Grensstenen
Grensstenen. Grensstenen zijn stenen die de grens aangeven. Omdat we in Twente aan de grens wonen met de Bondsrepubliek Duitsland, zijn er dus ook bij ons grensstenen. Zij stammen uit verschillende perioden van onze geschiedenis.
Nederlands oudste grenspaal staat in Twente in de omgeving van de Lutte en dateert uit de tweede e helft van de 15 eeuw. Hij draagt het nummer 20.
Jurisdictiepaal.
Deze driehoekige paal uit 1773 draagt op zijn zijden resp. de wapens van Gelderland, Overijssel en het vorstbisdom Münster. Hij staat op het punt waar de provincies Gelderland en Overijssel en ook de gemeenten Eibergen en Haaksbergen samen grenzen aan de Bondsrepubliek. Deze paal is tegenwoordig ook een officiële rijksgrenspaal met nr. 832. Deze nummering begint in Schengen (tegenwoordig Luxemburg) met nr. 1 en eindigt met nummer 862 bij de Dreiländersee tussen Gronau en Gildehaus. Dit zijn de hoofdpalen, bij de tussenliggende palen zijn letters toegevoegd (832A). Vanaf paal nr. 862 noordwaarts begint aan de Nederlandse kant de nummering opnieuw. Dat komt omdat het bisdom Munster en het graafschap Bentheim reeds in 1815 bij Pruisen kwamen. Zodoende kon men met de nummers doorgaan tot in deze buurt. Maar Hannover kwam pas bij Pruisen na de Duits/Duitse oorlog van 1866/67. In die tijd hebben veel broers tegen elkaar gevochten, omdat de ene bij Pruisen en de andere bij Hannover vocht. Dus daar waar grenssteen 862 staat, is gelijktijdig nummer 1 voor de serie naar het noorden toe. Waarom Duits/Duitse oorlog? Om het duidelijk te maken: Friezen, Twentenaren, Achterhoekers en Limburgers voelen zich Nederlands, maar zijn geen Hollanders. Zo ook het koninkrijk Hannover dat zich van nature Duits voelde, maar een ontzettende hekel aan het koninkrijk Pruisen had. Toen in 1866 Pruisen en Oostenrijk met elkaar in de clinch lagen en er een oorlog ontstond, koos Hannover partij voor de Oostenrijkers. Maar de Pruisische soldaten waren heel goed gedrild en binnen een paar dagen werd Hannover door de Pruisen bezet. Op 20 september 1866 werd Hannover door Pruisen geannexeerd en was voortaan een Pruisische provincie. Dat is dus de reden dat de grensstenen met nummer 862 eindigen en opnieuw met nummer 1 beginnen. Het is wel heel erg vreemd, dat de historische grens Nederland-Pruisen, niet bij Dinxperlo maar bij Enschede was. Tot 1797 (Campo Formio) was er een Drielandenpunt: StaatsNederlands gebied, Bisdom Munster en Heerlijkheid Anholt. Na het Verdrag van Kleve, in 1816, werden bij ons aanvankelijk eiken grenspalen geplaatst, maar in 1824
werd begonnen met het plaatsen van achthoekige en soms vierkante grensstenen. Het kadaster zorgt voor de plaatsing en het beheer over deze grensstenen. Het onderhoud wordt nu om de drie jaar gedaan door Nederland en Duitsland. De bekendste steen is wel de drielandensteen in de provincie Overijssel.
