WAAR GEBEURD Oorlog in de Leiestreek (3)
De Blitzkrieg 1940 – 1944 Amper 22 jaar na de kreet “Nooit meer oorlog” was het in 1940 weer zover. Dezelfde generatie werd voor de tweede maal in haar bestaan geconfronteerd met een, eerst Europees, en later wereldwijd uitdijend conflict. De geestelijke trauma’s en de lichamelijke verminkingen van de vreselijke ‘Grote oorlog’ van ‘14-‘18 waren nog overal aanwezig. Deze keer was het de expansiezucht en grootheidswaanzin van een gewezen Oostenrijkse korporaal, die Europa in brand zette. Willy DENOULET De neutraliteit van België en zijn grondgebied was voor de nazi’s geen bezwaar om voor de tweede keer in een kwart eeuw ons land binnen te vallen. De “Volkerenbond” – de toenmalige NAVO – had Hitler zwaar onderschat in zijn bedoelingen en was dan ook totaal verrast en onvoorbereid bij de inval op 10 mei 1940.
De aanval In de ochtend van 10 mei voerde de Duitse Luftwaffe met 12.000 man en 4.000 para’s een aanval uit op de Moerdijk en de Beneden-Maas. De landtroepen met 10 pantserdivisies en 107 infanteriedivisies zijn modern uitgerust en oppermachtig t.o.v. de Belgen. Ze trekken dan ook zeer snel het Albertkanaal over, terwijl 500 parachutisten op het oninneembaar gewaande fort van Eben-Emael neerstreken. Intussen worden de steden en strategische plaatsen overal in België door Duitse vliegtuigen gebombardeerd. Al spoedig zijn de Belgen verplicht zich achter de Dijle terug te trekken en daar een nieuwe verdedigingslinie in te nemen. Maar de Duitse troepen met hun snelle tanks rukken door de Ardennen al snel op naar Sedan terwijl de Belgen, intussen versterkt door Engelse en Franse eenheden, aan het noordelijke front geisoleerd dreigen te geraken. De geallieerde legers waren toegerust als voor een herhaling van de eerste wereldoorlog. Maar het werd een snelle bewegingsoorlog, zodat de drei-
de Gavergids 2004 / 1
19
ging van een vernietiging van het Engelse leger voor de kust in lucht hing. De Duitse tanks raasden snel door België richting Noordzee en het Kanaal. Als enige ontsnappinghaven in geallieerde handen bleef Duinkerken over voor het Britse leger om te ontsnappen. Om deze haven te bereiken moesten de Britse troepen door een corridor van 80 km lengte en 25 km breedte. Deze operatie kreeg de naam “Dynamo”. De evacuatie moest bovendien met kleine schepen gebeuren, daar de haven van Duinkerken een echt schepenkerkhof was geworden onder de Duitse bommen. Om deze bijna onmogelijke operatie een kans op succes te geven, was het van het grootste belang dat de opmars van de Duitsers met alle middelen kon vertraagd worden. De verder beschreven “Slag aan de Leie” heeft hiertoe een niet onbelangrijke bijdrage geleverd, want de Belgen en de Fransen zijn er in geslaagd ten koste van zware gevechten de Duitse overmacht aan de Leie enige tijd op te houden en aldus de Britten wat meer tijd te gunnen om operatie Dynamo kans op slagen te geven.
