De Arya Samaj Een algemene inleiding door drs. Raj Gainda Rotterdam, 2010 De Arya Samaj werd in 1875 in Bombay, India, door maharishi Dayanand Saraswati opgericht en kan gezien worden als een hervormingsbeweging. In het verlengde hiervan stichtte de Swami in 1983 de Parupkarni sabha: vereniging met als hoofddoel het behartigen van de belangen van anderen, anderen vooruithelpen. De Arya Samaj [vereniging of gemeenschap van nobele mensen] is een religieuze en sociale vereniging of gemeenschap. Het religieuze kan gezien worden als een reformatiebeweging: de klassieke Indiase normen en waarden van de Vedische tijdperk worden van onacceptabele, nietfunktionele en onderdrukkende, asociale bijkomstigheden ontdaan. De godsdienst wordt eenvoudiger gemaakt en vooral het sociale aspect wordt door Dayanand benadrukt: mensen moeten meer voor elkaar over hebben en meer voor elkaar doen. Het doel wat Dayanand met de oprichting van de vereniging voor ogen had was het Hindoeïsme van zijn tijd in India zuiver maken door het geloof en de godsdienst van veel asociale aspecten te ontdoen en de fundamentele waarden en normen uit de Vedische tijd te herwaarderen. Het hoofddoel van de Arya Samaj is altijd geweest: krinwanto wishwam aryam : maak de wereld sociaal: naast het dienen van god het dienen van de mens en milieu centraler stellen. De hoofdaspecten [middelen] van dit centrale doel zijn: het bevorderen van lichamelijk welzijn; het bevorderen van geestelijk welzijn; het bevorderen van maatschappelijk welzijn van iedereen en in het bijzonder de gemeenteleden; het centraal nastreven/bevorderen van collectieve, universele rechten en belangen, normen en waarden; het actief bestrijden van onderdrukking. Leven volgens de normen, waarden, doelstellingen en verwachtingen van de Veda’s en de Vedische cultuur: deze zijn universeel van kracht en niet in strijd met bijvoorbeeld de universele rechten van de mens; de Vedische leerstellingen zijn terug te vinden in de geest en de letter van de universele rechten en plichten van de mensen.
Deze doelen worden nagestreefd door: het organiseren van religieuze diensten waaruit inspiratie geput wordt om sociale activiteiten te ontplooien; het verrichten van sociale activiteiten: het verlenen van diensten: de Arya Samaj is in wezen meer sociaal dan religieus getint, als zodanig door de oprichter bedoeld. Op internationaal terrein zien we de Arya’s de volgende activiteiten ontplooien: propageren en houden van godsdienstige plechtigheden; bouwen van tempels; exploiteren van scholen en internaten; exploiteren van verzorgings- en bejaardentehuizen; oprichten van lokale verenigingen; verrichten van sociale arbeid, bijvoorbeeld maatschappelijk werk en dienstverlening. De basis van de Arya Samaj zijn de basisprincipes zoals die uit de Veda’s gehaald kunnen worden. De 10 kenmerken [morele principes waarop ons gedrag gebaseerd moet zijn en waarmee het nobele gedrag of de menselijke plicht [dharma] getoetst kan worden zijn: 1.geduld, tevredenheid, volharding, standvastigheid betrachten [dhriti]; 2. vergevingsgezindheid, duldzaamheid en tolerantie [kshama]; 3. beheersing van gedachten en wil, krachten ontwikkelen [dam]; 4. respect voor en bescherming van andermans welvaart en welzijn [asteya]; 5. reinheid van lichaam en geest, bevordering gezondheidszorg [sawtj]; 6. beheersing van de zintuigen [indriyanigraha]; 7. bevorderen van wijsheid en rede door opvoeding en socialisatie, moraliteit en zedelijk, logisch denken [dhi]; 8. bevorderen van kennis en wetenschap, scholing [widya]; 9. juistheid, waarheid en waarachtigheid betrachten [satya]; 10. agressie vermijden, gelijkmoedigheid en affiliatie, altruïsme betrachten [akrodh]. Ter aanvulling, aanpassing aan de eigen tijd en plaats, werden de bovenstaande basisprincipes door swami Dayanand concreter gemaakt en dit leidde tot de grondbeginselen van de Arya Samaj als een sociale, culturele en religieuze hervormingsbeweging.
