Katholieke Hogeschool Leuven - DLO Naamsesteenweg 355 te 3001 Leuven-Heverlee tel. (016)39 92 00
fax (016)40 70 87
Handleiding bij de algemene inleiding Annemie Van Hoeymissen
1 Wat is ethiek? Bij het begin van deze lessenreeks is het erg belangrijk dat de leerlingen eerst en vooral het begrip ethiek leren kennen. Velen van hen zullen dit immers niet onmiddellijk kunnen verklaren. Toch zijn ze er ongetwijfeld tijdens de lessen godsdienst reeds regelmatig mee in contact gekomen. Het begrip ethiek zal daar ook aan bod gekomen zijn. Op deze kennis zullen we dus verder bouwen. Ethische problemen komen in het secundaire onderwijs niet alleen tijdens de lessen godsdienst aan bod. Het klonen van embryo’s en dieren komt ongetwijfeld ook in biologie ter sprake. In de lessen geschiedenis worden de leerlingen impliciet met ethische vraagstukken geconfronteerd. Zo wordt er veel aandacht besteed aan de slavenhandel en de behandeling van slaven tijdens de kolonisatie in het vierde jaar secundair onderwijs. Het begrip ethiek zal hier echter niet zo uitdrukkelijk uitgelegd en verklaard worden. Wanneer we het begrip ‘ethiek’ opzoeken in het woordenboek dan vinden we de volgende definitie: praktische wijsbegeerte die handelt over wat goed en wat kwaad is. De leerlingen zijn meestal zelf in staat om hier enkele voorbeelden van te geven. Indien deze discussie moeilijk op gang komt, kan een inleidend voorbeeldje hulp bieden. Vanuit het begrip ethiek is informatica-ethiek eenvoudig te verklaren. Het zal dan immers gaan om een praktische wijsbegeerte die handelt over wat goed of kwaad is in de informatica. Wanneer de leerlingen enkele thema’s opsommen, zal al snel blijken dat ze zich enkel beperken tot het terrein van het Internet. De leerkracht kan hier eventueel niet-Internet-gebonden problemen suggereren om de leerlingen op de andere weg te helpen. Wanneer dit niet goed lukt, zal dit in de verdere lessen wel duidelijk worden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen informatica en informatietechnologie. Informatica is de leer van de mechanische verzameling en verwerking van informatie. Deze leer omvat heel wat verschillende deelterreinen: spelletjes, applicatiesoftware maar ook algoritmiek of kunstmatige intelligentie. Informatietechnologie omvat uiteraard alle technologieën die nodig zijn om informatie te produceren, te verwerken en te verspreiden. De laatste jaren gebruikt men steeds vaker de term ICT. Dit staat voor informatie- en communicatietechnologie. In het vervolg van dit werk zullen informatica en informatietechnologie meestal als synoniemen worden gebruikt.
1
De ervaring leert ons dat aan deze eerste algemene inleiding vrij veel aandacht moet besteed worden. Het is voor de leerlingen immers niet zo evident om de problematiek te omschrijven en het probleemveld precies te definiëren. Wanneer er te snel over deze inleiding wordt gegaan, is de kans groot dat een deel van de volgende lessen hun doel missen. Vooral leerlingen die zich niet zo erg interesseren in informatica zullen menen dat zij nooit met ethische kwesties in deze discipline zullen geconfronteerd worden. Hen hiervan bewust maken was juist één van de doelstellingen van deze lessenreeks. Bij deze inleidende brainstormsessie moet erop gelet worden dat niet alleen de leerlingen die erg in informatica geïnteresseerd zijn, het woord krijgen. Het is immers de bedoeling om alle leerlingen mee te krijgen. Wanneer er uitsluitend aandacht besteed wordt aan de sterkere leerlingen dan zullen de anderen snel afhaken. Dit kan absoluut niet de bedoeling zijn van een eerste kennismaking. Achtergebleven leerlingen terug motiveren blijkt vaak een erg intensief en moeilijk karwei te zijn. De ervaring leert ons ook dat leerlingen die in hun vrije tijd veel met informatica bezig zijn, vrij snel het gevoel hebben dat ze niets meer kunnen bijleren. Op het technische vlak staan ze vaak zeer ver, op sommige terreinen zelfs verder dan hun eigen informaticaleerkracht. Zo zullen ze bij deze discussie al in staat zijn om uit te leggen wat cookies precies zijn. Bij hen komt het er dus vooral op aan om te wijzen op de ethische kant van de zaak. We zullen immers de problemen niet technisch behandelen, maar we zullen ons vooral verdiepen in de positieve en negatieve gevolgen. Vaak blijkt het minder eenvoudig te zijn om deze sterke leerlingen te overtuigen dat ze nog iets kunnen bijleren dan om de zwakkere leerlingen te motiveren. Aan de hand van praktische probleemsituaties lukt dit uiteindelijk meestal wel. Het is niet de bedoeling om tijdens dit eerste groepsgesprek reeds een discussie uit te lokken over de ethische aspecten van bepaalde fenomenen. De leerlingen beschikken in deze fase nog over te weinig over achtergrondkennis om reeds een gefundeerd oordeel te kunnen vormen. In de loop van de lessenreeks over ethiek zal dit geleidelijk aan beter gaan.
