statement speaks only as of the date of this publication, February 2011. Neither Royal Dutch Shell nor any of its subsidiaries undertake any obligation to publicly update or revise any forward-looking statement as a result of new information, future events or other information. In light of these risks, results could differ materially from those stated, implied or inferred from the forward-looking statements contained in this publication.
2
EARTH AT NIGHT
Source: “Earth At Night” - NASA Shell International
March 2011
3
HARD TRUTHS CONTINUE TO FRAME ENERGY CHALLENGE
©University of Michigan
Step change in energy use by global rise in population and prosperity Supply from conventional energy resources outstripped leading to stresses Environmental stresses – CO2 and emerging tensions for water, food, land, etc 4/11/2011
4
2008 ENERGY SCENARIOS TO 2050 National supply focus and reactive change
4/11/2011
Emerging coalitions and accelerated change 5
…TO 2030
Shift to the East continues Non-OECD demand climbs as economic growth continues to outstrip OECD nations Demand remaining strong in Middle East
Gas % increases in the energy mix to 2030 driven by; Economic development in emerging nations Demand for lower carbon energy solutions 7
IMPACTS OF AN URBAN WORLD 75% of world’s population in cities by 2050 Est. $300+ trillion investment required by 2040 to build new cities Urban development decisions lock in city energy profile in the early stages Urban planning decisions historically reflect energy prices at the time of development (urban sprawl in the US linked to low gasoline prices) Can cities be the saviour of the global energy crunch? Booz&Co for WWF – Sept 2010
8
CITIES IN THE ENERGY WEB End outputs
Source inputs Nuclear:
Distributed Electricity:
Hydro: Electricity Sector:
Renewables and Others: OPEC+FSU:
Natural Gas:
Electricity sector energy losses:
Residential/ Commercial:
End-user Energy Losses:
RoW:
Coal:
Industry:
Useful Energy:
Non-Energy: OPEC+FSU:
Oil: RoW:
Transport:
9 Based on data from IEA, plus Energy Balances of Non-OECD Countries 2002-2003.Units EJ.
ENVIRONMENTAL SCHISMS An uneven road from Copenhagen to Cancun – continued divergence on CO2 policy unsustainable CO2 pricing and transparency urgently needed New planetary boundaries point to imminent and urgent ecosystem stress Is freshwater the next CO2?
10
GREENER THAN BLUEPRINTS…? Blueprints lower CO2 than most scenario analysis but still 650ppm by 2100* If 450ppm = 2oC, Blueprints isn’t good enough Unprecedented transformation required Uncertainty in future energy supply/demand balance and in extent/impact of climate change MIT analysis – September 2008
4/11/2011
11
NEW TECHNOLOGY DIFFUSION It takes 30 years to span the 1000-fold growth to get from ‘test’ scale to materiality (1-2% of total primary energy supply – 26% per annum Thereafter deployment rises linearly to ultimate share in the mix Focus must be on the technologies we know 12
Haigh/Kramer – Nature 462 (2009)
Tension over South China Sea China’s increased push for energy security Iraq oil licensing and production Delays on domestic climate legislation (US)
BLUEPRINTS
SCRAMBLE
SIGNALS….
Global climate change policy – emergent minilateralism Green City development Intl rainforest protection schemes Sub-national action on climate change 13
What we need
Focus on 2030 first, then on 2050 Come to terms with CO2 pricing Efficiency Technology options Renewables CCS Biofuels ……. with sustainable support mechanisms
Natural gas to replace coal Earlier is better 4/11/2011
Choices
14
De energievoorziening van Nederland- vandaag en morgen Ir. Chris Hellinga (Stuurgroep Duurzame Energie KIVI / NIRIA - TU Delft)
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening
Chris Hellinga Wetenschappelijk Adviseur Advisor Delft Energy Initiative
Lid stuurgroep Energie KIVI NIRIA www.energie.tudelft.nl www.kivisniria.nl/energie
| 1 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
KIVI NIRIA 1. Rapport (2006-2008): Smart Energy Mix 2. Boekje 2010 : De energievoorziening van Nederland. Vandaag (en morgen) ? 3. Toekomst – Het 3 scenario model
TU Delft Delft Energy Initiative Energy on the Campus Energy Club
| 2 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Een beeld van Nederland op zon, wind en biomassa • Huidig energiegebruik: hoeveel, waarvoor? • Trends tot 2050 • Groei • Besparing • Systeemveranderingen
• Energiebehoefte in 2050 • Aandeel elektriciteit?
• Invullen met zon, wind, biomassa + ……
| 3 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
De inzet van energie is twee maal zo groot als de vraag van de Nederlandse eindgebruikers
| 4 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
| 5 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Per sector
2008
Uranium
%
Warmte + bio
Steenkool
producten
(16%)
Aardgas energie afnemers
(49%)
Aardolie
internationale lucht- en scheepvaart
(20%) conversieverliezen
(16%)
Elektriciteit
industrie producten
16
bebouwde omgeving
20
nationaal transport
12
industrie energievraag
13
land-/tuinbouw
3
1. 2. 3. 4. 5.