de geallieerde cavalerietroepen tegen Duitse pantsereenheden
Slag aan de Leie bij Kuurne De mei-dagen van 1940 hadden deze anders zo rustige vlassersgemeente op de militaire kaart gezet. Door de steeds verergerende toestand waarin de geallieerde legers (Belgen, Britten, Fransen) zich bevonden, werd op 21 mei 1940 te leper de beslissing genomen om zich achter de Leie terug te trekken. De 3° Infanterie Divisie (3°ID) o.l.v. Generaal Lozet moest stelling nemen op de linker Leie-oever tussen Kortrijk en Ooigem (Kanaal Roeselare-Ooigem). Deze divisie bestond uit 3 regimenten. (1°, 12° en 25° Linie Regiment). Het 12° Linie Regiment (12°LR) dat zich eerst in Wakken bevond zou post vatten te Kuume tussen Kortrijk en Bavikhove. Op 22 mei om 8 uur kwamen de mannen in Kuume aan en begonnen in de omliggende Leiemeersen schutterskuilen ter graven. Het ondiepe grondwater maakte de aarde zo drassig dat elke put met hooi en vlaslemen moest worden aangevuld. Het 12°LR had reeds heel wat manschappen verloren en allen waren moe van de vele lange marsen (de eenheid kwam reeds van Namen via Gent, Ruiselede en Wakken naar Kuume). Met ongeveer 2.000 man (normaal 3.750 man per regiment) moest de korpsoverste Kolonel Ivan Gérard zijn sector tegen de oprukkende Duitsers verdedigen. Op 23 mei kreeg de burgemeester het bevel om de bevolking van Kuurne te evacueren. Men had reeds een vermoeden van wat er komen zou. Diezelfde dag hadden de terugtrekkende Britten (British Expeditionary Force) de bruggen over de Leie opgeblazen, maar het werk was zo stuntelig uitgevoerd dat de Belgische Genietroepen het nog eens moesten overdoen. Daar de kerktoren van de Sint-Salvatorkerk in Harelbeke door de Duitsers als uitkijkpost kon worden gebruikt, moest hij worden neergehaald. Met de nodige hoeveelheid springlading werd de klus geklaard door de Belgische genietroepen. Ook de kerktoren van BeverenLeie werd die dag naar beneden gehaald. de Gavergids 2004 / 1
20
Het 3° Artillerie Regiment (3° AR) dat het 12°LR moest ondersteunen, had zijn veldgeschut opgesteld achter de Brugse baan (Lendelede-Izegem) en richtte de vuurmonden op de rechter Leie-oever. In de namiddag van 23 mei 1940 was het dan zover. De eerste Duitsers reden Harelbeke binnen en vestigden zich in de huizen met zicht op de linker Leie-oever. Mitrailleurs werden op zolders geplaatst en tussen de opengetrokken dakpannen werd de loop naar de Leie gericht. Elke beweging van de Belgen werd nauwgezet gevolgd en veelal met een mitrailleursalvo beantwoord. Het 12° LR had als opponenten 2 Duitse regimenten uit de 18° Silezische Divisie, m.n. het 30° Inf. Rgt (ErdmannsdorfRegt.) en het 51° Inf. Rgt. (Bohnstedt Rgt.). De Duitsers kregen daarbij nog de steun van verkenningsvliegtuigen die de linker Leie-oever afspeurden. De nacht van 23 op 24 mei bleef kalm en beperkte zich tot het over en weer schieten van de artillerie. Maar bij de eerste ochtend klaarte brak de hel in alle hevigheid los. Het Duitse geschut bracht de Belgische stellingen een zware klap toe. De voorste verdedigingslijnen werden afgezonderd van de achterliggende troepen. De Duitse artillerie vuurde uit alle hevigheid naar de overliggende oever en verlegde de inslagplaats telkens met enkele meters. Door de zwarte rook die opsteeg uit vele brandende vlasschuren werd het moeilijk om een overzicht te krijgen van de ganse gevechtssituatie. Het 12° LR zag zijn rangen nogmaals uitdunnen. De Belgische artillerie die opgesteld stond tussen Lendelede en Rumbeke werkte met grote precisie. Hierdoor mislukte deels de Duitse poging om de Leie, ter hoogte van de Watermolens (toen gekend als Ozonia), over te steken. Met aangebrachte rubberbootjes konden de Duitsers dan l peloton overbrengen. Bij de tweede oversteek poging werd de rechter oever door de Belgische strijders onder vuur genomen. Gezien de Duitse rubberbootjes aan flarden waren geschoten werden afgerukte huisdeuren gebruikt om over te peddelen. In de namiddag kregen de Duitsers vaste voet op de linker Leie-oever tussen Kuurne en Harelbeke waar ze een bruggenhoofd vormden. Ook aan de Hoge Brug in Harelbeke was de overtocht geslaagd. Door middel van observatieballonnen opgelaten te Harelbeke kregen de Duitsers een klare kijk over de Belgische stellingen. De Belgische troepen konden niets anders dan zich terugtrekken richting Brugse baan. De Duitse troepen zwermden uit en namen het centrum van Kuurne in. Langs de Leieboord te Kuurne, waar de Heulebeek in de Leie mondt, wist korporaal Joseph Verhaeghe (afkomstig van Bissegem) als enkeling stand te houden. Vanuit zijn mitrailleursnest schoot hij tientallen Duitsers neer die zich aan de oversteek waagden, tot een Duitse granaat hem fataal werd. De Duitse officieren gaven hem een speciale eerbetuiging en stelden hem tot voorbeeld van dapperheid aan hun eigen mannen. Tegen de avond werd het 12°LR afgesloten van zijn rechter buur, het 24° LR, dat zich te Kortrijk bevond. Te Kuurne was de slag gestreden. Het 12°LR trok zich diezelfde avond achteruit richting Ardooie en zou via Ruddervoorde en Oostkamp in Ichtegem aankomen, waar het op 28 mei de capitulatie meemaakt. Kuurne had veel geleden tijdens die twee dagen, tientallen huizen en vlasschuren waren uitgebrand.106 Belgische soldaten lieten het leven, een 500-tal werd gewond en 800 man werd door de Duitsers krijgsgevangen genomen. In 1977 werd door een ploeg van de toenmalige BRT een film gemaakt over de Leieslag. Hiervoor werd de Leie-overtocht tussen Kuurne en Harelbeke gereconstrueerd. Tot op heden werd de film echter nog niet vertoond.