2 ICT: een zegen of een vloek? Wanneer we met informatica-ethiek bezig zijn, dan concentreren we ons vaak enkel op de problemen. Toch bieden de computer en ICT in het algemeen heel wat voordelen. Deze voordelen moeten erkend worden en gekend zijn om een weloverwogen en beredeneerd oordeel te kunnen vellen over ICT. Daarom willen we met de leerlingen hier even bij stilstaan. Er worden hier een groot aantal voor- en nadelen van ICT naast elkaar opgesomd. Deze lijst is uiteraard niet compleet. Het is best mogelijk dat leerlingen nog andere voorstellen doen.
2
2.1 Voordelen Computers hebben een groot deel van ons werk vereenvoudigd. Een tekst van 40 bladzijden schrijven en corrigeren neemt met een computer nog steeds veel tijd in beslag. Achteraf zinnen toevoegen en correcties aanbrengen verloopt echter wel sneller. Tien jaar geleden was dit nog een erg tijdrovend en intensief karwei. De hele tekst moest immers overschreven worden. De kans op fouten en vergissingen was erg groot. Vele jongeren weten niet meer wat het is om een lange tekst met de hand te schrijven of om te knoeien met schrijfmachines. Computers hebben een belangrijke verschuiving teweeggebracht in onze hobby’s. Heel wat jongeren maar ook een groot aantal volwassenen brengen hun vrije uren al surfend en chattend door. Anderen zijn erg bedreven in het spelen van computerspelletjes. Een tiental jaren geleden was er van deze hobby’s nog geen sprake. Dankzij de computer en het Internet is de hele wereld nu binnen handbereik. Met een klik op de muisknop kan je het menu van een restaurant in New York bekijken. Alle kennis van de wereld lijkt nu als het ware beschikbaar te zijn. Vroeger was de toegang tot informatie erg beperkt. Het duurde soms enkele dagen vooraleer een ramp aan de andere kant van de wereld bekend werd. Mensen met familieleden in het buitenland kregen enkel informatie via de weinige brieven die hen op een jaar bereikten. Op het moment dat de brief aankwam, was het nieuws vaak al achterhaald. Met informatica kan de misdaad efficiënter bestreden worden. De politie beschikt nu over uitgebreide gegevensbanken met de vingerafdrukken van misdadigers. Afdrukken op de plaats van de misdaad kunnen dus vergeleken worden met de resultaten in deze databanken. Zo kan de dader geïdentificeerd worden. Daarnaast zijn de meeste politieposten via het Internet met de rest van de wereld verbonden. Internationale opsporingsbevelen zullen zo veel sneller verspreid worden. Er kan dus vlugger ingegrepen worden. Heel wat medische toepassingen maken gebruik van informatica. Een oogcorrectie zou onmogelijk zijn als chirurgen geen beroep konden doen op computers en een laser. Veel radiotherapieën zijn computergestuurd. Het aantal medische fouten werd ook teruggedrongen. De kans dat een computer een fout maakt door vermoeidheid is immers veel kleiner. In het onderwijs wordt de laatste jaren steeds meer gebruik gemaakt van de informatica. Toch staan we op heel wat punten nog in een beginfase. Dit is onder meer het geval bij interactief leren. Jongeren reageren meestal enthousiast wanneer er in de lessen gebruik gemaakt wordt van informatica. Het vormt voor hen een leuke afwisseling met de alledaagse, saaie, gedoceerde lessen. Daarnaast beseffen vele jongeren ook dat informatica erg belangrijk zal blijven in de toekomst. Ze zullen dit dus zeker nog nodig hebben in hun loopbaan en zijn daarom erg gemotiveerd. Dit gevoel zal veel minder snel optreden bij vakken als geschiedenis of esthetica. Veel beroepen kan je immers uitoefenen zonder enige notie te hebben van de Belgische geschiedenis.