Hij dateert van 1659 en staat aan de weg van Gronau richting Gildehaus, aan de linker kant van de weg achter de vangrail nabij de Dreiländersee, hij markeerde toendertijd de grens van het graafschap Bentheim, het Vorstendom Münster en de provincie Overijssel. In 1824 is er een letter H in gebeiteld toen Hannover het vorstendom Münster inlijfde. Nu markeert hij de grens van de provincie Overijssel en de Bundesländer Nordrein Westfalen en Niedersaksen (zie foto’s boven). Het wapen van Overijssel is onder de kroon een staande leeuw met in het midden een golvende balk als symbool van de IJssel. Graafschap Bentheim, met 17 hele en 2 halve penningen en een H in ’t centrum. Aan de Westfaalse zijde het wapen van vorstbisschop Cristophorus Bernardus von Galen van Münster (Bommen Berend), 3 wolfsangels, het stift Münster, dwarsbalk in het midden, de heerlijkheid Stromberg, 3 vogels op dwarsbalk. Rechts boven en links onder de pretentie op de heerlijkheid Borculo, 3 kogels links boven en rechts onder.
Materialen gebruikt voor grensstenen. Bentheimersteen, heeft zijn naam te danken aan Bad Bentheim de vindplaats van de zandsteen en werd al gebruikt in 1200. De steengroeven waren leverancier van roodkleurige respectievelijk geelgrijze zandsteen, uitstekend bouwmateriaal dat tot ver in de omtrek benut werd. Verder werd Bentheimersteen al meer dan negen honderd jaar als bouwmateriaal verwerkt voor kastelen, kerken (Pancratiuskerk Haaksbergen), bruggen, grensstenen, doopvonten, waterputten en voerbakken (thans veel gebruikt als tuindecoratie) enz. Tegenwoordig mag hier niet meer mee gewerkt worden behalve onder strenge milieumaatregelen (kankerverwekkend). Men moet niet vergeten dat als de steen uit de groeve komt ze nog relatief zacht is, en nog gemakkelijk te bewerken, ook al gaat tegenwoordig veel machinaal, maar natuurlijk niet alles. Het heeft ondanks alle milieu belastende problemen zijn kwaliteit duidelijk bewezen; gebouwen tijdens de middeleeuwen gemaakt van bentheimersteen verkeren tegenwoordig nog in goede staat. In Nederland mag het alleen nog gebruikt worden met vergunning voor bijzondere reparaties, zoals b.v. het paleis op de Dam en de Pancratiuskerk in Haaksbergen. Tussen 1813 en 1817 werden door de nieuwe machthebbers de houten paal in gebruik genomen. Deze palen waren 2.50 meter hoog boven de grond en aan Nederlandse kant rood/wit en aan de Pruisische kant zwart/wit. In 1847 werden hardstenen obelisken als grenssteen geplaatst. Dit was de periode Otto von Bismarck (foto). Deze stenen werden ook wel Bismarckstenen genoemd.
Gereedschap
Gereedschap dat gebruikt wordt bij de bewerking van grensstenen. Op de bovenste foto een grendel, ook wel raamijzer, is een stuk handgereedschap van de steenhouwer, te vergelijken met een bundel spitsijzers. In een gietijzeren vatting zijn met een metalen wig tot ongeveer vijftien gehard stalen puntbeitels geklemd, die aan beide einden geslepen zijn. Met dit werktuig kon een steenhouwer snel een ruw breukvlak behakken tot een min of meer egaal vlak. Het eindresultaat lijkt enigszins op een geprikt of gebouchardeerd vlak. Het gereedschap werd voornamelijk in de bewerking van zandsteen gebruikt, maar wegens de grote stofontwikkeling is dit gereedschap in de steenhouwerswet van 1921 in Nederland verboden. Het andere gereedschap is een bouchardeerhamer die ook hier voor gebruikt werd. Een bouchard, of het nu een hamer- of beiteltype is, heeft gewoonlijk een vierkante kop met piramidevormige punten, hoewel er ook cylindervormige versies van bestaan. Met deze punten wordt het steenoppervlak vergruizeld en zo de steen ruwweg geëffend. Verder een beitel die wordt gebruikt om groeven in de steen te maken.
Met een boor werden de gaten in de grote blokken geboord om de steen makkelijk te kunnen splijten.