Deze 10 grondbeginselen zijn: 1. God is de oorzaak van alle ware kennis en van de zaken die hierdoor gekend kunnen worden: God als de oerbron van de schepping; 2. God is waar, intelligent, heilig, gelukkig, almachtig, rechtvaardig, barmhartig en uniek. Hij is de schepper, onderhouder en hervormer van het heelal. Hij is zonder begin, ongeboren, oneindig, eeuwig, volmaakt en onlichamelijk. 3. De Veda’s zijn boeken met ware kennis. Het is een plicht van allen om ze te bestuderen en te onderwijzen. 4. Iedereen dient steeds bereid te zijn de waarheid te zoeken en aan te nemen en onwaarheid te weerleggen. Dit slaat zowel op kenbare, toetsbare zaken als het morele, zedelijke en gelovenswaardige zaken. 5. Alle daden dienen deugdzaam te zijn. Ze moeten gesteld worden na grondige overweging van hun toelaatbaarheid, rechtvaardigheid en juistheid. 6. Het centrale doel van de Arya Samaj is bevordering van het welzijn van iedereen; de bevordering van een ieders materiële, immateriële en sociale belangen. 7. Iedereen verdient overeenkomstig zijn verdiensten, persoonlijkheid en identiteit met respect, liefde en rechtvaardigheid op een waarachtige wijze behandeld te worden. 8. Onwetendheid en onkunde dienen voortvarend en energiek uitgeroeid te worden en wetenschap en vaardigheden dienen met nadruk bevorderd te worden. 9. Niemand dient tevreden te zijn met eigen welvaart en welzijn. Deze dienen ondergeschikt te zijn aan de collectieve, universele belangen. 10. Allen dienen zich te onderwerpen aan de universele wetten en lokale regels die rechtvaardig zijn en ieders heil nastreven, regelen. Binnen de Hindoestaanse gemeenschap, zowel in India, maar vooral ook buiten India, speelt de Arya Samaj een prominente rol in het overdragen en promoten van de Vedische cultuur. In alle landen waar Hindoestanen zich gevestigd hebben vinden we de Samaj’s van de Arya’s en zijn ze op sociaal en educatief gebied bijzonder actief. Met de migratie naar Suriname namen de Hindoes ook hun cultuur mee. Al gauw werd in Suriname Arya Samaj tempels, scholen en internaten opgericht. Er werd een hoofdbestuur en lokale verenigingen in het leven geroepen. Met de vestiging in Nederland ontstonden ook hier heel gauw lokale verenigingen en werd een hoofdbestuur [ASAN} gevormd. Reeds in 1987 bleken in Nederland minstens 25 lokale besturen te zijn. Daarom werd in dat jaar de Federatie Arya
Samaj Nederland [FASAN] als overkoepelend hoofdorgaan in het leven geroepen. Kijken we naar het migratie- en inburgeringsproces van Arya Samaji’s die van India naar een ander land gemigreerd zijn, dan zien we dat ze overal eerst lokale verenigingen stichten die dan godsdienstige activiteiten ontplooien en heel snel enkele tempels bouwen van waar uit ze de andere activiteiten ontplooien. Na de tempels worden er scholen gesticht. In Nederland zijn we nu beland in de fase waarin eigen, op Vedische gedachten en verworvenheden en geconcretiseerd in visies, principes en beginselen van de Arya Samaj scholen gesticht gaan worden. Meestal ontstaan deze scholen in grote steden waar de Arya Samaji’s en hun leden in grote getallen aanwezig zijn en voldoende tijd, energie en middelen kunnen investeren in het stichten van eigen scholen.
De schoolsituatie in Den Haag Waarom een Arya Samaj school naast andere Hindoe scholen? Er zijn wezenlijke verschillen tussen de twee Hindoeïstische stromingen. De Arya’s vereren geen beelden. Voor Arya’s zijn de beelden en afbeeldingen op Sanatan scholen niet te verenigen met hun principe van een onpersoonlijke god. De godsdienstige rituelen van de Arya’s zijn anders dan bij de Sanatani’s. Veel religieuze feesten worden door de 2 stromingen anders beleefd en geïnterpreteerd. Zonder in te veel details te treden kan gesteld worden dat een basisschool die gefundeerd wordt op zowel orthodox christelijke beginselen als protestantse beginselen evenveel en evengrote opvoedingsproblemen kunnen geven als Sanatani’s en Arya’s onder 1 school plaatsen. Dit heeft bij de Hindoestaanse school alleen zin wanneer de taal en de cultuur als basis genomen wordt en de godsdienst en de religie buiten beschouwing gelaten wordt. Maar wanneer de godsdienst, de religie en de levensbeschouwing als fundament van een school genomen wordt, dan dienen er aparte scholen voor de Sanatani’s en de Arya’s te komen. De vraag waarom er een Arya school als een bijzondere school moet komen, hoeft niet beantwoord te worden omdat het stichten van bijzondere scholen een belangrijke waarde in de Nederlandse samenleving is. Dit is zowel in de grondwet als in de onderwijswetten geregeld, de motivatie is aldaar te vinden. Door het stichten van Arya scholen krijgen de Arya’s de gelegenheid te laten zien dat ze in Nederland ingeburgerd zijn en kunnen ze een eigen bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de Nederlandse samenleving.
Een Arya school heeft enkele belangrijke voordelen voor de Arya kinderen boven een algemene of een andere bijzondere school. Deze voordelen zijn van onderwijskundige, opvoedkundige, didaktische en sociale aard.