Slag aan de Leie bij Ooigem Het 1° Linie Regiment (1°LR) kwam vanuit Aalter via Dentergem naar Ooigem afgezakt. Op de linker Leie oever werden de troepen in stelling gebracht. Aan de kant van Beveren -Leie was de rechter Leie oever een aaneenschakeling van open vlakten en Leiemeersen. De Des-
de Gavergids 2004 / 1
21
selgemse Leiekant daarentegen (langs de rechter Leie-oever) was meer bebouwd met afzonderlijke hoevetjes, woningen, rootputten en vlasfabriekjes. De laatste dagen waren lange slierten vluchtelingen over de Leiebrug te Ooigem getrokken richting westen. Dat de oorlog naderde werd met de dag duidelijker. Vele Leiekant bewoners (grondgebied Desselgem) hadden zich reeds voorzien van uitgegraven beschuttingen (onderstand) om tijdens beschietingen in te schuilen. Op 23 mei werd door de terugtrekkende Britse troepen de Leiebrug tussen Ooigem en Desselgem opgeblazen. De spoorwegbrug en de brug tussen Sint-Baafs-Vijve en Sint-ElooisVijve werden door het 13° LR (opgesteld in Wielsbeke) opgeblazen. Toen de eerste Duitsers (verkenners) in de Leiekant aankwamen, hield iedereen zich stil in huizen, kelders en schuilplaatsen. Omstreeks 18 uur kwam de 30e Infanteriedivisie aan de rechter Leie oever aan. Deze werd onmiddellijk beschoten door de Belgische troepen die zich aan de linker oever hadden weggestoken. Het heen en weer schieten was zo hevig dat niemand het waagde om zijn schuilplaats te verlaten. Een aantal Belgische soldaten hadden zich eveneens op de rechter Leie oever verschanst en vormden als het ware een bruggenhoofd. Sommige lagen in het roggeveld, andere hadden zich achter en rond de kleine ‘kortmanswoningen’ verborgen. Een mitrailleur had zich achteraan een klein hoevetje opgesteld en hield het voorhof in de gaten door het raam van de achtergevel en het raam van de voorgevel. Elke poging om het huis te betreden, werd de tegenstander fataal. In een zwingelkot (plaats voor zwingelen van vlas) had een Belgisch soldaat zich verdoken met 3 mitrailleurs. Tientallen Duitsers had hij neergeschoten tot hij zelf door een vijandelijke granaat werd afgemaakt. Tot 23u werden de Leieboorden tussen Kortrijk en Wielsbeke door de legers omgewoeld. Een Duitse poging om die avond ter hoogte van Beveren-Leie de rivier over te steken, werd door het 1° LR te Ooigem verhinderd.