3
De beleidsmensen in het onderwijs zijn zich ook bewust van de vele voordelen van informatica. Ze willen het gebruik ervan zo vroeg mogelijk stimuleren. Uiteraard moet dit wel op een verantwoorde, doordachte wijze gebeuren. Zo vinden we in het leerplan wiskunde van de eerste graad (A-stroom) terug dat alle leerlingen over een rekentoestel moeten beschikken. In de tweede graad gaan de meeste scholen over tot de aankoop van een grafisch rekentoestel. Deze ‘kleine’ computer is niet meer weg te denken uit ons wiskunde-onderwijs…Het vergemakkelijkt de berekeningen aanzienlijk. De computer kan de levenskwaliteit van heel wat mindervaliden sterk verhogen. Mensen die gedeeltelijk verlamd zijn kunnen via zakcomputers communiceren met omstanders. Ze kunnen immers pictogrammen aanklikken en woorden vormen. Op die manier is het mogelijk om wensen en problemen duidelijk te maken. Ze kunnen weer begrepen worden.
2.2 Nadelen Informatica heeft ook heel wat negatieve gevolgen met zich meegebracht. Zo is er een duidelijke impact van computers op de arbeid en samenleving vastgesteld. Door de invoering van de computer gingen heel wat arbeidsplaatsen verloren bijvoorbeeld door de automatisering van gegevensbanken. Daarnaast werden ook heel wat nieuwe jobs gecreëerd onder meer in de sector van de computerbouw. De werklozen die er kwamen door de invoering van de computers, konden deze vacatures niet zomaar opvullen. Er was immers een zekere technische kennis nodig… Op de arbeidsmarkt is er een duidelijk verschil ontstaan tussen de vacatures waarvoor men een computer moet kunnen gebruiken en de andere. Het aantal van deze laatste neemt steeds maar af. In vrijwel alle sectoren kom je in aanraking met computers. Voor oudere werknemers betekent dit ze zich nog regelmatig moeten bijscholen. De anderen moeten voortdurend op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen. Vooral voor de zwakkere sociale groepen vormt dit een echt probleem. Ze worden steeds minder aantrekkelijk om in dienst te nemen. Door de snelle ontwikkeling in de informaticasector is er een heel nieuwe soort criminaliteit ontstaan die normaal aangeduid wordt met de term computercriminaliteit. Activiteiten als het verspreiden van virussen, hacken en cracken vallen hieronder. Deze vormen van criminaliteit waren een twintigtal jaren geleden nagenoeg onbekend. Nu wordt de dreiging ervan overal erkend. In de eerste maanden na de aanslagen van 11 september op de WTC–torens waren begrippen als cyberterrorisme en informatiediefstal niet uit de media weg te denken. Iedereen besefte plotsklaps de zwakte van onze informatie- en computergestuurde maatschappij… Vandaag de dag beschikt vrijwel de helft van de bevolking over illegaal gekopieerde cd’s en cd–roms [zie p.59 2]. Juist dankzij de ontwikkelingen binnen de informatica zijn deze praktijken alom verspreid geraakt. Hierdoor verliezen muzikanten en producers een groot deel van hun inkomsten. Ze worden niet meer beloond voor hun inspanningen. Nu dit illegaal kopiëren bij jongeren algemeen verspreid is geraakt, valt het te betwijfelen of deze gewoonte nog kan veranderd worden. Zullen de jongeren binnenkort terug meer cd’s kopen in plaats van zelf te kopiëren? Waarschijnlijk geldt hier het spreekwoord: jong geleerd is oud gedaan…
4
Door het op grote schaal verspreiden van berichten en e-mails komt onze privacy mogelijk in het gedrang. Overal worden er gegevens over ons bijgehouden. Meestal blijft dit bewaren beperkt tot zuiver commerciële doeleinden maar soms komen onze gegevens in de verkeerde handen terecht. We beschikken vaak over weinig mogelijkheden om dit te voorkomen. Terwijl we informatie over het Internet versturen kunnen ongewenste lezers misschien wel meekijken. Ze verkrijgen zo persoonlijk informatie die we zelf niet wilden verspreiden, bijvoorbeeld kredietkaartnummers. Tijdens deze korte oefening is het vooral de bedoeling dat de leerlingen even stilstaan bij de positieve en negatieve gevolgen van de ontwikkelingen binnen de informatica. Elke uitvinding of ontwikkeling brengt bepaalde effecten teweeg. Soms zijn dit uitsluitend positieve gevolgen, soms enkel negatieve maar meestal treden beide op. Bij de veranderingen in de informaticasector was dit ook zo. Het is dus belangrijk dat de leerlingen bij deze hele uiteenzetting goed voor ogen houden dat het beeld niet enkel zwart of wit is. Ze moeten zelf de grijswaarden ontdekken. Vermoedelijk zal dit situeren en verklaren van informatica-ethiek bijna een volledig lesuur in beslag nemen. Dit hangt natuurlijk af van de grootte van de klasgroep en de kennis van de leerlingen over de informatica-ethiek. Dit zal elke leerkracht dus zelf moeten bepalen.