Transport (32%) Industrie (29%) Bebouwde omgeving (20%) Conversieverliezen (16%) Land en tuinbouw (3%)
internationale
lucht/ scheepvaart
20
conversieverliezen
16 100 | 6
Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Toekomstige vraag; vb. bebouwde omgeving 2050
2008 % industrie producten
bebouwde omgeving
16 energiedrager overig fossiel warmte + bio
20
functie
functie
apparaten
apparaten
inzet energiedrager toepassing elektriciteit
nationaal transport
12
industrie energievraag
13
land-/tuinbouw
3
ruimteverwarming & tapwater
ruimteverwarming & tapwater
(<70 C)
aardgas
conversieverliezen
16
(-50% verwarming)
groei
20
39 kWh/p/d
warmte)
28 kWh/p/d
besparing
Isolatie Isolatie
internationale
lucht/ scheepvaart
warmtepompen, enz ipv gas
Isolatie (-50% warmte)
13 kWh/p/d
100 | 7 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
systeemverandering
electriciteit
Energievraag (PJ)
Belangrijkste aannames + 0,68% / year
Groei +0,4% per jaar (=+18% in 2050) Besparing Warmte bebouwde omgeving Verbrandingsmotoren Tuinbouw Industrie
-50% -20% -25% -25%
Systeemveranderingen Laagwaadige warmte (<70C) : elektrisch (warmtepompen, aard- en restwarmte) Licht wegvervoer : elektrisch | 8 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Transport per vervoerssegment
| 9 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Voortvloeiende ontwikkeling van de energievraag Meer “energie functies”
Besparingen
Systeem veranderingen
| 10 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Toekomstige energiebronnen Electriciteit • Wind: 25% van jaargemiddelde electricitsvraag • Zon-PV: in de zomer de overige elektriciteit
The rest (transportation/feedstock for chemical industry) • Biomass
Wind: Factor 2
Zon: Factor 10
Monthly capacity factor of wind turbines in Germany Monthly solar intensityin London and Edinburgh (source: ISET Wind Energy Measurement Network (2004) (source: David MacKay, 2008)
=> “winter elektriciteitsgat” (18%) = (hier) fossiel (+CCS) / nuclear | 11 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Inzet van bronnen 2050
159
159 | 12
Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Inzet elektriciteit Fossiel/ nucleair
10%
Elektriciteit
Aardolie
Aardgas (naar eindgebruikers)
Lucht-/ scheepvaart
40%
Grondstoffen
Elektriciteit "Biomassa" Verliezen
Rest
4145 PJ = 193 kWh/p/d
3474 PJ = 160 kWh/p/d
2008
2050
Elektriciteit 2050 • absoluut 3* huidige inzet • 30% voor biomassa conversie • Wind + zon = 82% • Seizoensinvloed:18% uit fossiel/nucleair (16 GW) • Dit is 75% van huidige centrale opwekkingscapaciteit | 13 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
| 14 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
| 15 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Conclusies • De inzet van energiedragers in de NL economie is twee maal zo groot als de afname door eindgebruikers
• In 2050 gebruiken we mogelijk 3 * zoveel elektriciteit als nu • Wat “slechts” 50% van de nationale vraag naar energiedragers is
• Electriciteit kan (jaargemiddeld) duurzaam in NL worden opgewekt • (Seizoens) fluctuaties hebben grote invloed op het energiesysteem. Opslag, smart grids, (internationale) uitwisseling zijn belangrijk • Biomassa zal belangrijk worden (zwaar transport (lucht, water, weg) en grondstoffen. Ook inzetten op directe omzetting zonlicht->brandstoffen, wind/nucleaire scheepvaart, … ?)
• Internationale afhankelijkheid zal blijven
| 16 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
To think about …..
Energy savings are extremely important …. | 17 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Vergroening chemische industrie Innovatie met toegevoegde waarde
Building blocks bestaande Chemie BIOMASSA
Bioraffinage
Fermentatie en andere processen
Funct. melkmoleculen zuur
Vergassing
zetmeel / suiker / lignocellulose
succinic acid
azijnzuur
andere
Vergisting
Iso-butanol Iso-butyleen Paraxyleen
plastics, concerveermid. synthet. verdikkings- plastics polymeren middelen lijm
PET-flessen
Aerobic An-aerobic ethanol
methaan SNG glycerol
Ethyleen
Reforming Propyleen Plastics, surfactants, wasmiddelen
Ton Runneboom KVIV Antwerpen Feb 10 2011
Plastics, tapijt
kunstmest methanol =80% chemische industrie
| 18 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Vergroening via ARG-etheenpijpleiding
Ton Runneboom KVIV Antwerpen Feb 10 2011 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
| 19
The European Bulk Chemical industry needs Bio- Ethylene
| 20 Lions Club “Naar een duurzame energievoorziening” 9-4-2011
Stichting Lions en milieuactiviteiten Wilt u meer weten over de stichting kijk dan op de website www.lions.nl onder ‘lions helpen’.
Publicaties en Symposia
1993 1 1995 2 1996 3 1997 4 1998 5 1999 6 1999 7 2000 8 2001 9 2002 10 2003 11 2004 12 2005 13 2006 14 2007 15 2008 16 2009 17 2010 18 2011 19
Het Lions Milieu Projectenboek Het Lions Milieu Projectenboek Energie, Milieu, Toekomst Milieu en Duurzame ontwikkeling De wondere Wereld van Water Naar een duurzame samenleving (LC Utrechtse heuvelrug, 25 jarig bestaan) Afval bestaat niet Energie en onze toekomst Gentechnologie Mobiliteit en Milieu Gezondheid en Milieu Verantwoord Ruimtegebruik en Milieu Jeugd Educatie en Milieu Ondernemen en Milieu Wonen en milieu Klimaat en Milieu Cradle-to-cradle en Milieu De Financiële Crisis en het Milieu Naar een duurzame energie voorziening
Almelo Utrecht Delft Utrecht Rijnmond Arnhem Rotterdam Amersfoort Heemstede Flevoland Rhenen Delft Delft Wageningen Eindhoven Utrecht Breukelen
Boekjes zijn te bestellen bij de Lionswinkel (zie www.lions.nl)
Stichting Lions en Milieu Activiteiten ~ Naar een Duurzame Energievoorziening