straatnaam en embleem van de 1e Linie Regiment in Ooigem
De nacht van 23 op 24 mei werden de inwoners van Ooigem door de burgemeester aangeraden om het dorp te verlaten en zich van de Leie te verwijderen. Op 24 mei omstreeks 6u in de ochtend stuurden de Duitsers artilleriegranaten naar Ooigem en Wielsbeke. Via grachten en beken slopen de troepen richting Leie. In die vroege ochtend werden 12 personen geëxecuteerd door de Duitsers. Hun huizen werden nadien in brand gestoken. Het betrof drie Desselgemse gezinnen en vier vluchtelingen uit Aalst. In de Desselgemse wijk Schoendale, gelegen tegen Sint-Eloois-Vijve, was in 1934 een doorsteek gemaakt aan een Leie meander, waardoor een oude Leiearm was gevormd. De Duitsers die zonder veel tegenstand de oude Leie overstaken en in de open oevermeersen terecht kwamen, dachten dat hun opzet geslaagd was. Algauw maakten andere soldaten de overtocht. Precies een stuk Leie dat door de Belgen vergeten was. Maar dat het Belgische 13° LR
de Gavergids 2004 / 1
22
zich achter de nieuwe Leie-doorsteek had verschanst zou snel duidelijk worden. Honderden Duitsers lieten hier het leven. Zes volgeladen vrachtwagens met lijken zouden achteraf worden geteld. Terwijl het geschut in alle hevigheid doorging hielden de Duitsers een razzia in de Leiekant. Alle burgers werden uit hun schuilplaatsen gejaagd en als stoet door de kogelregen naar twee vlasschuren geleid. "Die Leute haben geschossen ..."zo luidde het. De soldaten dreigden ermee de schuren in brand te steken. Ouderen aanriepen alle heiligen van hierboven en kinderen huilden van angst. Om 9u werd de Duitse artillerie wakker en bestookte vanuit Deerlijk de Leie-oever te Ooigem. De kerktoren kreeg een voltreffer en de omliggende huizen waren volledig vernield. Uit de vlasschuren aan beide oevers van de Leie laaiden de vlammen hoog op.
geschutskoepel aan Ooigembrug
Omstreeks 17u hield de zware beschieting van Ooigem op en de Duitsers probeerden om de Leie over te steken (Ooigem-bos) en er een bruggenhoofd te vormen. Het 1°LR wist dit echter te verhinderen. Door de zware beschietingen was dit regiment met 300 manschappen verminderd, een 60-tal waren gesneuveld. Rond 18u slaagde het Duitse 74° IR er toch in om over te steken en een bruggenhoofd te vormen tussen het 25°LR (Bavikhove) en 1°LR (Ooigem). Aan de Leiekant te Desselgem was de oversteek eveneens begonnen. De beide Belgische regimenten trokken zich hierbij snel terug richting Oostrozebeke. Het lage waterpeil van de Leie (het sas te Sint-Eloois-Vijve was vernield) liet de Duitsers toe om snel een noodbrug te slaan. Enkele Leiekantbewoners die ondergedoken zaten in rootputten en onderstanden en bij de razzia niet waren opgemerkt werden door tussenkomst van een Duitse officier gered van de executie. De Duitse soldaten waren woedend om de vele strijdmakkers die ze hadden verloren. Ze beschuldigden de inwoners ervan te hebben geschoten op hun kameraden. De opgeëisten in de vlasschuren werden nu hard behandeld, sommigen werden bont en blauw geslagen. Vrouwen en kinderen die het meest huilden werden het eerst vrij gelaten. De overblijvenden werden de volgende morgen via Waregem naar Kruishoutem weggebracht. Op 25 mei verplaatst het strijdgewoel zich ter hoogte van Wielsbeke, waar eveneens de vlasschu-
de Gavergids 2004 / 1
23
ren in brand worden gestoken. Ook de kerk moest eraan geloven. Deze brandde uit en zou later op een andere plaats worden heropgebouwd. Hoewel de infanterie zich had achteruit getrokken bleef de artillerie de Leie-oevers zwaar beschieten. Op 26 mei, toen de gevechten aan de Leie voorbij waren, kwamen de inwoners terug naar de Leiekant afgezakt. Ze vonden er hun stukgeschoten en afgebrande huizen, dode koeien en paarden, ronddolende kippen, verminkte schapen en geiten en vooral veel Duitsers die in de grachten en langs de wegen dood lagen. Dat de Duitsers de Leiekant te Desselgem zo zwaar teisterden had vooral te maken met de vele verliezen die ze leden aan de Oude Leiearm te Schoendale en omwille van het feit dat enkele Belgische soldaten van het l ° LR die, verscholen achter huizen en rootputten, de indruk wekten dat het burgers waren die op de Duitsers schoten. Drank en razernij lagen aan de basis van de executie van de 12 burgers.