3 Het spel Naar aanleiding van het vak ‘Ethische vraagstukken in de informatica’ aan het departement lerarenopleiding te Heverlee ontwikkelden we samen met Katrien Eyckmans en Greet Hex een spel dat als eerste kennismaking met deze materie in het secundair onderwijs zou kunnen gebruikt worden. Het spelbord bestaat uit een rechthoek die in een aantal gekleurde vierkanten verdeeld is. Elke kleur correspondeert met een thema uit de informatica-ethiek. Rood komt overeen met auteursrecht, blauw met internet en privacy, geel met computers in de fout, groen met ICT en maatschappij, zwart met gegevensbanken en privacy… De kleuren kunnen uiteraard zelf aangepast worden. De leerlingen zijn opgedeeld in kleine groepjes van 3 à 4 personen. Ze krijgen per groepje een pion. Hiermee moeten ze het parcours afleggen. Er is geen begin of einde aan het spelbord. De leerkracht bepaalt dus zelf waar een groepje begint en wanneer het kennismakingsspel afgelopen is. Verschillende factoren kunnen bij deze keuzes een rol spelen. Wanneer de leerlingen op een bepaald vak komen dan moeten ze in verband met dit thema een vraag beantwoorden of een opdracht uitvoeren. Gedurende het spel komen ze dan geleidelijk aan in contact met de verschillende thema’s en leren ze ook de inhoud van deze categorieën kennen. Doe-opdrachten en theorievragen wisselen elkaar voortdurend af. Op de eerste plaats is dit veel aangenamer voor de leerlingen. Ze blijven gemotiveerd want het gaat niet zo snel vervelen. Daarnaast leren ze zelf omgaan met de grote hoeveelheid van informatie die ze via allerlei kanalen zoals de media krijgen. Ze moeten zelf leren selecteren om uiteindelijk de gewenste informatie te bekomen. Door te werken met voorbeelden wordt de theorie ook duidelijk geïllustreerd. Het maakt de informaticaethiek voor hen een stuk toegankelijker.
5
Er worden eveneens een aantal discussievragen aan de leerlingen aangeboden. Ze kunnen deze dan in hun groepje bespreken. Waarschijnlijk zal deze discussie vrij snel afgelopen zijn. De leerlingen beschikken immers nog niet over voldoende kennis en bagage. Toch zal blijken dat ze al wel met deze thema’s bezig zijn. Daarnaast zullen de leerlingen ontdekken dat anderen vaak een heel andere mening hebben over bepaalde actuele onderwerpen als software kopiëren of hacken. Dit spel kan best gespeeld worden onder begeleiding van twee leerkrachten. Eén van de twee kan zich dan bezig houden met de praktische kant van het spel zoals de pionnen, de organisatie, het uitleggen van de opdrachten. De andere begeleider kan dan de inhoudelijk kant van het spel op zich nemen. Zo moeten de discussies enigszins begeleid worden. Het antwoord op de theorievragen moet gecontroleerd en eventueel aangevuld of verbeterd worden. Deze taken kunnen wel door één leerkracht uitgevoerd worden maar dit zal erg vermoeiend zijn. Je kan immers niet overal tegelijk aanwezig zijn. Voor de uitvoering van het spel beschikken we best over een lokaal waar er op het Internet kan gesurft worden. Daarnaast zouden er ook enkele tafeltjes zonder computer moeten zijn. Hier kunnen de opgaven die niets met het Internet te maken hebben, opgelost worden. Misschien kan er gewerkt worden met twee lokalen. Er moet dan wel een begeleider zijn voor elke ruimte. Het spel en de opdrachten zijn terug te vinden op de website die hoort bij het boek “Het Elfde Gebod”. Geïnteresseerden kunnen deze hier vrij bekijken en downloaden.
4 Afsluitend gesprek Deze afsluitende discussie hoeft niet erg lang te duren. Het komt er in de eerste plaats op aan om leerlingen hun mening in verband met bepaalde problemen of voordelen te laten herzien. Daarnaast moeten ze ook de kans krijgen om nieuwe terreinen (die ze zelf nog niet hadden aangeduid) van de informatica-ethiek te situeren. Waarschijnlijk zullen ze pas in deze fase problemen aanhalen die niets of weinig met het Internet te maken hebben. Dit probleem werd hierboven al besproken. Met deze discussie is dit eerste thema afgewerkt. De leerlingen beschikken nu over genoeg bagage om in de afzonderlijke probleemvelden ingewijd te worden. Ze hebben nu een beeld gekregen van de terreinen van de informatica-ethiek.
6