Waar vroeger alles alleen met mankracht gebeurde is het tegenwoordig met het gebruik van machines heel wat gemakkelijker.
Kosten van de Grenspalen. Circa 1800 kostte Bentheimersteen 16 stuivers per vierkante voet (1 voet is 31,4 cm) waarvan 4 stuiver breekloon, 5 stuiver voor de graaf als beheerder van de groeve, 3 stuiver voor vracht over land van Bentheim naar Nordhorn, 3 ½ stuiver voor het vervoer per boot naar Zwolle en een ½ stuiver voor tol.
Veldwerk: Verzamelen van de gegevens. Het opzoeken en fotograferen van grensstenen is een ware happening want je komt op plaatsen waar bijna niemand komt. Wel is het een goede zaak om een paar laarzen te dragen en niet in de beste kleren gaan zoeken want je moet geregeld over het prikkeldraad klauteren. Voor de gezondheid en de slanke lijn is het een uitkomst. Af en toe springt er een konijn of haas langs je heen of ander klein wild. Je moet daarom ook niet met teveel personen zijn; je bent in een natuurgebied en jaagt het eventueel aanwezige wild op. Ook de hier en daar nog aanwezige agrariërs worden daar niet vrolijk van. Heel vaak is het ook nog verboden natuurgebied, of particulier terrein. Meestal ga ik er dan ook alleen op uit, of gaat mijn echtgenote Ans mee.
De auteurs. Als eigenaar van een wegenbouwbedrijf heb ik Chris Hofman, vele jaren gewerkt met bentheimerstenen. Onder andere bij het Huize Zonnebeek, Huize Singraven, Westerflier, Twickel en de Watermolen te Haaksbergen, en verder voor diverse gemeenten. Er stond in het bestek bentheimersteen verwerken. Dat is dan ook de reden dat mijn belangstelling uitging naar historische gebouwen, zoals kerken, kastelen, ook militaire begraafplaatsen. Sinds 1985 houd ik mij bezig met grenspalen. Verder gaat mijn belangstelling uit naar het schutterswezen in zijn algemeenheid. Zelf ben ik sinds 1981 lid van de Haaksbergse schutterij en in 2010 bevorderd tot kaptein. We bezitten een prachtige accommodatie in het park Groot Scholtenhagen, “Het Schuttershoes”, genaamd, alles samen in eigen beheer gebouwd. Wij hebben ongeveer 130 leden en schieten in verschillende disciplines, o.a. luchtgeweer, kruisboog, pistool en handboog. Ook houden we ons bezig met vendelzwaaien, marcheren en defileren. Meer dan tien jaren heb ik in het bestuur gezeten en ben al meer dan dertig jaar officier. Tevens ben ik zo’n beetje de archivaris van de Haaksbergsche Schutterij die in 1785 opgericht is. Ans Hofman-Weernink is al meer dan 20 jaar bezig als vrijwilligster bij het Historisch archief en leest, fietst, wandelt en puzzelt graag. Als auto monteur-plaatwerker heb ik, Gerard Vaanhold, jaren gewerkt bij garage Wildenborg, later van der Kuil & Scharenborg in Haaksbergen en in mijn vrije tijd houd ik mij bezig met een familieboek. Verder vrijwilliger bij de Historische Kring van Haaksbergen en ben ik bezig met het indexeren van o.a. de Burgerbevolking. Verder met het opzoeken van wie waar gewoond heeft, van vroeger tot nu. Chris en Ans Hofman-Weernink Gerard Vaanhold Een DVD met foto’s van alle grensstenen en hun omgeving langs de grens van Haaksbergen/Duitsland is verkrijgbaar via de Historische Kring Haaksbergen. Ze kunnen worden afgedraaid in een dvd speler. Een link naar grenstenen aan de grens met Duitsland in Haaksbergen op internet GP 832-845. http://www.grenspalen.nl/archief-denl/denl-archief-index.html