gedenkplaat onder de geschutskoepel aan Ooigembrug
herdenkingsplaat aan de kerk in Desselgem
de Gavergids 2004 / 1
24
plan van de Leieslag in mei 1940
Bijzondere gevallenen te Ooigem Kapitein Commandant Gustaaf Vincke Kapt Cdt. Gustaaf Vincke werd geboren op 5 april 1883 te Moorsele. Hij kwam als vrijwilliger in het leger in 1911 en maakte de eerste wereldoorlog mee. In 1937 verwierf hij de graad van Kapitein. Tijdens de 18-daagse veldtocht was hij commandant van de 5° compagnie van het l LR. Op zaterdag 25 mei bevond de 5° comp. zich langs de linker oever van het kanaal Roeselare-Ooigem De companie lag er in tweede lijn. Rond 14u30 ging Cdt Vincke op verkenning om zich te verzekeren van de situatie. Langs de kanaaloever vertrok hij richting het sas van Ooigem. Korporaal Jean Destatte vergezelde hem bij deze tocht. Toen na twee uur de compagnie commandant nog niet was teruggekeerd gingen enkele manschappen naar hem op zoek. Al snel werd het lichaam van korp. Destatte teruggevonden langs het kanaal. Een kogel had het hoofd doorboord. Enkele meter verderop kwam ook het lijk van Cdt Vincke te voorschijn. Een projectiel ter hoogte van de bovenlip, was hem fataal geworden. Door de voortdurende beschietingen moest gewacht worden tot het donker werd alvorens de lijken ter plekke konden worden begraven. Bij hun aankomst te Ooigem en nadat de soldaten zich hadden ingegraven, reed Cdt Vincke met de moto van de compagnie naar Rekkem om er zijn oude moeder en zijn twee zusters nog snel een bezoek te brengen,... een afscheidsbezoek. Op 29 mei (na de capitulatie) kwam een familielid hem even opzoeken in Ooigem. Daar vernam hij over de dood van de commandant.
de Gavergids 2004 / 1
25
De 16-jarige zoon van Cdt Vincke is daarna naar Ooigem gekomen om zijn vader op te graven en te identificeren. Het stoffelijk overschot werd naar Rekkem overgebracht met een bestelwagen. Daar werd hij twee dagen later begraven. Tijdens de ter aarde bestelling liet de commandant van een Duits peloton zijn mannen een militaire saluut afvuren. Postuum werd hem het Oorlogskruis 1940-1945 toegekend. Op 19 juni 1960 (+/- 20 jaar later) werden te Ooigem de "Cdt Vinckestraat" en de "1° Linieregimentstraat" ingehuldigd. Onderluitenant Auguste Marin August Marin werd geboren te Chatelet op 10 augustus 1911. Hij sneuvelde op 24 mei 1940 rond 21 uur bij het Leembos te Ooigem. OLt. Marin was bevelhebber van een ATK compagnie die met drie 47 mm kanonnen het 25° LR (Bavikhove-Ooigem) moest bijstaan. Tijdens de zware Duitse artilleriebeschieting werd de jonge Onderluitenant getroffen door een granaatscherf ter hoogte van de nek. Marvin had Rechten gestudeerd en was een getalenteerd dichter. In zijn gedicht "Le Front aux Vitres" beschrijft hij zijn droevig lot: Voici les grand pays de sable Parés pour les noces de froid Je passé un fleuve redoutable Le ciel s'est détoumé de moi! Midden oktober 1940 kwam de oudste zuster van Marin, samen met een kistenmaker naar Ooigem om er het lijk te komen halen. Rond 5 uur in de morgen werd het lijk opgegraven en vervangen door klei. OLt. Auguste Marvin ligt begraven te Zinnik. Op 13 juni 1965 werd ter zijner nagedachtenis het "August Marinplein" ingehuldigd.
Het monument van het 1° Linieregiment bevat 71 namen van soldaten die in Ooigem de dood vonden op 23-2425 en 26 mei 1940. De meeste gesneuvelden (30-tal) lagen in het bos en in de meersen tussen het bos en de Leie. Oorspronkelijk stond het monument, samen met het kruis in het bos. Later (1960) werd het monument verplaatst naar zijn huidige plaats. Bronnen diverse syllabussen Gidsenbijscholing, georganiseerd door Toerisme Leiestreek en voorbereid door F. Vannieuwenhuyse
de Gavergids 2004 / 1
26